hét 'te dooden. WIJ zijn de oudste rij
wiel-firma te Brooklijn. Anderen zijn
gekomen en gegaan, maar wij zijn er
nog. Waarom? Ten eerste omdat wij
tevreden zijn met een bescheiden winst
Ten tweede omdat ons systeem is
prompt afleveren naar belofte. Ten der
de omdat er niet betaald behoeft te
worden, als er geen operatie is verricht.
Hoogachtend G. A. Boettner, Cycle
Doctor and Machinist.
N. B. Op de kliniek zijn de consulten
en recepten gratis. De Fiets.
Le Vélo heeft een brief van Meijers,
die meedeelt, dat hij niettegenstaan
de allen aandrang van vele vrienden
en vooral van zijn partner Tommaselli
beslist blijft bij zijn besluit om als
bardrijder niet meer uit le komen.Toch
zal hij dit seizoen nog eens op de baan
verschijnen, en wel den 26en dezer op
de baan teMaastricht in de wedstrijden
van de ketiinggangers. Hij zal daar
dienst doen als gangmaker voor een
zijner vrienden.
Paarden.
In Duitschland werden in 1900 op
85 plaaisen 251 dagen wedrennen ge
houden waarop 1426 nummers voor
kwamen en waarin 8275 paarden mee
liepen.
De geldprijzen bedroegen 4.699.887
mark, terwijl 739 eereprijzen werden
uitgeloofd.
Aan inleg- en rouwgelden werd ont
vangen 1.743.845 mark, en aan bijdra
gen van Vereenigingen voor prijzen
enz. 2.956.042 mark.
Als een bewijs hoe sterk de rensport
in de laatste 20 jaar in Duitschland
vooruitgegaan is, diene dat in 1880
op 53 plaatsen slechts 123 rendagen
met 588 nummers en 2709 paarden
voorkwamen, dus slechts 1/3 gedeelte
van tegenwoordig.
Gemengd Nieuws.
Hekserij.
In Rusland1 is onlangs een vrouw
veroordeeld wegens... hekserij. Nog
wel een jonge vrouw, een boerin,
die haar man had verloren en om
goed uit te huilen 's avonds de
gezelligheid was o-ntloopen en in
een koestal haar tranen dien vrijen
loop liet. De koeien stierven en nu
werd zij beschuldigd ze te hebben
behekst. Het baatte niet of zij de
zooeven vermelde reden opgaf voor
haar afzondering de rechters leg
den haar 10 dagen gevangenisstraf
op. Welk artikel van het Russisch
strafwetboek daarbij is toegepast,
vinden wij niet vermeld.
Een. onwillige booglamp.
Op de Charlottenburger Chaus-
see te Berlijn hangt een onwillige,
booglamp, die niet, zooals booglam
pen dat meer doen., weigert te bran
den, maar weigert uit te gaan. Zij
brandt nu reeds drie dagen en nach
ten en straalt,'alle nogingen om
haar te dooven ten spijt, bij dlag en
nacht haar licht vroolijk om zich
heen. De stadselectriciens hebben
allen beproefd om het licht uit te
krijgen, maar niets was in staat
de koppige lamp tot rede te bren
gen. Men kan de glazen lamp niet
laten zakken, omdat de zuil, waar
aan zij hangt, verzadigd is van elec-
triciteit en bliksems van zich ai-
zoodra men ze nadert
men trachtte den stroom af te snij
doch het schijnt, dat de lamp
eigen stroom heeft, van waar
men niet, zij brandt ten min
ste lustig voort. i April.
Dinsdag zou men probeeren, de
bol met een stang of met
te verbrijzelen. De
executie zou om tien uur plaats
en de Berlijnsche straat-
eugd verheugde zich op een vrijen
De kranten' raden aan de boog-
amp uit te schieten Z'1" geven den
,,In geen geval mogen wij den
trijd tegen de booglamp opgeven!"
Treinongeluk bij Orleans.
In het station Aubrais bij Orelans is
en sneltrein naar Parijs een ongeluk
doordat de nieuwe machi-
e, die voor den trein geplaatst moest
met te groote vaart op den
wagen liep. Alle rijtuigen kre-
en een bevigen schok en veertien rei
gers liepen meer of minder kwetsuren
Van 'tTurksche Hof.
Uit Konstanlinopel wordt een geval-
dat teekenend is voor de toe-
Wanneer Sophie dit alles voor
lar vriendin uiteenzette, dan kwa
de zaken voor hen in een an-
;r licht te staan, en het medege
moest zich tot stille deelneming
Ook kwamen die oude plannen
Tibertius op den bewusten
oneï wedier ter sprake. Als altijd
August- daarin de grootste be-
ngsielling aan den dag. Hij was
meening, dat er goede zaken
maken waren, wanneer iemand
apothekers de veile preparaten.,
a thans met groote moeite en kos-
i van elders moesten aangevoerd
geheel gereed kon aanbie-
zekeren dag deed' Tibertius
August zelfs het voorstel een
zaak gemeenschappelijk
vt hem te ondernemen. August
s dankbaar ven-ast over dit aan-
11 en beioofd'e liemi, de zaak rij-
!ijk te overwegen.
HOOFDSTUK XXV.
)e geheele stad was in opschud-
g. Het vogelschieten had een aan.
-g genomen. Leden eneereleden
met hun respectieve fami-
t naar het feestterrein opgegaan.
standen, heerschend aan Sultan Ah-
dul-Hamids bof. Bij een twist, welke
dezer dagen ontstond tusschen den mi
nister van handel Seliui Melhame en
den redacteur van 't beruchte paleisor
gaan Servet, schoot deze laatste niet
een revolver op den minister, zonder
hem echter te kwetsen.
Daar het nu op zware straffe verbo
den is het paleis met. wapens te betre
den, en zelfs officieren hun sabels moe
ten afgeven, verwachtte men algemeen
de verbanning van den redacteur. In-
tusschen blijkt echter aat minister Se-
lim Melhame verdwenen is. wat in zui
ver Hollandsch heteekent, dal genoem
de heer verbannen of gewoonweg ver
moord is.
De juiste toedracht der zaak komt
men natuurlijk nooit te hooren, doch
tcekenend is het feit voor de almacht
van de paleisklïek, wier gunsteling de
beruchte redacteur is. Te meer, daar
de verdwenen minister een christen is,
en evenals zijn beide broers, die even
eens hooge staatsbetrekkingen beldee-
den. zeer intelligent en niet voor om-
kooperij vatbaar bleek, wat het panis-
lamietisch drijven der hof camarilla
zeer tegenwerkt. Men schijnt zich thans
door moord van den lastigen tegen
stander ontdaan te hebben.
Groote brand.
In het gebouw van de munt in Peters
burg is een brand uitgebroken, die de
machines bedorven en een schade van
600.000 roebels veroorzaakt heeft.
Onderwuzerstractementen.
Het salaris van het mannelijk en
vrouwelijk personeel aan de Finland-
sclie volksscholen is, op bevel van den
Tsaar, met ingang van dit jaar tot 800
resp. 600 mark verhoogd geworden,
wanneer gedurende vijf jaar niets op
hun werk en gedrag aan te merken
was.
Woestelingen.
Te Esse-n heeft een herbergier,
uit zelfverdediging tegen de leden
van een club van athleten, die eens
eeni ouderwetsc-hen Rauferei wil
den beginnen, Zondagavond een
hunner neergeschoten. Een politie
agent die tusschenbeide kwam, is
door de woestelingen gevaarlijk ge
kwetst.
Korte rokken.
Te Munchen hebben een aantal vrou-1
wen een oproep tot haar zusters ge
richt om voorgoed de sleepjaponnen af
te schaffen, althans op straat. In de
,,Frankf. Z." maakt nu een heer de op
merking, dat deze poging wel evenals
haar voorgangsters, mislukken zal. De
meeste vrouwen, beweert hij, hebben
geen fraaie.... voeten, en de zucht om
dit te bedekken zal aan de lange rok
ken steeds de overwinning verschaffen.
Laten nu de vrouwen toouen dat deze
voetenkritiek ongegrond is.
Kindermoord.
Mevrouw Tungeln, dochter van den
historieschrijver Freitschke, en ge
huwd met den eskadronchef van het
garnizoen van Luneburg, heeft in een
vlaag van ijlende koorts hare drie doch
tertjes van 7, 5 en 3 jaar vergiftigd en
daarna zelf gift ingenomen. Men hoopt
de moeder in het leven te kunnen be
houden.
De Koning van Italië.
Een van de redacteuren van de
New-York Herald heeft den jongen Ko
ning van Italië te Rome bezocht om
hem uit naam van zijn blad te gaan
complimenteeren. Hij geeft van Vic
tor Emanuel II de volgende beschrij
ving:
„De Koning ontvangt gewoonlijk in
klein generaalsuniform. Overeenkom
stig de etiquette vraagt de koning en
heeft de bezoeker niet anders, te doen.
dan te antwoorden. Victor Emanuel
III, die zeer duidelijk is in zijne vra
gen, leidt het gesprek met groot ge
mak; maar zeer dikwijls geeft de Ko
ning de voorkeur aan een meer vriend
schappelijk gesprek, waarin hij dan
van zijne buitengewone kennis blijken
geeft,
„Op den eersten aanblik schijnt de
Koning koel en zijn stem is ietwat
kortaf en militair, maar langzamer
hand in den loop van het gesprek
windt hij zich wat op; zijn stem wordt
gemoedelijker en een glimlach speelt
om zijne lippen; zijn gelaat is intelli
gent, en zijne blauwe diepe oogen schit
teren op een wijze, die aan. den scher
pen blik van zijn vader doet denken.
Zijn voorhoofd is mooi gevormd en ge-
tuigt van kennis.
Het schieten was echter niet cle
hoofdzaak. De harten dier mannen
werden getrokken naar de tenten,
waar heerlijk ijskoud bier geschon
ken werd1die van de vrouwen naar
de geneugten van den dans. In
de' biertenten ging het recht leven
dig toe. Men verdrong elkaar om
een plaats te krijgenin een oog
wenk was alles bezet en iedereen
gaf zijn wensch te kennen om een
glas van den heerlij lien drank te
krijgen. De eigenaars liepen be
drijvig- heen en weer; de bedien
den gingen af en aan. Er weer
klonk een' luid gelach, gepraat en
geroep. De houten hamer viel
Een; versch vatweerklonk het,
en een- luid' ..boerah was het ant
woord. En met al deze drukte meng
de zich het lied van een troep zan
gers uit do verte, en het minder
welluidende gezang van het gezel
schap in de tent. Het was een wild,
dwaas, vroolijk mengelmoes, dat
met het gezang- buiten de tent sa
mensmolt.
Dora was met Tibertius en Chris
tine uitgegaan. Dei familie Kuchen
en mevrouw Sehübeier hadden zich
bij hen aangesloten. De raadsheer
Adier was er trotsch om met me
vrouw Reinhard! te dansen en Ti-
heeft, het uiterlijk van een sol
daat,. maar van een soldaat bij wien
kennis en militaire geest gepaard gaan
met. vroolijkheid. Hij laat een uitste
kenden indruk na. Men krijgt onmid
dellijk het besef met een man te doen
te hebben.
„Het is moeilijk, in de korte oogen-
blikken van een onderhoud, moge dit
ook door den Koning met de uiterste
beleefheid en beminnelijkheid worden
gevoerd, 's Konings geheime gedach
ten te gissen, en dat nog te meer om
dat. Victor Emanuel, die door lange
ondervinding aan de diplomatieke ge
bruiken gewend is, zich sedert lang
weet te verdedigen tegen al te onbe
scheiden aandrang van degenen met
wie bij een gesprek houdt.
..Maar wat bet voornaamste is in
zijn karakter, dat is zijn wilskracht, de
alles beheerschende wil, waarvan hij
zich zelf bewust is. Indien hij al pra
tende aangeeft awt hij wil doen, staat
zijn voorhoofd strak, wat zijn onver
anderlijk besluit kenteekent. Die vast
heid van wil is overigens een eigen
aardigheid van de leden van het huis
van Savoye. Victor Emanuel II heeft
daarvan bewijzen gegeven, en een van
de leermeesters van den jongen Koning
heeft, van zijn wilskracht gewagend,
gezegd dat Victor Emanuel III, even
als zijn grootvader den naam van IJze
ren hoofd wel mocht hebben.
„Een andere karaktertrek van den
Koning is zijn liefde voor zijn familie.
Hij heeft er pleizier in ,er op te wijzen,
dat zijn kleine palazzina meer dan vol
doende is voor twee jonggehuwden, die
bescheiden wenschen hebben. Heel
zelden spreekt hij van „Koningin He
lena" of „Koningin Margaretha". maar
van „mijn vrouw" en „mijn moeder".
Hoewel hij 's morgens vroeg opstaat,
spreekt hij er over, dat het zoo onaan
genaam is 's winters op te staan als
het nog donker is, en hij vindt het erg
na half elf naar bed te gaan. Hij heeft
die gewoonte al lange jaren, want hij
heeft altijd veel gewerkt, en altijd „veel
te weten" zich als ideaal gesteld. Zelfs
zijn liefde voor de penningkunde, een
studie .die vele jaren en volharding
eïscht, laat den waren aard van ziin
karakter en de tucht waaraan hij zich
zelf heeft onderworpen, uitkomen.
Een zeer belangrijke ontdek
king
is in het plaatsje Rüdersdorf, bij Ber
lijn, gedaan. Daar waren eenige kin
deren in de kalkbergen aan het snelen;
ze hadden een gaatje in den berg ont
dekt, waaruit een vrij sterke lucht
stroom trad, waarmee ze papiertjes
enz. lieten opwaaien. De kleine Gott-
hold Lelimann kwam op het denk
beeld om met zijn zakmes het gaatje
grooter te maken, maar bij die poging
viel het mes naar hen eden. Nu moesten
vader en moeder wel van het geval hoo
ren, en zoo werd spoedig bekend, dat
er in den berg een afgesloten hol was,
waaruit een scherpe, zure lucht op
bruiste.
Dat hol werd toen opengegraven, au
toriteiten en wetenschapsmannen kwa
men er al gauw bij te pas en het bleek,
dat men een hoogst belangrijke ont
dekking had gedaan, die voor Rüders
dorf groote gevolgen kan hebben. Zie
hier, wat een journalist vertelt.
In de opening stond een ladder, en
daar binnen zag ik een paar lantarens
lichten. Toen ik op de ladder ging
staan, waaide mij een scherpe, merk
waardig ruikende luchtstroom tegen;
de reuk had iets onbeschrijfelijks zuurs
en bijtends, ongeveer als een mengsel
van keukenzout en azijn; alleen de eer
ste minuten was h" onaangenaam;
toen verfrischte hij.
Op een diepte van ongeveer 30 voet
kwam men op den bodem en kon men
om zich heen zien. W- bevonden ons
in een ruimte, waarvan de wanden ge
heel glad en afgerond waren, met een
melkwitte kleur, en den indruk ma
kend van zeer hard krijt. Midden in
den bodem, juist tegenover de opening
van den trechter, bevond zich een gat
van ongeveer 6 centimeters doorsnee,
waaruit de reeds vermelde lucht vooit-
durend naar buiten drong.
Tusschen twee mannen met lanta
rens lag op den gladden bodem iets,
dat eerst deed denken aan onttakelde
vogelverschrikkers, maar dat mensche
lijke gedaanten waren.
Daar lag op den rug een oude man,
uitgedroogd als een stok, met lang,
wollig haar en baard. Op de naakte
borst waren de ribben duidelijk te zien,
in het hart stak tot aan het heft een
getand, plomp mes van vuursteen. Dr
oogen stonden wijd open, maar :e
oogappels ontbraken.
Om de heupen droeg de oude een vel
met gekruld, samengebald haar. Zijn
bertius slingerde, toen hij met zijn
vrouwtje een wals probeerde, zoo
eigenaardig met zijn been en. dat
een schutter tegen zijn buurman
Kegel, met één oog en zomersproe
ten, die opmerking maakte, diat de
provisor al heel „komiek" danste,
waarop Kegel antwoordde, dat dit
nu eigenlijk eerst het „echte dan
sen" was.
Nadat op deze wijze die talenten
van Tibertius in het juiste licht ge
plaatst waren, kwam er ook een
einde aan het dansen -en die aanwe
zigen! trokken gemeenschappelijk
naar d'e „Koningstent" waar „vrij
bier" geschonken we.rd.
Eindelijk kwam die avond. Er
werd muziek gemaakt op het feestr
terrein en de stoet zette zich in be
weging om naar de stad terug te
keeren. Daar de gehuwde mannen
nu meestal hun vrouwen geleid
den, voegde Reinhard. er zich ook
bij. maar wist het zoo te plooien,
dat hij mevrouw Schiibeler en me
vrouw Kuchen begeleidde. Tiber
tius bood' nu Christine en Dora den
arm. aan.
Nog lang werd de muziek ge
hoord nog lang weerklonk het ge
lach van degenen, die later dan cle
anderen naar huis gingen. Maar
magere hals droeg een versiering van
groote tanden en gekleurde steencn.
Naast dezen man lag een tweede,
met het gezicht tegen den grond; ook
hij droeg een vel als kleedïj, maar in
de uitgestrekte hand hield hij een knot^
van knoestig hout, waarmee hij blijk
baar ip een voorwerp vóór hem gesla
gen had toen bij viel. Onder die knots
zag men op den witten bodem eenige
donkere vlekken, de eenige in de ge
heel zuivere, witte, gladde oppervlak
te. De linkerhand van dien man was
zoo gekromd, alsof hij er een voorwerp
een spartelend beest mee had vastge
houden. Wat die man echter doodge
slagen had was verdwenen, en nie
mand zal het wel ooit te weten komen.
Het treffendste schouwspel was ech
ter achter deze lijken dat van een
vrouw, die twee kinderen tegen zich
aandrukte. Lang, rood haar hing om
de uitgedroogde armen en schouders,
en viel tot op den grond. Het hoofd
van de gedaante is evenals de kleine
hoofden der kinderen, naar het midden
gekeerd.
Van deze vijf dooden, die door de
eigenaardige luchtgesteldheid in den
berg goed bewaard zijn gebleven, is
bij magnesium-licht een foto geno
men. Het zakmes van den kleinen
Lehmann werd bij de luchtopening te
ruggevonden de messen geheel zwart
geworden.
Het Schoonmaken.
In een oud geschrift lezen wij
„Soms ging de schoonmaakwoede
zoo ver, dat, uitgenomen des Zondags,
dagelijks alle kamers die in gebruik
waren, werden uitgehaald en schoon
gemaakt, en de vrouw zich nauwelijks
den tijd gunde om te spijzen.
In sommige huisgezinnen werd eens
in de week gekookt niet in de daartoe
bestemde keuken, maar in een stove, en
slechts dagelijks de spijs opgewarmd,
om den haard niet te bevuilen. In
Noord-Holland verliepen er maanden
dat er geen vuur op den haard werd
aangelegd en men zich vergenoegde
met wat vuur in een pot of test om het
water te kooken.
„Men heeft voorbeelden, dat er het
geheele jaar door dagelijks dertig of
veertig emmers water in huis gedragen
werden en dat schoonmaakster en
dienstboden niets anders deden dan
schuren en boenen van het aanbreken
van den morgen tot bet vallen-van den
avod. Geen wonder dat de woningen
meest vochtig waren en al de bewoners
aan de gevolgen der vochtigheid leden.
Geen wonder dat men het huis gedu
rende den schoonmaaktijd, de heldere
boensters, wrijfsters, de buitenschoon
maaksters en binnen-sclioonmaaksters,
de schuur- en vloervrouw, en wie alzoo
tot het personeel behoorde, satansvrou
wen noemde. Doch hoe de schoonmaak
bespot en ten toon gesteld werd, in
poëzie en op het tooneel, het had
geen invloed op de vrouwtjes, zij ble
ven steeds door dien „quelduivel be
zeten."
En nu onzen tijd?Schoonma
ken is en blijft een noodzakelijk kwaad
en zal het wel blijven ook.
Droomen.
Prof. Bergson, van het Collége de
France, heeft deze week te Parijs in
een vergadering van het Internatio
naal psychologisch Instituut, een be
langwekkende voordracht gehouden
over droomen.
Naar zijn meening zijn droomen in
de eerste plaats te beschouwen als een
verschijnsel van het zien. De oogen
zijn gesloten en toch verschijnen in den
droom een aantal voorwerpen en per
sonen voor ons. Het is dan ook on
juist, dat wij met gesloten oogen niets
zien. Als men in wakenden toestand
de oogen sluit, neemt men na eenige
oogenblikken lichtpunten waar, die da
len en stijgen ;dan ziet men kleuren,
soms zeer schitterende, die zich soms
snel of langzaam bewegen. De bloeds
omloop in het oog werkt daartoe mede
en de drukking van het ooglid op de
oogzenuw roept de kleuren te voor
schijn. Deze lichtende vlekken en kleu
ren roepen de droomen in het leven;
zij nemen allerlei gedaanten aan en
deze krijgen dan bepaalde vormen in
verband met het geheugen. Ook de
gehoorzin en de tastzin werken bij het
droomen, maar het gezicht speelt de
hoofdrol. Onze zintuigen houden niet
op te werken in den slaap en hun ar
beidsveld is zelfs veel uitgestrekter dan
in wakenden toestand, maar de waar
neming is minder helder.
Volgens prof. Bergson neemt men in
den droom niets nieuws waar; het vin
den van melodieën en verzen in den
droom houdt hij voor fabeltjes. Maar
ook. het zachte geraisch van het
meer werd gehoord, totdat einde
lijk de lichtten in die tenten wor
den uitgedoofd en slechts die blin
kende sterren aan het uitspansel
overbleven.
Reinhard ging den volgenden
morgen niet mee uit. Hij was, wie
weet waarom, zeer slecht geluimd,
kibbelde reeds in de vroegte met
die heide dienstmeisjes en zeidie Ja
kob den d'icnsi op, omdat deze een
boodschap vergeten had. Jakob
ging toen naar mevrouw, en vroeg
of zij een goed woordje voor hem
doen wilde. Hij had zijn pijp op
de trap gelegd en de klompen, dlie
hij in het laboratorium droeg, uit
getrokken.
Dora beloofde hem haar voor
spraak. Sedert twaalf jaren was
hij bij zijn meester, en nu wilde
deze hem om zulk een beuzel'n?
wegzenden. Dora begreep eigenlijk
niet recKT hoe het aan te leggen cm
Reinhard van besluit te doen ver
anderen. Haar wensch, haar vccï-
spraak zou op zich zelf al een re
den voor den apotheker wezen om
in zijn, besluit te volharden.
Aan tafel werd Kordes geroepe-n
om in d'e apotheek te helpen en
stond toen zoo onbeholpen op. dat
ais men waakt, bepaalt het geüougen
zich tot het nabijzijnde; in den droom
echter wordt al wat wij in ons leven
hebben gezien, gehoord of gelezen
door de geringste gewaarwording op
gewekt en verlevendigd.
Droomen, zoo was zijn slotsom, is
de natuurlijke toestand van den geest,
die zich gaan laat in algeheele onver
schilligheid en zonder een enkele bij
gedachte.
't Verloop van een leven.
Dezer dagen liep te L. een man, die
met vrouw en kinderen kleine van
hout vervaardigde voorwerpen langs
de huizen ventte, in hoogst beschonken
toestand langs de straat. Van een hoo
ge brug afloopend, verloor hij het even
wicht, viel en werd bewusteloos in zijn
woning gedragen, waar hij nog den
zelfden avond aan de gevolgen van zijn
val overleed.
De geschiedenis van dien man leert
duidelijk, welk een vijand van men-
schelijk geluk de alcohol is. Van D.
was van burgerafkomst, leerde het
timmervak in den grond, werd zelf
haas, maar verviel aan den drank; zijn
zaak verliep, eerst werd hij knecht,
spoedig kon hij geen werk meer krij
gen wegens slecht gedram zoodat hij
ten slotte door het maken van kleine
huishoudelijke artikelen van houtwerk
die hij met vrouw en kinderen aan
straat trachtte te verkoopen, en wel
licht met bedelen, moest rondkomen.
Ontijdig uit het leven gerukt, blijft zijn
gezin in zeer ellendigen toestand ach
ter.
's Is weer de oude geschiedenis, de
geschiedenis, die zich helaas nog wel
duizenden malen zal herhalen: eerst
neemt de man een borrel en daarna
neemt de borrel den man. Wanneer zul
len toch de oogen van ieder welden
kende opengaan om hem den weg te
wijzen, dien hij moet volgen om ko
ning alcohol te helpen onttronne.
Zonderlinge slaapmiddelen.
Dat men door allerhande onschul
dige middeltjes, b.v. tot honderd tellen
en terug zich slaap kan bezorgen, is
bekend. Bij vele menschen treffen zij
evenwel geen doel en de slaap ontvliedt
hun, zoodat zij soms tot allerlei zon
derlinge middelen hun toevlucht moe
ten nemen.
Zoo vertelt een Engelsch arts van een
patiënt, die niet kon inslapen voor hij
den voet van een bij zijn bed staande
lamp driemaal had aangeraakt. Een
ander kon geen oog dicht doen wan
neer hij had vergeten een zakdoek on
der het hoofdkussen te leggen. Een
vriend van bedoelden arts las geregeld
in bed de eerste 16 verzen van Milton's
Verloren Paradijs, nooit meer. Natuur
lijk dat hij ze ten slotte uit het hoofd
kende. Het hielp hem evenwel niets of
hij ze toen reciteerde, hij moest ze ge
lezen hebben om te kunnen inslapen.
Van een anderen vriend vertelde de
arts het volgende middel dat hij aan
wendde om in slaap te komen: Terwijl
hij zich slapeloos op zijn kussen rond
wentelde, stelde hij zich in den geest
voor, dat hij millionnair was; hij ont
wierp een testament en vermaakte zij
nen vrienden en verwanten duizenden.
Als hij zoo zijn geheele vermogen had
verdeeld, sliep hij eindelijk rustig in.
Van een Londenscben omnibus-koet
sier eindelijk wordt verhaald, dat hij
niet kon inslapen zonder met een eindje
sigaar tusschen de lippen en een hand
schoen in de hand den naam van zijn
eindstation driemaal te hebben geroe
pen.
Vreemdsoortige brandstoffen
In sommige streken wordt zonderling
materiaal voor brandstof gebruikt. In
zekere steden van Massachusetts, waar
veel schoenen gemaakt worden, zooals
Lynrt, zijn arme mensehen, die den
eenen winter na den anderen niet an
ders branden dan afsnijdsels van leder.
Die halen zij met kruiwagens vol van
de fabrieken. Zulke afsnijdsels smeu
len natuurlijk met veel rook. Zij vor
men gloeiend heete massa's, die van
tijd tot tijd met den pook stukgestooten
moeten worden.
Men zegt. dat in Egypte de mum
mies voornamelijk van katten, ibissen
en andere dieren, die oudtijds gods
dienstig vereerd werden, gebruikt zijn
geworden om treinen tusschen Cairo
en Alexandrië te laten loopen.
In sommige gedeelten van Engelsch-
Columbia zijn door de Indianen ge
droogde visschen, voornamelijk de
zalm, als brandstof gebruikt geworden
en misschien is dat nog zoo. Zij bevat
ten genoeg olie en spiervezels om goed
te branden.
zijn stoel omver viel. Nu, nu,
waar hebt ge toch uw oogen zeide
Reinhard gemelijk en liet de vork
op zijn boird vallen). Een oogenblik
later zocht- hij naar peper en vond
ze niet. Met een blik aan' welks
beteekenas niet te twijfelen viel
stond hij op en stoof naar het buf
fet. Iets ontbreekt er toch al
tijd I mompelde hij. Ik zal voort
aan Lena verantwoordelijk stellen
voor het tafeldekken.
Maar zij dekt immers alle da
gen zei die Dora.
Zoo Ik dacht dat gij het
deedt, omdat er altijd! wat aar» man
keert.
Bij deze woorden steeg August
het bloed) naar het hoofd, en tege
lijkertijd keek hij angstig naar zijn
meesteres, die rood van schaamte
haar oogen neersloeg en zich met
moeite bedwong. Ongelukkigerwij
ze was er juist, geen peper in de
bus, iets wat zeer te verontschuldi
gen was, omdat Reinhard ze vroe
ger nooit bii de spijzen, die voor-
ged'iend werden, gebruikt hadi.
Naar den duivel met je huis
houding riep de apotheker, ge
heel en al door zijn slecht humeur
en zijn drift beheerseht, en wierp
de nenerbus op tafel.
Pranscke wijn.
Als de Fransche wijn uit Frankrijk
komt, is ze daarom nog geen Fransche
wijn. Zekere wijnkooper Duval te Pa
rijs, is wegens vervalsching van zijne
waar, tot een half jaar gevangenisstraf
veroordeeld. Het bleek dat hij in 1899
14,000 en in 't laatste deel van 1900 3000
kilogram van een zeker"zuur gekocht
had dat hij voor de. vervalsching ge
bruikte.
Bovendien is hij tot 100 fres. boete
veroordeeld en wordt liet vonnis aan
zijne- woning en in de voornaamste
wijn-entrepöts te Parijs aangeplakt en
in een dertigtal bladen in en buiten
deze stad afgedrukt.
Familieberichten.
Bevallen 30 Maart. M. Wit—
Weeder, z., Berkhout. 3 April. R.
SuikermanVaz Dias, d„ Amster
dam.
Overleden 23 Maart. J. H. Kloos
59 j., Brunswijk. 28. D. L.. Jonker,
86 j., Apeldoorn. 31. W. H. ten
Brink, 84 j., Amsterdam. S. E. A.
van Nederhasselt—Van der Linden,
Utrecht. J. M. M. Deffner. id.. 78
j., Amsterdam. 1 April. M. G. Zek-
veld, jd., 18 j., Mijdrecht. Jb. Pluis-
ter Cz. 84 j.Winkel. 2. J. G. P. Schel-
tusFemema. Den Haag. C. Lamb,
jd., 72 j., Den Haag. L. die Zwaan,
jm., 69 j., Den Haag. K. Blonk,
Arnhem. C. T. van de Velde, 83
j., Borne. J. H. SchollenHoffman
63 j., Enschedle. T. BierensIJ age,
72 j., Steenbergen. E. G. Hubner,
jd.. 63 j., Arnhem. 3. F. Hertz, jm.,
9 j., Amsterdam^.
Stoomvaartberichten.
Het stoomschip Oengaran arriveerde
3 April van Rotterdam te Batavia.
Het stoomschip Merapï, van Rotter
dam naar Java., arriveerde 3 April te
Marseille.
Het stoomschip Anchises van Am
sterdam naar Batavia, arriveerde 1
April te Liverpool.
Het stoomschip Burgemeester den
Tex, van Batavia naai* Amsterdam,
passeerde 2 April Gibraltar.
Het stoomschip Koning Willem III,
van Amsterdam naar Batavia, vertrok
2 April van Southampton.
Het stoomschip Priam, van Amster
dam naar Batavia, passeerde 1 April
Gibraltar.
Het stoomschip Prinses Amalia, van
Amsterdam naar Batavia, arriveerde
2 April te Port Said.
Het stoomschip Lombok, arriveerde
3 April van Batavia te Amsterdam.
Het stoomschip Prins Willem IV ar
riveerde 2 April van Amsterdam te
Paramaribo.
Het stoomschip Prins Maurits ver
trok 31 Maart van Paramaribo naar
Amsterdam.
Het stoomschip Jeanne, (Kon. W.-I.
maildienst)van Amsterdam naar
Paramaribo, passeerde 2 April, des
vm. 9 uur, Dungeness.
Het stoomschip Bogor, van Java naai
Rotterdam, arriveerde 3 April te Suez
Het stoomschip Prinses Sophie ver
trok 3 April van Batavia naar Amster
dam.
Het stoomschip Zillah, Holland
Amerika Lijn, vertrok 2 April van New
port News naar Amsterdam.
Faillissem enten.
Uitgesproken te Rotterdam:
Woensdag, 3 April. A. de Joode Gz.,
pianohandelaar en koopman. Rechter
commissaris Mr. C. O. Segers.
L. C. Meeuwig, kapper te Rotter
dam, oud-Delfshaven, Rechter-com-
missaris Mr. K. W. Brevet.
De handelsvennootschap onder de
firma weduwe J. P. Punt Zn., tim
merlieden, alhier. Rechter-Commis-
saris Mr. L. Offerhaus Jz.
Zutphen, 28 Maart. Mozes Simon
Poppers, koopman, teWinterswijk,
handelende onder de firma E. de
Winter. Rechter-comm. mr. J. L.
A. Stolk.
Amsterdam, 2 April. C. A. van
den Heuvel, wed. W. Reiman, win
kelierster en schoenmaakster, te
Amsterdam. Rechter-comm. mr. S.
Sleeswij k.
Groningen. 29 Maart. B. H. Lup-
kes, machinefabrikant te Gronin
gen. Rechter-comm. mr. J. de Sit
ter.
Opgeheven werden de faillissemen
ten van W. Westerman, timmerman en
C. Beemster timmerman, beiden al-
daar.
Mij dunkt, dat wij hier in ons
eigen huis en niet in een logement
zijn zeide Dora met bevende
stem.
Zwijgraasdie haar man en
sloeg met de vuist zoo hevig op ta
fel, dat de glanzen rinkelden.
Maar mijnheer Reinhard
riep nu August uit.
Nu? gilde de apotheker en
wierp een uitdagenden blik op deni
spreker. Wat wilt gij,?
Semmler was doodsbleek, keek
Reinhard strak in de oogen en open
de dien mond tot spreken.
Ik bid u, laat dat zeide Do-
ra sm eekend en August zweeg.
Reinhard liet zijn oogen rollen,
rekte zijn mager bovenlijf uit en
zeide tot zijn vrouw-: Je hebt je
nergens mee te bemoeien, en toen
tot AugustIndien u iets aan,
mijn tafel of in mijn woning niet
bevalt, staat het u ieder uur van
den dag vrij toen werd de deur
geopend en Kordes kwam weer
binnen.
(Wordt vervolgd.)