Tweede Blad,
behoorende bij
„Haarlem's Dagblad",
van
Donderdag 15 April 1901.
Mo. 5460
Stadsnieuws
In. de sociëteit „De Kroon" zal op
6 Mei en volgende dagen des avonds
te zeven uur een verkooping plaats
hebbeai van boeken, vormende die. na
gelaten bibliotheken van den heer M.
B. Krol en anderen, welke verkooping
zal plaats hebben door den heer G. F.
Gunning alhier. De ons toegezonden
catalogus vermeldt een collectie boe
ken over Indië, vooral veel Trans-
vaaH-litteratuur, voorts werken over
geschiedenis, rechtswetenschappen,
exacte wetenschappen, theologie, lit
teratuur, schoone kunsten, benevens
een verzameling Engelsche prenten.
Uit een ons toegezonden prospectus
blijkt, dat de „Amsterdamsche Letter
gieterij" zal overgaan in deNaamlooze
Vennootschap „Lettergieterij Amster
dam", met een maatschappelijk kapi
taal van f 500,000.
De aanleiding tot dezen overgang
was de sedert jaren gevoelde dringende
behoefte tot aanmerkelijke uitbreiding
der zaak, die zich, dank zij haar goe
den naam, mocht verheugen in een
steeds toenemend debiet.
Ongetwijfeld is deze uitbreiding een
giroote verbetering.
(Weekbl. v. d. Boekdr.)
Te Haarlem is de inschrijving ge
opend bij de firma Laane en Van Bem-
mel.
Vogelenzang.
In den nacht van Zaterdag op Zon
dag jl. zijn ten nadeele van A. Kroon
twee biggen verdwenen, vermoedelijk
door diefstal. D© beesten waren reeds
verkocht en wachtten nog op afleve
ring.
Beverwijk.
Door dan bouwk. R. K. Koppens is
onderhands aanbesteed: Het bouwen
van een woonhuis voor mej. de wed.
J. de Jong. Het laagst werd ingeschre
ven door den heer H. W. Duijn alhier
voor 5000.
Door den bouwk. A. Kiel is onder
hands aanbesteed: Het bouwen van
een woonhuis voor den heer A. J. de
Vries. Laagste inschrijver bleek te
zijn de heer H. W. Duijn alhier voor
f 2500.
Bennebroek.
De kinderen der O. L. School alhier
Werden gisteren aangenaam verrast
door een geschenk van de Ambachts-
vrouwe mevrouw J. H. Willink, die de
schooljeugd deed genieten van Paasch-
eieren.
Bij de wed. N., landbouwster alhier,
is een begin van brand ontstaan in den
schoorsteen .hetwelk gelukkig intijds
door de bewoners werd ontdekt en ge-
bluscht.
Binnenland.
II. M. de Koningin-Moeder begeeft
zich aanstaanden Vrijdag ter gelegen
heid van den verjaardag van Z. K. H.
Prins Hendrik naar Het Loo. Dienten
gevolge is er verandering gebracht in
het plan van Hr. Ms. afreis naar
Duitschland, die, aanvankelijk bepaald
op a.s. Zaterdag 20 dezer, eenige da
gen is uitgesteld.
Dinsdag-voormiddag heeft de bui
tengewone Engelsche deputatie hare
opwachting gemaakt bij den minister
van buiitecnlandsche zaken, aan wien
de heeren door Sir Howard, gezant
van Groot-Brittanië, werden voorgel
'steld.
H. M. die Koningin-Moeder zal heden
avond de Engelsche deputatie ontvam-
gen en te 7 uur vereenigen aan een
diner, waaraan ook genoodigd' zijn
de Britsche gezant met mevrouw Ho
ward, de minister van buitenl. zaken
en mevrouw De Beaufort; de dames
du palais mevr. de douairière barones
Schimmelpienninck van der Oye en
mevrouw de douairière gravin Van
Lynden van S andenburg (waarne
men grootmeesteres); de intendant van
Hr. Ms. Huis jhr. De Ranitz; de aan
de missie toegevoegde adjudant-kapi
tein graaf Schimmelpenninck en ver
der de dames en heeren van den
dienst.
Te Amsterdam waren op 1 Januari
1901 aanwezig 267 geneeskundigen, 17
heelmeesters, 50 tandmeesters, 120
apothekers, 12 drogisten en 93 vroed
vrouwen.
Treurige thuiskomst.
Verleden Donderdag werd op de
protest-vergadering te Amsterdam,
ook gesproken door den hoer G. C.
du Plessis, een geboren Kapenaar.
Hij zeide o. a.: „Hier sta ik voor u,
een levend1 bewijs vani de vele
die zooveel hebben opgeofferd voor
de vrijheid'. Misschien heb ik alles
verloren, want van vrouw eni kin
deren heb ik. in lang niets vernoe
men."
Zijn voorgevoelheeft zich be
waarheid. Toen hij terugkwam in.
zijn tijdelijk thuis ontving hij de
droeve, tijding d'afc zijn vrouw en
jongste kind kort na elkaar te Pot-
chefsbroom zijn overleden. Mevr.
du P. was verleden jaar met haar
kinderen door Engelsche soldaten
het veld ingejaagd' zonder voedsel
of dekking, terwijl het huis ver
brand werdi, omdat... haar man
vrederechter onder republikeinsch
gezag was geweest' in, Beetsjoeana-
Land. Voor zijn vertrek naar Euro
pa heeft de heer du P. de zijnen
nog weergevonden, en kom ze met,
andere vluchtelingen naar Potchef-
stroom brengen.
Wel is deze man zwe-ar beproefd;
die na eerst zijn bezittingen door
vernieling verloren te hebben nu
zulke dierhare offers moet bren
gen.
De hoofdinspecteur van het ge
vangeniswezen, mr. J. Si mom van
der Aa, is hedenochtend voor ge-
ruimen tijd naar het buitenland'
vertrokken met een opdracht d!er
Regeering, die in verband staat
met de invoering der onlangs afge
kondigde Kinderwetten.
De leden van de Eerste Kamer der
Staten Generaal zijn tot hervatting
der werkzaamheden opgeroepen tegen
Maandag 22 dezer, des avonds half ne
gen.
Oudjes.
Het echtpaar W. L.. 95 en J. D., 89
jaar, in de Friesche gemeente Opster-
land, zal den 7den Juni a.s. 72 jaar ge
trouwd zijn, als zij dien datum mo
gen beleven. Uit dit echtpaar zijn elf
kinderen gesproten, van wie nog ne
gen in leven zijn. Drie, zusters van den
man zijn nog in leven, die 85, 83 en 81
jaren tellen. Voor hun leeftijd zijn de
beide oudjes nog kras.
Rare verkiezingszeden.
In de „Limb. Koerier" komt de vol
gende advertentie voor van „Een ver
ontwaardigd kiezer."
Heeren kiezers district Sittard.
Voor een paar dagen zag ik in eene
gemeente van ons district verschillen
de dronken kiezers. Wie ook de candi-
daat zijn moge, die aan zulke schan
dalen plichtig is, geeft hem nooit uwe
stem. Gewoonlijk is deze de slechste
der candidaten, tiaar hij op zulke er-
gelijke wijze moet bijwinnen, hetgeen
hem aan zijn bekwaamheid en zijn
prestige te kort schiet. Vooral drijft
zulk een candidaat met uw zedelijke
belangen den spot.
Dieven.
Men schrijft aan. de „N. R. Ct."
Vrij d agnacSht hebben dïeven getracht
op eene hoeve, onder de gemeente
Breskens, kippen te stelen. Op het ge
rucht en leven, dat gehoord werd, is
de zoon van den landbouwer naar
buiten gesneld en heeft een paar scho
ten op de vluchtende' dieven gelost,
's Morgens werden er bloedsporen ge
vonden. Thans is zekere J. G. uit
Hoofdplaat, een beruchte dief en stroo
per, doodgevonden op weg naar zijn
werk; aan de hekomen wonden is hij
overleden.
Brand.
Zondagmiddag brandde te Gelder-
malsen de boerenwoning met schuur
eoi hooiberg van M. Kusters tot deri.
grond toe af. Twee kalveren en een
zeug kwamen in de vlammen om. De
brand ontstond in de schuur, waai
de kinderen aan het spelen waren. Al
les was tegen brandschade verzekerd.
Kievitseieren.
Men fneldt uit Dantmadeel:
Hoewel het zoeken naar kievits
eieren aan hen, die daarvan een be
drijf maken, van jaar tot jaar minder
voordeel geeft, wegens de toenemende
scliaarschheid' van kieviten in Fries
land, kan toch gemeld worden, dat
er in de laatste dagen in vele lage
graslanden een bevredigend getal van
die vogels zijn aangekomen, om spoe
dig aanstalten tot nestelen en eierleg-
gen te maken. Vooral in de waterrijke
streken van Dantumadeel en Tiet-
jerksteradeel ziet men ze veel. Het
eierzoeken begint daar weer de moeite
te loonen. Twee broeders J. en W.
Hoekstra, specialiteiten in 't vak, on
der het dorp Rinsumageest, vonden
in de laatste vier dagen ruim 80 kie
vitseieren; ook anderten verdienden
met het zoeken naar de dure eieren
een ruim dagloon.
Dankbaarheid in de Rechts
zaal.
Een aardige scène werd de vorige
week door de rechtbank te Amsterdam
in een der kamers voor civiele zaken
afgespeeld, een oude vrouw van bij de
tachtig jaren moest als getuige voor
komen. Om tien uur was zij gedagvaard
doch toen het tijd werd voor de recht
bank om koffie te gaan drinken, was
haar beurt om gehoord te worden nog
niet gekomen.
De president van de rechtbank, die
medelijden had met het oude moeder
tje liet haar een broodje met ham en
een kop koffie brengen.
Groot was de hilariteit toen het
vrouwtje na de pauze binnenkwam en
op den president toeging, hem de
hand drukte en zeide: „nou, ik dank
je hartelijk voor je koffie en brood,
dat de heeren hier zoo goed voor een
oud mensch zorgden had ik nooit ge
dacht,"
Sport en Wedstrijden.
Voetbal.
De bekerwedstrijd.
Zoo als we gisteren reed's per bul
letin meldden, spelen op Zondag
28 April die Voeibal-vereenigingen
R. A. P. van Amsterdam en H. B.
S. van 's-Gravenhage, den eindL
strijd om dien Holdert-be<ker op 't
void, dier H. F. G. alhier. Den voet
bal-liefhebbers staat dus iels fraais
te wachten. Deze clubs zijn in
sterkte vrijwel gelijk. Hoewel H.
B. S. de Rappenaren in Brussel
verslagen heeft, mag niet vergeten
worden, dat de Amsterdammers
toen speelden zonder v. d. Linde en
Hartogh, twee sterren in 't rood
zwarte elftal.
't Is te hopen, diat het weer me
dewerkt om diezen wedstrijd te doen
slagen. Als beide elftallen, compleet
zijn, kunnen onze stadgenooten
zoo goed' als zeker zijn van een
spannenden kamp. R. A. P. zal
alles er op zetten om die nederlaag
in de Belgische hoofdstad te wre
ken en H. B. S. zal bij den beker -
Van der Straeben, ook nog dien
van Holdert willen voegen, 't Kan
een waardig besluit worden van t
voetbal-seizoen.
Land- en Tuinbouw.
Geen verwelkte bloemen.
Een eenvoudig middel om afge
plukte rozen te bewaren is mis
schien niet onwelkom.
Zij blijven, in frisch water ge
zet, geruime» tijd goed, maar wan
neer ze beginnen te verwelken:,
plaatse men ze in heet water, want
koud water is op den duur niet
voldoende, zoo min voor rozen als
voor andere bloemen. Het is ver
rassend te zien hoe snel zij weer
opkomen. Eiken morgen geve men.
ze frisch heet water, liefst met een
weinig zout gemengd', korte de ste
len en zette ze uit het licht.
Mem zegt dat het ook goed is
"s morgens niet al het water van
den vorigen dag weg te gieten en
het slechts voor een gedeelte door
ander te vervangen. Het zijn kleine
moeiten, maar die wel worden be
loond.
Rijkshypotheekbanken voor
den Landbouw in Australië.
In de „National Review" bespreekt
de heer W. P. Reeves, Agent-Generaal
voor Nieuw-Zeeland te Londen, de wij
ze waarop en de resultaten waarmee in
de Engelsche koloniën Nieuw-Zeeland,
Z-.Australië, West-Australië en Victo
ria het koloniaal gouvernement zijne
macht om goedkoop te leenen dienst
baar maakt aan het verstrekken van
gelden op hypotheek aan grondbezit
ters tegen matige rente.
Veertig jaren geleden, zegt de
schrijver ,was eene rente van vijftien
percent voor voorschotten op wol,
schapen of den oogst geene zeldzaam
heid. Tusschen 1850 en 1870 was de
hypotheekrente voor landerijen 7 k 9
omstreeks 1890 6 1/2 7 Toen
de prijzen der producten lager werden
kon die hooge rente niet worden be
taald en teneinde in den nood, waarin
dientengevolge de landbouwende be
volking kwam, te voorzien, besloten die
koloniale gouvernementen zelf als geld
schieter op te treden.
Over Nieuw-Zeeland treedt de heer
Reeves meer in bijzonderheden. In
1895 werd daar de Rijkshypotheekbank
opgericht Deze werd gemachtigd om
drie millioen pond sterling op te n&-
men voor het beoogde doel. Dit geld'
mag alleen worden uitgeleend op land
in gebruik voor landbouw, veeteelt en
warmoezerijen en niet op stedelijke
bouwterreinen.
In vijf jaren werd 2,137.000 L. S. uit
geleend, waarvan 340,000 L. S. werd
terugbetaald. Aan het eind van Maart
1900 kon het Bestuur meedeelen, dat
alle termijnen, zoowel wat betreft in
trest als aflossing, geregeld waren be
taald, met uitzondering van één geval,
waarin men tot executie hadi moeten
overgaan, waarbij echter de bank gee
ne schade leed.
Het hoogste bedrag, dat mag worden
toegestaan is 3000 L.S., het kleinste 25
L.S.
In het geheel waren 10995 aanvragen
om geld ingekomen, waarvan 7448 wa
ren toegestaan. De rente bedraagt 5
maar bovendien moet. 1 worden be
taald voor aflossing.
In Zuid-Australië wordt slechts 4 1/2
percent rente geëischt en kan de aflos
sing plaats hebben in 3 1/2 tot 21 jaar.
De heer Reeves berekent, dat het to
taal der thans uitstaande gelden voor
alle vier koloniën het aanzienlijke be
drag van 4,000,000 L.S. beloopt, d. L
dus 48 millioen gulden.
v. A. de C. (in het „Land
bouwkundig Tijdschrift")
Wetenschap.
Een wenk voor hoestenden.
Sommige menschen, die een chro-
nfcehen hoest hebben, schijnen wel
een weinig trotsch te zijn op het ver
schrikkelijk geweld, dat zij maken.
Maar dat geweld komt hun duur te
staan, om de eenvoudige reden, dat
de longen er door gescheurd en ont
stoken worden.
De long bestaat uit een zeer fijn,
sponsachtig weefsel, dat ons verstopt
en geprikkeld wordt door slijm. Als
wij beproeven daarvan bevrijd te wor
de», hoesten wij. Maar) liet spreekt
vanzelf, dat, als wij dat met geweld
doen, wij het fijné weefsel van de
long beschadigen. Tracht derhalve
zoo zacht mogelijk te hoesten. Na een
weinig oefening, zult gij dat gemak
kelijk kunnen doen. Zoo zult gij aan
de longen het minst'kwaad doen en
uw leven eenige jaren verlengen.
Tegen Brandwonden.
Ieder, die veel meb vuur omgaat,
kan het ondanks alle voorzichtig
heid toch overkomen, dat hij zich
niet alleen de vingers brandt, maar
soms ernstige brandwonden op
loopt.
Een zeer werkdadig middel tegen
dergelijke kwetsuren is een niiet te
zwakke oplossing van keukenzout
in water, een middel, dat men bij
na altijd' en overal bij de hand
heeft. Vingers, handen en armen
worden in de oplossing gedoopt
bij brandwonden in 't aangezicht
of aan andere lichaamsdleelen wor
den zoutwateromslagen aangewend.
De oorsprong van het Graan.
De tarwe stamt af van eene ver
basterde lelie, zooals de vooruit
gang in de botanische wetenschap
geleerd1 heeft. Als wij van dien aller-
eenvoudigsten vorm der groote
plantengroepen, waartoe de cerea-
liën en andere grassoorten behoo-
ren, uitgaan, dan ontstonden uit
die oorspronkelijke soort van. lie
verlede de Drachtig gekleurde le
liën deze verbasterden tot riet en
biezen; deze weder tot gewone
grassoorten, waaruit zich. een of
ander krachtig zaad' als rogge, gerst,
tarwe, gierst enz. ontwikkelde.
De stamboom, van de tarwe is
door eenige eeuwen heen na te spo
ren, van de leliën en waterplanten
tot den tij di, dat de ur-mensch haar
in 't wildgroeiend op d'e onbebouw
de vlakten van het vóórhistorische
Azië vond -en haar in het tuintje
rondom zijne stroohut overplantte,
waar zij in de gouden aren veran-
derd'e, die nu dien hal ven vlakland-
scben bebouwden bodem van Euro
pa en Amerika bedekken. In de ge
schiedenis der plantenkunde is
nauwelijks eene merkwaardiger
bladzijde dan deae.
De verwarming onzer
woningen.
„In Vragen van den, Dag" wor
den zooals men weet, hoogst inte
ressante artikelen van Prof. Hub-
ner gepubliceerd over „De strijd
om die gezondheid in de 19e
eeuw." Ziehier wat d'e geleer
de schrijver mededeelt omtrent de
verwarming onzer woningen
De verwarming onzer woning
heeft in de 19e eeuw een zeer groote
verandering ondergaan.
Pas in het begin der vorige eeuw
heeft men een juiste voorn-telling
gekregen van het verbrandingspro
ces zelf. Van de noodzakelijkheid
en de rol van; dien luchttoevoer en
verdere voorwaarden, waaraan een
goede kachel moet voldoen, wist
men vroeger slechts weinig af.
Hoewel reeds in het begin der 19e
eeuw ijzeren kachels bekend' wa
ren, vonden zij pas na het jaar
1860, toen de Duitschej ijzerindu
strie goedkoop had leeren werken,
meer en meer ingang.
.Met het goedkoope spoorwegver
keer werd het hout als brandstof
door d'ei steenkool verdrongen.
Omstreeks het midden der negen
tiende eeuw ontwaakte de hygiëni
sche belangstelling in het veirwar-
tningsvraagstuk. Door stelselmatige
onderzoekingen slaagde men er in,
te ontdekken, waaraan d'e vergif
tige en doodeüjke eigenschappen
der rookgassen, die in een kamer
dringen, zijn toe te schrijven. Men
herkendie het vergiftige principe in
het kooloxyde en vond zijn gewich
tige betrekking tot d'e roode kleur
stof van ons bloed, waarmee het
zich verbindt. Verder vond men,
dat de- reguleering van d'e betrek
king aan het kacheldeurtje volko
men gevaarloos is, maar de regu
leer,ing aan d'e pijp daarentegen
in hooge mate gevaarlijk.
De centrale verwarmingen bod,en
ruimschoots stof aan voor hygiëni
sche studiën. Aan; dë klachten
kwam geen einde, maar het ge
duld der ingenieurs was even on
uitputtelijk. Zoodra zich een, euvel
voordeed, trachtte men dit te ver
helpen.
Het ergste kind van zorg was de
verwarming met heete lucht, die
dringend verbetering noodig had.
Op grond van experimenten sprak
Pettenkofer in 1851 ini deze kwes
tie ook een woord mede. Men zag,
dat vele bezwaren op vooroordeel
berustten, maar dat ook vele ge
grond waren. Vooral, waar het
scholen betrof, namen de ongunsti
ge oordeelvellingen geen eind'e. Dat
luchtverwarmingslucht het vergif
tige kooloxydë bevat, is niets dan
een praatje. Deze verwarmingsme
thode is ontegenzeggelijk goedkoop,
maar de warmte wordt daarbij niet
zoo gelijkmatig verdeeld' als bij een
•verwarming met vrij staande
kachel.
Stoomve-rwarming is in de laat
ste twintig jaar en vooral sinds de
invoering van de stoom verwar
ming met lage drukking zeer aan
bevelenswaardig gebleken/. De wa-
terverwarming bewijst vooral in
kleine gebouwen zeer goede dien
sten. Wij beschikken d'us inder
daad ove,r ^centraalverwarmingen
die u i tm uhte nd fu n ctionneeren
Daarentegen is het vóór ongeveer
25 jaar opgerezen denkbeeld be
treffende een centrale stoomver-
warming van steden begrijpelijker
wijze verworoen.
Een nieuw tijdvak der verwar
ming wordt door de gaskachels ge
opend. waaraan nog veel gebrek
kigs en onvolkomens kleeft. De ver
brandingsgassen moeten door een
pijp afgevoerd wordenanders
kunnen ze levensgevaarlijk werken.
Do wanden mogen ook niet zoo
heet worden als bij ijzeren kachels:
anders zou men ook hierbij klagen
•over drogo lucht. Hot goedkoopsbo
gas dier toekomst zal het door het
geleiden van waterdamp over gloei
ende. steenkolen te verkrijgen wa-
tergas zijn. Voor het ui.titroomen
daarvam in onverbrandbaren toe
stand zullen wij ons echter veel
angstvalliger moeten hoeden dan bij
het lichtgas, want watergas is meer
dan achtmaal zoo giftig als het
lichtgas volgens d'e hedendaagsche
fabricatie.
Vóór de electrische verwarming
in de praktijk wordt ingevoerd,
moeten er dienaangaande nog eeni
ge proeven a-en omen worden.
Een behagelijke, gelijkmatige,
door overmatige uitstraling geens
zins benauwde warmte en zuiver
heid van lucht kan men, wanneer
men het goed! aanpakt, zoowel met
kachel als met centrale verwarmin
gen verkrijgen.
Hoewel het orobleem der centra
le verwarming van steden nog niet
is opgelost, zal toch in de twintig
ste eeuw wel een nieuw licht daar
over ontstoken worden. Bij de cen
trale verwarming zou men. mis
schien de brandstof in den vorm
van gas den1 consumenten kunnen
toevoeren.Deze gasverwarmingzou
er toe kunnen bijdragen, om het
belangrijk vraagstuk dier rookvrije
verbranding tot een bevredigende
oplossing te brengen. Aangezien er
bij die- bereiding van watergas be
trekkelijk weinig gestookt moet
worden, zou de dóór gas verwarm
de stad' der toekomst niet meer te
klagen hebben over roet en al dë
daarmee gepaard' gaande lasten, en
moeilijkheden.
Brieven uit Berlijn.
Van onzen Berl. Corrcsp.')
Bij de Japansche kolonie te
gast.
„Hana Matsuri", een bloemenfeest
met bal ter eere van den geboortedag
van Buddha! Kan men zich een blij
moediger viering van een godsdienstig
feest voorstellen?
Een feest in Japan zonder veelheid
van bloemen is ondankbaar. Bloemen
in de meest verschillende ldeurscha-
keeringen, in bonte mengeling en
groote verscheidenheid. Alle feest
gangers diragen kleurige bloemen in
hunne kimonos; jonge studenten, op
gewonden standjes evenals hunne
westersche broeders, torsen zware
stokken over de schouders, waarin
rondom bloemtrossen en takken zijn
gestoken.
En boven het krioelende, kinderlijk
vroolijke en bonte volkje oen donker
blauwe hemel, waaruit de zon het
veelkleurig tooneel in een warm licht
hult.
Buitenshuis worden ginds in Tokio
de nationale feesten gevierd, ook de
„Hana Matsuri," het bloemenfeest tor
eere van Buddha's geboortedag. Hier
in Berlijn moesten de Japanners hun
feest wel binnenshuis vieren; buiten
viel de voorjaarsregen den heelen
avond kletterend neer op het asphalt.
Maar aan bloemen was geen gebrek,
al kwamen ze dan ook uit de kassen
en vroolijk waren de kleine, sierlijke
gastheeren ook. Als ze lachten, eigen
lijk lachten ze aldoor, sperden ze den
mond wijd open, zoodat ongeveer het
geheele onder- en bovengebit met kie
zen in kluis zichtbaar werd.
Voor hen was het bloemenfeest
hoofdzaak; het „Tanzvergnügen",
waarvan liet program bovendien nog
melding maakte, konden de genoo-
digde gasten veilig als een bijzondere
attentie van hunne gastheeren op
vatten, die evenals alle mannen uit
het Oosten liever voor geld laten dan
sen, dan het zelve te doen, doch die
genoeg op do hoogte waren van Duit-
sche toestanden om te weten, dat een
feest zonder bal in het oog van een
rechtgeaard Duitscher geen feest is.
In hun grooten ijver om in den
kortst mogelijken tijd allerlei wester
sche gebruiken na te volgen, zien zij
er geen been in, het met hunne eigen
relïgieuse en maatschappelijke over
leveringen op een accoordje te gooien.
Een Japansche graaf F. Tsugaru,
die in hetzelfde huis, waar een Hol-
landsche journalist .twee trappen"
woont, een halve étage op „een trap"
in huur heeft, behoorde tot het feest
comité en kon mij in die hoedanigheid
een uitnoodiging doen toekomen. De
man hoorde niet tot de species, zooals
er in Polen zoovelen rondloopen, van
oudsher het land van de graven bij
uitnemendheid' met meer trotsche ti
tels dan het noodige kleingeld.
Eigenlijk was mijn huisgenoot geen
graaf, maai- van nog hooger „komaf",
van een prinselijke familie en droeg
hij een anderen naam. Als tweede
zoon kon hij echter geen aanspraken
op het familievermogen doen gelden;
daar hij echter een practischen aard
had en blijkbaar het spreekwoord hul
digde: „beter een half ei dan een lee-
ge dop," liet hij zonder veel vijven en
zessen zijn prinselijken titel varen,
toen een zeer vermogende graaf Tsu-
garuhem als zoon adopteerde.
In het land van de chrysanthemums,
waar men gelijktijdig met de wester
sche maatschappelijke instellingen
ook fluks die verschillende titels van
prins, markies, graaf, vicomte heeft,
overgenomen, waarmee de Daimios
gelukkig wei-den gemaakt in ruil voor
veel voorrechten, welke moesten wor-
don prijsgegeven, hcerscht het eerst
geboorterecht evenals in Engeland.
De eerste zoon krijgt de „groote
pluk", de overigen liaben das Nach-
schen. De jonge Tsugaru,dio hier in
die rechten studeert, ontving het vorig
jaar het bezoek van zijn prinselijken
broer, die op een tournee door Euro
pa Berlijn aandeed en ook door den
Keizer werd ontvangen.
Maar ik dwaal van mijn eigenlijk
chapiter af. Ik wilde van het „Ilana-
Matsuri" vertellen, het Japansche
bloemenfeest in de „Vier Jahreszei-
ten".
Tegen acht uur was in een van de
zalen een groot gezelschap bijeen, he-'
laas voor het meerendeeL onvervalsch-
le Duitschers, al hadden sommige da-
mas ook moeite gedaan, zich exotisch
voor te doen, door vlak boven de ooren
groote nagemaakte chrysauthemums
in het haar te steken. Zij dachten ze-
ker dat. een Japansch feest zander
chrysanthemums geen Japansch feest
is, dat een Japansche vrouw met de
bloemen opstaat em er mee naar bed
gaat.
De drie echte Japansche dames, die
in Berlijn wonen, waren niet aanwe
zig. Behalve de vrouw van den gezant
wonen hier nog twee Japansche da
mes. waarvan de eene, een juffrouw*
Koda, de vioollessen volgt aan dö
Hochschule für Musik.
We moestem dus met namaak-japanr
sche dames voor lief nemen en dat
deden de aanwezige hoffelijke gast
heeren ook, die bijna allen getrouw^
zijn, doch hunne vrouwtjes in Japafy
hebben achter gelaten en zich be$J
schenen te amuseeren met de blonde
en brunette Berlijnsche Simiii-Japa-
nerinnen. Velen van deze intelligente,
lenige kereltjes studeeren in Berlijn
op kosten van de Japansche regeering,
welke van gevoelen is: „Wie zijn
vrouw lief heeft, laat haar thuis".
Reis- en verblijfkosten voor den man
des huizes worden van regeeringswego
betaald, maar van de vrouwtjes wordt
geen notitie genomen. En blijkbaar
dachten de weetgierige Japanners er
evenzoo over. Zij stuurden hun vrouw
tjes zoo lang eenvoudig naar hare re
spectieve ouders terug. Gehoorzaam als
zij is, had vrouwlief daartegen niets
in te brengen.
In bonte mengeling nam het gezel
schap aan lange gedekt© tafels plaats
in afwachting van dë dingen, die ko
men zouden. Naast de robuste
stevige figuren der Duitschers, naast
de „schneidige officieren van land
en zeemacht, naast de groote blon
dine met de nagemaakte chrysan-
themums boven dë ooren, verzon
ken de tengere Japanners bijna
in het niet, dubbel tenger in
hunne hoogst moderne, nauw ge*
tailleerde rokjes, blinkende over
hemden en witte dassen. Maar ge
lukkig hadden niet allen hun schil
derachtig nationaal costuum tegen
het leelijke „kelnerspakje" verwis
seld. Do leden van het feestcomité en
nog enkelen meer, waren de kleedzame
kimono trouw gebleven en zagen
daarin vrij wat beter uit, dan hunne
gerokte landslieden, die wel wat op
aangekleed© apen geleken.
In dit opzicht sloeg het militaire
lid van de feestcommissie, kolonel
G. Nagaoka, een Japansche Molt-
ke in den dop, naar men mij la
ter meedeelde, het record'. De man
was grotesk leelijk, niet terugstoo
tend, maar van een goedige intense
leelijkheid.
Eein falsoenlooze, bijzonder ijle
baard, met lange, recht afstaande,
glimmend zwarte, paardenharen en
vele kale plekken, een baard', welke
evenals de piekerige snor er uitzag,
alsof de mot er duchtig in had huis
gehouden, was geheel in overeenstem-
ming niet het hoekige olijf bruine ge
zicht, waarin de schrandere, pittige
schuine oogjes diep wegdoken achter
de vooruitspringende jukbeenderen.
Ik zat naast den kolonel, wiens rolc
met tal van ridderoi-den was versierd.
Telkens nam ik een aanloopje om met
hem in gesprek to komen, baalde oude
tijden op, herinerde listiglijk aan de
Hollandsclie kooplui uit de 17e eeuw
op het eilandje Decima. maar zelfs de
ze troefkaart speelde ik te vergeefs uit.
De kolonel bleef zwijgen, in dit op
zicht niet voor Moltke onderdoende.
Dat wil zeggen, heelemaal zweeg hij
toch niet. Hij lachte maar en zei op
alles ja, ja, terwijl zijn mond in een
wijden boog van oor tot oor opensperde
en zijn spitse wangen in schuine
plooien samen gevouwen werden, zoo
dat van zijn oogjes niet veel meer dan
een streepje overbleef.
Hij lachte maar aldoor of liever, als
het niet te onhoffelijk is uitgedrukt van
een Keizerlijk Japansch kolonel en een
toekomstige» Maltke, hij grijnsde, ook
tegen een Pruisische» generaal van
reusachtigen lichaamsbouw, die te
genover hem zat.
Onze kolonel was een der weinige
aanwezige Japanneezen, die slechts en
kele woorden Duitsch kon radbraken.
Maar in zijn eigen taal was hij een
bolleboos, dat bleek, toen hij ter ope
ning van het feest op het. podium aan
de eene smalle zijde van de zaal
plaats nam, en een speech in het Ja
pansch afstak, waarin hij de aanwezi
gen een hartelijk welkom toeriep.
Voor al de westerlingen onder zijn
gehoor was zijn redevoering op enkele
uitzonderingen na, natuurlijk abaca-
dabra. De stem van den gerokten ko
lonel deed mij aan het monotoon
nazale, zeurig dreusige geluid den
ken van de Siameezen, die in den vo
rigen herft in den Zoölogischen Garten
optraden. Gelukkig bleef het bij deze
Japansche redevoering, welke onmid
dellijk door Ambtsrichter Crost, een
der leden van de Japansch-Duitsche
verceniging Wa-Doku-Kai werd ver
tolkt.
Terwijl deze. spreker, in zijn rede
deed uitkomen dat de toehoorders niet
met een uitsluitend religieus feest ken
nis maakten, wat zij reeds konden om
maken uit het feit, dat zich onder de
aanwezige Japanners niet alleen Bud-
dhisten, maar ook Schintoisten, aan-