Allegro en Largo Licht en Schaduw. KRONIEK. Dezer dagen las ik een opmerking door den Franschen correspondent, van „De Telegraaf' gemaakt, naar aan leiding van de vrijspraak der Fransche jury van Vera Gélo. Men kent het geval. De jeugdige studente meende in Prof. Deschane' wiens colleges zij zou loo- pen den man te herkennen, die haar eens zwaar beleedigd had. Met al de spontaniteit en onbeteu geldheid van een vurig temperament deed ze geen onderzoek of liij werkelijk de man was, die haar toorn had gaan de gemaakt, doch vuurde af, in blinde drift. Haar vriendin Madalle. Zelenine, ving het schot op en werd in de borst, getrof fen, aan welke wonde zij na een lang, misgestapt in het duistere labyrinth van menschenharten en menschenle- vens. De straf wordt maar al te dikwijls en al te veel toegemeten naar de ge volgen, die de misdaad na zich sleept. Waarmee ik' maar zeggen \vil, dat ik volstrekt niet een rechterlijk college als onfeilbare oordeelvelster over de mate van 't. kwaad door de menschen bedreven, beschouw. Ook wil ik daarlaten of gevangenis straf in 't. algemeen en voor Vera Gélo, nu in 't bijzonder noodig zou zijn ge weest. Wie de gevangenisstraf als een eenig noodig en onfeilbaar middel tot ver betering beschouwt, slaat mijns inziens de plank glad mis. Het gekrenkte recht moet gewroken worden. Dat is een ander standpunt, en waiv neer men er toe overgegaan was Vera Mij dunkt van niet. Wanneer de jury is samengesteld uit de besten uit alle rangen en standen der samenleving, dan bestaat er voor zeker kans, dat meer dan tot nu toe begrepen wordt het karakter, rekening gehouden wordt met het s o- c i a 1 e milieu, en andere factoren, die. men hoe langer zoo meer bij de strafrechtspleging op den voorgrond gaat plaatsen. Dit. is wel wat het sterkst voor de in stelling van een jury spreekt. En er is meer. De jury spreekt het schuldig of on schuldig uit, en kan daarbij natuur lijk mistasten. Doch dan komt de recht bank en die legt, wanneer het schuldig is uitgesproken de. straf op. en heeft daai in dus een zeker corrigendum ten opzichte van de jury. De rechtbank kan dan altijd nog de mate. van straf bepalen en houdt daar- droevig lijdensbed overleden is, met I Gélo te straffen, ou men zich op dit [bij zeer zeker rekening met de vraag vergiffenis voor haar vriendin en een standpunt hebben geplaatst. bede voor haar vrijspraak op de lippen. Vera Gélo werd natuurlijk vervolgd, en zou tot eenige jaren gevangenisstraf zijn veroordeeld, indien de jury niet het „onschuldig" over haar had uitge sproken. In verband hiermede wees de Fran sche correspondent, van „De Telegraaf' er terecht op, dat zich hier een scha duwzijde vertoont van de wijze van rechtspleging, waarbij de bevoegdheid het al of niet. schuldig uit te spreken, is overgelaten aan een jury. Hij deed dat mijn.s inziens terecht. Ik wil nu daarlaten of men zich vol komen heeft- neer te leggen en kan neerleggen bij rechterlijke vonnissen. Of het inderdaad een college van feil bare menschen gegeven is binnen den maximum-straftijd, die door de wet be paald is voor verschillende misdrijven, het juiste equivalent te vinden voor het bedreven kwaad. De rechterlijke colleges hebben zóó veel verschillende factoren in aanmer king te nemen, moeten zich zóó zeer hebben ingewerkt in de karakters van de veroordeelden, de drijfveeren tot het misdrijf, enz. enz., dat het zeer zeker niet te verwonderen is, wanneer wordt Al weer onderwerp ik het standpunt niet aan critiek, maar en hierop kwam ook de bedoelde schijver neer hier is gezondigd niet alleen tegen de menschelijkheid, ook tegen de maat schappelijke orde, en zoolang men met gevangenissen meent de orde of wat daarvoor dan algemeen eeldt in de voegen te houden, moet ook voor ieder, bij verbreking daarvan dezelfde straf gelden. Niemand nu, zal Vera Gélo, die toch reeds hevig heeft geleden, en nu nog voortdurend te kampen heeft met ze nuwtoevallen, in gemoede die vrijheid misgunnen. Maar hier doet zich het geval voor, dat een jury. louter geleid door de in- pressie van het. oogenblik, door een overigens zeer prijzenswaardig me delijden. het jonge meisje heeft vrijge sproken. En als nu morgen Maar waartoe zouden we nu voor beelden fantaseeren, in de naaste toe komst zullen zeer zeker feiten voorko men, die het doen van de Fransche jury in nog scherper licht teekenen. Of daarom een jury een verwerpelijke instelling is? hoe haar oordeel zou hebben ^eluid, indien zij de plaats der jury zou heb ben vervuld. Maar vooral, en hier wil ik nog eens den nadruk op leggen, praktische men schen, zóó uit de volheid van het le ven, uit allerlei werkkring van allerlei rang en positie en ontwikkeling, die zijn bij uitstek aangewezen om over het schuldig of onschuldig hunner rae- demenschen een oordeel uit te spreken. De .lessen der allerlaatste wereld historie schijnen al bijzonder weinig vat te hebben op Czaar Nicolaas. Wan neer ten minste het zonderling klinken de verhaal van de „Birmingham Post' waar is, dat hij met nieuwe vredesplan nen rondwaart, nu niet van de verte genwoordigers der mogendheden, van de gekroonde hoofden. Te Kopen hagen zoxi deze aandoenlijke conferen tie gehouden worden. Er bestaan ten opzichte van dit be richt verschillende mogelijkheden. Ten eerste, dat het volkomen uit de lucht gegrepen is. en dan kan er ge voegelijk over gezwegen worden. Doch als het niet uit de lucht gegre pen is, als het werkelijkheid is, dan gaat men natuurlijk hypothesen stel- De nieuwe Amerikaansche bliksemtrein. Terwijl men overal bezig is aan het I verbeteringen op dien weg zulke resul-1 zijde van den wagen 2, dus in het ge- consti'ueeren van locomotieven, die del taten verkregen, dat hij vast overtuigd heel acht wielen, die van onderen te- snetlheid van het spoorwegvervoer is, op een nieuwen weg, volgens zijn gen 2, ter zijde van de middelste of moeten verhoogen, is in de Vereenigde systeem, personen- en goederenwagens hoofdrails bevestigde leidrails drukken Staten een plan in begin van uitvóe- met een snelheid van 375 K.M. per uur: en bovendien nog dienen voor den ring. dat al het bestaande op spoor- te kunnen laten loopen zonder gevaar toevoer van den electrischen stroom weggebied verre overtreft. voor de reizigers. De goedkeuring dei- naar de in het voorste deel van den Het betreft een spoorwegverbindingregeering voor den aanleg van deze wagen staande eilectrische machine, van New-York met Chicago, welker j spoorweg is reeds verkregen. j De hoofddoelen der elegant ingerichte eigenaardig geconstrueerde bomwag-De nieuwe weg zal als viaduct tus-1 wagens zijn van aluminium vervaar- gons (zoo genoemd naar den op een j schen New-York en Chicago gebouwd digd, om het gewicht tot een minimum granaat gelijkenden vorm) in den on-1 worden. Iedere trein bestaat uit een I te beperken. Een magneitsche rem geloofelijk korten tijd van 5 uren den enkelen wagen, welken men tot vermin-j kan den wagen uit de snelste vaart in afstand van 1.769 K.M. moeten door-j dering van den weerstand van de lucht w einige seconden tot stilstand bren- loopen. den vorm van een projectiel heeft ge- gen. De uitvinder, mr. Lina Beecher uit geven. Er ligt enkel spoor. De twee j Het plan is, dagelijks 100 wagens Brooklyn, is eigenaar van een korten, w ielen van den wagen zitten achter te laten rijden in iedere richting, electi-ischen spoorweg, die van Ottawa elkaar precies onder den lengteas. Om Rechts onderaan de plaat ziet men in Canada naar een nabijgelegen ont-1 omslaan te voorkomen, bevinden zich j de doorsnede van den weg en links spannigsplaats voert., en heeft door I van voren en van achteren aan iedere 1 het portret van den uitvinder. len hoe de Czaar. met het oog op wat de jaren na de mislukte vredesconfe rentie hebben geleerd, het in zijn brein kan halen, om weer zoo'n vertooning te houden. Is hij het zelf, is dat de wil van den beheerscher van het Russenrijk, of is het de wil der regeering? Is de Czaar een idealist, dwepend met boeken, waarin in goudflonkerend licht verschijnt de heerlijkheid van den Wereldvrede, het hoogste geluk voor de volkeren? En laat hij zich meesleepen door dien schoonen waan, verblinden door het klatergoud, hij, gansch staande buiten het reëele leven, slechts als dichter droorrtend zijn vrede-visioenen? De werkelijkheid loochent, dit. liet is bekend hoe de Czaar, die als onbe perkt monarch heerscht, invloed ten goede op de zaken in Rusland kan uit oefenen, en hoe hij het gedoogt dat het Finsche volk wordt gekneveld en ver drukt. Het is bekend, dat de Czaar heel toe vallig ziek was, toen de president van 't Boerenvolk, met daden bewezen wil- j de hebben dat de Vredes-idée geen be-1 driegelijke schijn was geweest. Hoever de Russische regeering thans invloed uitoefent op het doen en den ken van Nicolaas III valt moeielijk te beoordeelen, doch dat de wil van dezen Vorst in zijn land sterker domineert, schijnt wel zeker. Maar het karakter van den Czaar, het optreden van Rusland in Finland, geven niet het meest stof tot verwonde ring bij het lezen der tijding van de „Birmingham Post" Wat meer verwondering wekt is, dat met ongeëvenaarde brutaliteit ik schrijf natuurlijk altijd in de veronder stelling dat het bericht waar is de lessen der historie worden genegeerd, en de leugen van den wereldvrede weer wordt omgedraaid. Het zou razend belachelijk wezen in dien het niet zoo diep treurif was. Eerst hebben de „vertegenwoordigers der mogendheden" fiasco geleden in ,.'t Huis ten Bosch", en nu zouden de Vorsten hetzelfde- spelletje nog eens herhalen in Kopenhagen? 't Kan niet waar zijn zou men zoo zeggen. Met een kleine variant op een dich ter zou men dan mogen zingen: „Dan zou men schreien, "neen maar lachen. Lachen, dat Hef als een donder klonk, door deze dwaze eeuw." De volkeren zullen -u door al dat moois geen rad voor oogen laten draaien, er van overtuigd trouwens, dat noch de tegenwoordige Regeerin gen alleen, en. vee.1 minder de vorsten uit grillen of luimen den oorlog maken. JOFIER. Keizer Wilhelm als ridder. De keizerin als Heilige Elisabeth. Het Duitsche Keizerpaar in Glasmozaïek. Keizer Wilhelm van Düitschlandhoog is, is voorgesteld als een ridde heeft onlangs over een nieuw ge- j in rijkbestikte lcleedij. Op het hoof bouwd blinden gesticht te Köningswus-j draagt hij een oiiderwetschen hein: terhausen nabij Berlijn het bescherm-1 ih de eene hand houdt hij een zwaarc heerschap aanvaard en het. gesticht in de andere als patroon van het blir niet alleen ten geschenke gegeven het dengesticht naar middeleeuwsche stuk grond, waarop het gebouwd is, kiinstsiiiaak het model van het gebouw doch ook bevolen de vervaardiging van De keizerin draagt het gewaad va: twee glasmozaïeken, welke bij het gc- j de Heilige Elisabeth. In haar bande: sticht heeft cadeau gedaan en die I bloeien de rozen, die veranderden i: 's keizers neiging voor de Middel-1 het brood, dat de Heilige Elisabeth de: eeuwen en haar romantiek op de op 1 armen wilde schenken en dat zij tracht de plaat voorgestelde wijze uitdrukt. te te verbergen voor de- oogen van haa De keizer, wiens figuur 1.80 meter strengen gemaal. wondenheid zelvegeen wonder Ook, J Diiifsehe zfingspëlletje de herinnerinf want heden is het de groote dag. Carl Maria von Weber heeft den handschoen opgenomen, dien Caspara Spontini met zijn „Olympia" der Duitsche mu ziek heeft toegeworpen: De Freischütz- opvoering van hedenavond zal het pleit beslissen. aan de schitterende pracht der ..Olym pia" niet»verdringen zal. Zacht wat, mijne heeren, het eind* is nog niet daar. bij het begin der tweede akk is de aandacht weer sterk gespannen. De vrouwenstemmen doen weldadig Reeds vier uren voor de opening ver-1 aan, nadat in het eerste bedrijf niet dan mannen solo gezongen hebben. Het is een echt stuk leven. De schalie sche Aennchen, die het neergevallen schilderij weer vastspijkert, de dwe pende Agathe, bezorgd over het uit- drtngt zich een dicht opeengepakte menigte voor de toegangen van het theater; de politie heeft handen vol werk en slechts met de grootste moeite gelukt het, de orde te bewaren Eindelijk is de schouwburg gevuld: blijven van haar verloofde, ze zijn bei- op de hoogere plaatsen al wat Berlijn den echt Duitsche naturen, die de me- aan muzikale en litteraire autoritei- nigte onweerstaanbaar voor zich in- ten bezit, in het parterre en op de la-1 nemen. Teder voelt den adem van den gere rangen meest jongeren -in de j schoonen zomernacht; allen zien met kunst. Onder de loge van Caroline, j Agatha Max in de verte naderen en Weber's vrouw, staat Benedikt, een stemmen in met haar gejubel. Het leerling van meester, in druk gesprek succes der opera is verzekerd, met een langen, mageren man. 1-Iein- j De groote scene in den Wolfsschlucht richt I-Ieine wil op dezen avond niet om-1 met -het geheimzinnige kogelgieten breken. zoowel als de ereheele derde acte met Opeens klinkt handgeklap in het or- de heerlijke bruidskoren en het gezang kest, honderdvoudig door het, publiek der jagers, dragen er n toe b;den herhaald; Weber zit op den dirigeer- stoel. Driemaal moet hij den maatstok laten dalen en een buiging maken, dan is de storm overwonnen. De ouverture begint. Frisch klinken die hoornmelodieën indruk te verhoogen. Als het scherm voor de laatste maal gezakt as. verlaat niemand den schouw burg. Onder 't donderend applaudis- sement, dat de wanden der zaal doet trillen, verschijnt Weber op het too- Vroolyk» en ernstige voorvallen ui. wie]; roept 0„stllimig om herha. l»et leven van groote Toon kunstenaars door 11. FRE1JER. Der Freischütz. We schrijven 18 Juni 1821. Het Berlijn sche publiek is de opge-de handen. Ze zijn overtuigd dat het 't is of we de dennenlucht inademen. neel met Agathe en Aenchen aan de Dan wordt het wilder in het orkest; j hand. Bloemen en kransen vliegen als een bergstroom bruist het daar- hem tegemoet; zelfs de tegenstander» heen, tot eindelijk alles zich oplost in I van den meester stemmen mee in den een jubelende melodie, in een lied der j algemeenen jubel. overwinningDe Duitsche muziek heeft overwon- Donderénde toejuichingen; het pu- j nen. herha-1 Toen Ludwig van Beethoven de par tituur van den Freischütz onder de oogen kreeg, riep hij uit: „het anders zoo weeke mannetje, nooit had ik het van hem gedacht! Nu moet Weber ope ra's schrijven, de een na de andere, zonder daaraan veel te vijlen, Kaspar, dat ondier, staat daar als een huis. Overal waar de duivel zijn klauwen in het spel heeft, voelt men ze ookl" ling. Weber is genoodzaakt daaraan I gevolg te geven Aan het slot der eerste akte is de stemming echter merkbaar gedaald; i wel klinkt handgeklap, maar slechts I zeer matig: het genie wordt ook niet I in één uur begrepen. De aanhangers van Spontini wrijven zich vergenoegd FEUILLETON. Schetsen van DKKA. Sjolli wordt geportretteerd. Het licht is eigenlijk een wonderlijk sinjeur. Tot de erkenning van dit mijn axioma kom je van zelf. na eenig na denken. Laat je maar eens tienmaal photographeeren, schijnbaar onder de zelfde omstandigheden. Vijf maal zal het goed of schappelijk zijn, maar de andere vijf maal vréémd je bent het wel en toch ben je het nietDat komt van het licht. Maar daar zijn ook van die menschen, die altijd goed getrof fen worden, gezichten die zoodanig me dewerken. dat'ze bij elke photographi- sche opname goed gelijken, hetzij een beroepskunstenaar of een amateur het doet, gezichten die er werkelijk door vermooid worden. En dat brengt na tuurlijkliefhebberij aan. Dus kwam het dat meneer en me vrouw Dikkers zoo vele malen op alle leeftijden en in allerlei omgeving ge portretteerd waren. En toch zal ik het niet hebben over hun conterfeitsel, maar over dat van hun hond ten minste naar aanleiding daarvan.Ik heb genoeg zelfkennis om te ge\'oelen dat mijne inleiding daarvoor langdra dig was ,maar ik woü den lezer in hart en nieren doordringen van de natuur lijkheid van dit onderhavige geval, waaróm het echtpaar Dikkers zoo hield van photographieën van deszelfs aankleve. ...Toll" in de wandeling „Sjolli" ge naamd, was een ietwat kwaadaardige gele puck, een dikke, ronde rolmops, steunend op vier uitgebogen pootjes; aan de achterzijde versierd door een ineengekronkeld staartje, dat de allu res van een eeuwigdurend vraagteeken aannam, aan de voorzijde voorzien van een kop la nijdas. In zijn soort was ie een heele baas, je kon hem onder de dierlijke byouterieën rangschikken. Re- I den te meer om zijn portretje te laten m alten. 's Zondags middags onder het wan- I delen ,toen een heer natuurlijk een I hondenkenner zoo lang en bewonde rend naar Sjolli gekeken had, was het besluit, definitief genomen, en 's Maan dags vroeg was mevrouw al gekapt en gekleed, en stapte zij met den puck I naar een photograaf van twaalf voor één gulden. '1 Was nog een jongmensch, met het (uiterlijk van een artïst; lange lokken j en zwart zijden slipdas. Mevrouw zag dadelijk dat hij miste dat savoir- 1 vivre, de vrijheid van beweging die zijn oudere, meer gevestigde collega's I waar zij en meneer geregeld kwa- men kenmerkte. Dat verschafte I haar dadelijk een zeker overwicht op I liem. Beschermend antwoordde zij op zijn beleefde buiging bij kreeg niet dikwijls dergelijke deitigheid voor een gulden bij zich streek toen haar j zij dj e glad, en sprak in koninklijk I meervoud: „Mijnheer, wij kwamen Biet „Jawel, jawel, mevrouw," viel het jonge mensch haar met 'n zenuwach-j tig lachje in de rede, ,,u wenschte ge- photographeerd te worden met dit lie-1 ve diertje, en hij -traentte Sjolli's kopje te krauwen; maar deze wierp gepoemd lichaamsdeel verachtelijk in den nek, en haalde zijn zAvart behaarden boven lip op, om zijn glinsterend-Avitte tan den te laten zien, terwijl, wat mevrouw betreft, een vernietigende blik en een heftig hoofdschudden zijn deel werden. „Neen, rnijnheerrrklonk het met statig verwijt in de stem, „hier kom ik alleen voor mijn hond!" Pats, die had hij beet, vooral door den grooten nadruk op dat „hier". Zeer koest verzocht hij haar daarop plaats te nemen, zette er een kinder stoeltje naast voor het hondje, en ging met ijver en ernst toen peinzen over den stand, dien hij Sjolli zou doen in nemen. Men werd het er over eens dat de afbeelding en profil zou worden 1 gemaakt, en dan moest Sjolli, zei me vrouw met een honigzoet stemmetje, nou eens netjes en stilletjes op dat stoeltje gaan zitten, dan zou de vrouw eens gaan zien of ze ook nog een vel letje worst voor hem had. Welke be lofte echter geen ander gevolg had dan dat het hondje haart overal volgde, en overal ging zitten, behalve waar hij behoorde, in vriendelijke verwachting opkijkend. Zoo ging het niet, sprak mevrouw boos, met een gezicht dat rood van agi tatie werd. Neen, dat zag het photu graafje ook. maar wat te doen? Sjolli wilde niks van hem Aveten; zelfs ver achtte hij een klontje suiker dat de ar tist aan zijn kanarievogel ontnam en zeer onderdanig aan de voeten van den puck neerlegde. Daarop kwam me vrouw tot de conclusie dat Sjolli stout was. Zij gaf hem een paar ferme mep pen om zijn kop, en drukte hem zoo' hardhandig neer op het stoeltje, dat de puck er als 't ware aan vastgekleefd was, en druilig. als een vlieg op het kleverige vang-nanier. zijn ooren liet hangen. Dat was nu weer het andere uiterste. Zoo was het net of de hond in het water had gelegen, of altijd slaag kreeg. Toen was het dat in mevrouw's brein een lumineus idee opsteeg. De zon der blijdschap verlichtte haar welgevuld gezicht. Ze gaf den photograaf te ken nen dat hij het toestel maar vast rich ten moest, en het bolletje in de hand nemen; dan moest hij een teeken ge ven, en zij zou een woord spreken dat Sjolli weer geheel verlevendigen zou. Slim lachend sloten zich de kleine oog jes. Ja, zóó zou het gaan! Hei; kunstenaartje volbracht ijlings de gegeven bevelen, toen schudde hij eA en het zwaar belokte hoofd naar me- vi nuw's kant, in angstige spanning wat we! komen zou. „Pak ze Sjol, de katjes!" Als ooit een uitdrukking, zoo oogen- schijnlijk van geen beteekenis, zeer en zwaar rampzalige gevolgen heeft ge had da:: was het deze. Met woesten ruk en schor gebas sprong Sjolli over eind en de tafel af, rende het photo- graphie-toestel, eenige bloemenstan- daards en een heele reeks glazen pla ten omver die stonden te drogen, en be gon op 't portaal een gevecht tegen een of meer onzichtbare Anjanden. Heftig en zeer wezenlijk geblaas en pijnlijk ge- miaauw wisselden af met een daverend geblaf, toen klonk een schelle vrou wenstem. vielen klappen en jankte een hond hartverscheurend dat was Sjolli, Mevr. Dikkers constateerde het met schrik en afgrijzen. Ze duwde j het photograafje. dat zich smeekend op haar weg plaatste omver, en snelde het portaal op. Maar do golf harer ver- ontwaardiging. brak om met den dichter te spreken op een rots van Avoeda Zij zag hoe Sjolli door een groot, hoekig vrouwmensch in wit jak, I murw geklopt werd door middel van een stoffer en verder was op het too- neel van. den strijd te zien een doode kat. Ongelukkigerwijze wilde zij pro- I testeeren tegen de voortzetting van de I strafoefening maar dat deed meer kwaad dan goed. Want de juffrouAv j „wijf" heette mevrouw Dikkers haar later altijd als ze over haar sprak, I herkende haar stem als van degene die den hond op het mooie poesje had aangehitst, idderend wierp de artist I zich tusschen beide vrouwen in, hij laveerde zijn moeder met veel moeite I Aveer naar binnen na verteld te heb- I ben hoe de vork eigenlijk in den steel j zat, en terwijl mevrouw weenend bij j het stoffelijk overblijfsel van Sjolli in- eenzeeg, zette hij zich vlug aan een ta^ feitje om een acte van schadeloosstel ling op te maken. Die was zeer breed I opgevat, zooals dat een artist betaamt. Want daarin toonde hij wel savoir-vi- j vre; zooveel wist hij wel van het leven J met en benevens van het weeke hart eener diep bedroefde vrouw.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 6