Allegro en Largo
Licht en Schaduw.
KRONIEK.
Dezer dagen las ik een opmerking
door den Franschen correspondent, van
„De Telegraaf' gemaakt, naar aan
leiding van de vrijspraak der Fransche
jury van Vera Gélo.
Men kent het geval.
De jeugdige studente meende in Prof.
Deschane' wiens colleges zij zou loo-
pen den man te herkennen, die haar
eens zwaar beleedigd had.
Met al de spontaniteit en onbeteu
geldheid van een vurig temperament
deed ze geen onderzoek of liij werkelijk
de man was, die haar toorn had gaan
de gemaakt, doch vuurde af, in blinde
drift.
Haar vriendin Madalle. Zelenine, ving
het schot op en werd in de borst, getrof
fen, aan welke wonde zij na een lang,
misgestapt in het duistere labyrinth
van menschenharten en menschenle-
vens.
De straf wordt maar al te dikwijls
en al te veel toegemeten naar de ge
volgen, die de misdaad na zich sleept.
Waarmee ik' maar zeggen \vil, dat ik
volstrekt niet een rechterlijk college
als onfeilbare oordeelvelster over de
mate van 't. kwaad door de menschen
bedreven, beschouw.
Ook wil ik daarlaten of gevangenis
straf in 't. algemeen en voor Vera Gélo,
nu in 't bijzonder noodig zou zijn ge
weest.
Wie de gevangenisstraf als een eenig
noodig en onfeilbaar middel tot ver
betering beschouwt, slaat mijns inziens
de plank glad mis.
Het gekrenkte recht moet gewroken
worden.
Dat is een ander standpunt, en waiv
neer men er toe overgegaan was Vera
Mij dunkt van niet.
Wanneer de jury is samengesteld uit
de besten uit alle rangen en standen
der samenleving, dan bestaat er voor
zeker kans, dat meer dan tot nu toe
begrepen wordt het karakter,
rekening gehouden wordt met het s o-
c i a 1 e milieu, en andere factoren,
die. men hoe langer zoo meer bij de
strafrechtspleging op den voorgrond
gaat plaatsen.
Dit. is wel wat het sterkst voor de in
stelling van een jury spreekt.
En er is meer.
De jury spreekt het schuldig of on
schuldig uit, en kan daarbij natuur
lijk mistasten. Doch dan komt de recht
bank en die legt, wanneer het schuldig
is uitgesproken de. straf op. en heeft
daai in dus een zeker corrigendum ten
opzichte van de jury.
De rechtbank kan dan altijd nog de
mate. van straf bepalen en houdt daar-
droevig lijdensbed overleden is, met I Gélo te straffen, ou men zich op dit [bij zeer zeker rekening met de vraag
vergiffenis voor haar vriendin en een standpunt hebben geplaatst.
bede voor haar vrijspraak op de lippen.
Vera Gélo werd natuurlijk vervolgd,
en zou tot eenige jaren gevangenisstraf
zijn veroordeeld, indien de jury niet
het „onschuldig" over haar had uitge
sproken.
In verband hiermede wees de Fran
sche correspondent, van „De Telegraaf'
er terecht op, dat zich hier een scha
duwzijde vertoont van de wijze van
rechtspleging, waarbij de bevoegdheid
het al of niet. schuldig uit te spreken, is
overgelaten aan een jury.
Hij deed dat mijn.s inziens terecht.
Ik wil nu daarlaten of men zich vol
komen heeft- neer te leggen en kan
neerleggen bij rechterlijke vonnissen.
Of het inderdaad een college van feil
bare menschen gegeven is binnen den
maximum-straftijd, die door de wet be
paald is voor verschillende misdrijven,
het juiste equivalent te vinden voor het
bedreven kwaad.
De rechterlijke colleges hebben zóó
veel verschillende factoren in aanmer
king te nemen, moeten zich zóó zeer
hebben ingewerkt in de karakters van
de veroordeelden, de drijfveeren tot het
misdrijf, enz. enz., dat het zeer zeker
niet te verwonderen is, wanneer wordt
Al weer onderwerp ik het standpunt
niet aan critiek, maar en hierop
kwam ook de bedoelde schijver neer
hier is gezondigd niet alleen tegen de
menschelijkheid, ook tegen de maat
schappelijke orde, en zoolang men met
gevangenissen meent de orde of wat
daarvoor dan algemeen eeldt in de
voegen te houden, moet ook voor ieder,
bij verbreking daarvan dezelfde straf
gelden.
Niemand nu, zal Vera Gélo, die toch
reeds hevig heeft geleden, en nu nog
voortdurend te kampen heeft met ze
nuwtoevallen, in gemoede die vrijheid
misgunnen.
Maar hier doet zich het geval voor,
dat een jury. louter geleid door de in-
pressie van het. oogenblik, door een
overigens zeer prijzenswaardig me
delijden. het jonge meisje heeft vrijge
sproken.
En als nu morgen
Maar waartoe zouden we nu voor
beelden fantaseeren, in de naaste toe
komst zullen zeer zeker feiten voorko
men, die het doen van de Fransche
jury in nog scherper licht teekenen.
Of daarom een jury een verwerpelijke
instelling is?
hoe haar oordeel zou hebben ^eluid,
indien zij de plaats der jury zou heb
ben vervuld.
Maar vooral, en hier wil ik nog eens
den nadruk op leggen, praktische men
schen, zóó uit de volheid van het le
ven, uit allerlei werkkring van allerlei
rang en positie en ontwikkeling, die
zijn bij uitstek aangewezen om over
het schuldig of onschuldig hunner rae-
demenschen een oordeel uit te spreken.
De .lessen der allerlaatste wereld
historie schijnen al bijzonder weinig
vat te hebben op Czaar Nicolaas. Wan
neer ten minste het zonderling klinken
de verhaal van de „Birmingham Post'
waar is, dat hij met nieuwe vredesplan
nen rondwaart, nu niet van de verte
genwoordigers der mogendheden,
van de gekroonde hoofden. Te Kopen
hagen zoxi deze aandoenlijke conferen
tie gehouden worden.
Er bestaan ten opzichte van dit be
richt verschillende mogelijkheden.
Ten eerste, dat het volkomen uit de
lucht gegrepen is. en dan kan er ge
voegelijk over gezwegen worden.
Doch als het niet uit de lucht gegre
pen is, als het werkelijkheid is, dan
gaat men natuurlijk hypothesen stel-
De nieuwe Amerikaansche bliksemtrein.
Terwijl men overal bezig is aan het I verbeteringen op dien weg zulke resul-1 zijde van den wagen 2, dus in het ge-
consti'ueeren van locomotieven, die del taten verkregen, dat hij vast overtuigd heel acht wielen, die van onderen te-
snetlheid van het spoorwegvervoer is, op een nieuwen weg, volgens zijn gen 2, ter zijde van de middelste of
moeten verhoogen, is in de Vereenigde systeem, personen- en goederenwagens hoofdrails bevestigde leidrails drukken
Staten een plan in begin van uitvóe- met een snelheid van 375 K.M. per uur: en bovendien nog dienen voor den
ring. dat al het bestaande op spoor- te kunnen laten loopen zonder gevaar toevoer van den electrischen stroom
weggebied verre overtreft. voor de reizigers. De goedkeuring dei- naar de in het voorste deel van den
Het betreft een spoorwegverbindingregeering voor den aanleg van deze wagen staande eilectrische machine,
van New-York met Chicago, welker j spoorweg is reeds verkregen. j De hoofddoelen der elegant ingerichte
eigenaardig geconstrueerde bomwag-De nieuwe weg zal als viaduct tus-1 wagens zijn van aluminium vervaar-
gons (zoo genoemd naar den op een j schen New-York en Chicago gebouwd digd, om het gewicht tot een minimum
granaat gelijkenden vorm) in den on-1 worden. Iedere trein bestaat uit een I te beperken. Een magneitsche rem
geloofelijk korten tijd van 5 uren den enkelen wagen, welken men tot vermin-j kan den wagen uit de snelste vaart in
afstand van 1.769 K.M. moeten door-j dering van den weerstand van de lucht w einige seconden tot stilstand bren-
loopen. den vorm van een projectiel heeft ge- gen.
De uitvinder, mr. Lina Beecher uit geven. Er ligt enkel spoor. De twee j Het plan is, dagelijks 100 wagens
Brooklyn, is eigenaar van een korten, w ielen van den wagen zitten achter te laten rijden in iedere richting,
electi-ischen spoorweg, die van Ottawa elkaar precies onder den lengteas. Om Rechts onderaan de plaat ziet men
in Canada naar een nabijgelegen ont-1 omslaan te voorkomen, bevinden zich j de doorsnede van den weg en links
spannigsplaats voert., en heeft door I van voren en van achteren aan iedere 1 het portret van den uitvinder.
len hoe de Czaar. met het oog op wat
de jaren na de mislukte vredesconfe
rentie hebben geleerd, het in zijn brein
kan halen, om weer zoo'n vertooning te
houden.
Is hij het zelf, is dat de wil van den
beheerscher van het Russenrijk, of is
het de wil der regeering?
Is de Czaar een idealist, dwepend
met boeken, waarin in goudflonkerend
licht verschijnt de heerlijkheid van den
Wereldvrede, het hoogste geluk voor
de volkeren?
En laat hij zich meesleepen door dien
schoonen waan, verblinden door het
klatergoud, hij, gansch staande buiten
het reëele leven, slechts als dichter
droorrtend zijn vrede-visioenen?
De werkelijkheid loochent, dit. liet
is bekend hoe de Czaar, die als onbe
perkt monarch heerscht, invloed ten
goede op de zaken in Rusland kan uit
oefenen, en hoe hij het gedoogt dat het
Finsche volk wordt gekneveld en ver
drukt.
Het is bekend, dat de Czaar heel toe
vallig ziek was, toen de president van
't Boerenvolk, met daden bewezen wil- j
de hebben dat de Vredes-idée geen be-1
driegelijke schijn was geweest.
Hoever de Russische regeering thans
invloed uitoefent op het doen en den
ken van Nicolaas III valt moeielijk te
beoordeelen, doch dat de wil van dezen
Vorst in zijn land sterker domineert,
schijnt wel zeker.
Maar het karakter van den Czaar,
het optreden van Rusland in Finland,
geven niet het meest stof tot verwonde
ring bij het lezen der tijding van de
„Birmingham Post"
Wat meer verwondering wekt is, dat
met ongeëvenaarde brutaliteit ik
schrijf natuurlijk altijd in de veronder
stelling dat het bericht waar is de
lessen der historie worden genegeerd,
en de leugen van den wereldvrede weer
wordt omgedraaid.
Het zou razend belachelijk wezen in
dien het niet zoo diep treurif was.
Eerst hebben de „vertegenwoordigers
der mogendheden" fiasco geleden in
,.'t Huis ten Bosch", en nu zouden de
Vorsten hetzelfde- spelletje nog eens
herhalen in Kopenhagen?
't Kan niet waar zijn zou men zoo
zeggen.
Met een kleine variant op een dich
ter zou men dan mogen zingen:
„Dan zou men schreien, "neen maar
lachen. Lachen, dat
Hef als een donder klonk, door deze
dwaze eeuw."
De volkeren zullen -u door al dat
moois geen rad voor oogen laten
draaien, er van overtuigd trouwens,
dat noch de tegenwoordige Regeerin
gen alleen, en. vee.1 minder de vorsten
uit grillen of luimen den oorlog maken.
JOFIER.
Keizer Wilhelm als ridder.
De keizerin als Heilige Elisabeth.
Het Duitsche Keizerpaar in Glasmozaïek.
Keizer Wilhelm van Düitschlandhoog is, is voorgesteld als een ridde
heeft onlangs over een nieuw ge- j in rijkbestikte lcleedij. Op het hoof
bouwd blinden gesticht te Köningswus-j draagt hij een oiiderwetschen hein:
terhausen nabij Berlijn het bescherm-1 ih de eene hand houdt hij een zwaarc
heerschap aanvaard en het. gesticht in de andere als patroon van het blir
niet alleen ten geschenke gegeven het dengesticht naar middeleeuwsche
stuk grond, waarop het gebouwd is, kiinstsiiiaak het model van het gebouw
doch ook bevolen de vervaardiging van De keizerin draagt het gewaad va:
twee glasmozaïeken, welke bij het gc- j de Heilige Elisabeth. In haar bande:
sticht heeft cadeau gedaan en die I bloeien de rozen, die veranderden i:
's keizers neiging voor de Middel-1 het brood, dat de Heilige Elisabeth de:
eeuwen en haar romantiek op de op 1 armen wilde schenken en dat zij tracht
de plaat voorgestelde wijze uitdrukt. te te verbergen voor de- oogen van haa
De keizer, wiens figuur 1.80 meter strengen gemaal.
wondenheid zelvegeen wonder Ook, J Diiifsehe zfingspëlletje de herinnerinf
want heden is het de groote dag. Carl
Maria von Weber heeft den handschoen
opgenomen, dien Caspara Spontini
met zijn „Olympia" der Duitsche mu
ziek heeft toegeworpen: De Freischütz-
opvoering van hedenavond zal het
pleit beslissen.
aan de schitterende pracht der ..Olym
pia" niet»verdringen zal.
Zacht wat, mijne heeren, het eind*
is nog niet daar.
bij het begin der tweede akk
is de aandacht weer sterk gespannen.
De vrouwenstemmen doen weldadig
Reeds vier uren voor de opening ver-1 aan, nadat in het eerste bedrijf niet
dan mannen solo gezongen hebben.
Het is een echt stuk leven. De schalie
sche Aennchen, die het neergevallen
schilderij weer vastspijkert, de dwe
pende Agathe, bezorgd over het uit-
drtngt zich een dicht opeengepakte
menigte voor de toegangen van het
theater; de politie heeft handen vol
werk en slechts met de grootste moeite
gelukt het, de orde te bewaren
Eindelijk is de schouwburg gevuld: blijven van haar verloofde, ze zijn bei-
op de hoogere plaatsen al wat Berlijn den echt Duitsche naturen, die de me-
aan muzikale en litteraire autoritei- nigte onweerstaanbaar voor zich in-
ten bezit, in het parterre en op de la-1 nemen. Teder voelt den adem van den
gere rangen meest jongeren -in de j schoonen zomernacht; allen zien met
kunst. Onder de loge van Caroline, j Agatha Max in de verte naderen en
Weber's vrouw, staat Benedikt, een stemmen in met haar gejubel. Het
leerling van meester, in druk gesprek succes der opera is verzekerd,
met een langen, mageren man. 1-Iein- j De groote scene in den Wolfsschlucht
richt I-Ieine wil op dezen avond niet om-1 met -het geheimzinnige kogelgieten
breken. zoowel als de ereheele derde acte met
Opeens klinkt handgeklap in het or- de heerlijke bruidskoren en het gezang
kest, honderdvoudig door het, publiek der jagers, dragen er n toe b;den
herhaald; Weber zit op den dirigeer-
stoel. Driemaal moet hij den maatstok
laten dalen en een buiging maken, dan
is de storm overwonnen.
De ouverture begint.
Frisch klinken die hoornmelodieën
indruk te verhoogen.
Als het scherm voor de laatste maal
gezakt as. verlaat niemand den schouw
burg. Onder 't donderend applaudis-
sement, dat de wanden der zaal doet
trillen, verschijnt Weber op het too-
Vroolyk» en ernstige voorvallen ui. wie]; roept 0„stllimig om herha.
l»et leven van groote Toon
kunstenaars
door 11. FRE1JER.
Der Freischütz.
We schrijven 18 Juni 1821.
Het Berlijn sche publiek is de opge-de handen. Ze zijn overtuigd dat het
't is of we de dennenlucht inademen. neel met Agathe en Aenchen aan de
Dan wordt het wilder in het orkest; j hand. Bloemen en kransen vliegen
als een bergstroom bruist het daar- hem tegemoet; zelfs de tegenstander»
heen, tot eindelijk alles zich oplost in I van den meester stemmen mee in den
een jubelende melodie, in een lied der j algemeenen jubel.
overwinningDe Duitsche muziek heeft overwon-
Donderénde toejuichingen; het pu- j nen.
herha-1
Toen Ludwig van Beethoven de par
tituur van den Freischütz onder de
oogen kreeg, riep hij uit: „het anders
zoo weeke mannetje, nooit had ik het
van hem gedacht! Nu moet Weber ope
ra's schrijven, de een na de andere,
zonder daaraan veel te vijlen, Kaspar,
dat ondier, staat daar als een huis.
Overal waar de duivel zijn klauwen
in het spel heeft, voelt men ze ookl"
ling. Weber is genoodzaakt daaraan
I gevolg te geven
Aan het slot der eerste akte is de
stemming echter merkbaar gedaald;
i wel klinkt handgeklap, maar slechts
I zeer matig: het genie wordt ook niet
I in één uur begrepen. De aanhangers
van Spontini wrijven zich vergenoegd
FEUILLETON.
Schetsen van DKKA.
Sjolli wordt geportretteerd.
Het licht is eigenlijk een wonderlijk
sinjeur. Tot de erkenning van dit mijn
axioma kom je van zelf. na eenig na
denken. Laat je maar eens tienmaal
photographeeren, schijnbaar onder de
zelfde omstandigheden. Vijf maal zal
het goed of schappelijk zijn, maar de
andere vijf maal vréémd je bent het
wel en toch ben je het nietDat komt
van het licht. Maar daar zijn ook van
die menschen, die altijd goed getrof
fen worden, gezichten die zoodanig me
dewerken. dat'ze bij elke photographi-
sche opname goed gelijken, hetzij een
beroepskunstenaar of een amateur het
doet, gezichten die er werkelijk door
vermooid worden. En dat brengt na
tuurlijkliefhebberij aan.
Dus kwam het dat meneer en me
vrouw Dikkers zoo vele malen op alle
leeftijden en in allerlei omgeving ge
portretteerd waren. En toch zal ik het
niet hebben over hun conterfeitsel,
maar over dat van hun hond ten
minste naar aanleiding daarvan.Ik
heb genoeg zelfkennis om te ge\'oelen
dat mijne inleiding daarvoor langdra
dig was ,maar ik woü den lezer in hart
en nieren doordringen van de natuur
lijkheid van dit onderhavige geval,
waaróm het echtpaar Dikkers zoo hield
van photographieën van deszelfs
aankleve.
...Toll" in de wandeling „Sjolli" ge
naamd, was een ietwat kwaadaardige
gele puck, een dikke, ronde rolmops,
steunend op vier uitgebogen pootjes;
aan de achterzijde versierd door een
ineengekronkeld staartje, dat de allu
res van een eeuwigdurend vraagteeken
aannam, aan de voorzijde voorzien van
een kop la nijdas. In zijn soort was
ie een heele baas, je kon hem onder de
dierlijke byouterieën rangschikken. Re-
I den te meer om zijn portretje te laten
m alten.
's Zondags middags onder het wan-
I delen ,toen een heer natuurlijk een
I hondenkenner zoo lang en bewonde
rend naar Sjolli gekeken had, was het
besluit, definitief genomen, en 's Maan
dags vroeg was mevrouw al gekapt en
gekleed, en stapte zij met den puck
I naar een photograaf van twaalf voor
één gulden.
'1 Was nog een jongmensch, met het
(uiterlijk van een artïst; lange lokken
j en zwart zijden slipdas. Mevrouw zag
dadelijk dat hij miste dat savoir-
1 vivre, de vrijheid van beweging die
zijn oudere, meer gevestigde collega's I
waar zij en meneer geregeld kwa-
men kenmerkte. Dat verschafte I
haar dadelijk een zeker overwicht op I
liem. Beschermend antwoordde zij op
zijn beleefde buiging bij kreeg niet
dikwijls dergelijke deitigheid voor een
gulden bij zich streek toen haar j
zij dj e glad, en sprak in koninklijk I
meervoud: „Mijnheer, wij kwamen
Biet
„Jawel, jawel, mevrouw," viel het
jonge mensch haar met 'n zenuwach-j
tig lachje in de rede, ,,u wenschte ge-
photographeerd te worden met dit lie-1
ve diertje, en hij -traentte Sjolli's kopje
te krauwen; maar deze wierp gepoemd
lichaamsdeel verachtelijk in den nek,
en haalde zijn zAvart behaarden boven
lip op, om zijn glinsterend-Avitte tan
den te laten zien, terwijl, wat mevrouw
betreft, een vernietigende blik en een
heftig hoofdschudden zijn deel werden.
„Neen, rnijnheerrrklonk het
met statig verwijt in de stem, „hier kom
ik alleen voor mijn hond!" Pats, die
had hij beet, vooral door den grooten
nadruk op dat „hier".
Zeer koest verzocht hij haar daarop
plaats te nemen, zette er een kinder
stoeltje naast voor het hondje, en ging
met ijver en ernst toen peinzen over
den stand, dien hij Sjolli zou doen in
nemen. Men werd het er over eens
dat de afbeelding en profil zou worden 1
gemaakt, en dan moest Sjolli, zei me
vrouw met een honigzoet stemmetje,
nou eens netjes en stilletjes op dat
stoeltje gaan zitten, dan zou de vrouw
eens gaan zien of ze ook nog een vel
letje worst voor hem had. Welke be
lofte echter geen ander gevolg had dan
dat het hondje haart overal volgde, en
overal ging zitten, behalve waar hij
behoorde, in vriendelijke verwachting
opkijkend.
Zoo ging het niet, sprak mevrouw
boos, met een gezicht dat rood van agi
tatie werd. Neen, dat zag het photu
graafje ook. maar wat te doen? Sjolli
wilde niks van hem Aveten; zelfs ver
achtte hij een klontje suiker dat de ar
tist aan zijn kanarievogel ontnam en
zeer onderdanig aan de voeten van den
puck neerlegde. Daarop kwam me
vrouw tot de conclusie dat Sjolli stout
was. Zij gaf hem een paar ferme mep
pen om zijn kop, en drukte hem zoo'
hardhandig neer op het stoeltje, dat de
puck er als 't ware aan vastgekleefd
was, en druilig. als een vlieg op het
kleverige vang-nanier. zijn ooren liet
hangen. Dat was nu weer het andere
uiterste. Zoo was het net of de hond
in het water had gelegen, of altijd slaag
kreeg.
Toen was het dat in mevrouw's brein
een lumineus idee opsteeg. De zon der
blijdschap verlichtte haar welgevuld
gezicht. Ze gaf den photograaf te ken
nen dat hij het toestel maar vast rich
ten moest, en het bolletje in de hand
nemen; dan moest hij een teeken ge
ven, en zij zou een woord spreken dat
Sjolli weer geheel verlevendigen zou.
Slim lachend sloten zich de kleine oog
jes. Ja, zóó zou het gaan!
Hei; kunstenaartje volbracht ijlings
de gegeven bevelen, toen schudde hij
eA en het zwaar belokte hoofd naar me-
vi nuw's kant, in angstige spanning wat
we! komen zou.
„Pak ze Sjol, de katjes!"
Als ooit een uitdrukking, zoo oogen-
schijnlijk van geen beteekenis, zeer en
zwaar rampzalige gevolgen heeft ge
had da:: was het deze. Met woesten
ruk en schor gebas sprong Sjolli over
eind en de tafel af, rende het photo-
graphie-toestel, eenige bloemenstan-
daards en een heele reeks glazen pla
ten omver die stonden te drogen, en be
gon op 't portaal een gevecht tegen een
of meer onzichtbare Anjanden. Heftig en
zeer wezenlijk geblaas en pijnlijk ge-
miaauw wisselden af met een daverend
geblaf, toen klonk een schelle vrou
wenstem. vielen klappen en jankte een
hond hartverscheurend dat was
Sjolli, Mevr. Dikkers constateerde het
met schrik en afgrijzen. Ze duwde
j het photograafje. dat zich smeekend op
haar weg plaatste omver, en snelde het
portaal op. Maar do golf harer ver-
ontwaardiging. brak om met den
dichter te spreken op een rots van
Avoeda Zij zag hoe Sjolli door een
groot, hoekig vrouwmensch in wit jak,
I murw geklopt werd door middel van
een stoffer en verder was op het too-
neel van. den strijd te zien een doode
kat. Ongelukkigerwijze wilde zij pro-
I testeeren tegen de voortzetting van de
I strafoefening maar dat deed meer
kwaad dan goed. Want de juffrouAv
j „wijf" heette mevrouw Dikkers haar
later altijd als ze over haar sprak,
I herkende haar stem als van degene
die den hond op het mooie poesje had
aangehitst, idderend wierp de artist
I zich tusschen beide vrouwen in, hij
laveerde zijn moeder met veel moeite
I Aveer naar binnen na verteld te heb-
I ben hoe de vork eigenlijk in den steel
j zat, en terwijl mevrouw weenend bij
j het stoffelijk overblijfsel van Sjolli in-
eenzeeg, zette hij zich vlug aan een ta^
feitje om een acte van schadeloosstel
ling op te maken. Die was zeer breed
I opgevat, zooals dat een artist betaamt.
Want daarin toonde hij wel savoir-vi-
j vre; zooveel wist hij wel van het leven
J met en benevens van het weeke hart
eener diep bedroefde vrouw.