I DE VERLOREN ZOON. Prijsraadsel. ..Kii hoeveel?' „Vier:" ..t Is goed." 'waarvan zal ik dit. waarvan dat bestrijden? Zij had e<r ook nooit over nagedacht hoeveel menschen Nauwelijks was de koopman naar 6-n dikwijls eeheele gezinnen, van zijn huis teruggekeerd, of daar ver- c^e hand in den tand leven en me- schenen een veertigtal soldaten, die gemaal over hunnen verdiensten zijn huis in bezit namen. Ijlings spoedde hij zich naar den ge neraal. om te vragen of dat niet een vergissing was. ..Volstrekt niet," antwoordde Piclie- beschikken eer zij die in de hand hebben Hel gaat zoo velen als die rijke vrouw. Omdat zii voor 't oogenblik geen klein geld hebben, stellen zij de betaling dagen, soms weken gru. „maar ik heb mijn soldaten van lang uit. alleen maar om zich de die afschuwelijke Oranje-lieden weg- kleine moeite van geld wisselen te genomen, omdat zij daar mijns inziens besparen. eene nalatigheid, waar- slecht behandeld zouden worden, en door zij menig eerlijk vlijtig ar- ik heb hen gestuurd naar het huis van een echt patriot, zooals gij zijt, waar men hen zeker met de meeste gastvrij heid zal opnemen." De begeerde hond. „Ik woon buiten de stad," zei eene dame. „en ik wou een goeden hond hebben." „Jawel, Mevrouw," zei de honden koopman. „Maar het moet er natuurlijk niet een wezen, die ons den heelen nacht wakker houdt en om niemendal blaft." „Neen, Mevrouw." „Hij moet groot en sterk en waaksch wezen, begrijp je?" „Ja mevrouw." beider moeilijke, zorgvolle uren berokkenen. Juist zulke nalatige be talers zijn dikwijls streng jegens hen die met de aflevering van het werk niet stipt op den beloofden tijd zijn. Zoo stipt als het werk ge leverd wordt moet ook de betaling zijn. Men straffe den niet stipten arbeider, door hem evenlan0" op de betaling te laten wachten, als hij ons in den steek heeft gelaten en men zal in 't vervolg wel stipt door hem bediend worden. Uit de werkplaats van be roemde mannen. Luther gaf zich verbazend veel moei te bij zijne Bijbelvertaling. Er zijn ge deelten bewaard gebleven van het oor vrouw, grootmoeder moet noemen, m.a.w.: de zoon is de man van zijn grootmoeder. Nu is het een bekend feit uit de Nat. llist, dat de ega van een grootmoe- tier naar den naam grootvader luis tert, en daar die zoon zelf de man van zijn grootmoeder is, is hij zijn eigen grootvader. Zijn kinderen sta melen tegen zijn vrouw, die nu tevens zijn grootmama is, den overgrootmoe- dernaam; en dus tegen hem, den echt genoot dier grootmama, die hun vader is, tevens den overgrootvadernaam. We hebben derhalve hier het zeker niet van merkwaardigheid ontbloote geval, dat iemands kinderen tegelijk zijn achterkleinkinderen zijn. Verdere belangwekkende combinaties worden overgelaten aan de scherp zinnigheid van den lezer. „Grimmig, maar toch zoo zacht als spronkelijk handschrift, waaruit men een lam voor mij, weet je?" „Ja Mevrouw." zien kan hoe hij herhaaldelijk heeft doorgehaald, veranderd, weder ge- ,,En hij moet op iederen landlooper schrapt en opnieuw verbeterd. Veel verboden. Op een Staatsschool in het Wes ten van Engeland zijn door het schoolbestuur d.'e volgende regels ingesteld ..Vloeken, vechten, twisten, schel den. stoeien en springen, knijpen, elkaar met spelden prikken, elkaar bij de haren trekken onder de les sen. vrijages onder schooltijd min nebrieven on school schrijven no ten kraken (tenzij ze gedroogd zijn) en fluisteren is verboden. Deze re gelen moeten in acht ^enomen wor den. want overtreding zal met sla gen gestraft worden, volgens uit spraak van het bestuur. die aanschelt, aanvliegen en hem weg jagen." „Ja Mevrouw." „Maar een arm, maar eerlijk man, die werk zoekt, moet hij stil zijn gang laten gaan." „Ja Mevrouw." „Als er 's nachts een inbreker komt, moet de hond hem oogenblikkelijk aanvliegen." „Ja Mevrouw." „Maar hij moet een buurman, die mij 's avonds komt bezoeken, niet aan vallen." „Neen, Mevrouw." „En natuurlijk moet hij niet hinder lijk zijn voor de menschen, die op alle uren van den nacht mijn man komen halen, want die is dokter, moet je we ten." „Neen, Mevrouw. Ik zie wel wat u hebben moet U moet een hond heb ben, die gedachtenlezer is.' ..Ja. dat kan wel wezen, Kun je me zoo een bezorgen?" „Het spijt me. Mevrouw, maar dat soort is juist uitverkocht." WETENSCHAP. Een nieuw anker. Van Fenelon's werken heeft men na zijn dood drie verschillende bewerkin gen gevonden. Pascal schreef wat hij stelde telkens I over. De achttiende brief van zijn „Let- I tres provinciales" werkte hij dertien- i maal om en vele andere heeft hij vijf- en meermalen begonnen, j Rousseau besteedde, na jaren lange voorbereiding, drie jaren aan zijn „Emile". De eerste ontwerpen van zij- ne werken zijn overladen met. bijvoeg- seis en doorhalingen, zoodat ze bijna niet te ontcijferen zijn. „Ik kan niet I leesbaar schrijven," zeide hij, „dan wanneer ik copieer." Voltaire mag veel geschreven heb- Ken practisch anker kan verkregen ben, maar hij liep er ook niet licht over worden door het als zoodanig gebrui- Hij is weei* teruggekeerd. Eindelijk! staart met groote, moede oogen voor Het is nog het oude, armelijke kamer- zich uit. tje van vroeger. Alles staat nog op de Thans, nu hij weder de oude, gezel- oude plaats: sofa, tafel, kast en stoel lige kamer heeft betreden, komen hem en de zelfde oude katoenen gordijnen heden en verleden eerst goed voor den verbergen ook nu nog overdag de geest. Jarenlang heeft hij zich om plaats, waar het bed staat. Het is gebleven, als destijds, toen hij heen trok in het leven. En nu is hij teruggekeerd, om. te sterven! De jas heeft hij nonchalant moeder en zuster niet bekommerd en nu, nu hij haar niets meer dan een doodziek lichaam en verstorven ver wachtingen thuis brengt, wordt hij ont vangen met de oude, warme liefde, over den hoogen, ouderwetschen stoel zooals men ze alleen in het ouderhuis geworpen, waarop de vader, toen hij vindt. nog leefde, altijd zat. De bagage ligt Het was de oude geschiedenis ge- achter de pooten van den stoel op den weest van den armen, begaafden jonge vloer. Tegen de kast staat een smal man, ^die uit het enge geboortedorpje koffertje. En hij zit aan de tafel en wegstormde om het hoogste in de schil- bij de vrouwen te blijven! derkunst te bereiken. Jaren van langen, onophoudel arbeid gingen voorbij, eer iets gelukte, en thans, nu hij at deur van zijn verwacht geluk s verloor het lichaam zijn weerst: vermogen. Hij was verloren. Met hartelijke, troostende woc spreekt de oude moeder den s voor zich uit peinzende toe. Zij alles vergetenhij is immers kind!... En de zuster houdt zich, iets aan de kast te doen heeft, i haar moeder haar vochtige ooger zal zien. Stil slikt zij haar trane I-Ioe lang zal het hem vergund heen. Zijne treurspelen schreef hij meerendeels in weinig dagen op, maa-r ken van 'n oude scheepsschroef. Proe ven hebben bewezen, dat zulk een an- daarna was hij weken, soms maanden ker veel grooter houdvermogen heeft bezig met corrigeeren, wijzigen en aan- dan eenig ander soort anker van de- vullen. zelfde afmetingen en hetzelfde gewicht Carlyle zat uren, dagen soms te wor-Het houdt uitstekend in modder, stee stelen om zijne denkbeelden zóó onder i nigen bodem of zand. Een oude, afge- woorden te brengen, dat het geschreve- dankte scheepsschroef is voldoende ne hem voldeed. „Zeker" zegt hij in voor het doel. De schroef moet zoo zak- zijn dagboek, „heeft niemand ooit zoo ken. dat zij in den grond zakten er door vreeselijk veel moeite gehad met schrij- haar eigen gewicht in draait TOT HET EINDE. De Times constateerde dezer dagen1 pen over de dorre vlakten van Zuid- Soms wordt een kameraad door de rad- eenigszins droevig, dat het einde van den oorlog in Zuid-Afrika nooit zoover af heeft geschenen als thans, nu de strijd reeds ruim anderhalf jaar ge duurd heeft. En deze jingo-verzuch- ting heeft Caran d'Ache in de Figaro op de hem eigen puntige wijze in ca- ricatuur gebracht. De Tommies loo- Afrika, afgebrand en afgeplunderd de, onvermoeibare Boeren als gevange door hun eigen kameraden, het einde nen weggesleept: Tommy blijft loopen. van den oorlog tegemoet; maar dat einde is niét te zien, zal wellicht nooit komen. Tóch blijft Tommy loopen: hij is uitgemergeld van honger, bijna in lompen gehuld; geweer en bepakking drukken hem als een ontzettende last. zal blijven loopen, tot hij neervalt van uitputting. Dan zal hij het einde van den oorlog zien. maar niet zóó, als hij het zich had gedacht. Geen klein geld. „Mevrouw, de borduurster brengt u hier de zakdoeken De barones slaat even een blik op de bijgevoegde nota. Zij is over den matigen prijs tevreden. Zij grijpt naar haar portemonnaie en telt het geld dat daarin is. Daar na ziet zij 00 en zegt tot hare ka menier „Zeg die vrouw, dat zij morgen maar eens. terug moet ko men ik heb nu juist geen klein geld genoeg." Met welk een bezwaard hart gaat de borduurster heen Zij is eene ven als ik. Zal ik ooit leeren gemakke lijk te stellen?" Wie het handschrift van J. van Len- bracht. nep kent. dat voor de pers heeft ge diend, zou meenen, dat al wat hij schreef hem zoo uit de pen was ge- vloeid. Het tegendeel is waar. Zijn Ferdinand Huvck schreef hij zes ma len alvorens dien uit te geven. Zij i moesten het eens weten, zeide hij zelf. „hoe na moeite en tijdverkwisten, die arbeid, die hun 't, werk van luttel uren schijnt, soms weken 't, matte brein des makers heeft gepijnd." Hij stelde eerst zijne brieven en schreef ze daarna over. Uit het schetsje kan men zien, hoe de kettingen dienen te worden aanga- Vreemde dingen op een wijzerplaat. arme weduwe die sedert den dood£elfs eenvoudige briefjes werkte hij van haar man met handenarbeid nm den kost voor hare vier nog jonge kinderen moet verdienen. Tot lang na middernacht heeft zij gisteren in de half koude kamen* gezeten en zich bij het flauwe lamplicht afge mat. om haar werk af te krijgen en het vandaag bijtijds af te leveren, om van de betaling een behoorlijk middageten voor hare kinderen te kunnen koken. De arme kleinen hadden zonder eten naar bed moe ten gaan zij had haar laatste stui ver voor brood uitgegeven. Wat zou de rijke vrouw zich bit tere verwijlen gedaan hebben, als zii eenig vermoeden van het smar telijk gevoel der arme vrouw bad gehad Zij had niet uit gierigheid Gerard Keller getuigde van Cremer, dat hij soms een geheelen morgen werkte over een paar bladzijden en dat hij niets op het papier kon brengen, zonder dat zijn geest, het tafereel dui delijk had gevat. Ik wil wedden, zei onlangs een horlogemaker tot één van zijn klanten, Iemand, die zijn eigen groot- u niet zonder, fouten de Cijfers van Een vader is. vader heeft een zoon en een of ontrevoelisrh. ii! gehandeld, maar '°"en de vrouw van zijn zoon moeder louter uit onbezonnenheid, zii. die zeggen, geen geldzorgen kende, en bij wie is van zijn (n.l. des vaders) vrouw, nooit de vraag was opgekomen zoodat de zoon haar, d. i. zijn eigen de wijzerplaat van uw horloge uit het hoofd kunt opzeggen. Daar is niets aan, beweerde de an der. En hij schrééf op I, II, III, IV... Mis, viel de horlogemaker in. Waarom? Haal uw horloge voor den dag en daar zij immers de moeder k'jk maar eens naar het getal „vier." En daar stond IIII en niet IV. moeder heeft een dochter. De vader trouwt met die dochter, terwijl kort daarna de zoon met de moeder in het huwelijk treedt. De vader moet du9 die manier gemaakt? vroeg de klant, bedelend, keken naar het groote stuk rughouden, niet door gekrenkte t terwijl hij zijn horloge weer in den zak brood, dat de vuile man zoo graag naar I liefde of ontgoocheling ontmoed stak. j Alle, die Romeinsche cijfers op I hun wijzerplaat hebben. Waarom? binnen werkte! j zijn overtuiging hangt niet af vai De mensch keek hem eens aan, zag wil. zij is vereenzelvigd met hem hoe vervallen en smerig hij was; dacht1 tijd van nood heeft hij er goed en wellicht aan de vuilnisbelt, het as-1 voor te pande. Er bestaat een legende, die daar-1 Phyxiatie-toestel dat hem spoedig zou omtrent iéts mededeelt De eerste klok, hebben; want om deze paria zou nie-j Virginie hoveling. Soj Ernstig beschouwd is het eig< dwaas van ons te denken, dat wij welke gelijkt op die. welke nu in ge- mand zil*h bekommeren. Het vastge- bruik zijn, werd in 1370 vervaardigd s'elde aanlal dagen zou verloopen zon-v"" ™s te °e""n' aat W1J door een beroemden Fransehen juwc- d»r dat een vriend verscheen. Deze had r gelukkig kunnen lier, Henry Vick genaamd. Hij gaf ze j ten geschenke aan Koning Karei V, Maar '10g eens stootte het dier met zijn eigenlijk geen voedsel meer noodig. "et *eluk valt °ns alleen bij stukj en. i.„, ,iiten deel. Zoo deelden zij hun boterham dien dag te zamen. VV.U Ovoviioïim. "Uil JhUUUI^ ItaiCl V, V bijgenaamd de Verstandige. Nu was snoet teven den arm van den man, Karei wél verstandig, maar hij wisttnen schcurde deze met een plotselingen niet alles en omdat hij zijn reputatie ru.k 'root sluk van brood had op te houden, beweerde hij alles wlerp het voor heni neer' en eens te weten. Toen Vick hem de kiok en^nak,eeJ1f' bracht, onderzocht hij haar weer zeer oplettend, blijkbaar om ergens een ge brek te ontdekken. Ja zeide de koning ten laatste de klok loopt goed, maar je hebt de cijfers op de wijzerplaat verkeerd gezet. Volstrekt niet. sire wierp de juwelier tegen. Ja, die vier moet uit 4 éénen bestaan. U vergist u, sire... Ik vergis me nooit raasde de koning neem de klok mee en verhelp het gebrek. Vick deed, zooals hem be volen was. De mode werd door anderen Van alle tijden. Voor alle tijden. Wie angstvallig het leven begluurt, bedenkelijk naar 's levens waarde vraagt, bedachtzaam van de toekomst gevolgd, en zon hebben we thans XIII zeRt dal hij haar zo) a(wachten en dit en zij. die verst; zijn, stellen zich met dat weinig vreden. Har raden. Voorbijgaande Sclie Of de mensch van nature genei tot ^oed of kwaad, is een punt. i over reeds veel geredetwist is en i over men nog, wie weet hoe lanj twisten. Doch zeker is het, dat mige kinderen volmaakte egc als zij zijn, die niets belang] vinden dan hun eigen persoon en ne eigen wenschen soms zulke de neigingen en gewoonten aai dag leggen, dat men met recht aa: aangeboren adel van het menscl zou mogen twijfelen. Vittorio Bersegio. De bond van blindema Haten was altijd, bij wie he' ,1 deed, een bewijs van eenzijdighe doet, terwijl het leven nog voor hem 1^1.,,„,-,3 beginnen moet. die is niet normaal. 1 een ewHs- at e! De klant ging voort en schreef V, VI... Want iets anders wordt er van de nilL g ^fcedacht Weer mis, viel de horlogemaker jeugd verwacht. ebben begrepen, maar niemand n in plaats van IV. Schrijf u nu eens ver der de cijfers op. in de rede. Maar... Kijk. nog eens op uw horloge, vul de de ander ernstig aan. Weer werd de wijzerplaat beke ken. Er was geen „zes" op. De plaats, waar dit cijfer zich moest bevinden, was ingenomen door het plaatje van den secondewijzer. De seconde-wijzer, merkte de hor logemaker op, wordt op bijna ieder horloge op diezelfde plaats gevonden. Onverschillig, of de plaat Arabische of Romeinsche cijfers draagt, een zes komt er niet op voor. Er zijn slechts weinige, goedkoope soorten horloges, waarop de seconde-wijzer ontbreekt en de zes aanwezig is. Moment-Opnamen. Afval. Even lichtte een lente-zonnestraal tje onder de zware ijzeren brug, die •uig was van vuil en spinnewebben. Toen zag ik de schuit liggen; een sme rige, grijze schuit van de reiniging, waarlangs dé afval der stad in trossen neerhing. Op de voorplecht, in een ouden, weggezonken rieten stoel zat hij. en gebruikte zijn twaalf-uurtje. Gulzig waren de gore vingers gesla gen om het witte brood en hapte de hongerige mond in het voedsel. Pein zend, zonder te denken, alleen maar genietend van de rust en het eten en het zonnetje, keek hij voor zich uit in het dof glanzende water van den sin gel, dat zachtjes af en aan klotste. Toen stootte er wat tegen zijn arm. t Was een groote, schonkige hond, een die de laatste weken had gegeten wat de straat hem wel wilde overlaten, een zwerver, een schooier. Zijn huid was smerig en gehavend, misschien in een gevecht met andere hongerhal- zen, om een zuur kliekje of een schoon afgekloven been. Zijn oogen Waren ontstoken en stonden mat en ziek. O die oogen, die zoo slaafsch, weinig-ver Verwacht wordt van haar, dat zij zich op het leven werpen zal met volle borst, dat zij in 's levens volle stem ming de wereld beziende, zooals zij zelf is. die wereld schoon zal vinden; dat zij niet zal opzien tegen vermoeienis, tegen arbeid, tegen het onmogelijke; dat zij reuzenkracht voelt stroomen door de vroeg volwassen ziel; dat zij zal dwepen met groote mannen, groote gedachten, groote plannen. Overmatig enthousiasme wordt verwacht van de jeugd, opdat er nog genoeg overblijve, wanneer de jaren, die komen zullen, een bepaalde hoeveelheid van dat en thousiasme hebben ontnomen. Kortom normaal is slechts een jon gelingschap, wanneer zij'overvloeiend van sterke kracht, aan levensidealen gelooft, die idealen schept en ze tracht te verwezenlijken. Maar zij is niet normaal, wanneer zij het leven te gemoet treedt met een gereserveerde houding. N. Een gereserveerde houding. Hij, die voor een grondbeginsel strijdt, laat zich door geen gebrek aan steun bij hooggeplaatste personen te- vergeten. dat er, voor wie veel g heeft, ook veel verontschuldigin C. GoekoopDe Jong. Hilda Suylenbur De oplossing raadsel is van ons vorig ZAMBESI. De onderdeelen zijn bus. bes, m zeis. Ingekomen waren 50 goede opl< gen. Bij loting werd de prijs toe; zen aan den heer Th. NIEUWEN ZEN, wien wij verzoeken Maanda tusschen 2 en 3 uur zijn prijs komen, halen aan ons bureau, Kaï singel 70. Nu geven wij weer eens eene P vraag en wel de volgende: Wie bedenkt bij onderstaande a ding een passend bijschrift? Oplossingen worden ingewacl en met Woensdag a. s. Als prijs loven wij uit een BOEK. PRIJSVRAAG. Zijn alle klokken en horloges op langend, nieta-eischend, maar toch

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 8