NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD,
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
I8e Jaargang
Woensdag 29 Mei 1901.
No. 5493
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Voor Haarlem per 8 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden 1.30
Franco door liet gelieele Rijk, per 3 maanden, f t 1.65
Afzonderlijke nummers0.02%
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maandenk 0.01%
de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster.
ADVERTENTIËN
Van 1—5 regels 50 öts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten bet Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlek rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bureaux: Gebouw Het Spoarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt.
Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer'der Administratie 122,
Intercommunale aansluiting.
Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen éh Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertenti
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Burean A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31b*> Faubourg Montmartre.
Haarlem's Dagblad van 29 Mei
<6ovat o.a.
Humor uit den oorlog, SirMil-
ner's ontvangstBresci's zelf
moord, In naam van den Yredes-
Czaar, Haagsche brief, Rennen te
VVoestdnin, De beide Pinkster
dagen.
I olitiek Overzicht.
Wie gewoon is liefst met een
luchthartig gemoed de zaken van
den pleizierigsten kant te beschou
wendie kan zich, wanneer hij zich
met den Boerenoorlog bezig houdt,
weer vermaken met een paar koste
lijke staaltjes vain oorlogshumor.
Het eerste is een merkwaardige
brief aan die ..Times" van een yeo
man uit die koloniën, die beweert,
dat de onderlinge naijver der Em-
g^lsch© bevelhebbers de bewegioge.ïi
der troepen oan de Boeren té ver
volgen vruchteloos maakt. Boven
dien. zegt hij., volgen de Emgelsoben
steeds dezelfde stereotype taktiek,
die de Boeren nu eindelijk wel kern
ham, en. wat meer zegt, weten te
verijdel en.
Er moet een reden gezocht wor
den voor den weinigen vooruitgang
der Emgelsche troepen in Zuid-Afri-
ka. want ontkennen dat men niet
opschiet, gaat natuurlijk niet meer.
Eng ©land's volkomen onmacht be
kennen is ook een beetje bar, en
daarom wordt de tegenspoed! dus
blijkbaar maar geweten aan omder-
fin'gen naijver an aan het voortduw
fend volgen van een eenmaal aan-
genomen taktiek.
Pat is kostelijk 1
Die onderlinge naijver is daar een
miniatuur-imitatie van denzelfden
paijver op groote schaal in China.
Het schijnt, dat naijver een onaf
scheidelijk element is van het uit-
jbeschavem-gaan der groote" mo
gendheden in de zeer „barbaar-
Icbe" streken, waar ze hun roofpo-
rltiiek bedrijven.
Niet minder grappig dan die na
ijver en dat alle© behalve krijgskun
dig volgen van een stereotype tak
tiek is het bericht dat Sir Alfred)
Miiner tot peer is benoemd en het
commentaar dat- de Engelsche bi
den daarop leveren. De „Standard"
beweert o. a. dat geen enkel staats
plan in Afrika er zoozeer op uit
was on) die onafhankelijkheid en de
Vrijheid der Boeren te handhaven.
t>e Boeren zalven echter verspeel
den hun recht op een afzonderlijk
bestaan, nota bene I
Intusschen. de geestdrift, waar
mede deze Boeren-kweller is ont
vangen, is niet bijster galoot ge
weest.
De Londeaisch© correspondent van
een onzer groote dagbladen, schrijft
daaromtrent
„De „onstuimigheid^' van het
voikswelkom viel mij bepaald mee,
maar ik had; ternauwernood iets an
ders verwacht, ondanks de op heme-
ling van. Milner in. de imperialisti
sche kleine pers, ter begeleiding
van 's mans portret en levensbizom-
derheden, bovenal ruim opgedischt
in de „Dai'ly Mail" van heden.
Zelfs het welkom ter eere van
Lordl Roberts, hoewel toch ook
maar matig, was bepaald geest
driftvol, vergeleken; bij het ont
haal van' Sir Alfred Milner, en niet
deze, noch Salisbury en Chamber-
lain, kreeg Maandagmiddag de ova
tie te Waterloo, maar „little Bobs",
die met Wyndhajm, aan het station
was en, dadelijk herkend worden
de. te voet achternagezet werd door
een joelende volksmassa, tot buiten
de hekken van het statlionserf.
Gevlagd werd Maandag slechts
matig en even matig bleef het ge
drang langs de straten, welke op
de bruggen van Waterloo en West-
minster uitmonden. Alleen ini de
groote clubs van Pall Mali kon men
©enige buitengewone beweging
waarnemen. Speculatie met balkons
en ramen bleef buiten alle kwestie,
ien ik was verbluft toen ik, op een
bijna geheel ledigen omnibus ge-
zobem, tolt vlak bij het Waterloo
Station rijden kon. De „geestdrift"
voor Milner bij conducteur en koet
sier van dien omnibus was van die
kracht, dat geen. van beiden mij
vertellen kon, wie Milner eigenlijk
was. „Who is he", vroeg eerstge
noemde aan den laatste. „Leit me
see", antwoordde de oude Jeh.u,
„was'nt he not Rriliish consul, or
sumaniok of that sort, out there?"...
Silo transitHet onthaal aan
Sir Alfred bereid moge inderdaad
koninklijk zijn geweest, het kwam
zeker niet van' de burgerijl, zelfs
niet uit het volk. En van een impe
rialistische betooging kan geen spra
ke wezen. Zelfs de sardonisch glim
lachende Chamberlain zou dat niet
naar waarheid kunnen beweren. In
dit opzicht zijn de bordjes dus be
paald verhangen en noch Mafek-ing,
noch de „Mafficking" geest vallen
langer in dien smaak. Gelukkig
Alweer een bewijs te meer dus
voor de waarheid! der bewering
dat het imperialisme verflauwt 1
Duitschland' eni Engeland schij
nen uit China zich terug te willen
trekken, bedenkende dat het nog
wieil 30 jaar duren kan eer d!e scha
deloosstelling wordt betaald1.
Dat is zéker een wijs besluit,
want men behoeft er toch niet aan
te denken China tot een overgang
tot de Westersche beschaving te
brengen.
Buitenlandsch Nieuws.
Bresci's zelfmoord.
De „Mattino", van Napels, geeft
nadere bijzonderheden over den
zelfmoord van Bresci
's Morgens zag de gevangenbe
waarder Bresci een half uurtje in
de ce;l op en neer wandelen, en
daarna 'rustig zitten lezen. Een
paar minuten daarna keek de be
waker weer door het gat in de deur
en zag hem aan een lange reep doek
die aan de tralies van het venster
vastgemaakt wa9. hangen. Met be
hulp van een anderen bewaker,
sneden zij d'en strop af en deden,
nog pogingen de Levensgeesten op
te wekken', maar geheel vergeefs.
Een van de laatste dagen had
Bresci een Fransch woordenboek
gevraagd 'en gekregen. De directeur-
generaal voor de gevangenissen,
heeft nu het boek, bladzijde voor
bladzijde, onderzocht en moet daar
in korte apteakeningen van Bresci
gevonden hebben over het anarchis
me en den uitroep, dat hij1 den dood
verkiest boven het beroofd zijn van
zijne vrijheid.
De Couriere di Napoli" zegt, dat
dei doodstrijd van Bresci zeker niet
langer dan een minuut geduurd
heeft en dat hij al dood was toen
de bewaker de deur van de cel
opende. Hetzelfde blad beweert,
dat Bresci nooit oproerig is geweest
in zijn gevangenschap en dat men
evenmin, ooit het dwangbuis heeft
moeten aanleggen. Lijnrecht tegen
over deze bewering staat het bericht
van de, officieus©, ..Agenzia Stefa-
ni" het Italiaans,ch Rieuter-bureau,
dat van herhaalde aanvallen' van
razernij en verzet tegen d.e bewa
kers spreekt.
De autopsie moet aan. de profes
soren van de Na.pelsche universiteit
'toevertrouwd zijn.
Uit New-York wordt geseind dat
die weduwe van, Bresci. die nog al
tijd in Patterson, woont, voornemens
is, door het Iffflaansch consulaat
te laten aanvragen, dat men het lijk
van haren man naar Amerika over
brengt. Zij zou verder gezegd heb
ben dat haar mian niet in samen
werking met anderen, maar op
■eigen initiatief, geheel alleen' zijn
daad uitvoerde.
De anarchisten' in Patterson moe
ten een© collecte houden onder hun
ne partijgenooten om de weduwe
van Bresci en hare kinderen naar
Italië terug te zenden.
Lord Milner's feestmaal.
Aan het dejeuner, door minister
Chamberlain aan Sir Alfred Milner
aangeboden, hield de. heer Cham
berlain een lofrede op het werk
door Sir Alfred Milner na zijn ver
richt, zeggende dat de taak die hij
na zijn terugkeer naar Zuid-Afrika
tot een goed 'einde zal hebben te
brengen nog zwaarder zal zijn.
Maar hij stelt in hem vertrouwen,.
En als bij ziin terugkee-r, de smeu
lende vonken onder de ascli van
dezen oorlog, die sedert lang heeft
opgehouden, een oorlog te zijn., zul
len zijn gedoofd., zal Milner een
nieuwen staat van zaken in het le-
v.eni roepen', die weldra gevolgd zal
worden door verzoening. De samen-
werking der beide rassen is een
wezenlijke voorwaarde voor den. op
bouw op vaste grondslagen van een
vereenigd eni vrij Zuid-Af rika,
even voorspoedig en loyaal als de
zustea-federaties van Canada en Au
stralië.
De heer Milner antwoordde met
een dankbetuiging voor de ont
vangst hem bereid; hij sprak vrij
breedvoerig over de aanvallen die
tegen hem gericht waren en schreef
de verleende eerbewijzen toe aan
de behoefte om. aan allen te toonen
dat het land zijn dienaren niet ver
laat tegenover den vijiand. Ten slot
te zeide spreker, dat het belachelijk
was te beweren1 dat men den oorlog
had kunnen vermijden door meer
verzoenend op te treden, maar hij
hoopt dat de tijd weldra zal komen,
waarop een zachtere en lankmoedi
ger staatkunde gevolgd kan wor
den in Zuid-Afrilca.
In naam van den Vredes-
Czaar.
In Helsingfors zou onlangs een
zekere gravin Mannesbeim een con
cert geven ten bate vai'i de volks
ontwikkeling. Daar de Finsche
voliksontwikkelina- nu evenwel door
't Russische bewind gecenseerd
wordt, hoog genoeg te staan, wilde
de gouverneur-generaal voor deze
openbare' bijeenkomst £reen toestem
ming geven. Men herinnert zich,
dat sinds 't vorige jaar de Finnen
niet meer vrij mogen vergaderen,
noch bijeenkomsten op 't gebied
van kunst, noch op 't gebied van
wetenschappen, worden zonder ex
tra daarvoor aangevraagd verl'of,
toegelaten. Gravin Mannesheim
■veranderde dus haar programma,
en1 richtte een particulieren' muziek
avond in. in een der clubgebouwen
van Helsingfors maar toen de ge-
noodigden. daar 's avonds heen kwa
men. vonden zij den toegang door
politie versperd' op bevel van den
gouverneur. Wat werd' nu gedaan?
Den gasten weid verzocht in 't ho
tel Societatsbus te komen, en daar
dacht men dan ongestoord muziek
te kunnen maken. Doch nauwelijks
was 't éérst© nummer van 't prei
gram gezongen., of in de' zaal ver
schenen gouverneur Kaigorodof en
de prefect van politie Carlstedt. die
graaf Mannesheim meedeelden, dat
't concert moest worden gestaakt op
bevel van' den gouverneur-generaal.
Graaf Mannesheim als gastheer,
verzocht menschen, die hij op zijn
soiree niet genoodigd had en onge
vraagd kwamen, de zaal oogenbUik-
kelijk te verlaten waarop Kaigoro
dof en Carlstedt zich ook verwij
derden. De aanwezigen in de zaal
hebben natuurlijk niet verzuimd
hun verontwaardiging lucht te ge
ven over 't brutale binnendringen
der ongenood© gasten.
De sub-prefect, een rechtgeaard
Fin. wist later graaf Mannesheim
te bewegen, cle soirée toch maar
af te breken:, daar 't in 't belang dier
r insche zaak ligt alle mogenjiw
botsing, die tot daadwerkelijk ver
zet kon, voeren te vermijden. Zoo
eindigde du9 't concert voor 't uit
was. Maar 't doel was toch be
reikt, de opbrengst ten bate dier
vol'ksontwikkeling was er niet min
der om. Het Hufnidstad'sbladj, dat
een verslag gaf van deze geschiede
nis, werd dien dag door de censuur
teruggehouden en verscheen niet.
In Abo was de censuur minder
streng, zoodat men door de Abo-tid-
ning van de zaak gehoord heeft.
Algemeene berichten.
DE OORLOG IN Z.-AFRIKA.
Een Reuter-telegram meldt om
trent de oorlogsverrichtingen in de
Kaap-Koloni'e
De. Boeren com man do's in de Zuur-
beigen trokken Maandagmorgen
voor het krieken van, den dag naar
het Zuiden. Klaarblijkelijk hadden,
ze ©enigen tijd' naar een plaats ge-
zocht, waar ze konden doorbreken
en hun aanval op een patrouille te
Pap kloof was zonder twijfel een
schijnbeweging oni de aandacht op
deze richting te vestigen.. De Boe
ren trokken, tusschen Thebus en
Stey.nsburg door de Britse he liin.iën
en trokken daar, ter sterkte yan 600
man, den spoorweg over. Volgens
inlichtingen van de bewoners voert
Kreutzinger het bevel en heeft bij
Fouehé, Lofter en, Van Reenen bij
zich. De overtocht over den spoor
weg geschiedde niet zon dei* de aan
dacht to trekken. Juist toen de Boe
ren den weg overstaken kwam lui
tenant Martens opdagen met een
gepantserden trein eau opende een
krachtig geschutvuur op den vij
and. die met de hem' eigen snel
heid zich, holderdebolder over de
vlakte verspreidde na vele paarden
verloren, te hebben. De slof die die
verdwijnende Boeren opwierpen,
was ternauwernood gezaikt. toen. de
colonne Gorringe kwam aanrennen,
die hen krachtig achtervolgt.
Het gerucht gaat nu dat kolonel
Gorringe de Boeren achterhaalde
bij Bamboesberg en een uitstekende
stelling heeft om hen aan te vallen.
Renter's correspondent te Zand-
•rivierpoort seint van 22 dezer dat
kolonel Wilson, die het bevel voert
over een deel van Kitchener's
Scouts, beproefde Beyer's comman
do te omsingelen bij Nijlstroom bij
de Zandrivier. De poging mislukte
doordat een colonne die den vijand
in den rug was gezonden, te laat
kwam. Er ontstond een achterhoe
de-gevecht, waarbij 18 Boeren wer
den gevangen genomen. 40 wagens,
een hoeveelheid munitie en eenig
vee werden buitgemaakt. De vijan
den waren bijna allen te voet. De
Rritsch© verliezen waren één doode
en zes gewonden.
Uit Middelburg uit Transvaal
wordt van den 24en Mei aan' de
„Standard" geseind, clat geen enke
le vijand erin. geslaagd is d'en spoor
weg naar het- Noorden over te ste-
ken. Generaal Botha ontsnapte
klaarblijkelijk uit het Brttsche cor
don, hij trekt nu in evenwijdige
richting aan de grens van Swazi
land en heeft em talrijk commando
maar gee-n kanonnen en zeer wei
nig munitie. Hij trekt zeer lang-
zaam. Behalve Botha slaagden nog
maar enkele kleine troepjes erin
door het cordlon te breken..
Van den volgenden dag werd' aan
hetzelfde blad geseind dat zestien
Boeren medevoerende 12.500 st-uka
vee, 12.000 schapen, 30 paarden erï
12 wagens zicli hebben overgege
ven. Zij hadden van commandant
Oppenheim bevel gekregen, dit con-
vooi naar het noorden over den
spoorweg te brengen.
Een Reuter-telegram van 27 Mei
uit Kaapstad' bericht:
Zes honderd man van den vijand
zijn zeven mijlen ten oosten van
Thebus den spoorweg in zuidelijke
richting overgetrokken den 23on
Mei. Zij' splitsten zic-h in twee troe
pen, de eerste onder bevel van
Kreutzinger trok in de richting van
Doornhoek. de tweede onder Mij-
bu-rgh trok naar Uytenhoek.
De Boerengevangenen tellen thans
18.578 man.
De „Petit Bleu" heeft over Rome
bericht ontvangen van het vermoor
den van 200 Italianen, zendelingen,
priesters, kolonisten), in de provin
cie Maranhao in, Brazilië. Het tele
gram heeft klaarblijkelijk betrek
king op een reeds vroeger met och
enkel woord vermelde gebeurtenis.
De berichtgever zegt dat op het
oogenbiik, waarop de Italianen in
de kerk geknield lagen., een troep
Indianen bet gebouw binnendrong
en geweerschoten loste op die me
nigte; vervolgens plunderden zij
de huizen van' hun slachtoffers.
De Brazillaansche regeerinv moot
troepen naar Maranhao gezonden
hebben, om de Indianen te tuchfcb
gen.
Stadsnieuws.
Haarlem, 28 Mei 1901.
Nationale Z mgwedstrijd te
Schiedam.
In den, Zondag 26 Mei te Sohiedam
gehouden Zangwedstrijd voor Man
nenkoren, behaalde de I-Iaarlemsche
Liedertafel „Haarlem's Zanggenot,"
directeur de heer N. H. Andriessen,
met algemeene stemmen den derden
prijs.
Ie prijs: Mannenzangvereeniging
„Crescendo", den Haag.
2e prijs: Liedert. „Zang en. Vriend
schap", Amsterdam.
4e prijs: „Nut en Genoegen" Rot
terdam.
Jubileum.
De heer II. London werd Zondag den
26en j.I., des morgens op zijn kantoor
komende, aangenaam verrast; hij
vond daar n.l. een inktkoker met zil
ver gemonteerd, cn ivoren duimstok,
areaiïlietoH.
EEW «JAAH
Naar het Engehch
VAN
DOROTHY GERARD.
27)
En die reden, voegde zi] eir ver
langend bij misschien, is het in
discreet de reden te vragen?
Het zou zeker indiscreet zijn
als ik z§ u zeide,, toeirmam ik,
maar ik geloof niet, dat u lang on
wetend' zult blijven. En. op dit
oogenbiik kwam' Marya zeggen, dat
mevrouw Zielinska haar bezoekster
ontvangen kon.
Ik zag mevrouw Malewicz dien
dag niet meer, en wa* dus niet in
staat o-m te oordeelen. over die uit
werking die de openbaarmaking
van het geheim op haar maakte.
Ge ziet. zij is een. oude huis-
vriendiin. zeide mevrouw Zielinska
half verontschuldigend1 tot mij,
en haar man wist veel van het spel
waar Kazimir zijn geld bij heeft
vft,rlo7ieri; Het «©hiinl raii niet on
mogelijk. dat zij zich iets herinnert
omtrent het geval. Wij mogen, niets
nalaten om achter het geheim te
kiomen.
En herinnerde zij: zich i'eiJs
vroeg ik.
Niets, zeide mevrouw Zielins
ka somber. Malwina heeft een
goed hart, maar haar geheugen is
als dlat van een kind.
Den volgenden dag wa,s ik in het
dorp en toevallig weer alleen. Meer
dan eens kwam ik in Andrei's hut,
want zijn vrouw was nog steed's
ziek en had' mijn hulp en raad, hoe
gering ook. wel noodig. Ik kon de
kleine, donkere, wilgenlaan reeds
droom en, en ken die' iederen krom
men wilg uit mijn hoofd1. Nooit
gi.n.g ik er door zondieir het aar
dige uitzicht op den visc-hvijverr te
bewonderen' en f.e genieten van dén
reuk van het heerlijk frisch bedauw-
de groen.. Sinds mijn ontmoeting
met Wladiimi'r was ik nooit iemand
anders tegengekomen dan een, los
gebroken varken, dat zich lag rond
te wentelen in het stof van. d'en
weg, maar thans stond er plotse-
lina- een man voor mii. Mi in' eerste
gedachte was dat het Wladlimir
weer was die een- laatste wanho
pige poging w'ilde wagen door mijn
hulp in te roe-pen en daarom ver
haastte ik mijn pos, zondier naar
hem te zien; maar, Lot mijn ver
wondering, bewoog hij zich niet,
en onwillekeurig opkijkend zag ik
Malewicz. Op het oogenbiik dat ik
hem berkendie, begreep ik ook de
reden van zijn komst. Het was mij
als had ik zoo iets verwacht. Hij
zelf versterkte imiji in deze ge
dachte.
Ge weet wat ik wil vroeg hij
op een meer beslisten dlan vragen-
den toon. Mijne moeder was gis
teren te Ludniki.
Als je alles weet, wat je moe
der weet begon ik, maar hiji viel
miji in dei rede.
Ja, jamaar mijn moeder is
niet de ware boodschapster die ik
noodlig heb. Zij heeft te veel ver
beeldingskracht. en misschien ook
te veel hart. Ik zou gaarne uw ver-
haai hoorem.
Over de brieven die uit Parijs
kwamen?
Neen, neen. zeide hij ongedul
dig, niet daarover, maar over
Wladimiir. Is het waar dlat hij, haar
verlaten heeft?
Ik vertelde hem dat dit zoo was.
Hij zweeg een: paar minuten,
klaarblijkelijk woxstelend! met zijn
ontroering.
Die hond, zei die hij' ten laatste,
deze woorden uitend met smartelij
ke stem. Toen scheen opeens zijn
tong los te komen.
O riep hij:, uit het diepst van
zijn ziel, ge weet wat het voor
mij was haar te verliezen, ge weet
wat mijn hoop was, maar ik zweer
u dat ik alles zou doen om dien
jongen' terug te brengen naar haar,
als zij dat. wilzooveel verdriet
doet het- mij te denken dat zij thans
lij dit. Hoe draagt ze het? De laatste
vraag werd gedaan met buitenge
wone belangstelling.
Het verlies van haar minnaar?
vroeg ik.
Ja.
Dan kan' ik u zeggen, dab er
niets te dragen valt. Zij heeft geen
minnaarvan het oogenbiik af dat
zij begreep, wie hij is, verdween
hij uit haar hart, als lihd hij nim
mer bestaan, en. zij zou hem: niet
weer terugweuschen.
Wat zegt ge? riep Malewicz
verbaasd en verheugd. Is zij zoo
stierk? God' zij daarvoor gedankt!
Haar liefde is dood, zegt go?
Dood als had ze nooit bestaan.
Hij, kwam op mij' toe, en liep
naast mij vcort.
Maar haar hart is niet dood,
niet waar? vroeg hij. zacht. Zou
het nog eens kunnen kloppen
voor een ander?
We keken elkaar voor een pa.ar
seconden diep in de oogen, en toon
sprak ik
Ik begrijp je Malewicz het
is het beste openhartig te zijn. Ge
vraagt mij nu de weg weer vrij is,
of er eenigo hoop voor jou is?
Dat meen ik juist. Wat denkt
ge en'an
De tijd alleen kan, ons deze
vraag beantwoorden op het oogen
biik valt er niet aan te denken.
Iedere poging vani uw kant zou
thans mislukken. Maar zij is jong
als ge haar tijd gunt
Maar ik kan baar geen tijd'
geven, zeide hij, met een onstui
migheid die mij trof. Ik dacht dait
ik de diepte van zijn liefde voor
Jadwiga had1 dloorgrond. maar dit
was mij eene nieuwe openbaring.
Het moet diad'elijk gebeuren of
moolt. Wilt gü mijn hulp zijn Dat
wilde ik u eigenlijk vragen. Ge
denkt dat ik te haastig ben, dat
weet ik, maar het lean niet anders.
Geloof mij, dit is het juiste» oogen
biik na alles wat gebeurd is, kan
het toch nog wel mogelijk zijn, en
hij Lachte zenuwachtig. Wilt ge
mij helpen, ja of neen Ik vraag
u dit niet voor mij, maar voor het
geluk van haar, d'ie wij heiden lief
hebben. Ik zal het doen zonder uw
hulp als ge weigert, maar het is
gemakkelijker dat wij het samen
cloen.
Ik heb altijd veel voor je ge
voeld antwoordde ik ontroerd, diep
bewogen. maar hoe ik je moet
helpen begrijp ik nog niet. Jad
wiga is zoo schuw voor de wereld
geworden, dal zij zelfs de intiem
ste gezichten mijdt. Weet ge dat
zij zich sinds de komst der brieven,
niet buiten de dieur beeft vertoond?
Als ge te Ludniki komt. zult ge
mogelijk haar moeder zien, maar
niet de dochter.
(Wordt vervolgd).