SCHAAKSPEL Prijsraadsel. De zegenvierende intocht. Naar Alphonse Daudet. Wij gingen met dokter V. terug door de Avenue des Champs-Elysées en vroegen naar de geschiedenis van ons belegerd Parijs aan de muren, vol bomgaten, en de diep in den grond geschoten trottoirs. Even voor wij aan de place de PEtoile kwamen, stond de dokter stil en wees mij op een van die groep hoekhuizen, die met zoo statige pracht rondom a en Arc-de- Triomphe staan geschaard. „Ziet ge daar in de hoogte, opdat balkon, die vier gesloten vensters?" vroeg hij mij. „In de eerste dagen van Augustus, die verschrikkelijke Augus- tus-maand van het jaar zeventig, zoo drukkend door onweders en rampen, werd ik daar om een geval van be roerte geroepen. Het was bij kolonel Jouve, een oud kurassier van het eerste Keizerrijk, wien roem en vaderlands liefde tot eene soort van koppige le vensbehoefte geworden waren, en die, van het begin van den oorlog af, in de Champs-Elysées was komen wonen, in een huis met een balkon raad eens waarom om tegenwoordig te zijn bij den zegenvierenden intocht onzer troepen. De arme man Hij kreeg het bulletin van Weissenburg juist toen hij van tafel kwam, en toen hij dén naam van Napoleon had gelezen onder dit bericht van eene nederlaag, viel hij neêr, als van den bliksem getroffen. „Ik vond den oud-kurassier in zijn volle lengte uitgestrekt op het vloer kleed, met een bloedig bewegingloos gezicht, alsof hij een mokerslag op het hoold had gekregen. Als hij stond, moest hij heel groot zijn nu hij lag, scheen hij onmetelijk. Hij had fraaie trekken, prachtige tanden en eene vacht van krullende witte haren, tach tig jaar, die er maar zestig schenen. Dicht bij hem lag zijne kleindochter schreiend op de knieën. Zij geleek op hem. Wie hen zoo naast elkander zag, moest denken aan twee schoone Griek- eohe munten, met denzelfden stempel geslagen en alleen hierin ver schillend, dat de een ond en dof was, wat vaag aan de omtrekken, en de ander schitterend en onberispelijk scherp geteelcend, in den vollen glans en de fluweelige schoonheid van de nieuwe stempeling. „De droefheid van dit meisje trof mij. Haar vader diende bij den staf van Mac-Mahon, en zoo was zij sol- datenkind en -kleinkind. En het ge zicht van dien reusachtigen grijsaard, die uitgestrekt voor haar lag. riep voor haar geest een ander beeld op, dat niet minder, verschrikkelijk was. „Ik stelde haar, zoo goed ik kon, gerust, maar eigenlijk had ik zelf heel weinig hoopik had hier te doen met niets minder dan eene halve verlamming, en op tachtigjarigen leef tijd'komt iemand daar hoogstzelden van op. Drie dagen lang bleef de zieke dan ook in denzelfden, onbewegelijken, versuften toestand. .In dien tusschentijd werd het bulletin van Reiehslioffen in Parijs gepubliceerd. Gij zult u herinneren op welk eene vreemde wijze. Tot den avond geloofden wij allen aan eene groote overwinning twintig duizend Pruisen gedood, de Kroonprins ge vangen genomen. Ik weet niet door welk wonder, door welken magne- tischen stroom een naklank van die nationale vreugde onzen armen doof stomme opzocht in de voorhoven van zijne verlamming dit alleen is zeker, dat ik dien avond, toen ik bij zijn bed kwam, niet meer denzelfden man vond. Zijn oog stond bijna helder, zijn tong was minder zwaar, zelfs had hij de kracht, tegen mij te glim lachen, en stamelde tweemaal „,,Vic-to-rie „„Ja, kolonel, eene groote over winning „En naarmate ik hem meer bij zonderheden mededeelde aangaande dit schitterend succes van Mac-Ma hon, zag ik zijne trekken minder strak worden en zijn gezicht ophel deren. „Toen ik, heenging, stond het jonge meisje mij buiten de deur op te wachten. Zij was bleek en snikte. „„Maar hij is gered!"" zeide ik, en nam hare handen in de mijne. „Het arme kind had nauwelijks den moed, om antwoord te geven. Zoo even was het w a r e bulletin Reichshoffen afgekondigdMac-Ma hon op de vlucht, het geheele leger vernietigd Wij keken elkaar verslagen aan. Zij was wanhopig, als zij aan haar vader dacht; ik sidderde bij de gedachte aan den grijsaard. Dezen nieuwen schok zou hij stellig niet kunnen weerstaanEn toch, wat moesten wij doen? Hem zijne vreugde, zijne hersen schimmen laten, die hem het leven hadden teruggegeven? Maar dan zouden wij moeten liegen „„Goed, dan zal ik liegenzei het moedige meisje en droogde snel hare tranen af. En met stralende op geruimdheid ging zij in de kamer van haar grootvader terug. „Het was. eene zware taak, die zij op zich genomen had. De eerste dagen ging het nog eenigszins. Het hoofd van den ouden man was zwak en hij liet zich als een kind bedriegen. Maar met zijne gezondheid kwam ook de scherpheid zijner denkbeelden terug. Hij moest op de hoogte gehouden worden van rle ieger-manoeuvres, en er moesten dus oorlogsbulletins opge steld worden. Het was werkelijk een roerend gezicht, dat mooie meisje, nacht en dag over hare kaart van Duitsehland gebogen, bezig met vlag getjes te steken en zich inspannend om een ganschen roemrijken veld tocht in elkaar te zettenBazaine op weg naar Berlijn, Froseard in Beieren, Mac-Mahon naar de Oostzee. Mij vroeg zij voor dit alles om raad, en ik hielp haar, zooveel ik vermocht. Maar de grootvader vooral was ons van dienst bij dien denkbeeldigen in val hij had Duitschlancl zoo dikwijls veroverd onder het eerste Keizerrijk Hij wist alle slagen vooruit: „Nu zullen zij daarheen gaan"„Nu zullen zij dat doen!". en zijne voorzeggingen kwamen altijd uit, hetgeen hem bijzonder trotsch maakte. „Ongelukkig hadden wij goed steden innemen en slagen winnen, wij gingen hem toch nog nooit gauw genoeg. Hij was onverzadelijk, onze oude. Eiken dag, als ik kwam, hoorde ik van een nieuw wapenfeit. „„Dokter, we hebben Maintz inge nomen."" Zij zeide dit met een smarte- lijken glimlach, toen zij me tegemoet kwam, en door de kamerdeur heen drong de klank van eene vroolijke stem. die mij toeriep „„Het gaat goed! Het gaat best! In een week zijn we in Berlijn!" „Op dat oogenblik waren de Pruisen niet meer dan een week van Parijs. Wij vroegen ens eerst af, of het niet beter zou zijn, hem naar het land over te brengenmaar zoodra hij buiten de stad was, zou de staat, waarin hij Frankrijk vond, hem alles verteld hebben, en ik vond hem nog te zwak, te veel versuft door den grooten schok, om hem met de waar heid bekend te maken. Er werd dus besloten, dat hij blijven zou. „Den eersten dag van de insluiting, herinner ik mij, kwam ik zeer ont daan bij hem boven, met dat gevoel van angstige gedruktheid, dat wij allen hadden bij de gedachte aan de gesloten poorten van Parijs, aan het vechten onder onze muren, aan onze stadswallen, die nu landgrenzen wa ren. Ik vond onzen goeden oude in een opgewonden stemming, en zege vierend en trots riep hij mij toe „„Hè. daar is het beleg dan nu toch begonnen"". „Ik keek hem in stomme verba zing aan „„Wat, kolonel, weet ge dan. „Zijne kleindochter keerde zich naar mij toe „„Wel, natuurlijk, dokter!... Dat is immers het groote nieuws van den dagHet beleg van Berlijn is be gonnen."" „Zij haalde zoo rustig en kalm haar draad op, terwijl zij dit zeide... Hoe zon hij eenig vermoeden hebben kun nen krijgenPlet geschutvuur op de j forten kon hij niet hoorenParijs, het rampzalige Parijs, in zoo onheil- I spellende en treurige verwarring kon hij niet. zien. Wat hij van zijn bed af zien kon, was een hoek van den I „Arc-de-Triotnphe, en iti zijn kamer, om hem heen, een klein museum j van antiquiteiten, uit het eerste kei- I zerrijk, wel geschikt om zij ne schoone j hersenschimmen te voedenpor- tretten van maarschalken, gravures 1 van veldslagen de Koning van Rome j in een kinderjurkje, en groote stijve consoles, versierd met koperen eere- 1 zuilen en volgeladen met reliquieën van den keizer, medailles, bronzen penningen, eene rots van St. Helena onder eene stolp, miniatuurportretjes, die alle dezelfde dame voorstelden, met fijne krulletjes en in balcostuum eene gele japon met hooge poi- I mouwen en heldere oogen, en j dat allesde consoles, de koning van Rome, de maarschalk, de gele dames met hare lijven la bouffante en hare hooge ceintuurs, die knellende stijfheid, die de gratie was van 1806 Bravo kolonelDie atmosfeer van ver overingen en overwinningen, meer dan al wat wij hem konden vertellen, was het, wat hem zoo naïef deed ge- looven aan het beleg van Berlijn. „Van dien dag af werden onze mili taire manoeuvres vrij wat eenvoudiger. Berlijn innemen was nu nog slechts eene quaestie van geduld. Van lijd tot tijd, als de oude man zich te erg verveelde, werd hem een brief van zijn zoon voorgelezen, wel te verstaan: een gefantaseerde brief, want niets kou Parijs meer binnendringen, en Mac-Mahon was bovendien naar eene Duitsche vesting gezonden. Kunt ge u de wanhoop van dat arme kind voor stellen, zonder eenige tijding van haar vader, maar wetend, dat hij ge vangen was, aan alles gebrek had, ziek was misschien, en nu genood zaakt hem in vroolijke brieven te laten spreken, al waren die dan ook wat kort, zooals een soldaat in bet veld ze schrijven kon, die altijd maar voortrukte in het veroverde land? Soms, als haar de krachten begaven, verliepen er weken, zonder dat er tijding kwam. Maar dan werd de oude man onrustig en kon niet meer sla pen. En gauw, gauw kwam er dan weer een brief uit Duitsehland, dien j ze hem vroolijk ging zitten voorlezen aan zij n bed, met opgekropte tranen. De kolonel luisterde in vrome aan- dacht, glimlachte vol instemming, juichte toe, erifiseerde en legde ons i de eenigszins duistere plaatsen uit.' „Maar bovenal was hij merkwaardig I in de antwoorden, die hij aan zijn 1 zoon zond. „„Vergeet nooit, dat ge j een Fransciiman zijt"".... „„Wees i jegens die arme lieden"".„„Laat de verovering niet al te zwaar op hen drukken""-... En dat werden eindelooze vermaningen, bewonderens- waardige, kleine preekjes over de eerbiediging van het eigendomsrecht 1 en de beleefdheid, die men aan da- 1 mes verschuldigd is, een waar wet- boek over militaire eer, ten gebruike I van veroveraars. Hij mengde er ook eenige algemeene beschouwingen over politiek tusschen door en over de vredesvoorwaarden, die de overwonnen I partij opgelegd moesten worden. Ik j moet zeggen, dat hij op dit punt niet j veeleischend was. „„Schadeloosstelling van oorlogs kosten, en niets meer. Waar zou (lat voor dienen, hun provincies af te nemen?.... Kan er Frankrijk ge maakt worden van Duitsehen grond?"" „Dat alles dicteerde hij met een I vaste stem. En er was zooveel onge- I veinsde oprechtheid in zijne woor- I den, zooveel echte vaderlandsliefde van dè schoonste soort, dat wie het hoorde onmogelijk onbewogen kon 1 blijven. „In dien tusschentijd werd het be- j leg steeds voortgezet, niet dat van Berlijn, helaas! Plet was toen de tijd I van die stre ge koude, van het bom- j bardement, van de epidemieën en I van den hongersnood. Maar dank zij I onzen zorgen, onzen bemoeiingen en de onvermoeide teederheid, die zich om hem vermenigvuldigde, werd de blij" oedigheicl van den grijsaard geen oogenblik verstoord. „"Voqi "VacLerland. en. ZEConing-". Hierboven geven wij een groep, voorstellende de Vereeniging tot ver hooging van 's lands V'ecrbaariie'd „Voor Vaderland qn Koning". I Den 26sten October a.s. viert de ver eeniging haai" 25-jarig bestaan. Zij stelt zich ten doel, het houden van oefe. iningen in de wapenhandel en het om zoonoodig op te tre- rdediging des Vaderlands. links is de kapitein-com- heer J. J. Zeewoldt. De jacht op lauweren. Ondeugende menschen beweren dat generaal-veldmaarschalk graaf Von Waldersee met de aanvaarding van het oppercommando over de in ternationale troepen in de Chineesche provincie Petsjili voornamelijk be oogd heeft het behalen van heldenlau- weren in groote slagen tegen Boksers en andere tegensporreli.ee Chineezen. Plet heeft niet mogen zijn! Walder see keert binnenkort naar Duitsehland terur< zonder den vurig sewenschten lauwertooi om de slapen; maar zijn wensch is liem pranie geworden: hij het aan boord gaan van het schip, hem uit China afhaalt, denkt hii n Mijn' eenige hoop ligt nu no? een zeegevecht. Aldus carricatureert. Caran d'A 's veldmaarschalks streven m de pi 4 „Tot het einde toe kon ik hem wit tebrood en versch vleesch bezorgen, alleen maar voor hem, dat laat zich .begrijpen. En gij kunt u niets aandoenlijkere voorstellen, dan zulk een ontbijt van dien grootvader, zoo vol onschuldige zelfzucht, de oude man in zijn bed, frisch en vroolijk, met het servet onder de kin en bij hem zijne kleindochter, wat verbleekt door de ontbering, en bezig, zijne hand te sturen, hem te laten drin ken, en hem te helpen, om al die verboden lekkernijen op te eten. Op gewekt door den maaltijd en in het behageüjk gevoel, dat zijne warme kamer hem gaf, te aangenamer dooi den guren winterwind daarbuiten en de sneeuw, die voor zijne vensters dwarrelde, kwamen bij den ouden kurassier zijne herinneringen boven aan zijne veldtochten in het Noorden en dan vertelde hij ons voor de hon, derste maal dien ellendigen terug tocht uit Rusland, toen zij niets an ders te eten hadden dan bevroren be schuit en paardenvleesch. „„Begrijp je dèt, kleintje We aten paardenvleesch „Ik geloof wel, dat ze het begreep. Sedert twee maanden at zij niets an ders „Ondertusschen werd van dag tot dag, naarmate de genezing vorderde, onze taak bij den zieke moeilijker. J De verdoonng van al zijne zinnen,: van al zijne ledematen, die ons tot nog toe zoo goed te pas was geko men, begon langzamerhand te ver dwijnen. Twee- of driemaal reeds had het verschrikkelijke vuren aan de poort Maillot hem doen opspringen, aïè een jachthond, die de ooren spitst. Wij waren toen genoodzaakt geweest, eene laatste overwinning van Bazaine voor Berlijn te fingeeren, en salvo's, die te zijner eer van de Invalides werden afgeschoten. „Op een anderen dag, toen wij zijn bed bij het raam hadden geschoven het was, geloof ik, de Vrijdag van Buzenval zag hij heel duidelijk de Nationale garde, die zich opeenhoopte in de Avenue de la Grande-Armée. „Wat zijn dat daar voor troepen vroeg hij, en wij hoorden hem tus schen de tanden brommen „„Miserabele houdingMiserabele houding „Er kwam niets meer. |Maar wij be grepen, dat wij in 't vervolg de uiter ste voorzorgen zonden moeten in acht nemen. Ongelukkig namen wij er niet genoeg. „Op zekeren dag, toen ik hem weer bezocht, kwam het meisje mij ver ward en droevig tegemoet. Morgen trekken zij binnen zeide zij. „Stond grootvaders kamer open Ik weet het niet. Nu ik er aan terug denk, herinner ik mij dit alleen ze ker, dat zijn gezicht dien avond eene zonderlinge uitdrukking had. Waar schijnlijk had hij ons gehoord. Alleen spraken wij van de Pruisen en dacht hij aan de Franschen en aan dien glorierijken intocht, dien hij sinds zoo lang verwachtte: Mac-Mahon. de Avenue afrijdend, begraven onder bloemen en fanfares zijn zoon naast den Maarschalk, en hij, de grijsaard, op zijn balkon, in groot tenue, zooals bij Lïitzen, om de doorboorde vaan dels en de zwartgeschoten banieren te salueeren de vensters en Parijs somber en onheil spellend als een groot lazaret, met vaandels overal, maar zulke zonder linge vaandels, geheel wit met roode kruizen, en niemand om onze sol daten te ge moet te gaan. „Een oogenblik kon hij gelooven, dat hij zich vergist had „Maar neenIn de verte, [achter den Arc-de-Triomphe, klonk een ver ward gedruisch, en eene zwarte streep kroop langzaam voort in het rijzende daglicht.... Punten van helmen be gonnen te schitteren en de kleine tam boers van Jena sloegen den roffel „En onder den Are de PEtoile, op de maat van den zwaren pas der sec ties en het gekletter der sabels barstte de triomfmarsch der Duitschers in luid geschetter los. „Toen, in cle doffe, doodsche stilte van het plein, klonk een kreet, een verschrikkelijke kreet: „Te wapen te wapen! De Pruisen!" „En de vier ulanen van de voor hoede zagen daarboven op het balkon een reusachtigen grijsaard, die zwaaide met de armen en stokstijf neersloeg. „Dezen keer was kolonel Jouve werkelijk dood." WETENSCHAP. Een. nieuw strijkijzer. „Arme vader Jouve! Hij had zich ongetwijfeld verbeeld, dat wij hem, om hem eene te sterke aandoening te besparen, wilden verhinderen bij dien intocht onzer troepen tegenwoordig te zijn. Hij wachtte zich dan ook wel, er iemand over te sprekenmaar den volgenden morgen, op het oogenblik zelf, dat de Pruisische bataillons zich vertoonden op den langen weg, die van de poort Maillot naar de Tuile- rieën leidt, ging het raam boven zacht jes open, en de kolonel verscheen op het balkon, met zijn helm, zijne lange sabel en zijne geheele roemruchte oude plunje als oud-kurassier van Milhaud. Ik vraag mijzelf nog af, welk eene inspanning van zijn wil, welk eene opflikkering van levens kracht, hem zoo, in volle rusting, op de been had gebracht. Wat er van zij, hij stond daar, rechtop, achter de balustrade van zijn balkon, verwon derd, dat de wegen zoo breed en zoo stil waren, de jaloezieën gesloten voor Wit speelt en geeft in twee zetten mat. Oplossingen worden vóór 17 Juni gewacht aan het adres van den red teur dezer rubriek. Jhr. A. E. FOREEST, Atjehstraat 134 te 's-G venhage. Oplossing van Probleem No. 2 1 Pd6, enz. Goede oplossingen ontvangen van v. V. en H. v. d. H. Rijnders, beid te Haarlem. De plaat geeft een afbeelding van een nieuwe constructie van een strijk ijzer. Het eigenaardige van dit model bestaat hierin, dat het handvat geheel afneembaar is, doch bij het gebruik heel en al vastzit. Daardoor is verkre gen,,! dat verhitting van het handvat of verbranding van de houtdeelen. wel ke er aan zitten, voorkomen wordt. Bij de gewone strijkijzers van nieuwer mo del moet de niet-verhitting van het handvat gewoonlijk verkregen worden, door de verbinding tusschen handvat en ijzer slechts aan één zijde te maken Qf het handvat vrij hoog boven het ijzer aan te brengen. In heide gevallen wordt het gebruik van het strijkijzer niet bij zonder gemakkelijk gemaakt en het verbranden van houtdeelen wordt er niet door voorkomen. De op de afbeelding zichtbare vorm van het handvat, die meer overeenkomt met de vroeger gebruikelijke construc ties, waarbij een gloeiende bout in het ijzer werd gelegd, in ongetwijfeld in het gebruik handiger en toch wordt de verhitting van het handvat meer dan bij andere modellen verhinderd. Om het handvat van het ijzer los te ma ken behoeft men slechts den in het handvat zichtbaren knop een weinig op te trekken en dan het handvat in overlangsche richting van het ijzer eenige millimeters te verschuiven. Bij het bevestigen van het ijzer doet men het omgekeerde: het boutje, waarmee de bevestiging geschiedt, springt dan door de werking van een veer vanzelf in. Met hetzelfde handvat kunnen ijzers van verschillende afmetingen worden gebruikt. W etenswaardigheden. Australië heeft een bevolking van nog niet geheel vijf milltoen rielen; deskundigen beweren echter, dat het gemakkelijk tweehonderd millioea menschen zou kunnen bevatten en voe den. Een renpaard in volle vaart legt met eiken sprong 6 meter af, een struisvo gel 9 meter. Groot-Brittannië koopt Jaarlijks sponsen tot een gewicht van een mil- lioen pond. De oplossing van ons Prijsraad is: ONGEVALLENWET. De onderdeelen zijn gong, val, Ne (Leen) en wet. Ingekomen waren goede oplossingen. Bij loting viel uitgeloofde Kop en Schotel ten di aan den heer W. VAN KETWICK, villa „Terras" Santpoort. De prijs ligt ter beschikking van d winner aan ons bureau, Kampersinj 70, Haarlem. Van Mej. G. v a n G e u 1 e n, Jacol nestraat 36 alhier, ontvingen wij ee berijmde oplossing die wij om het ai dig idee hier ook wilen laten volgt Na 't lezen der Zaterdagavond coura Nam ik 't oplossen van het raadsel 1 hand. 'lc Had daarin op eens al dadelijk pr Want het woord dat ik vond was: 0 gevallenwi Nu nam ik 3, 1, 10, 3 op den tong. En 't was mij als hoorde ik daad'l een g o n Bij 5, 6, 8 was ik ook heusch n niet m Want 'k liep onbezonnen, toch niet den val Ik heb juist een Nichtje dat luisti naar N e e 1, Met 2, 4, 9. 7 scheelt dit niet heel ve En7, 9, 4, 2 heet L een, en mijn Ne Is heusch.toch geen meisje, zoo wa ik leef De prijsvraag die wij nu gev luidt als volgt: Reeds lang heeft men gezocht na een goed Hollandsch woord vc automobiel. De uitdrukking ,,z£ beweger" geeft niet genoeg weer v dat moderne voertuig eigenlijk Wellicht is een onzer lezeressen of zers in staat een woord te bedenki dat in alle opzichten aan 't gevraag voldoet. Zij of hij zal daarmede e grooten dienst bewijzen aan dezen zi steeds uitbreidenden tak van sport aan de Nederlandsche taal. Antwo- den worden ingewacht tot en n Woensdag a.s. Als prijs loven wij uit een PORTEMONNAIE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 8