NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken. Prinses Fékla I9e Jaargang Dinsdag 2 Juli 1901. Nö. 5522 HAABLEIfS DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent geveatigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.02% Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37 de omstreken en franco per post 0.45 ADVERTENTIEN Van 15 regels 50 Ots.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 015. Groote letters naar plaatsruimte. Bq Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regeL Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt. Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 123, Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertenti en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE T.A MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen, Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangèro G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONESj Succ., Parijs 3V»* Faubourg Montmctijre. Haarlem's Dagblad van 2 Juli bevat o.a. De activiteit der Boeren in de Kaapkolonie en Transvaal wordt steeds grooter, Eene geestdriftige hulde te Brussel, De vergoedings- comniissie, Prov. Staten, Haagsclie brief. Wat de bladen van denuit slag der Herstemmingen zeggen, Kruger te Kampen, Verpleging van krankzinnigen, Voorturners- les. i'olitiek Overzicht. Van Engelsche zij die is nu offi cieel bevestigd, dat die oorlog gevoerd word't op eene schandelijke manier. Dat staat er wel niet direct, maar een goed verstaander enz. Er is namelijk een zoogenaamd Blauwboek verschenen, bevattende de correspondentie van 3 Februari tot 22 October 1900 tussehen lord Roberts en de Boeren-oommandan- ten betreffende die verwoesting van eigendommen. De presidenten van Transvaal en den Oranje'-V rij staat protesteerden den 3en Februari 1900 tegen de ver woesting van boeven op barbaar- sche wijze, aangemoedigd- door Eni- gelsche officieren, en in strijd met die gebruiken van den oorlog tus sehen beschaafde volken. Lord' Roberts antwoordde op 5 Februari dat die troepen besliste bevelen hadden ontvangen, om par ticuliere eigendommen te eerbiedi gen. Hij ontkent dat barbaarsch- he'id wordt aangemoedigd ddor En gelsche officieren' en zegt, diat de troepen der Republieken zich heb ben schuldig gemaakt aan vergrij pen tegen de beschaafde wijze van oorlogvoeren door loyale Engel sche onderdanen in de districten uit hunne huizen te verdrijven. In een schrijven van 18 Mei ont kent Lord Roberts de juistheid der gevallen van barbaarschheid aange haald door d'e Boeren. De Boerengeneraal Botha protes teert in een schrijven van 4 Juli te gen de god'delooze barbaarschheid der Engelse-hen. waarbij hij voor beelden aanhaalt, die echter u'oor Lord Roberts in een schrijven van 28 Juli wordt ontkend1. Den 3en Augustus deelt lord Ro berts aan De Wet mede. dat het verbranden van hoeven noodzakelijk gemaakt is, döor het schieten uit hoeven wiaar- op de witte vlag geplaatst is en door het doen ontsporen van een trein. In brieven van 7 September en 22 October zet lord Roberts uiteen, dat de Boeren-taktiek ontaard is in guerilla, die onderdrukking door buitengewone mid delen noodig maakt, zoo als d'ie door beschaafde volken' in soortgelijke omstandigheden zijn toegepast. Men ziet het, 't is wieer het oude liedje eerst de Boeren van bar baarschheid beschuldigen .en ten slotte bekennen dat er door de En gelsche troepen hoeven zijn ver brand en dat buitengewone" mid delen zijn gebruikt om den tegen stand der Boeren te onderdrukken. Wat lord Roberts schrijft over de noodzakelijkheid hiervan, is weer een van die bekende doekjes voor 't bloedien. zooals wij dat van de Britten gewoon zijn. Ook bet zich beroepen op antecedenten is Laf want 't gaat toch maar niet aan te zeggen v nu is vroeger de oorlog op onmensche-lijke wijze gevoerd en dus kunnen we dat nu ook wel weer d'oen. Bovendien, het is reeds dikwijls gezerrd de geschiedenis der laatste eeuwen, kan geen voor beelden aantoonen die liet gedrag der B ritschei legers in Zuid-Afrik a evenaren. Dit Blauwboek is weer een van die staaltjes van ergelijke brutali teit, waarin de Engelschen zoo sterk'zijn. Intusschen. de zonen Albion's mogen nog zoo streng en bard op treden, de aanvallers in de Kaap kolonie storen er zich weiniig aan en gaan rustig voort met hunne be wegingen die volgens telegrammen, door die Daily Mail" ontvangen, zich steeds meer uitbreiden'. Dit blijkt ook wel uii,t de verschil lende Reuterberichten hieromtrent: Uit Kaapstad wordt dd. 28 Juni geseind, dat honderd Boeren Woensdagmorgen om twee uur een aanval op Biesjespoortstatioin ten zuiden van Victoria-West de den na de goederenloodsen geplun derd te hebben maakten zij zich uit de voeten. Een patrouille van kolonel Scott's s p o orw egbe w aki ngstroepeiï werd aangevallen bij Homeynes'kloof, Zelfs een bericht uit Mi idelburg als zouden 159 Boeren bij Tearka- stad na 4 uren strijdens, Noord waarts zijn gedreven en vervolgd, spreekt weer voor hunne activiteit, zooals trouwens elk door hen gele verd gevecht. Verliezen worden in dit telegram niet gemeld een veeg teeken voor de Tommies. In Transvaal zitten de Boeren ook mi et stil, al schijnen zij daar een klein verlies te hebben geleden. Lord Kitchener seint uit Pretoria van Zaterdag De Boeren vielen in den nacht van den 2Gem Juni op de Delagoabaai-spoorweglijn in de na bijheid van Bmgspruit twee blok huizen aan. Een gepantserde trein, die ter plaatse kwam, verdreef de Eoeren. die vier dooden op het ter rein achterlieten, terwijl zij twintig dooden en gewonden' medenamen naar men zegt. De Engelschen na men drie en twintig paarden en eenige karren hun verliezen be droegen vier licht gewonden. Du- pre z, veldkornet van. Pietcrsbrug, gaf zich met vier en veertig man over. Dit mag nu al voor 't oogenblik een minder gunstig resultaat zijn gesteld dat alles waar is wat het telegram behelst toch blijkt er uit dat de Transvalers dapper blij ven strijden en zelfs aanvallendier- wijs optreden. Dat bovendien de „nederlaag" der Boeren niet groot was, blijkt wel uit het feit, dat zij slechts 4 dooden achterlieten. Hunne overige dioodien en gewonden die twintig heeten te bedragen, hebben zij dus rustiig kunnen meevoeren. Wat de overgave van Duprez en zijn 44 man betreft, niets d'uidt aan, diat dit slaat op bovenvermeld' gevecht. Wellicht ziin die 44 „mammen'" van drie water-en-mei k-Transvalers. die best uit de geleden der vrijheids helden kunnen gemist worden. Is het zoo niet en waren het inderdaad strijdbare burgers, welnu, dan is het feit te betreuren doch aan het welslagen d'er Boeren- zaak die o. i. als een paal boven water staat, doet het niets af. Dat de openbare meening in Europa ten gunste der bedde Repu blieken in Zuid-Afrika is, kwam 'weer duidelijk aan 't. licht tei Brus sel, waar Andries De Wet, neef den bekenden Boerengeneraal Za terdagavond; in den Schouwburg Albambra, voor een geestdriftvol publiek, diezelfde lezing hield', die hij reeds in verschillende hoofd steden van 't vasteland heeft ge houden. Spreker beschreef in treffende bewoordingen den treurigen toe stand waarin zijn landgenoot'en ge bracht zijn door de Engelsche ge neraals, en viel heftig Chamberlain aan, Het publiek gaf door applaus zij ne instemming daarmede te ken nen. Na afloop der lezing werd De Wet door een ontzaglijke menigte, voorafgegaan door muziek en vaan dels en onder het zingen van het Transvaalsche volkslied, begeleid naar het lokaal eener Hollandsche vereeniging waar een receptie plaats had. Onderweg span de men de paarden van het r ij tuig van De Wet en trok dit voort tot deGran- de Place. De Jingo's zullen zich wel ver bijten van woede, bij deze tijding, die weer een bewijs te meer is. voor de algemeene afkeuring die Engeland's houding tegenover de Boeren ondervindt. I Buitenlandsch Nieuws. De verzoedDgs-commissie. De particuliere correspondent var het Algem. Handelshl. te Londen ver- telt weer een en ander over de werk zaamheden der commissie die belast is de eischen om schadevergoeding der ui Zuid-Afrika verdreven, vreemdelingen te onderzoeken. Wij ontleenen aan dit schrijven het volgende: De eerste en de laatste zitting dezer week waren voor 4e algemeene loop der zaken de belangrijkste. Maandag namelijk deelde Sir John Ardagh, de vertegenwoordiger der Britsche regeering mee, dat lord Ro berts hem had laten weten, dat hij van plan was aanstaanden Woensdag den derden Juli getuigenis ta komen afleggen en dat hij kolonel Girouard, den directeur der spoorwegen in Zuid- Afrika zou meebrengen. Kolonel Girouard is een 34-jarige man, die een schitterende carrière heeft gemaakt. Hij is geboortig uit Montreal in Quebec en dus een (Fran- sche) Canadees, hij werd ook in Cana da, in Kingston, opgevoed, maar trad op 21-jarigen leeftijd reeds in Engel schen krijgsdienst. Hij heeft veel ex pedities in Afrika meegemaakt, maar trad meestal op als chef van den com municatiedienst. Van 1896 tot 1898 was hij directeur van den Soedan spoor weg en na een jaar voorzitter van het Egyptische Spoorbeheer te zijn ge weest, ging hij naar Zuid-Afrika om lord Kitchener te helpen met de orga nisatie van den spoorweg- en commu nicatiedienst aldaar. Hij is natuurlijk Sir John's „big gun" tegen de Z. A. S. M. En Donderdag tegen het eind der laatste zitting dezer week deelde Sir John nog nader mee dat hij lord Ro berts voornamelijk wilde hooren over drie punten! In de eerste plaats over het algemeen beginsel waarvan de militaire auto riteiten waren uitgegaan bij de depor tatie. Sir John laat hoe langer hoe be slister uitkomen bij de verhooren van eischendê uitgezetten dat hij deportaties van employés der Z. A. S M. gerechtvaardigd acht op zich zelf. En het lijdt geen twijfel of zoowel lord Roberts als kolonel Girouard' zullen hun licht moeten laten schijnen op de vraag of de Z. A S. M. al dan niet oor logvoerend was. Dit zal Sir John te ijveriger trachten te bereiken, wijl de voorzitter der commissie afficieel geen kennis wij nemen van verklaringen afgelegd voor of besluiten genomen door de concessie-commissie, waarin de heer Loveday, lid dezer Vergoe dingscommissie, ook zat. Dus niet alleen het algemeene begin sel waarop deportatie gegrond was, ook de speciale deportatie van ambte naren der Z. A. S. M„ omdat ze amb tenaren dier maatschappij waren, zal Woensdag besproken worden. Van minder belang zal wezen het ge tuigenis van lord Roberts over de fa- meuse samenzweringen te Johannes-1 burg en Pretoria, doch misschien zal! veldmaarschalk's verhoor duidelijk' makeu hoe het mogelijk was dat hem een lijst van liefst 200 samenzweer ders werd bezorgd zooals een gewe zen detective der Johannesburgor po litie deze week aan de Vergoed ings- coinmissie vertelde; hoe verder van die 200 er slechts 15 onder toezicht werden gehouden, slechts 10 gevangen gezet, slechts 1, Cordua, berecht en doodge schoten werd. De Z. A. S. M. ambtenaren vormen evenwel, met het oog op de toekomst der maatschappij zelve het meest be langwekkend contingent en daarom is de heer Milvain, naar hij Donder dag weer liet blijken, er zoo op ge steld ze te hooren en zooveel mogelijk da verklaringen van lord Roberts en kolonel Girouard te doen bijwonen. Sir John opperde bovendien nog het denkbeeld dat het wel practisqh ware wanneer de gezamenlijke ambtenaren zich bij deze gelegenheid door dr. Kretchmar lieten vertegenwoordigen. Milner bij Edward VII. Lord Milner had een audiëntie bij Koning Edward op Marlborough Hou se en werd geruimen tijd door Zijne Majesteit geconsulteerd. De hoofdstad van China. Markies Tseng ontving een telegram uit Singan-foe, volgens hetwelk de kei zerin van China aan den Grooten Raad had doen weten dat de toekom stige hoofdstad in plaats van Peking zal zijn Kaifeng-foe in Honan. Zii wil niet naar Peking terugkeeren, daar zij vreest dat men haar in den val zal lok ken om zich van' haar meester te ma ken. Kreta. Het wordt geloofd, dat de Czaar met eenen eigen hand igen brief ziinen vroc- gcren reisgenoot, Prins George, er toe gebracht heeft, af te zien van zijn plan om Kreta met Griekenland te vereeni gen, en deze heeft zich daarop naar den wil der vier mogendheden is gaan schikken. Dit kan van den Czaar eene gemoedelijke raadgeving zijn, aan den vriend, die hem eens, het was in hun jeugd in Japan, het leven redde, toen hij door fatanieke Japanners aan den ingang van een tempel aangevallen werd. Maar niet onwaarschijnlijk laat ook hier de politiek zich niet zoozeer door persoonlijken aandrang inspireer- ren, en zou het eer zijn Ruslands be lang bij een voorloopige rust in denBal. kan, die door nieuwe stoutigheden van Griekenland in gevaar zou worden ge bracht, dat den brief ingegeven heeft. Algemeen© berichten. DE OORLOG IN Z.-AFRIKA. Een koloniale strijdmacht raakte Don derdag slaags met de Boeren nabij Whittlesea ten zuiden van Queenstown er werden drie hunner gedood en 25 paardön buitgemaakt. Van de Boeren waren sommigen onbereden. Engelsche verliezen niet genoemd, dus vermoedelijk ernstig. In het gevecht op 24 dezer ten zuid westen van Conway maakte kolonel Creure vier geweren en twintig paar den buit; commandant Lotter werd ge wond. Stadsnieuws Haarlem, 1 Juli 1901. Prov. Staten. Ge<L Staten stellen aan Prov. Staten voor, de navolgende subsidiën te ver- leenen aan het Matrozen-Instituut te Amsterdam f 500 per jaar, voor 3 jaar; aan het Pare Vaccinogène te Amster dam evenzoo; aan de Prov. Commissie ter bevordering der veefokkerij in dit gewest f 2500 per jaar, vooy 3 jaar; (adressanto vroeg f 5000, maar Ged'. Staten achtten dat bedrag niet noodig); aan de gemeente Texel een som van f 1200 voor verbetering en herstelling van den weg van den Burg naar de haven nabij het Oude Schild. Het bestuur van de Alkmaarsche Huishoud- en Industrieschool verzoekt om verhooging van het thans loopend provinciaal submie van f 700 tot- f 2000. Ged. Staten aawiseeren om over 1901 (i'gevolge eonmaal aangenomen be- ginsel om niet\ tusschentijds verhoo. gin gtoe te kennen) het subsidie op 700 te laten blijven en voor de jaren 1902, 1903 en 1904 een subsidie te verleenen van 1500 per jaar, mits de school een Rijksbijdrage van minstens f 4500 en een gemeentelijk subsidie van minstens 2500 over die jaren ontvangt. Ingekomen is een adres van C. Saür Hzn. te Amsterdam en andere visch- handelaren, met klacht over het ach teruitgaan van den visclvstand, vooral van baars, dien zij toeschrijven aan 't gebruik van den kaaskop. Zij verzoe ken daarom heb gebruik daarvan te verbieden.Ged Staten voorgelicht door Dr. Hoek, wenschen dat Prov. Staten hierin hunne tusschenkomst niet zul len verleenen. Is de kaaskop een visch tuig om visch te vangen of te dooden dan is hij verboden omdat hij ma' voorkomt op de lijst der vischtuigen voorkomende in het provinciaal regie ment. Moet evenwel de kaaskop won den beschouwd als een der hulpmidde len hij het visschen, dan zijn Prov- Staten niet bevoegd, omdat dan dé kaaskop moet worden beschouwd als een van de bedwelmende middelen, bedoeld in de wet op de Jacht en Vis- scherij. Krankzinnigenverpleging. In de wintervergadering van 1899 der Prov. Staten van Noord-Holland werd op voorstel van Ged Staten be sloten een onderzoek in te stellen naar de vraag, wat er moet worden gedaan om in het gebrek aan plaats voor de krankzinnigen te voorzien. In een commissie voor dat doel na men zitting de heeren Prof. C. Wink ler, Dr. W. P. Ruijsch en H. L. Jans sen van Raaij. De uitkomsten van haar arbeid zijn neergelegd in een aantal lijvige stuk- kern Vijf vragen werden door Ged. Sta ten aan de Commissie voorgelegd en wel over de te verwachten toeneming van het aantal krankzinnigen in de eerste trien jaar, over de mogelijkheid en raadzaamheid van splitsing der ge stichten en genees- en verplegingsin- richtingen van de plaatsing in land- Feuilleton. Naar het Engelsch VAN MAX PEM BERTON Als gij een week vroeger ge komen. waarti, ging hij opgewekt voort, zou ik u op mijn eigen gezag af mijn zegen gegeven heb ben. maar zooals het nu is moeten anderen geraadpleegd worden. Ik vermoedde het. Gij kunt op mijn dankbaarheid rekenien als gij geen tijd verliest. Geen minuut zal ik verliezeau, als wij althans niet te laat zijn. Is d'at mogelijk dat gij dat kunt veronderstellen.? Een man in mijne betrekking leert met alles rekening te houden. Verplicht mij dan met mij m ede te deel en waarop uw verden king kan steunen. Dolgorouki dracht een: oogenblik na. Daar gij de geschiedenis van mijn nichtje hebt leeren kennen weet gij waarom zij te Mos kou is. Ik veronderstel dat Peters burg het beveelt. JuistHet is op last van den keizer. In uw land verleent men weinig aandacht aan d'e ondeugden en- dwaasheden der aristocraten, behalve bij de naburen en in de nieuwsbladen. In Rusland, is het de zaak des keizers. Wij zijn een groot gezin, en zijn majesteit is de vader. Als een van zijn kinderen zich niet goed gedraagt, volgt de straf eerst eene berisping, dan als de zaak het vereischt, ook ver banning. Fékla heeft veel geleden, maar zij zou no? meer moeten lij' don. Als hare tegenwoordigheid in Moskou eeor gevaar wordt voor de welgeziTvden in die samenleving daar, dan wordt haar e.en andere stad aangewezen waar minder ge vaar bestaat. Gij kunt mij volgen Het zou mij onmogelijk zijn, het niet te doen. Gij verond'erst-elt dat zij buiten, Europa zou wordem gezonden. Och watgij Engelschen, riep hij uit, gij hebt maar één denk beeld over ons land'. Uwe beschrij vingen van Rusland vloeien, over van berichten over die verschrik kelijke politiebeambten. Maar dat is.vergeef mij. belachelijk. Wat Fékla betreft, zij gaat niet naar Azië. Dane keek hem' mest starenden blik ontsteld aan. En zoo niet naar Azië? Er zijn andere streken. Hebt gij nooit vernomen dat de oude Paul Dolgorouki een van hen was die dienden onder Vorst Bariatins- ki in de Kaukasus, toen die verban nen Schamyl werd gevangen geno men te Mount Gunib? Hij bouwde een huis nabij Vladikavkaz. Het zou mij niets verwonderen als mijn nicht reeds daarheen op weg was. Dane zat zwijgend en terneerge slagen. Honderd gedachten door- kruisten ziin geest. Was dit ge waagd spel. of wist de spreker het. En als Fékla naar den Kaukasus was verbannen, waarom verliet hij dan Moskou? Als het is zooals gij zegt. gene raal, dan hebben wij eeen- tijd be verliezen. Ik hoop dezen nacht nog naar Moskou terug te keeren. De Rus stond op. Ik zal dadelijk dieni minister' gaan spreken, zei hij, de eer van mijn huis gebiedt het. Of liever, de nood eener vrouw. De slede stond nog te wachten, toen Dane het Arsenaal verliet. Hij plaatste er zich in als een die een zending had, waarvan leven of sterven afhing. Naar de Engelsche Ambassa de, riep hij, twintig roebels, zoo hard gij kunt. Maar de oude Dolgorouki keek hem na bij het venster en zei Hij zal hard moeten rennen wil hij de kleine Fékla inhalen. HOOFDSTUK XVI. Naar het paleis van Susbilre. Dane kwam ten twee ure aan de Ambassade (zoo snel waren in zijn ongeduld de uren vendogen), maar kapitein Painton was nog niet te rug. vertelde men hem, en Sir Ni cholas Oconor was niet in Peters burg de afwezigheid van den am bassadeur scheen hem een wreed' toeval. Hoe groot zijn vertrouwen ook was op de vriendschap en vast beradenheid van dien, attaché, hij begreep dien ondanks, toch wel dat deze niet zoo afdoende kon hande len dan d'at een hoofdpersoon ver mocht. En terwijl h' in anderen niet die warme ijver en dat vast houden aan een doel die zijn eige ne handelingen kenschetstem, kon verwachten, was hij in zijn hart bijna geneigd hem van onverschil ligheid te beschuldigen. Waarom had Painton geen bericht voor Item achtergelaten? Waarom had hij niet ten minste een uur bepaald, waarop zij elkaar zouden ontmoe ten? De beleefde secretaris, diie hem een en ander meedeelde, kon er wel over spreken alsof dat een van de weinig beduid ends te zaken was die het dagelijks de Ambas sade lastig maakten, maar Dane wist nu, diat het een aanval gold op de vrijheid eener vrouw, misschien op haar leven. Als Fékla naar d'en Kaukasus was gezonden, d'an zou zii haar straf niet overleven, zeide hij. En hij vertoefde in Petersburg en ver speelde de kostbare oogenblikken. Hij verliet met weerzin de Am bassade en keerde naar zijn hotel terug. De ruime statige vergezich ten. de verblindend witte straten, de lachende menigte, de geest kracht die de heldere koude dag over de stad uitspreidde, zou in hem een nieuwe lust tot bespiege ling hebben opgewekt, ware hij slechts een jaar neen ook maar een maand vroeger gekomen maar nu, nu de herinnering aan het veroordeelde huis en het eenza me meisje hem als een schaduw vervolgde, duidde hij d'en. winter die zoo vroolijk omgehangen- man' tel ten kwade en misgunde hij de kinderen hun vroolijkon lach. Wie van al degenen die hem passeer den. ging zijn leed aan of het ge volg daarvan? Wie van hen zoudle er morgen in deelnemen dat eeni vrouwelijk wezen, alleen was en leed De onvermijdelijke harteloos heid der sted'elingen liet hem alles in een nieuw licht zien. Voor al len de dag van morgen, het giste ren voor niemand. In zulk een ge moedsgesteldheid begreep h;; hoe zeer de uit vrees opgewekte ver beelding in hem werkte. Uit die geheele omgeving was hij de eeni ge die een hand uitstak om Fékla •te redden uit de gevolgen hamer dwaasheid. (Wordt vervolgt).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 1