EEN UITVINDER. mannen liepen voort, met onderdrukt En nu was die ongelukkige twist klaar waren, ging hij den tuin uit, gegiegel. Freelove Keith keek Lydia i tusschen de beide gelieven gekomen en zonder naar rechts of links te zien. vlak in't gezicht en zijne blauwe oogen! geen van de twee scheen genegen den j De dagen gingen voorbij, zonder dat waren even trotsch als hare zwarte. ander te genxoet te komen. ..Wij gaan naar het bruidspaar," zei hij. hij haar kwam bezoeken. Denzelfden avond na hunne woor-; Op zekeren dag zag zij een ouden Lydia staarde hem vol verachting denwisseling liep Lydia een eindje denman met wit haar naar haar huis toe komen. Toen hij nader kwam, stond hij dra op en maakte eene diepe bui- Het was de dominee Elihu Zij liet hem in de voorkamer i weg op. Zij herinnerde zich. dat Free- love gezegd had. dat hij na het avond- men bij hen onder de ramen op den eten bij haar zou komen, en was gin; horen gaan blazen? Hoe schandelijk!" nieuwsgierig of hare harde woordenEaton. ...Te wilt met al die leegloopers sa-i zei zij. hem zouden wegjagen. Zij aarzelde waar het koel was, en waar een geur Het scheen alsof hare heldere, ver- even °P de" drempel. De avond was was \an tijm en lavendel. koel en zij had een gelen doek over; Lydia zat voor het raam. Er was iets haar hoofd en hare bloote schouders j uitdagends in de manier, waarop zij ..Ik weet niet wat je Rr-han^ijif geslagen. Zij wilde niet thuis zitten hare kin in de lucht stak. Nu en dan noemt.," zei hij. ,,Dat hebben alle jon- achtéjlijke oogen strak op Freelove's gelaat gericht, hem door en door zagen. ge mannen in East-Bridgewater altijd gedaan, als ze niet op de bruiloft ge vraagd waren." wachten op Freelove Keith, die mis-| streek zij een stukje vlas van hare ja- schien niet eens komen zou. Zij liep pon af. Zij wist heel goed waarom de domi- dus den weg op en kwam spoedig Abel Perkens tegen, den zoon van den nee kwam. Tante Nabby Keith had haar Maar hij scheen niet genegen liet landheer, die student was. Hij nam gewaarschuwd. Het was nu al tien dispuut voort te zetten. Onrustig keek ziin lloed af en Lydia maakte eene j maanden, dat zij met Freelove onder hij zijne kameraden, die bijna uit het buiging, gezicht waren na. ,,Nu moet ik weg. Goede dag. Lydia. ..Is het wezenlijk je plan om met dien de z00n van den landheer. Maar het en coquetterie, zeide de buren, luidruchtigcn troep mee te gaan en op was duidelijk, dat hij haar bewonder- love's tante Nabby was den vorigen den horen te blazen onder de vensters de- en toen hiï haar nederig vroeg of dag bij haar geweest om eens een ern- van het bruidspaar. Freelove Keith?" bij een eindje met haar mee mocht stig woordje met haar te spreken. loopen. zei zij ja en zij waixdelden sa- „Je doet niet wat je beloofd hebt," de geboden stond en zij hield zich op Abel was veel jonger dan zi; had een afstand en wilde niet met hem hem altijd eenigszins veracht, al was trouwen, alleen uit weerspannigheid nxen voort. Lydia stapte trotsch naast had de oude vrouw gezegd. „en ik zal den kleinen, angstig glimlachenden eens ronduit met je praten. Als je dit ..Ja, ik ga met hen, Lydia Hertey," antwoordde de jouge man driftig, .en als je dacht, dat je mij, waar ze allen bij zijn, als een hond zoudt kunnen jongen man; haar schoon gelaat keek jaar voorbij laat gaan, zonder met Free- commandeeren on. teiw te keeren. dan uil den SeIen doek als was die eene love ta trouwen, hoewel ie met hem lijst van goud. onder de geboden staat, dan heb je Zachtjes drentelden zij voort, nu en: veel op je verantwoording." dan eenige woorden wisselend. Het „Nu, ik moet er zelf voor opkomen," licht der ondergaande zon wierp hier, antwoordde Lvdia. en daar een roodgouden gloed over ..De dominee zegt, dat hij met je zal heb je 't al heel mis." Lydia staarde hem aan; zij was zoo! vol trotsche verbazing, dat zij niets: zeggen kon. „Ga je vlas weer opwinden, Lydia,"! zei Freelove op zachten toon. ..Zie liet den stoffïgen weg. Aan den rechter- komen spreken. Lydia Hertley." waait overal over het grasperk heen. Ik kom vanavond nog bij je." kant van den weg vertoonden zich de roode muren van tante Nabby Keith's „Laat hem komen," zei Lydia en schudde het hoofd, als eene roos in den Toen vond Lydia weer woorden. ..Ik huis b0Ten een groepjs purperen se- wind. weet heeft, niet, dat iemand je -.evraagd zei ze. „Ik ga liever niet om was de dominee gekomen. ringenstruiken. Eensklaps verscheen Freelove. Toen Hij draalde een poosje, vóór hij tot de met jónge mannen, die op "straat loopen wi L>'dia za«- schrikte hij en ging toen zaak overging. Om de waarheid te te schreeuwen en op den horen te bla-. v00rt mel 'i<n'd«en tred. Nauwelijks zeggen, al zou hij het niet willen we- knikte hij in het voorbijgaan. Lydiaten. hij was een beetje bang voor deze liep met opgerichten hoofde als een mooie overmoedige jonge vrouw standbeeld. „Is hij boos?" fluisterde Abel. „Ik weet het niet en het kan mij niet schelen ook," antwoordde Lydia. Maar Lydia te spreken over het niet vervul- Hij was"gek]eed als een boer, in grof een °°Seublik later keerde zij om. „Nu le„ harer trouwbeloften, kon hij er laken, maar hij had zekere achtelooze mO0t lk "aar huis," zei zij. ,.'t Wordt „iet in slagen haar te overtuigen van bevalligheid over zich en eene losheidvoclltig' haar ongelijk. Maar hij verliet haar in zijn gang die niet pasten bij zijn Gehoorcaam "«P Abel naasl h®"- huis niet, vóór hij een gebed had uitgs uiterlijk. Hij had ter zee gevaren ais Fredove was zie"- varder sproken met meer vuur dan hij tegen matroos op een koopvaardijschip en den weg. Lydia praatte en lachte heel haar durfde gebruiken, was nog maar anderhalf jaar thuis hard; maar hii keerde zii" booM niel -.O Heer! laat deze uwe dienstmaagd waar. hij sinds zijns vaders dood de om' ofsch00n hij alles hooren kon. zen en fatsoenlijken "menschen over last aandoen." „Dan behoef je het ook niet te doen,' antwoordde Freelove. Snel liep hij zijne kameraden na, den weg af. In zijn eigen huis was hij gewoon aan eene vrij stx-affe vrouwenregeering. Toen hij er eindelijk toe kwam met □e ideale Automobiel. De automobielenwedstrijd Parijshad gegolden een wedstrijd tusschen trein, langs d. Berlijn, die. evenals bijna alle wedstrijden voor auto's, ook weg- de industrieën der verschillende auto-,en dier met d< wegen vliegen, mensch od bedreigend, zijn dus men- mobielende landen dan een kamp om voorbij, tot groot verdriet natuurlijk van de chauffeurs. Caran d'Ache geeft door een geestige schenlevens door overrijden in razen- de snelheid. Tevens verklaarde de mi- de vaart neeft gekost, is het onderwerp nister nadrukkelijk, dat in het ver- geweest van een discussie in de Fran- volg deze wedstrijden op den openba- teckening den automobilisten het mid- sche Kamer, waarvan het resultaat ren weg niet meer zouden worden ge-del aan. om ongestoord en ongestraft was, dat de premier, tevens minister duld en dat, als de heeren chauffeurs aan hun snelheidslust te voldoen, 't van binnenlandsche zaken, Waldeck om. het snelst wilden rijden, zij dan Kan gebeuren door de ideale automo- Rousseau, verklaarde, dat de wedstrijd maar een eigen, afgesloten renterrein biel, die het luchtruim doorklieft - -- - - moesten koopen. waarvan de chaffeur straffeloos kan De races, waarin rijtuigen niet een spetten met de poliliehedreigingen, ParijsBerlijn zeker niet door Fransche regeering zou zijn toege staan, indien het hierbij niet meer snelheid, grooter dan die van een snel-daar ver weg op den aardbol. opstijgen en met mij naar tante Nabby wild. Eigenlijk betreurde oom Tip wel reed scheen, den aanval van een ge rij den." I een beetje zijn gebakken aardappel- ,,lk kan niet," zei Lydia zachtjes, tjes van vroeger doch hij wachtte zich heelen stam tegen te houden. Maar plotseling hield hij zijn paard „ik zit vol rafels van het vlas op het wel het te erkennen, en de minste, ge- in, terwijl hij dacht gek te worden. weeftouw.' brekkig toebereide kraaien werden Midas, die buiten adem wa „Doe een boezelaar voor," zei Free- tot gerechten verklaard, die duizend-1 rechtop zitten. ging love. maal smakelijker waren dan de vette Lycüa ging in huis en bond een boe- kapoenen en de liazepeper van de sou- zelaar om haar middel en kwam weer pers te Boston En alle drie man. paard en ko nijn ploften als bonken op den grond, ten prooi aan een hevigen ze- Oom Tip was de aanvoerder en ging nuwaanva hoeve bestuurde. Ls'dia keerde naar huis terug. Zij liep alsof zij eene kroon op haar hoofd droeg in plaats van een schildpadden kam en als had zij een sleep aan hare ziich houden aan de geloften, die zij Toen zij bij haar huis kwamen, gingl heeft uitgesproken, e.tx laat niet een 5l- Lydia snel den tuin in. .Goeden nacht, Abel!" riep zij luid. Abel Perkins antwoordde vriende lijk, maar eenigszins teleurgesteld, ken. weerspannige ..geest haar leiden op vreemde wegen," had de dominee ge zegd en Lydia durfde niet tegenspre- katoenen japon. Zij begon weer vlas want kij had gedacht, dat zij hem vra- te winden en het woest hoorngeblaas gen zou binne» le komen. stierf weg in de verte. Den volgenden dag was "t Zondag. Zij bleef rustig voortwerken, als had naar de kerk 'u ^iare beste ja de natuur haar niets geschonken dan pon met rozen °P een blauwen grond dat ééne talent van nijverheid even- en met den hoed> dien ziJ in da stad als aan de bijen in den tuin. Hare lip- gekocht had, opgemaakt met rose lint. pen waren saamgeperst en glimlachten zat kalm met hare parasol te spe len, toen Freelove binnenkwam. 1-Iij keek haar niet eens aan. De dominee preekte uit Psalm LXXV, vers 5: Wees niet opgeblazen of halsstarrig, en in een uur later keerde de de gemeente stieten velen elkaar aan. Freelove zat stijf rechtop, maar zijn Lydia hoorde hen uit de verte en zat i' gezicht was' rood. Lydia glimlachte, nog stijver rechtop en hield de oogen' Deu volgenden morgen kwam Sarah zoo strak op het vlas gericht, dat het! Porter, een buurmeisje, bij haar; zij niet meer, haar hart was beklemd; maar nog altijd maakte zij linnen, evenals de bij honing verzamelt. Ongeveer troep jongelieden met de horens terug. Op een maand na was het jaar nu voorbij, sinds d'e trouwbeloften van Lydia en Freelove waren afgekondigd. Dan moesten zij trouwen of in 't geheel niet. Eene maand had Freelove nu geen voet gezet in Lydia's huis of zelfs maar tegen haar gesproken.. Soms kwam hij vroeg in den morgen en zorgde voor haren tuin, maar nooit wisselden zij een woox-d. Iedereen zei, dal de verlo ving verbroken was. Lydia ging haar gang zooals gewoonlijk. Zij had een fraai stuk linnen op heit getouw en zij weefde er aan, als ging zij zeker trou wen. Sarah Porter placht nu en dan voor haren blik scheen te schemeren.had gehoord, dat Lydia het had afge- Jhij haar te komen en er zich over te Maar zij had die moeite niet behoeven maakt met haren minnaar. Zij en hare! verbazen, maar zij hoorde niets van te doen, want Freelove Keith wandel- moeder hadden haar bespied en wis-1 Lydia, die nooit Freelove's naam uit- de voorbij, het hoofd even verachtelijk ten, dat hij den vorigen avond niet bij sprak, opgericht als zij, en wendde geen en- haar was geweest. kele maal den blik naar haar. Allen „Ik hoor, dat gij en Freelove gekib-1 gekomen was, twijfelde niemand er gingen stil en fatsoenlijk voorbij; Lydia held hebt," zei ziy Hare lippen glim-' meer aan en Lydia zelve ook niet, dat keek niet op, vóór het heele gezelschap lachten guitig, maar hare oogen ston- j er niets van het huwelijk komen zou. weg was. den hard en nieuwsgierig. Zij bleef altijd thuis en weefde werk- Zij had alleen gewoond sinds haars „Voor menschen, die hunne ooren tuigelijlc haar linnen. Zij zat voor het vaders dood en des te meer reden had openzetten, is er heel wat te hooren," groote weefgetouw, als speelde zij eene zij, dachten de menschen, om hare antwoordde Lydia en wilde niet meer, harmonie van zoete huiselijke vlijt trouwbelofte aan Freelove Keith, te zeggen. honden. Zij woonde heel alleen in een Freelove Keith had de zorg voor Ly groot huis met een aardig inkomen en dia s tuin op zich genomen, en op ze- gen. welke dien morgen niet blozend daar was Freelove, die niet langer zoo keren dag, dat zij in huis eenig werk waren. noodig was thuis, sedert zijne zuster verrichtte, zag zij eensklaps, dat hij le- Had zij niet twee maanden lang ge- getrouwd was en haar man gemakke- zig was de erwten op te binden. Zij wacht op het geluid van den klopper lijk de hoeve besturen kon. Iedereen verborg zich achter een goi'dijn en sloeg op de deur, daix zou zij het zeker nu hield van hem, omdat hij op zee- was hem gade met kloppend hart; maar hij niet gehoord hebben hoven het luid geweest en in vi-eemde havensteden keek geen enkele maal naar boven. In gei-aas van het weefgetouw uit. Maar veel kwaad had gezien. Hij ging te veelhet huis naast haar zag zij Sarah Por- zij hoorde het onmiddellijk en ging naar de herberg, zeidexx de menschen, ters gezicht en over haren schouder naar de deur, hare oogen afvegend, en veronachtzaamde zijn werk en't zou dat harer moeder en naijverig spiedde Freelove Keith stond op de stoep en goed voor hem zijn, als hij een eigen zij, of hij dieix kant ook uitkeek. Maar buiten aan het hek stond zijn paard, huis en een lieve vrouw had. dat deed hij niet, en toen de ei*wten „Kom, Lydia," zei Freelove, „je moet Toen de laatste dag van het jaar op, als eene groote kunstenares; maar de tranen rolden haar langs de wan- buiten. Freelove beurde haar in den zadel en zij reden de straat af, zonder aan het hoofd van den troep, gevolgd Zij hadden gelezen, op een groot een woord te spreken, tot zij aan het, door het konijn Midas. Dan kwamen bord boven de poort: huis van dominee Elihu Eaton kwa- de drie kameraden, die minder dap per waren en voorzichtigheidshalve in den Indianenpas (achter elkaar) wa ren gaan loopen, onder voorgeven, dat zulks logisch was, omdat men zich bij de Indianen bevond. Eigenlijk waren j zij niet zeer op hun genxak. De avonturiei-s marcheerden aldus een week, zonder een levende ziel men, dat halfweg tante Nabby was. Freelove liet het paard stilstaan. „Nu gaan w.e naar binnen om te trouwen. Lydia," zei hij. ..O, Freelove, ik kan niet," zei Lydia hijgend. „Nu of nooit," zei Freelove streng. „Maar ik had eexxe trouwpartij wil len hebben, Freelove, en een satijnen japon eix een taart..." „Nu of nooit," zei Freelove. Hij sprong van het paard en breidde zijne armen uit. Lydia liet er zich in glijden en volgde hern bevend, met ge bogen hoofd, in het huis van den do minee. Toen zij er weer uit kwamen, stond eene forsche oude vrouw hen aan het hek op te wachten. „Ik ben getrouwd, tante Nabby", zei Freelove, vroolijk lachend. „Nu, ïxxe dunkt, dat het ook tijd werd," antwoox'dde de oude vrouw. Zij wreef zich in de handen; het licht weerkaatste ixx de stalen randen van haren bril. „Ik heb een sprei klaar voor Lidy en zes paar katoenen sokken voor jou, Freelove," zei ze, „en ik ga naar huis oixx een tulband te hakken, met rozijnen." Tante Nabby slofte den weg af. Freelove en Lydia stegen weer te paard en keerden terug, in halven draf. Freelove haalde een hoorn uit zijn zak en blies er op, zoo lustig als een heraut. Eix de meixschen liepeix naar de ramen en Lydia verborg haar blo zend gelaat aan haars echtgenoots schouder. De avonturen van oom Tip. „Roodhuidendorp: entree: -49 cents". Naar het Fransch). Een arme kalkbrander liep met twee kleine jongens op den grooten. weg van ontmoeten. Een hunner verveelde het Brest naar Dirxant. De man begaf zich reeds en vroeg, of men niet gauw een n0ar een bloedverwant, van wien hij barbier zou voorbijkomen De anderen vatten weer moed, totn hulp kon verwachten voor zich vooral tijdelijk voor zijne kinderen. zij niemand zagen en het gerucht liep Door veel tegenspoed was hij niet in onder hen, dat de Roodhuiden niet staat geweest om zijn huishuur te be- bestonden! Maar den zevenden dag talen; zijne laatste penningen waren kwamen zij aan de gx'ens van een ar- melijk, onaanzienlijk gehucht met dwergachiige hutten, alsof kinderen ze spelend van zand hadden gebouwd. Dat is een wigwam! verklaarde mijn oom, di© er op stond, den geijk- ten term te gebruiken. Plotseling, als een opgeschrikte mol kwam een koddige gestalte, die tege- gebrnikt hij de begrafenis van zijn vrouw. Een onweershui met stroomen regen deed hem ter zijde van den zeeweg een toevlucht zoeken in een uitgehol de rots, die dikwijls tot schuilplaats strekte aan arme zwervers als hij. Een nog smeulend houtvuurtje bewees, dat kort te voren een ander zich hier lijkertijd iets' van een aap, van een had opgehouden, miereneter en van een vrouw weg had, I Morvan, zoo heette de man, rakelde 't uit een put te voorschijn eix keek de] hout wat op en liet de natte kleeren vreemdelingen aan, terwijl het kakel de, als eexx kip, die eeix ei moest leg gen. Dat is een squaw, legde mijn oom uit, zonder zich in het minst verlegen te toonen. En hij ging dapper voorwaarts, om haar de vingers te drukken texx tee- kexx van vriendschap. Wees voorzichtig, Alcide!... alsd«ren liet slapen, na hen met zijn zij je bijt!... riepen de drie voorzichtige ias te hebben toegedekt. Zelf bleef hij vrienden, terwijl zij op een bleven. .Als eenig antwoord stuurde Tip zijn paard naar de oude. zonder te ^en- dacht hij na over zijn lot en over weten, de ongelukkige, dat daar- de toekomst, die donker voor hem lag. van zijne kinderen drogen. Hij kende genoeg van de natuurverschijnselen om te weten, dat deze plasregens en de storm, die het onweer begeleidde, nog den geheel en nacht, zouden aan houden. In de rots lag ook een hoop droog wier en zeegras, waarop hij zijne kin afstand wakker, onx het vuur te kunnen aan houden. Dicht daarbij op een rotsblok geze- Opeens werd zijn aandacht getrokken door op het oorlogspad terecht kwaixi, i Mijn oonx Tip, die zijn buik vol had zooals eeix box-dje op een paal bij den de brokken zeeklei, die als haard 'dienst deden; zij waren door 't vuur hard en wit geworden en geleken veel huilde op ^alk. Morvan nam een paar brok- van het kazerneleven der groote steden ingang van het dorp aanwees. De ont- en die in geestdrift geraakt was doorvangst zou vijandig worden! het lezen van „De Woudlooper", be- Hoe!... hoe oe oe oe oei... sloot spoorzoeker te worden aan den de oude heks, terwijl zij een gezicht ^en we£ en legde die buiten in den re- Arkansas, of zelfs ergeixs anders, en desnoods tot Californië door te trek ken, waar de eerste de beste schooier op straat het goud bij hoopen opraap- bordje, met de wijzende hand er op en trok, of zij zich nog leelijker wilde 1 =en' orn z0<) 10 kunnen weten of het maken. werkelijk kalk kon wezen. Plotseling Op dat oogenblik zag mijn oom het daabt h'i; 8)5 al die zeeklei-brokken, hield stil. Het oorlogspad! te, of het paardenmest was. Op een goeien dag verkocht hij zijn zaak en verliet Boston, waar hij des- wijl hij in weerwil van zijn dapper- r j heid verbleekte. die langs het strand worden opgewor pen. kalkachtig zijn. dan zou ik een Sapperloot!. riep hij'slechts, ter- ontdekking hebbcn eedaa"- di<= achat- tijds hoedenmaker was, met de zeer gewilde specialiteit strooien hoeden tel veranderen in vilten hoeden. Zijn pro-1 cédé, van nuchteren eenvoud, bestond nxaken, dat je gescalpeerd wordt! hierin, dat- hij het stroo dier hoeden ten waard is. want daar de vloed voortdurend dat kiezel en die kalk- - Alcide! riepen de vrienden, Alcide! sl*?anvoert' zouden zij bruikbaar Waag je toch niet zoo ver!... Je zult| ^,n' Maar Alcide, die nooit vrees gekend liet opeten door uitgehongerde konij- had bedwong die, welke dreigde hem nen en vervolgens vilten hoofddeksels te overmeesteren. Hij herinnerde zich Dit denkbeeld hield hem goed wak ker. Hij besloot om voor eigen reke- nng een proef te nemen; doch hoe aan 't geld te konxen? De aanbrekende dag zijn homerische ónh°°r.dLZ?VVe.n!Ch' ,Hii zag namc" Waldersee's verzuchting. Beweerd is, dat generaal Von Wal- dersee, de Duitsche opper-officier, die naar China was gezonden om er de hoofdleiding op zich te nemen van de internationale krijgsoperaties tegen de den vreemdelingen vijandige in- landsche elementen, die taak alleen hierom gaarne had aanvaard, omdat hij er een middel in zag gelauwerd te rug te keereix en zich als een klassie ken held te doen vieren. Waldersee had geen geluk: tijdens zijn verblijf in China gebeurde er wei nig of niets, waardoor hij op den voor grond kon treden; de Bokserbeweging was uit. Alleen sprak men lachend over hem, toen zijn onbrandbaar as- besthuis door het vuur verteerd was. En nauwelijks is Waldersee op deix terugweg naar zijn land, of het wordt in China wat roeriger. Geen wonder, dat de caricaturist den mislukten held doet zuchten Beroerde kerels, die Chineezen! Juist nu wordt er gevochten en dat zonder mij. als jager en als hoedenmaker bevre- den dood getart had. digden... en de jager mikte altijd op Bah! schreeuwde hij hun toe, mij den kop, om de konijnenvellen voor scalpeeren.... Ik heb een kaal hoofd!... den hoedenmaker niet te bederven. Hij Ik ben niet bang! Zij zullen geen kaïxs verkocht dat alles en hield alleen Mi- hebben, hun salon met mijn lokken te das, zijn lievelingskonijn, dat aldus versieren! heette, omdat, het werkelijk ezelsooren had!. En met een mooi gebaar van onver schilligheid, alsof hij het gevaar maakte van het vel van die dieren, zijn wonderreizen, u .«uiucuabuci 1;il, Mijn oom had prachtige konijnenpai-- gevechten en de onwaarschijnlijke vrij- e f6 °°e en van ken, die tegelijkertijd zijn hartstocht moedigheid, waarmee hij zoo dikwijls I"'r"0pen rot®.,als schoorsteen kon dienen, zoodat hij op de plaats zijn proef kon nemen. Nu stond zijn.besluit vast. Hij bracht zijn kinderen naar Dinant en verkreeg van zijn familie de belofte dat voor de jongens zou gezorgd worden, totdat hij werk zou hebben gevonden. Hij keerde terstond naar de rots te rug, haalde van het strand de brok ken kalkachtige klei en zooveel droog wier en aangespoeld hout, als hij noo dig lxad voor zijn vuur, en wachtte met ongeduld de> uitkomst van zijn onderzoek af. De eerste proef gelukte niet volko men. doch hij ging naar een dorpje in de buurt en verkreeg van een boer een vrachtje droge takkenbosschen. De tweede proef bewees hem, dat zijn oordeel juist was geweest, en schonk hem een uitmuntende kalk, die dade lijk kon verkocht worden. Dit succes deed het overige. Claude Daarentegen onxhing hij zich metgroette, lichtte hij zijn hoed op en, karabijnen, revolvers en dolken, eenin het gras, ging Midas eerbiedig op heel arsenaal, dat zijn buik eenigs- zijn achterste pooten zitten. En, glim- zins op de uitstalkast van een wapen- mend als een koperen ketel, schitter- winkel deed lijken en hij ging op avon- de de schedel van mijn oom in de zon, tuur uit, vergezeld door drie vrienden, kaal en rond, zonder één haartje die eveneens tot de tanden gewapend een echter, groote biljartbal! waren als echte prairieschuimers. Op vurige mustangs gezeten, welker Ik trotseer alles! riep hij fier. En, zijn ros de sporen in de flanken breede neusgaten de vrijheid ademden, drukkend, reed hij in galop het oor drongen zij de geheimzinnige stilte en logspad af, gevolgd door zijn trouwen eenzaamheid van de Far West binnen. Midas. Hij snelde, terwijl hij tanden- Zij sliepen in de open lucht en voed- knarste, om zijn bloeddorst te doen den zich met aan het spit geroosterd ontwaken, naar de omheining, die ge-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 7