SCHAAKSPEL. Prijsvraag. Morvan werd na weinig jaren eigenaar van groote kalkovens in de nabijheid van de doorboorde rots. En vele jaren daarna kan men in den tuin van een fraai landhuis een grijsaard zien met zijne beide zoons en schoondochters, die hun armen vader elke zorg ver goedden, diei hij eertijds voor zijne kleine jongens had gedragen en over wonnen. Lang daarna, en wellicht nog heden, toonde men aan vreemdelingen de Roche peircée. die welvaart had ge bracht in een geheele landstreek en van een armen zwerver een rijken grondeigenaar had gemaakt De twee scholieren van Westminster. (Naar het Engelsch). Het was in Cromwell's tijd, nadat Koning Karel's leger herhaaldelijk was verslagen. Verscheidene krijgsgevan genen werden voor de, door Cromwell aangestelde rechters gebracht. Een van dezen wis Sir Patrick van Newcastle. Hij stond bekend als een man van strenge zeden en degelijk republikein,, die bij Cromwell hoog stond aangeschreven. Zijn zwak ge stel verbood hem het krijgsmansleven, doch zijne politieke kunde werd even algemeen erkend als zijne rechtscha penheid en rechtvaardigheid. Op zekeren avond was Sir Patrick met eenige vrienden vroolijk bijeen, die te zamen met zijne familie zijn verjaardag vierden, toen eenige sol daten een krijgsgevangene binnen- liedden, die gevat werd, toen hij op 't punt stond zich naar Frankrijk in te schepen. Patrick gaf bevel, dat men hem de boeien zou afnemen, en liet naast den haard een tafel bijzet ten. „Omdat het heden mijn verjaar dag is," zoo sprak hij tot zijn knecht, „wil ik den maaltijd feestelijk eindi gen; bedien den gevangene en de sol daten, ik ben nu alleen gastheer, straks zal ik rechter zijn." En Sir Patrick hervatte het gesprek met zijne* vrienden: „Ik vertelde u dus, dat ik op mijn vijftiende jaar nog zóó zwak en tenger was, dat ik veel te lijden had, ten eerste door slechte behandeling eener booze stiefmoeder, later door de vele kwellingen, die mijn medescholieren mij aandeden. Moed beteekent bij een kind niets anders dan: krachtsgevoel. Mijn zwakheid maakte mij laf. en de plagerijen en aanvallen maakten mij niet sterker, slechts angstiger voor leed en pijn. Ik leefde in voortdu rende vrees voor den riem, waarmede druk gekastijd werd. Twee keer had ik die wreede straf ondergaan en had daaraan zulk een vreeselijke herin nering behouden, dat alleen de ge dachte aan een herhaling mij van top tot teen deed beven. „De twee klassen van 't Westmin ster College waren alleen gescheiden door een gordijn, waaraan wij vol strekt niet mochten raken. Op een zomermiddag was ik in slaap geraakt onder de verklaring van een werk van Aristoteles; eenig gerucht deed mij plotseling opschrikken, ik wankelde en greep mij vast aan het gordijn, waar ik juist voor stond en dat ik der mate scheurde, de de ttndere klas en de onderwijzers omkeken. Den jon gen, die aan de andere zijde van het gordijn stond ,had men even goed kun nen beschuldigen, maar mijn onthutst voorkomen verried mij dadelijk en ik werd geroepen om met twaalf riem slagen op de hand te worden gestraft. „Waggelend als een beschonkene naderde ik; ik wilde om genade smee- ken, maar trachtte tevergeefs een woord te uiten;de angst verlamde mijn tong, mijn voeten waren als vastge nageld; ik viel op mijn knieën voor den meester .terwijl het angstzweet langs mijn wangen liep. „De vreeselijke riem was al opge heven, toen ik iemand hoorde zeggen: „Sla hem niet, ik heo alleen schuld." 't Was de scholier, die tegen den an dezen kant van het gordijn had ge staan. Nu werd hij veroordeeld om de sla gen te ondergaan. Mijn eerste ge dachte was om zijn woord te ontken nen, maar de moed ontzonk mij, ik zweeg. Toen hij langs mij heenkwam en ik zijn bloedende handen zag en zijn bleek, vastberaden gezicht, zei hij met een glimlach, dien ik nooit heb vergeten: „Hang nooit meer aan 't gordijn, kereltje, de riem doet pijn." „Ik barstte in snikken uit, en men gelastte mij 't lokaal te verlaten. Se dert dien dag had ik een afschuw van mijn lafheid en deed alles om die te boven te komen. Ik hoop, dat het mij is gelukt." „En hebt gij dien edelmoedigen ka meraad nog dikwijls gezien?" vroeg een der gasten. „Helaas, neen. De twee klassen wa ren altijd gescheiden, en kort na het voorval verliet ik de school van West- minster. God is mijn getuige, dat ik dikwijls in mijn gebeden heb gesmeekt om den edelen jongen, die voor mij geleden had, nog eenmaal te mogen weerzien; ik zou jaren van mijn leven willen afstaan, als ik met hem nog eens een vriendschapsdronk kon klin ken." En met tranen in de oogen hief Sir Patrick zijn glas omhoog, als bracht hij in gedachten zijn onbekenden red der een gewijden dronk Daar werd een glas tegen het zijne gestooten -..Sir Patrick keek verwon derd om. Achter hem stond de ge vangene, die glimlachend hem aan zag. Die glimlach! „Ter herinnering aan het gescheurde gordijn te Westmin ster, Sir PatrickWeet ge nog wel, dat uw meester u dien dag een op stel deed schrijven over onwillekeu rige onrechtvaardigheid? Maar ik ont ving geen twaalf slagen, doch vier-en- twintig omdat ik niet dadelijk had gezegd de schuldige te zijn Sir Patrick was opgestaan en zag zijn vijand aan: „Kan 't mogelijk zijn? Zijt gij dat geweest? Ja, ik herken die oogen en vooral dien glimlach Maar helaas onder welke uniform vind ik u weer?" ..Onder die van mijn Koning!" klonk kalm het fiere antwoord: „Als edel man en Schot heeft men mij mijn plicht geleerd. Ik volgde mijn va- Een [practische Keukenbalans. Niets is zoo zeer geschikt om bij het koken van spijzen de juiste verdeeling van iedere stof te vergemakkelijken als een goeden keukenbalans. In de meeste huishouding ontbreekt dan ook zulk een nuttig werktuig niet, maar in 5 van de 10 gevallen, is het een voor werp, dat niet gebruikt wordt. Wan neer het in den loop der tijden, even als alle zaken in de keuken, onvrijwil lige kennis gemaakt heeft met den vloer, is het óf geheel onbruikbaar ge worden, óf het werk niet meer precies en van dien tijd1 af dient het nog slechts als versieringsstuk. De balans welke onze afbeelding voorstelt, kan in deze fouten niet ver vallen en bovendien bezit zij nog an dere voordeelen. Deze balans wordt door ophangen aan den muur zóó vastgemaakt, dat zij onmogelijk kan vallen of scheef gaan hangen en daar door alleen wordt aan een hoofdvoor waarde voor het goed werken van een balans voldaan. De balans weegt zeer nauwkeurig, niet alleen groote, maar ook geringe lasten. Zooals men ziet, zijn op de wijzer plaat twee verschillende schalen aan wezig. De buitenste geeft van 1 tot 10 K.G. aan met nauwkeurige verdeeling voor iedere 50 gram; de binnenste voor kleine gewichten, geeft tot 400 gram aan met nauwkeurige verdeeling voor iedere 5 gram. De laatste dient voor voorwerpen, welke gelegd worden op de kleine schaal, opzij van het toestel, Zware voorwerpen worden óf op de boven het toestel aangebrachte schaal gelegd, óf aan den haak aan den on derkant gehangen. De balans is buitendien nog van een andere inrichting voorzien, om op de eenvoudigste wijze den kooktijd van eieren te controleeren. Windt men door middel van den sleutel S een zich bin nen het toestel bevindende horloge veer op, dan beweegt zich de wijzer vooruit, tot hij weer naar boven wijst en zoodra dan de sleutel losgelaten wordt, gaat hij langzaam op zijn weg terug, terwijl gelijkertijd het uurwerk hoorbaar afloopt. Is de veer geheel opgewonden, dan duurt het 5 minuten voor de wijzer op zijn plaats terug is: een kookduur van 5 minuten dus voor de eieren. Moeten zij slechts halfzacht of geheel zacht gekookt worden, dan wordt de veer slechts zoover opgewon den, tot de wijzer op halfzacht of zacht wijst. De eieren moeten altijd uit het water gehaald worden, zoodra het ge luid van den afloopenden veer ophoudt der bij Koning Karel's leger; mijn va der is gesneuveld, en ik zal weten te sterven als hij. Alles is goed. Ik wensch dat ééne: „God redde den Koning!" En de gevangene keerde terug naar de soldaten en vervolgde rustig zijn maaltijd. Maar Patrick was somber en in zichzelf gekeerd. 's Avonds, na bevel te hebben ge geven, dat de gevangene uiterst goed moest worden verzorgd en met eerbied bejegend, vertrok hij niemand wist waarheen. Na vier dagen afwezig heid kwam hij terug ©n liet des Ko- nings officier bij zich komen. „Zal ik eindelijk mijn vonnis hoo- ren?" vroeg deze; ,,'t Zou menschelijk zijn, want het leven is mij gedurende de laatste vier dagen zóó aangenaam gemaakt, dat ik het meer dan ooit zou gaan waardeeren! „Lord Derby," zoo antwoordde Sir Patrick met bewogen stem, „twintig jaar geleden, toen ik uw bebloede handen zag, hebt gij mij gezegd: „Trek niet weer aan 't gordijn, de riem doet pijn."Ziehier een ge nadebrief, door Cromwell ondertee kend, maar op mijn beurt zeg ik u: Draag geen wapens meer tegen het Parlement, want Cromwell is streng enmoeilijk te overreden Sir Patrick en Lord Derby omarm den elkaar en bleven, niettegenstaande hunne tegenovergestelde politieke overtuiging, altijd zielsvrienden. Van alle tijden. Voor alle tijden. Niemand' onzer weet van te vo ren tot welken graad van ontwik- kon er hun wien hij zijn hart had gegeven, een wereld1 van liefdie en troinv medle openbaren. Ze kondien met u lachen, ais ge blijde waart., en zagen zoo diep treurig, als glin sterden ze van tranenin dagen van rouw en droefenis. .Ta, die gouden oogen maakten het hondje hoe lieelijk het overigens ook mocht zijn, tot eene bijna zou ik zeg gen schoonheid. En dat is niiiets buitengewoons. Ziiet men hetzelfde niet dikwijls bij de menschen? Hoe kunnen vaak een paar lieve, spre kende oogen een overigens alle- daagsch gezicht geheel verhelde ren! en bezielen! Arno, Adelheid en Fides. ALLERLEI. Weerkunde. In de vergadering van1 heit con gres der meteorologen te Stuttgart heeft prof. Wergeaell, van Straats burg, een belangrijke voordracht gehouden over de beteekenis van het oplaten van luchtballons, dat in den laat&ten tijd maandelijks tegelijk van een aantal stations plaats vindt. Reeds belangrijke feiten zijn daardoor aan het licht gebracht. Vroeger meende men. dat hoo- ger dan 6000 meter' boven die aarde de temperatuur steeds gelijk blijft. Door de zelfregistreerend'e thermo meters der ballons is gebleken, dat zelfs op 15.000 meter hooger is geen gekomen nog verschillen van 40 graden eni meer voorkomen. De warmte verschilt daar naar de jaargetijden piet mandei dan op aarde. Ook nlaatselijk zijn die ver schillen groot. Zoo was het op een bepaalde hoogte boven Petersbui^, 20 a 30 graden warmer dan boven! Parijs. De schedel van IHozart. In de door een kort geleden te Wee- nen overleden, bekenden ontleedkun dige, Hyrtl genaamd, nagelaten sche delverzameling. die sedert eenige tijd is geëxposeerd in bet weerhuis te Möd- ling, nabij Weenen, bevindt zich een doodshoofd van den grooten toondich ter Mozart, waarvan wij een afbeelding geven. Hyrtl heeft in zijn testament bepaald, dat de schedel zou worden gegeven aan Salzburg, de geboortestad van Mozart. Deze bepaling kon tot dus ver niet worden uitgevoerd. De stad Salzburg en het Mozarteum maken namelijk beiden aanspraak op het re- liquie. Hyrtl zelf kreeg het doodshoofd in dertijd ten geschenke van zijn broeder den graveur Jacobus Hyrtl. Deze redde den schedel voor vernietiging, toen het graf geruimd werd, waarin Mo zart was begraven. De doodgraver wierp hem achterloos ter zijde en het kostbare voorwerp zou versplinterd zijn, indien de graveur, die zich toe vallig op het kerkhof bevond en wist, dat Mozart in het graf was bijgezet, het niet had opgevangen. keling hij zijne ongebruikte talen ten zou kunnen brengen, indien hij slechts zijne natuurlijke traag heid wilde overwinnen. H. Ewing, Jan van den molenaar. De geringe van stand schenkt het schoonste wat hij bezit, de hoogge plaatste enkel zijn afval weg. Loveling, Sophie. Het beste, dat men het jonge meisje op haar levensweg kan me de geven, is het levendige bewust- zijn, dat het haar plicht is orde en regelmaat in de huishouding te be waren door haar dagelij kschen ar beid. Prof. v. Stein, Huishoudscholen. Een groot mensch kan nooit an ders dan groote gebreken hebben. N. Zij, die het leven hard behan deld heeft, kennen beter dan de an deren het middel om den verloren moed bij de ongelukkigen weer op te wekken. Leon de Fonseca, La larupe de Psyché. Ik vind1, dat er iets onwaardigs in is van eens anders goedheid te leven, als men gezond is en iets heeft geleerd. God geeft ons geen krachten en kundigheden voor niet. en wij mogen ze niet ongebruikt laten of ze verbeuzelen; het aller minst als wij niet anders bezitten, als alles ons is ontrukt. Wie mien niet kan gebruiken om te gebieden, moet men gebruiken om te dienen. Ik heb veel inwendigen str' dl ge had niet alleen om dat te erkennen maar ook om het besluit te nemen er naar te handelen. Doch in te zien wat goed en recht is en nala tig blijven om er naar te werk te gaan, is meer een schande dan een eer. Victor van Strauss, Ren ate. Met die «roote, bruine, zeer sprekende, trouwe oogen zeide het lieve hondje veel meer dan menig menschenkind met de stem. Hij □e Spiritus-Locomotief. Bij de tot dusver vervaardigde ma chines, welke arbeiden door spiritus, als daar zijn motoren, locomobielen en spiritusautomobielen van het luxe rijtuig af tot den zwaarsten vracht wagen toe, is thans een nieuwe machi ne gekomen, die, naar men beweert, een rooskleurige toekomst tegemoet zal gaan: de spirituslocomotief. Evenals de tegenwoordige sneltrei nen zullen worden verdrongen door electrische treinen, zal de spirituslo comotief, die voor alle railwijdten ge maakt kan worden, naar het zeggen van de vervaardigers, misschien voor beschikt zijn op mijn-, berg- en locaal- banen de stoomlocomotief te vervan gen. In Duitschland zijn dezer dagen hoogst belangrijke proeven genomen met de nieuwe locomotief, waardoor haar bruikbaarheid schitterend is be wezen. Als voordeelen boven de stoom locomotief worden genoemd: geen las tige rook, geen vonken sproeien, geen tijdroovend waterinnemen, geen onaf gebroken bewaking en niet het minste gevaar voor brand of ontploffing. behagen hem, den hoftrompetter, tot geheimen kabinetstrompetter te be- j noemen. ,,Wat?" riep de Koning lachend uit. „Kerel, ben je gek geworden? Ik kan mijn kabinetsgeheimen niet geheim genoeg houden, en jij wilt ze nu zelfs uittrompetten? Dat gaat niet. Maar om- dat je zoo'n rooden dronkenmansneus I hebt, wil ik je tot adjunct-bottelier aan-1 stellefn, dat zal je beter passen." Daar was Krusemann dan ook zeer tevreden mede. Een roman van een handels huis. Aan de Engelsche firma Day en Martin, waarvan later eene vennoot schap is gemaakt, is eene aardige ge schiedenis verbonden. In 1741, toen Martin pruikenmaker en barbier te Doncaster was, schoor hij een soldaat, die hem een verhaal deed, dat zijn medelijden wekte, en wien hij geld genoeg leende om zijne diligencevracht naar York te betalen. Tot vergelding van deze edelmoedig heid zond dei soldaat hem bij de te ruggave van 'het geleende geld een recept om laarzen te poetsen, dat, zoo als hij zeide. door de officieren van zijn regiment zeer bewonderd werd. Martin vond dit schoensmeer alles wat hij kon wenschen en deelde het geheim mede aan een vriend, zekeren Day, die zaken deed in Pavistockstreet te Londen, met. het gevolg dat dit het begin was van de hoogte, waarop de firma Day en Martin het tegenwoor dig heeft gebracht. duizend uit de loterij, en hoogerop willend, informeert hij nu hij een bar bier van zijn kennis, die den naam heeft van de wereld te kennen, hoe hij er mee aan moet om zich in meer uit gelezen gezelschap te bewegen. Na eenig nadenken spreekt het ora kel „Een zwarten rok aantrekken en ja mond houden!" SLIM. „Hier, Paultje, heb je twee stukjes chocolade, één voor jou en een voor je zusje Mientje!" Paultje, na bedankt te hebben, half luid: „Ja, hoe zal ik ze nu uit elkaar hou den? Weet je wat: ik zal van Mientje hares een stuk afbijten!" ANONIEM. Heer (tot zijn huisknecht). Frans! waar is de brief gebleven, die op mijn bureau lag?" Frans: „Dien heb ik op de post ge bracht." Heer: „En er stond geen adres op!" Frans: ,,Ik dacht, mijnheer, dat 't een anonieme, brief was." PROBLEEM No. 10. ZWART. De luchtdruk was er dus anders en dit heeft grooten invloed op het weder. Verder heeft men; waarge nomen. dat op de zoogenaamde „ijsh-eiligen" (omstreeks 20 Mei), die dagen waarop het in het Wes ten weder koud wordt, terwijl het in het Oosten van Europa warm is. een kolossale wervelwind heerscht, die zich zeer hoog in den damp kring uitstrekt. De ballons hebben ook getoond dlat het sonus in hoo- ge streken warmer is dan beneden; binnen de eerste 1000 meter zelfs verschillen van. 20 graden.. Voorts, dart- de beweging in de lucht zeer afwisselend is tussohen lagen met zeer sterken wind kwamen er voor, waar windstilte beerschte. De voortzetting der waarnemin gen in hooge luchtlagen kan van groote beteekenis zijn. voor de weersvoorspellingen, en daarom is regelmatige voortzetting der opla tingen zeer gewenscht. In tijden van, bijzonderen weer&toestand be hoorden ten minste 14 dagen ach tereen d'ageliiks ballons te worden opgelaten. Prof. Hellmann, uit Ber lijn. ondersteunde dit denkbeeld krachtig. De hoftrompetter. Toen Koning Friedrich Wilhelm aan de regeering kwam, schafte hij de schitterende hofhouding die zijn va der er op na had gehouden, af; de ge- heelei hofhouding onderging eene ver andering. Menigeen kreeg wel een hoo- geren titel, maar eene geringer bezol diging-velen echter, zooals de Hei- dukken, de hardloopers, de dwergach tige kamerhuzaren enz., werden be zorgd door tot kleine dienstpostjes aangesteld te worden. Toen kwam pok de hoftrompetter Krusemann, die zich als zoodanig voor een der gewichtigste en meest onmis bare personen had gehouden, met het verzoek, dat het. Zijne Majesteit mocht Een horloge-beschermer- Een inrichting, waardoor het onmo gelijk is, dat horloges gestolen of ge rold worden, is sedert eenigen tijd in den handel gebracht. Zij bestaat uit staalblik, heeft den vorm van een étui, is met fluweel gevoerd, van buiten met leder-imitatie overtrokken en biedt aldus tegelijkertijd bescherming tegen een slag of een stoot. Door twee vei ligheidsspelden wordt het étui aan de binnenzijde van den zak vastgemaakt. Een lichte druk is voldoende, om het horloge aldus te plaatsen, dat een vreemde hand het door geweld noch zachtheid kan wegnemen. Ook het uit vallen is onmogelijk, zoodat het hor loge ook zonder ketting kan worden gedragen. Wil de eigenaar het horloge gebrui ken, dan is een lichte druk op een aan de achterzijde aangebrachte sluiting, terwijl men het horloge aanvat, vol doende. Uit den Moppentrommel, Wit speelt en geeft in twee zetten mat. Oplossingen worden vóór 29 Juli in gewacht aan het adres van den redac teur dezer rubriek, Jhr. A. E. van Fo- reest, Atjehstraat 134, te 's Gravenhage. Oplossing van Probleem No. 8. 1 d6 enz. Goede oplossing ontvansren van A. r. V. te Haarlem. EEN UIIGE SCHOONMOEDER. „Mijn schoonmoeder" schreel laatst iemand aan een vriend „vat nooit het fijne van een aardigheid. Als ik er een verteld heb, kijkt ze altijd alsof ze denkt, dat er nog meer moet komen. Gij kunt dus begrijpen hoe verbaasd ik was, toen ik laatst, een poosje, nadat kleine Wim dien cent had ingeslikt, een brief van haar kreeg met het postscriptum: ..En is Wim zij ne financieele moeieüjkheden reeds te boven gekomen?" VERMOEIEND WERK. „Zeg mij eens," vroeg eene jonge dame, die eene tentoonstelling bezocht had, den politieagent, die aan de deur stond, „waarom hebben de politiedie naars eigenlijk een riem onder de kin?" „Wel, ziet u, juffrouw," was het antwoord, dat moeten wij wel; an ders worden onze kaken te vermoeid van het antwoorden op al de vragen, die ons gedaan worden." HET GEHEIM. F.en huisknecht trekt de honderd Op onze vorige prijsvraag (een vier regelig versje op de warmte) waren 18 antwoorden ingekomen. Het besta leek ons de inzending van den hear W. VAN BORK Jr., Schotersingel 109 alhier. Dit versje luidt als volgt: De warmte van de laatste dagen Doet u naar een vers op de warmte vragen' Och, wil met die warmte dat vragen staken t Is te warm om verzen op de warmta te maken- De prijs ligt Maandag tusschen 9 en 3 uur ter beschikking van den in zender aan ons Bureau Kampersin gel 70. Onze nieuwe prijsvraag luidt ala volgt: Wie maakt uit den naam NEDERLANDSCHE BRANDWAAR BORG-MAATSCHAPPIJ, het grootste aantal woorden? Oplossingen worden verwacht tot en met Woensdag a.s. Als prijs loven wij uit: Een fraai MELKGLAS.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 8