Tweede Blad,
Een Man van Adel.
behoorende bij
ipHaarlems Dagblad"
van
Maandag 29 Juli 1901.
No5545
Haarlemsche Handels-
vereeniging.
Goedgeh bij Kon. Besluit van
12 Nov. No. 22, 1899.
De Haarlemsche Handelsvereen. telt
thans ruim 650 leden, dat is veel, doch
niet genoeg. Elke winkelier, elke han
delaar. zijn belang begrijpende, moet
zich aansluiten. De contributie be
draagt slechts f2.50, terwijl de voor
deden groot zijn.
Rechtskundige adviseurs zijn de hee-
ren mrs. Th. de Haan Hugenlioltz en
H. Ph. de Kanter, Spaarne 94, welke
gratis advies in handelszaken geven
aan de leden en voor hen gratis optre
den in faillissementen.
Voor incasso's, door bemiddeling
der advocaten gedaan, wordt 5 be
rekend.
Bankiers der vereeniging zijn de
neeren Laane van Bemmel, Kruis-
AUe brieven of aanvragen (ook opga
ven voor het lidmaatschap) moeten ge
richt worden aa nhet bureau der ver
eeniging, 22 aLnge Begijnestraat.
Het is ons gelukt eene overeenkomst
te sluiten, waardoor het mogelijk is
H.H. leden nauwkeurige informaties
te verschaffen omtrent alle firma's in
Nederland.
De kosten dezer informaties bedra
gen 60 cents per adres, plus 5 cents
voor porto, en moeten vooruit betaald
worden aan het bureau. Informatiën
naar binnen de stad wonende perso
nen gratis.
Ruim 650 informatiën en rechtskun
dige adviezen werden in het afgeloo-
pen jaar verstrekt.
In April, Mei en Juni zijn 72 vorde
ringen tot een bedrag van f 2657 7b'
betaald. 25 vorderingen worden afbe
taald 28 vorderingen zijn uitgesteld.
Volgens artikel 7 djent het Geheim
der Maandlijsten ongeschonden be
waard' te blijven.
H.H. Leden worden er op attent ge
maakt, dat pretentiën, buiten de stad
in te vorderen, niet worden behan
deld. tenzii ->orto-vergoeding (10 ets.)
is bijgevoegd.
Het Bureau der vereeniging is geves
tigd 22 Lange Begijnestraat en is ge
opend iederen werkdag van 's morgens
9 tot 1 en 's middags van 2 tot 4 uur.
Dagelijks is een der bestuursleden
aanwezig en bereid tot het geven van
alle gewenschte inlichtingen en wel
Maandag en Vrijdag van IJ—:la uur
v.m., de overige dagen van d4 n.m.
Haarlemmer li ede en Spaarn-
woude.
Overleden: M. Rouhos d.. 3 j.
Velsen.
Ondertrouwd: C. Srnan en C. Swart.
Bevallen: G. Oosthuis—van Son, d.
G. Kem-pe—Griekspoor. d. J. Koper
Paap, z. M. T. Visser—Simonis, d.
M. BarrihoornMeiier. z. G. Graaman-
Jansen, z. A. A. Canninga-Vermeulen d.
Overleden: H. A. G. Bergman, 9 w.
D. Langeveld. 79 j. N. Grapendaal, 8
m. P. van Wijngaarden, 47 j.
Binnenland.
Legertoestanden.
De Anrti-mili-tajiris-fcis-ohe Pi'opa-
ganda-Vei'ee nliigtng te Delft, is wor-
neniens eene brochure uit. te ge
ven over die Legertoestanden in ons
vaderland. Met het oog daarop is
onder de Leiden van het, reserveka
der een ciircutaire verspreid), waan
in hun verzocht word'fc U© aniüwoon
den op verschil lende vragen, heit
soldatenleven, voeding, behande
ling, oamti-ne. misbruiken enz. be
treffende en die antwoorden vóór
1 September aan het bestuur in te
zendien. waarbij de verzekering
wordt gegeven, dat de namen d
genen, die inlichtingen geven,, niet
zondier hun toestemming zullen
worden openbaar gemaakt.
Postwensehen.
Het maandschrift ,,De Post- en
Telegraafwereld' heeft een rubriek
geopend „Wensche-n voor het aan
staand post congres." Daarin bestaat
gelegenheid tot inzending van wen-
se-hen ter verbetering van het in
ternationaal postverkeer. In het Ju-
linummer vinden wij die twee vol
gende voorstellen opgenomen.
Openstelling van d:e gelegenheid'
•tot vooruitbetaling van het ant
woord, diat men op een
brief wenscht te ontr
ontvangen'.
Daar het invoeren van een inter
nationaal postzegel' vooralsnog on
doenlijk schijnt, ware daartoe wel
licht wenscheilijk dfe invoering van
antwoord briefomslagen" van een
duidelijk opschrift voorzien1, zoodiat
ze alleen zoudJen zijn te gebruiken
naar het land van uitgifte.
Werden dJeze enveloppen met lm
gedrukt zegel (zooals hier te lande
met de bestaande geschiedt) in al
le landen verkrijgbaar gesteld tegen
b.v. i a 1 ot. of het daarmede over
eenkomende bedrag in vreemde
munt boven de waarde van het
zegel..dan wiairei, (zooals men voor
internationaal zegel vreesde) spe
culatie op het verschil in muntstel
sel der verschillende landen ver
moedelijk voldoende uitgesloten en
was men mede genoegzaam zeker,
dat dleze omslagen ook nagenoeg
uitsluitend voor antwoord zouden
worden gebruikt.
ijzig,ing in de berekening van het
van den geadresseerde te hef
fen- port wegens ontoerei
kend gefrankeerde
stukken.
Voorbeeld'Voor een briefkaart
uit DuitscMand] gefr. met 5 pf. (ge
lijkgesteld met 5 ets.) wordt gehe
ven 2 maal ctms. is gelijk 12i
ctms. (hier te l'ande ct.)voor
een briefkaart uit Frankrijk gef-r.
met' 5 ctms., 10 ctms. (hier te lan
de 5 ct.)
Daar 5 pf. meer is dan 5 ctms.
is dus voor de eerste briefkaart
meer vooruitbetaald dlan voor de
tweede, terwijl tevens nog meer
moet betaald worden bij uitrei
king.
Dit is o. i. onbillijk.
Zou bij' ontoereikende frankee
ring berekening op de volgend©
wijze niet naltiofnieeter zijn
VoorbeeldHet internationaal
port voor een briefkaart bedraagt
10 ctms.. voldaan is 5 pf. of 6}
ctms.. ontbreekt dlus ctms. In
het land van- bestemming is dus
verschuldigd 2 maal 3f is gelijk
ctms.. of het daarmede overeenko
mende bedrag in andere munt.
Een jeugdige dief.
Sedert enkele dagen dagen had het
de aandacht van den winkelier H.
Breemen aan de Voorstraat te Dor
drecht getrokken, dat verschillende
kleedingstukken uit zijn winkel ver
dwenen, zonder dat hij kon vermoe
den op welke wijze. Dezer dagen ont
moette hij op straat zijn 13-jarigen
loopjongen, in het bezit van een jas.
Op zijn vraag wat hij daarmee doen
moest gaf de knaap zulke ontwijkende
en verwarde antwoorden, dat zijn pa
troon hem spoedig tot bekentenis
bracht, dat zijn plan was, het klee-
dinkstuk te gaan beleen-en. Terstond
werd de politie met het geval in ken
nis gebracht en weldra bleek haar dat
de deugniet tal van andere kleeding-
stukekn weggenomen en in huizen van
verkoop met recht van wederinkoop
of bij uitdragers had te gelde ge
maakt. waar zij in beslag genomen
zijn. 't Is reeds een heele stapel, maar
no gsteeds komt er bij. Dat de jeugdige
dief de opbrengst versnoept heeft,
spreekt vanzelf. Thans is hij in arrest.
Brieven uit Berlijn.
(Fan onzen specialen correspondent.)
De mogelijkheid van een
Duitsch-NederlandBche P o s t-
unie.
Berlijn, 25 Juli 1901.
Over het algemeen neemt de Duit-
sche pers weinig of geen notitie van
de binnenlandsche aangelegenheden in
Holland. Slechts enkele groote bladen
hebben een correspondent in Amster
dam of Den Haag aangesteld om hun
ne lezers over het maatschappelijk en
politiek leven der bewoners van den
Beneden-Rijn in te lichten.
De overige bladen drukken eenvou
dig de weinige Hollandsche telegram
men van Reuter of Wolff af, zonder
zich de moeite te geven aan deze tele
grammen een commentaar toe te voe
gen. Het bezoek van Koningin Wilhel-
mLna bracht hierin ook weinir veran-
dering. Men was niet kar'- met aller
lei hoffelijke en beleefde nhrasen aan
het adres van de ..liebreizende König-
in," welke reeds bij vroegere gelegen
heden hadden dienst gedaan; men
verwonderde zich over de buitengewo
ne eerbetuigingen, waarmee H. M.
door den Keizer werd ontvangen en
waarop volgens sommige bladen alleen
souvereinen van mogendheden
aanspraak kunnen maken, doch van
een grondige bespreking van het he-
dendaagsche Koninkrijk der Nederlan
den en zijne verhoudir- tot de overige
mogendheden was nergens sprake.
Bij de jongste verkiezingen maakten
de bladen natuurlijk melding van de
overwinning der verbonden „Clerica-
lcn, Anti-Revolutionairen und Histo
rische Christen" zonder meer; zij ver
zuimden echter hunne lezers mede te
deelon, wat deze laatste partijen be
oogen. Waarschijnlijk wisten de re
dacties het zeiven niet of achtten z>;
het onderwerp niet interessant genoev
om zich hierover te oriënteeren.
Was sind denn das für I.eute
..Historische Christen!"? werd mij van
bevriende zijde meermalen gevraagd.
Intusschen is de onverschilligheid
ten opzichte van het nuenbare leven
in Holland slechts schijnbaar. De
Duitsche regeering is drommels goed
op de hoogte van den toestand aan ge
ne zijde der zwart-witte grenspalen,
zoowel op militair- als op maatschap
pelijk gebied en naar ik uit zeer ver
trouwbaren mond van iemand, die het
weten kan. vernomen heb. heeft men
in het ..Auswartige Amt" (Ministerie
van Buitenlandsche Zaken) den
loop en den uitslag der algemeene ver
kiezingen met veel belangstelling ga-
degeslagen. Uit den aai'd der zaak
wachten zich echter officieele perso
nen wel, hiervan bliik te geven in dag
bladen of tijdschriften, ten minste on
der hun eigen naam. Of evenwel niet
menigmaal langs een omweg in tijd
schriften en brochures vragen worden
te berde gebracht, welker oplossing der
regeering om meer dan een reden
slechts aangenaam kan zijn, is een an
dere vraag.
Voor mij ligt een interessante bro
chure 1), waarin de anonyme schijver
naar aanleiding van talrijke statisti
sche gegevens, ontleend aan de ..Ver
slagen aan de Koningin betrekkelijk
den dienst der posterijen en der tele-
graphie in Nederland in 1898" en aan
de Duitsche ..Reichspoststatistik in
1898" en aan D-Nederl. postunie" be
pleit en aantoont, dat beide partijen
bij een dergelijke in steil'- gebaat
zouden zijn. Het lijkt me wel de moei
te waard, nader met het geschriftje
kennis te maken.
Het is waarschijnlijk niet van alge
meene bekendheid, dat Holland met
geen enkel rijk zulke levendige han
delsbetrekkingen onderhoudt als met
Duitschland en dat verreweg h.et groot
ste gedeelte der post voor Jiet buiten
land voor onze oostelijke buren be
stemd ;s.
In 1898 werden uit Holland gemid
deld) dagelijks 205 brievenmalen naar
Duitschland verzonden en 190 vandaar
ontvangen terwijl België met zijn 3
millioen VIamen slechts 87 brieven
malen daags ontvin" en 111 aan ons
afzond, Frankrijk slechts 21 resp. 12,
Groot-Britannië 11 resp. 16, Italië 4 en
5, Oostenrijk 1 en 3 en Zwitserland 2,
resp. 4 brievenmalen!
Bij zulk een groot aantal dagelnk-
sche brievenmalen naar en van
Duitschland, kan men licht nagaan,
dat het ""tal briefkaarten, drukwer
ken, jaarlijks van Holland; uit naar
Duitschland verzonden, enorm is.
Van de 22,409.727 poststuks, welke
in 1898 voor het buitenland bestemd
waren, (waarvan 1,581.136 voor Oost
en West-Indië), gingen 9.318.372 stuks.
44 1/2 naar Duitschland, dat dus
nagenoe" evenveel ontving als alle an
dere rijken te zamen.
Duitschland ontving van de 11.343.685
gefrankeerde brieven 4.655.880 stuks,
42 tegen Engeland slechts 1.940.172,
België 1,597.202, Frankrijk 867.712,
Vcreenigde Staten 316.139, Transvaal
189.072, Rusland 130.780 en Italië
103.090 brieven.
Van de 936.918 telegrammen in 1898
naar het buitenland verzonden, waren
36 340.238 stuks voor Duitschland
bestemd tegen slechts 58.873 voor
Frankriik en 154.637 voor België.
38 van alle buitenlandsche post
pakketten, 104.903 stuks gingen naar
Duitschland. Neerlandsch-Indië ont
ving daarentegen slechts 28.795 pak
ketten, Engeland 33.104, België 31.267,
Frankrijk 30.269 stuks.
Nog eclatanter is het verschil bij de
post-abonnementen op buitenlandsche
couranten en tijdschriften. Door Ne
derland werde" hi 1898 16.586 postabon
nementen met 22 verschillende staten
afgesloten. Hiervan trok Duitschland
het leeuwendeel, 85 In dat jaar
werden namelijk 14.152 abonnementen
bij de Nederlandsche post benomen op
Duitsche couranten en tijdschriften.
Gelijktijdig werden in de 22 buiten
landsche staten bij de post op 3.289
Hollandsche dagbladen en tijdschriften
geabonneerd, waarvan er alleen voor
Duitschland 2.708 (82 bestemd wa
ren tegen 349 voor België en 117 voor
Zwitserland. Dit laat zich wellicht hier
uit verklaren, dat in Duitschland niet
minder dan 50.743 Hollanders wonen,
bijna het dubbele getal van de Duit-
schers in Holland (28.767).
Het spreekt van zelf, dat een leven
dige handel tusschen beide landen
gelijken tred houdt met het drukke
postverkeer. Votems den Almanach de
Gotha voerde Nederland in '98 voor
787.5 millioen gulden naar Duitschland
uit of 52 van den geheelen uitvoer.
Verbazend groot is het aantal postver
zendingen van Duitschland naar Hol
land in verhouding zeer veel grooter
dan naar rijken als Engeland en
Frankrijk met bevolking van plus
minus 40 millioen zielen. Uit het Duit
sche rijksgebied werdgn in '98 na aftrek
van ongeveer 59 millioen stuks aan
Beieren en 30 millioen aan Württem-
berg. welke eigen post hebben, verder
na aftrek van circa 45 1/2 millioen
stuks naar het eigenlijke buitenland
verzonden.
Daarvan gingen niet minder dan
11.166.500 postzendlngen naar Holland,
dat slechts door Eneeland en Frank
rijk werd overtroffen. Naar Engeland
werden ruim 14 millioen, naar Frank
rijk ruim 13 1/2 millioen stuks verzon
den: alle overige landen, zoowel N.
Amerika als Rusland, Italië, België,
enz. ontvingen minder postzendingen
dan Nederland.
10 van alle Duitsche telegram
men voor het buitenland gaan naar
Holland, evenveel als naar Italië, Span
je, en Zweden te zamen. Eveneens
gaan 10 van alle Duitsche postpak
ketten voor het buitenland naar Hol
land dat met 379.057 Duitsche pakket
ten reeds in de derde plaats komt
meer pakketten jaarlijks ontvangt dan
Engeland en Rusland te zamen!
Met de bovenstaande cijfers voor
oogen, welke een sprekend bewijs le
veren van het levendige verkeer tus
schen Duitschland en Holland, komt
de anonvme schrijver tot de conclusie,
dat het tot stand komen van een post
unie tusschen de beide stam- en taal-
veirwandte volken aan een bestaande
behoefte zou voldoen. Waar het post
verkeer tusschen beide rijken reeds
zoo druk is, niettegenstaande weder-
keerig het hooge tarief van den ..Welt-
postverein" wordt, in rekening gebracht
en niet het binnenlandsch tarief, ligt
het voor de hand, dat de verschillende
eind-cijfers nog veel grooter zouden
zijn, wanneer voor het verkeer tus
schen beide rijken het hooge Weltpost-
tarief werd afgeschaft en de tarieven
op dezelfde wijs geregeld werden als
tusschen. Duitschland en Oostenrijk-
Ho ngari je.
De schrijver betoogt dat zulk een
unie vr/j wat meer reden van bestaan
zou hebben, dan tusschen Duitschland
en Hojigariie. Niettegenstaande Horr-
garije 10 maal grooter is dan Neder
land en 3 1/2 maal zooveel inwoners
heeft als ons land, verzond Holland in
1898 nagenoeg 3 maal meer poststuk
ken (brieven, briefkaarten, drukwer
ken enz.) naar Duitschland dan Hon
garije. Terwijl bv. dit laatste rijk tegen
het binnenlandsch tarief van 5 Kreuzer
(10 Pfennig), 1,836.718 brieven naar
Duitschland) verzond gingen van uit
Holland in dienzelfden tijd 4.352.512
brieven tegen het dubbele tarief van
12 1/2 ets. (20 Pfennig j
Er is reeds een schrede gedaan op
den weg. welke tot een post-unie tus
schen Duitschland en Nederland zou
kunnen leiden. Den 13en Mei en 9en
Aug. '98 werd tusschen beide rijken
voor brieven, verzonden over en weer
naar plaatsen tot op een afstand van
30 Kilometer van de grenzen geleg
een bijzonder gereduceerd tarief vast
gesteld.
Uitvoerig staat de schrijver ten slotte
stil bij de verschillende binnenlandsche
tarieven der beide riiken voor brieven,
drukwerken, telegrammen en postpak
ketten en geeft als zijne opinie te ken
nen dat voor het verkeer over en
weer tusschen beide staten nu nog
geldende internationale tarieven onge
veer tot het bedrag der binnenlandsche
tarieven zouden moeten worden ver
laagd. Voor beide rijken is hieraan na
tuurlijk in den beginne een risico ver
bonden en wel voor Duitschland tot
een bedrag van 881.000 mark en voor
N ---d van 488.000 gulden, doch
alleen In het ge ral, dat het postver
keer op dezelfde hoogte zou blijven
staan, wat natuurlijk niet is aan te
nemen.
Integendeel, de ervaring heeft in
andere landen geleerd, dat het onder
ling postverkeer tengevolge der gere
duceerde tarieven nog aanmerkelijk
zou toenemen. Men zou het risico van
een half millioen gulden ook over cc-
nige jaren kunnen verdoelen door te
beginnen met een tot op de helft ver
laagd tarief voor brieven en briefkaar
ten, waarna men successievelijk even
eens een verlaagd tarief voor druk
werken, telegrammen en postpakket
ten zou kunnen invoeren.
Met eenigen goeden wil over en weer
behoort het tot stam! komen van een
post-unie tusschen beide rijken niet
tot de onmogelijkheden na het optre
den van het nieuwe Kabinet.
Of hetzelfde kan gezegd worden van
een tolverbond en vooral van een of-
en defensief verbond, waarvan de
schrijver in den aanhef van zijn bro
chure gewag maakt, is een vraag waar
achter men een groot vraagteelcen zou
moeten plaatsen.
Bij die laatste quaestie komt de aap
uit 1 - mouw en laat de schrijver door
schemeren, waar hij het eigenlijk wil
heen sturen.
Wanneer de Pruisische regeering
er ten slotte toch nog in slaagt, in den
Landdag een meerderheid' te vinden
voor het erroóte kanaalnet en hoofdza
kelijk voor het zoogenaamde „Mittel-
land-Kanal." dat den Rijn met Elbe
en Weser, dus met Hamburg en Bre
men moet verbinden, zou er voor onze
regaering wel eens een oogenblik kun
nen aanbreken waarop zij zich ter
wille van Rotterdam en Amsterdam
wel gedwongen zag, bij Duitschland
met voorstellen aan boord te komen.
Immers na het tot stand komen van
het „Mittelland'-Kanal" waarvoor in de
eerste plaats de Keizer zelf met zulk
een energie werkzaam is, zouden de
voor export bestemde goedgreiï uit het
Duitsche binnenland, welke tot nu toe
grootendeels langs den waterweg via
Rotterdam werden uitgevoerd, voor
taan met voorbijgaan der Hollandsche
zeehavens Rotterdam en Amsterdam,
langs directen weg door de eigen bin
nenlandsche kanalen naar de eigen
binnenlandsche havens Hamburg en
Bremen kunnen worden vervoerd!
„Wir warten ruhig ab, bis Ihr Hol
lander uns kommt!" zei onlangs de
hoofdredacteur van een der weinige
Berlijnsche bladen, welke de regeering
onbewimpeld de waarheid zeiden we
gens hare weigering om Kruger te ont
vangen, toen in den loop van ons ge
sprek de politieke en handelsbetrek
kingen tusschen Duitschland en Ne
derland ter sprake kwamen.
,,Ihr wird doch kommen müssen!'
Successievelijk zijn de verschillende
Duitsche havens aanmerkelijk vergroot
en voor de opname van de grootste
zeeschepen geschikt gemaakt, Ham
burg, Bremen, daarna Stettin en Dan
zig en nu Einden 2) welke haven bin
nenkort met groote feestelijkheden
wordt geopend en ons op den duur
grooten afbreuk kan aandoen.
K.
1) ,,DLe Fr age eines deutsch-nieder-
landiischen. Post-verems." Mit genauer
Berechnung der finanziellen Wirkun-
gen für die beidierscitieen Poslverwal
tungen. Berlin,, 1901. Verlag von Gose
und Tetziaff.
2) Men zal zich herinneren, dat op
de onlangs gehouden jaarvergadering
d'er Maats, ter bevordering der Nijver
heid, door den voorzitter, den heer Con
rad, werd betoogd, dat de haven van
Emden niet zulk een ernstige concur
rent wezen zal, als men w$l meent.
Redactie H.'s D.).
Sportpraatje.
Het kan Zondag weer een echte
..sportdag" worden. Ie. de openings
wedstrijden op de Amsterdamsche
Wielerbaan; 2e. de courses op Cruys-
bergen bij Bussum, en 3e de ontmoe
tingen voor de le klasse Cricket-com
petitie.
Het is lang geleden, sinds we de
laatste wielerwedstrijden op de baan
te Amsterdam hebben bijgewoond.
Door velen is het zeker betreurd, dat
de directie door financieele omstandig
heden gedwongen, tot sluiting moest
overgaan. Laat ons hopen, dat wat in
het Willemspark niet wilde schikken,
beter slagen more op den Zeeburger-
dijk.
Het programma, dat ei-steren in dit
blad gepubliceerd werd is aanlokke-
Iijk genoeg P'ilili-.-k te trekken.
Wat de courses op Bussum betreft,
mijne winners zijn
J u 1 i-p r ij s: Schabernack, reserve
Krylatyna.
S p a n n e n- p r ij s: Abdul Afcieer en
Ilirye.
H e i d e-p r lj s: Ceres, reserve stal-
v. d. Berg.
Cr uys berge n-p r ij s: Hirye, re
serve stal-Ockhorst.
B u s s u rn-p r ij s: Stal-van Hoboken
reserve Christiaan.
T r i b u n e-p r ij s: Mloche et Mels,
reserve Stal-van Hoboken.
Groote Bussummer Steeple
chase: Stal-van Hoboken, reserve
Stal van Heemstra.
Verwachtingen voor de Cricket-wed
strijden op Zondag a.s,:
A. C. C.Volharding, vermoedelij
ke winner A. C. C.
's-Gr. C. C.Ajax, vermoedelijke
winner 's-Gr. C. C.
AMATEUR.
Letteren en Kunst.
Boekentafel.
Mej. A. C. Kuiper heefteen bundeltje
verhalen verzameld en bewerkt „om
in de vacantie te lezen", zooals da
veelzeggende titel luidt, en dit bun
deltje is bij de Erven Loosjes alhier
verschenen.
..Het boekje wenscht alleen nu en
dan prettig, mocht het zijn onderhou
dend gezelschap voor onze meisjes te
wezen en een bescheiden plaatsje in ta
nemen in koffer of reistaschje of op de
fiets."
Welnu, aan deze bedoelingen der
schrijfster heeft het onpretentieuse
boekje, dat. er handig en aanlokkelijk
uitziet, in het lieve bandje, volkomen
voldaan.
Het zijn een achttal verhalen, meest
uit het Engelsch vertaald, prettig en
onderhoudend ook wel.
De Engelsche litteratuur pleegt niet
zoo bijzonder in de gunst te staan,
maar het is merkwaardig, hoe mejuf
frouw Kuiper er steeds juweeltjes uit
weet op te diepen en onze meisjes
reeds meer dan eens verblijd heeft
met de vertaling van uitstekende meis
jesboeken en meisjesverhalen uit het
Engelsch.
Ook uit dit bundeltje blijkt weer dat
mej. Kuiper uitnemend weet wat hare
lezeressen boeien zal, en in de keuze
bijzonder gelukkig is geweest.
Er zijn inderdaad „snoezige" ver
haaltjes bij, waarvan de meisjes,
wanneer ze buiten eens een oogen-
blikjc in den schaduw van 't lommer
gaan verpoozen en het aardige boekje
bij zich hebben, genieten zullen.
Vooral de verhalen „Een dichteres"
en „Elena's gevangene" zullen boeien.
„Een Mistkoning". hoe aardig ook
verteld, komt ons niet voor in dit bun
deltje thuis te behooren, en moeilijker
te begrijpen te zijn dan de andere stuk
jes.
Schrijfster en uitgevers wenschen
wij succes met het werkje.
Wij ontvingen de eerste afleverin
gen van den tweeden jaargang
van „Jong Holland", lialfmaande-
lijksch tijdschrift voor Nederland, Ko
loniën en Vlaanderen, onder hoofd
redactie van den heer Arnold Wij-
brandt te 's Gravenhage.
Het tijdschrift zal niet volgens het
voorbeeld van vele periodieken: haast
uilsluitend werk opnemen van hen
die reeds bekendheid verwierven of
tot do vrienden van het tijdschrift be
hooren. Ieder medewerker die blijk
geeft van ernstig willen en kunnen,
is ons welkom, zegt de heer Wijbrandt
in een begeleidende circulaire.
Deze verklaring nu, ontwapent in
zekeren zin de critiek. Streven naar
waarachtig kunst-mooi, met ernstige
bedoelingen, met ernstig willen, ver
dient ten volle sympathie en toe
juiching, en wanneer de jonge
ren, weinig of geheel niet be
kend, schromend hun bijdragen naar
een groot eischen stellend pe
riodiek te zenden, zelf moedig het
een eigen tijdschrift voor den dag ko
men, dat van hun zoeking getuigt, dan
mag de critiek niet onwelwillend we
zen.
Maar, de hoofdredacteur verklaart
in genoemd rondschrijven tevens:
„Daar wij den steun wisten te ver
krijgen van eenige bevoegde redacteu
ren, die op ons verzoek zich bereid ver
klaarden met den aanvang van den
tweeden jaargang in de redactie zit
ting te nemen; daar wij van verschei
dene zijden blijken van sympathie
mochten ontvangen en van vele jon-
Feutlteiuu.
Naar het Engelsch.
6)
Mijnheer Stocks rees van zijn
stoel overeind en verklaarde, dk*
het hem hoogst aangenaam was,
ken/nis te maken met mijnheer Le
wie Haystoua. Hij kende hem na
tuurlijk al lang bij naam maar
had nog nooit het genoegen gehad,
hem persoonlijk te ontmoeten-, en
hij hoopte, dart, zij dikwijls samen
zouden spreken over aangelegen
heden, diie hun- beidien -even na aan
't hart lagen. Lewie scheen daar
voor 't oogenblik nog niet bijster
veel zin in te hebben, want hij Met
den stoel tusschen Bertha en Stocks
onbezet en strekte zich op het
gras uit, naast de rieten fauteuil,
waarin Alice zait.
Tot haar eigen-, niet geringe ver
bazing, voelde het meisje, hoe een
gewaarwording van blijdschap haar
hart doortintelde.
Zijn Tam en Joch nu weer
goede vriendenvroeg zij.
Tam en Jooh leven nooit sa
men in vrede. Ze kunnen niet met
elkaar overweg. Joch is ernstig en
bezadigd voor zijn leeftijd en Tam
is een menschel! jke collie, wild en
uitgelaten dartel. Ik heb hem, toen
u weg waart, nog een keer of wat
uit het water moetien hal-en.
Alice lac-hte.
Ik wist niet. dat jie Lewie al
kende, Alice, liet Lady Manorwa-
ter zich verwonderd hooren.
Juffrouw Wishart en- ik heb
ben elkaar eergisteren bij de fo-
rellenbeek ontmoet, deelde Hay-
stoun mede.
Bent u daar geweestEn daar
hebt u mij niets van gezegd 1 riep
Arthur op een toon, die on
miskenbaar gekrenktheid en teleur
stelling verried. Nergens kan
men zoo prettig visschen als daar,
en het was eergisteren juist zoo'n
uitgezochte dag. Hoeveel heb je ge
vangen-, Lewie?
Om -en bij de twintig forellen.
Y-erbe'eld je eens En diaar
heeft één mensch alleen nu al de
aardigheid van gehadEn bij wij
ze van schad'etoosstelling dronk hij
het kopje thee van zijn neef leeg.
Thans legde mijnheer Stocks be
slag op deai wegkomen gast, in
dezen trouw bijgestaan door Lady
Manorwater, en Lewie werd nauw
keurig ondervraagd omtrent zijn
verrichtingen in de laatste jaren.
Hoe kwam je er toch too, om
zóó ver weg te gaan, beste jongen?
vroeg zijn tante.
Ik had daarvoor meer dan één
motief, luidde Lewie's antwoord.
Ten eerste hoopte ik in de ge
legenheid te zullen worden ge
steld, eens een tijgerjaeht mee te
maken, en ten tweede werd ik ge
dreven door mijn belangstelling,
dlie soms zoo groot is, dat zij mij
rust noch duur gunt. Maar Wratis-
law is toch de voornaamste aan lei
dende oorzaak.
Kent u Wratislaw vroeg
Stocks.
Tommy? Dat zou ik mieenen
Hij is mijn beste vriend. Hij was
al klaar met zijn studiën^ toen ik
aan de universiteit kwam, maar ik
heb hem dikwijls te O.xfordi ont
moet en hij heeft mij ontelbaar veel
malen geholpen.
De jonge man sprak met een.
warmte, <jie alle recht gaf tot, de
onderstelling, dat hij gaarne be
reid was, vriendschap te bewijzen
aan ieder, die Tommy kende.
Hij is heel knap, zei-de Stocks
op vergoelijkenden toon, alsofWrar
tislaw's knapheid, heel veel andere
dingen goed moest maken.
Lewie vond het wel eenigszins
vreemd!, dat dit hem zoo nadrukke
lijk verteld werd. Als iemand dit
weten kon, was hij het voorzeker
wol.
Hebt u in den laatsteai tijd nog
iets van hem .gehoord? hernam
Haystoun. Wij schreven elkaar
geregeld, terwijl ik buitenslands
was, maar hij vertelde nooit iet-s
van zichzelf, en verleden week heb
ik hem i-n Londen maar heel even
gesprok em
Stocks maakte een afwerend
handgebaar.
Hij heeft zich geen populari
teit weten te verwerven. Zijn ga
ven -en talent-en zijn niet van- dlien
aard, dat ze hem ooit populair zul
len maken. Maar wij, die in het
volk gelooven en voor het volk
werken, hebben in hem steeds een
hefbig bestrijdeo* gevonden. Een
academisch opgevoed man is dik-
wiils eenzijdig en niet geschikt
voor de praktijk des levens.
Eenzijdig is hij volstrekt niet,
merkte Lewie kalm aan. Ik heb
nooit iemand gezien, die zoo alzij
dig ontwikkeld is als juist Tom
my. Hij is een echte werkezel. Hij
wijdt al zijn gaven en talenten aan
een drogen, saaien arbeid, enkel;
en alleen, omdat hij zoo uitemst
nauwgezet is en niemand het zoo
goed kan doen als hij.
Oprechtheid was een eigenschap,
die hij steeds wist te waarcïceren,
en daarom werd hij dan ook niet
boos op den man, die zich niet
zoo bijster gunstig over zijn vriend
had uitgelaten.
Ik heb uw boek over Kasjmir
gelezen, mijnheer Haystoun, liet
Alice zich hooren, die een even-
tueele botsing tusschen de twee
heeren wenschte te voorkomen.
Wat moet u moeilijke dïigen door
leefd hebben 1 U deelt in uw werk
mede, dat er ten noorden, vam Bar-
dur wel twee honderd mijlen on-
beke<nd land liggen,, vóór men op
Russisch grondgebied komt. Waair-
om is men daar nooit in doorge
drongen
Om verschillende redenen
niet. Het is een zeer hoog gelegen
land met een allesbehalve lieflijk
klimaat. Ook wonen daar een aan
tal wilde stammen met- een krom
soort van mes tot wapen, dat zij
heel handig weten t'e hanteeren en
dat zelden of nooit zijn doel mist.
En ten derde werkt ons gouverne
ment alle Britsche ondernemingen
daar tegen, en Rusland zou hetzelf
de doon. als het iets van dien aard
merkte.
Maar wat een prachtige gele
genheid voor iemand met wils
kracht en erne-rgieriep Alice met
een van opgewondenheid gloeiend
gezichtje.
Lewie blikte op naar die tengere
gestalte in den stoel naast hem en
zag den glans harer donkere oogen.
Wie weet, juffrouw Wishart,
wat er nog eens gebeurt 1 zeide hij
langzaam en onverschillig.
Drie menschetn keken naar hem.
Bertha, zijn tante er> mijnheer
Stocks, en drie menschen zagen
hetzelfde. Zijn gelaat had een uit
drukking van strenge vastberaden
heid aangenomen. Het was niet
langer het prettige, joviale gezicht
van den sportman en gezelligen ka
meraad, maar het vain een ijzeren
wil getuigend gel aal vam den1 strij-