Tweede Blad,
Een Man van Adel.
i2)
behoorende bij
„Haarlems Dagblad"
van
Maandag 5 Augustus 1901.
No. 5551
Haarlemsche Handels-
vereeniging.
Goed gek. bij Kon. Besluit van
12 Nov. No. 22, 1899.
De Haarlemsche Handelsvcreen. telt
thans ruim 650 leden, dat is veel, doch
niet genoeg. Elke winkelier, elke han
delaar. zijn belang begrijpende, moet
zich aansluiten. De contributie be
draagt slechts /2.50, terwijl de voor
deden groot zijn.
Rechtskundige adviseurs zijn de hee-
ren mrs. Th. de Haan Hugeuholtz en
H. Pb. de Kanter, Spaarne 94, welke
gratis advies in handelszaken geven
aan de leden en voor hen gTatis optre
den in faillissementen.
Voor incasso's, door bemiddeling
dar advocaten gedaan, wordt 5 be
rekend.
Bankiers der vereeniging zijn de
heeren Laane van Bemmel, Kruis
straat 51.
Alle brieven of aanvragen (ook opga
ven voor het lidmaatschap) moeten ge
richt worden aa nhet bureau der ver
eeniging. 22 aLnge Begijnestraat.
Het is ons gelukt eene overeenkomst
to sluiten, waardoor het mogelijk is
H.H. leden nauwkeurige informaties
te verschaffen omtrent alle firma's in
Nederland.
De kosten dezer infoimaties bedra
gen 60 cents per adres, plus 5 cents
voor porto, en moeten vooruit betaald
worden aan het bureau. Informatiën
naar binnen de stad wonende perso
nen gratis.
Ruim 650 informatiën en rechtskun
dige adviezen werden in het afgeloo-
pen jaar verstrekt
In April, Mei en Juni zijn 72 vorde-
ringen tot een bedrag van J 2657.765
betaald. 25 vorderingen worden afbe
taald, 28 vorderingen zijn uitgesteld.
Volgens artikel 7 dient het Geheim
der Maandlijsten ongeschonden be
waard' te blijven.
H.H. Leden worden er op attent ge
maakt., dat pretention, buiten de stad
in te vorderen, niet worden behan
deld. tenzij ->orto-vea-goeding (10 ets.)
is bijgevoegd.
Het Bureau der vereeniging is geves
tigd 22 Lange Begijnestraat en is ge
opend iederen werkdag van 's morgens
9 tot 1 en 's middags van 2 tot 4 uur.
Dagelijks is een der bestuursleden
aanwezig en bereid tot het geven van
alle gewenschte inlichtingen an wel
Maandag en Vrijdag van 11—12 uur
v.m,, de overige dagen van 34 n.m.
liefhebbers en fokkers van konijnen,
hunne belangen te behartigen en de
teelt winstgevender te maken
b. het fokken van ras-zuivere exem
plaren aan te moedigen en den aanfok
van nut-konijnen te bevorderen
c. het houden en ondersteunen van
plaatselijke tentoonstellingen en ge
wicht-concoursen. en hieraan zoo mo
gelijk ook onvermogende niet-leden ie
doen deelnemen.
d. gelegenheid openen tot dekken van
voedsters door groote dekrammen in de
verschillende stadswijken, zoo moge
lijk kosteloos, en ook voor niet-leden;
e. mee.dere kennis te verspreiden
omtrent de rassen en de teelt in 't al
gemeen.
De heer J. H. v. Piggelen, secretaris
der Utrechtseke vereeniging tot bevor
dering der Konijnenteelt zal in den
loop dezer maand worden uitgenoo-
cjigd dit doel alhier nader uiteen te
komen zetten.
Voor nadere inlichtingen vervoege
men zich tot den heèr P. Scheelino'sf.
voorzitter.
De heer Gerard Zalsman is door on
zen vroegeren landgenoot, den heer W.
de Haan te Darmstadt, uitgenoodigd
aldaar de soli voor bariton in Schu
mann's Faust te komen zingen.
zal hij mogen zijn. indien hij met zijn
Kabinet het er zoo goed afbrengt
Officieele Berichten.
BURGEMEESTER EN WETHOU
DERS van Haarlem, doen te weten,
dat bij hunne beschikking van 30 Juli
jl. aan A. C. Sweerts vergunning is
verleend tot oprichting van eene roo-
kerij in het in aanbouw zijnde per
ceel aan den Zijlweg hoek Coornliert-
straat.
Haarlem, 2 Augustus 1901.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd:
J. NIEUWENHUIJZEN KRUSEMAN,
l.-B.
Secretaris.
PIJNACKER.
Do BURGEMEESTER van Haarlem,
brengt bij deze ter kennis van die in
gezetenen dezer gemeente, dat de op
den 31en Juli jl. executoir verklaarde
kohieren no. 8 en 9 op de personeele
belasting dezer gemeente, dienst 1900
en 1901, op heden den ontvanger
der directe belastingen zijn ter hand
gesteld'.
Wordende de ingezetenen tevens,
herinnerd, dat de belastingschuldigen
verplicht zijn hunnen aanslag op den
bij de wet bepaalden voet te voldoen.
Haarlem, 2 Augustus 1901.
De Burgemeester voornoemd,
NIEUWENHUIJZEN KRUSEMAN.
L. B.
Heemstede.
Ondertrouwd: H. J. van Vessum en
H. Engelen.
Bevallen: M. KramerDhaene, z.
Overleden: E. Kolk, 8 maanden. P. J.
Mertens, 62 jaai\ J. Roozen, 5 weken.
Spaarndam.
Bevallen: F. de Vriesde Vries, d.
Bevallen:
Schoten.
C. Ruiigrok—Kors, d.
Haarlemmerliede en Spaarn
woude.
Bevallen: P. van Aalst—de Boer d.
"VelBen.
Ondertrouwd: S. Heilig en C. Groen.
J. Kok en G. Withaar. A. van Noordt
en H. E. Ockeloen. D. Voetelink en C.
van Gastel. S. van der Kolk en J. Stam.
Bevallen: J. BroekGul, z. A van
der PlasRietdijk, d, M. L. van der
HorstRaberg, d. W. L. Graaman
Vlegels z. B. Meijer—Aardema, z. M.
M. van der Horst—Esser d. A. C. Pee-
perkoornvan der Heyden d. M. C. v.
Beusekom—Rutte, z. N. GrolleEij-
genbrood' d. H. M. E. KaandorpIvor-
ver, z. E. G. Kruger—Swieserijn, d.
Overleden: A. M. M. Korsen, 28
M. T. van der Horst, 2 d. C. van der
Lee, 7 m.
Binnenland.
Stadsnieuws
Konijnenteelt.
Hier ter stede is een vereeniging op
gericht ten doel hebbende de konijnen
teelt te dezer plaatse en in het alge
meen te bevorderen en zulks in navol
ging van soortgelijke vereenigingen te
Utrecht. Amsterdam enz., die aldaar
met succes werken.
Zij tracht dit doel te bereiken door:
Wat de bladen zeggen over
het nieuwe ministerie.
Wij zullen nu moeten afwachten
zegt die „N. R. Ct." ironisch wat dit
uit het „Christelijk volksdeel" geboren
Kabinet ons zal brengen. Het nieuwe
zittingjaar, dat wij in September in
gaan, zal ons daaromtrent wel licht
verschaffen. „De Standaard" is blijk
baar al bang, dat het werk van het mi
nisterie niet mee zal vallen; het waar
schuwt de geestverwanten reeds tegen
te hooge verwachtingen. Een eerste
daad zal natuurlijk zijn, dat al het
werk vap het afgetreden ministerie,
dat nog, onafgedaan, ligt opgestapeld,
wordt ingetrokken, om ..Christelijk'
te worden overgedaan. Wat verder af
gebroken zal worden en den daarmee
gepaard' gaanden minder gemaklcelij-
ken nieuwen opbouw zien wij met be
langstelling te gemoet.
En verder:
Als het inderdaad de bedoeling
mocht zijn om te speculeeren op de
sympathie der oppositie voor maatre
gelen op het gebied der sociale wetge
ving, ten einde deze met haar huln tot
stand te brengen en haar daarna tot
bestrijding van de kosten dezer maat
regelen te plaatsen voor de invoering
van protectionistische rechten, dan
mag men veilig aannemen, dat deze
tactiek niet gelukken zal.
Intusschen, ook hier dient afgewacht
Aan het thans afgetreden Kabinet
ten slotte nog een woord van warme
hulde. Dit Kabinet van bekwame man
nen heeft een werkzaamheid ten toon
gespreid, die eerbied afdwingt. Het
heeft vele goede dingen tot stand -e-
bracht en vele andere voorbereid Hoe
smalend) dr. Ku^a- ook in zijne depu-
tatenrede over het thans heengegane
Wat het Kabinet van 1901 ons bren
gen? zal vraagt het II b 1 d. Wie zal
het zeggen?
Er schuilt in dr. Kuyper iets van
een Bismarck. Den grooten kanselier
waren de staatkundige oartijen en pro
gramma's slechts middelen om zijn ei
gen doel te bereiken. Hij speelde ze te
gen elkander uit, nu eens de een dan
de andere tot bondgenoot makende,
zondër zich om staatkundige beginse
len veel te bekommeren. Om Realpo-
litik" was 't hem te doen. Zoo heeft ook
dr. Kuyper vaak met de staatkundige
quaesties gehandeld, naarmate liet met
zijn naaste bedoelingen overeenkwam.
Alles heeft immers zijn vóór en tegen!
Het democratisch beginsel werd op den
voorgrond gesteld, of op stal gezet, naar
gelang het dienst kon doen aan de ze
gepraal der partij-candidaten. Bii de
jongste verkiezingen, waar vóór alles
Katholieke en Christelijkrhistorische
stemmen moesten worden gewonnen,
is het democratisch beginsel op non
activiteit gesteld. Beschermende graan
rechten, van oudsher als onrechtmati
ge bevoordeeling gruwel in de oo-
gen der meeste anti-revolutionairen,
zijn nu eens (met een slag om den arm)
door dr. Kuyper aanbevolen, dan we
der onnoodig geacht. Dat behoort alles
tot ..gedienstigheden van de praktijk"
die verre in het niet verzinken bij
de hoofdzaak: regeeren in den naam
van God."
Deze eigenschap van plooibaarheid,
van >en naar de geschikte hulp
middelen, maakt het ondoenlijk na te
gaan wat men van het Ministerie-Kuy-
per heeft te verwachten.
Ook de samenstelling van dat Kabi
net geeft geen licht van eenige betee-
kenis.
Eén ding echter houden wij voor ze
ker. Dr. Kuyper is niet de man wien
het enkel te doen is om het machtsbe
zit. Hij zal zijn naam willen verbinden
aan belangrijke hervormingen,
stempel drukken op ingrijpende wetten
Met groote belangstelling zien wij te
gemoet of hij. die tot dusver alleen als
volksleider en publicist triumfen heeft
gevierd, ook als wetgever een man van
beteekenis zal blijken te zijn.
in hen; en nog minder, laag neer te,
zien op hun capaciteiten.
Met dr. Kuyper aan het hoofd wekt
dit. Kabinet groote verwachtingen bij
geestverwanten en tegenstanders. Het
heeft durf;'dat het geen teleurstelling
geve!
Het opene een nieuwe eeuw, tijdre
kenkundig gesproken; het wil een
nieuw tijdperk openen in politieken
en socialen zin.
Wat deze nieuwe mannen ons zul
len zijn? Wij profeteeren niet.
Best schijnt, te wachten op hun da
den.
Het moet erkend worden - zegt het
Utrechtsch Dagblad dat, nu dr.
Kuyper tot het inzicht gekomen is,
dat. de consequentie van de aan de
stembus behaalde overwinning eischt.
dat hij zelf optreedt aan het hoofd
van de regeering ,hij zich zelf niet
spaart. Een groot deel, haast zouden
wij zeggen het leeuwendeel van den
arbeid, dien het nieuwe kabinet zal
hebben ter hand te nemen, neemt hij
voor zijne rekening.
Hoe dr. Kuyper en zijne ambtgenoo-
ten de regeertaak zullen volbrengen,
hebben wij af te wachten. De libera
len zijn van regeeringspartij nu Hr.
Ms. loyale oppositie geworden, en het
is het goed recht van de nieuwe re
geeringspartij der oppositie een
„Wacht op onze daden" toe te roepen.
En al kunnen wij ook niet met blijde
verwachting de nieuwe ministers be
groeten, wij willen gaarne de hoop
uitspreken, dat hun arbeid ten nutte
moge strekken van het gemeenschap
pelijke vaderland.
aaneensluiting te verkrijgen van 1 ministerie gesproken heeft, dankbaar
DeNieuweC ourant wijst er op,
hoe in de „Standaard" en enkele keu-
thoiieke bladen kcut geleden de vrien
den van het nieuwe Kabinet gewaar
schuwd werden, dat zij hun verwach
tingen niet dadelijk al te hoog moesten
spannen; de liberalen hadden al zoo
veel bedorven, dat eerst langzaam ver
anderd kon worden en de fundamenten
van een staatsgebouw verving men
maar niet zoo in eens. Veel van wat
het ministerie niet zal willen of kun
nen doen, wordt daarmee op rekening
der liberalen geschoven, maar tevens
wordt daardoor de nadruk gelegd op
het gewicht óók der kleine veranderin
gen, die men voornemens is aan te
brengen, en wordt een nauwlettend
toezicht der liberalen ook on zooge
naamde „kleinigheden" uitgelokt. In
diezelfde richting verdienen de uitin
gen van „Nederlander" en „Centrum"
de aandacht, die aan de verwachting
dat het nieuwe kabinet de minderheid
niet onnoodig zou nrikkpien of verbit
teren, de opmerking toevoegden, dat
evenwel vaak datgene „wat den bui-
tenstaanden onbillijk of niet in 's lands
belang toeschijnt," toch zeer verdedig
baar kan zijn.
Om politiek vertrouwen te wekken
zijn deze uitspraken niet ~eschikt; maar
starre oppositie van den aanvang af
rechtvaardigen zij evenmin. Over de
taak der minderheid in de nieuwe Ka
mer kan niet veel andars gezegd wor
den, dan dat haar medewerking met
de regeeririf zoover als die gaan kan,
voorloopig wenschelijk schijnt. De ver
kiezingsstrijd. die nu achter ons li°+,
moet daar niet worden voortgezet. Niet
alleen de vrienden, maar ook de „bui
tenstaanders" zullen moeten afwach
ten, met eenig geduld.
Ten slotte wijdt ook dit blad een
woord van waardeering aan de thans
afgetreden ministers, die. elk op zijn
gebied, met groote toewijding zich aan
hun zware taak hebben gegeven.
Het Dbld. v. Z.-H. en 's Gra
ve n h a g e kan het nieuwe minis
terie niet beter kenschetsen dan als
het bewind van de anti-liberale fede
ratie. Met vol vertrouwen zal het
blad dan ook het nieuwe Bewind naar
vermogen steunen ,in de stellige ver
wachting, dat het met de krachtige
leiding van den talentvollen Staats
man, aan wien H. M. de Koningin de
samenstelling opdroeg, veel zal weten
tot stand te brengen in het belang van
den zedelijken en stoffelijken vooruit
gang van ons volk.
Wat te zeggen van hen, die dra hun
blijden intocht gaan houden in de de
partementen?
Ook het Vaderla nd stelt deze
vraag. En het antwoord luidt: Wij
denken er niet aan, het goede recht
hun te betwisten thans den volke te
vertoonen. wat voor kracht er schuilt
Naar de meening van de N e d e rl.
hangt de toekomst en de vruchtbaar
heid van het nieuwe Kabinet niet min
der af van het volk zelf dan van de
ministers. Van het oogenblik dat de
invloed des volks op de vorming en de
richting van een Kabinet zoo groot is
geworden als thans het geval is, zal ook
op den verderen gang der zaken die
houding van zeer vèrstrekkenden in
vloed blijken te zijn.
Het za 1de vraag zijn, of zij, die be
seffen dat er een innig verband tus-
schen de hedendaagsche ontwikkeling
en onze christelijke en nationale tra
dities moest blijven bestaan, thans be
ter dan vroeger zullen gevoelen, dat
hetgeen wat aan het Kabinet ontbreekt
moet worden aangevuld door het volk
zelf; dat men zich niet tot wenschen
critiseeren moet bepalen, maar
naar vermogen moet samenwerken, en
dat, zelfs als er grond is voor ernstige
klacht, het beter kan zijn geduld te
oefenen dan het Kabinet omver te wer
pen.
De Residentiebode geeft een
lofwoord mee aan de ministers die
heengaan.
Zij zijn in moeilijke oogenblikken
en door hoog opgezweepte hartstoch
ten aan het bewind gekomen, zij heb
ben het van meet af als hun plicht
beschouwd zich niet door de golven
uit hun koers te laten brengen en zij
hebben aan den storm het stilzwijgen
opgelegd door hun rechtvaardig en
vastberaden beleid. Geen eigenlijk li
beraal ministerie, na Thorbecke's ver
scheiden, heeft eerlijker geregeerd,
heeft ernstiger naar stipte onpartij
digheid getracht, heeft op kiescher
wijze in het stelsel zijner toch voor
ons somwijlen onaannemelijke wet
ten meti de rechten der minderheid
rekening gehouden.
Het blad spreekt er zijne voldoe
ning over uit dat aan dr. Kuyper de
formatie van het Kabinet werd opge
dragen. Als het zwaktepunt van hei
Kabinet beschouwt de Residentie
bode dat het type-Lohman niet meei
geprononceerd vertegenwoordigd is
Ten slotte spreekt het de hoop uit, dal
de oplossing van den schoolstrijd, zoo
ver de Grondwet die toelaat, een voor
name plaats moge innemen in hei
wr-rknlftn van de regeering.
Het Ned. Dagblad wil op daden
wachten en daarnaar oordeelen.
De nieuwe ministers zijn ontegen
zeggelijk bekwame mannen, oordeelt
dat blad, die wei toonen zullen, dat er
ook buiten de liberale kringen regeer
kracht. te vinden is. Zij zullen groote
bezwaren moeten overwinnen. De
meeste ambtenaren zijn volbloed libe
ralen en het zal lang duren, voordat
de nieuwe ministers baas zijn in hun
eigen departement.
Waar is het ook, dat een nieuw mi
nisterie veel heeft te aanvaarden, wat
nu eenmaal bestaat, en dat het niet
eensklaps alles naar eigen inzicht ver
anderen kan.
Vooral wat Zuid-Afrika betreft, be
grijpen wij operbest. dat reeds veel
kwaad onherstelbaar Is. De handen
der nieuwe ministers zijn door de oude
gebonden, maar wij houden ons over
tuigd, dat de nieuwe xoch het moge
lijke doen zullen.
Bij hen is ten minste de wil om iets
te doen en in elk geval, hopen wij nu
te vernemen, wat de vorige regeering
betreffende Zuid-Afrika gedaan heeft-,
opdat onze critiek gerechtvaardigd
blijke of weerlegd. Wij vreezen. dat
de afgetredenen in toegevendheid voor
Engeland en opoffering der nationale
waardigheid veel verder zijn gegaan
dan het volk vermoedt en dat de uit
barsting van verontwaardiging alge
meen zal zijn, indien de waarheid be
kend wordt.
Een nationale feestdag.
Treffend is met hoeveel Liefde
overal in den: lande cCe verjaardag
is gevierd van H. M. de Koiuingin-
Moeder, de voortreffeliike Moedler,
die Haar dochter zoo volkomen wist
voor te bereiden op de moeielijke
taak die zij thans op zich heeft ge
nomen.
Te Baarn was de feestelijkheid
een zeer bijzondere.
Van alle onenbare gebouwen, en
bijna alle woningen wapperde i
reeds vroeg de driekleur, hetgeen
tusschen al het zomergroen een!
feesbei ij ken aanblik opleverde.
In den voormiddag weirden door
de commissie ruim 1000 schoolkin
deren. op poffertjes onthaald', wat
voor de jeugd een waar •venot was.1
Intusschen waren reeds vap alle
windstreken vreemdelingen komien
opdagen deze per trein, die per
fiets, weer anderen per rijtuig of
te voet. Immers in den namiddag
zou d'e Koninklijke familie de ring-
rijderij op d'e Pekinglaan, bezoeken,
en dat was de groote attractie van
den dag. Om halfeen waren de bij
na veertig paren voor de ringrijde-
rij op het terrein aanwezig. Men
zag er enkele zeer fraaie costumes
onder, zoodat d'e commissie tier be-
oord'eeling een vrij moeielijke taak
had. De jury voor de costumes be
stond uit de heeren G. H. van. Sen-
den. D. van der Grift en J. J. Veer
man!, die voor die bespanning uit
de heeren L. J. Enthoven, A. G. J.
Ambr'osius en D. van der Grift. De
ringrijderij begon te half twee, na
tuurlijk te midden van een dichte
re drom van toeschouwers en werd
opgeluisterd door de muziek va.n
„Crescendo" te Baarn. Een deel
van het terrein was afgebakend'.
Daa/r werd te half vier de Konink
lijke Familie verwacht. De com
missie had eerst een tribune wil
len bouwen, doch do hoogie gas
ten hadden kennen gegeven dht
zij in de rijtuigen bleven zitten.
Te half vier kwam het vorstelijk
drietal mot gevolg in het zicht, luide
toegejuicht, door de samengepakte
menigte. De hooge casten- werden
door den Burgemeester ontvangen
en woonden ongeveer twintig mi
nuten den wedstriid' bij. Al die in-
vesohreve.n paren defileerden' langs
de kon.inki:;ke rijtuigen waarna
de wedstrijd, die zijn beslissing
naderde, werd voortgezet. P.rins
Hendrik vooral volgde met blijk
bare belanastelling deze sport.
Nieuwe toejuichingen verhieven,
ich toen die Koninklijke Familie
het terrein verliet.
rende eenige oogenblikken drong tok
den „hooggeplaatsten" beambte de
echo door van een onbedaarlijk gelach
uit duizenden kelen. Hij lachte mee,
maar o zoo witjes. Eindelijk erbarmde
men zich over den man. die niet wist
hoe gauw hij met zijn leertje de plaat
poetste!
TraDsvaal en Oranje-V rij staat
De tallooze moeilijkheden, welke de
Engelsche militaire autoriteiten in de
republieken terstond na hun bezetting
van een plaats, aan alle financieels
transacties en in 't bijzonder aan uit
betalingen hebben in den weg gelegd,
vinden een getrouwe navolging bij
verschillende Engelsche levensverzeke-
rings-maatschappijen, die zich onder
allerlei voorwendsels pogen te ont
trekken aan hun verplichtingen, door
óf uitbetaling te weigeren aan de be
trekkingen van overleden burgers der
republieken óf tegen verdere premie
betaling bezwaar maken om tot een
gelijk doel te geraken, nl. een uitbeta
ling te ontkomen.
l)e consul-generaal de Z. A. R. te
Amsterdam verzoekt thans per circu
laire hem met eventueele bezwaren,
door zoodanige maatschappijen geop
perd. in kennis te stellen. Van 't groot
ste belang is het de persoon, aan wien
de verzekerde som moet worden uit
betaald, nauwkeurig aan te geven.
Sportpraatje.
Een koddig geval
deed zich voor na afloop der parade
'e 's-Gravenhage. Een der beide in uni
form gekleede boschwachters was. om
beter te kunnen genieten van het mi
litaire schouwspel, met een ladder in
een hoogen boom reklommen. Een
grappenmaker nam, juist toen de kijk-
;rage beambte zich tot de daling ge-
eed maakte, den ladder weg en .eedu-
De Rotterdamsche correspondent van
„de Kampioen" seinde Dinsdagmiddag
aan zijn blad:
„Zooeven wordt bekend, dat op last
van den Minister van Oorlo- bij de
najaarsoefeningen der zuider-divisie
in Limburg, door den generalen staf
gebruik moet worden eemaakt van au
tomobielen. Wanneer deze proef slaagt
wordt de aanschaffing permanent.
Voorloopig zullen auto's van Berlijnsch
fabrikaat worden gebezigd."
Deze proefneming verdient zeker toe
juiching. Laat ons hopen, dat de Ne-
derlandsche automobiel-industrie spoe
dig op een genoeg hoogen trap staat
om de buitenlandsche te vervangen.
Hoewel dus van hoogerhand een goed
voorbeeld gegeven wordt blijft het
vooroordeel tegen de zelfbewegers nog
steeds van kracht.
Jan van Amstel, de schrijver der be
kende „Amsterdammertjes" in het ..Al
gemeen llbld." heeft eenige beschou
wingen over de tufs-tufs in de hoofd
stad ten beste gegeven, die hem van
vele zijden heftige aanvallen hebben
bezorgd. De voorzitter der Nederland-
sche Automobielclub, Jhr. J. L. Nahuys,
heeft er zich ook mede bemoeid en in
het ,,Hbld." een' kras artikel geschre
ven, waaruit ik een en ander wil over
nemen, te meer daar deze quaestie niet
alleen voor Amsterdam van belang is,
maar wel degelijk de aandacht verdient
van alle voorstanders der automobiel-
sport in 't geheele Rijk.
Voorop stelt de schrijver zijn vast
geloof in de toekomst van het automo
bilisme.
Evenmin als men zich de te
genwoordige maatschappij kan denken
zonde." spoor- en tramwegen zonder
telegronl en tolephoon, ja zonder het
rijwiel, zoo zal ook over weinige jaren
de automobiel door iedereen beschouwd
worden als een der onontbeerlijke at
tributen onzer moderne samenleving.
Al verklaart de tegenkanting, die ook
elk der bovengenoemde verkeersmid
delen in den aanvang heeft moeten on
dervinden. reeds voor een zeer groot
gedeelte de anti-automobilistische stem
rning, die thans nog bij zoovelen
heerscht, zoo acht ik het toch zeer e-
wenscht, om eens kalm na te gaan wat
de beste wijze is om de tot standkoming
der goede harmonie tusschen niet-au-
tomobilisten en automobilisten, die
toch eenmaal een feit wordt, zooveel
mogelijk te bespoedigen.
Uw geachte medewerker Jan van Am-
stel twijfelt er aan of automobielen in
eene stad met nauwe straten als Am
sterdam wel op hunne plaats zijn. Vol
mondig antwoord ik hierop .,ja". De
automobiel is overal op zijne plaats,
waar het door paarden getrokken voer
tuig dat is; ja zelfs op onderscheidene
plaatsen, waar dit laatste bezwaar op
levert. kan de automobiel zonder be
zwaar toegelaten worden. Het is toch
een vaststaand feit, dat een Toed auto
mobiel-bestuurder, ook bij grootere
snelheid, ten allen tijde meer meester
van zijn voertuig is, dan de beste koet
sier van het best aangereden tuigpaard
Voordat ik automobilist werd, heb
ik ontelbare malen met paard en rij-
tuic door drukke straten gereden, zoo-
dat ik uit eigen ondervind»"" weet. dat
feuilleton.
Naar het Engelach.
riet was hem als ware hij
een riet, dat door eten wind! heen en
weer wordt bewogen. Hij kon geen
afgezaagde, moreele algemeenhe
den gaan verkondigen, om gelijken
tred- te houd'en met Stocks' wel
sprekendheid; daar was hij te eer
lijk voor. En evenmin kon hij de
verheven theorieën vajn zijn tegen
partij in een belachelijk daglicht
stellen ,hoe gaarne hij dit ook ge
daan zon hebben bij vreesde den
verwijtendien blik uit Alice's oogen.
Zoo werd) hij. nu eens her- dan
derwaarts geslingerd en toen hij
zich insgelijks ter ruste begaf, be
sloot hii. de dingen, maar stilletjes
or> hun beloop te laten en zijn slag
te slaan, als hij daar kans toe zag.
Toen Lady Manomwater en haar
logée den volgenden dag volgens
afspraak op Etrtierick kwamen, von
den zij daar niemand thuis.
Door die ervaring geleerd, geleid
de Lewie's tante haar-gasten naar
het heiligdom van haar neef, waar
de tafel voor dien lunch dan ook
gedekt stond. Niet lang daarna
kwamen Haystoun eni zijn vrien
den opdagen.
Wrati slaw's tegenwoordigheid
gaf in 't eerst iets stijfs en gedwon
gens aan het samenzijn. Lady Ma-
norwater evenwel begroette hem
als een oude kennis met uitbundi
ge hartelijkheid. Alice wierp af en
toe een schuwen blik op den. breed-
geschouderden, man met zijn goed
hartige» glimlach en onbeholpen
manierenWiratistaw zelf voelde
zich allesbehalve op zijn gemak.
Stocks was de eenige dier pieuw-
aangekomenen. met wien hij goed
kon opschieten:.
Lewie, sprak Lady M'anorwa-
ter, toen het gezelschap aan de
lunchtafel had plaats genomen,
heb je ook al gehoord, dat Sir Ro
bert zich niiet herkiesbaar stelt?
Je houdt er een uitstekendien kok,
op na. beste jomeenl Ik maak ie'
wed mijn compliment. Hij gaat
voor zijn gezondheid op reis ik
bedoel niet je kok. maar Sir Robert:
hii schreef het mij vanmorgen. Wie
zal hem nu vervangen Doe mij 't
plezier Lewie, en bezorg mij 't re
cept voor deze overheerlijke toma
tensaus.
Wratislaw vertelde mij gister
avond het groote nieuws omtrent
Merkland, gaf Lewie ten antwoord.
Ik zou -'raag van deze gelegen
heid gebruik maken, om een be
kentenris te doen. Ik heb mij nooit
willen inlaten met partij-polilbiek
en was stelLig en zeker van plan,
mij daarbij te houden, maar van.
een bepaalde zijde heeft men or
stork op aangedrongen, dat ik mij
cand'idaat zou stellen, en voor dien
aandrang ben ik bezweken. U zult
in mij veen gevaarlijk tegenstan
der hebben, mijnheer Stocks, voeg
de hij er bij.
De aangesprokene verschoot van
kleur, maar wist toch zijn lippen
tot een beleefd glimlachje te
plooien.
Ik zou geen waardiger tegen
stander kunnen treffen, zeide hij;.
Maar gisteren hebt u mij nog
zelf verzekerd, dat u er niet eens
over dacht.
Dat deed ik toen ook niet,
maar Wratislaw heeft eens ernstig
mot mij gepraat e» mij van mee-
ninv doen veranderen.
Wratislaw cleed' zijn best, om een
heel onschuldig gezicht te zetten,
maar dit mislukte hem jammerlijk.
Stocks wierp een verpletterenden
blik in zijn richting.
U hebt mijn oom en tante en
Arthur op uw hand. hernam Le
wie. en ik heb George, dlie in
dieaen eigenlijk niet meetelt, en,
naar ik hoop ook Wratislaw. Wij
moeten de zaak maar zoo kalm e»n
luchtig mogelijk opnemen.
En de jonge man lachte, alsof hij
iets heel grappigs had erezegd.
Zijn lach deed Alice bepaald pijn
lijk aan. Zij had dien morgen al
heel wat ergernissen te verduren
gehad, want mijnheer Stocks had
weer voortdurend haar bijzijn ge
zocht en haar gruwelt ik verveeld
met zijn galanterie, die hein al heel
onhandig afging. Maar die wijze,
waarop Lewie Haystoun zijn can-
didatuur aanvaardde-, ontstemde
haar nog veel meer. Hij scheen die
te beschouwen als een aardigheid,
als iets, dat niet ernstig opgevat be-!
hoefde te worden, en in haar wre
vel sloeg haar sympathie om ten
gunste van Stocks.
Hoe kunt u hier zoo lichtzin
nig over praten en denken? riep
zij verontwaardigd-. Hoe kunt
ge voor uw belangen strijden, als
ze u niet werkelijk ter harte gaan
Hoe kunt ge spreken over dingen,
die ge zelf maar half geloofd? Ik
kan zoo iets niet uitstaan I En zij
klemde haar parelwitte tanden op
elkaar, terwijl haar wangen van
opgewondenheid gloeiden.
Lewie bloosde insgelijks. Hij
voelde met smartelijke zekerheid,
d'ai zijn vrees bewaarheid zou wor
den. In don sbrijci) die hem be wach
ten stond, zou hij hoe langwr hoe
meer daten in haar achting, ter
wijl zijn tegenstander in dezelfde
mate daarin zou rijzon. Het was
een allesbehalve verlokkend voor
uitzicht en met een beklemd ge
moed wendde hij zich tot Bertha
Afflint, die het gesprek met be
langstelling p-evolgd had.
Het is wel treurig. Lewie, zei-
de zij. maar van Glemavelin. heb
je geen steun te wachten. Wij heb
ben dien al een week geleden aan
mijnheer Stocks toegezegd.
De pittige woorcleitschermutse-
j lin" tusschen Bertha en Wratislaw.
j die ontstaan was door een opmer
king van laatstgenoemde, was niet
eens bij machte, Alice in een betere
stemming te brengen. Zij ignoreer
de ~oheol en al den goedhartige»
voorkomenden George, in wien zij
ook al „zoo n willoos, onbeteeke
neaci wezen" zag. een man zo»
der eenige overtuiging", en wijddt
al haar opmerkzaamheid aan mijn
heer Stocks, die daardoor uit zijn
staat van neerslachtighefd wend ge
wekt en voor zijn doen zelfs vroo-
lijk werd.
Alice was volstrekt niet koket en
het kwam dan ook niet bij haar op,
om eenige oreutsche teruggetrok
kenheid aan den dag te leggen,
toen Lewie haar na afloop van den
lunch zijn geleide aanbood, om
haar de plaats te laten zien. Hij
bracht haar naar een hoogte, van
waar men een heerlijk vergezicht
genoot.
Het was een warme Julidag,
maar d'e donkere diennen en het
heldere meer maakten een indruk
van verkwikkende koelheid.
Ziet ge erg op tegen die volgen
de maand? vroeg zij.