Tweede Blad, Een Man van Adel. i2) behoorende bij „Haarlems Dagblad" van Maandag 5 Augustus 1901. No. 5551 Haarlemsche Handels- vereeniging. Goed gek. bij Kon. Besluit van 12 Nov. No. 22, 1899. De Haarlemsche Handelsvcreen. telt thans ruim 650 leden, dat is veel, doch niet genoeg. Elke winkelier, elke han delaar. zijn belang begrijpende, moet zich aansluiten. De contributie be draagt slechts /2.50, terwijl de voor deden groot zijn. Rechtskundige adviseurs zijn de hee- ren mrs. Th. de Haan Hugeuholtz en H. Pb. de Kanter, Spaarne 94, welke gratis advies in handelszaken geven aan de leden en voor hen gTatis optre den in faillissementen. Voor incasso's, door bemiddeling dar advocaten gedaan, wordt 5 be rekend. Bankiers der vereeniging zijn de heeren Laane van Bemmel, Kruis straat 51. Alle brieven of aanvragen (ook opga ven voor het lidmaatschap) moeten ge richt worden aa nhet bureau der ver eeniging. 22 aLnge Begijnestraat. Het is ons gelukt eene overeenkomst to sluiten, waardoor het mogelijk is H.H. leden nauwkeurige informaties te verschaffen omtrent alle firma's in Nederland. De kosten dezer infoimaties bedra gen 60 cents per adres, plus 5 cents voor porto, en moeten vooruit betaald worden aan het bureau. Informatiën naar binnen de stad wonende perso nen gratis. Ruim 650 informatiën en rechtskun dige adviezen werden in het afgeloo- pen jaar verstrekt In April, Mei en Juni zijn 72 vorde- ringen tot een bedrag van J 2657.765 betaald. 25 vorderingen worden afbe taald, 28 vorderingen zijn uitgesteld. Volgens artikel 7 dient het Geheim der Maandlijsten ongeschonden be waard' te blijven. H.H. Leden worden er op attent ge maakt., dat pretention, buiten de stad in te vorderen, niet worden behan deld. tenzij ->orto-vea-goeding (10 ets.) is bijgevoegd. Het Bureau der vereeniging is geves tigd 22 Lange Begijnestraat en is ge opend iederen werkdag van 's morgens 9 tot 1 en 's middags van 2 tot 4 uur. Dagelijks is een der bestuursleden aanwezig en bereid tot het geven van alle gewenschte inlichtingen an wel Maandag en Vrijdag van 11—12 uur v.m,, de overige dagen van 34 n.m. liefhebbers en fokkers van konijnen, hunne belangen te behartigen en de teelt winstgevender te maken b. het fokken van ras-zuivere exem plaren aan te moedigen en den aanfok van nut-konijnen te bevorderen c. het houden en ondersteunen van plaatselijke tentoonstellingen en ge wicht-concoursen. en hieraan zoo mo gelijk ook onvermogende niet-leden ie doen deelnemen. d. gelegenheid openen tot dekken van voedsters door groote dekrammen in de verschillende stadswijken, zoo moge lijk kosteloos, en ook voor niet-leden; e. mee.dere kennis te verspreiden omtrent de rassen en de teelt in 't al gemeen. De heer J. H. v. Piggelen, secretaris der Utrechtseke vereeniging tot bevor dering der Konijnenteelt zal in den loop dezer maand worden uitgenoo- cjigd dit doel alhier nader uiteen te komen zetten. Voor nadere inlichtingen vervoege men zich tot den heèr P. Scheelino'sf. voorzitter. De heer Gerard Zalsman is door on zen vroegeren landgenoot, den heer W. de Haan te Darmstadt, uitgenoodigd aldaar de soli voor bariton in Schu mann's Faust te komen zingen. zal hij mogen zijn. indien hij met zijn Kabinet het er zoo goed afbrengt Officieele Berichten. BURGEMEESTER EN WETHOU DERS van Haarlem, doen te weten, dat bij hunne beschikking van 30 Juli jl. aan A. C. Sweerts vergunning is verleend tot oprichting van eene roo- kerij in het in aanbouw zijnde per ceel aan den Zijlweg hoek Coornliert- straat. Haarlem, 2 Augustus 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd: J. NIEUWENHUIJZEN KRUSEMAN, l.-B. Secretaris. PIJNACKER. Do BURGEMEESTER van Haarlem, brengt bij deze ter kennis van die in gezetenen dezer gemeente, dat de op den 31en Juli jl. executoir verklaarde kohieren no. 8 en 9 op de personeele belasting dezer gemeente, dienst 1900 en 1901, op heden den ontvanger der directe belastingen zijn ter hand gesteld'. Wordende de ingezetenen tevens, herinnerd, dat de belastingschuldigen verplicht zijn hunnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Haarlem, 2 Augustus 1901. De Burgemeester voornoemd, NIEUWENHUIJZEN KRUSEMAN. L. B. Heemstede. Ondertrouwd: H. J. van Vessum en H. Engelen. Bevallen: M. KramerDhaene, z. Overleden: E. Kolk, 8 maanden. P. J. Mertens, 62 jaai\ J. Roozen, 5 weken. Spaarndam. Bevallen: F. de Vriesde Vries, d. Bevallen: Schoten. C. Ruiigrok—Kors, d. Haarlemmerliede en Spaarn woude. Bevallen: P. van Aalst—de Boer d. "VelBen. Ondertrouwd: S. Heilig en C. Groen. J. Kok en G. Withaar. A. van Noordt en H. E. Ockeloen. D. Voetelink en C. van Gastel. S. van der Kolk en J. Stam. Bevallen: J. BroekGul, z. A van der PlasRietdijk, d, M. L. van der HorstRaberg, d. W. L. Graaman Vlegels z. B. Meijer—Aardema, z. M. M. van der Horst—Esser d. A. C. Pee- perkoornvan der Heyden d. M. C. v. Beusekom—Rutte, z. N. GrolleEij- genbrood' d. H. M. E. KaandorpIvor- ver, z. E. G. Kruger—Swieserijn, d. Overleden: A. M. M. Korsen, 28 M. T. van der Horst, 2 d. C. van der Lee, 7 m. Binnenland. Stadsnieuws Konijnenteelt. Hier ter stede is een vereeniging op gericht ten doel hebbende de konijnen teelt te dezer plaatse en in het alge meen te bevorderen en zulks in navol ging van soortgelijke vereenigingen te Utrecht. Amsterdam enz., die aldaar met succes werken. Zij tracht dit doel te bereiken door: Wat de bladen zeggen over het nieuwe ministerie. Wij zullen nu moeten afwachten zegt die „N. R. Ct." ironisch wat dit uit het „Christelijk volksdeel" geboren Kabinet ons zal brengen. Het nieuwe zittingjaar, dat wij in September in gaan, zal ons daaromtrent wel licht verschaffen. „De Standaard" is blijk baar al bang, dat het werk van het mi nisterie niet mee zal vallen; het waar schuwt de geestverwanten reeds tegen te hooge verwachtingen. Een eerste daad zal natuurlijk zijn, dat al het werk vap het afgetreden ministerie, dat nog, onafgedaan, ligt opgestapeld, wordt ingetrokken, om ..Christelijk' te worden overgedaan. Wat verder af gebroken zal worden en den daarmee gepaard' gaanden minder gemaklcelij- ken nieuwen opbouw zien wij met be langstelling te gemoet. En verder: Als het inderdaad de bedoeling mocht zijn om te speculeeren op de sympathie der oppositie voor maatre gelen op het gebied der sociale wetge ving, ten einde deze met haar huln tot stand te brengen en haar daarna tot bestrijding van de kosten dezer maat regelen te plaatsen voor de invoering van protectionistische rechten, dan mag men veilig aannemen, dat deze tactiek niet gelukken zal. Intusschen, ook hier dient afgewacht Aan het thans afgetreden Kabinet ten slotte nog een woord van warme hulde. Dit Kabinet van bekwame man nen heeft een werkzaamheid ten toon gespreid, die eerbied afdwingt. Het heeft vele goede dingen tot stand -e- bracht en vele andere voorbereid Hoe smalend) dr. Ku^a- ook in zijne depu- tatenrede over het thans heengegane Wat het Kabinet van 1901 ons bren gen? zal vraagt het II b 1 d. Wie zal het zeggen? Er schuilt in dr. Kuyper iets van een Bismarck. Den grooten kanselier waren de staatkundige oartijen en pro gramma's slechts middelen om zijn ei gen doel te bereiken. Hij speelde ze te gen elkander uit, nu eens de een dan de andere tot bondgenoot makende, zondër zich om staatkundige beginse len veel te bekommeren. Om Realpo- litik" was 't hem te doen. Zoo heeft ook dr. Kuyper vaak met de staatkundige quaesties gehandeld, naarmate liet met zijn naaste bedoelingen overeenkwam. Alles heeft immers zijn vóór en tegen! Het democratisch beginsel werd op den voorgrond gesteld, of op stal gezet, naar gelang het dienst kon doen aan de ze gepraal der partij-candidaten. Bii de jongste verkiezingen, waar vóór alles Katholieke en Christelijkrhistorische stemmen moesten worden gewonnen, is het democratisch beginsel op non activiteit gesteld. Beschermende graan rechten, van oudsher als onrechtmati ge bevoordeeling gruwel in de oo- gen der meeste anti-revolutionairen, zijn nu eens (met een slag om den arm) door dr. Kuyper aanbevolen, dan we der onnoodig geacht. Dat behoort alles tot ..gedienstigheden van de praktijk" die verre in het niet verzinken bij de hoofdzaak: regeeren in den naam van God." Deze eigenschap van plooibaarheid, van >en naar de geschikte hulp middelen, maakt het ondoenlijk na te gaan wat men van het Ministerie-Kuy- per heeft te verwachten. Ook de samenstelling van dat Kabi net geeft geen licht van eenige betee- kenis. Eén ding echter houden wij voor ze ker. Dr. Kuyper is niet de man wien het enkel te doen is om het machtsbe zit. Hij zal zijn naam willen verbinden aan belangrijke hervormingen, stempel drukken op ingrijpende wetten Met groote belangstelling zien wij te gemoet of hij. die tot dusver alleen als volksleider en publicist triumfen heeft gevierd, ook als wetgever een man van beteekenis zal blijken te zijn. in hen; en nog minder, laag neer te, zien op hun capaciteiten. Met dr. Kuyper aan het hoofd wekt dit. Kabinet groote verwachtingen bij geestverwanten en tegenstanders. Het heeft durf;'dat het geen teleurstelling geve! Het opene een nieuwe eeuw, tijdre kenkundig gesproken; het wil een nieuw tijdperk openen in politieken en socialen zin. Wat deze nieuwe mannen ons zul len zijn? Wij profeteeren niet. Best schijnt, te wachten op hun da den. Het moet erkend worden - zegt het Utrechtsch Dagblad dat, nu dr. Kuyper tot het inzicht gekomen is, dat. de consequentie van de aan de stembus behaalde overwinning eischt. dat hij zelf optreedt aan het hoofd van de regeering ,hij zich zelf niet spaart. Een groot deel, haast zouden wij zeggen het leeuwendeel van den arbeid, dien het nieuwe kabinet zal hebben ter hand te nemen, neemt hij voor zijne rekening. Hoe dr. Kuyper en zijne ambtgenoo- ten de regeertaak zullen volbrengen, hebben wij af te wachten. De libera len zijn van regeeringspartij nu Hr. Ms. loyale oppositie geworden, en het is het goed recht van de nieuwe re geeringspartij der oppositie een „Wacht op onze daden" toe te roepen. En al kunnen wij ook niet met blijde verwachting de nieuwe ministers be groeten, wij willen gaarne de hoop uitspreken, dat hun arbeid ten nutte moge strekken van het gemeenschap pelijke vaderland. aaneensluiting te verkrijgen van 1 ministerie gesproken heeft, dankbaar DeNieuweC ourant wijst er op, hoe in de „Standaard" en enkele keu- thoiieke bladen kcut geleden de vrien den van het nieuwe Kabinet gewaar schuwd werden, dat zij hun verwach tingen niet dadelijk al te hoog moesten spannen; de liberalen hadden al zoo veel bedorven, dat eerst langzaam ver anderd kon worden en de fundamenten van een staatsgebouw verving men maar niet zoo in eens. Veel van wat het ministerie niet zal willen of kun nen doen, wordt daarmee op rekening der liberalen geschoven, maar tevens wordt daardoor de nadruk gelegd op het gewicht óók der kleine veranderin gen, die men voornemens is aan te brengen, en wordt een nauwlettend toezicht der liberalen ook on zooge naamde „kleinigheden" uitgelokt. In diezelfde richting verdienen de uitin gen van „Nederlander" en „Centrum" de aandacht, die aan de verwachting dat het nieuwe kabinet de minderheid niet onnoodig zou nrikkpien of verbit teren, de opmerking toevoegden, dat evenwel vaak datgene „wat den bui- tenstaanden onbillijk of niet in 's lands belang toeschijnt," toch zeer verdedig baar kan zijn. Om politiek vertrouwen te wekken zijn deze uitspraken niet ~eschikt; maar starre oppositie van den aanvang af rechtvaardigen zij evenmin. Over de taak der minderheid in de nieuwe Ka mer kan niet veel andars gezegd wor den, dan dat haar medewerking met de regeeririf zoover als die gaan kan, voorloopig wenschelijk schijnt. De ver kiezingsstrijd. die nu achter ons li°+, moet daar niet worden voortgezet. Niet alleen de vrienden, maar ook de „bui tenstaanders" zullen moeten afwach ten, met eenig geduld. Ten slotte wijdt ook dit blad een woord van waardeering aan de thans afgetreden ministers, die. elk op zijn gebied, met groote toewijding zich aan hun zware taak hebben gegeven. Het Dbld. v. Z.-H. en 's Gra ve n h a g e kan het nieuwe minis terie niet beter kenschetsen dan als het bewind van de anti-liberale fede ratie. Met vol vertrouwen zal het blad dan ook het nieuwe Bewind naar vermogen steunen ,in de stellige ver wachting, dat het met de krachtige leiding van den talentvollen Staats man, aan wien H. M. de Koningin de samenstelling opdroeg, veel zal weten tot stand te brengen in het belang van den zedelijken en stoffelijken vooruit gang van ons volk. Wat te zeggen van hen, die dra hun blijden intocht gaan houden in de de partementen? Ook het Vaderla nd stelt deze vraag. En het antwoord luidt: Wij denken er niet aan, het goede recht hun te betwisten thans den volke te vertoonen. wat voor kracht er schuilt Naar de meening van de N e d e rl. hangt de toekomst en de vruchtbaar heid van het nieuwe Kabinet niet min der af van het volk zelf dan van de ministers. Van het oogenblik dat de invloed des volks op de vorming en de richting van een Kabinet zoo groot is geworden als thans het geval is, zal ook op den verderen gang der zaken die houding van zeer vèrstrekkenden in vloed blijken te zijn. Het za 1de vraag zijn, of zij, die be seffen dat er een innig verband tus- schen de hedendaagsche ontwikkeling en onze christelijke en nationale tra dities moest blijven bestaan, thans be ter dan vroeger zullen gevoelen, dat hetgeen wat aan het Kabinet ontbreekt moet worden aangevuld door het volk zelf; dat men zich niet tot wenschen critiseeren moet bepalen, maar naar vermogen moet samenwerken, en dat, zelfs als er grond is voor ernstige klacht, het beter kan zijn geduld te oefenen dan het Kabinet omver te wer pen. De Residentiebode geeft een lofwoord mee aan de ministers die heengaan. Zij zijn in moeilijke oogenblikken en door hoog opgezweepte hartstoch ten aan het bewind gekomen, zij heb ben het van meet af als hun plicht beschouwd zich niet door de golven uit hun koers te laten brengen en zij hebben aan den storm het stilzwijgen opgelegd door hun rechtvaardig en vastberaden beleid. Geen eigenlijk li beraal ministerie, na Thorbecke's ver scheiden, heeft eerlijker geregeerd, heeft ernstiger naar stipte onpartij digheid getracht, heeft op kiescher wijze in het stelsel zijner toch voor ons somwijlen onaannemelijke wet ten meti de rechten der minderheid rekening gehouden. Het blad spreekt er zijne voldoe ning over uit dat aan dr. Kuyper de formatie van het Kabinet werd opge dragen. Als het zwaktepunt van hei Kabinet beschouwt de Residentie bode dat het type-Lohman niet meei geprononceerd vertegenwoordigd is Ten slotte spreekt het de hoop uit, dal de oplossing van den schoolstrijd, zoo ver de Grondwet die toelaat, een voor name plaats moge innemen in hei wr-rknlftn van de regeering. Het Ned. Dagblad wil op daden wachten en daarnaar oordeelen. De nieuwe ministers zijn ontegen zeggelijk bekwame mannen, oordeelt dat blad, die wei toonen zullen, dat er ook buiten de liberale kringen regeer kracht. te vinden is. Zij zullen groote bezwaren moeten overwinnen. De meeste ambtenaren zijn volbloed libe ralen en het zal lang duren, voordat de nieuwe ministers baas zijn in hun eigen departement. Waar is het ook, dat een nieuw mi nisterie veel heeft te aanvaarden, wat nu eenmaal bestaat, en dat het niet eensklaps alles naar eigen inzicht ver anderen kan. Vooral wat Zuid-Afrika betreft, be grijpen wij operbest. dat reeds veel kwaad onherstelbaar Is. De handen der nieuwe ministers zijn door de oude gebonden, maar wij houden ons over tuigd, dat de nieuwe xoch het moge lijke doen zullen. Bij hen is ten minste de wil om iets te doen en in elk geval, hopen wij nu te vernemen, wat de vorige regeering betreffende Zuid-Afrika gedaan heeft-, opdat onze critiek gerechtvaardigd blijke of weerlegd. Wij vreezen. dat de afgetredenen in toegevendheid voor Engeland en opoffering der nationale waardigheid veel verder zijn gegaan dan het volk vermoedt en dat de uit barsting van verontwaardiging alge meen zal zijn, indien de waarheid be kend wordt. Een nationale feestdag. Treffend is met hoeveel Liefde overal in den: lande cCe verjaardag is gevierd van H. M. de Koiuingin- Moeder, de voortreffeliike Moedler, die Haar dochter zoo volkomen wist voor te bereiden op de moeielijke taak die zij thans op zich heeft ge nomen. Te Baarn was de feestelijkheid een zeer bijzondere. Van alle onenbare gebouwen, en bijna alle woningen wapperde i reeds vroeg de driekleur, hetgeen tusschen al het zomergroen een! feesbei ij ken aanblik opleverde. In den voormiddag weirden door de commissie ruim 1000 schoolkin deren. op poffertjes onthaald', wat voor de jeugd een waar •venot was.1 Intusschen waren reeds vap alle windstreken vreemdelingen komien opdagen deze per trein, die per fiets, weer anderen per rijtuig of te voet. Immers in den namiddag zou d'e Koninklijke familie de ring- rijderij op d'e Pekinglaan, bezoeken, en dat was de groote attractie van den dag. Om halfeen waren de bij na veertig paren voor de ringrijde- rij op het terrein aanwezig. Men zag er enkele zeer fraaie costumes onder, zoodat d'e commissie tier be- oord'eeling een vrij moeielijke taak had. De jury voor de costumes be stond uit de heeren G. H. van. Sen- den. D. van der Grift en J. J. Veer man!, die voor die bespanning uit de heeren L. J. Enthoven, A. G. J. Ambr'osius en D. van der Grift. De ringrijderij begon te half twee, na tuurlijk te midden van een dichte re drom van toeschouwers en werd opgeluisterd door de muziek va.n „Crescendo" te Baarn. Een deel van het terrein was afgebakend'. Daa/r werd te half vier de Konink lijke Familie verwacht. De com missie had eerst een tribune wil len bouwen, doch do hoogie gas ten hadden kennen gegeven dht zij in de rijtuigen bleven zitten. Te half vier kwam het vorstelijk drietal mot gevolg in het zicht, luide toegejuicht, door de samengepakte menigte. De hooge casten- werden door den Burgemeester ontvangen en woonden ongeveer twintig mi nuten den wedstriid' bij. Al die in- vesohreve.n paren defileerden' langs de kon.inki:;ke rijtuigen waarna de wedstrijd, die zijn beslissing naderde, werd voortgezet. P.rins Hendrik vooral volgde met blijk bare belanastelling deze sport. Nieuwe toejuichingen verhieven, ich toen die Koninklijke Familie het terrein verliet. rende eenige oogenblikken drong tok den „hooggeplaatsten" beambte de echo door van een onbedaarlijk gelach uit duizenden kelen. Hij lachte mee, maar o zoo witjes. Eindelijk erbarmde men zich over den man. die niet wist hoe gauw hij met zijn leertje de plaat poetste! TraDsvaal en Oranje-V rij staat De tallooze moeilijkheden, welke de Engelsche militaire autoriteiten in de republieken terstond na hun bezetting van een plaats, aan alle financieels transacties en in 't bijzonder aan uit betalingen hebben in den weg gelegd, vinden een getrouwe navolging bij verschillende Engelsche levensverzeke- rings-maatschappijen, die zich onder allerlei voorwendsels pogen te ont trekken aan hun verplichtingen, door óf uitbetaling te weigeren aan de be trekkingen van overleden burgers der republieken óf tegen verdere premie betaling bezwaar maken om tot een gelijk doel te geraken, nl. een uitbeta ling te ontkomen. l)e consul-generaal de Z. A. R. te Amsterdam verzoekt thans per circu laire hem met eventueele bezwaren, door zoodanige maatschappijen geop perd. in kennis te stellen. Van 't groot ste belang is het de persoon, aan wien de verzekerde som moet worden uit betaald, nauwkeurig aan te geven. Sportpraatje. Een koddig geval deed zich voor na afloop der parade 'e 's-Gravenhage. Een der beide in uni form gekleede boschwachters was. om beter te kunnen genieten van het mi litaire schouwspel, met een ladder in een hoogen boom reklommen. Een grappenmaker nam, juist toen de kijk- ;rage beambte zich tot de daling ge- eed maakte, den ladder weg en .eedu- De Rotterdamsche correspondent van „de Kampioen" seinde Dinsdagmiddag aan zijn blad: „Zooeven wordt bekend, dat op last van den Minister van Oorlo- bij de najaarsoefeningen der zuider-divisie in Limburg, door den generalen staf gebruik moet worden eemaakt van au tomobielen. Wanneer deze proef slaagt wordt de aanschaffing permanent. Voorloopig zullen auto's van Berlijnsch fabrikaat worden gebezigd." Deze proefneming verdient zeker toe juiching. Laat ons hopen, dat de Ne- derlandsche automobiel-industrie spoe dig op een genoeg hoogen trap staat om de buitenlandsche te vervangen. Hoewel dus van hoogerhand een goed voorbeeld gegeven wordt blijft het vooroordeel tegen de zelfbewegers nog steeds van kracht. Jan van Amstel, de schrijver der be kende „Amsterdammertjes" in het ..Al gemeen llbld." heeft eenige beschou wingen over de tufs-tufs in de hoofd stad ten beste gegeven, die hem van vele zijden heftige aanvallen hebben bezorgd. De voorzitter der Nederland- sche Automobielclub, Jhr. J. L. Nahuys, heeft er zich ook mede bemoeid en in het ,,Hbld." een' kras artikel geschre ven, waaruit ik een en ander wil over nemen, te meer daar deze quaestie niet alleen voor Amsterdam van belang is, maar wel degelijk de aandacht verdient van alle voorstanders der automobiel- sport in 't geheele Rijk. Voorop stelt de schrijver zijn vast geloof in de toekomst van het automo bilisme. Evenmin als men zich de te genwoordige maatschappij kan denken zonde." spoor- en tramwegen zonder telegronl en tolephoon, ja zonder het rijwiel, zoo zal ook over weinige jaren de automobiel door iedereen beschouwd worden als een der onontbeerlijke at tributen onzer moderne samenleving. Al verklaart de tegenkanting, die ook elk der bovengenoemde verkeersmid delen in den aanvang heeft moeten on dervinden. reeds voor een zeer groot gedeelte de anti-automobilistische stem rning, die thans nog bij zoovelen heerscht, zoo acht ik het toch zeer e- wenscht, om eens kalm na te gaan wat de beste wijze is om de tot standkoming der goede harmonie tusschen niet-au- tomobilisten en automobilisten, die toch eenmaal een feit wordt, zooveel mogelijk te bespoedigen. Uw geachte medewerker Jan van Am- stel twijfelt er aan of automobielen in eene stad met nauwe straten als Am sterdam wel op hunne plaats zijn. Vol mondig antwoord ik hierop .,ja". De automobiel is overal op zijne plaats, waar het door paarden getrokken voer tuig dat is; ja zelfs op onderscheidene plaatsen, waar dit laatste bezwaar op levert. kan de automobiel zonder be zwaar toegelaten worden. Het is toch een vaststaand feit, dat een Toed auto mobiel-bestuurder, ook bij grootere snelheid, ten allen tijde meer meester van zijn voertuig is, dan de beste koet sier van het best aangereden tuigpaard Voordat ik automobilist werd, heb ik ontelbare malen met paard en rij- tuic door drukke straten gereden, zoo- dat ik uit eigen ondervind»"" weet. dat feuilleton. Naar het Engelach. riet was hem als ware hij een riet, dat door eten wind! heen en weer wordt bewogen. Hij kon geen afgezaagde, moreele algemeenhe den gaan verkondigen, om gelijken tred- te houd'en met Stocks' wel sprekendheid; daar was hij te eer lijk voor. En evenmin kon hij de verheven theorieën vajn zijn tegen partij in een belachelijk daglicht stellen ,hoe gaarne hij dit ook ge daan zon hebben bij vreesde den verwijtendien blik uit Alice's oogen. Zoo werd) hij. nu eens her- dan derwaarts geslingerd en toen hij zich insgelijks ter ruste begaf, be sloot hii. de dingen, maar stilletjes or> hun beloop te laten en zijn slag te slaan, als hij daar kans toe zag. Toen Lady Manomwater en haar logée den volgenden dag volgens afspraak op Etrtierick kwamen, von den zij daar niemand thuis. Door die ervaring geleerd, geleid de Lewie's tante haar-gasten naar het heiligdom van haar neef, waar de tafel voor dien lunch dan ook gedekt stond. Niet lang daarna kwamen Haystoun eni zijn vrien den opdagen. Wrati slaw's tegenwoordigheid gaf in 't eerst iets stijfs en gedwon gens aan het samenzijn. Lady Ma- norwater evenwel begroette hem als een oude kennis met uitbundi ge hartelijkheid. Alice wierp af en toe een schuwen blik op den. breed- geschouderden, man met zijn goed hartige» glimlach en onbeholpen manierenWiratistaw zelf voelde zich allesbehalve op zijn gemak. Stocks was de eenige dier pieuw- aangekomenen. met wien hij goed kon opschieten:. Lewie, sprak Lady M'anorwa- ter, toen het gezelschap aan de lunchtafel had plaats genomen, heb je ook al gehoord, dat Sir Ro bert zich niiet herkiesbaar stelt? Je houdt er een uitstekendien kok, op na. beste jomeenl Ik maak ie' wed mijn compliment. Hij gaat voor zijn gezondheid op reis ik bedoel niet je kok. maar Sir Robert: hii schreef het mij vanmorgen. Wie zal hem nu vervangen Doe mij 't plezier Lewie, en bezorg mij 't re cept voor deze overheerlijke toma tensaus. Wratislaw vertelde mij gister avond het groote nieuws omtrent Merkland, gaf Lewie ten antwoord. Ik zou -'raag van deze gelegen heid gebruik maken, om een be kentenris te doen. Ik heb mij nooit willen inlaten met partij-polilbiek en was stelLig en zeker van plan, mij daarbij te houden, maar van. een bepaalde zijde heeft men or stork op aangedrongen, dat ik mij cand'idaat zou stellen, en voor dien aandrang ben ik bezweken. U zult in mij veen gevaarlijk tegenstan der hebben, mijnheer Stocks, voeg de hij er bij. De aangesprokene verschoot van kleur, maar wist toch zijn lippen tot een beleefd glimlachje te plooien. Ik zou geen waardiger tegen stander kunnen treffen, zeide hij;. Maar gisteren hebt u mij nog zelf verzekerd, dat u er niet eens over dacht. Dat deed ik toen ook niet, maar Wratislaw heeft eens ernstig mot mij gepraat e» mij van mee- ninv doen veranderen. Wratislaw cleed' zijn best, om een heel onschuldig gezicht te zetten, maar dit mislukte hem jammerlijk. Stocks wierp een verpletterenden blik in zijn richting. U hebt mijn oom en tante en Arthur op uw hand. hernam Le wie. en ik heb George, dlie in dieaen eigenlijk niet meetelt, en, naar ik hoop ook Wratislaw. Wij moeten de zaak maar zoo kalm e»n luchtig mogelijk opnemen. En de jonge man lachte, alsof hij iets heel grappigs had erezegd. Zijn lach deed Alice bepaald pijn lijk aan. Zij had dien morgen al heel wat ergernissen te verduren gehad, want mijnheer Stocks had weer voortdurend haar bijzijn ge zocht en haar gruwelt ik verveeld met zijn galanterie, die hein al heel onhandig afging. Maar die wijze, waarop Lewie Haystoun zijn can- didatuur aanvaardde-, ontstemde haar nog veel meer. Hij scheen die te beschouwen als een aardigheid, als iets, dat niet ernstig opgevat be-! hoefde te worden, en in haar wre vel sloeg haar sympathie om ten gunste van Stocks. Hoe kunt u hier zoo lichtzin nig over praten en denken? riep zij verontwaardigd-. Hoe kunt ge voor uw belangen strijden, als ze u niet werkelijk ter harte gaan Hoe kunt ge spreken over dingen, die ge zelf maar half geloofd? Ik kan zoo iets niet uitstaan I En zij klemde haar parelwitte tanden op elkaar, terwijl haar wangen van opgewondenheid gloeiden. Lewie bloosde insgelijks. Hij voelde met smartelijke zekerheid, d'ai zijn vrees bewaarheid zou wor den. In don sbrijci) die hem be wach ten stond, zou hij hoe langwr hoe meer daten in haar achting, ter wijl zijn tegenstander in dezelfde mate daarin zou rijzon. Het was een allesbehalve verlokkend voor uitzicht en met een beklemd ge moed wendde hij zich tot Bertha Afflint, die het gesprek met be langstelling p-evolgd had. Het is wel treurig. Lewie, zei- de zij. maar van Glemavelin. heb je geen steun te wachten. Wij heb ben dien al een week geleden aan mijnheer Stocks toegezegd. De pittige woorcleitschermutse- j lin" tusschen Bertha en Wratislaw. j die ontstaan was door een opmer king van laatstgenoemde, was niet eens bij machte, Alice in een betere stemming te brengen. Zij ignoreer de ~oheol en al den goedhartige» voorkomenden George, in wien zij ook al „zoo n willoos, onbeteeke neaci wezen" zag. een man zo» der eenige overtuiging", en wijddt al haar opmerkzaamheid aan mijn heer Stocks, die daardoor uit zijn staat van neerslachtighefd wend ge wekt en voor zijn doen zelfs vroo- lijk werd. Alice was volstrekt niet koket en het kwam dan ook niet bij haar op, om eenige oreutsche teruggetrok kenheid aan den dag te leggen, toen Lewie haar na afloop van den lunch zijn geleide aanbood, om haar de plaats te laten zien. Hij bracht haar naar een hoogte, van waar men een heerlijk vergezicht genoot. Het was een warme Julidag, maar d'e donkere diennen en het heldere meer maakten een indruk van verkwikkende koelheid. Ziet ge erg op tegen die volgen de maand? vroeg zij.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 5