Tweede Blad, Een Mail van Adel bezochten. Hoewel deze Dinsdagavond de waarheid der beweringen ontken den, en beweerden dat niet zii maar de ander het eerst met aanbiedingen was gekomen, werden zij toch uitge worpen. Koninginnedag te Arnhem Door de vereeniging Oranjedag te Arnhem, wordt op 31 Augustus een optocht gehouden. Deze belooft inderdaad schitterend te zullen worden. Van de groepen: vfvkvereenigingen, historie, sport en reclame zal de historische wel hel meest interessant zijn: Het volgende zal daarin o. awor den voorgesteld: 1. Oud Germaans he tijd jkeizer Julianus, koning der Cha- maven; zijn vrouw en zoon. Charietto, Salisch. opperhoofd. Romeinen, Sa- liërs, Chamaven. 2. Invoering van het -Christendom: Ivarel Martel, gevolgd door gewapende krijgslieden, St. Eli- gius, bisschop van Noyon en Doornik, St. Courbertj St. Winifred, St. Libui- nes. 3. Grafelijke regeering: Otto II, Herman van Loon, Hendrik v. Kuyk, Gijsbrecht van Bronkhorst, Floris v. Batenburg, Frederik en Gerard v. Rheden; 4. Karei van Egmond. Maar ten van Rossum, Willem van Alswijn, Adolf Bentick e. aGraaf van Hornes. Lamoraal graaf v. Egmond, Willem v. Oranje. Hendrik van Brederode, pa ges. soldaten, geuzen; 6. Burgemees ters met twee schepenen van Arnhem, gilden, gildemeesters. 7. Reiswagen uit de zeventiende eeuw.8. Transvaal- sche Boeren met ossenwagen. 9. Be zoek van President lvruger aan een kamp. Naar aanleiding van een verzoek der vereeniging ..Oranjedag" stellen B- en W. den Raad voor der vereeniging voor de feestviering op 31 Augustus f 1000 subsidie te verleenen. „Mercurius" en de vrouwen In de bekende vereeniging voor handels- en kantoorbedienden ,,Mercurius", wier hoofdzetel te Rotterdam is, is strijd ontstaan over do vraag, of vrouwen al dan niet zullen wordic-lt toegelaten tot de examens der vereeniging. Iemand die verklaarde niet als belangheb bende, wèl als belangstellende, dien strijd van nabij te hebben ga degeslagen, geeft in het weekblad „De Amst." een overzicht der quaestie, die waarschijnlijk niet zoo heel spoedig opgelost zal zijn, getuige de vinnigheid waarmee de strijd wordt gevoerd. E'en referendum», onder alio lie den der vereeniging, had tot resul taat, dat van de 1300 stemmen zich er 967 tegen de toelating van vrou wen aan de examens, en 1085 tegen „het in de hand werken van plaat sing van vrouwen op handelskan toren" verklaarden. Hiermee was dus formeel de zaak afgehandeld1. Maar daarom is zij nog niet van de agenda dar openbare bespreking afgevoerd. Herb referendum op zich zelf toch zal wel niemand van zijn meening bekeer en, en de debatten in het orgaan der vereeniging wer den» cianj ook van weerszijden voort gezet- Tot eensklaps de commissie van redactie, blijkbaar in contact met het hoofdbestuur, de mededeel ing publiceert dlat voorbaan over de quaestlio van toelatimc der vrouwen tot de examens „en alles wat daar mee in verband staat", geen stuk ken meer zullen; worden opgeno men, totdat 't hoofdbest. in eventu- eelle vergaderingen deze zaken op nieuw aan de orde zal stellen. De bespreking van dit belangrij ke vraagstuk was dus daarmee bin nen den kring der betrokkenen, stop gezet. De oppositie, d. w. z. de voor standers van de toelating der vrou wen. hebben hiermee evenwel geen genoegen genomen, en thans een extra oppositienumme.r uitgegeven, gevuld met de copieën der stukken waarvan d'e origineelen thans nog bij de redactie van 't officieel or gaan: berusten-, maar niet geplaatst werden, tevens bevattende afschrift van een protest, waaraan door handteeken iuren van een 70-ial le den kracht is b;~ezet. welk pro test gericht is tegen het uitschrijven van een referendum zonder raad pleging dër vereeniging. zijnde dit strijdig met het reglement. In hot Boerenhuis te Sohe^e- ningen. Men treedt het huis binnen door een zijdeur, die toegang geeft tot liet eerste slaapvertrek ,dnt dade lijk door zijn meubilair, den indruk geeft, dat de deskundige hand. die de constructie van het huis zelf geleid heeft, ook bij de meubileering en ver dere inrichting er van zich heeft doen gelden. In afwachting van het Boe renhuis te Parijs herkent men hier meer de beheersching van het geheel door iemand, die Zuid-Afrika uit eigen aanschouwing kent; en meer van het land gezien heeft dan het Afrika van Johannesburg en Pretoria. «latteEuro- wesch is om nog karakteristiek te zijrt. In deze slaapkamer bevindt zich, be halve een paar door Afrikaansche da me- hier te lande vervaardigde Boe- ren kledingstukken, o. a. de van pren ten welbekende groote zwarte vrou wenkap. een z.g. „baviaansbout", een zware voorladeji uit de oude dagen, terwijl in een der andere vertrekken een olifantsgeweer, de z.g. „oü sanna" wordt gevonden, welks kaliber geëven- redigd -is aan het wild, dat er mee geveld moet worden. Naast deze slaap kamer komt men in het woonvertrek, dat vooral in zijn meubialir een zeer getrouwe nabootsing van de werke lijkheid vertoont. Stoelen en banken zijn alle uit Zuid-Afrika aangevoerd en hebben de eigenaardige zittingen van gekruiste leeren riempjes, die men ook nu nog in de meeste Boeren woningen aantreft. Op een der tafels ligt een groote Bijbel, zooals de Boe ren dien gebruiken, opengeslagen, ter wijl a<ff?-den zolder niet de te drogen tabak ontbreekt. Een der stoelen heet uit president Kruger's jongere dagen afkomstig; niet minder oud is het klei ne, primitieve harmonium of orgel, dat bij de godsdienstoefening met ijver benut wordt. Een groot aantal, deels zeeif fraaie huiden van leeuwen' en andere Afrikaansche dieren, welke vel len de Boer „karossen" noemt, liggen op stoelen en banken verspreid. Ten slotte mankeert aan de zoldering, be ter gezegd een der balken, de ver maarde „biltong" (gedroogd vleesch), van welks wonderbaarlijke voedings waarde op commando wij allen ge hoord hebben, ook niet. Naast de woon kamer bevindt zich weer een slaapver trek, ook met oude meubelen, waar van het ledikant een beetje sterk ana chronistisch lijkt. Aan den wand van deze kamer bevindt zich een zeer merk waardige Boerenalmanak; een primi tief beschilderd plankje, waarop el- ken dag in daartoe aangebrachte gaat jes een pinnetje wordt gestoken om den datum aan te geven; een groot curiosum. Naast deze slaapkamer vindt men ten slotte de kombuis of keuken, ook van authenthiek materiaal voorzien en ten slotte aan de buiten zijde van het huis de tuigenkamer, met dezelf gemaakte tulgen,, zadels, sjambokken, waarmede nu door De Wet en Botha verraders worden be handeld, zakken voeder, enz. De aan leg om het huis eindelijk is uitsluitend met ook in Zuid-Afrika inheemsche planten geschied en door de firma Van der Laan geleverd. Achter het huis staat het tentoon stellingsgebouwtje, waai' in de eerste helft voorwerpen, door krijgsgevangc- i nen op Ceylon vervaardigd, zijn ten toongesteld, nevens een aantal Kaffer curiosa, door Kaffers gemaakt en ge dragen versierselen etc. Verder een aantal voorwerpen van Engelsche sol daten afkomstig, zooals soepketels, zg. „emergency rations" en dergelijke meer. Voorts een aantal vellen van Zuid-Afrikaansche dieren. Raadslid en onderwijzer. In het jaar 1899 werd, ter voorziening in een buitengewone vacature tot lid van den raad der gemeente Leeuwar den gekozen de heer S. Jansma, on derwijzer in het timmeren aan de am bachtsschool aldaar. Naar aanleiding hiervan stelde de commissie tot het onderzoek van den geloofsbrief van den heer Jansma zich de vraag: of deze betrekking valt in de termen van art. 23 letter i der ge meentewet'? De commissie meende deze vraag ontkennend te moeten beantwoorden, maar in den Raad van Leeuwarden staakten Woensdagmiddag de stem men over deze quaestie, toen dr. J. Baart de la Faille de volgende motie- voorstelde: „De raad, zich niet vereenigende met de zienswijze van de commissie, dat de ambachtsscholen behooren to: de inrichtingen van middelbaar onder wijs. besluit tot toelating van den heer Jansma." behoorende bij „Haarlem's Dagblad" van Vrijdag 16 Augustus 1901. No. 5561 Transvalïii. In „South African News" komt de volgende brief van kommandant Laga- tan voor, overgenomen uit Richmond' Era. In het veld 2 7 01. Mr. G. W. Boyes, kommandant Rich mond. Mijnheer, ik heb als gevangene bij mij zekeren W. J. Burger uit Rich mond, die als opzichter over drie wag gons dienst doet op den weg van Mur- raysberg naar Richmond. Hij had een dokument bij zich waarin gij twee wag. gons ossefa van hem verlangdet en ook een „pas" beginnend in^t: „wees zoo goed houder dezes te laten pas- seeren enz. enz. Wat een schande voor een officier van het Engelsche leger om een on derdaan van Z. M. regeering op zulk een wijze te behandelen. Het is waar lijk een vergezochte list, een onduld bare schande en slechte handelwijze, dat een Britsch onderdaan met zijn eigendom opgeroepen wordt voor den dienst in de Keizerlijke troepen; dat nadat hij zijn werk verricht heeft hij eenvoudig ontslagen wordt en met eigendom teruggezonden „zonder ge leide" door de linie van den vijand, zonder de minste zorg of het al dan niet goed zal gaan en wat meer is met een „wees zoo goed houder dezes te laten passeer en enz. enz.". Dat is de juiste opvatting omtrent de Boeren- commando's die gedesorganiseerd zijn^~ zwervend, bijna zonder kleeren, te voet gaande, rooverbenden, volgens de Jingo-pers, die geen regeering meer hebben, die een krankzinnigen presi dent bezitten, die door honger wel dra tot overgave genoodzaakt zal zijn; wier vrouwen en kinderen bij tien tallen gevangen zijn genomen onder het valsche voorwendsel dat zij „vluch telingen" zijn. eD juiste opvatting. Ik herhaal nogmaals, een officier van het machtige, rijke Engeland vraagt zijn vijand „de rooverbenden" „wees zoo goed houder dezes te laten pas- seeren enz. enz."Na rijp beraad heb ik besloten om de bezitting van dien man niet te vernietigen maar hem on gehinderd te laten verder gaan, op dat de eigenaars van die waggons geen verlies zouden lijden. Want dat „machtige, rijke Engeland" zit met zijn oorlogsschuld zoo in zijn maag. dat zo oilc die dinge nvermeldde waar voor waarschijnlijk de Keizerlijke re geering verantwoordelijk is, de eige naar geen rooie duit zou ontvangen. Foei! Foei! Machtig, rijk Engeland! De schandelijke daden, in de laat ste maanden sedert 12 October 1899 door u bedreven, zijn talrijk en ver scheiden. Wat u zelf betreft, mijnheer, wensch ik u er aan te herinneren, dat gij reeds bij de Jameson-raidl de hand in deze samenzwering had, en dat de Jingoes, waartoe gij behoort, verdienen doodgeschoten te worden en niet de arme aangevoerde soldaten, die bij duizenden gedood zijn. Pas op u zelf en op de kleurlingen die tegen ons gewapend zijn. Uw dw. dr. H. LAGATAN, kommandant. Wat meneer Boyes op dezen bijtend sarkastischen brief antwoordde, ver meldt het blad helaas niet. De „Graaf Reynet Advertiser" ver telt het volgende omu-ent een bewo ner van Graaff Reinet, die in handen van de „plunderaars" viel: Mr. Addv Stewart, een ingenieur a.1- J daar, werd verleden week gevangen genomen door een patrouille van Scheeper's kommando op de farm van P. Theron, „Rondegat" en gebracht naar het laager, dat onder bevel staat van luitenant Liebenberg, in de wo ning van P. de Klerk, „Langfontein". Na voorzien te zijn van een avond maal, een bed en, den volgenden mor gen. van een ontbijt, werd mr. Ste wart meegedeeld, dat luitenant Pij per. die het bevel voerde over een an der laager in de nabijheid, hem ver langde te zien, in verband met de over gave van een van zijn mannen. Hij werd, voorzien van een eskorte en een pas, naar Pijper's laager, gele- Feuilleton. Naar het Engelsch 22) Beauregard vlijde zich in een leunstoel neer en staarde met ge fronste wenkbrauwen naar het pla fond. Wratislaw, die de gewoonten van zijn chef kende, nam een be daard afwachtende houding aan. Haai eens even een. atlas die groote en zoek daarin de kaart op van de Indische grens. Wratislaw voldeed aan dJit ver zoek. De minister beschreef met zijn wijsvinger op de kaart een cirkel. Kijk daar die verwensch- te straal is de plaag van mijn leven. Ons weten strekt niet verder uit dan tot ddarBetrouwbare inlich tingen beginnen nas weer een paar honderd mijl meer noordelijk. En wat daartusschen gebeurt Min of meer gemelijk haalde hij zijnie schouders op. gen op de farm „Middleplaats"" van Du Plessis, gebracht en de rit werd hem zoo gemakkelijk mogelijk gemaakt Bij het opstijgen van de Cambdoo- Ooslbergen werd zijn paard kreupel, doch hij kreeg een ander. Toen Van den Berg's farm. „De Rust," bereikt was. werd hij aangehouden door rech ter Hugo, die hem op koffie, sigaren en fruit onthaalde doch in zeer stren ge bewoordingen te kennen gaf dat het daar het oorlo<* was, zeer gevaarlijk voor hem zou zijn in de Boerenlinics te worden aangetroffen. Mr. Stewart verklaarde, dat hij vaak Boeren had ontmoet en zelfs naar Pyper's laager zou gegaan zijn met een opdracht, die tot de overgave van een van zijn man nen zou leiden. Toch was men hem nooit op eenige wijze lastig gevallen; zijn tegenwoordigheid in de Boeren- linies waate wijten zoowel aan de Boe- ren-patrouille en aan Pyper's wensch om hem te spreken, als aan zijn eigen verlangen om Pyper te ontmoeten. De rechter verontschuldigde zich voor zijn strenge woorden doch wees er op dat hij niemand kon toestaan, in het bijzonder niet aan een vreem deling, om door de Boeren-liniën te trekken, zij bet ook om Pyper of wie dan ook te ontmoeten. Hij gaf te ken nen dat er niets anders opzat, dan dat hij terugkeerde naar de plaats waar hij vandaan kwam. Na afscheid te hebben genomen begaf mr. Stewart zich met zijn escorte op de terugreis, waarvan hij zelf verklaart, dat het een van meest gewaagde voor ruiter en paard was, die hij ooit ondernomen had. tengevolge van de smalle en ge vaarlijke wegen, die men moest vol gen. Bij de aankomst in Liebenberg's laager overhandigde een der ruiters van het escorte dezen officier een schrijven van rechter Hugo, waarin deze meldde, dat, daar hij in deze tijden zelfs zijn vader niet kon ver trouwen, Stewart als een spion moest worden beschouwd, doch dat hem moest worden toegestaan ongehinderd verder te trekken. Na een conferentie deelde luitenant Liebenberg mr. Stewart den inhoud van den brief mede en raadde hem aan heen te gaan, er aan toevoegende, dat hij het paard als een geschenk van de Boeren kon beschouwen. Hij kreeg bovendien een ransel, dat een Britsch krijgsgevangene was afgenomen en een pas om ongehinderd naar Graaff Reinet te komen. Mr. Stewart nam weer afscheid en vertrok uit het laager naar de stad waar hij Dinsdagmorgen aankwam. Hij had tal van bijzonderheden mee te deelen over zijn avontuur, dat vijf da gen geduurd had en bracht daarbij grooten lof toe aan hen, die hem ge vangen namen door hun buitengewo ne gastvrijheid aan een Engeslch vreemdeling bewezen. Uit dit schrijven zien we, als we 't nog niet wisten, dat de Engelschen op 't stuk van goede manieren en gast vrijheid nog heel wat van die domme Boeren kunnen leeren. Stadsnieuws. Hilversum's Mannenkoor te Hilver sum zal den 9en en 10en November a.s. mededingen in den wedstrijd, geor ganiseerd door Haarlems Mannen- zangvereeniging „Crescendo" bij ge legenheid van haar 25-jarig bestaan. Waardearing. De heer W. Robert ontving clezler dagen van den heer Alexis Collinet, een van d'e Belgische juryleden hij den zangwedstrijd te Keulen, het navolgen de schrijven: Liége. 11 Aoüt 1901. Cher Monsieur Robert. Encore sous le charme dë votre re- marguable audition de Lundi dr. au grand concours de Cologne, je viens vous adresser mes ehaleureusees félici- tations, pour le beau succès si bien mérité, que vous venez de remporter dans cette lutte si memorable. Croyez, moii cher et distingue direc.: teur, a ma vive sympathie pour vous j et votre admirable Société. (w.g.) ALEXIS COLLINET, Professeur et directeur de musique. De vertaling volgt hier: Luik, 11 Aug. 1901. Nog onder de bekoring van uwe merkwaardige uitvoering op Maandag jl. bij den groetten wedstrijd te Keulen, kom ik tot u mijne hartelijkste geluk- wenscheu richten met het schoone en zoo welverdiende succe9 dat door u in dezen zoo gedenkwaardigen kamp ver kregen is. Geloof, waarde en bekwame direc- teur, aan mijne levendige sympathie Ik heb vandaag berichten ontr vangen uit Taghati. Het schijnt daar in dë buurt heel onrustitr ie zijn. De bergstammen zijn in op stand en de Russische grens wordt bedreigd:. Dit wordt althans be weerd. Ik heb ook een opgave ge kregen van dë namen dier personen die dë onlusten begonnen zijn. De Russische troepen trekken in groo ten getale naar de errenzen op. Waarom?Het lijkt wel, of de geheelë Afghaansohe strijdmacht een inval wil doen in het gebied van de Amoe Darja. Beauregard zag zijn onder-secre taris vlak in 't gelaat én de twee mannen lazen in elkanders oogen denzei fdën angst. Is er iets naders bekend' om trent Marka? vroeg Wratislaw. Niets bepaalds. Hij is ergens -n de Pamirvlakte.Hii zal wel weer 't een of ander in 't schild voeren. Dat's waar ook dat zou ik haast vergeten. Ik ben laatst tot d'e ontr dekking reik omen. dat onze vriend kort geleden in Zuidwestelijk Kasj mir is geweest. Hij heette toen Ar thur Marker, en was die zoon van een Duits chen graaf en een Schotsche moeder. Je begrijpt Hij is heel populair, zoowel bij de voor u en voor uwe bewonderenswaar dige vereeniging. (w.g) ALEXIS COLLINET, Muziekleer aar en directeur. Geen wonde'F, dat de heer Robert met dit schrijven bijzonder ingeno men is. Binnenland. Het nieuwe Ministerie. In de „Stemmen voor Waarheid en Vrede" zegt dr. Bronsveld over het nieuwe ministerie o.a. het volgende: „Laat mij zeggen mogen, toen wij lazen, dat dr. Kuyper levendige onder handelingen voerde met dr. Schaepman en andere roomsch-katholieke mannen van gezag, ontwaarden wij in ons hart een allersmartelijkst gevoell. En wij weten, dat wij waarlijk niet de eenigen geweest zijn, die met droefheid en on gerustheid de macht over ons volk voor een goed deel aan deze twee mannen zagen toevertrouwd. Het is toch een haast ongelooflijke gebeurtenis, dat de man, die het Cal vinisme zoo vaak heeft verheerlijkt als het uitnemendste wat God na den Pink sterdag aan de christenheid heeft ge schonken, in een nauw verbond treedt met getrouwe zonen van een kerk. die het Calvinisme feller haat dan eenige andere vrucht van de Reformatie. Daar is nu in dit samentreffen en sa menwerken, van deze twee gteboren tegenstanders iets, dat reden geeft tot ongerustheid. Van het achttal nieuwe ministers zijn er drie roomsch-katho- liek. Indien wij ons niet bedriegen, dan is dit nog nimmer het geval ge weest. De roomschen hebben echter van den beginne af dit aantal zetels voor zich opgeëischt. Wanneer wij bedenken, dat slechts 1/4 van het aantal Kamerleden behoort tot de roomsche kerk, dan is het getal roomsch-katholieke ministers zeker niet klein. De heer Bronsveld vraagt daarna, wat kunnen wij nu verwachten? Al lereerst meent hij reorganisatie van het onderwijs, waardoor het ministe rie zal trachten zich populair te ma ken. Natuurlijk zal ook een en ander worden gedaan, dat naar het hart is van de kiezers, die bij de laatste ver kiezing de meeste stemmen hebben uitgebracht. Bij meer dan één gelegen heid, op meer dan één punt zal 't blij ken, dat het, zelfs voor dr. Kuyper, gemakkelijker is oppositie te voeren dan te regeeren. De „Standaard" heeft nu reeds zijn lezers er op voorbereid* dat ook dit nieuwe ministerie voor de Boereu niets zal kunnen doen, daar het vorige Ka binet ons de handen gebonden heeft. Wij hebben ons op meer bekentenissen van onvermogen voor te bereiden. Wat wij vreezen is, dat het protes- tantsch karakter van ons zal worden ondermijnd en dat protestantsche be langen niet zullen geëerbiedigd wor den. De roomsch-kathoüeken zullen ont zien worden, en meer dan dat,. De kerk, die, naar dë verklaring van dr. Kuy per zelf, gekant is tegen de gewetens vrijheid', zal, nu zij toenam in macht, niet nalaten die macht te gebruiken. De heer Bronsveld gaat voort: Moge de zware sla- die de libera len heeft getroffen, voor de besten n- der hen de aanleiding wezen tot ern stig zelf-onderzoek. Meer dan een was te inschikkelijk geweest voor de socialisten, en had zijn individueel geloof te weinig doen uitkomen in den grooten strijd dei- geesten, waarbij 't geloof zulk een ge wichtige factor is. Een krachtige mid denpartij, die waakt teeen kerkelijk drijven en socialistisch onverstand, wordt onmisbaar. Misschien zien wij menig vrij-anti- revolut-ionair bij gewichtige beslissin gen niet aan de zijde van dit clericaal ministerie, maar vereenigd met be zadigde liberalen het kwaad verhoe den, dat kerkelijke hartstochten bera men. Kwade praktijken bij Ver- kiezit gen. In een huishoudelijke vergadering van de vrijzinnige vereeniging 's-Gra- venhage werden Dinsdagavond twee leden geroyeerd', die zich zouden heb ben schuldig gemaakt aan kwade practijken bij de laatste verkiezingen. Ze werden beschuldigd aan een ge acht stadgenoot geld "evraagd te heb ben om hem definitief candidaat te stellen. Dat liep in de honderden! Deze liet het bestuur der kiesvereeniging toe luisteren toen de twee leden hem inboorlingen als bij de Europeanen. Hij ging Zuidwaart-s terug van Bar- dur en keerde blijkbaar Noord waarts terug door Pendjab. Te Bar- dur liepen Logan en Thwaite hoog met hem we*- Gribton had het echter niet bijster op hem begre pen. Gribton is nu op wee naar Engeland en dus heeft onze sinjeur d'e handen vrij. Wratislaw beet zich op d!e onder lip en dacht ernstig na. 't Is een lamme historiepre velde hii. Maar wat kunnen wij doen Moeten wij lijdelijk den ver deren loop der dingen afwachten? Dat zouden wij kunnen doen, als Marka de eenige reden tot on gerustheid was. Maar wat hebben wij te denken van Taghati en de mobilisatie van de Russische troe pen? Wat ter wereld gebeurt er toch eindeliik in dat onbekende bergland? Weet jij hi err eenig ant woord op te «'even? Wratislaw schudde ontkennend het hoofd. Zouden wij niet iemand daar heen kunnen sturen, opperde hij, een oiietrofficieel persoon? Daar heb ik ook al over ge dacht, hernam Beauregard. Maar waar zullen wii een geschikt iemand vandaan halen? Ik heb al heel wat lui vandaag in mijn geest de revue laten passeeren maar ze deugden er geen van allen voor. Wratislaw tuurde strak naar de punten van ziin laarzen. Herinnert ge u wel. dat ik u indertijd gesproken heb over mijn vriend Lewie Haystoun? vroeg hij. Ja zeker. Dat herinner ik mij zeer goed. antwoordde Beauregard. Hoe komt het toch, dat hij niet gekozen is? Hij had het. dunkt mij. bij de verkiezingen toch moeten winnen. Dat is het 'm juist, zeide Wra tislaw. Als ik hem minder goed kende, zou ik stellig zeggen', dat hij als het ware geknipt is voor de door ons bedoelde opdracht. Hij is in die streek geweesthii kent daar de manier van reizen hii is van al lerlei dingen uitstekend op de hoog te en verbazend knan. Maar men kan geen staat op hem maken. Dit kan ziin redding wezen of zün on dergang en in 't laatste geval zou hij natuurlijk alles in de war schop pen. Wat zijn d'an zijn voornaamste fouten,vroeg Beauregard. Dait is zoo maar niet met een enkel woord te zeggen. Het is een zeer ingewikkeld psychologisch probleem. Weet u. wat ik doen zal? Als deze zitting is afgeloopen. kan ik best een paar dagen gemist wor den. Ik wil er graag eens uit we zen. Als u 't goedvindt, zal ik mijn vriend eens omtrent deze aangele genheid polsen. Ik ken de omstan digheden en ik ken Lewie. Ben ik gerechtigd hem uw boodschap over te brengen? WelzekerIk stel het volste vertrouwen in je helder inzicht. Overmorgen kom je terug, niet waar Ik zal maar één vergadering misloopendat is zoo erg niet. En je hebt mij goed begrepen? Volkomen Ik beloof u. dat ik hem het vuur na aan de schenen zal leggen. Maar nu moet ik nood zakelijk aan 't werk. Beauregard oogde hem na. toen hij de kamer verliet, en bleef een minuut of wat in die1- gepeins ver zonken. Daarop vulde hii een tele gram-formulier in. Ik ken die twee, mompelde hij. Hij zal gaan. Ik kan wel vast de noodige voorbereidende maat regelen nemen. Het telegram was gericht aan den reoatriëerenden Grab-torn te Floren- Daarom werd liet nemen van een be sluit over de motie tot een volgende vergadering uitgesteld. Maandaghouders. Maandagavond half elf, Bakker. straat. Uit Turfstraat klinkt luid gezang. Verschijnt om straathoek een fiets, waarop een slage-r, op schouders van slager nog een slager, deze in rechter hand zwaaiende een lantaarn. Slagers zijn dronken; fiets doet dronken! Rustige peddelaar komt aangereden; geeft hoornsignaal voor dronken fiets; dronken fiets tracht uit te wijken; komt tegen trottoir, valt Gezang duurt voort; geen ongelukken. Po gingen om op te staan, gelukken; po gingen om weer te rijden mislukken. Nogmaals vallen, gezang verandert in gevloek. Publiek groeit aan, be moeit zich er mee; slager trekt jas uit wil vechten met publiek. Andere sla ger houdt hem tegen. Dronken slagers gaan samen vechten; fiets valt blijft liggen; slagers vallen, staan met moei te op. Fiets wordt opgenomen door iemand, in huis gezet: „komt wol terecht, zal morgen wel gehaald worden!" Slagers weer goeie vrinden, zwaaien, vallen, staan op. zwaaien gearmd, val. len de Broerenstraat" in. Slagers zingen; publiek lacht; poli. tie afwezig. Sic in de N. A. Ct. Veenbrand Men schrijft uit Dedemsvaart aan da Zw. CL: Sinds ruim 14 dagen woedt het vuur in den veenbodem in de nabijheid der „Hongerige Wolf', gemeente Ambt Ommen, grenzende aan heit zuiden van Avereest, d. i. dus in Ambt Om men, ten noorden der Vecht. Op com- mige plaatsen is het vut reeds meer dan een meter diep den grond inge drongen en dat het snelle vorderingen maakt, ondervond o.a. de heer B. Schölto, vervener alhier, van wion reeds tussche® 23 24 dagwerk te vel de staande sponturf verteerd is. Zater dagavond trokken do heeren Scholte en Van Haeringen, die eveneens een gedeelte van het veld verveent met man en macht uit om te trachten het vuur te smoren. Gedeeltelijk slaagde men, althans voorloopig; Zondagmor gen steeg op verschillende plaatsen nog rook uit den veenbodem. Ook van Ambt Ommen uit tracht men het vuur te blusschen. De burgemeester dier ge meente was Zaterdag met een talrijk korps werklieden ter plaatse aanwe zig. Regen, veel regen, droppels die door dringen tot de diepte, kunnen het vuur blusschen; ook sloten, tot op 't vaste zand gegraven, stuiten het. Ook de heeren Minkc alhier moeten aan het Stieltjeskanaal een dergelijken brand in het veen hebben. Vlug bescheid. Een jongmensch werpt aan het strand plagend een ander met schelp jes. die, ten einde de projectielen te ontgaan, wegschuilt achter den strand stoel eener jonge dame. „Nu doe je net als de Engelschen; die verschuilen zich ook steeds achter vrouwen," verwijt hem de plager. „Neen, ik doe als de Boeren; die zoeken hun steun achter een aardig kopje," is het vlug bescheid van den ander. Handelsr. Onweer. Te Roiliem-Meerssen zijn bij een geweldig omwedër. dat daar Zon dagavond woedde, twee huizon tot deal grond afgebrand. Het vuur greep zoo snel om zich, dat dë be woners ternauwernood' tijd! hadden zich te redden. De huizen en een gedeelte van den inboedel waren tegen brandschade verzekerd. Goedkoope trouwpartij. Te Culemborg had! Dinsdag een zeer moderne trouwpartij plaats. Een mr. kleermaker, de bruide gom. wandelde mot eoruigo colle ga's. die als getu i gen dienst moes ten doen, naar het stadhuis en het bruidje volgde mot haar zuster. Toen de plechtigheid geëindigd was gingen de heeren weer op de zelfde wijze van het gemeentehuis, waarna men, in een hotel een potje biljart speelde. De jonge vrouw zocht met haar zuster het huis op. Eenvoudiger en goedikooper kan hot zeker haast niet. ce en behelsde het verzoek, of deze over een week te Parijs in het ge bouw der Britsche ambassade met een zekeren mijnheer Haystoun eon samenkomst wilde houden ter be spreking van een particuliere aan gelegenheid. Den volgenden avond reed Wra tislaw in een gehuurde dog-cart van Gledsmuir naar Etterick. Hij vond Lewie alleen in ziin kamer. Hot licht was nog niet opgestoken! Het vrool k brandend houtvuur gaf een fantastisch schijnsel af. Lewie begroette zijn .Tiend met onstuimige harteldkheid. Hii duw de hem in een grooten leunstoel, bood hem in één adem op zijn minst twaalf verschillende ver- verschin-en aan en overlaadde hem met sigaren. O, Tommy, wat ben ik blij met je Ik zat mij in mijn eentje half dood te kniezen. Ben je dan alleen? vroeg Wra tislaw. George logeert bimij. maar hij is nu voor een dag of wat naar Glenavelin om te jagen. Ik was ook geïnviteerd maar ik had geen zin. Hij komt morgen alweer terug. Lewie's gezicht zag er. beschenen door dien rossen vuurgloed, vroo-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 5