Tweede Blad,
Een Mail van Adel
bezochten. Hoewel deze Dinsdagavond
de waarheid der beweringen ontken
den, en beweerden dat niet zii maar
de ander het eerst met aanbiedingen
was gekomen, werden zij toch uitge
worpen.
Koninginnedag te Arnhem
Door de vereeniging Oranjedag te
Arnhem, wordt op 31 Augustus een
optocht gehouden.
Deze belooft inderdaad schitterend
te zullen worden. Van de groepen:
vfvkvereenigingen, historie, sport en
reclame zal de historische wel hel
meest interessant zijn:
Het volgende zal daarin o. awor
den voorgesteld: 1. Oud Germaans he
tijd jkeizer Julianus, koning der Cha-
maven; zijn vrouw en zoon. Charietto,
Salisch. opperhoofd. Romeinen, Sa-
liërs, Chamaven. 2. Invoering van het
-Christendom: Ivarel Martel, gevolgd
door gewapende krijgslieden, St. Eli-
gius, bisschop van Noyon en Doornik,
St. Courbertj St. Winifred, St. Libui-
nes. 3. Grafelijke regeering: Otto II,
Herman van Loon, Hendrik v. Kuyk,
Gijsbrecht van Bronkhorst, Floris v.
Batenburg, Frederik en Gerard v.
Rheden; 4. Karei van Egmond. Maar
ten van Rossum, Willem van Alswijn,
Adolf Bentick e. aGraaf van Hornes.
Lamoraal graaf v. Egmond, Willem
v. Oranje. Hendrik van Brederode, pa
ges. soldaten, geuzen; 6. Burgemees
ters met twee schepenen van Arnhem,
gilden, gildemeesters. 7. Reiswagen
uit de zeventiende eeuw.8. Transvaal-
sche Boeren met ossenwagen. 9. Be
zoek van President lvruger aan een
kamp.
Naar aanleiding van een verzoek der
vereeniging ..Oranjedag" stellen B- en
W. den Raad voor der vereeniging
voor de feestviering op 31 Augustus
f 1000 subsidie te verleenen.
„Mercurius" en de vrouwen
In de bekende vereeniging voor
handels- en kantoorbedienden
,,Mercurius", wier hoofdzetel te
Rotterdam is, is strijd ontstaan over
do vraag, of vrouwen al dan niet
zullen wordic-lt toegelaten tot de
examens der vereeniging. Iemand
die verklaarde niet als belangheb
bende, wèl als belangstellende,
dien strijd van nabij te hebben ga
degeslagen, geeft in het weekblad
„De Amst." een overzicht der
quaestie, die waarschijnlijk niet
zoo heel spoedig opgelost zal zijn,
getuige de vinnigheid waarmee de
strijd wordt gevoerd.
E'en referendum», onder alio lie
den der vereeniging, had tot resul
taat, dat van de 1300 stemmen zich
er 967 tegen de toelating van vrou
wen aan de examens, en 1085 tegen
„het in de hand werken van plaat
sing van vrouwen op handelskan
toren" verklaarden.
Hiermee was dus formeel de zaak
afgehandeld1.
Maar daarom is zij nog niet van
de agenda dar openbare bespreking
afgevoerd. Herb referendum op zich
zelf toch zal wel niemand van zijn
meening bekeer en, en de debatten
in het orgaan der vereeniging wer
den» cianj ook van weerszijden voort
gezet-
Tot eensklaps de commissie van
redactie, blijkbaar in contact met
het hoofdbestuur, de mededeel ing
publiceert dlat voorbaan over de
quaestlio van toelatimc der vrouwen
tot de examens „en alles wat daar
mee in verband staat", geen stuk
ken meer zullen; worden opgeno
men, totdat 't hoofdbest. in eventu-
eelle vergaderingen deze zaken op
nieuw aan de orde zal stellen.
De bespreking van dit belangrij
ke vraagstuk was dus daarmee bin
nen den kring der betrokkenen,
stop gezet.
De oppositie, d. w. z. de voor
standers van de toelating der vrou
wen. hebben hiermee evenwel geen
genoegen genomen, en thans een
extra oppositienumme.r uitgegeven,
gevuld met de copieën der stukken
waarvan d'e origineelen thans nog
bij de redactie van 't officieel or
gaan: berusten-, maar niet geplaatst
werden, tevens bevattende afschrift
van een protest, waaraan door
handteeken iuren van een 70-ial le
den kracht is b;~ezet. welk pro
test gericht is tegen het uitschrijven
van een referendum zonder raad
pleging dër vereeniging. zijnde dit
strijdig met het reglement.
In hot Boerenhuis te Sohe^e-
ningen.
Men treedt het huis binnen
door een zijdeur, die toegang geeft
tot liet eerste slaapvertrek ,dnt dade
lijk door zijn meubilair, den indruk
geeft, dat de deskundige hand. die
de constructie van het huis zelf geleid
heeft, ook bij de meubileering en ver
dere inrichting er van zich heeft doen
gelden. In afwachting van het Boe
renhuis te Parijs herkent men hier
meer de beheersching van het geheel
door iemand, die Zuid-Afrika uit eigen
aanschouwing kent; en meer van het
land gezien heeft dan het Afrika van
Johannesburg en Pretoria. «latteEuro-
wesch is om nog karakteristiek te zijrt.
In deze slaapkamer bevindt zich, be
halve een paar door Afrikaansche da
me- hier te lande vervaardigde Boe-
ren kledingstukken, o. a. de van pren
ten welbekende groote zwarte vrou
wenkap. een z.g. „baviaansbout", een
zware voorladeji uit de oude dagen,
terwijl in een der andere vertrekken
een olifantsgeweer, de z.g. „oü sanna"
wordt gevonden, welks kaliber geëven-
redigd -is aan het wild, dat er mee
geveld moet worden. Naast deze slaap
kamer komt men in het woonvertrek,
dat vooral in zijn meubialir een zeer
getrouwe nabootsing van de werke
lijkheid vertoont. Stoelen en banken
zijn alle uit Zuid-Afrika aangevoerd
en hebben de eigenaardige zittingen
van gekruiste leeren riempjes, die
men ook nu nog in de meeste Boeren
woningen aantreft. Op een der tafels
ligt een groote Bijbel, zooals de Boe
ren dien gebruiken, opengeslagen, ter
wijl a<ff?-den zolder niet de te drogen
tabak ontbreekt. Een der stoelen heet
uit president Kruger's jongere dagen
afkomstig; niet minder oud is het klei
ne, primitieve harmonium of orgel,
dat bij de godsdienstoefening met ijver
benut wordt. Een groot aantal, deels
zeeif fraaie huiden van leeuwen' en
andere Afrikaansche dieren, welke vel
len de Boer „karossen" noemt, liggen
op stoelen en banken verspreid. Ten
slotte mankeert aan de zoldering, be
ter gezegd een der balken, de ver
maarde „biltong" (gedroogd vleesch),
van welks wonderbaarlijke voedings
waarde op commando wij allen ge
hoord hebben, ook niet. Naast de woon
kamer bevindt zich weer een slaapver
trek, ook met oude meubelen, waar
van het ledikant een beetje sterk ana
chronistisch lijkt. Aan den wand van
deze kamer bevindt zich een zeer merk
waardige Boerenalmanak; een primi
tief beschilderd plankje, waarop el-
ken dag in daartoe aangebrachte gaat
jes een pinnetje wordt gestoken om
den datum aan te geven; een groot
curiosum. Naast deze slaapkamer
vindt men ten slotte de kombuis of
keuken, ook van authenthiek materiaal
voorzien en ten slotte aan de buiten
zijde van het huis de tuigenkamer,
met dezelf gemaakte tulgen,, zadels,
sjambokken, waarmede nu door De
Wet en Botha verraders worden be
handeld, zakken voeder, enz. De aan
leg om het huis eindelijk is uitsluitend
met ook in Zuid-Afrika inheemsche
planten geschied en door de firma Van
der Laan geleverd.
Achter het huis staat het tentoon
stellingsgebouwtje, waai' in de eerste
helft voorwerpen, door krijgsgevangc- i
nen op Ceylon vervaardigd, zijn ten
toongesteld, nevens een aantal Kaffer
curiosa, door Kaffers gemaakt en ge
dragen versierselen etc. Verder een
aantal voorwerpen van Engelsche sol
daten afkomstig, zooals soepketels, zg.
„emergency rations" en dergelijke
meer. Voorts een aantal vellen van
Zuid-Afrikaansche dieren.
Raadslid en onderwijzer.
In het jaar 1899 werd, ter voorziening
in een buitengewone vacature tot lid
van den raad der gemeente Leeuwar
den gekozen de heer S. Jansma, on
derwijzer in het timmeren aan de am
bachtsschool aldaar.
Naar aanleiding hiervan stelde de
commissie tot het onderzoek van den
geloofsbrief van den heer Jansma zich
de vraag: of deze betrekking valt in
de termen van art. 23 letter i der ge
meentewet'?
De commissie meende deze vraag
ontkennend te moeten beantwoorden,
maar in den Raad van Leeuwarden
staakten Woensdagmiddag de stem
men over deze quaestie, toen dr. J.
Baart de la Faille de volgende motie-
voorstelde:
„De raad, zich niet vereenigende
met de zienswijze van de commissie,
dat de ambachtsscholen behooren to:
de inrichtingen van middelbaar onder
wijs. besluit tot toelating van den
heer Jansma."
behoorende bij
„Haarlem's Dagblad"
van
Vrijdag 16 Augustus 1901.
No. 5561
Transvalïii.
In „South African News" komt de
volgende brief van kommandant Laga-
tan voor, overgenomen uit Richmond'
Era.
In het veld 2 7 01.
Mr. G. W. Boyes, kommandant Rich
mond.
Mijnheer, ik heb als gevangene bij
mij zekeren W. J. Burger uit Rich
mond, die als opzichter over drie wag
gons dienst doet op den weg van Mur-
raysberg naar Richmond. Hij had een
dokument bij zich waarin gij twee wag.
gons ossefa van hem verlangdet en
ook een „pas" beginnend in^t: „wees
zoo goed houder dezes te laten pas-
seeren enz. enz.
Wat een schande voor een officier
van het Engelsche leger om een on
derdaan van Z. M. regeering op zulk
een wijze te behandelen. Het is waar
lijk een vergezochte list, een onduld
bare schande en slechte handelwijze,
dat een Britsch onderdaan met zijn
eigendom opgeroepen wordt voor den
dienst in de Keizerlijke troepen; dat
nadat hij zijn werk verricht heeft hij
eenvoudig ontslagen wordt en met
eigendom teruggezonden „zonder ge
leide" door de linie van den vijand,
zonder de minste zorg of het al dan
niet goed zal gaan en wat meer is met
een „wees zoo goed houder dezes te
laten passeer en enz. enz.". Dat is de
juiste opvatting omtrent de Boeren-
commando's die gedesorganiseerd
zijn^~ zwervend, bijna zonder kleeren,
te voet gaande, rooverbenden, volgens
de Jingo-pers, die geen regeering meer
hebben, die een krankzinnigen presi
dent bezitten, die door honger wel
dra tot overgave genoodzaakt zal zijn;
wier vrouwen en kinderen bij tien
tallen gevangen zijn genomen onder
het valsche voorwendsel dat zij „vluch
telingen" zijn. eD juiste opvatting. Ik
herhaal nogmaals, een officier van
het machtige, rijke Engeland vraagt
zijn vijand „de rooverbenden" „wees
zoo goed houder dezes te laten pas-
seeren enz. enz."Na rijp beraad heb
ik besloten om de bezitting van dien
man niet te vernietigen maar hem on
gehinderd te laten verder gaan, op
dat de eigenaars van die waggons geen
verlies zouden lijden. Want dat
„machtige, rijke Engeland" zit met
zijn oorlogsschuld zoo in zijn maag.
dat zo oilc die dinge nvermeldde waar
voor waarschijnlijk de Keizerlijke re
geering verantwoordelijk is, de eige
naar geen rooie duit zou ontvangen.
Foei! Foei! Machtig, rijk Engeland!
De schandelijke daden, in de laat
ste maanden sedert 12 October 1899
door u bedreven, zijn talrijk en ver
scheiden. Wat u zelf betreft, mijnheer,
wensch ik u er aan te herinneren,
dat gij reeds bij de Jameson-raidl de
hand in deze samenzwering had, en
dat de Jingoes, waartoe gij behoort,
verdienen doodgeschoten te worden en
niet de arme aangevoerde soldaten,
die bij duizenden gedood zijn. Pas op
u zelf en op de kleurlingen die tegen
ons gewapend zijn.
Uw dw. dr.
H. LAGATAN,
kommandant.
Wat meneer Boyes op dezen bijtend
sarkastischen brief antwoordde, ver
meldt het blad helaas niet.
De „Graaf Reynet Advertiser" ver
telt het volgende omu-ent een bewo
ner van Graaff Reinet, die in handen
van de „plunderaars" viel:
Mr. Addv Stewart, een ingenieur a.1- J
daar, werd verleden week gevangen
genomen door een patrouille van
Scheeper's kommando op de farm van
P. Theron, „Rondegat" en gebracht
naar het laager, dat onder bevel staat
van luitenant Liebenberg, in de wo
ning van P. de Klerk, „Langfontein".
Na voorzien te zijn van een avond
maal, een bed en, den volgenden mor
gen. van een ontbijt, werd mr. Ste
wart meegedeeld, dat luitenant Pij
per. die het bevel voerde over een an
der laager in de nabijheid, hem ver
langde te zien, in verband met de over
gave van een van zijn mannen.
Hij werd, voorzien van een eskorte
en een pas, naar Pijper's laager, gele-
Feuilleton.
Naar het Engelsch
22)
Beauregard vlijde zich in een
leunstoel neer en staarde met ge
fronste wenkbrauwen naar het pla
fond. Wratislaw, die de gewoonten
van zijn chef kende, nam een be
daard afwachtende houding aan.
Haai eens even een. atlas
die groote en zoek daarin de
kaart op van de Indische grens.
Wratislaw voldeed aan dJit ver
zoek.
De minister beschreef met zijn
wijsvinger op de kaart een cirkel.
Kijk daar die verwensch-
te straal is de plaag van mijn leven.
Ons weten strekt niet verder uit
dan tot ddarBetrouwbare inlich
tingen beginnen nas weer een paar
honderd mijl meer noordelijk. En
wat daartusschen gebeurt
Min of meer gemelijk haalde hij
zijnie schouders op.
gen op de farm „Middleplaats"" van
Du Plessis, gebracht en de rit werd
hem zoo gemakkelijk mogelijk gemaakt
Bij het opstijgen van de Cambdoo-
Ooslbergen werd zijn paard kreupel,
doch hij kreeg een ander. Toen Van
den Berg's farm. „De Rust," bereikt
was. werd hij aangehouden door rech
ter Hugo, die hem op koffie, sigaren
en fruit onthaalde doch in zeer stren
ge bewoordingen te kennen gaf dat het
daar het oorlo<* was, zeer gevaarlijk
voor hem zou zijn in de Boerenlinics
te worden aangetroffen. Mr. Stewart
verklaarde, dat hij vaak Boeren had
ontmoet en zelfs naar Pyper's laager
zou gegaan zijn met een opdracht, die
tot de overgave van een van zijn man
nen zou leiden. Toch was men hem
nooit op eenige wijze lastig gevallen;
zijn tegenwoordigheid in de Boeren-
linies waate wijten zoowel aan de Boe-
ren-patrouille en aan Pyper's wensch
om hem te spreken, als aan zijn eigen
verlangen om Pyper te ontmoeten.
De rechter verontschuldigde zich
voor zijn strenge woorden doch wees
er op dat hij niemand kon toestaan,
in het bijzonder niet aan een vreem
deling, om door de Boeren-liniën te
trekken, zij bet ook om Pyper of wie
dan ook te ontmoeten. Hij gaf te ken
nen dat er niets anders opzat, dan
dat hij terugkeerde naar de plaats
waar hij vandaan kwam. Na afscheid
te hebben genomen begaf mr. Stewart
zich met zijn escorte op de terugreis,
waarvan hij zelf verklaart, dat het
een van meest gewaagde voor ruiter
en paard was, die hij ooit ondernomen
had. tengevolge van de smalle en ge
vaarlijke wegen, die men moest vol
gen. Bij de aankomst in Liebenberg's
laager overhandigde een der ruiters
van het escorte dezen officier een
schrijven van rechter Hugo, waarin
deze meldde, dat, daar hij in deze
tijden zelfs zijn vader niet kon ver
trouwen, Stewart als een spion moest
worden beschouwd, doch dat hem
moest worden toegestaan ongehinderd
verder te trekken.
Na een conferentie deelde luitenant
Liebenberg mr. Stewart den inhoud
van den brief mede en raadde hem
aan heen te gaan, er aan toevoegende,
dat hij het paard als een geschenk van
de Boeren kon beschouwen. Hij kreeg
bovendien een ransel, dat een Britsch
krijgsgevangene was afgenomen en
een pas om ongehinderd naar Graaff
Reinet te komen.
Mr. Stewart nam weer afscheid en
vertrok uit het laager naar de stad
waar hij Dinsdagmorgen aankwam.
Hij had tal van bijzonderheden mee te
deelen over zijn avontuur, dat vijf da
gen geduurd had en bracht daarbij
grooten lof toe aan hen, die hem ge
vangen namen door hun buitengewo
ne gastvrijheid aan een Engeslch
vreemdeling bewezen.
Uit dit schrijven zien we, als we 't
nog niet wisten, dat de Engelschen op
't stuk van goede manieren en gast
vrijheid nog heel wat van die domme
Boeren kunnen leeren.
Stadsnieuws.
Hilversum's Mannenkoor te Hilver
sum zal den 9en en 10en November a.s.
mededingen in den wedstrijd, geor
ganiseerd door Haarlems Mannen-
zangvereeniging „Crescendo" bij ge
legenheid van haar 25-jarig bestaan.
Waardearing.
De heer W. Robert ontving clezler
dagen van den heer Alexis Collinet,
een van d'e Belgische juryleden hij den
zangwedstrijd te Keulen, het navolgen
de schrijven:
Liége. 11 Aoüt 1901.
Cher Monsieur Robert.
Encore sous le charme dë votre re-
marguable audition de Lundi dr. au
grand concours de Cologne, je viens
vous adresser mes ehaleureusees félici-
tations, pour le beau succès si bien
mérité, que vous venez de remporter
dans cette lutte si memorable.
Croyez, moii cher et distingue direc.:
teur, a ma vive sympathie pour vous j
et votre admirable Société.
(w.g.) ALEXIS COLLINET,
Professeur et directeur de musique.
De vertaling volgt hier:
Luik, 11 Aug. 1901.
Nog onder de bekoring van uwe
merkwaardige uitvoering op Maandag
jl. bij den groetten wedstrijd te Keulen,
kom ik tot u mijne hartelijkste geluk-
wenscheu richten met het schoone en
zoo welverdiende succe9 dat door u in
dezen zoo gedenkwaardigen kamp ver
kregen is.
Geloof, waarde en bekwame direc-
teur, aan mijne levendige sympathie
Ik heb vandaag berichten ontr
vangen uit Taghati. Het schijnt
daar in dë buurt heel onrustitr ie
zijn. De bergstammen zijn in op
stand en de Russische grens wordt
bedreigd:. Dit wordt althans be
weerd. Ik heb ook een opgave ge
kregen van dë namen dier personen
die dë onlusten begonnen zijn. De
Russische troepen trekken in groo
ten getale naar de errenzen op.
Waarom?Het lijkt wel, of de
geheelë Afghaansohe strijdmacht
een inval wil doen in het gebied
van de Amoe Darja.
Beauregard zag zijn onder-secre
taris vlak in 't gelaat én de twee
mannen lazen in elkanders oogen
denzei fdën angst.
Is er iets naders bekend' om
trent Marka? vroeg Wratislaw.
Niets bepaalds. Hij is ergens
-n de Pamirvlakte.Hii zal wel weer
't een of ander in 't schild voeren.
Dat's waar ook dat zou ik haast
vergeten. Ik ben laatst tot d'e ontr
dekking reik omen. dat onze vriend
kort geleden in Zuidwestelijk Kasj
mir is geweest. Hij heette toen Ar
thur Marker, en was die zoon van
een Duits chen graaf en een
Schotsche moeder. Je begrijpt
Hij is heel populair, zoowel bij de
voor u en voor uwe bewonderenswaar
dige vereeniging.
(w.g) ALEXIS COLLINET,
Muziekleer aar en directeur.
Geen wonde'F, dat de heer Robert
met dit schrijven bijzonder ingeno
men is.
Binnenland.
Het nieuwe Ministerie.
In de „Stemmen voor Waarheid en
Vrede" zegt dr. Bronsveld over het
nieuwe ministerie o.a. het volgende:
„Laat mij zeggen mogen, toen wij
lazen, dat dr. Kuyper levendige onder
handelingen voerde met dr. Schaepman
en andere roomsch-katholieke mannen
van gezag, ontwaarden wij in ons hart
een allersmartelijkst gevoell. En wij
weten, dat wij waarlijk niet de eenigen
geweest zijn, die met droefheid en on
gerustheid de macht over ons volk voor
een goed deel aan deze twee mannen
zagen toevertrouwd.
Het is toch een haast ongelooflijke
gebeurtenis, dat de man, die het Cal
vinisme zoo vaak heeft verheerlijkt als
het uitnemendste wat God na den Pink
sterdag aan de christenheid heeft ge
schonken, in een nauw verbond treedt
met getrouwe zonen van een kerk. die
het Calvinisme feller haat dan eenige
andere vrucht van de Reformatie.
Daar is nu in dit samentreffen en sa
menwerken, van deze twee gteboren
tegenstanders iets, dat reden geeft tot
ongerustheid. Van het achttal nieuwe
ministers zijn er drie roomsch-katho-
liek. Indien wij ons niet bedriegen,
dan is dit nog nimmer het geval ge
weest.
De roomschen hebben echter van den
beginne af dit aantal zetels voor zich
opgeëischt. Wanneer wij bedenken, dat
slechts 1/4 van het aantal Kamerleden
behoort tot de roomsche kerk, dan is
het getal roomsch-katholieke ministers
zeker niet klein.
De heer Bronsveld vraagt daarna,
wat kunnen wij nu verwachten? Al
lereerst meent hij reorganisatie van
het onderwijs, waardoor het ministe
rie zal trachten zich populair te ma
ken.
Natuurlijk zal ook een en ander
worden gedaan, dat naar het hart is
van de kiezers, die bij de laatste ver
kiezing de meeste stemmen hebben
uitgebracht. Bij meer dan één gelegen
heid, op meer dan één punt zal 't blij
ken, dat het, zelfs voor dr. Kuyper,
gemakkelijker is oppositie te voeren
dan te regeeren.
De „Standaard" heeft nu reeds zijn
lezers er op voorbereid* dat ook dit
nieuwe ministerie voor de Boereu niets
zal kunnen doen, daar het vorige Ka
binet ons de handen gebonden heeft.
Wij hebben ons op meer bekentenissen
van onvermogen voor te bereiden.
Wat wij vreezen is, dat het protes-
tantsch karakter van ons zal worden
ondermijnd en dat protestantsche be
langen niet zullen geëerbiedigd wor
den.
De roomsch-kathoüeken zullen ont
zien worden, en meer dan dat,. De kerk,
die, naar dë verklaring van dr. Kuy
per zelf, gekant is tegen de gewetens
vrijheid', zal, nu zij toenam in macht,
niet nalaten die macht te gebruiken.
De heer Bronsveld gaat voort:
Moge de zware sla- die de libera
len heeft getroffen, voor de besten n-
der hen de aanleiding wezen tot ern
stig zelf-onderzoek.
Meer dan een was te inschikkelijk
geweest voor de socialisten, en had
zijn individueel geloof te weinig doen
uitkomen in den grooten strijd dei-
geesten, waarbij 't geloof zulk een ge
wichtige factor is. Een krachtige mid
denpartij, die waakt teeen kerkelijk
drijven en socialistisch onverstand,
wordt onmisbaar.
Misschien zien wij menig vrij-anti-
revolut-ionair bij gewichtige beslissin
gen niet aan de zijde van dit clericaal
ministerie, maar vereenigd met be
zadigde liberalen het kwaad verhoe
den, dat kerkelijke hartstochten bera
men.
Kwade praktijken bij Ver-
kiezit gen.
In een huishoudelijke vergadering
van de vrijzinnige vereeniging 's-Gra-
venhage werden Dinsdagavond twee
leden geroyeerd', die zich zouden heb
ben schuldig gemaakt aan kwade
practijken bij de laatste verkiezingen.
Ze werden beschuldigd aan een ge
acht stadgenoot geld "evraagd te heb
ben om hem definitief candidaat te
stellen. Dat liep in de honderden! Deze
liet het bestuur der kiesvereeniging
toe luisteren toen de twee leden hem
inboorlingen als bij de Europeanen.
Hij ging Zuidwaart-s terug van Bar-
dur en keerde blijkbaar Noord
waarts terug door Pendjab. Te Bar-
dur liepen Logan en Thwaite hoog
met hem we*- Gribton had het
echter niet bijster op hem begre
pen. Gribton is nu op wee naar
Engeland en dus heeft onze sinjeur
d'e handen vrij.
Wratislaw beet zich op d!e onder
lip en dacht ernstig na.
't Is een lamme historiepre
velde hii. Maar wat kunnen wij
doen Moeten wij lijdelijk den ver
deren loop der dingen afwachten?
Dat zouden wij kunnen doen,
als Marka de eenige reden tot on
gerustheid was. Maar wat hebben
wij te denken van Taghati en de
mobilisatie van de Russische troe
pen? Wat ter wereld gebeurt er
toch eindeliik in dat onbekende
bergland? Weet jij hi err eenig ant
woord op te «'even?
Wratislaw schudde ontkennend
het hoofd.
Zouden wij niet iemand daar
heen kunnen sturen, opperde hij,
een oiietrofficieel persoon?
Daar heb ik ook al over ge
dacht, hernam Beauregard. Maar
waar zullen wii een geschikt
iemand vandaan halen? Ik heb al
heel wat lui vandaag in mijn geest
de revue laten passeeren maar ze
deugden er geen van allen voor.
Wratislaw tuurde strak naar de
punten van ziin laarzen.
Herinnert ge u wel. dat ik u
indertijd gesproken heb over mijn
vriend Lewie Haystoun? vroeg hij.
Ja zeker. Dat herinner ik mij
zeer goed. antwoordde Beauregard.
Hoe komt het toch, dat hij niet
gekozen is? Hij had het. dunkt mij.
bij de verkiezingen toch moeten
winnen.
Dat is het 'm juist, zeide Wra
tislaw. Als ik hem minder goed
kende, zou ik stellig zeggen', dat hij
als het ware geknipt is voor de
door ons bedoelde opdracht. Hij is
in die streek geweesthii kent daar
de manier van reizen hii is van al
lerlei dingen uitstekend op de hoog
te en verbazend knan. Maar men
kan geen staat op hem maken. Dit
kan ziin redding wezen of zün on
dergang en in 't laatste geval zou
hij natuurlijk alles in de war schop
pen.
Wat zijn d'an zijn voornaamste
fouten,vroeg Beauregard.
Dait is zoo maar niet met een
enkel woord te zeggen. Het is een
zeer ingewikkeld psychologisch
probleem. Weet u. wat ik doen zal?
Als deze zitting is afgeloopen. kan
ik best een paar dagen gemist wor
den. Ik wil er graag eens uit we
zen. Als u 't goedvindt, zal ik mijn
vriend eens omtrent deze aangele
genheid polsen. Ik ken de omstan
digheden en ik ken Lewie. Ben ik
gerechtigd hem uw boodschap over
te brengen?
WelzekerIk stel het volste
vertrouwen in je helder inzicht.
Overmorgen kom je terug, niet
waar
Ik zal maar één vergadering
misloopendat is zoo erg niet.
En je hebt mij goed begrepen?
Volkomen Ik beloof u. dat ik
hem het vuur na aan de schenen
zal leggen. Maar nu moet ik nood
zakelijk aan 't werk.
Beauregard oogde hem na. toen
hij de kamer verliet, en bleef een
minuut of wat in die1- gepeins ver
zonken. Daarop vulde hii een tele
gram-formulier in.
Ik ken die twee, mompelde
hij. Hij zal gaan. Ik kan wel vast
de noodige voorbereidende maat
regelen nemen.
Het telegram was gericht aan den
reoatriëerenden Grab-torn te Floren-
Daarom werd liet nemen van een be
sluit over de motie tot een volgende
vergadering uitgesteld.
Maandaghouders.
Maandagavond half elf, Bakker.
straat.
Uit Turfstraat klinkt luid gezang.
Verschijnt om straathoek een fiets,
waarop een slage-r, op schouders van
slager nog een slager, deze in rechter
hand zwaaiende een lantaarn. Slagers
zijn dronken; fiets doet dronken!
Rustige peddelaar komt aangereden;
geeft hoornsignaal voor dronken fiets;
dronken fiets tracht uit te wijken;
komt tegen trottoir, valt Gezang
duurt voort; geen ongelukken. Po
gingen om op te staan, gelukken; po
gingen om weer te rijden mislukken.
Nogmaals vallen, gezang verandert
in gevloek. Publiek groeit aan, be
moeit zich er mee; slager trekt jas uit
wil vechten met publiek. Andere sla
ger houdt hem tegen. Dronken slagers
gaan samen vechten; fiets valt blijft
liggen; slagers vallen, staan met moei
te op.
Fiets wordt opgenomen door iemand,
in huis gezet: „komt wol terecht, zal
morgen wel gehaald worden!"
Slagers weer goeie vrinden, zwaaien,
vallen, staan op. zwaaien gearmd, val.
len de Broerenstraat" in.
Slagers zingen; publiek lacht; poli.
tie afwezig.
Sic in de N. A. Ct.
Veenbrand
Men schrijft uit Dedemsvaart aan da
Zw. CL:
Sinds ruim 14 dagen woedt het vuur
in den veenbodem in de nabijheid der
„Hongerige Wolf', gemeente Ambt
Ommen, grenzende aan heit zuiden
van Avereest, d. i. dus in Ambt Om
men, ten noorden der Vecht. Op com-
mige plaatsen is het vut reeds meer
dan een meter diep den grond inge
drongen en dat het snelle vorderingen
maakt, ondervond o.a. de heer B.
Schölto, vervener alhier, van wion
reeds tussche® 23 24 dagwerk te vel
de staande sponturf verteerd is. Zater
dagavond trokken do heeren Scholte
en Van Haeringen, die eveneens een
gedeelte van het veld verveent met
man en macht uit om te trachten het
vuur te smoren. Gedeeltelijk slaagde
men, althans voorloopig; Zondagmor
gen steeg op verschillende plaatsen
nog rook uit den veenbodem. Ook van
Ambt Ommen uit tracht men het vuur
te blusschen. De burgemeester dier ge
meente was Zaterdag met een talrijk
korps werklieden ter plaatse aanwe
zig.
Regen, veel regen, droppels die door
dringen tot de diepte, kunnen het vuur
blusschen; ook sloten, tot op 't vaste
zand gegraven, stuiten het.
Ook de heeren Minkc alhier moeten
aan het Stieltjeskanaal een dergelijken
brand in het veen hebben.
Vlug bescheid.
Een jongmensch werpt aan het
strand plagend een ander met schelp
jes. die, ten einde de projectielen te
ontgaan, wegschuilt achter den strand
stoel eener jonge dame.
„Nu doe je net als de Engelschen;
die verschuilen zich ook steeds achter
vrouwen," verwijt hem de plager.
„Neen, ik doe als de Boeren; die
zoeken hun steun achter een aardig
kopje," is het vlug bescheid van den
ander.
Handelsr.
Onweer.
Te Roiliem-Meerssen zijn bij een
geweldig omwedër. dat daar Zon
dagavond woedde, twee huizon tot
deal grond afgebrand. Het vuur
greep zoo snel om zich, dat dë be
woners ternauwernood' tijd! hadden
zich te redden. De huizen en een
gedeelte van den inboedel waren
tegen brandschade verzekerd.
Goedkoope trouwpartij.
Te Culemborg had! Dinsdag een
zeer moderne trouwpartij plaats.
Een mr. kleermaker, de bruide
gom. wandelde mot eoruigo colle
ga's. die als getu i gen dienst moes
ten doen, naar het stadhuis en het
bruidje volgde mot haar zuster.
Toen de plechtigheid geëindigd
was gingen de heeren weer op de
zelfde wijze van het gemeentehuis,
waarna men, in een hotel een potje
biljart speelde. De jonge vrouw
zocht met haar zuster het huis op.
Eenvoudiger en goedikooper kan
hot zeker haast niet.
ce en behelsde het verzoek, of deze
over een week te Parijs in het ge
bouw der Britsche ambassade met
een zekeren mijnheer Haystoun eon
samenkomst wilde houden ter be
spreking van een particuliere aan
gelegenheid.
Den volgenden avond reed Wra
tislaw in een gehuurde dog-cart
van Gledsmuir naar Etterick. Hij
vond Lewie alleen in ziin kamer.
Hot licht was nog niet opgestoken!
Het vrool k brandend houtvuur
gaf een fantastisch schijnsel af.
Lewie begroette zijn .Tiend met
onstuimige harteldkheid. Hii duw
de hem in een grooten leunstoel,
bood hem in één adem op zijn
minst twaalf verschillende ver-
verschin-en aan en overlaadde hem
met sigaren.
O, Tommy, wat ben ik blij
met je Ik zat mij in mijn eentje
half dood te kniezen.
Ben je dan alleen? vroeg Wra
tislaw.
George logeert bimij. maar
hij is nu voor een dag of wat naar
Glenavelin om te jagen. Ik was ook
geïnviteerd maar ik had geen zin.
Hij komt morgen alweer terug.
Lewie's gezicht zag er. beschenen
door dien rossen vuurgloed, vroo-