NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
I9e Jaargang
Vrijdag 6 September 1901.
No. 5579
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd ia (kom der gemeente),
per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Ejjk, per 3 maandenL65
Afzonderlijke nummers0.02%
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden037%
de omstreken en franoo per post0.46
ADVERTENTIEN
Van 15 regels 60 Cta.; iedere regel meer 10 Ots. Bulten het Arrondissement Haarlem
is de prijs der Ad verten tien van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Oent per regel
Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt.
Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 188.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertenti
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen,
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangèr§ Q. L. DAÜBE Co. JOHN F. JONESj Succ., Parijs 31w* Faubourg Montmsxfre.
Haarlem's Dagblad van 6 Sept.
beiat o.a.:
Een „Times"-correspondent over
Kitchener's proclamatie, Bliude-
man-spel in Znid-Afrika, De Boet
gezant bij Keizer Wilhelm, Een
proclamatie., De Czaar in Frankrijk,
Kamerlid en Schoolhoofd, Onder
scheidingen.
Politiek Overzicht.
De datum waarop Kitchener':
proclamatie in werking zal treden
(15 Sept.) begdnt tie naderen. Dit
feit houdt de oorlogscorrespotndein-
ten nog altijd1 bezig. Een bericht
gever van de Times" seint aan
zijn blad, dat er scherpe schei
ding "tusschien de twee partijen der
Boeren teweeggebracht is.
Een aantal zal uit verbittering
over de proclamatie zich nu alsnog
biij de t'e velde staande burgers aan
sluiten, maar vele Boeren, die zich
aan de Eragefeohein hebben overge
geven, zullen nu ook meer openlijk
toonen dat zij. goede Engelsche om
d'erdamen willen worden.
Uit deze redemeering valt op te
maken d'at de Boeren er meer bij
zullen' winnen dlan verliezen, want
of eenige reeds afvalligen nu geheel
de zijde van den vijand kiezen, kan
hun, die blijven strijden slechts
voordeelig zijn. Zij weten dan waar
aan zich te houden.
Kitchener heeft een en ander ge
seind1 over de bewegingen der En
gelsche colonnes
G ene raai F rench rapporteert,
d'at de vijand naar het Noordoosten
de Transkei binnen trok. Kolonel
Monroe bewaakt de passen, de ko
lonels Scobell en Doran vervolgen
den vijand'. De laatste bevindt zich
ten westen van Cradock en beweegt
zich in westelijke richting naar het
Zuiden. Commandant Theron be
vindt zich in de nabijheid van
Oudltsboom en beweegt zich naar
het westen, gevolgd door kol. Ka-
vanagh. Commandant Scheepers
kwam den 2en dezer in botsing met
kolonel Montagu, doch vermeed een
treffen en keerde terug naar het
Noordien. Generaal Wyndham ver
joeg Smit uit Fraserburg Zuid
waarts, de overige troepen zijn in
d'e bergkloven verstrooid.
Ongeveer zestig Boeren' trokken
den 29 en Aug. bij Beithulii© d'e
Oranjerivier over van het Noorden
naai' het Zuidlen en voegden zich
bij een klein commando ten Zuiden
van Ladybrand, d'och overal elders
zijn d'e beide oevers der rivier vrij
van vijandien."
Laffan's agentschap meldt uit
Kaapstad
,,De invallers bedreigen nu den
Zuuuhraakpas. die Swellandam be-
heerscht. ofschoon die plaats goed
verdedigd wordt. Het is niet zeer
waarschijnlijk dat d:e Boeren een 1
poging zullen doen om d'e stad bin
nen te trekken."
Swell end'am ligt ongeveer half
weg Oudtshoom en Kaapstad, op
niet meer dan' 150 K.M. van laatst
genoemde plaats. Een. Reutertele-
gram bevestigt dat Boeren en op
standelingen het district Swellen-
dam binnengevallen zijn, en d'e
magistraat van het district Robert
son seinde dJat Scheepers en Van
der Merwe Dinsdag op eenige mij
len van Montagu getrokken zijn,
in de richting van d'e Langebergen.
(Dat steipt dus overeen met Kit
chener'! telegram.)
De Boeren waren goed bereden en
voerden losse paarden mede, maar
hadden weinig ammunitie. Kolonel
Alexander's colonne zet hen ach
terna.
Uit alles blijkt dat de Boeren
overal en nergens zijn. Men krijgt
zoo d'en indruk, d!a/t er in Zuid-Afri-
ka een blindemanspel in 't groot
gespeeld wordt, waarbij de Boeren
d'e ziende partij vormen, die den
armen blindeman ('t Engelsche le
ger), zooveel mogelijk plaagt, en
hindert, zonder evenwel zich ziel-
ven in gevaar tie brengen.
Buitenlandsch Nieuws.
Een proclamatie.
Uit Kaapstad ontving de ,,'N. R. Ct
den tekst van een proclamatie door
de regeering der Z. A. R. in overleg
met de Vrijstaatsch© machthebbenden
opgesteld';
PROCLAMATIE.
Donderdag 8 Augustus, Dankdag.
Vrijdag 9 Augustus, Verootmoediging.
Dankdag, 8 Augustus.
1. Voor groote en kleine overwinnin
gen over den vyand behaald, niet al
leen in het begin van den Oorlog, maar
zelfs gedurende de latere tyd.
2. Voor de wondervolle bewaring en
heerlyke uitredding uit de band van
onzen vyand met zijn geweldige over
macht.
3. Voor God's vaderlyke voorziening
in ons dagelykscbe behoefte aan voed
sel, kleeding, en ammunitie.
4. Voor de mislukkingen van den
vyand over ons Land in de pogingen
om het van vee en graan geheel en al
te berooven, en ons zoodoende Van
honger te doen omkomen.
5. Voor den heerlyken geest van vol
harding en moed vooral ook aan onze
vrouwen en kinderen geschonken die
zich zelfs niet door gevangen s ip en
ellende daaraan verbonden, laten ont
moedigen: in een woord voor de in
standhouding van ons als een Vo)k
gedurende een geweldigen «-trvd van
bykans twee volle jaren, waaruit dui-
delyk blijkt dat GOD geen lust aan ons
ondergang heeft, maar ons terugkeer
tot Hem en naai* ons leven verlangt.
Verootmoediging. 9 Augustus.
1. Wy willen belydenis voor den
Heer doen, dat hoewel Hy ons sedert
ons volksbestaan keer op keer verlost
heeft toen wy in benauwdheid waien
en tot Hem riepen, wy Hem nogthans
verlaten en andere goden gediend hei -
ben, en den Heere dan vragen r.in ons
Volk te verlossen, en wy willen ook
onze zonden niet alleen belylen zoo
dat het by een mond belydenis blyft,
die een gruwel is in het oog van GOD,
maar den Heere vragen om ons onze
zonden recht te leeren kennen en c-ns
gewillig te maken die te laten, zonder
rang en klassen van ons VoU, en zon
den van allerlei aard als daar zyn,
zonden niet betrekking tot ontheiliging
van den Sabbath des Heeren, dronken
schap, ongeloof, vormgodsdienst. on
trouwheid aan elkander, wapeuafleg-
ging, begeerlykheid, diefstal, kwaad
spreken met den mond, enz. enz. Doch
meer zonden zouden wy niet de namen
durven noemen, want onze zonden
zijn legionen. Laten wij als Regeering
en Volk op den dag van verootmoedi
ging en gebed den Heer ernstiglyk vra
gen en bidden om ons in staat te stel
len om voortaan in. onze Regeering en
Wetgeving altyd en uitsluitend de eer
en verheerlyking van onzen God te
bedoelen.
SCHALK W. BURGER,
Wd. President der Z. A. R.
M. T. STEYN,
President der Oranje-Vrijstaat.
CHRISTIAAN DE WET,
Commandant Generaal der O. V. S.
LOUIS BOTHA,
Commandant Generaal der Z. A. R,
J. A. SMUTS,
Staats Procureur der Z. A. R. en As
sistent Commandant Generaal der
Z. A. R.
Dit stuk is een nieuw bewijs voor
den moed en het onwrikbaar vertrou
wen der Transvaalsche en Vrijstaat-
sche autoriteiten.
Algemeen© berioïiten.
DE OORLOG IN ZUID-AFRIKA.
Een „Central Niews"-telegram uit
Durban maakt dJe opmerking, dat
die Boeren langs die Portugeesche
grens stoutmoediger zijn geworden
in dien. laatst en tijd) en ongestoord
met oonvooien heen en ween* trek
ken. Een Engelsche patrouille on
der kapiteiin Jardlyne beeft verle
den week een klein convooi aange
vallen en slaagdle er in dit te ne
men met een groot aantal paarden
en muilen,. Elf Boeren werden ge
vangen gemaakt.
De Engelsche verliezenlijst over
de maand' Aug. sommen' honderd
zeven' en' tachtig (187) plaatsen op
waar de Engelschen verliezen heb
ben geleden.
Havas verneemt uit Willowmore:
Hier loopt het gerucht diat com
mandant, Miijhumg, die met het gros
der invallers bij die oostelijke grens
niet ver van Elliot, gekampeerd
moet zijn. last gegeven heeft alle
gewapende kolonisten, die na 15
September in zijn handen vallen,
dood te schieten.
Laffan's correspondent te Kaap
stad seinde Woensdag diat kolonel
Scobell. kolonel Doran en kolonel
Kavanagh, Botha naar het district
Mortimer gedreven hadden. Bijna
alle paarden van Botha's commando
waren geheel uitgeput, een vierde
gedeelte van d8 Boeren hadden
geen paarden meer. Ongelukkiger
wijze" maakte Botha 30 paarden
buit.
De wetgevendle vergadering van
Natal is bij proclamatie, van 30
Aug. ged'agteekend, ontbonden.
August Prister, vermeld in het
rapport uit Johannesburg, over d'e
zoogenaamde samenzwering om
de kerk aldaar in de lucht te laten
vliegen welk rapport Maandag
in de zitting der vergoediings-
comimissie voorgelezen is heeft
nog eens ernstig geprotesteerd te
gen de infame beschuldiging" te
gen hem geuit, zonder dat hij ooit
gehoor heeft kunnen' krijgen. Men
beweert dat hij de drie bommen
gemaakt heeft die de ontploffing
moesten teweegbrengen. Puister zal
door bemiddeling van de Oosten-
rijkschHongaarsche regeering een
eisch tot schadelooss telling indie
nen.
Twee vreemdelingen en een rebel,
gevangen genomen te Camdeboo. wer
den te Graaff Reinet veroordeeld en
c Colenso Woensdagmorgen doodge
schoten.
CHINA.
Laffan's agentschap heeft berich
ten ontvangen die het gerucht van
moord' en vervolging der inland-
sche christenen ten zuidwesten van
Tientsin schijnen te. bevestigen.
De te Sjanghai, verschijnende
„Ostaaiat. Lioyd" meldt het volgen
de
Majoor Bauer, vroeger aan het
hoofdkwartier van graaf Walde r-
see verbanden, wilde door Main-
tsjoerije en Siberië naar Duitsch-
land t.erugkeeren. Maar de Russen,
die blijkbaar niet gesteld wanen op
zoo'n kijk-inden-pot, weigerden
hem den doortocht. Bauer is toen
naar Wladiwostok vertrokken om
verder dbor Siberië naar Europa
te reizen.
De Engelsche kolonie! Powell on
dervond een dergelijke behande
ling. maar hij stoorde zich niet aan
het verbod van de Russen en reis
de kalm verder. Toen moeten' de
Russische overheidspersonen hem
nog eens de Les gelezen hebben
het bericht uit Engelsche bron.
d'at hij als spion aangehouden zon
zijn, is echten onjuist. Powell is
tot dusver ndefc teruggekeerd', on
men is er nu nieuwsgierig naar, of
ten slotte alan den, Engelschen offi
cier vergund! zal worden, wat den
Duitsch en officier geweigerd is.
De hevelhebber der Duitsche herfst-
oefeninvsvloot deelt uit Sassritz me
de, dat de kleine kruiser ..Wacht." na
aanvaring met. het pantserschip .,Sach-
sen". ter hoogte van Arkona gezonken
is. Er zijn seen menschenlevens te be
treuren.
De Boetgezant bij Kei
zer Wilhelm.
De boete is volbracht I
De Duitsche Keizei* ontving
Woensdagmiddag te 12 uur'in het
Neue Palais te Berlijn in tegen
woordigheid van de koninklijke
prinsen, van den minister van bui-
tenlandsohe zaken, de ministers en
generaals, benevens de hooge hof
beambten, den Chiraeescheu prins
Tsjoen. Deze las een op gele zijde
geschreven brief van den keizer
van China voor.
Na de audiëntie ging prins Tsjoen
langs de inmiddels opgerukte eere
compagnie, en werd hij door een
eskadron teruggeleid naar de Oran
jerie, waar d'e Keizer hem in den
namiddag een bezoek bracht.
De ..Reichsanzeiger" meldt over 't
bezoek nog het volgende
De Keizer ontving bij de audiën
tie van prins Tsjoen van dezen een
schrijven, waarin de Keizer van
China plechtig zijn innig leedwe
zen betuigt over d'e vermoording
van den gezant Ketteler. Prins
Tsjoen hield eeni toespraak waarin
hij zei de
Na d'e oproerige bewegingen in
China in het vorige jaar besefte het
keizerlijke hof de verplichting,
door een bijzonder gezantschap de-n
Duitschen Keizer het oprecht leed
wezen over de gebeurtenissen, in
zonderheid over het voorval waar
aan de gezant Ketteter -ten1 offer is
gevallen, uiit te dlmkloen. Om alle
twijfel aan de oprechtheid van het
leed'wezen weg te nemen, bestem
de de Keizer van; China zijn naas
ten bloedverwant voor deze zen
ding. Hij, kam verzekeren d'at de
Keizer vani China volkomen
vreemd' is geweest aan de onlusten
echter heeft deze overeenkomstig
een oud gebruik de schuld d'aarvan
op zijn eigen persoon genomen. De
gezant heeft daarom in orpdiracht.
den Duitschen Keizer de innigste
gevoelens van den: Keizer van Chi
na uit te dlrukkeu, en eveneens voor
do Keizerin en de keizerlijke fam:-
lie den wenscb uit te spreken dal
des Keizer's Huis moge bloeien.. De
Keizer van Cbiina hoopt dat d'e ge
beurtenissen van het vorig jaar
slechts een. voorbijgaande troebe-
ling geweest zijn, en dat d'e volken
van Duitsch land ern Cjiina elkaar
steedfe beter zullen leeren kennen.
De Keizer antwoordde, gaarne te
willen gelooven, dab de Keizer van
China persoonlijk vreeand is ge
weest aan de misdaad van de ver
moording van Ketteler en de ver
dere gewelddadendes te zwaar
der schuld treft zijne raadslieden
en zijne regeering. Als de Keizer
van China d'e regeering in 't ver
volg streng in den geest d;er voor
schriften van het volkenrecht en de
gebruiken van beschaafde natiën
voert, zal ook de hoop des Keizers
van China vervuld word<era, dat tUs-
schen Duitschland en China weder
evenals vroeger bestendig vreed
zame en vriendschappelijke betrek
kingen heerscheni. welke aan beide;
volken en de geheele menschebjke
beschaving tot zegen strekken. Met
den' oprechten emstigen wensch
dat dit zoo zijn. moge. heet de Kef-'
zer Zijne Keizerlijke Hoogheid wel
kom.
Het door prins Tsjoen overge
brachte eigenhandig schrijven d'e©
Keizers van China luidt, d'at hij hei
tem zeerste btireurt, d!at Ketteler
zulk een verschrikkelijk uiteinde
gevonden heeft, te meer daar hem
heit gevoel van verantwoordelijk
heid pijnlijk drukt, niet in staat
geweest te zijn bijtij dis beschermen
de maatregelen te nemen. Uit eer»
gevoel van zware verantwoordelijk
heid heeft hij bevolen, een gedenk-
teeken op te richten op dJe plaaté
van den moord, als een' teekem dat
misdaden niet ongestraft mogen -
blijven. Prims Tsjoen moet voor
Zijne Majesteit verzekeren, hoezeer
gevoelens van berouw een schaduw
hebben geworpen over die stem
ming der laatste jaren, hoezeer ge
voelens van' berouw d'e ete/miming
des Keizers nog bezielen. De Duit
sche Keizer heeft uit verre gewes
ten zijn, troepen gezonden om, dien
Bokseropstand' te dempen, en vre
de te maken. Zijne Majesteit koes
tert de hoop dat de verontwaardi
ging des Duiitschen keizers weden
plaats moge hebben gemaakt voor
een vriendschappelijke gezindheid,
en dat voortaan die betrekkingen
tussohen beide Rijken nog veelzijr
diger, inniger en zegenrijker mo
gen wordeai dam tob dusver.
Fraaie woorden I
De BerlijmscWe correspondent
van de ,,N. R.. Ct." seint nog aam
zijn blad' verschilleen d'e bijzonder-
heden over de ontvangst van Prins
Tsjoen. Vóór dleze bij dleai Keizer
was geweest, naan niemand notitie
van hem doch. nauwelijks had die
prins Duibschliandl's heerschar ver
laten of de behandeling werd' go
heel anders.
In die voorvertrekken- presenteer
den de wachthebbende soldaten hefl
geweer, en al de hovelingen bogem
zich diep voor een bloedeigen broer
van den Keizer van China 1 De re
gimentsmuziek weerklonk, toen da
prins het paleis verliet, en een' heel
eskadron roode huzaren van' de
keizerlijke garde vloog naar het rij
tuig toe om als eerewacht te die
nen bij den terugrit van den prins
naar de Oranjerie.
In dem loop van den na/middag
bracht de Keizer een bezoek aan
den jongen prins en maakte eens
tochtje met hem over de meren van
de Havel. Heden zou de prins aan
de Keizerin voorgesteld' worden ecal
bij do keizerlijke familie blijven
lunchen. Tsjoen zelf had1 de be-
Feuilleton.
Het geluk van Rothenburg,
Naar het Duitsch
van
PAUL HEIJSE.
0)
Vian geld ben ik genoegzaam.' voor
zien, een koffer zal ik onderweg
koopen maar waarom ziet u mij
zoo vreemd aan, mevrouw
Waarde vriend, zeide zij heel
bedaard, weet u wel dat, als ik
niet wijzer was, u op het punt
staat een groote dwaasheid te be
gaan:, ja een misdaad' aan u zelf
en aan uw ei een levensgeluk?
Om 's Hemels wil, mevrouw
U scheen mij inderdaad te
goed voor een klein burgerlijk le
ventje aan de zijde van ©en dom
gansje, zooals ik mij uwe vrouw
voorstelde, daarom heb ik u het
lioofd: wat op hol gebracht. Ik ver
beeldde mij, een soort van roeping
te vervullen door een kunstenaars
leven te redden voor het inslapen
of zooals men het noemen wil. Ik
werd echter gruwelijk beschaamd.
Mijne vrouw zeide hij.
Spreek niet van haar, viel zij
haastig in. Weet u wel dlat u die
vrouw in het geheel niet waard
zijt? Naar die wijze waarop u over
haar sprak, verwachtte ik een goed,
braaf, onbeduidend schepsel en in
plaats daarvan het geheele be
roemde Rothenburg bezit niets zóó
merkwaardig als die kleine vrouw!
En die hebt u in d'en steek willen
laten Neem mij niet kwalijk, maar
u bent het niet waard en jk ben
niieb ijdel genoeg om er eeaae ver-
schoomende omstandigheid voor te
vinden dat het mijn persoon was,
die er 'aanleiding toe gegeven zou
hebben
Haar stem klonk hard en scherp;
hij kon hooren dat zij uit een diep
gewond gemoed kwam'.
Hij trachtte zich te herstellen en
zeide. terwijl hij hare hand greep
en zacht in de zijne drukte
Ik dank u, mevrouw, voor al
de goede en al d'e harde woorden
die u tot mij gesproken hebt. Ik
wil niet minder oprecht zijn dan
u geweest is. Ja. u hebt er mij toe
gebracht, waarlijk niet op de ge-
wotne wijze, maar door mij het uit
zicht te openen op het h oogore in
het leven en de kunst dat ik zoo
vroeg heb prijsgegeven can in be
scheiden middelmatigheid mijn ge
luk te zoeken. Ik heb het daar ook
gevonden en ben dan ook niet zoo
blind' en ondankbaar om er met
geringschatting op neer te zien.
Maar moet de roensch niet naar
het hoogere streven Vooral als hij
zich aan de kunst heeft gewijd,
moet hij zich dan met een Rothen-
burgsch geluk u zelf noemde het
zoo tevreden stellen in plaats
van het onbekende" te zoeken
Naar het hoogere streven viel
zij hem in de rede. Het onbe
kende Dank d'en Hemel dat u die
mooie woorden tot dusver niet ern
stig hebt opgevat, want het zijn
dwaallichten die naar modclerpoe
len en afgronden lokken. \VÜ i'k
u eens eene veickiedeiris vertellen
Er was eens een mooi jong meisje,
de dochter van een boer, op wie
een braaf jong merasch. gouverneur
bij den landheer, verliefd was
hij geleek wel iets op u, alleen
droeg hij haar en baard minder
schilderachtig. Hij wilde met dat
meisje trouwen en daar hij een
ajardi'g vermogen bezat, was hij een
zeer goede partijMaar het tratsche
ding streefde naar het hoogere en
had' toen needs, hoewel het nog
geen Fransch kende, neiging tot
,,la recherche de Fincomnu." En
toen kwam er een generaal op het
landgoed en vond ook het meisje
opvallend schoon en maakte haar
heb hof en vroeg haar ten slotte ten
huwelijk. Daar was nu het hoogere
waarvan zij gedroomd had en ook
het onbekende, want de groote we
reld in St. Petersburg zou zich
voor haar openen. En zij liet haar
getrouwen aanbidder in den steek
en werd' de vrouw an den generaal
eitoen zij dat hoogere van nabij
zag, was het laag en gemeen en
toen zij het onbekende leerde ken
nen was het flauwe alledaagsch-
heid. Wellicht zou haar hart niet
het, ware geluk hebben gevonden
aam de zij die van een eenvoudig
schoolmeester, maar zóó armzalig
zou zij zich niet hebben gevoeld en
ook anderen niet zoo ongelukkig ge-
maakt heb ben.De vrouw. die dwaze
vindt nergens meer rust en jaagt
door de wereld het onbekende na
of als zij weder lust gevoelt zich
zelf te misleiden, het hoogere. WUt
u wel gelooven dat zij tot nu tóe
niets zoo hoog heeft gevonden als
de stille, verstandige, warme blik
van uwe kleine vrouw, de rust in
uwe ouderwetsche woonkamer en
die gelukkige hand voor kinderen
en bloemen, die aan beide zulke
heerlijke kleuren toovert? En nu
heb ik u niets meer te zeggen. Als
u nu nog gelooft niet zalig te kun
nen worden zonder in plaats van
de oude gteenen van den Witten
toren, de oude steenen, van den
Engelsburg na te bootsen en, hoe
wel de stof voor een Rafael be
zwaarlijk bij u te vinden, is, u toch
aan het groote en verhevene te wa
gen, stijg dan met, mij in. De weg
is vrij en misschien lang genoeg
om mijne zelfverloochening weder
te doen eindigen. Als u echter ver
standig wilt zijn, stel dan uwe
kunstreis uit totdat de kinderen
oud genoeg zijn om een vierendeel-
jaars aan de hoede van vreemden
te kunnen worden overgelaten. En
neem dan uwe Ghristien onder den
arm en ga met haar de Alpen over
en ik sta er u voor in dat al is
zij dan cxjk m>a*r een, Rothen-
burgsch kind, u op de Monte Pin-
cdo gerust met haar vcor don dag
kunt komen,, altijd in de veronder
stelling diat u zelf haar niet te ge
ring schat en haar aan uw leven
en streven laat deelnemen,, want
wij vrouwen worden wat de man
nen zelf van ons makera, als de
kern ten minste goed is. Is dit niet
het geval dan worden wij wat
wij zelf uit ons maken, dikwijle
noch goed', noch gelukkig. En hier
mede bastaAdieu en mijne groe
ten aan mevrouw GhristienEn
als uw werk over Rothenburg het
licht ziet, zend het mij dan naar
Rome, aan het adres van het Russi
sche Gezantschap. Ik toeken in voor
drie exemplaren. Ik wil propagan
da maken voor het Duitsche Pom.
péji.
Zij reikte hern de hand die hij
met diep gevoel aan zijne lippen
drukte. Daarop trok zij de voile
over haar gezicht en snelde naar
den trein dié gereed stond' tot ver
trek. Toon zij in de coupé zat,
wenkte zij hem nogmaals toe.
De klefrro machine floot en lang
zaam gleed' d'e zwarte slang verder
over het blanke spoor. De vreemde
had zich in den donkersten hoek
neergedrukt en staroogde ge ruimen
tijd als een standbeeld) vcor zich
uil