Licht en Schaduw. Rubriek voor Dames. Dappere Zusjes. FEUILLETON. Snel leven snel sterven. De oorzaken van vroegtijdigen ou derdom en dood liggen, gelijk een hy giënisch blad schrijft, in de talrijke uitvindingen, waardoor de mensch zich zeiven van de zoo noodige rust berooft. De telephoor. in huis. die hem op on gelegen tijden oproept.: het eJectrisch licht, dat door zijne sterke inwerking op het netvlies van het oog, zijne her sens voortdurend in geprikkelden toe stand houdt; de spoorwagen en de slaapwagon, die hem, indien zijn be roep veel reizen noodzakelijk maakt, weken achtereen blootstelt aan aan houdend geraas en voortdurend schok ken der hersenen en van den rug: maal tijden, die wegens tijdsgebrek met on natuurlijke haast verslonden worden; alle deze oorzaken, op zich zeiven en te zamen genomen, verzwakken en ver korten tal van menschenlevens, die brj ■wijze regeling geheel anders zouden zijn verloopen. Het geraas der steden, het aanhou dend luiden en fluiten, het geschreeuw der straatkooplieden, het gerammel der tramwagens, het getier der straat jongens en van ander gespuis, dat de schrik van de straat is, al deze oorza ken werken te zaïnen om menig nuttig menschenleven vóór den natuurlijken tijd te doen eindigen. De huisvrouw der Spreuken. Eene degelijke vrouw, wie vindt haar? Hooger dan koralen is hare waar dij. Op haar vertrouwt het hart van ha ren echtgenoot; een gewin zal hij niet derven; zij doet hem goed en geen kwaad, al hare levensdagen. Zij ziet naar wol en vlas om en werkt met lustige handen. Zij is als handelsschepen: van verre haalt zij haar brood. Zij staat op, als het nog nacht is, en geeft spijs aan haar huis, voor hare dienstboden wat ieder toe komt. Zij denkt over een akker en koopt dien. Uit hetgeen hare handen verdien den. plant zij een wijngaard. Met kracht omgordt zij hare lende nen en zij stevigt liare armen. Zij bemerkt, dat hare winst ruim is, des nachts gaat haar licht niet uit. Zij slaat hare handen aan het spin rokken. hare palmen houden de spoel vast. Hare palmen strekt zij naar den be hoeftige uit, hare handen reikt zij den arme. Zij vreest de sneepw niet voor haar gezin, want geheel haar gezin is in schar laken gekleed. Spreien vervaardigt zij voor zij zich zelve. Van fijn linnen en purper is haar! gewaad. Haar man is bekend in de poorten, wanneer hij nederzit onder de oud- j sten des lands. Zij vervaardigt opperkleederen en verkoopt ze, gordels levert zij aan den hande laar. Met kracht en heerlijkheid is zij ge tooid. Zij lacht met den komenden dag. Haar mond opent zij in wijsheid, eene vrome onderrichting is op hare j tong. Zij gaat de gangen harer huisge- nooten na en eet het- brood der traagheid niet. Hare zonen treden op en noemen haar gelukkig, zoo ook haar man. en hij prijst haar: ..Vele dochters weerden zich kloek, ..maar gij gaat die alle te boven." Bedriegelijk is de bevalligheid, ijdel de schoonheid. Eene vrouw, die God vreest, moet geprezen worden. Geeft haar van de vrucht harer han den, erj dat hare werken haar prijzen in de poorten! Chineesche dandy's Om voor een echten dandy te kun nen doorgaan, moet de zoon van het Hemelsche Rijk kui»-ft bogen o*» een stamboom, die minstens duizend jaar oud is. Met een rij van voorvaderen van slechts vijf of zes m ir--a*i ?r- men hem. als hij den dam'- wilde uithan gen, onverbiddelijk als een parvenu beschouwen. In hoog aanzien 1 de wereld" staat de Chinees wanneer zijn familie reeds twee of drie dui zend jaar bestaan heeft. Door rijkdom kan men in China in een of ander opzicht wel iets bereiken, men mag zelfs een ambt koopen. maai bij de bepaling van de maatschanne- lijke nositie van een man speelt het geld geen rol. De kleeren maken den man. ook in het Rijk van het Midden- maar de ga la-kleeding van den voornamen ..John Chinaman" heeft «lechts dan eenige waarde, wanneer zii van een stamva der afkomstig is. Zeldzaam bontwerk, kunstig borduurwerk, kostbare Ooster- sche versierselen, vooral fraaie ne- phritsteenen, gaan daarom als fami lie-erfstukken van het eene 'acht op het andere over. In zijn onschatbare erfgewaden hult de Chineesche edel man zich natuurlijk alleen bij plech tige gelegenheden. Het is 7"'n beilige j plicht, al die dingen zooveel mogelijk te ontzien, ten einde ze voor zijn na komelingen te bewaren. Zelden tooit zich de gestaarte dandy met zijn sabel- of zilvervossen-bont. en zijn rijk versierde -ewaden. maar va ker draagt hij aan zi: - vinger een ne- phritring. van lichtzeegroene kleur, die misschien eenige duizenden jaren oud is. Zulk' een rir- die twee centi meter breed is en aan den duim dragen wordt, is het onmiskenbare tee- ken, dat de stamboom van zijn bezit ter tot in de grijze oudheid opklimt. Ook de lengte van de -"-rts aan de vingers is een teeken van rang. maat schappelijke pres4-'" macht en rijk dom! Een voorname Chinees laat ziin nagels groeien, totdat zi: anderhalven en niet zelden twee duim lat"-zijn. Zij buigen zich dan naar binnen om. als de klauwen van een vo'r en toonen aan. dat de ,,ho -u-ene" het niet noodig heeft zijn handen te -bruiken voor eenigen arbeid. W anneer de trotsche bezitter van zulke klauwvingers een niet al te hoo- gen maatschappeliiken rang bekleedt, bestaat zijn voornaamste uitspanning in het bezoeken van de zoogenoemde ..speelhuizen". Behoort hij tot de oud ste geslachten, dan past het hem bij voorbeeld niet zelf naar den schouw burg te gaan; in zulke gevallen mjehr. de tooneelspelers bij hem komen t n op zijn ..huistooneel" opvoeren, wat hij verlangt te zien. Volgens een ongeschreven v e" moet iedere gele aristocraat urn geoefend boogschutter, een uitsteK-md ruiter en een hartstochtelijk speler zijn. Noblesse oblige. Zoo ooi; lher. Zelfs wanneer hij in een restauratie het middagmaal gebruikt, vordert cie eti quette, dat hij met den waard of met den bediende een spelletje doet, nra uit te maken of hij voor zijn maaltijd dubbel moet betalen of dien v-mi niets krijgt. Wanneer een gestaarte, echte fat op hooge feestdagen gaat wandewo. ge huld in de Ideederen, welker versier selen reeds de vreugde van zijn bet overgrootvader uitmaakten, is hij door een stoet van dienax-en omgeven. In de linkerhand heeft hij bijna altijd een takje, waaron een klein vogeltje zit. Dezen gevederden metgezel werpt hij na elk vijftigtal passen hoog in de lucht. Het beestje fladdert eerst vroo- lijk een poosje rond. schiet dan plot seling in snelle vaart naar beneden, neemt van de lippen van ziin eebieder een zaadkorreltje weg en gaat weder op het takje zitten. En dit is de meest geliefde bezigheid van den Chinee sche n dandy. haar broeder op die vaas slaat, hooren de menschen dat als donder. Volgens de Polynesiërs wordt de regen veroor zaakt door booze sten-en. die de zon I met steenen gooien, terwijl men in Bir- mah regen meent te kunnen maken door aan een touw te trekken. Nieuw- I Caledonië bezit een geheele priester kaste van regenmakers, en ten tijde van Moffat stonden in Zuid-Afrika de regenmakfers in hooger aanzien dan de Koningen In Alaska stemmen de be woners den stormgeest tot zachtheid j door in een hol tabak voor hem neer te I leggen. In vroeger tijden maakten vele Fin nen goede zaken met het verkoopen van wind. Daartoe legden zij. na eerst hun geld ontvangen te hebben, drie tooverknoo- pen in een touw. Daarna deelden zij den verkooper mede, dat hij door den eersten knoop te ontwarren, een gun stige bries zou verkrijgen; maakte hij den tweeden knoop los, dan kwam er een stevige wind, maar na den derden knoop te hebben losgerukt zou er een hevige storm losbarsten. Heeft u met mij in een dier deer niswekkende verhalen over vrou wenkampen in Transvaal gelezen oveu* het groolsche liefdewerk, dat zekere zuster' Bakker daar verricht? Heeft u gelezen, hioe zij daar, waar bijinia gebrek is aan alles noodig voor herstellende zieken, met on- vermoeidan ijver tracht te verkrij gen wat maar e enigszins te berei ken is om haar arme patiënten het lijden wat gemakkelijker te maken; hoe zij zelfs gevraagd heeft overge plaatst te worden dïiar, waar de toestand het ellendigst was Wat al opofferingen moet zoon vrouwenleven doorgemaakt heb ben Stel u voor al die kleine ge woontes van weelde en. ijdelheid opgeven om alleen voor anderen te leven. Ja zeker, zij krijgt hare böHooming misschien, uit veel dank bare monden en oogen, maar ik bi,dl u, denik u er eens goed1 in. lederen dag waarschijnlijk precies hetzelf de, altijd weer die arme vrouwen en kinderen die men niet het tien de deel kan geven, van hetgeen voor hun' volkomen herstel noodig zou zijn. Zieken verplegen in onze gasthuizen, waar alles aanwezig is om het den zieken zoo gemakkelijk en goed mogelijk te maken is een dankbaar werk als 't gevaar ge weken is. begint de heerlijke taak van het zachtjesaan weer opkwee- keni. Geheel andiers is het daar, waar de middelen niet aanwezig zijn al spant de verpleegster zich ini van den morgen tot den avond, zij voelt, dat haar verpleegden kwijnen. Om daarbij den moed1 niet te verliezen, om dan met on- vermoeid'en ijver op haar post te blijven, daartoe heeft een vrouw heldenmoed noodig. Wat een verschil toch, ginds een vrouw, die zichzelve totaal vergeet voor anderen, niet voor een paar uur ot dagen, maar voor maanden misschien wel jaren', en hier een vrouwtje, dat zoo in zichzelve op gaat, dat zij door' 't minste' vlekje op haar japon., door een' warmen dag of een onverwachte logeé totaal haar zelfbeheersching kan verlie zen. Stel u eens voor. dat de om- Zonderlinete bijgeloovigheden. In Indië gelooven de inlanders, dat de regengod water door een zeef naar beneden giet In Peru meent men, dat j en vorstin des Hemels een vaas met j regen in de hand houdt, en wanneer j I standigheden het onmoozele vrouw- I tje eons op de. plaats van. mijn hel- dinnenfiguur had gebrachtzou zij dan ook zoo geworden zijn Het I valt moeilijk te zeggen maar zeker j is in ieder geval, dat de omstandig heden een buitengewoon groot ge wicht in de schaal leggen.en daar om moeders en andere' opvoedsters, laten wij de kinid'eren. die meisjes evengoed1 als de jongens, leeren zich ontberingen te getroosten niet alleen voor zich zelve, maar ook om anderen te helpen. Dat. kunnen zij alleen leeren door veel omgang met andere kinderen Het is soms aandoenlijk om te zien, hoe een moeder haar best doet alle kwade invloeden van hare dochter verre tl© 'houden en dat tracht te verkrijgen, door haar bij zich te houden. Zij zal juist het tegendeel bereiken haar dochter heeft alles voor zich alleen, be merkt, d'at zij geen slag heeft om met anderen om te gaan wordt on tevreden en egoïstisch en als er geen andere amstandlighedJen ko men, .een' onnut vrouwtje. Neen, alleen onder die menschen kan een vrouw evengoed als een man, d'e ondervinding opdoen, die noodig is. om van haar een waar dig mensch te maken en daarom behoeft zij niets van hare vrouwe lijkheid te verliezen. De mannen zijn; d'at tegen'woor- dig voor 't meerendteel met ons eenis en toch valt niet te ontken- mem, dat een beetje onuoozelheüd! bij de vrouw voor hen toch altijd' nog iets aantrekkelijks schijnt te hebben1. Zou dat niet aan onge woonte toe te schrijven zijn? Zij, willen uit overlevering nog altijd! in een vrouw zien: zij, die zorgt voor de kindleren, het eten en del kleeren en zich verder met niiets bemoeitmaar laten wij ze lang-1 zamerhand wennen aan de vrouw, die belang stelt in alles, wat het pu- j blieke leven aangaat, zonder haar werkzaamheden te vervvaarloozen en ik wed. d'at belde èn man èn vrouw er gelukkiger door zullen, zijm. (Naar het Engélsch). Engelsche Overwinningszuil. Ter herinnering aan het wereldberoemde feit, dat de Engelsche generaals op de Boeren weliswaar geen kanonnen,, maar zeer veel ossen hebben buitgemaakt. i Mevrouw en juffrouw Woodruff I zijn uit, mijnheer. Zij zijn voor hel tweede ontbijt naar Elston House ge- I reden." I Moncriefs gezicht betrok, 's Morgens had hij ontdekt, dat zijn vertrek uit de stad nog een paar uur uitgesteld kon worden, en ofschoon hij zijn meisje 's avonds te voren al vaarwel gezegd had, wilde hij de gelegenheid niet la ten voorbijgaan nog een laatst en blik 1 uit Betty's schitterende blauwe oogen op te vangen. Hij was vol hoop in een rijtuig gesprongen en bemerkte j nu. dat zijn Betty uit was om pleizier I I te maken, terwijl hij haar dacht te i vinden, overstelpt door verdriet. J De oude huisknecht sloeg een deel- I nemenden blik op Moncriefs neer- slachtig gelaat. Zijn liefdesgeschiede- nis was een geliefkoosd onderwerp I van gesprek in de keuken, j - - Het spijt mij zeer, Saunders, zei hij eindelijk, maar laat ik dan de klei ne meisjes nog maar eens gaan opzoe ken, voordat ik vertrek. Zijn zij thuis?" Ja, mijnheer, de jonge dames drinken thee in de studeerkamer. Tk zal haar gaan zeggen dat u er is." O. dat is niet noodig. ik zal maar naar haar toe gaan. Ik weet den weg naar de leerkamer zelf wel, Saunders." J Heel goed, mijnheer. Toen Moncrief de leerkamer open- I deed, ging er een juichkreet van de j twee kleine blonde meisjes op. Zij sprongen op van de tafel en wierpen zich uitgelaten van vreugde in zijne armen. O. beste Terrv. ga je nu toch niet I weg?" I Jawel, mijn lievelingen helaas wel. maar ik merkte, dat ik nog een paar uur tijd had en wilde Betty nog j eens zien; maar ze is niet thuis, en il kon toch niet weggaan zonder noj even naar mijn kleine meisjes te ko men kijken." - Neen. natuurlijk niet. Terry, 't h aardig, dai je gekomen bent. en je blijft theedrinken, is 't niet? Maar w.> hebben niets heel lekkers," zei Molly terwij] zij haar blik minachtend over de tafel liet gaan. ■Maar wij zullen wel iets lekkers zien te krijgen, Terry, stelde Suze vol ijver voor. Maar Terry verzekerde dat hij ge roosterd brood en koek heerlijk vond en dus zette Suze zich met groote waar digheid achter het theeblad en Molly haalde nog een kopje en schoteltje uit de kast. En waarom is Miss Matthews niet hier om een oogje op,u te houden, Sr.ze?" O, zij is naar de bruiloft van haar zuster. Is dat niet heerlijk'? Molley en ik wilden bruidsmeisjes zijn. maar Grootje werd boos eu vroeg of wij haar schande wilden aandoen." Maar nu doet liet ons plezier, want als wij bruidsmeisjes geworden waren, zouden we jou misgeloopen zijn, zei Molly, hare oogen liefdevol naar hem opslaande. Dat is zoo beste meid; mevrouw heeft ons ditmaal een grooten dienst bewezen. Maar troost je. Betty zaJ bin nen niet al te langen tijd je diensten ragen, hoop ik. De meisjes bogen met zeer belangstel lende gezichtjes voorover. En jij o'ok Terry? Natuurlijk, Molly. O, dat zal heerlijk zijn! Maar zal t niet nog heel lang duren? Ja. eerst moet ik van Jamaica terug zijn, zei de jonge man lachend. Toen keek hij met een zucht op zijn horloge. Het scheen nog zoo ver af zijn hu welijk met Betty, verder dan hij zelf soms durfde denken. Mevrouw Wood- ruf was er tegen ;reeds van het begin af had zij hem den voet dwars gezet. Zij had meer eerzuchtige plannen voor de schoone Betty. Zij kon hun niet beletten elkaar lief te hebben, maar zij weigerde haar toestemming voor een officieel engagement. Waarom ga je eigenlijk naar Ja maica, Terry? vroeg Suze angstig. Ik vind. dat je liever hier moest blijven en Betty in 't oog houden. Grootje brengt haar zulke malle dingen in "t hoofd. Betty doet tegenwoordig niets dan toilet maken, dansen en uitgaan. Ze is heelemaal niet meer onze oude Betty. Ik wou, dat ik kon blijven, lieve Suze, maar mijn «zaken in Jamaica zijn verwaarloosd en ik moet er nood zakelijk heen, om zc weer in orde te brengen. Maar het kan ook zijn, dat ik misleid ben en werkelijk rijker, dan ik dacht. O. Terry, dat hoop ik! Grootje zou er niets tegen hebben, als je rij ker was, denk je ook niet? En het kost een akeligen hoop geld om tegenwoor dig Betty's toilet in orde te houden. Maar het hindert niet, al kom je terug zoo arm als Job, zei Molly, wij zullen toch evenveel van je houden. Ja. dat spreekt van zelf. zei Suze deftig: je hoeft Terry geen dingen te vertellen, die hij zelf wel weet. Ik vrees, dat je Grootmama mij in dat geval in ernst de deur zou wij zen, zei Terry somber. Zeg eens, waarom ging Betty naar Elston House? Zij had geheel geen lust om te gaan. zei Suze. maar je kent Grootjes manieren: als zij beveelt, moeten wij blindelings gehoorzamen. En Betty was zeer verdrietig, want haar neus en oogen waren zoo rood als iets van het schreien over je heengaan, weet je. Mijn arme, lieve engel, zei Mon crief teeder. En Grootje was zoo stijf als een hark. zei Molly verdrietig. Weet je wat ik denk? zei Suze met haar kin in haar hand ernstig de ta fel overziende. Grootje wil dien ouden Lord Elston inpakken, ging zij voort, nadrukkelijk haar wijze hoofdje knik kende. O. je hoeft niet te lachen; ik Schetsen va,n DEKA. Gouden bruiloft. Nog altijd woonden zij in het oude huis aan de vracht, waar hij haar een maal als jong vrouwtje zoo blij en trotsch binnenvoerde. Veel herinne ringen zaten daaraan vast, souvenirs aan blijde en droeve uren De laatste zouden op dezen dag wel de overhand hebben daarom had de familie, de feestelijke, goedhartige familie, vast gesteld dat zij het dafir niet zouden vieren. Neen. ze moesten maar in Gel derland komen, waar z ij van af kwam. en de meeste familie nog woon de. In den gezelligen kring zou hun een genoegelijk, aardig dagje worden bereid men zou hun geen gelegen heid geven te denken aan dat ééne da twas te droevig. Er was nu eenmaal niets aan te doen. dus ze moesten er overheen worden gebracht. Een jolig troepje neven en nichten kwam ze den vorigen dag in optocht halen; allen met den wil om opgewekt te zijn. Wat sloofden zij zich uit voi r het gouden echtpaar bruigom n bruidje noemden zij ze plagend. 3a zoo werden ze oolc al dadelijk behan deld. Er was een bouquet meegebracht, en niemand mocht op straffe van boete oom of tante zeggen: bruid en bruigom was het parool. Glimlachend lieten de oude luïdjes met zich doen. Ze werden des morgens heel zorgvuldig in een mooi rijtuig ge pakt door bruidsjonkers en bruidmeis jes. en met alle mogelijke eerbewijzen in de gereserveerde coupé geïnstalleerd. ,,Of ze er ook prijs op stelden alleen ie reizen, daar hielden de jongelui anders zoo van?" vroeg een schalksch nichtje. Vriendelijk schudde bij het grijze hoofd, en zij lachte weemoedig. Zóó was het wèl geweest! De reis verliep onder veel jokkernij Men presenteerde bruidsuiker, hield hij voorbaat toespraken, zong een lied je zooals dat te doen gebruikelijk is, wanneer het nog in den groenen tijd is. En ze moesten wèt ->asse- of zc werden erg geplaagd. Geen uiting van liefde of zorgvuldigheid of ze werd met een storm van toejuichingen begroet. Lang leven Bruidegom en Bruid! Dat was me nog eens een vrooli.jke gouden bruiloft! Eerst hij de aankomst op het station, later bij de in trede in dc Versierde café-zaal. De feestvreugde schaterde langs de wan den, het was een rumoer, een geklink van alle kanten. Hoerah. hoerah daar gaan zij. en nog eens en no~ eens. liet „Lan- zullen ze leven. Lang zul len ze leven!", of: 7.e leven hoog. ze leven hoog!" was niet van de lucht, 't Eene liedje was nog niet uit of het andere werd alweer met onstuimigheid aangeheven. De lunch was er eer je het wist. Daar zat gang in het feestic en 't moest ook: je moest de oude luid- jes geen tijd tot denken laten 't Was een moeielijke dag voor hen. en hoe vlugger en vroolijker zij er door heen kwamen hoe beter! Maar tegen den avond werden dr I dwang en de drang wat getemperd. I 't Jonge volkje begon wat om zichzelf I te denken, druk door het zingen en pra ten. van zoeten wijn en feestmaaltiid. die ook al geweest was Van avond zou het. voorstelling zijn: er was een com pleet rufé-chaiTtant georganiseerd. Maar Oom en Tante moesten hun even vrijheid laten om zich wat te ontspan nen. Die vonden het goed, en weg danste de jonkheid het -oene veld over en het bosch in. 't. Laatst zag je de witte zomertoiletjes van de meisjes; nog even hoorde je gezang, crelach; toen werd het stil, en werd de avond van den drukken dag door niets meer verstoord. Dicht hij elkaar zaten zij op de wa randa voor de uitspanning, rustend in de neten fauteuils. Zij had de handen in den schoot gevouwen, en de dui meri speelden moe en mat nop zoo'a beetje krijgertje. Hij had het eene been slap over het andere hangen; en nu en dan maakte de voet een maatb we ging. als hij dacht aan de wijsjïs van daar net. In gedachten keken ze voor zich, naar het landschap, waar kaïm en vredig de schemering begon te ko men, en de nachtwind ruischte dooi de boombladeren. Toen zei hij op m-w als had hij er tevoren niet haar over gesproken: ..Och, je moet maar denken: Zc mee- nen het wel goed. maar ze kunnen niet begrijpen wat ons dit kost!" En toen dadelijk daarop: ,'t Was vandaag haar sterfdag, moe!" Ze knikte treir en een traan rolde zacht langs liet. blozend-oude gezicht. ,,Dat weet ik wel. pa.: en het doet me vooral zoo'n pijn; omdat ik ..Omdat gij vroeg hij verwon derd, haast verschrikt. ..Och ik vrees dat onze Nora niet zoo veel van mij gehouden heeft, als een kind van haar moeder kan houden. Ik was te streng voor haar!" ..Kind," zeide hij. en nu vooral tril de in zijn dorre stem rif oude klank van vroeger, kind dat moet- je niet zeggen; je doet je zelf en mii pijn!" ..Maar ik heb het al zoo lang ge dacht, En op een dag als deze komt het je onwillekeurig voor den geest." ..Als je haar hebt geleid met vaste hand, moe, dan heb je dat gedaan om haar bestwil het was bovendièn een tegenwicht voor mijn verwennen. Ik zag wel eens wat veel door d vingers, j maar liet was ook mijn het was ook i onze eehigste." V i oeg gestorven kinderen worden voor de ouders nooit groot. Ook voor hen niet. Voor zich zagen zij nog altijd een lief, klein meisje; een kindje niït glanzende krullen en lieve ooa-ies. een teer. fijn figuurtje dat trippelde door de ruime kamers van het, groote huis daar aan de gracht, waar vandaag vóór 50 jaar geruisch van zijde en bloemengeur was geweest. En dat kindje was hun nu ontnomen. Goddank, moe. dat ik jou heb mo gen behouden!" zei hij opeens geroerd in de volheid zijns harten en opstaan de kuste hij haar lang en innig op den mond, zooals een bruigom zijn bruidje kust. Maar schielijk, als werden ze op een kwaad betrapt, maakten zij de han den los, die elkaar zoo vast omklemd hielden; want 'heel de luidruchtige troep was zachtjes naderbij geslopen, en met nog grooter lawaai dan te vo ren, klonk het in uitbundigheid: ..Lang zullen ze leven. In de Gloria!" Toen ging het hossend, met 't grijze paar in het midden, naar de feestzaal terug, waar de stoelen al ^ereed ston den voor de avondvoorstelling.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 6