Zou dit het einde zijn 7 Aldus vraagt president Kruger zich mismoedig af. na de tallooze brieven te hebben doorgelezen, in welke hem deelneming wordt betuigd met het ovrlijden zijner echtgenoote en van ve len zijner familieleden. Maar de gebeurtenissen der laatste weken in Zuid-Afrika geven een ont kennend antwoord op deze vraag. Neen, dit was het einde niet. Het einde zal niet komen, zoolang er één Boer nog de wapenen kan voeren. denk zeker, dat zij met hem trouwen wil. Terry hielp op met lachen en keek plotseling ernstig. Kon het ook zijn, dat mevrouw Woodruff Lord Elston een geschikten echtgenoot vond voor Betty? Die oude man! Zijn hart stond stil bij die ge dachte. Hij twijfelde niet aan Betty's trouw, maar hij kende maar al te goed de eerzuchtige plannen en halsstar righeid van de koppige oude vrouw, in wier handen hij zijn schat achterliet. Maar het was nu geen tijd daarover te suffen; hij keek op zijn horloge, sprong haastig op en zei. dat hij weg moest. Molly barstte in tranen uit en Suze's gezicht werd zoo bleek, dat Terry voel de dat hij zelfzuchtig geweest was met nog eens naar haar toe te gaan. Zij hingen aan hem en volgden hem naar de gang voor een laatsten kus, een laatste omhelzing. Toen hij zich had losgemaakt uit hare armen, keek hij om naar Suze's opgewonden ge zichtje. Suze^ zei hij, wees lief vóór Betty. Ja. 'ferry. Doe haar mijn groeten. Suze knikte. En laat haar mij niet vergeten, Suze! Neen. zeker niet, Terry, beste Terry. Suze's mond beefde en nu sprongen de tranen ook in hare schitterende oogen, en Terry sprong de stoep af zonder een woord meer te spreken, want Suze's met tranen gevulde oogen geleken te veel op die van Betty, om op dit oogenblik kalm gezien te kun nen worden. Toen het vermoeden in Terry's geest opkwam, dat het niet zoo heel onwaar schijnlijk was, dat mevrouw Woodruff met hare wereldsehe plannen het doel had den ouden, rijken edelman als echtgenoot voor Betty in te palmen, was hij dichter bij de waarheid ge weest dan hij wel dacht. Dit plan was al sinds eenigen tijd in haar geest rijp geworden, en nauwelijks was de arme Terry vertrokken, of zij deed haar best hem uit Betty's hart te verdrijven. Zij ging zeer diplomatisch te werk. Eenige dagen liet zij Betty aan zich zelf over, en Betty treurde behoorlijk over haar afwezigen beminde en zocht het liefst Miss Matthews kwijt te raken om de kleine meisjes voor zich alleen te hebben en met zulke sympathieke toehoorsters over Terry te spreken. Maar daarna hield mevrouw Wood ruff haar van 's morgens vroeg tot 's avonds laat met schitterende feesten bezig, zoodat ze geen tijd voor haal ver dri et had, en Betty was jong, t was het eerste jaar. dat zij ..uitging", en haar meer dan gewone schoonheid bezorgde haar een onderscheiding die het hoofd van wijzere en oudere vrouwen zou in de war gemaakt heb ben. En overal, waar Betty kwam. ont moette zij Lord Elston. Hij bewon derde ongetwijfeld het mooie, frissche meisje en mevrouw Woodruff deed* al [haar best om zijn bewondering nog te verhoogen en moedigde hem aan met diplomatische handigheid. Betty behandelde den ouden man met een vroolijken eerbied, zooals zij met haar vader of een oom zou heb ben omgegaan. En toen hij haar eindelijk een def tig huwelijksaanzoek deed. schrikte zij en wees hem eerst trotsch af. Maar nu kwam mevrouw Woodruff tusschen. beide en bracht Betty spoedig tot on derwerping. De hooghartige oude vrouw speelde op. dreigde, beval.. En ten laatste gaf Betty met een bloedend hart toe. Toen het engagement bekend werd, waren de twee kleine meisjes als dooi den bliksem getroffen, Zij weigerden ronduit het te gelooven. Zij kwamen op voor Terry's recht, waren boos en deden verwijten Molly in tranen. Suze met schitterende oogen. En toen zij ten laatste volhielden, dat Lord Elston niet Betty, maar Grootje zou bedoeld hebben, werd mevrouw Wood ruff woedend en zond haar weg naar de leerkamer. Maar toen Betty zich 'savonds voor een diner zat te kleeden, stoof Suze met een vastberaden gezicht de kamer Betty zat voor een spiegel en knoopte lusteloos haar handschoen dicht. De frissche kleur van hare wangen, een van haar grootste be koorlijkheden, was verdwenen. Het satijn van haar kleed was niet witter dan haar huid. En, over die sneeuw witte hals en borst hingen paarlen, die eene koningin zouden doen water tanden. het verlovingsgeschenk van Lord Elston. Suze wees verachtelijk op de paar len en zei: Betty, ga je daarom trouwen met dien ouden man? Suze! riep Betty opspringend, en een bloedroode kleur overdekte haar gelaat. Zij fronste het voorhoofd bo ven het gebogen hoofd van haar ka menier. die geknield lag om h_aar sleep te schikken. Suze klemde hare lippen op elkaar en wachtte, tot het meisje de kamer had verlaten, en zei toen heftig: Breek je je woord aan Terry, om dat hij je zulke dingen niet geven kan? Suze-lief, je weet niet wat je zegt. Dat weet ik heel goed. vervolgde Suze. je gedraagt je verschrikkelijk. Je gaat met dien leelijken ouden man trouwen, omdat hij rijker is dan Ter ry. O, neen, neen, Suze, zeg dat niet. Maar ik wil en ik moet spreken Betty, het kan me niet schelen of Grootje boos wordt. Je kunt hem niet liefhebben, hij is wel zoo oud als Grootje. Het is alleen, omdat hij rijk is. O, Betty, wat moeten we tegen Terry zeggen, als hij terugkomt? Suze, stil! Betty boog het hoofd en bedekte het geldat met hare han den. Maak mijn ellende niet nog grooter. Suze's strakke gezichtje werd zach ter. Betty, je kunt 't niet doen, hé, je kunt niet. Je kunt niet zoo wreed te gen Terry zijn. die zooveel van je houdt. Bedank Lord Elston. Betty. Zeg hem. dat je Terry niet ontrouw kunt zijn. Suze, ik kan niet. 't is te laat. Dan houd je niet van Terry. Je hebt hem voorgelogen. Suze! zei Betty streng, terwijl hare oogen even met den ouden glans schitterden, staat Miss Matthews toe. zulke uitdrukkingen te gebruiken? "t Kan me niets schelen, wat Miss i Matthews toestaat en wat niet. Ik zal j 't nog eens zeggen, Betty. Je hebt Ter ry voorgelogen. Suze, je vergeet je. Heb je Terry lief? Je bent niet geroepen, mij zoo te i bestraffen. Ga terug naar de leer kamer. Ik zal gaan. maar ik schaam mij j over jou en over Grootje. Ik vind je heelemaal niet- lief en 't beste zal zijn, dat Terry je zoo gauw mogelijk ver- geet. Suze ging heen en sloeg de deur nij dig dicht, maar bijna oogenblikkelijk I kwam ze weer terug en sloeg hare ar- j men om Betty's hals. I Oh. Betty, ik ben slecht tegen je. I zei zij berouwvol. Maar alles is ook zoo naar. Beste Betty, je hebt Terry lief, is 't niet? Grootje dwingt je om met dien man te trouwen. Maar juist hoorden zij mevrouw Woodruff Betty" roepen en Bettv sprong op en hief haar hoofd van Su ze's vriendelijken schouder. Ga heen, beste- zei Betty haastig, maak het mij niet moeilijker, lieve Suze. En Suze ging met een terneergesla gen gezicht gehoorzaam de kamer uit. De meisjes bepraatten het onderwerp nog eens, toen zij bezig waren zich voor de les voor te bereiden. Zij heeft hem lief,zie je." merkte Suze treurig op, dit is alleen het werk van Grootje. Als Grootje zooveel met Lord Els ton op heeft, waarom trouwt ze dan niet zelf met hem? vroeg Molly ver strooid. Suze trok hare schouders op. Ik weet zeker, dat zij wel zou willen. Eén ding is zeker, voegde zij er bij, ik wil niets met hem te maken hebben." Ik evenmin, zei Molly beslist- Maar zij zouden binnen een paar da gen iets met hem te maken hebben. Want na twee of drie pogingen om de twee beleefde, maar uiterst koele jonge dames, die zijn meisje zusters noem de, te verzoenen, noodigde Lord Elston haar ppide lunch. Mevrouw Woodruff voorkwam de koppige weigering, die zij in den re- bellischen blik van hare kleindochters zag naderen en nam de invitatie voor haar aan Zij zullen heel graag komen en Miss Matthews zal met haar meeko men, waarde Lord Elston. Hoe vrien delijk van u, u niet die kleintjes te bemoeien. Neen. neen. die Miss Matthews kunen we wel missen, zei de oude Lord gemelijk, we zullen wel huishouden zonder die gouvernante, hé Suusje? Suze liet een stijf glimlachje over hare lippen glijden. Zij haatte dien naam: ..Suusje Molly keek volkomen onverschillig. Mevrouw Woodruff had haar wel willen schudden voor de kille manier, waarop zij de invitatie aannamen. Maar zij zeide niets. want de herinnering aan den woor denvloed. dien zij bij een vorige ge-; legenheid gekregen had. dat zij de kinderen in het bijzijn van vreemden I bestrafte, deed haar nog huiveren. De tegenwerpingen van de meisjes waren tevergeefs. Mevrouw Woodruffs wil was wet, en zij reden met knorrige gezichtjes, die niet veel goeds voor het succes van de visite voorspelden, naar Elston House. Na de lunch bracht Lord Elston haar naar zijn bibliotheek en haalde uit een kastje twee marokijn-lederen etui's. Ik wilde je beiden een kleine her innering aan mijn engagement met je zuster geven, zeide hij; ik vroeg haar hulp bij het uitkiezen daarvan, maar zij wilde mij geen raad geven; maar toch hoop ik, dat dit je bevallen zal. Hij opende de étui's en nam uit elk een klein, maar keurig gouden horlo ge. Achter op het eene stond ..Molly" in robijnen en het andere droeg het woord „Suzé" in saffieren. Hé, zei Molly, er met groote oogen op starende. Toen werd ze vuurrood, sloeg hare handen op haar rug en wendde haar oogen van het verblin dende cadeau af. Suze keek vol moed recht in de oogen van haar gastheer en schoof haar horloge zachtjes naar hem te rug. Neen, ik dank u. zei zij beleefd. Hij trok met cynische verbazing zijn wenkbrauwen op. Geef je niet om zulke dingen? j O, ja, zeer veel, maar. maar we kunnen het niet aannemen; dank u. j Kom, er is wei een reden voor die weigering, denk ik. Zou je grootmama 't niet goedvinden, denk je? Ik verzeker 1 je," zei hij nadrukkelijk, dat zij niets tegen een cadeau van mij zal hebben. 't Is niet om Grootmoeder, zei Suze dapper, 't is om ons zelf. Als wij ze aannamen, zouden we niet eerlijk te-j genover Terry zijn. Dat begrijp ik niet. Zeg eens, wie j is Terry?" Mijnheer Moncrief. O! Lord Elston zette zijn lorgnet op om de twee ernstige gezichtjes vóór hem 1 beter te kunnen bestudeeren. De jonge Moncrief, die naar Ja- i maica gegaan is, is 't niet? Ik zie niet goed in, wat Moncrief met mijn ca- I deau's aan jelui te maken heeft. Kom, zei hij, zich tot Molly wendende, neem je horloge maar op. mijn kind. Maar Molly schudde het hoofd en hare oogen vulden zich met tranen van ergernis. Het was een harde strijd het horloge te weigeren .maar de trouw aan Terry behield de over- hand. Lord Elston was ten einde raad. Op mijn woord, jelui zijt een paar eigenaardige meisjes! Wil je zoo goed zijn eenige uitlegging van de zaak te geven, Suze?" We willen volstrekt niet brutaal zijn, zei Suze wanhopig, en we zou den gaarne de horloges aannemen, als u niet met Betty ging trouwen 't zou ons niet kunnen schelen, als u met Grootmoeder trouwde. Wel zoo, zei de Lord met een sa- j tirieken trek om zijn mond. Hij amu- j seerde zich werkelijk best. Hij leunde achterover in zijn stoel en trok met zijne fijne aristocratische vingers aan de gepommadeerde punt van zijn grij ze snor en glimlachte mei halfgesloten oogen tegen de meisjes. We hebben Terry ons heele leven I gekend, ziet u, zei Suze dapper, tn hij heelt Betty altijd liefgehad en zij waren geëngageerd, maar Grootje Wacht eens, zei de oude Lord ge biedend, met een wantrouwenden blik in zijne oogen. Ik begrijp je niet pre cies. Je zuster is nooit met Moncrief geëngageerd geweest. Het was zoo goed als een engage-1 ment. hield Suze vol. Betty beloofde niet hem te zullen trouwen, maar Grootje wou er in Betty's eerste season niet van hooren. Maar Terry houdt van Betty en Betty van Terry. Zij schreide dagen lang. toen Ter- ry wegging," voegde Molly er bij. Nu begrijp ik het, zei Lord Elston koeltjes. Toen vervolgde hij met een ironisch lachje: en nu je zuster na rij per beraad aan een ander de voor keur geeft, wilt jelui, kleine meisjes, den nieuwen uitverkorene toch nog den voet dwars zetten. Maar zij geeft u niet de voorkeur, zei Suze ongeduldig,^ zonder in haar woede over de brutaliteit van hare woorden te denken. Als zij het meest van u hield, zou "t heel wat anders zijn :maar zij houdt het meest van Terry. Grootmoeder dwong haar Ter ry te verzaken en u te beloven met u te trouwen. Is dflt de quaestie. zei Lord Els ton knorrig. Uw vriend Moncrief is gelukkig in zijne verdedigers: maar je zuster zal ons niet dankbaar zijn voor deze vrije bespreking van haar zaken. Hij zat een paar minuten rustig met een ivoren papiersnijder te spelen en staarde de kinderen met een zonder linge flikkering in zijne halfgesloten oogen aan. Hij bewonderde de jeug dige lieftalligheid van Betty Woodruff, maar hij zag volkomen de nadeelen in van een huwelijk met een meisje, wier hart aan een ander toebehoorde. Mevrouw Woodruff had hem bedro gen. Zij had hein aangehaald en ge vleid, en ofschoon hij die vleierij door zien had .had hij geloofd, dat Betty's hart vrij was. Het denkbeeld een vroolijke, jonge vrouw in huis te hebben, had hem toe gelachen. Het zou zijn roem nog ver hoogd hebben, als hij aan zijn oud. voorvaderlijk huis een beminnelijker meesteres gaf. dan men er ooit gekend had. Maar moest hij zijne laatste le- vensjaren vergallen door zich te ver- binden met een meisje, dat hem zou gaan haten en verkwijnen in haar slavernij ?Hij sloot zijne oogen bij deze vreeselijke gedachte. Als wat deze kin deren zeiden, waar was, en hieraan 1 twijfelde hij niet. moest hij haar dank baar zijn voor de manier .waarop zij hem de oogen geopend hadden. Hij wist wat hem te doen stond en zou afrekenen met die oude dame. Hij slim lachte hoosaardig bij de gedachte aan i hare verslagenheid. Suze verbrak op angstigen toon zijne I overpeinzingen. Lord Elston. u moet niet boos zijn op onze Betty. Zij kan 't niet helpen, dat ze meer j van Terrv houdt, ziet u, pleitte Molly. Neen, zei de Lord levendig. Dat kan ze zeker niet. Molly. Daarop legde hij zijn hand op Su ze's hoofd, die eenigszins bevende fijne hand, versierd met een kostbare camée, en zei: Ik ben geheel niet boos Suze, en ik beloof je, dat Betty niets tegen haar eigen wil zal doen. God zegen u, riep Molly vurig. En Suze bekroonde deze uitspraak met een daad. die haar en Molly bijna even veel verbaasde als Lord Elston. Zij sloeg hare armen om zijn hals en kuste hem zoo hartelijk, alsof hij haar eigen Terry geweest was. En Lord Elston trouwde niet niet Betty. Hij gaf haar haar woord te rug en tot groote vreugde van hare zusjes werd zij weer geheel de oude Betty. Mevrouw Woodruff speelde gewel dig op. maar tevergeefs. Zij kon Lord Elston toch niet dwingen met Betty te trouwen en een paar ernstige woorden van hem brachten haar eindelijk tot stilzwijgen. Zij droeg de terugkomst van Moncrief met gelatenheid en zijne betere vooruitzichten en het stralende geluk van het jonge paar verzoenden haar eindelijk met haar nederlaag. Op den morgen van Betty's trouw dag kwamen, met een prachtig cadeau voor de bruid van Lord Elston. voor Suze en Molly de twee kleine horloges, die zij dadelijk herkenden. Maar nie mand dan zij begrepen de weinige woorden van den Lord, die er bij wa ren. Zij luidden: ..Voor de advocaten van Moncrief." De Bedelares. Naar het Zweedsch van A V G U ST BL A N C H E.g Eens op een dag was ik zoo verdiept in mijn schrijfwerk, waaraan ik. als predikant, natuurlijk nooit gebrek had. dat ik het niet eens bemerkte, toen de deur werd geopend en er iemand in mijne studeerkamer trad. Maar opeens hoorde ik eene zeer zwakke stem zeg gen: Ik ben zoo arm. zoo arm. zoo arm! Ja, moedertje, dat zijt gij maar 1 wat wil je vandaag?" ito ik zonder I mijne oogen ook maar een oogenblik van mijn werk op te slaan, want ik' had die stern dadelijk herkend. Ik had' haar bijna dagelijks gehoord, sedert j ik als predikant in deze wijk was ge komen, en mijne voorgangers van ja ren her hadden diezelfde stem ook al herhaaldelijk gehoord. Die stem kwam van een c "e- brekkig vrouwtje, dat reeds vele jaren achtereen rondstrompelde en bedelde in Stockholm's straten. Ik heb gehoord, ging de stem voort, dat de Koning liout voor de ar men heeft gegeven, en ik kn'R toch zeker zooals gewoonlijk mijne blokjes, want ik ben zoo arm, zoo arm, zoo arm! Ik nam een houtkaartje van de ta fel, maar toen ik zag dat de oude j vrouw, uitgeput van vermoeienis, op! een stoel bij de deur was neergezonken, stond ik op om haar het kaartje te ge-' ven. Vergeef het mij. dat ik ben gaan j zitten, goede dominee, steunde zij. j maar vandaag heb ik onder den last van minstens honderd jaren geza- >>uu. Ten eerste mijne werkelijke '0 jaren en daarbij nog op den koop toe d-rtiu. die daar in dien zak liggen." Ik bemerkte nu een grooten zak. die, voor haar op den grond stond en dien zij nog steeds met hare handen va.-' hield. ,,En wal heb je in dien zak?" moc ik verder, ten zeerste verbaasd, dat u. kreupele vrouw zulk een vracht uad kunnen dragen. Vijf duizend rijksdaalders. t woordde het oudje. Deze som heb ik, gedurende 30 jaren overgesp nird v.n het geld. dat ik met bedelen ophu'aide; want vele kleintjes maken een groeten en het is juist vandaag 30 jaar gele- den. dat ik oven-eden en voor mijn go- heele leven ongelukkig werd. Men kan zich mijne verbu/.ng vi ni stellen. toen ik in den zak. lien het vrouwtje voor mij opende, werkelijk eene menigte oude. maar nog waar de hebbende munten ontd.A Ik beschouwde zoowel den zak a diens eigenares, zonder i:r de 'eente oogenblikken een woord t" kunnen uiten, zoo verbluft was ik. Tot nu toe had ik genteen 1 lat men even goed goud uit een berkorstani zou kunnen persen, als een enkelen rijksdaalder vinden hij Lisa t r-- n of ..Arme Lise". onder welken t.Hnni zij meest hekend stond. Je hebt vijf duizend rijksdaalders? Een heel vermogen! zeide ik eiadeUjl;. En toch ga je bedelen en komt mij om een houtkaartje vragen, waaraan een! ander veel meer behoefte heeft dan jij? Och. neen. dominee, ik ben arm, zoo arm, zoo arm! begon zij t og' eens op denzelfden toon. Om di. geld hier geef ik niets meer: ik ben h-er vandaag alleen gekomen, dominee, om u te verzoeken, maar zonder mi'nl naam te noemen, deze »»eheele som aan twee personen te schenken, die ik wr-nsch gelukkig te maken. F» zij verdienen het te worden Eerst had ik gedacht om het geld onder verschei dene personen te verdeelen. maar dan was het voor ieder zoo weinig geweest, dat zij er niet veel nut van zouden heb ben. Het is beter om één flink gebouw te doen verrijzen dan eenige duizen den kaartenhuisje^ die nergens an ders voor dienen dan om het oog slechts voor een oogenblik te boeien. En wie zijn nu toch wel die twee gelukkigen'? vroeg ik. nadat ik tever geefs getracht had de zonderlinge vrouw te bewegen het kapitaal liever voor haar eigen onderhoud op rente te zetten. De eene is juffrouw Lotta Ask, die een koekwinkeltje in de Frederikstraat heeft, antwoordde het oudje. Zij woont daar nu meer dan tien jaar en heeft steeds eerlijk en vlijtig in haar onder houd voorzien, en-ofschoon zelve arm. is zij dagelijks zoo goed voor andere armen geweest. Nooit ging ik huur winkeltje voorbij, of zij gaf mij e- n stukje brood of eenige koekjes. schoon ik haar nooit iets vroeg. Foor- al de wintermaanden zijn bitter haid voor haar in het winkeltje, maar af schoot! hare handen en voeten dan versteend van koude zii - klopt haar hart nog even warm en goed. Zij is werkelijk een goed mensch, dominee. Nu, en de tweede? Is een arme kleerenntaker. die op no. 20 in de Groote Badhuisstraat woont; hij heet Erik Holm en is een zeer werkzaam man, maar die het nooit ver zal brengen in de wereld, daar hij niets bezit om mee te begin-' nen en bovendien nog eenige arme bloedverwanten heeft om voort te hel pen. Hem heb ik evenmin ooit om een aalmoes gevraagd, maar telkens wan neer ik langs z:'n venster kwant, heeft hij mij binnen geroepen en mij een lap goed gegeven en o-- die wijze krees ik eene menigte lappen. Ik naaide die aan elkander en ze beschutten mij te gen de winterkoude. Overigens is hij altijd vroolijk en opgeruimd en maakt mij. oude vrouw, aan liet lachen, al ben ik ook nog zoo pijnlijk. Dat is ook zoo n goed mensch, dominee!" En onder deze twee moet de som gelijkelijk verdeeld worden? Neen. zij moeten haar gemeen schappelijk hebben, want zij zullen haar eerst dan krijgen, wanneer i\j te zamen willen trouwen. Ik ben verze kerd, dat het een gelukkige echt zal worden, en dan rust o»k Gods zege op het, geld. Ik sprak nog een geruimen tijd met de oude vrouw over deze zaak, maar toen ik bemerkte, dat ik haar onmo gelijk van besluit kon doen veranderen, ledigde ik den zak en telde in hare te genwoordigheid den inhoud, die pre cies" met hare opgave sloot. Nadat het vrouwtje mii verzocht had om vooral zoolang zij leefde het ge heim te bewaren, nam 7" hare kruk weder en vertrok, na als -^woonliik gezegd te hebben: Vergeet nu vooral met de eerst volgende uitdeeling mij. oude vrouw, niet, want ik ben zoo arm, zoo arm, zoo arm! Daar ik besloten was om maar zoo spoedig mogelijk de opdracht ten uit voer te brengen, begaf ik nv: dadelijk naar de Frederikstraat. Daar was aan de Noordzijde reeds verscheidene ja ren het mangelhuis geweest: het num mer was evenwel door den tijd ver dwenen. Auton obiel voor telegrafie zonder draad De telegrafie zonder draad was tot dusver voor militaire doeleinden slechts beperkt bruikbaar en wel doordat aan het vervoer der toestellen te groote moeilijkheden verbonden waren. Dit nadeel heeft Marconi, de uitvinder der draadlooze telegrafie onlangs verhol pen door de constructie van een auto mobiel-telegraafstation, als op de plaat is afgebeeld. In en op een omnibusvormige auto mobiel zijn de seiner en de ontvanger geplaatst. De laatste in den vorm van een cylinder van 6 7 meter hoogte die op het dak van den wagen is aan gebracht zoodanig, dat hii omgeslagen kan worden als de pijp van een stoom boot. Als het station in werking R staat de cylinder omhoog, onder het rijden ligt hij op het dak. Als seiner 1 doet een inductor van Ruhmkorff van 25 cM. vorikenlengte dienst, waaraan debenoodigde stroom wordt toegevoerd uit een accumulatoren-batterij, die - geplaatst in de wagenkast van de aut >- mobiel en berekend is voor 100 watt. De accumulatoren worden geladen door een kleine dynarnomachine, die even eens in de wagen is geplaatst en door de stoommachine van de automobiel in beweging gebracht wordt. De ver binding van het toestel met de aarde wordt bezorgd door een draadnet, dat de wagen, als hij onder het rijden te legrammen moet afzenden of opnemen eenvoudig achter zich aan laat slepen. Het heet, dat Marconi er reeds 11 geslaagd is met behulp van dit auto mobieltelegraafstation telegrammen op een afstand van 48 K.M. over ,0 brengen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 7