EEN HALTE ÏEEK Tweede Blad, Een Man genezen. behoorende bij „Haarlems Dagblad" van Donderdag 12 September 1901. No- 5584 Wereldgeschiedenis* De aanslag op President Mc Kinley, mede in ver band met zijne politiek. De Pan-Amerikaansche tentoonstelling. Weder is eene gebeurtenis met bloed rood© letters in het boek der historie opgetaekencL Als een plotselinge donderslag klonk door de Nieuwe en Oude wereld de ontzettende tijding: ..President Mc Kinley van de Vereenigde Staten is door een laaghartigen schurk aange vallen en vreeselijk gewond!" Het aan tal staatshoofden, waarop aanslagen gepleegd zijn, is weder met één ver meerderd. En met welk doel heeft men getracht den president van het leven te berooven? Eigenlijk zonder doel, uit haat tegen elk geregeld regeeringsstel- sel, uit blinde woede tegen elke maat schappelijke orde. Intusschen, al is het te bejammeren, dat president Mc Kinley als offer val len moest, in één opzicht is het geluk kig, dat de anarchisten nu ook in Ame rika geen veilig toevluchtsoord meer hebben. Immers na de moorden op de Keizerin van Oostenrijk en den Koning yan Italië, werden door de verschil lende mogendheden in Europa confe-l renttes belegd, om maatregelen tegen deze zinnelooze wandaden te treffen. Alleen aan den overkant van den Oce aan vonden de anarchisten nog een schuilplaats. Dat is thans ook uit, zoo dat de heer en nu op hun tellen mogen passen *en niet zoo veel gelegenheid meer hebben, om hun duistere werken voor te bereiden. Wellicht dus dat, uit dit oogpunt beschouwd, de aanslag op Mc Kinlev een weldaad wordt voor de maatschappij. Het Berliner Tageblatt" heeft van iemand, die eenigen tijd te Buffalo, de plaats des onheils, gewoond heeft, de volgende bijzonderheden ontvangen: Buffalo is in de laatste jaren het mid delpunt van de in Amerika wonende anarchisten geworden. John Most, de bekende anarchist, die. zoowel in Duitschland, als in Amerika om zijne politieke agitatiei jaren lang in het tuchthuis heeft doorgebracht, heeft in New-York met zijn blad: ,De Vrijheid" ten laatste fiasco gemaakt en is in 1898 naar Buffalo vertrokken, waar „De Vrijheid" thans wordt uitgegeven. Zou deze omstandigheid niet in eeni- ge betrekking tot den aanslag kunnen staan, aldus vraagt men zich af. Volgens denzelfden zegsman, zal de aanslag vooral in Amerika veel ver wondering wekken, daar William Mc Kinley persoonlijk zeer populair is. Om dat goed te begrijpen, moet men zich echter in de Amerikaansche toe standen kunnen indenken. Maar zijne beschermende rechten-politiek heeft hem ook veel vijanden bezorgd. Deze aanslag zal velen een anderen m herinnering brengen, in de verkie zingscampagne van 1893, toen Mc. Kin ley voor de tweede maal candidaat was voor het gouverneurschap van Ohio. Toen hij den dag voor de ver kiezing eene rede wilde houden te Cle veland, viel plotseling iemand op hem aan en gaf hem met een zwaar ijzeren voorwerp een slag op het hoofd. De aanrander heette Patterson en was ha ven-machinist. Vermelding verdient, dat alle drie de presidenten, waarop aanslagen be proefd werden (Abraham Lincoln. Ja mes Garfield en William Mc Kinley) tot dé republikeinsche partij behoor den. „Le Journal" merkt op en dit is werkelijk eene' wreede ironie, dat de Pan-Amerikaansche tentoonstelling te Buffalo, op welker terreinen de mis daad plaats greep, geheel het werk is van president Mc Kinley zelf. Hij is in zekeren zin, in zijn eigen huis getroffen. Het is inderdaad aan hem te danken, dat de maatschappij, opgericht om de voorbereidende werkzaamheden voor de tentoonstelling uit te voeren na het succes van de eerste Pan-Ameri kaansche tentoonstelling te Atlanta (staat Georgië) de noodige fondsen, Feuilleton. Naar het Engelsch van ELLEN ADA SMITH. Hij had een hekel aan het stof op jagen; maar zijne vrouw had' hem beduid', dat in eene vuile kamer alle letterkundig talent zou ver smoren, en nu getroostte hij1 zich het martelaarschap van' elke week een poosje uit zijn heiligdom te worden verdreven. 't Is toch de dag niet! riep hij ontevreden, want hij had eene in spiratie, die noodzakelijk met pen etn inkt gevangen moest worden ge houden om niet weg te vliegen en verloren te gaan. 's Is de d'ag en het uur, ant woordde Martha, als een 'huiselijke Rhadamanthus, terwijl zij de bron zen ornamenten- op den schoorsfceenr mantel in beschermend' vloeipapier wikkelde en den koperen lezenaar cüoor een l'aikep er om heen te slaan heeft kunnen vinden en krachtig ge steund werd door de regeering. In Juli 1898 verklaarde het Congres „dat-eene Pan-Amerikaansche tentoon stelling. veel er toe zou bijdragen om de handelsbelangen van de Staten in Noord-. Midden- en Zuid-Amerika te bevorderen, en dat zij de goedkeuring verdiende van het Gongres en het volk der Vereenigde Staten." Den 3en Maart daarop, en dank zij den persoonlijken invloed van Mc Kin ley, in wiern deze onderneming een overtuigd beschermer had gevonden, stond het congres eene subsidie toe van 500.000 dollars 1,250.000). En de president besloot zijne Jaar- lijksche Boodschap in December 1899, met de woorden: ,,Er is alle reden, om aan te nenien, dat deze tentoonstelling er veel toe zal medewerken, om de hartelijke betrek kingen tusschen de volken van dit vas teland nog hechter te maken." Deze zinsnede karakteriseerde de ge- heele politiek van den president. Hij is inderdaad de man, die de leer van Monroe: „Amerika voor öe Amerikanen" in al hare kracht toe past, en die haar zelfs, zoo noodig, zou wijzigen, door te zeggen De lan den van Amerika voor de Vereenigde Staten." Iets over het trekken der Vogels. Sedert onheugelijke tijden is het een terugkeerend' verschijnsel, dat een groot aantal van de vogels der gema tigde luchtstreken gedurende de win termaanden een zachter klimaat op zoeken en van daar in het warmere ge deelte van het jaar weer naar die ge matigde luchtstreken terugkeeren. De vogels, die deze neiging volgen, noemt men trekvogels; het verschijasïl zeJ het trekken de vogels. Het trekken der vogels heeft altijd in hooge mate de belangstelling der menschen gaande gemaakt en hun weetgierigheid geprikkeld. Het is daarom interessant een en ander over te vertellen van hetgeen hieromtrent dezer dagen in „De leven de Natuur" werd gepubliceerd. Om den vogeltrek goed te kunnen bestudeeren dient men vooral een on belemmerd uitzicht te hebben, cn het eiland Helgoland, dat zich in dit op zicht zoo bij uitstek leent, wordt dan door geleerden ook vooral gezocht voor hun studiën over het trekken der vo gels. De heer H. Gatke heeft te Helgo land het trekken4der vogels bestudeerd en het is zijn werk, waarvan hier een overzicht wordt gegeven. Over de richting van den vogeltrek in het najaar zegt hij: Alle vogels, die in hei najaar over Helgoland1 trekken, komen '.«it het Oos ten en zetten hun reis in Westelijke richting voort. In den regel met een breed front ziet men de vogels cha ren door bet luchtruim zweven. De broedplaatsen van de messte trek vogels liggen in Noordelijk en Azia tisch Rusland. Zij verzamelen zich ter bestemder tijd in grootere of klcuuie 'vluchten en beginnen hun reis in Wes telijke richting. Op een gegeven punt wijken zij in Zuidelijke richting af i n komen zoo over Zuid-Europa en de Middellandsche Zee naar Noord Afri ka. Het is niet bekend, waar die Zui delijke afwijking zal plaats hebben; nu eens is het hier, dan eens daar. Sommige zetten hun reis in Westelij ke richting voort tot in Engeland, en gaan eerst van daar in Zuidelijke rich ting naar hun winterkwartieren. Ver schillende feiten bewijzen, dat deze meening van Gatke de juiste is, niet het minst zijn eigen waarnemingen, gedurende tal van jaren op Helgo land verricht. De richting van de voorjaarstrek is van het Zuiden naar het Noorden, echter niet letterlijk. BI /A Wanneer A B en B C den najaarstrek aangeeft, dan \f zal de voorjaarstrek langs C de lijn C A plaats vinden. Wat het aantal vogels betreft, zegt Gatke, onder gunstige omstandigheden is het zoo groot, dat zelfs de met vuur wapenen voorziene jagers niet in staat zijn door de jacht het aantal vogels merkbaar te doen verminderen. De hoogte, waarop de vogels zich bij het trekken bewegen sclWnt van ver schillende omstandigheden afhanke lijk te zijn. De vogels kunnen zich tot 25 3000 voet boven de aarde verhef fen. Het beste voorbeeld van de ontzet tende snelheid waarmede d'e vogels trekken, is wel de voorjaarstrek van het blauwborstje. Dit vogeltje leeft 's tot een soort van spookverschijning maakte. En nu moet ik nog een andere huishoudelijke bom op je afschieten. Aaltje's moeder is ziek geworden en' Aaltje is voor een week naar huis. Dat is lastigriep hij uit. Juist nu Said'ie hier is. Wij moeten ons best doen te maken, dat zij het niet bemerkt. Je moet vrouw Bul lock maar alle dagen laten komen. Martha bond de gordijnen op het stond leelijk en perkte het plekje, waar Ralph een toevlucht had gezocht, met theebladen af. Zij vlogen over den vloer tot vlak bij zijn blinkend gepoetste schoenen'. Zij, die er den last van zal heb ben'. heet niet Saidie. Hij voelde zich geraakt en: het hinderde hem, dat zij op die mar nier sprak van1 hunne gast, de ziel volle Saidie, die zoo lief ;en zacht was in zijne oogen- En daar stond nu zijne vrouw, als een storm van schoonmaakwoede, op het punt zijn liefste vertrek te bederven, blijk baar zonder eenigen spüt te gevoe len over den last, dien zij hem aan deed. Zij joeg hem uit zijn heilige d'om. even harteloos als zij een spin uit een hoek zou verjagen met ha- winters in Egypte; wanneer het nu zijn tijd1 is geworden, om naar zijn zomerkwartier te gaan, dan verlaat hij tegen het vallen van den avond Egypte en komt tegen zonsopgang in Helgoland aan. Die afstand ruim 400 geografische mijlen, wordt dus in een voorjaarsnacht afgelegd'. Het is een vaststaand feit, dat de meeste vogels hoorbaar of zichtbaar trekken, wanneer de wind Zuid-Oost is, de kracht er van matig en het weer warm en helder is. Niet alleen de jaar- lijksch terugkeerende trekvogels wor den onder dergelijke gunstige omstan digheden in groote cretalen waargeno men; maar er komen meermalen zeld zame vogelsoorten voor. Dit geldt even goed voor den voor- als najaarstrek Bij Zuid-Westen winden, die veelal met regen en storm gepaard gaan, evenzeer bij nevel en mist, wordt van het trekken der vogels weinig waar genomen. De trek is dan zoo hoo~ in de lucht, dat wij er niets van merken. Het schijnt, dat de trekvogels vooraf het slechte weer kunnen waarnemen, want nu en dan ziet men hen in vlie gende h^ast over ons heen trekken, alsof zij gieen tijd hebben om te rusten. Meestal volgt hierop dan noodweer. Strenge en aanhoudende vorst doen de vogels, die in het hooge Noorden wonen zuidelijker trekken. Zoo komt het nu en dan voor, dat in het voor jaar de temperatuur sterk daalt en sneeuw met ijs de aarde bedekt. Onder deze omstandigheden ziet men de vo gels, die reeds hun zomerverblijf had den opgezocht, plotseling naar hun winterkwartieren terug trekken, Onze plaatsruimte gedoogt helaas niet meer uit dit belangwekkende ar tikel over te nemen. Moge het een en ander, dat we hier aanstipten opwek ken om het in zijn geheel in aft. VI van „De levende Natuur" na te lezen. Binnenland. Bebamumd. Op den dlag, dat Barnum Bai ley te Deventer hunne tenten haxi- dJen opgeslagen, vroeg een 16-jari ge knecht der firma V. E. om1 dien dlag vrijaf te mogen hebben. De patroon stond dlit toe, en nu begaf zich de knaap naar het terrein der ten/toonstelling en vroeg, diaar aan een der chefs o<m behulpzaam te mogen zijn bij liet in orde brengen dter tentoonstelling. Dit werd goect- gevonden, de knaap werd aan het werk gezet en legde een ijver aan den1 dag, die den chef ertoe noopte hem een voorstel te doen. Den volgenden morgen kwam de knaap weder op den gewonen tijd) bij zijn natroon, wiens eerste vraag was of hij zich geamuseerd! bad. ,,0, ja, antwoordde dei jongen, „ik heb 1.50 en den kost verdiend. Ze hebben me gevraagd mee te gaan ik kon 50.per maand plus den kost verdienen1." De patroon: waarschuwde hem voor teleurstellingen, die hem in) dien werkkring kondien wachten), dlooh ried bean aan om indien hij bij zijn wensch bleef er met zijn moeder over te sprekiem en als deze het plan goedkeurde onmiddel lijk naar Zutphen te gaan om zich bij d'en troep aan te sluiten en1 zui nig te leven, opdit wanneer hij weer in Nederland1' terug mocht komen, zijn moeder indien1 noo- dig eenigen steun zou kunnen verleemen.' De knaap is naar Zutphen ver trokken en is nu zeker al aan den troep verbonden, om belast te war den met het reinigen van paaiden. Thans is d'e knaap alweer terug. Hij werd vissch'ende gevonden aan d)en IJseloever. Duur beestje Een slager zou van een landbouwer te Kortenhoef een stier koopen. Z§ wa ren 't niet eens over d© zwaarte ©n dus ook niet over den prijs. De slager schatte het op 650 pond, de boer hield vol dat 't zwaarder was. Na lang pra ten kwamen ze overeen dat de slager betalen zou f 3 voor elk pond vleesch, dat de stier zwaarder zou wegen dan 650 pond. De boer scheen de zaak toch niet te vertrouwen en bleef in gebreke het beest te leveren. De slager nam nu een advokaat die den boer sommeerde den stier te leveren, waaraan hij ten slot- ts dan ook gevolg gaf. Toen het beest dood was, kreeg de reu ragebol. Doorgaans was hij al lang voor dlie toebereidselen gevlucht, maar bij d!eze gelegenheid ruimde hij niet zoo spoedig het veldi. Martha, je hebt weer met mijn vulpenhouder geschreven. Laat dat toch als je blieft. Je schrijft met één punt en het ding wordt er door bedorven. Hij zag met blijdschap, dat zij schuldbewust keek. Zij schreef zoo'n slechte hahd! en het was we zenlijk onverantwoordelijk, dat zij zijne pen gebruikte. Je kunt voor je vrouwelijke ontboezemingen je eigen' lessenaar tje gebruiken. De schrijftafel is voor mij alleen. Zoo! Daarom zit mevrouw Rushton zeker zoo dikwijls daar aan te schriiven Hij keek ernstig. Saidie helpt mij., dat weet je wed, Martha. Ik wist het niet, vóór ik de zonderlinge spelling zag in je laatr ste manuscript. Nu beginnen de theebladen te vliegen voor den stoffer uit en de eene strijdende partij nam ver schrikt de vlucht. Mantha kende hare macht. boer nog eens berouw en bood aan de zaak af te maken als de slager f 180 gaf, doch die wilde daar niets van we ten. Het einde was, dat bij Wet*'- bleek dat de stier gehoon aan den haak woog 742 pond, dus 92 zwaarder dan 650. De slager moest nu betalen 92 maal 13 of f276, dat is 86 meer dan de werkelij ke waarde was, welke geschat werd •op f 190. De slager kon toen ook nog den ad vocaat betalen. Men is thans bezig met 't afbreken van den bekenden watertoren dei- vroegere Nieuwer-Amstelsche waterlei ding op de heide bij Laren- Sporten Wedstrijden. De oorsprong van de flets. De „Zutph. CL" heeft den oorsprong van de fiets gevonden en schrijft daar over: De „draisine", het door Freiherr von Drais in 1817 uitgevonden „loop-rij wiel", moet, indien zij als voorloopster ;van de fiets wil doorgaan, een tijdge noot hebben gehad, die meer dan zij op het tegenwoordige rijwiel geleek. Immers, de eigenlijke beweegkracht van de „draisine" zat in de duwtjes, waarmede de berijder zich met de voet- toppen op den grond voortwerkte, on geveer op de manier, zooals een sprik- slede wordt voortgeduwd door de prik stokken. Een mechaniek, die rechtstreeks op het wiel werkte, bevatte de draisine niet. Welnu, erjieeft inderdaad tegelijker tijd met de_draisine, een soort van rij wiel bestaan, waarbij dat wel het ge val was. Dezer dagen had een liefhebber van antiquiteiten hier ter stede, de vriende lijkheid, ons een paar Engelsche bord jes uit het begin dezer eeuw te laten i zien, die dit bewijzen. De bordjes behoorden, zooals uit de soort van aardewerk en uit de versie ringsmotieven blijkt, bij elkaar, en da teerden beiden uit het begin dezer eeuw. Op het eene is een „draisine" afge beeld, bereden door een heer, in de uniform der officieren uit den Napole- ontischen tijd. Hij beweegt op de be kende manier het voertuig met de voet- toppen vooruit, door zich beutelings met een der voeten tegen, den grond af te duwen.. Een corpulente dame zit achter hem op het voertuig, en maakt- met hem- de reis mee. Het onderschrift luidt „Visit from Richmond to Carl ton House". De voorstelling heeft ken nelijk betrekking op 'n opzienbarende reis, die met het nieuwe voertuig was verricht. Maar nu het andere bordje. Dit vertoont een dame in het toilet van dienzelfden tijd en gezeten op een eigenaardig soort van driewieler, met drie even groote wielen, waarvan ééu voor en twee achter. De beweegkracht werkt op het voorwiel en wordt voort gebracht door duwen met de handen en trappen met de voeten. Een samen stel van stangen werkt nl. op een ex centriek, welke aan de as van het voor wiel is verbonden. Deze stangen zijn zoodanig ingericht, dat de excentriek de as van het voorwiel in draaiende beweging brengt wanneer de liandvat- sles der stangen in voorwaartsche richting wof&en geduwd. Deze bewe ging wordt, versterkt door het trappen op een treeplank, naar het model van die der scharenslijpers, vanwaar de beweging desgelijks op de excentriek van het voorwiel wordt overgebracht Of de hoofdarbeid ontleend werd aan de trappende bewegingjler voeten, dan wel aan de duwende dr handen, is door middel van de afbeelding niet uit te maken. Waarschijnlijk vervullen de voeten de hoofdroL Dit schijnt dus in ieder geval vast te staan, dat men hier te doen heeft met een voertuig, dat door een eigen mechaniek, die rechtstreeks 'op het voorwiel wérkte, werd voortbewogen, terwijl de kleeding der voorgestelde personen, de gelijktijdigheid der bei de afbeeldingen, en het kennelijk bij- eenbehooren der beide bordjes, er dui delijk op 'wijzen, dat dit dames-snel- wiel", dat aan de tijdgenooten den uit roep ontlokte: „Er komt nooit een eind aan de wonderen!" de tijdgenoot© is van het primitieuve voertuig van von Drais, en dat het meer aanspraken dan dit kan doen gelden op de eer, de voor loopster te zijn van het moderne rij wiel. De volgende week bleef het nog even gloeiend heet en al kwam vrouw Bullock alle dagen helpen, Martha's zenuwen ledeni veel dJoor de buitengewone vermoeienis. De twee andere hielden zich merkwaardig goed er onder. Zij deden hun dagelijksch werk droo-- me-rig en zeer pleizierig grooten- deels in den tuin. Saidie zag er in haar zwart gestreept kleedje teeder en bekoorlijk uit en; op zekeren avond', toen de zachte, jonge maan voller en krachtiger Was gewor den, kuste hij hare blanke hand, uit dankbaarheid d'at zij hem eene gelukkige gedachte aangaf voor de „idylle in verzen", waaraan hij, door haar geholpen, werkte. Dal was niets voor een man, voor al niet voor een dichter, die om zoo te zeggen het recht heeft roman tisch te zijn, omdat het zijn vak is. Maar hij had niet verwacht eene verontwaardigde Martha te zien, die op het bordestrap je naar hem stond te kijken. Die blik van zijne vrouw had volstrekt niet op zijn programma gestaan. Zij keerde zich om> zonder een woord te spreken. Hij had liever eewUd, diait zij iets had gezegd Luchtscheepvaart. Het salon van den lieer Eiffel gele gen op het vierde platform van den beroemden toren van dien naam is ter beschikking gesteld van het bestuur van de „Aero Club" en verder zal ver moedelijk dit hoogste verblijf te Parijs in verbinding gesteld worden met het park van de „Aero Club" waar de op stijgingen gehouden worden. De voor zitter van do wetenschappelijke afdee- ling der club, Prins Roland Bonapar te, is reeds in onderhandeling betref fende een telephonic-- aanleg tus schen beide punten met het oog op me teorologische en andere waarnemin gen bij het opstijgen van ballons. Letteren en Kunst. Ned. Opera. Door het hoofdbestuur van de Ne- derlandsche Operavereeniging te 's Gravnhage is op het ingekomen ver zoek van den directeur der Ned. Opera, den heer C. van der Linden, om ook dit jaar een bijdrage te ontvangen, na ingesteld onderzoek door deskundigen, volgens de bepalingen der statuten, een gunstige beschikking genomen. De uit- keering is zoo geregeld dat een gedeel te der bijdrage eerst zal worden uitbe taald telkens na de eerste opvoering van een van de twee opera's van Ne- derlandsche componisten, welke de heer Van der Linden zich voorstelt tot uitvoering te brengen. Land- en Tuinbouw. Landbouwfeesten te Wage- ningen. Heel Wageningen is versierd en heeft een hoogfeestelijk aanzien, voor al met het oog op het Koninklijk be zoek. Dat bezoek zal heden plaats heb ben, en niet onaardig is het, dat de Koninklijke Familie den enkele lessen aan de land- en tuinbouwschool zal bij wonen. De groote land- en tuinbouwtentoon stelling belooft prachtig te zullen sla gen; de terreinen op en om Duivendaal worden er geheel door in beslag ge nomen. De landbouwschool zal er o.a. schitteren met de goedgeslaagde en rijkdragende graankruisingen van den hoofd-directeur den heer L. Broekema, die zich reeds jarenlang bezig houflt met het winnen van'uitmuntende krui singen, die de opbrengst tot een onge kende hoogte hebben opgevoerd. De versieringen van het Hoofdge bouw zal in aansluiting hiervan be staan in tropeeën, opgetrokken uit landbouwgewassen. Als iets bijzonders, nog niet op een tentoonstelling geëxposeerd, is een druivenkas met volledige installatie voor verwarming en watertoevoer, in gezonden door A. A. Vroeg te Naald wijk. De vee-inzendingen zullen keurig zijn, evenals de vruchten-collecties. Maandagmorgen begon de plaatsing. Zaterdag werd door commissarissen der Maatschij. van weldadigheid be sloten de landbouwschool te Willems oord op te heffen. De leerlingen, welke nog aan de school verbonden ziin bun studiën willen vervolgen, kunnen zich wenden tot den directeur der Maatschij. van weldadigheid, welke hun in de gele genheid zal stellen op een landbouw- wintercursus dit te doen. N ij v e r h e i tl. Saamgeperste luclit. Terwijl men in Europa nog slechts den stoom gebruikt voor het spoorweg verkeer, hebben de Amerikanen reeds de geneuchten van het electrische be drijf gesmaakt en zij beginnen dit zelfs nu reeds los te laten voor het be drijf me saamgedrukte lucht. Op den Manhattan-spoorweg worden tegenwoordig uitsluitend locomotieven met saamgedrukte lucht gebruikt en de resultaten zijn schitterend naar hei heet. De Yankee-bladen noemen dan ook de electriciteit verouderd. De voor deden van de locomotief met saamge drukte lucht zijn. dat zii geen tender behoeft, geen rook maakt, "een stoom afgeeft en geen leven maakt. De idoaal- locomotief dus! Gemengd Nieuws. Een boycott. De Kaapsche briefschrijver van do „Petit Bleu" een Engelschman zegt, na gewezen te hebben op de sla- gen, die handel, industrie en landbouw want hij wist, dat eene zwijgende vrouw dikwijls gevaarlijk is. Den volgenden dag zeide zij óók nietsmaar toen Forrester laat thuis kwam om te eten, was Mar tha er niet en vrouw Bul look was heengegaan. Zijne zusterziel vertelde hem dat met eenige bezorgdheidwant zij was zeer gesteld op haar eten. Hij ook. JVIaar dat was niet zijne eerste gedachte, toen hij d'e slechte tijding hoorde. Martha niet thuis. Waai ter we reld kon zij' wezen Mevrouw Rushton kon het on mogelijk _raden. En hij kwam», met de romantische kus nog op zijn ge weten. tot de slotsom, dat Martha om hem te straffen bij hare zuster was blijven eten zonder voor hem te zorgen.Maar dat scheen hem toch een te leelijke streek toe voor Martha. Komaan 1 We meet en ons maar zoo goed mogelijk helpen, zei hij op een vroolijken toon, die in scherpe tegenstelling was met zijn innerlijk gevoel. Er brandt een goed vuur in de keuken eni mis schien vinden wij wel wat in de provisiekamer. door den oorlog treffen, en ook de Jin- gos steeds luider om vrede doen roe pen, dat de boycott van Engelsche goe deren door de Hollandsche bevolking in de Kaapkolonie, geen ij del woord meer is. Om de zaak krachtig door te zetten, hebben de Kaapsche boeren op verscheiden plekken langs coöperatie ven weg „Boerenwinkels" opgericht, waar slechts uit Nederland, Frankrijk. Duitschland, België en de Ver. St. af. komstige goederen worden verkocht. Langzamerhand verrijzen zelfs in de kleinste plaatsen zulke winkels. De Holandscha sprekende bevolking die vooral ten plattelande, verre in do meerderheid is, koopt slechts daar, en in de grqotere plaatsen alleen bij fir ma's, die d'oor Hollandsche adverten ties in de Hollandsche bladen blijk ge ven, de wenschen van de meerderheid te eerbiedigen. De Engelsche handel zal in steeds ergere mate de gevolgen van den oorlog ondervinden, meent de schrijver. Compiègne. Nu de Russische Keizer weldra het paleis te Compiègne gaat betrekken, zijn tal van verslaggevers daar een? een kijkje gaan nemen. De meest fan tastische beschrijvingen dischten zij aan hunne lezers op. V ie ooit naar Parijs geweest is. her innert zich aldus de ..Opmerker" het oude station Compiègne, waar slechts met moeite eenige verversching te verkrijgen was, en waar de wagens, die nog open plaatsen hadden, gevuld werden met de Parijzenaars, die nog vóór den avond hun woonsteden wil len bereiken. Als men er afstapt, ondervindt men aanvankelijk eenige teleurstelling. De banale moderne huizen, de stoffige ka den van de Oise zijn zeker niet ge schikt om den reiziger aangenaam te stemmen. Is men echter de bru~ die over de rivier naar de oude stad leidt, overge gaan en de Rue de Solférine dooi-, dan verandert alles. Gij zijt dan in de nabii- heid van het allerliefste stadhuis, de kerk St. Jacques, liet keizerlijk paleis. Uit sommige overblijfselen valt op tc maken, dat de stad vroeger belang wekkender geweest moet zijn. In de kromme, nauwe straatjes vindt men hier en daar oude geveltjes; de nieuwe kaarsrechte avenues van het tweede keizerrijk hebben heel wat schilder achtigheid doen verdwijnen. De kerk St. Jacques dagteekent uit de 13e eeuw. De zeer eenvoudige de tails hebben een vroeg-Gothiscli karak ter. Alleen de toren aan de westzijde is latei-, uit de vijftiende eeuw. Hij herinnert aan den Tour St. Jacques te Parijs. Het bekronende koepeltje Renaissance-stijl heeft de zestiende eeuw aan het geheel toegevoegd. Een paar altaarstukken staan op naam van Philippe de Champaigne. Zij zijn wat vaal van kleur, en van veel mindei kwaliteit dan de portretten, die het Louvre bezit. De afsluiting van een der kapellen moet vroeger een slaap kamer van Lodewijk XIV versierd hebben. De kerk St. Antoine is ook uit do 13e eeuw, maar in de 15o en 16e eeuw ga heel verbouwd. De westelijke gevel met zijn twee onvoltooide torens is een fraai voorbeeld van den flamboyant stijl. De kapellen om het koor vertoo- nen een eigenaardige vermenging van Gothiek cn Renaissance. Merkwaardig is een zeer oude doopvont, uit een in 1793 gesloopte kerk afkomstig. Het raadhuis, in Laat-Gothischen stijl opgetrokken, doet aan die van Vlaanderen denken. Met de symmetrie heeft de ontwerper het niet nauw ge nomen. Dei deur, noch de vensters staan juist in de assen. De raamom- lijstingen zijn uiterst rijk; in een nis staat hel ruiterbeeld van Lodewijk XII. Uit het hooge leien dak rjjst een belf- rood, terwijl ook op de hoeken kleine torentjes gemaakt zijn. Viollet-le-Duc heeft hot gebouw gerestaureerd, en het ziet er nu keurig net uit, doch weinig oud. Breede lanen leiden naar het kas teel, dat, met zijn twee honderd meter langen gevel, een vervelenden indruk maakt. Toch is Gabriel, een bekend architect uit het laatst der 18e eeuw, de ontwerper geweest. Maar aan dit dorre classicisme zijn wij ontwassen. Van binnen is de indruk zeer eigen aardig. Men denkt aan het Huis ten Bosch als men die schilderijen van meesters van den derden rang, die twijfelachtige gobelins, die Sèvres- vazen van 1850, die meubelen, wel rijk, maai- niet fraai, ziet. Niets herinnert meer aan de smaakvolle perioden, toen Madame du Barry of Koningin Marie In weerwil van de tegenwoordig heid zijner zusterziel scheen het huis hem akelig ledig toe. Terwijl zij naar de provisiekamer gingen, merkte hij op, hoe onberispelijk netjes alles er uitzag, cn het was alsof er een verwijt voor hem daar in lag. Nu was hij wel een dlichter, maar toch ook een gezond' man, die veel van vleesch hield, en meb glir> storende oogen zag hij een mooi schijfje staan. Hij wist wel, dat Martha hem niet zonder iets zou laten zitten. Dat kon zij niet doen. En hij zag vol hoop naar d'e ter neergeslagen Sai<iie, die zag wat er van haar werd verwacht. Het ziet er goed uit, zeid'e zei- de zij aarzelend. maar ik vrees, dat ik het niet kan. braden. Kan je het niet braden riep hij. Geen schijfje braden? Tot op dat oogen blik had zij niets geweten van d'e minachting, d'io zelfs een dichter kan leggen in do eenvoudigste woorden. Zij schud de zacht het hoofd eoi hij stak ont stemd heide handen in d;e zakken. Maar wat in 's hemels naam moeten wij dan doen Ik weet het niet. Ik kan het uiet braden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 5