CHINA. Reuter seint uit Peking dlarfl daar volkomen rust beerscht sedert het vertrek van de vreemde troepen. De soldaten vaia Joe&n-tsji-kai, die te Peking gekampeerd si ju, gedra gen ssh ordelijk. De weenKteiiii>-' gen gaan vrij rond in alle stadswij ken, zonder lastig gevallen te wor den). Prins Tsjing wil gezantschappen- zenden- naar verschillendle streken waar veel C hi neezen wenen, o. a. naar Java en Borneo, om die Chiiteezen uit te noodigen, him aan deel bij te dragen in de oorlogs lasten. mers weer op, zijn spijt betuigende dat door familieomstandigheden ZEd. geen deel had .kunnen nemen aan den tocht, die allen zoo uitmuntend was bevallen. Het anarchistische blad ,,Neues Leben", te Berlijn, merkt met be trokking tot den moord! op Mc Kim- le<y op ,,Wij kunnen -evenmin de daad- goedkeuren als den dader ver- oord'eelen." Tegen 7 October is een anarchis ten-vergadering te Berlijn aange kondigd. De financieel e toestand van Tur kije is erg verslechterd. De- wissels van het ministerie van financiën op die administratie der douane te- Oonsfcantiinopel ten bedrage van 76.000 pond ten gunlstie van dien dienst der openbare schuld!, zijn niet betaald, wegens gebrek aan geld. Stadsnieuws Haarlem, 24 Sept. 1901. Stukken van den Gemeente raad. De heer L. Modoo stelt eenige amen dementen voor op het voorstel van B. en W. tot vaststelling eener verorde ning regelenden den rang. het getal en de bezoldiging dei* ambtenaren op het kantoor van den gem.-ontvanger-. De amendementen luiden: A. Art. 4. De ontvanger benoemt, schorst, bevordert en ontslaat de amb tenaren te zijnen kantore in overleg met, en onder goedkeuring van B. en \Y Hij regelt de werkzaamheden van zijn personeel en blijft voor zijn per soneel aansprakelijk. In art. 3 te schrappen: „De ontvan ger is echter, mits blijvende binnen het door den Raad toegestaan bedrag, bevoegd indien naar zijn oordeel het belang van den dienst zulks vordert van dezen regel af te wijken Art. 7 te lezen: De ontvanger heeft het recht in overleg met B. en W. van zijn personeel een borgstelling te vor deren. Art. 8 te schrappen. Het bestuur der Vereeniging van Industrieelen en Kooplieden, betref fende bouwkunde en aanverwante vakkeu, verzoekt den Raad in t ver volg in de bestekken voor uit te voeren gemeentewerken op te nemen de noo- dige bepalingen, ten einde werksta kingen in sommige gevallen, ter beoor deeling van B. en W. te beschouwen als overmacht (force majeur), en wel allereerst in die gevallen, wanneer blijkt, dat de staking door de werklie den is proclameerd, niettegenstaande het aan hen uitbetaalde loon. minstens gelijk is aan het in het bestek bepaal de minimum, en niet minder dan de eiders in de gemeente uitbetaald wor dende loonen. en vervolgens wanneer door de werklieden andere onbillijke eïschen worden gesteld, kennelijk met het doel, om den aannemer te dwin gen. met het oog op dien bepaalden tijd, waarop zijn werk moet worden Opgeleverd, aan die onbillijke eïschen toe te geven. De Vereeniging van Gemeente werklieden „De Goede Verwachting verzoekt om 't loon. speciaal hij de tak van dienst gemeentereiniging te ver- hoogon; en het uurloon der voerliedenj te brengen op 18 1/2 cent; voor de ton nenwerkers op 20 cent, (minimum) voor de beltslochters, straatvegers, hulpvuikiisophaaklers en straatwieërs op 18 cent por uur. Tevens wordt ver zocht het overwerk met 5 cent per uur te verhoogen Maandagmiddag 2 u. wilde op de Turfmarkt de wagenvoerder Bak kenhoven, wonende te Zandvoort, van zijn wagen stappen, stapte mis en kwam roet zijn hoofd op de stee- mem terecht, waarop hij zijn ge zicht bezeerde. Bloedend wend hij bij- Van Oort, aardappelhandieüsar binnengebracht, waarop hiji dloor den marktmeester wend behandield. Wandeltocht „Willen is Kunnen" Zondag ondernam de Gymnastiek- eja Schermvereeniging „Willen is Kunnen", bestaande uit personeel van de werf „Conrad" onder leiding van den directeur der vereeniging den heer A. J,. Meyerink, haar najaars wandeltocht. Begunstigd door heerlijk weer, ver zamelden de gymnasten zich te kwar tier over 7 uur aan de inrichting Jans straat 85 en onder de opwekkende to nen van trom en trompet ging het in geregelden marsch door den Hout naar Heemstede, om vervolgens te gaan naar den schoonsten polder van ons vaderland: de Haarlemmermeer. Het wandellievend publiek bezoekt de Haarlemmermeer te weinig. Heer lijke wegen, uitmuntend onderhou den en een schoon poldergezicht. Wat wenscht men meer? Vooreerst werd de hoeve „Onze lust", gelegen aan den IJ weg, bezocht, waar de vriendelijke bewoners, de familie Kofoed, gaarne een verfrisschenden dronk toereikte; vervolgens werd ge marcheerd naar Hoofddorp waar krachten werden verzameld voor den nitgestrekten marsch naar Halfweg. Natuurlijk werd bij Coppée rust ge nomen en vroolijk draaiden de gym nasten aan rek en ringen; men zou waarlijk niet gezegd hebben dat allen een dergelijken marsch achter don rug hadden. Te drie uur ging men op marsch om ie half 5 Haarlem weer te bereiken. De voorzitter en ziel van „W. is K." te heer Koper, wachtte hier de deelne Wat de Maden zeggen over de Millioenenred». De Residentiebode komt tot deze conclusie: Op zich zelf is de toestand zeker niet verontrustend. Een millioen meer is voor den Staat nog wel te vinden. Er zijn echter enkele omstandigheden, die deze uitkomst heel wat minder mooi maken. In de eerste plaats staan wij voor een tekort *van 1 millioen op de gewone uitgaven, niet na jaren van tegenspoed en schaarschte, maai' na jaren, die voor de schatkist tot de gouden mogen gerekend' worden, zoo-, als zij er maar weinig heeft gekend. Zonder belastingverhooging, zonder er een hand voor uit te steken zag het vorig Kabinet de opbrengst der ge wone inkomsten met 10 millioen in één jaar stijgen. We mochten dus ver wachten dat, als de regeering kwam vragen: minister Pierson. waar hebt ge de millioenen gelaten? hij op een potje zou kunnen wijzen, voor slechte dagen gemaakt. De tien millioen nu zijn niet alleen opgegaan in gewone uitgaven; er is. als gezegd, een tekort van één millioen. Maar erger: dat tekort is er, zonder dat de begrooting iets nieuws brengt. We komen er dan ook bij lange niet mee: suppletoire crediet-aanvragen zullen noodig zijn en de beperking van uitgaven, gelijk zij thans is door gevoerd, zal niet altijd te handhaven blijven. We zijn daarom wel eenigs- zins verbaasd, dat de minister toch nog rekenen durft op een overschot van twee millioen op de geraamde uitgaven. We hadden het rationeeler gevonden om „waar zeer belangrijke suppletoire credieten noodig ol'jken" zullen, het tekort op de gewone in komsten maar dadelijk te stellen op drie millioen. En dit te meer, omdat, waar de Regeering gelijk onmogelijk anders kan, maatregelen in het voor uitzicht stelt om het gat. door minis ter Pierson in de schatkist geslagen, te dichten, deze maatregelen, zooals de minister van financiën zegt, „op de uitkomsten van 1902 geen invloed meer hebben en zij grootendeels zul len worden verslonden door „de her vormingen op wetgevend gebied, die in de bedoeling der regeering liggen." Alles te zamen genomen, meenen wij dat, zoo de toestand, onder lei ding van een voorzichtig fiancier als minister Harte zeker zijn zal, geen dadelijke ongerustheid behoeft te wek ken, hij toch met angst doet vragen: wat er van onze financiën zou terecht gekomen zijn, indien geen einde waTe gekomen aan het bewind van den zwakken Pierson naast den genialen, maar extra-duren, niet-rekenenden Lely, en zijn niet minder roekeloozen. collega van binnenlandsche zaken? De algemeene indruk is, volgens De Tij d deze, dat in gewone omstan digheden de toestand der geldmidde len. dank zij de buitengewone voor- deelige jaren, die vooraf gingen ondanks de vele nieuwe eischen door de reeds aangenomen wetten aan de schatkist gesteld, nog niet verontrus tend behoefde te heeten. Zooals echter de minister zelf in zijn rede duidelijk zegt vervolgt, het blad zijn de medegedeelde cijfers, bepaaldelijk wat het totaaal der uitgaven betreft, inder daad slechts te beschouwen als voor- loopige en moet op een aanzienlijke stijging daarvan gerekend worden door de te verwachten indiening van hooge suppletoire begrootingen in den loop des jaars. De tegenwoordige Regeering heeft zich door de Troonrede verbonden tot het voorstellen en tot stand brengen (2oover van haar afhangt) van tal van uiterst kostbare hervormingen en or ganisation. In plaats van daarvoor beschikbare gelden vindt zij, vóór zij dien arbeid begonnen heeft op de Staatshegrooting een deficit en in de stijging der gewone inkomsten eenc vertraging Dit is een toestand, waar in zooals de minister terecht op merkt, onmogelijk kan berust worden. Vermeerdering van inkomsten en zeer aanzienlijke vermeerdering van inkomsten is een onafwijsbare eisch. Over de manier, waarop die vermeer dering zal bereikt worden, liet de Re geering zich niet uit: iets aangaande hare plannen vernamen wij echter uit de Troonrede. Laten wij hopen, dat zij, bijzonder op dit punt haar schran der beleid moge toonen en alle gevaar lijke klippen zal weten te ontzeilen. Het verband tusschen goede politiek en goede financiën was maar zelden nauwer en meer klaarblijkelijk dan thans hier te lande het geval is. Ook het Vaderland toont aan dat het geraamde tekort van ruim 13 millioen lang niet zoo erg is als het er uitziet. Het blad besluit aldus: „Mogelijk" heet het ,dat suppletoire credietaanvragen zullen noodig blij ken en „vermoedelijk" zal men in do volgende jaren zich niet evenzeer als thans kunnen beperken. Dan kan dus het tekort heel wat grooter nog worden. Hoe moet daarin worden voorzien? Het wordt niet meegedeeld. Zal men eindelijk eens voorgoed bre ken met het misbruiken van schatkist biljetten en schatkistpromessen voor een ander doel dan het voorzien in tijdelijke tekorten, dan het anticipee- ren op pas na eenige maanden inko mende gelden? Wij vreezen dat het „verbroken fi nancieel evenwicht" wel goeddeels door Nederland's consumenten ten gevolge van tariefsverhooging zal moeten worden hersteld. Voor een noodzakelijke partijdige politiek van protectie, die uit de zak ken liefst der minst bedeelden in de effectentrommel der financieel beter gesitueerden zal overhevelen wat deze laatste meenden te kort te komen, zullen wij wel niet blijven bewaard. Dat op dit oogenblik de Nederland- sche financiën ie wenschen laten mag het zittend Kabinet niet worden ver weten «iank verdient bet, dat het hier geen politiek van wegmoffelen heeft toegepast. Dit neemt niet weg. dat wij niet zon der ongerustheid zijn financieel be leid blijven gadeslaan. INGEZONDEN MEDEDEE- LINGEN. 30 cents per regel. Alle geiieeslieeren besehoawen het natuurlijke FRANS JOZEF BITTER W ATE U als het eenige zouthoudende pur geermiddel. dat aangenaam is oin in te neuten. By kleine giften genomen is zijne werking ahsolnnt zeker en werkt het oplossend na Op 10 wereldtentoonstellingen met gouden medailles bekroond. Overal verkrijgbaar. Binnenland. Z. K. H. de Prins der Nederlanden heeft Zaterdagavond van 't begin tot't einde der voorstelling bijgewoond in het circus Barnum Bailey Z. K. H. werd bij het binnenkomen door het overtalrljke publiek, dat de tent tot in de nok toe vulde, met luide toejuichingen begroet, waarna de Prins, omringd door eenige leden van het militaire huis, plaats nam in een loge, daartoe in 't bijzonder ingericht en versierd met de Nederlandsche en Amerikaansche vlaggen. Met veel belangstelling volgde Z. K. H. de voorstelling, vooral de paarden- dressuur, en in 't bijzonder de hinno- drömewedrennen wekten de bewonde ring van den Prins. Bij het heengaan speelde het muziekkorps het SVien Neerlandsch Bloed. De Prins was in burgerkleeding. &og meer inbraken. Zondag-nacht is te 's-Gravenhage op twee plaatsen ingebroken, namelijk in de Jan van Goyenstraat, waar een paar konijnen zijn vermist en bij een melkhandelaar in de De Riemstraat, waar een kast opengebroken is en ver schillende voorwerpen ontvreemd zijn. Te Rotterdam zijn verschillende gou den en zilveren voorwerpen in beslag genomen afkomstig van een inbraak aan de Groot-Hertoginnelaan te 's Gravenhage. Te Amsterdam hadden de inbrekers een perceel aan de Vondelkade tot ter rein van hun werkzaamheden geko zen. De bewoner van no. 9. de kapper C. W. L. Krijf en de zijnen waren Zon dag uitgeweest, en toen zij 's avonds thuis kwamen, vonden zij de straat deur opengesloten. De deur der bin nenkamer was openbroken, die der linnenkast verbrijzeld. De inbrekers hadden ruw te keer gegaan en alles door elkaar gesmeten. Vermist werden een bedrag van ongeveer f 280, alsme de eenige horloges en andere kleine kostbaarheden. Het Hof van Arbitrage en de Boeren. Naar aanleiding van het verzoek om arbitrage door het Zuidafrilt&ansche Boeren driemanschap, gericht tot hoof den der builenlandschc gezantschap pen te 's-Gravenhage, voor zoover zij deel uitmaken van den Raad van Be heer van dat Hof, richten zich zoowel hier te lande als in en buiten Europa de vragen naar dien Raad van Beheer in de meening dat van dit college thans de beslissing afhangt. Deze opinie aldus wordt aan het „Ilbld." geschreven berust evenwel op een verkeerd begrip van de roeping en de bevoegdheden van dien Raad, welke het best worden gekend uit een herinnering van '•-> werking der ge- heeie instelling, die uit de Vredescon ferentie is voortgevloeid. Het Permanenie Hof van Arbitrage dan treedt eerst in werking ingevolge eene speciale overeenkomst tuss '-hen twee mogendheden, krachtens welke deze besluiten tot arbitrage onder be noeming van leden van het Hof tot scheidsrechters. Alsdan treedt het internationaal bu reau in werking als griffie. Aan den Raad van Beheer is in de conventie geen andere taak opgedragen dan de instelling van het Bureau, hei doen van benoemingen van de ambtj- naren, toezicht op de werking en het geldelijk beheer. Met het oog op dit zuiver administra tieve karakter van den Raad. zal dit college niet anders overblijven dan zich onbevoegd te verklaren. De ontvangst dezer dagen door prof. Kuyper. minister van binnenlandsche zaken, aan diens departement van de leden dar Zuid-Afrikaansehe deputatie, de heeren Fischer, Wessels en Yvul.u-a- rans. was, naar men verneemt, bedoeld als een offieieele ontvangst van die deputatie door den formeerder van het nieuw opgetreden kabinet. Het Bóeren- driemanschap hecht dan ook aan dit onderhoud met den tijdelijke» voorzit ter van den ministerraad veel waarde, omdat daaruit blijkt dat ook dit kabi net de deputaten als offieieele verte genwoordigers der beide republieken erkent. Smeekbedó aan Engeland's Koningin. Het Internationaal Dames-Comité „Alcmaria", van oordeel zijnde, dat geen middel onbeproefd moet worden gelaten om te trachten de vrouwen- en kinderen in de Zuidafrikaansche con-' centratiekampen van een wissen dood- te redden en aan het onnoemlijk lij den een einde te maken, heeft beslo ten eene smeekbede te overhandigen aan II. M. de Koningin van Engeland, en een beroep op haar te doen als vrouw en moeder om haren invloed aan te wenden hij de regeering, om die on gelukkige slachtoffers van den oorlog naar neutraal grondgebied ie doen overbrengen en den oorlog te voeren naar de regelen van beschaafde uai.cn. Overtuigd van de medewerking barer sub-comité s, zal zij bovendien een be roep doen op alle Ncderlandsche vrou w-en, om die poging te steunen en zul len eenige invloedrijke dames worden uitgenoodigd als afgevaardigden nanr Engeland te gaan om dit smeekschrift aan te bieden. Tevens zal zij ook in andere rijken de bestaande comité's opwekken, dit voorbeeld te volgen, opdat ook van daar uit deputaties zich wenden tot de vrouw, die, behalve hare vorstelijke kroon, tevens dë schoone moedei kroun draagt moge de eerste haar ver plichten het Staatsbeleid har-er regee ring te steunen, de laatste legt haar den plicht op, weerlooze vrouwen en kinderen in bescherming te nomen. De heer mr. H. Goeman Borgcsius, eere-voorziiter van den Volksbond, Y er- eeniging tegen drankmisbruik, heeft de benoeming tat lid van het hooidbe- stuur van den Bond aanvaard. Mej. L. Henny te Zutphen heeft een dergelijke benoeming niet aangenomen. To Amsterdam is Maandag het con gres van artsen aan levensverzekerin gen-maatschappijen verbonden, ge opend. De zaak-Ter Laan. Het H b 1 d. wijzende op bet geval Ter Laan, dringt op een wettelijke re geling aan. Voor de Boeren. Door de Ned1. Zuid-Afrikaansche Vereeniging is tot dusver ontvangen f 1,277.503.75 1/2. Academische Examens. Lai-de-n. Geslaagd voor het 2e na tuurkundig examen de heer W. C. A. A-rbeiter, voor het propaedieu- tisch examen ito de godgeleerdheid de heer P. H. van Reedt Dordltland en voor het camdidaatsexamieai in de godgeleerdheid 2e gedeelte de heer H. J. Schim v. dl. Loeff Glzn. Gevaarlijke positie. Een veldartillerist, die Zondag avond op den Dennenweg in Den Haag een man ernstig mishandel de, werd te dier zake door twee politieagenten naar de militaire wacht in de Frederikskazernie ge bracht. Volgens beweren van dez© politiebeambten hebben zij in die wacht een allesbehalve goed ont haal gehad. Zij zouden bedreigd zij-n door hun arrestant, en dcor an dere aanwezige artiEe-ristem heb ben zij hoonen zeggen: willen we die klabakken eens doodslaan? Dit zeggende hadden eenigen- dier mili- t'airen naar hun sabel gegrepen, waarop een der agenten) zijn revol ver had getrokken. Hiermede drei gende was 't den politiebeambten gelukt ruim baan. te maken en bui ten het hek der kazerne te komen. Twee getuigen bevestigen de ver- kiaringen der agenten. De militai re autoriteit is met het gebeurde in kennis gesteld'. Sporten Wedstrijden. V oetbal. Dordtsche Lauwerkrans. Uitslagen op Zondag j.L: Volharding—D. S. V. V. 3—1. D. F. C. II—H. V. V. n, 0-2. OlympiaAchilles, 20. D. F. C.Hollandia, 42. Deze wedstrijden hebben dus tot re sultaat. dat Zondag 29 September te genover elkaar komen te staan van 12 1/2—2 uur VolhardingH. V. V. II en van 23 1/2 uur D. F. C. tegen Olympia. De vereeniging H. B. S. zal Zondag de Beerschot F. C. uit Antwerpen op haar terrein te 's-Gravenhage in een wedstrijd ontmoeten. Onderwijs. Uit Den Haag. Naar men verneemt heeft de com missie van toezicht op het Middelbaar Onderwijs te 's Gravenhage collectief haar ontslag ingediend, gelijk na de laatste leeraarsbenoeming. in strijd met de pertinente adviezen van den (tegenwoordige-n en voorgaanden) di recteur en van de commissie, te ver wachten was. Trouwens, zoo voegt men er bij, dat ontslag verrast niemand, die opgemerkt heeft hoe in de laatste tij den verschillende leden der commissie, en zeker niet de minst ijverigen: de heeren mr. C. Pijnacker Ilordiik, E. B. Kielstra. mr. G. A. P. Bax, generaal P. M. SfcSachse^ aMfcgaèavejgciid hun mandaat nederlegden. Zij konden zoo drukte althans een hunner zich uit „hun tijd beter gebruiken." Rechtszaken. Voor die Haagsche rechtbank h-ad zich Maandag te verantwoorden een ziekenverpleger, beklaagd! dat het aan zijn schuld te wij-ten is dat op 8 Mei 11. een 70-ja.rige patient, opgenomen in. een sanatorium voor zenuwlijders te Schev-en-ingen, over leden is, daar hij aan dien- patient een kop the-e of een glas melk toe gediend had, waarin op de gis door beklaagde een dosis plantaardig vergif was gedaan zonder een ge neeskundige daaromtrent te raad plegen. In de tweede plaats stond beid. terecht wegens het buitern noodza kelijkheid uitoefenen van de ge neeskunde door het toedienen van „Duboisime." Het O. M. vorderde 6 maanden gevangenisstraf. Gemengd Nieuws. Spoorwegongeluk. Een ernstig spoorwegongeluk is Za terdag gebeurd bij het station Palota, in de buurt vau Turn-Severin, in Ru- meni.ü. De sneltrein, van Bukarest kwarn 's nachts om twee uur aan stati on Palota aan, en vertrok direct naar Turn-Severin. Onmiddellijk hierop kwam een petroleumtrein bestaande uit 16 volle wagens, elk geladen met 10.000 kilo petroleum .Van Palota af is de weg zeer bellend naar beneden. De sneltrein reed met een vaart van 3540 kilometer per uur. Plotseling hoorde dé remmer van den laatsien wagen noodsignalen. De rem van den petroleumtrein weigerde en do groote massa ging in razende vaart verder. Het personeel van dc-n sneltrein wist niet wat die noodsignalen te beteeke- nen hadden en in plaats van hard door te rijden, bracht het den trein tot staar.. Een oogenblik daarna was het ongeluk geschied. De petroleumtrein, die den. afstand van Palota tot de plaats van het onheil moest afleggen in 62 minuten, deed er 7 minuten over. Beide treinen werden vernield, ai- leen de locomotief van den sneltrein en de beide laatste petroleumwagens bleven onbeschadigd. De petroleum liep uit de veertien ■wagens en alles stond dadelijk in lich ter laaie. Van de 38 passagiers zpn er om gekomen. Tuinman'6 wraak De groote schilder Meissonier had op zijn buitenverblijf te Poissy een tuinman met een verbazend sterk ont wikkeld geheugen. Hij kende, even als „Roelf" in den Groninger Hortus, van alle zaden en planten de namen. Zijn kennis wekt de bewondering op van Emile Augier, die hem een bui tengewoon man noemde. Hij bleef nooit het antwoord schuldig en toch had Meissonier zich voorgesteld hem er in te laten loopen. Eens in tegen woordigheid van Augier, liet hij zijn tuinman roepen en toonde hem op een stukblauw papier een menigte kuit van haring. „Kent gij deze zaden?" vroeg hij. De tuinman bekeek ze met aandacht en zeide: „Ja, dat zijn zaden van Pulpus fluximas de wetenschappe lijke naam van haring is Clupea ha- rengus een zeldzame plant uit de tropen. Een zegevierende glimlach vertoonde zich op het gelaat van Meissonier en hij vroeg hem: Hoeveel tijd hebben deze zaden noodig om op te komen? Ongeveer 14 dagen, ant woordde de slimme tuinman. Deze vertrok daarop en nam de zaden mede naar den tuin. „Gij hoort het, veertien dagen, zei- de Meissonier tot Emile Augier, „ver geet niet, dan hier te komen." Augier kwam terug op den afgespro ken tijd. Men dronk gezellig koffie toen de tuinman zich aanmeldde. „Mijnheer Meissonier," zeide hij, „de planten zijn boven den grond, wilt u ze komen zien?" „Wel, dat is sterk," riep de schilder verwonderd uit. Allen gingen, naar den tuin. De tuinman tilde een groote glazen kom omhoog; uit een laag aarde, zorgvul dig plat gemaakt, kwam een driedub bele rij koppen van gemarineerde ha ringen te voorschijn. Heeren af. Tuinman glimlacht. (Landb. Wkba.) Bouwgeid in het Schoterkwartier Zooals onze lezers uit de artikelen in dit blad over bovenstaand onder werp hebben kunnen nagaan, beroe pen de voorstellers der verordening tot heffen van bouwgeld in het Seho- terkwartier, de heeren J. J. Sneltjes, II. D Tjeenk Willink, L. Modoo en Mr. Joh. Spoor zich op art. 240 i der gemeentewet, dat bepaalt Tot dekking der plaatselijke uitga ven kunnen de gemeente-besturen be lasting heffen wegens gebouwde eigen dommen en hunne aanhoorigheden, die gelegen zijn in bepaalde gedeelten der gemeente naar de grondslagen, volgens welke van de belastingschul digen in billijke evenredigheid eene bijdrage gevorderd wordt in de kosten ten laste der gemeente komende, ten behoeve van den aanbouw in de aldaar bedoelde gedeelten. De laatstgenoemde belastin" mag alleen wegens de na in voering der belasting gestichte gebou wen en hunne aanhoorigheden worden geheven. B. en W. geven er echter een andere interpretatie van en meenen, (tal indien bedoeld wetsartikel van toe passing zou kunnen zijn, moet vast staan: a. dat er kosten ten laste der gemeente komen, en b. dat tot bet ma ken dier kosten besloten is ten behoeve van den aanbouw op de ten noorden eh ten westen van de spoorlijn gelegen terreinen. Er doet zich hier dus een zeer be langrijk juridiek meeningsverschil voor. En om voor onze lezers het volle licht over deze kwestie te doen schii- nen, hebben we een schriftelijke en quête bij enkele bekende rechtsgeleer den ingesteld. We mochten daarop de volgende ant woorden ontvangen: VanMr. Tb. de Haan Hugen- h o 11 z Gij doet mij de eer aan, mijne opinie te vragen over de kwestie of artikel 240j van de Gemeentewet, waarop de voorstellers van eene nieuwe belasting voor Haarlem zich beroepen, hierbij wel, of niet, van toepassing zoude zijn. Mijne opinie over deze kwestie wordt geheel weergegeven in het aan den Gemeenteraad gezonden praeadvies van Burgemeester en Wethouders, dat ik als waarnemend burgemeester heb on derteekend. Ik heb er niets bij te voegen. Van Jhr. Mr. F. W. van Sty- r u m: In antwoord op uw schrijven van 21 dezer heb ik de eer u te berichten, dat ik het in den regel beter acht. dat een raadslid eerst bij de behandeling van een voorstel in den Raad, in het open baar van zijne meening doet blijken, hetzij dan alleen door zijn stem uit te brengen, hetzij door ook aan de be raadslagingen deel te nemen. Ik heb mij bij dien stelregel altijd goed be vonden; trouwens, men komt in een. raadsvergadering te zamen, niet om te trachten de eene of andere vooropge zette meening te doen zegevieren, doch om zooals men oudtijds placht te zeggen als vroede mannen van ge dachten te wisselen en over de belan gen der gemeente te beraadslagen. Daarbij zal het vaak voorkomen, dat eene meeaiing. welke men aanvankelijk koesterde, door te berde gebrachte ar» gumenten eene aanmerkelijke wijzi ging ondergaat, en dat de gevolgen daarvan zich openbaren in d'e stem die men uitbrengt. Op dien grond kan ik tot mijn leed wezen niet voldoen aan het verzoek, zooals het tot mij is gericht. Intusschen ben ik gaarne bereid het een en ander omtrent de word.ngsge- schiedenis van artikel 2-iOj mode te deelen, ten einde zoodoende te bevor deren. dat uwe lezers zichzelven ge makkelijker een oordeel ove de zaak zullen kunnen vormen. Zooals bekend is, werd bij de wet van 24 Mei 1897 Stbl. 156, aan artikel 240 onder andere de alinea j. toege voegd. Bij de Memorie van Toelichting, die het ontwerp vergezelde, werd er op ge'' wezen, dat, wanneer er een aanbouw was van nieuwe stadsgedeelten, dat gene wat de gemeente daarvoor be steedde door de algemeene kas moest' worden gedragen, tenzij contractueel bijzondere voorzieningen werden go maakt bij de overname van verkeers wegen. De Regeering achtte dit eene leemte- waarin voorzien moest worden; van», daar dat de toevoeging werd voorge steld, ten einde mogelijk te maken, dat de belanghebbenden langs wette lijken weg, ook zonder bijzondere over- eenkomst gedwongen zouden kunnen worden, om eene bijdrage in zoodanige, door de gemeente aangewende, kosten te verleenen. Nader verduidelijkte de Regeering de strekking van de voorgestelde letter j, bij de Memorie van Antwoord, als volgt: „De ondergeteekenden (de Minis» ters van Binnenlandsche Zaken eD van Financiën), hebben zich de ge vallen voorgesteld, die dagelijks in gemeenteraden voorkomen, datvooi een bouwterrein in overleg met het gemeentebestuur een stratenplan wordt vastgesteld en de voorwaar den gesteld worden voor de overne ming van straten en den aanleg van werken en inrichtingen ten behoeve van den aanbouw op zoodanig ter rein. Het ligt nu niet in de bedoeling in zoodanige onderhandeling in to grijpen ten behoeve vau eene der bei- d'e partijen, maar de publiekrechte lijke lasten voor zulke gevallen beter te regelen en daardoor moeilijkhe den te voorkomen. In de eerste plaats wel de moeilijk heid, dat het gemeentebestuur het initiatief niet kan nemen voor het vormen van een stratenplan, zonder ook de geheele kosten daarvan ten laste der gemeente te nemen, en dat de aanbouw van nieuwe kwartieren diensvolgens broksgewijze geschiedt naarmate een eigenaar of eene com binatie van eigenaren zich aanmeldt. Een veel wenschelijker wijze van stadsuitbreiding is zeker, dat de ge meente haren "toekomstigen vorm vaststelt en den grond voor de stro ten onteigent. Wordt het sub b (thans i) voorge stelde niet opgenomen, dan draagt de gemeente de kosten dier straten zonder eenige bijzondere vergoeding van de zijde der eigenaren, die door de waardevermeerdering der aan grenzende terreinen worden gebaat." De openbare beraadslagingen in de Tweede Kamer verspreidden weinig nieuw licht; alle&n werd bij die gele genheid uitdrukkelijk gereleveerd, dat de bepaling van art. 240 alinea j slaat op het geval, dat de gemeente in een voor aanbouw bestemd, aan anderen behoorend terrein, straten aanlegt of rioleerin? maakt en daarvoor de kos-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 2