CHINA.
Reuter seint uit Peking dlarfl daar
volkomen rust beerscht sedert het
vertrek van de vreemde troepen.
De soldaten vaia Joe&n-tsji-kai, die
te Peking gekampeerd si ju, gedra
gen ssh ordelijk. De weenKteiiii>-'
gen gaan vrij rond in alle stadswij
ken, zonder lastig gevallen te wor
den).
Prins Tsjing wil gezantschappen-
zenden- naar verschillendle streken
waar veel C hi neezen wenen, o.
a. naar Java en Borneo, om die
Chiiteezen uit te noodigen, him aan
deel bij te dragen in de oorlogs
lasten.
mers weer op, zijn spijt betuigende
dat door familieomstandigheden ZEd.
geen deel had .kunnen nemen aan den
tocht, die allen zoo uitmuntend was
bevallen.
Het anarchistische blad ,,Neues
Leben", te Berlijn, merkt met be
trokking tot den moord! op Mc Kim-
le<y op ,,Wij kunnen -evenmin de
daad- goedkeuren als den dader ver-
oord'eelen."
Tegen 7 October is een anarchis
ten-vergadering te Berlijn aange
kondigd.
De financieel e toestand van Tur
kije is erg verslechterd. De- wissels
van het ministerie van financiën
op die administratie der douane te-
Oonsfcantiinopel ten bedrage van
76.000 pond ten gunlstie van dien
dienst der openbare schuld!, zijn
niet betaald, wegens gebrek aan
geld.
Stadsnieuws
Haarlem, 24 Sept. 1901.
Stukken van den Gemeente
raad.
De heer L. Modoo stelt eenige amen
dementen voor op het voorstel van B.
en W. tot vaststelling eener verorde
ning regelenden den rang. het getal en
de bezoldiging dei* ambtenaren op het
kantoor van den gem.-ontvanger-. De
amendementen luiden:
A. Art. 4. De ontvanger benoemt,
schorst, bevordert en ontslaat de amb
tenaren te zijnen kantore in overleg
met, en onder goedkeuring van B. en \Y
Hij regelt de werkzaamheden van
zijn personeel en blijft voor zijn per
soneel aansprakelijk.
In art. 3 te schrappen: „De ontvan
ger is echter, mits blijvende binnen
het door den Raad toegestaan bedrag,
bevoegd indien naar zijn oordeel het
belang van den dienst zulks vordert
van dezen regel af te wijken
Art. 7 te lezen: De ontvanger heeft
het recht in overleg met B. en W. van
zijn personeel een borgstelling te vor
deren.
Art. 8 te schrappen.
Het bestuur der Vereeniging van
Industrieelen en Kooplieden, betref
fende bouwkunde en aanverwante
vakkeu, verzoekt den Raad in t ver
volg in de bestekken voor uit te voeren
gemeentewerken op te nemen de noo-
dige bepalingen, ten einde werksta
kingen in sommige gevallen, ter beoor
deeling van B. en W. te beschouwen
als overmacht (force majeur), en wel
allereerst in die gevallen, wanneer
blijkt, dat de staking door de werklie
den is proclameerd, niettegenstaande
het aan hen uitbetaalde loon. minstens
gelijk is aan het in het bestek bepaal
de minimum, en niet minder dan de
eiders in de gemeente uitbetaald wor
dende loonen. en vervolgens wanneer
door de werklieden andere onbillijke
eïschen worden gesteld, kennelijk met
het doel, om den aannemer te dwin
gen. met het oog op dien bepaalden
tijd, waarop zijn werk moet worden
Opgeleverd, aan die onbillijke eïschen
toe te geven.
De Vereeniging van Gemeente
werklieden „De Goede Verwachting
verzoekt om 't loon. speciaal hij de tak
van dienst gemeentereiniging te ver-
hoogon; en het uurloon der voerliedenj
te brengen op 18 1/2 cent; voor de ton
nenwerkers op 20 cent, (minimum)
voor de beltslochters, straatvegers,
hulpvuikiisophaaklers en straatwieërs
op 18 cent por uur. Tevens wordt ver
zocht het overwerk met 5 cent per uur
te verhoogen
Maandagmiddag 2 u. wilde op de
Turfmarkt de wagenvoerder Bak
kenhoven, wonende te Zandvoort,
van zijn wagen stappen, stapte mis
en kwam roet zijn hoofd op de stee-
mem terecht, waarop hij zijn ge
zicht bezeerde. Bloedend wend hij
bij- Van Oort, aardappelhandieüsar
binnengebracht, waarop hiji dloor
den marktmeester wend behandield.
Wandeltocht „Willen is
Kunnen"
Zondag ondernam de Gymnastiek-
eja Schermvereeniging „Willen is
Kunnen", bestaande uit personeel van
de werf „Conrad" onder leiding van
den directeur der vereeniging den
heer A. J,. Meyerink, haar najaars
wandeltocht.
Begunstigd door heerlijk weer, ver
zamelden de gymnasten zich te kwar
tier over 7 uur aan de inrichting Jans
straat 85 en onder de opwekkende to
nen van trom en trompet ging het in
geregelden marsch door den Hout naar
Heemstede, om vervolgens te gaan
naar den schoonsten polder van ons
vaderland: de Haarlemmermeer.
Het wandellievend publiek bezoekt
de Haarlemmermeer te weinig. Heer
lijke wegen, uitmuntend onderhou
den en een schoon poldergezicht. Wat
wenscht men meer?
Vooreerst werd de hoeve „Onze lust",
gelegen aan den IJ weg, bezocht, waar
de vriendelijke bewoners, de familie
Kofoed, gaarne een verfrisschenden
dronk toereikte; vervolgens werd ge
marcheerd naar Hoofddorp waar
krachten werden verzameld voor den
nitgestrekten marsch naar Halfweg.
Natuurlijk werd bij Coppée rust ge
nomen en vroolijk draaiden de gym
nasten aan rek en ringen; men zou
waarlijk niet gezegd hebben dat allen
een dergelijken marsch achter don rug
hadden.
Te drie uur ging men op marsch om
ie half 5 Haarlem weer te bereiken.
De voorzitter en ziel van „W. is K."
te heer Koper, wachtte hier de deelne
Wat de Maden zeggen
over de Millioenenred».
De Residentiebode komt tot
deze conclusie:
Op zich zelf is de toestand zeker niet
verontrustend. Een millioen meer is
voor den Staat nog wel te vinden. Er
zijn echter enkele omstandigheden,
die deze uitkomst heel wat minder
mooi maken. In de eerste plaats staan
wij voor een tekort *van 1 millioen op
de gewone uitgaven, niet na jaren van
tegenspoed en schaarschte, maai' na
jaren, die voor de schatkist tot de
gouden mogen gerekend' worden, zoo-,
als zij er maar weinig heeft gekend.
Zonder belastingverhooging, zonder
er een hand voor uit te steken zag het
vorig Kabinet de opbrengst der ge
wone inkomsten met 10 millioen in
één jaar stijgen. We mochten dus ver
wachten dat, als de regeering kwam
vragen: minister Pierson. waar hebt
ge de millioenen gelaten? hij op een
potje zou kunnen wijzen, voor slechte
dagen gemaakt. De tien millioen nu
zijn niet alleen opgegaan in gewone
uitgaven; er is. als gezegd, een tekort
van één millioen.
Maar erger: dat tekort is er, zonder
dat de begrooting iets nieuws brengt.
We komen er dan ook bij lange niet
mee: suppletoire crediet-aanvragen
zullen noodig zijn en de beperking
van uitgaven, gelijk zij thans is door
gevoerd, zal niet altijd te handhaven
blijven. We zijn daarom wel eenigs-
zins verbaasd, dat de minister toch
nog rekenen durft op een overschot
van twee millioen op de geraamde
uitgaven. We hadden het rationeeler
gevonden om „waar zeer belangrijke
suppletoire credieten noodig ol'jken"
zullen, het tekort op de gewone in
komsten maar dadelijk te stellen op
drie millioen. En dit te meer, omdat,
waar de Regeering gelijk onmogelijk
anders kan, maatregelen in het voor
uitzicht stelt om het gat. door minis
ter Pierson in de schatkist geslagen,
te dichten, deze maatregelen, zooals
de minister van financiën zegt, „op de
uitkomsten van 1902 geen invloed
meer hebben en zij grootendeels zul
len worden verslonden door „de her
vormingen op wetgevend gebied, die
in de bedoeling der regeering liggen."
Alles te zamen genomen, meenen
wij dat, zoo de toestand, onder lei
ding van een voorzichtig fiancier als
minister Harte zeker zijn zal, geen
dadelijke ongerustheid behoeft te wek
ken, hij toch met angst doet vragen:
wat er van onze financiën zou terecht
gekomen zijn, indien geen einde waTe
gekomen aan het bewind van den
zwakken Pierson naast den genialen,
maar extra-duren, niet-rekenenden
Lely, en zijn niet minder roekeloozen.
collega van binnenlandsche zaken?
De algemeene indruk is, volgens
De Tij d deze, dat in gewone omstan
digheden de toestand der geldmidde
len. dank zij de buitengewone voor-
deelige jaren, die vooraf gingen
ondanks de vele nieuwe eischen door
de reeds aangenomen wetten aan de
schatkist gesteld, nog niet verontrus
tend behoefde te heeten. Zooals echter
de minister zelf in zijn rede duidelijk
zegt vervolgt, het blad zijn de
medegedeelde cijfers, bepaaldelijk wat
het totaaal der uitgaven betreft, inder
daad slechts te beschouwen als voor-
loopige en moet op een aanzienlijke
stijging daarvan gerekend worden
door de te verwachten indiening van
hooge suppletoire begrootingen in den
loop des jaars.
De tegenwoordige Regeering heeft
zich door de Troonrede verbonden tot
het voorstellen en tot stand brengen
(2oover van haar afhangt) van tal van
uiterst kostbare hervormingen en or
ganisation. In plaats van daarvoor
beschikbare gelden vindt zij, vóór zij
dien arbeid begonnen heeft op de
Staatshegrooting een deficit en in de
stijging der gewone inkomsten eenc
vertraging Dit is een toestand, waar
in zooals de minister terecht op
merkt, onmogelijk kan berust worden.
Vermeerdering van inkomsten en
zeer aanzienlijke vermeerdering van
inkomsten is een onafwijsbare eisch.
Over de manier, waarop die vermeer
dering zal bereikt worden, liet de Re
geering zich niet uit: iets aangaande
hare plannen vernamen wij echter uit
de Troonrede. Laten wij hopen, dat
zij, bijzonder op dit punt haar schran
der beleid moge toonen en alle gevaar
lijke klippen zal weten te ontzeilen.
Het verband tusschen goede politiek
en goede financiën was maar zelden
nauwer en meer klaarblijkelijk dan
thans hier te lande het geval is.
Ook het Vaderland toont aan
dat het geraamde tekort van ruim 13
millioen lang niet zoo erg is als het
er uitziet. Het blad besluit aldus:
„Mogelijk" heet het ,dat suppletoire
credietaanvragen zullen noodig blij
ken en „vermoedelijk" zal men in do
volgende jaren zich niet evenzeer als
thans kunnen beperken.
Dan kan dus het tekort heel wat
grooter nog worden.
Hoe moet daarin worden voorzien?
Het wordt niet meegedeeld.
Zal men eindelijk eens voorgoed bre
ken met het misbruiken van schatkist
biljetten en schatkistpromessen voor
een ander doel dan het voorzien in
tijdelijke tekorten, dan het anticipee-
ren op pas na eenige maanden inko
mende gelden?
Wij vreezen dat het „verbroken fi
nancieel evenwicht" wel goeddeels
door Nederland's consumenten ten
gevolge van tariefsverhooging zal
moeten worden hersteld.
Voor een noodzakelijke partijdige
politiek van protectie, die uit de zak
ken liefst der minst bedeelden in de
effectentrommel der financieel beter
gesitueerden zal overhevelen wat deze
laatste meenden te kort te komen,
zullen wij wel niet blijven bewaard.
Dat op dit oogenblik de Nederland-
sche financiën ie wenschen laten mag
het zittend Kabinet niet worden ver
weten «iank verdient bet, dat het
hier geen politiek van wegmoffelen
heeft toegepast.
Dit neemt niet weg. dat wij niet zon
der ongerustheid zijn financieel be
leid blijven gadeslaan.
INGEZONDEN MEDEDEE-
LINGEN.
30 cents per regel.
Alle geiieeslieeren besehoawen
het natuurlijke
FRANS JOZEF BITTER W ATE U
als het eenige zouthoudende pur
geermiddel. dat aangenaam is oin
in te neuten. By kleine giften
genomen is zijne werking ahsolnnt
zeker en werkt het oplossend na
Op 10 wereldtentoonstellingen met
gouden medailles bekroond.
Overal verkrijgbaar.
Binnenland.
Z. K. H. de Prins der Nederlanden
heeft Zaterdagavond van 't begin tot't
einde der voorstelling bijgewoond in
het circus Barnum Bailey
Z. K. H. werd bij het binnenkomen
door het overtalrljke publiek, dat de
tent tot in de nok toe vulde, met luide
toejuichingen begroet, waarna de
Prins, omringd door eenige leden van
het militaire huis, plaats nam in een
loge, daartoe in 't bijzonder ingericht
en versierd met de Nederlandsche en
Amerikaansche vlaggen.
Met veel belangstelling volgde Z. K.
H. de voorstelling, vooral de paarden-
dressuur, en in 't bijzonder de hinno-
drömewedrennen wekten de bewonde
ring van den Prins. Bij het heengaan
speelde het muziekkorps het SVien
Neerlandsch Bloed.
De Prins was in burgerkleeding.
&og meer inbraken.
Zondag-nacht is te 's-Gravenhage op
twee plaatsen ingebroken, namelijk in
de Jan van Goyenstraat, waar een
paar konijnen zijn vermist en bij een
melkhandelaar in de De Riemstraat,
waar een kast opengebroken is en ver
schillende voorwerpen ontvreemd zijn.
Te Rotterdam zijn verschillende gou
den en zilveren voorwerpen in beslag
genomen afkomstig van een inbraak
aan de Groot-Hertoginnelaan te 's
Gravenhage.
Te Amsterdam hadden de inbrekers
een perceel aan de Vondelkade tot ter
rein van hun werkzaamheden geko
zen. De bewoner van no. 9. de kapper
C. W. L. Krijf en de zijnen waren Zon
dag uitgeweest, en toen zij 's avonds
thuis kwamen, vonden zij de straat
deur opengesloten. De deur der bin
nenkamer was openbroken, die der
linnenkast verbrijzeld. De inbrekers
hadden ruw te keer gegaan en alles
door elkaar gesmeten. Vermist werden
een bedrag van ongeveer f 280, alsme
de eenige horloges en andere kleine
kostbaarheden.
Het Hof van Arbitrage en de
Boeren.
Naar aanleiding van het verzoek om
arbitrage door het Zuidafrilt&ansche
Boeren driemanschap, gericht tot hoof
den der builenlandschc gezantschap
pen te 's-Gravenhage, voor zoover zij
deel uitmaken van den Raad van Be
heer van dat Hof, richten zich zoowel
hier te lande als in en buiten Europa
de vragen naar dien Raad van Beheer
in de meening dat van dit college thans
de beslissing afhangt.
Deze opinie aldus wordt aan het
„Ilbld." geschreven berust evenwel
op een verkeerd begrip van de roeping
en de bevoegdheden van dien Raad,
welke het best worden gekend uit een
herinnering van '•-> werking der ge-
heeie instelling, die uit de Vredescon
ferentie is voortgevloeid.
Het Permanenie Hof van Arbitrage
dan treedt eerst in werking ingevolge
eene speciale overeenkomst tuss '-hen
twee mogendheden, krachtens welke
deze besluiten tot arbitrage onder be
noeming van leden van het Hof tot
scheidsrechters.
Alsdan treedt het internationaal bu
reau in werking als griffie.
Aan den Raad van Beheer is in de
conventie geen andere taak opgedragen
dan de instelling van het Bureau, hei
doen van benoemingen van de ambtj-
naren, toezicht op de werking en het
geldelijk beheer.
Met het oog op dit zuiver administra
tieve karakter van den Raad. zal dit
college niet anders overblijven dan
zich onbevoegd te verklaren.
De ontvangst dezer dagen door prof.
Kuyper. minister van binnenlandsche
zaken, aan diens departement van de
leden dar Zuid-Afrikaansehe deputatie,
de heeren Fischer, Wessels en Yvul.u-a-
rans. was, naar men verneemt, bedoeld
als een offieieele ontvangst van die
deputatie door den formeerder van het
nieuw opgetreden kabinet. Het Bóeren-
driemanschap hecht dan ook aan dit
onderhoud met den tijdelijke» voorzit
ter van den ministerraad veel waarde,
omdat daaruit blijkt dat ook dit kabi
net de deputaten als offieieele verte
genwoordigers der beide republieken
erkent.
Smeekbedó aan Engeland's
Koningin.
Het Internationaal Dames-Comité
„Alcmaria", van oordeel zijnde, dat
geen middel onbeproefd moet worden
gelaten om te trachten de vrouwen- en
kinderen in de Zuidafrikaansche con-'
centratiekampen van een wissen dood-
te redden en aan het onnoemlijk lij
den een einde te maken, heeft beslo
ten eene smeekbede te overhandigen
aan II. M. de Koningin van Engeland,
en een beroep op haar te doen als vrouw
en moeder om haren invloed aan te
wenden hij de regeering, om die on
gelukkige slachtoffers van den oorlog
naar neutraal grondgebied ie doen
overbrengen en den oorlog te voeren
naar de regelen van beschaafde uai.cn.
Overtuigd van de medewerking barer
sub-comité s, zal zij bovendien een be
roep doen op alle Ncderlandsche vrou
w-en, om die poging te steunen en zul
len eenige invloedrijke dames worden
uitgenoodigd als afgevaardigden nanr
Engeland te gaan om dit smeekschrift
aan te bieden.
Tevens zal zij ook in andere rijken
de bestaande comité's opwekken, dit
voorbeeld te volgen, opdat ook van
daar uit deputaties zich wenden tot
de vrouw, die, behalve hare vorstelijke
kroon, tevens dë schoone moedei kroun
draagt moge de eerste haar ver
plichten het Staatsbeleid har-er regee
ring te steunen, de laatste legt haar
den plicht op, weerlooze vrouwen en
kinderen in bescherming te nomen.
De heer mr. H. Goeman Borgcsius,
eere-voorziiter van den Volksbond, Y er-
eeniging tegen drankmisbruik, heeft
de benoeming tat lid van het hooidbe-
stuur van den Bond aanvaard. Mej. L.
Henny te Zutphen heeft een dergelijke
benoeming niet aangenomen.
To Amsterdam is Maandag het con
gres van artsen aan levensverzekerin
gen-maatschappijen verbonden, ge
opend.
De zaak-Ter Laan.
Het H b 1 d. wijzende op bet geval
Ter Laan, dringt op een wettelijke re
geling aan.
Voor de Boeren.
Door de Ned1. Zuid-Afrikaansche
Vereeniging is tot dusver ontvangen
f 1,277.503.75 1/2.
Academische Examens.
Lai-de-n. Geslaagd voor het 2e na
tuurkundig examen de heer W. C.
A. A-rbeiter, voor het propaedieu-
tisch examen ito de godgeleerdheid
de heer P. H. van Reedt Dordltland
en voor het camdidaatsexamieai in
de godgeleerdheid 2e gedeelte de
heer H. J. Schim v. dl. Loeff Glzn.
Gevaarlijke positie.
Een veldartillerist, die Zondag
avond op den Dennenweg in Den
Haag een man ernstig mishandel
de, werd te dier zake door twee
politieagenten naar de militaire
wacht in de Frederikskazernie ge
bracht. Volgens beweren van dez©
politiebeambten hebben zij in die
wacht een allesbehalve goed ont
haal gehad. Zij zouden bedreigd
zij-n door hun arrestant, en dcor an
dere aanwezige artiEe-ristem heb
ben zij hoonen zeggen: willen we
die klabakken eens doodslaan? Dit
zeggende hadden eenigen- dier mili-
t'airen naar hun sabel gegrepen,
waarop een der agenten) zijn revol
ver had getrokken. Hiermede drei
gende was 't den politiebeambten
gelukt ruim baan. te maken en bui
ten het hek der kazerne te komen.
Twee getuigen bevestigen de ver-
kiaringen der agenten. De militai
re autoriteit is met het gebeurde in
kennis gesteld'.
Sporten Wedstrijden.
V oetbal.
Dordtsche Lauwerkrans.
Uitslagen op Zondag j.L:
Volharding—D. S. V. V. 3—1.
D. F. C. II—H. V. V. n, 0-2.
OlympiaAchilles, 20.
D. F. C.Hollandia, 42.
Deze wedstrijden hebben dus tot re
sultaat. dat Zondag 29 September te
genover elkaar komen te staan van
12 1/2—2 uur VolhardingH. V. V. II
en van 23 1/2 uur D. F. C. tegen
Olympia.
De vereeniging H. B. S. zal Zondag
de Beerschot F. C. uit Antwerpen op
haar terrein te 's-Gravenhage in een
wedstrijd ontmoeten.
Onderwijs.
Uit Den Haag.
Naar men verneemt heeft de com
missie van toezicht op het Middelbaar
Onderwijs te 's Gravenhage collectief
haar ontslag ingediend, gelijk na
de laatste leeraarsbenoeming. in strijd
met de pertinente adviezen van den
(tegenwoordige-n en voorgaanden) di
recteur en van de commissie, te ver
wachten was.
Trouwens, zoo voegt men er
bij, dat ontslag verrast niemand, die
opgemerkt heeft hoe in de laatste tij
den verschillende leden der commissie,
en zeker niet de minst ijverigen: de
heeren mr. C. Pijnacker Ilordiik, E. B.
Kielstra. mr. G. A. P. Bax, generaal
P. M. SfcSachse^ aMfcgaèavejgciid hun
mandaat nederlegden. Zij konden
zoo drukte althans een hunner zich
uit „hun tijd beter gebruiken."
Rechtszaken.
Voor die Haagsche rechtbank h-ad
zich Maandag te verantwoorden
een ziekenverpleger, beklaagd! dat
het aan zijn schuld te wij-ten is dat
op 8 Mei 11. een 70-ja.rige patient,
opgenomen in. een sanatorium voor
zenuwlijders te Schev-en-ingen, over
leden is, daar hij aan dien- patient
een kop the-e of een glas melk toe
gediend had, waarin op de gis door
beklaagde een dosis plantaardig
vergif was gedaan zonder een ge
neeskundige daaromtrent te raad
plegen.
In de tweede plaats stond beid.
terecht wegens het buitern noodza
kelijkheid uitoefenen van de ge
neeskunde door het toedienen van
„Duboisime."
Het O. M. vorderde 6 maanden
gevangenisstraf.
Gemengd Nieuws.
Spoorwegongeluk.
Een ernstig spoorwegongeluk is Za
terdag gebeurd bij het station Palota,
in de buurt vau Turn-Severin, in Ru-
meni.ü. De sneltrein, van Bukarest
kwarn 's nachts om twee uur aan stati
on Palota aan, en vertrok direct naar
Turn-Severin. Onmiddellijk hierop
kwam een petroleumtrein bestaande
uit 16 volle wagens, elk geladen met
10.000 kilo petroleum .Van Palota af is
de weg zeer bellend naar beneden.
De sneltrein reed met een vaart van
3540 kilometer per uur. Plotseling
hoorde dé remmer van den laatsien
wagen noodsignalen. De rem van den
petroleumtrein weigerde en do groote
massa ging in razende vaart verder.
Het personeel van dc-n sneltrein wist
niet wat die noodsignalen te beteeke-
nen hadden en in plaats van hard door
te rijden, bracht het den trein tot
staar.. Een oogenblik daarna was het
ongeluk geschied.
De petroleumtrein, die den. afstand
van Palota tot de plaats van het onheil
moest afleggen in 62 minuten, deed er
7 minuten over.
Beide treinen werden vernield, ai-
leen de locomotief van den sneltrein
en de beide laatste petroleumwagens
bleven onbeschadigd.
De petroleum liep uit de veertien
■wagens en alles stond dadelijk in lich
ter laaie.
Van de 38 passagiers zpn er om
gekomen.
Tuinman'6 wraak
De groote schilder Meissonier had
op zijn buitenverblijf te Poissy een
tuinman met een verbazend sterk ont
wikkeld geheugen. Hij kende, even
als „Roelf" in den Groninger Hortus,
van alle zaden en planten de namen.
Zijn kennis wekt de bewondering op
van Emile Augier, die hem een bui
tengewoon man noemde. Hij bleef
nooit het antwoord schuldig en toch
had Meissonier zich voorgesteld hem
er in te laten loopen. Eens in tegen
woordigheid van Augier, liet hij zijn
tuinman roepen en toonde hem op een
stukblauw papier een menigte kuit van
haring.
„Kent gij deze zaden?" vroeg hij.
De tuinman bekeek ze met aandacht
en zeide: „Ja, dat zijn zaden van
Pulpus fluximas de wetenschappe
lijke naam van haring is Clupea ha-
rengus een zeldzame plant uit de
tropen. Een zegevierende glimlach
vertoonde zich op het gelaat van
Meissonier en hij vroeg hem: Hoeveel
tijd hebben deze zaden noodig om op
te komen? Ongeveer 14 dagen, ant
woordde de slimme tuinman. Deze
vertrok daarop en nam de zaden mede
naar den tuin.
„Gij hoort het, veertien dagen, zei-
de Meissonier tot Emile Augier, „ver
geet niet, dan hier te komen."
Augier kwam terug op den afgespro
ken tijd. Men dronk gezellig koffie
toen de tuinman zich aanmeldde.
„Mijnheer Meissonier," zeide hij,
„de planten zijn boven den grond,
wilt u ze komen zien?"
„Wel, dat is sterk," riep de schilder
verwonderd uit.
Allen gingen, naar den tuin. De
tuinman tilde een groote glazen kom
omhoog; uit een laag aarde, zorgvul
dig plat gemaakt, kwam een driedub
bele rij koppen van gemarineerde ha
ringen te voorschijn.
Heeren af.
Tuinman glimlacht.
(Landb. Wkba.)
Bouwgeid in het Schoterkwartier
Zooals onze lezers uit de artikelen
in dit blad over bovenstaand onder
werp hebben kunnen nagaan, beroe
pen de voorstellers der verordening
tot heffen van bouwgeld in het Seho-
terkwartier, de heeren J. J. Sneltjes,
II. D Tjeenk Willink, L. Modoo en
Mr. Joh. Spoor zich op art. 240 i der
gemeentewet, dat bepaalt
Tot dekking der plaatselijke uitga
ven kunnen de gemeente-besturen be
lasting heffen wegens gebouwde eigen
dommen en hunne aanhoorigheden,
die gelegen zijn in bepaalde gedeelten
der gemeente naar de grondslagen,
volgens welke van de belastingschul
digen in billijke evenredigheid eene
bijdrage gevorderd wordt in de kosten
ten laste der gemeente komende, ten
behoeve van den aanbouw in de aldaar
bedoelde gedeelten. De laatstgenoemde
belastin" mag alleen wegens de na in
voering der belasting gestichte gebou
wen en hunne aanhoorigheden worden
geheven.
B. en W. geven er echter een
andere interpretatie van en meenen,
(tal indien bedoeld wetsartikel van toe
passing zou kunnen zijn, moet vast
staan: a. dat er kosten ten laste der
gemeente komen, en b. dat tot bet ma
ken dier kosten besloten is ten behoeve
van den aanbouw op de ten noorden
eh ten westen van de spoorlijn gelegen
terreinen.
Er doet zich hier dus een zeer be
langrijk juridiek meeningsverschil
voor. En om voor onze lezers het volle
licht over deze kwestie te doen schii-
nen, hebben we een schriftelijke en
quête bij enkele bekende rechtsgeleer
den ingesteld.
We mochten daarop de volgende ant
woorden ontvangen:
VanMr. Tb. de Haan Hugen-
h o 11 z
Gij doet mij de eer aan, mijne opinie
te vragen over de kwestie of artikel
240j van de Gemeentewet, waarop de
voorstellers van eene nieuwe belasting
voor Haarlem zich beroepen, hierbij
wel, of niet, van toepassing zoude zijn.
Mijne opinie over deze kwestie wordt
geheel weergegeven in het aan den
Gemeenteraad gezonden praeadvies van
Burgemeester en Wethouders, dat ik
als waarnemend burgemeester heb on
derteekend.
Ik heb er niets bij te voegen.
Van Jhr. Mr. F. W. van Sty-
r u m:
In antwoord op uw schrijven van 21
dezer heb ik de eer u te berichten, dat
ik het in den regel beter acht. dat een
raadslid eerst bij de behandeling van
een voorstel in den Raad, in het open
baar van zijne meening doet blijken,
hetzij dan alleen door zijn stem uit te
brengen, hetzij door ook aan de be
raadslagingen deel te nemen. Ik heb
mij bij dien stelregel altijd goed be
vonden; trouwens, men komt in een.
raadsvergadering te zamen, niet om te
trachten de eene of andere vooropge
zette meening te doen zegevieren, doch
om zooals men oudtijds placht te
zeggen als vroede mannen van ge
dachten te wisselen en over de belan
gen der gemeente te beraadslagen.
Daarbij zal het vaak voorkomen, dat
eene meeaiing. welke men aanvankelijk
koesterde, door te berde gebrachte ar»
gumenten eene aanmerkelijke wijzi
ging ondergaat, en dat de gevolgen
daarvan zich openbaren in d'e stem
die men uitbrengt.
Op dien grond kan ik tot mijn leed
wezen niet voldoen aan het verzoek,
zooals het tot mij is gericht.
Intusschen ben ik gaarne bereid het
een en ander omtrent de word.ngsge-
schiedenis van artikel 2-iOj mode te
deelen, ten einde zoodoende te bevor
deren. dat uwe lezers zichzelven ge
makkelijker een oordeel ove de zaak
zullen kunnen vormen.
Zooals bekend is, werd bij de wet
van 24 Mei 1897 Stbl. 156, aan artikel
240 onder andere de alinea j. toege
voegd.
Bij de Memorie van Toelichting, die
het ontwerp vergezelde, werd er op ge''
wezen, dat, wanneer er een aanbouw
was van nieuwe stadsgedeelten, dat
gene wat de gemeente daarvoor be
steedde door de algemeene kas moest'
worden gedragen, tenzij contractueel
bijzondere voorzieningen werden go
maakt bij de overname van verkeers
wegen.
De Regeering achtte dit eene leemte-
waarin voorzien moest worden; van»,
daar dat de toevoeging werd voorge
steld, ten einde mogelijk te maken,
dat de belanghebbenden langs wette
lijken weg, ook zonder bijzondere over-
eenkomst gedwongen zouden kunnen
worden, om eene bijdrage in zoodanige,
door de gemeente aangewende, kosten
te verleenen.
Nader verduidelijkte de Regeering de
strekking van de voorgestelde letter j,
bij de Memorie van Antwoord, als
volgt:
„De ondergeteekenden (de Minis»
ters van Binnenlandsche Zaken eD
van Financiën), hebben zich de ge
vallen voorgesteld, die dagelijks in
gemeenteraden voorkomen, datvooi
een bouwterrein in overleg met het
gemeentebestuur een stratenplan
wordt vastgesteld en de voorwaar
den gesteld worden voor de overne
ming van straten en den aanleg van
werken en inrichtingen ten behoeve
van den aanbouw op zoodanig ter
rein. Het ligt nu niet in de bedoeling
in zoodanige onderhandeling in to
grijpen ten behoeve vau eene der bei-
d'e partijen, maar de publiekrechte
lijke lasten voor zulke gevallen beter
te regelen en daardoor moeilijkhe
den te voorkomen.
In de eerste plaats wel de moeilijk
heid, dat het gemeentebestuur het
initiatief niet kan nemen voor het
vormen van een stratenplan, zonder
ook de geheele kosten daarvan ten
laste der gemeente te nemen, en dat
de aanbouw van nieuwe kwartieren
diensvolgens broksgewijze geschiedt
naarmate een eigenaar of eene com
binatie van eigenaren zich aanmeldt.
Een veel wenschelijker wijze van
stadsuitbreiding is zeker, dat de ge
meente haren "toekomstigen vorm
vaststelt en den grond voor de stro
ten onteigent.
Wordt het sub b (thans i) voorge
stelde niet opgenomen, dan draagt
de gemeente de kosten dier straten
zonder eenige bijzondere vergoeding
van de zijde der eigenaren, die door
de waardevermeerdering der aan
grenzende terreinen worden gebaat."
De openbare beraadslagingen in de
Tweede Kamer verspreidden weinig
nieuw licht; alle&n werd bij die gele
genheid uitdrukkelijk gereleveerd, dat
de bepaling van art. 240 alinea j slaat
op het geval, dat de gemeente in een
voor aanbouw bestemd, aan anderen
behoorend terrein, straten aanlegt of
rioleerin? maakt en daarvoor de kos-