EEN HALVE WEEK
Tweede Blad,
Het geheim van den
Senator.
Uit de Technische Wereld.
behoorende bij
i,Haarlem's Dagblad"
van
Donderdag 3 October 1901.
Mo. 5602
Wereldgeschiedenis.
De oorlogskosten. De pho
tographic in den oorlog.
Eerbewijzen en promoties.
De vijandelijkheden in Zuid-Afrika,
die den 15en September een einde moes
ten nemen, zijn juist op dien datum
met vernieuwde kracht begonnen. Het
schijnt dat men bij het Engelsche mi
nisterie van oorlog wel een weinig
hierop gerekend had, want alle maat
regelen zijn genomen om tot 15 Januari
1902 alle uitgaven te dekken zonder
daartoe machtiging van het parlement
noodig te hebben.
De gelden, die op den len Aug. jl.
voor den oorlog beschikbaar waren,
bedroegen 30 millioen pond sterling,
waaraan nog 7 millioen voor het bur
gerlijk bestuur moet worden toege
voegd, dat is dus te zamen 37 millioen
pond sterling, pl. m. 344 millioen gul
den.
De kosten van den oorlog beloopen
dus ruim 18 millioen gulden per week,
onvoorziene omstandigheden natuur
lijk buiten rekening gelaten.
Verschillende Engelsche bladen ver
tellen een vrij vermakelijk verhaaltje,
dat ze natuurlijk met de noodige com
mentaren opluisteren. Het schijnt, dat
tijdens de onderhandelingen, die voor
eenigen tijd geleden tusschen de ge
neraals Botha, De Wet en Kitchener
hebben plaats gehad, een in een of
anderen hoek goed verborgen plioto-
graaf kiekjes van het drietal heeft ge
maakt en die in grooten getale heeft
verspreid met de bijvoeging:
,,De Boeren hebben Kitchener gevan
gen genomen. Ziehier het bewijs er
van!"
Het is zeker een onloochenbaar feit,
dat degenen die zich hierdoor heb
ben laten bedotten, blijk gegeven heb
ben in 't bezit te zijn van een vrij groote
dosis naïveteit.
Indien echter de geschiedenis waar
is, dan nog hebben de Boeren niet het
monopolie van deze geniale toepas
sing der photographie. In eene van
de groote music halls" te Londen
wordt de volgende „scène uit d'en oor
log" op de kinematograaf vertoond.
De Boeren hebben een Engelsch sol
daat gevangen genomen. Zij doorzoe
ken hem en vinden onder zijn jas de
Union Jack" verborgen. In woedie
ontstoken, beleedigen zij de Engelsche
kleuren op allerlei manieren. Tommy
Atkins tracht zijn vlag te heroveren,
maar de Boeren werpen hem op den
grond en schieten hem in koelen bloede
dood. Daarop gaan zij er van door,
klaarblijkelijk zeer voldaan over hun
daad en laten het lijk aan zijn lot over!
Inderdaad, de verbeeldingskracht
van onze overzeesche naburen is sterk
ontwikkeld.
De dappere officieren en soldaten,
die zoo dikwijls slaag hebben gekregen
zijn beloond.
De lijst met eerbewijzen en promo
ties, naar aanleiding van Roberts' en
Kitchener's aanbevelingen, die Vrij
dagavond in de London Gazette ver
schenen is, beslaat in de Times van
Zaterdagmorgen niet minder dan vijf
tien kolom kleinen druk. De West
minster Gazette is niet bijzonder inge
nomen met den stortvloed van lintjes,
medailles, titels en bevorderingen. De
lijst roept het blad Gilbert's woorden
te binnen:
When everybody's somebody
Then no one's anybody.
Engeland heeft, zegt het blad, een
groot aantal troepen te velde gehad,
en het is mogelijk, dat de eerbewijzen
even „onvermijdelijk" zijn als de oor
log het was. Maar zulk decoreeren
op groote schaal ontneemt er veel van
de waarde aan, terwijl het weerzin
wekkend is zoolang de oorlog nog aan
houdt. Zal ep een tweede medaille
■worden ingesteld! voor hen, die' nu
nog te velde staan, vraagt de West
minster Gazette" spottend, en die zich
verder onderscheiden?
Wij voor ons zouden nog een derde
blikje willen in stellen en wel voor de
mannen, die het meest aantal keeren
in handen der Boeren zouden zijn ge
vallen. De concurrentie zou scherp
zijn.
Fenllleton.
Naar het Duitsch
van
F. ARNEPELDT.
18)
Het is beide voorhanden, ant
woordde hij, ©enige karaffen, uit
het buffet nemend. Snel werden de
glazen gevuld) waarop Olivia een
grappigen toost uitbracht en haar
glas in één teug ledigde, de ande
ren uitnoodigend'e haar voorbeeld
te volgen, waaraan slechts John en
de tweelingen gevolg gaven.
Spoedig daarna stond men van
tafel opJohn nam afscheid om
zich naar zijni kantoor te begeven
en de dames maakten zich gereed
om naar boven te gaan, teneinde
daar te beraadslagen, wat de dames
Langen bruch al of niet mee moes
ten nemen op reis.
Kinderen, gedraagt je kalm,
zoolang wij boven zijn, sprak Jo-
Feestrede van den heer G.
J. van Gasteren.
Bij de op&mngs-voorstelling door de
letterlievende vereeniging „J. J. Cra
mer" ter gelegenheid van haar tooneel-
wedstrijd Dinsdagavond gehouden,
sprak de voorzitter, de heer G. J. van
Gasteren de volgende feestrede uit:
Dames en Heeren!
Voor de 4e maal gedurende het bijna
20jarig bestaan der Letterlievende Ver
eeniging ,,J. J. Cremer", heeft onze
vereeniging een wedstrijd uitgeschre
ven en nu verwacht ge met recht van
uwen voorzitter bij 't openen van diezen
tooneelwedstrijd eeru woord tot inlei
ding. Ik doe dat met de overtuiging,
dat tooneel- en reciteerwedstrijden een
behoud zijn voor eigen taal en kunst,
want
Door edgen taal en kunst blijft Zuid
aan Noord verbonden.
Dus leve Nederland, groot, vrij en on
geschonden!
„Deze woorden," behelzen het velle
den, het heden en de toekomst van het
Nederlandsche volk. De liefde voor
moedertaal en kunst is steeds de band
geweest, die de verschillende, soms
verspreide stammen van een oorspron
kelijk volk weer tot elkander bracht;
het is een onuitwischbaar teeken, waar
aan de verspreide kinderen uit één va
derhuis elkander altijd weer herken
nen.
De staatkundige geschiedenis is
meestal eene aaneenschakeling van
oorlogen en twisten door tegenstrijdi
ge belangen, meer nog door ijverzucht
der vorsten ontstaan; het is eene op
volging van steeds veranderende toe
standen.
De geschiedenis van taal en kunst is
daarentegen die van verbinding, ssa
menwerking, éénheid
Zij laat vruchten na, die van moreele
kracht getuigen; zij is de geschiedenis
van den zich ontwikkelenden mensche-
lijken geest elk volk de zijne Geen
oorspronkelijk volk zonder edgen taal
en eigen kunst.
De geschiedenis van ons Nederland
levert van een en ander de treffendste
bewijzen. Ten tijde der Graven van
Holland waren de Nederlandsche ge
westen. verdeeld onder verschillende
vorsten, die elkander -edurig beoor
loogden en het volk volgde zijne twist
zieke heeren ten strijde. Een kort oo-
genblik werden allen door den mach
tigen Karei van Bourgondië tot rust
gedwongen; maar na zijn dood bra
ken de onlusten en verdeeldheden da
delijk weer uit, totdat de groote Kei
zer Karei V de zeventien gewesten tot
een rijk vereenigde.
Maar door hem kwam Nederland on
der vreemde heerschappij en weer
volgde een lange, bange tijd van
jammer en ellende, van oorlog, bloed
vergieten en verdeeldihetid; want de po
litiek had religie-haat gezaaid en ge
kweekt. Bijna een eeuw duurden twist
en vervolging voor het aan Willem van
Oranje en zijn zonen gelukken mocht,
de vrijgevochten Nederlanden rust en
vrede te schenken; en toch slechts aser
kort was die rust; want politiek en
partijzucht rusten nooit! Het huis van
Oranje! werd vervallen verklaard', in
hangen tijd teruggeroeper^ later weer
verjaagd; republiek, Frafsche over-
heerscbing en nieuwe verdeeldheid
volgden, totdat eindelijk Oranje weer
teruggeroepen werd en al dia Nederlan
den onder Koning Willem I tot één rijk
vereenigd werden. Slechts vijftien ja
ren duurde die vereeniging. 1830 kwam;
Zuid en Noord-Nederland! werden en
bleven gescheiden.
En toch hebben acht eeuwen van woe
lingen, oorlogen en scheiding Neder
land zijne eenheid niet kunnen ontne
men, omdat er eene macht bleef le
ven en onafgebroken werken, eene
macht, krachtiger ten Eroede, dan twist
en partijschap ten kwade. Die macht,
dames en heeren! is de liefde voor ei
gen taal en kunst; eene liefde, niet op
gelegd door den wil der vorsten, ook
niet voortvloeiende uit koud bereke
nend eigenbelang maar opwellende
uit het eigen hart van het Nederland
sche volk, waarin zij van geslacht tot
geslacht blijft voortleven.
Die liefde voor eigen taal en kunst
heeft onze dichters en historieschrij
vers bezield, van Jacob van Maerlant
en Melis Stoke tot Joost v. di Vondel;
van Joost v. d. Vondel tot Jacob van
Leunen. Jan van Beers, Cremer en. zoo
veel anderen; die kunstzin heeft van
de Gebr. van Eijck tot heden de kun
stenaars bezield, wier werken in al de
musea van Europa den roem verkon
digen der beide zoo karakteristieke
Nederlandsche scholen, enwanneer die
arbeidzame macht der oorspronkelijk
heid zich in haar volle grootheid' open
baarde., dan stichtte zij gebouwen als
de Dom van Utrecht en de Kathedraal
van Antwerpen.
Eeuwen waren er soms noodig, om
die gebouwen te voltooien; maar toch
kwamen zij tot stand en de Stadhuizen
van Leuven, Brugge, Oudenaarden,
Gent en Brussel, de St. Janskerk van
den Bosch, het stadhuis te Leiden en
onze Vleeschhal zijn uit verschillende
hanna tot die tweelingen, Met de
vacant-ie zijn ze heedemaal uit den
band gesprongen, voegde zij, tot
Olivia en Caecilie gewend1, er aan
toe.
Och laat hen toch begaan, 't
is immers vandaag de laatste dag
van hun vrijheid, sprak Caecilie
goedhartig. Morgen moeten ze
weer op school zijn.
Dat is maar goed ook, voegde
mevrouw Langenbruch er aan toe,
juffrouw Re-ichhelm zal heel wat
met hen te stellen hebben. Mijn
heer Wilson heeft hen heelemaal
wild gemaakt. Ik houd' anders veel
van den jongen man, maar dat kan
ik toch niet langer van hem dulden.
Nu, hij zal toch niet eeuwig
in Lübeck blijven! riep Olivia uit.
Ik hoop, dat hij spoedig ver
trekt, sprak Johanna, die reedis den
geheelen morgen stil was geweest
en er hl-eek en bedrukt uitzag, op
een toon, die zoo duidelijk haar ge-
drukten gemoedstoestand verried',
dat de anderen verwonderd opke
ken. Zic-h snel herstellende voegde
zij er bij Ik heb in de garde
robe de kachel laten aanleggen' en
daar een leuningstoel naar toe la
ten brengen, mama. zoodat u onze:
tijdperken, de verlichaamlijkte bewij
zen van den oorspronkelijken Neder-
landschen kunstzin,die onder Hoeksche
en Kabeljauwse he- twisten ontlook; (üe
trots verdrukking en verdeeldheid le
ven bleef; die zelfs onder de verwoede
slagen der beeldstormerij niet bezweek
en heden nog de eenige maar ook de
onverbreekbare band is tusschen Zuid
en Noord."
De tallooze rederijkerskamers, wel
ke in Nederland, ten allen tijde, zoowel
in kleine als in groote steden hebben
bestaan; die bij alle gelegenheden
feesten, jaarmarkten, blijde inkomsten
vain vorsten en kerkvoogden mee
werkten tot groote vreugde der bur
gerij, herinneren ons de diensten, door
de rederijkers bewezen, toen zij in da
gen van oorlog en ruw geweld deai ver
zachtenden invloed der poëzie om zich
heen verspreidden en door het uitachrij
ven van prijskampen en het vieren van
landjuweelen een vriendschapsband
onderhielden tusschen ds gewesten,
welke d"e politiek van elkander ver
vreemdde. In 1492 was 't de Kamer dia
Roos van Leuven, welke een prijs
kamp uitschreef, waarbij de Holland-
sche kamers genoodigd worden en ook
prijzen, wonnen. In 1555 was het de ka
mer Vreugdendal van Breda, die de
Zuid-Nederlanders ontving. In 1606
kwamen de HoLlandsche Kamers in
den Haarlemmerhout op uitnoodiging
van het aloude Trouw moet Blijcken
bijeen. Het waren In liefde bloeyende.
Uit leven der Jonst en Het zoet ver
garen, aan welke de stichting van ons
tooneel te danken is; verder de be
roemde Witte Acoleykens van Leyden,
die verschillende leden der Stedelijke
regeering onder anderen Jan van
Hout, den stnds-secretaris onder
hare leden telde; de Olijftak van Ant
werpen en het Jennetten bloemke van
Lier.
De Liefde voor eigen taal en kunst
was steeds de band; de kracht, die Ne
derland vereenigd hield, welke liefde
het allermeest door de Rederijkers-ka
mers was aangekwieekt en verspreid.
Als laatste voorheelden van de krach
tige werking dier kamers tot instand
houding onzer moedertaal wijs ik op
de meer dan vier eeuwen oude Kamer
de Roos, die iu deu Franschen tijd,
hoe ook verzwakt en belemmerd, toch
voorstellingen bleef geven in de over
al verdrongen moedertaal en ten slotte
den doorgezetten ijver der nu in bloei
zijnde Viaamsche Liefhebbers-Vereeni-
gingen, die sedert 70 jaar niet ophou
den voor de Nederlandsche taal te strij
den; die, uit het volk ontstaan, tot het
volk spreken, in steden en in dorpen,
en aan wie het grootendeels te danken
is, dat onze taal en letterkunde ook
daar hare oudo rechten weer hand
haaft.
Die kanxers hebban uit eigen bewe
ging veel gedaan, om den band te her
stellen, die de politiek doorgesneden
had en hebben steeds bewezen, dat de
liefde voor eigen taal en kunst in Ne
derland dezelfde heelende en heilzame
kracht bezit.
„In onze dagen, nu er regelmatig ge
organiseerde tooneelgezelschappen be
staan, zou het te dwaas zijn aan eenige
concurrentie tusschen deze en de vrije
zoogenaamde Liefhebberij-Tooneelge-
zelschappen te willen denken; over-
dwaas zou het zijn, dezelfde eischen
wat de uitvoering betreft, te willen
stellen voor den liefhebber als voor den
man, die de kunst tot zijn levensberoep
makende, ook moreel verplicht is, al
zijn levenskrachten aan de kunst toe
te wijden. De verdiensten der liefheb
bers zullen en kunnen niet wedijveren
met die van den voor- en van de kunst
alleen levenden kunstenaar; maar het
doel en de kracht der steeds meer en
meer herlevende rederijkers- en too
neelgezelschappen blijven onvermin
derd dezelfde. Niet goed zou het zijn,
dat de kunst, hoewel volmaakter be
oefend, geheel en al het gepacht eigem-
diom werd dier georganiseerde en be
zoldigde gezelschappen, die, hoe
schoon ook het programma klinke, in
de allermeeste gevallen toch rekening
moeten houden met het speculatief be
lang, en alleen in groote steden kun
nen bestaan, waar verblindend too-
neel-effect dikwijls meer waarde heeft
dan de kunst zelve.
De vrije gezelschappen bestaan over
al em zijn aan geen speculatiegeest on
derworpen; zij zijn het gevolg der lief
de voor eigen taal en kunst, die zij
kweeken en onderhouden,en die
liefde is de band, die kleine volken
sterk maakt.
Wij hebben, den hemel zij dank,
thans van Spanje noch Frankrijk, die
genoeg met eigen zaken te doen heb
ben, iets te vreezen; maar terwijl die
groote volkeren van Europa hunne
overmacht gebruiken om de kleinere
te overlieerschen, moeten die kleinere
hun volkskarakter ongeschonden trach
ten te bewaren en onze machtige na
buren, die meer kanonnen dan wij ko
gels bezitten, zouden het misschien
niet ondienstig vinden, dat wij onze
liefde voor eigen taal en oorspronkelij
ke kunst vergatenDit echter be
hoede de hemel! Volgen wij liever het
voorbeeld onzer voorouders en ook im
de toekomst blijve deze spreuk eene
waarheid:
beraadslagingen als voorzitster
kunt leiden.
Onder het uitspreken van deze
woorden had zij een der vele op de
bovengang uitkomende deuren ge
opend en traden de dames in een
smalle, maar zeer lange kamer,
waarin zich niets anders bevond
d'an groote linnenkasten, ophang-
plaatsen voor kleederen, waarvoor
gordijnen hingen, en een paar stoe
len met een tafel. Verscheiden kof
fers stonden geopend op den vloer.
Welk een prachtige gardero
be riep Caecilie bij het binnen
treden van die kamer uit, zoo
fraai is de onze niet.
Zij had haai* aanstaande schoon
moeder geen aangenamer compli
ment kunnen makenIets schoo
ners en d'oelmatigers in haar huis
te hebben d'an mevrouwLamprec-ht,
was voor haar een groote triomf.
Zij zette zich gemakkelijk in haar
leunstoelJohanna schoof haar een
voetkussen toe en sloeg haar een
doek om de schoudersvervolgens
ontsloot zij alle kasten, waarop een
zeer geanimeerd' gesprek over klee-
ren, zooals alleen dames dat kun
nen houden, werd gevoerd'.
Het is zoo moeiliik om een
Door eigen taal en kunst blijft Zuid
aan Noord verbonden;
Dus leve Nederland groot, vrij en on
geschonden!"
En hiermede, Dames en Heeren, heb
ik de eer dezen internationalen tooneel-
wedstrijd te openen met een woord
van dank aan allen, die ons in ons po
gen hebben ter zijde gestaan.
In da eerste plaats onze geëerbiedig
de Koningin Wilhelmina en Hare Door
luchtige Moeder;
onzen beschermheer, den oud-minis
ter Cremer;
den Commissaris der Koningin in de
ze provincie;
de Burgemeester van Haarlem;
den Gemeenteraad;
de Vereeniging ter bevordering van
Vreemdelingenverkeer;
de Liedertafel Crescendo;
en zoovele andere hooggeplaatste per
sonen en corporatiën, aan allen har
telijk dank.
Maar voor ik afscheid van u neem
geachte donateurs en leden, moet ik
bij voorbaat dank zeggen aan de hee
ren Juryleden.
Hun wacht een moeilijke en dik
wijls zeer ondankbare taak, maar dit
heeft hun niet terug gehouden om
Cremer bij zijn streven behulpzaam
te zijn.
Ons laatste dankwoord zij voor onze
eigene gemeente, voor onze stad Haar
lem. Haar gouden medaille heeft ze
ker bij een wedstrijd, hier gehouden,
eene bijzondere waarde. Misschien is
het eene deugd..., misschien een ge
brek; maar wij de eerste rederijkers
kamer van Haarlem, hebben met onze
stad' nog al op. In ons bijna 20jarig
bestaan hebben wij aan alles, wat hier
gedaan werd, deelgenomen, en soms
het geluk gehad, belangrijke medewer
king te kunnen verleenen. Te aange
namer was het ons, nu wij voor het
eerst van onze stedelijke Regeering
eenige medewerking verzochten, dit
blijk van belangstelling te mogen ont
vangen. Aan onzen StedJelijken Raad
oprechten dank!"
„Waarlijk, wij mogen trotsch zijn op
zooveel blijken van belangstelling!
Onze vereeniging zal er een prikkel
in vinden om te blijven streven naar
hetgeen goed en edel is. Zij blijft daar
bij vertrouwen op de vereerende be
scherming van Neerland's Koningin en
op deu steun der aanzienlijke en ver
mogende kunstvrienden. Zij rekent
steeds op de medewerking van de Zus-
terkamers van Noord en Zuid!Dus
beschermd, gesteund en vereerd, zij
het ons allen gegund, lang en veel bij
te dragen, tot de eenheid, de vrijheid
1 en den roem van het ons zoo dierbaar
vaderland."
(Zie voor verdere bijzonderheden
het Eerste Blad).
Binnenland.
Acad. examens.
Leiden Geslaagd voor heit docto
raal examen geneeskunde de heer
E. W. Goteling Vinmis; voor het
theoretisch geneeskundig examen
de heerein C. ten Bosch ,en J. W.
Hankes Drielsmavoor het candi-
duats-examen, geneeskunde de hee
ren A. M. van Aardenne en H. W.
Borel.
Groningen Met goed gevolg heeft
de heer J. L. La Gro het voorberei
dend examen in de godgeleerdheid
afgelegd.
Cijfers uit de Posterijen-
Onder den directeur-generaal der
posterii" i telegraphie waren
aan het einde van 1900 bij het
hoofdbestuur der posterijen en tele
graphie geplaatst 137 ambtenaren en
beambten, terwijl het personeel der
posterijen van den enkelvoud, dienst
uit 5473 personen en dat van den veree-
nigden dienst uit 2004 personen bestond
waaronder resp. 104 en 110 vrouwen.
Het aantal postkantoren op dat tijd
stip was 284, waarvan 4 spoorwegpost
kantoren. Voorts waren er 45 bij-kanto
ren en 989 hulpkantoren. Het aan
tal kantoren met vereenigden
post- e n telegraafdienst bedroeg op
het einde des jaars 220, waarvan 205
postkantoren en 15 hulpkantoren. De
in 1900 verkochte portfrankeer- en
spaarbankzegels, enz. vertegenwoordi
gen een waarde van f 9,891,857,65,
waarvan 75.380 aan zegels gediend
hebbende als inlagen in de rijkspost
spaarbank, blijft dus verkocht voor den
postdienst f 9,809,243,65 9,423,626,23).
Het aantal gewisselde stukken be-j
droeg 339,295,681 (325,804,503), waarvan
gewone brieven 99,683,738 (96,906,473),
briefkaarten 55,807,258 (51,851,670) en
nieuwsbladen en gedrukte stukken
156,063,477 (150,133,693). De aan de
post ter overmaking of ter invordering
toevertrouwde waarde, voor zoover be
kend, bedroeg /30S,937,900 (f295,745,261)
Uit het voorgaande blijkt, dat in 1900
het aantal behandelde stukken met,
goede keuze te doen, daar men. zoo
wel op koud' als op warm weder
moet rekenen en men toch gaarne
zoo weinig mogelijk bagage mee
wil nemen, sprak mevrouw Lan
genbruch, doch zij wees Johanna
zooveel zaken aan. die zij wenschte
mee te nemen, dat Johanna de an
deren met een wanhopigeu blik
aanzag. Hoe zou zij daarnaast nog
ruimte in de koffers vinden voor
de nood'zakelijkste kleeren voor
zich zelf?
Nadat men over deze vraag lang
en breed had geredeneerd;, was men
het eindelijk er over eens, dat er
minstens nog een groote koffer bij
moest worden, aangeschaft. Het
grootste deel der bagage zou als ijl-
goed vooruit gezonden warden.
Als u dan nog wat vergeten
hebt, behoeft u slechts aan mij te
schrijven om het onmiddellijk te
ontvangen ik weet nu immers
waar alles te vinden is, sprak Cae
cilie, terwijl Olivia opmerkte:
Dan weet ik een beteren raad;
wat u noodig hebt koopt u in Niz-
za. daar is aJles te krijgen. Als ik
er nog eens weer naar toe ga, dan
neem ik maar een heel kleinen
koffer mee.
ruim 13 millioen stuks is toegenomen
en de aan. de post ter overmaking of
ter invordering toevertrouwde waarde
ruim 13 millioen gulden meer heeft be
dragen. dan in 1899.
Het aantal der verzonden binnen-
landsche pakketten bedroeg 4,180,240
(4,075,257). In verkeer met liet huiten-
land bedroeg het aantal verzonden en
ontvangen pakketten 1,003,645 (971,032)
Het totaal der verzonden blnneniand-
sche en verzonden en ontvangen buiten.
landsche pakketten beliep 5,183,885
(5,046,289), waarvan 98 pet. geheel of
gedeeltelijk per spoor werden verzon
den, waarvoor aan de verschillende
spoorwegmaatschappijen f 551,899.57
of /.ll per pakket werd vergoed. Ter
gelegenheid van het St.-Nicolaasfeest
werden 231.270 pakketten verzonden.
Het batig saldo van den postdienst
zal vermoedelijk bedragen f2,407.099.15
daar de ontvangsten vermoedelijk
f 10,149,535.47 (f 9,670.405.14') en de uit
gaven f 7,742.436.32 (f 7,420.092.54) be
liepen.
(De tusscliem haakjes geplaatste cij
fers zijn van het vorig jaar).
De commissaris van politie.
Indertijd is melding gemaakt van
een conflict tusschen den commissaris
van politie te Dordracht, den heer
Ulrich, en politie-beambten. De com
missaris zou nl. geweigerd hebben een
proces-verbaal ter zake van openbare
dronkenschap, door de agenten opge
maakt, door te zenden en nog barsch
zijn opgetreden, toen dezen op hand
having van het proces-verbaal aan
drongen. De agenten dienden een
klacht in tegen hun chef, die bij den
officier van justitie een onderzoek be
val. De instructie in deze zaak is thans
naar „Het Vad." meldt, gesloten.
Rechtsingang is verleend en de zaak
is naar de openbare terechtzitting ver
wezen.
Gezonde grijsheid.
„In October word ik nu 80 jaar" zei
de tolbaas.
„En wat ziet u er nog gezond uit",
antwoord ik bewonderend. „Het hoofd
vol haren en de mond vol tanden. En
als u op straat komt, u beschaamt me
nig jongmensch." Hij zet zijn stok
tegen mijn heining en veegt zich het
zweet van 't voorhoofd.
„Dat komt daar vandaan, dat ik
altijd zoo matig ben geweest," zegt hij.
„Nooit heb ik sterke-drank geproefd.
Daarin mocht jij ine wel navolgen".
„Nou, ik zal niet zeggen, dat ik aari
den drank ben, maar ik
„Dan heb ik ook altijd nagelaten om
vette spijzen te eten," zegt hij. Viscli en
groenten en soms een stukje droog
vleesch. Maar zoo leef jij natuurlijk
niet."
„Neen," antwoord ik oprecht. „Een
goede lamscotelotte zal ik niet versma
den."
„En dan de kleeding", zegt hij. „ïk
heb nooit mijn wollen kleeren uitge
laten. Zelfs in 't heetste jaargetijde
heb ik wol op mijn lijf gedragen. Maar
daar denken de lui tegenwoordig niet
aan."
„Ik trek ze altijd uit, als 'b warm
wordt. Maar u moet wel een ongewone
wilskracht hebbein bezeten om 80 ja
ren lang zoo verstandig te kunnen
zijn."
De tolbaas steekt zijn roodbonten
zakdoek in zijn zak en neemt zijn stok.
Dan zegt hij zonder een zweem van
spotternij en met de oogen vol dank
baarheid tegenover de Voorzienigheid;
„Het was mijn geluk, dat ik zoo'n
ongelooflijk zwakke maag had. Van
mijn jeugd af aan heeft die me last on
pijn bezorgd. Als ik maar de geringste
onvoorzichtigheid beging, dan lag ik."
„Ja, daar heb je gelijk in", antwoord
ik jaloersch. „Een ander heeft 't lang
zoo goed niet. Ik kan in mijn maag
stoppen wat ik wil en mij kleeden, zoo
als ik wil en alle mogelijke gekheid uit
halen, die ik wil, on daarvoor word ik
dan ook waarschijnlijk geen veertig."
De oude, krasse man knikt mij vroo-
lijk toe en wandelt kalm verder.
Correspondentie).
L
De vliegmachine en de be
stuurbare luchtballon.
Uit de losse en onvolledige berich
ten, welke van tijd tot tijd over bo
vengenoemde onderwerpen in de bla
den verschijnen, zal men allicht heb
ben opgemaakt, dat deze onderwerpen
voor heeren uitvinders een studie van
den dag uitmaken. Komt bet er toe,
dat een dezer beide of beide tot vol-
komen r>plos-:ng worden gebracht, dan
En dan kom je met een paar
groote te.rug.. lachte Johanna.
De pendule van de aangrenzen
de kamer sloeg 2 uur.
Reeds twee uurriep me
vrouw Langenbruch uit, wat
gaat die tijd toch spoedig om. De
zitting van den Senaat moet reeds
lang zijn opgeheven-
Ja, 't is hoog tijd vcor ons om
naar huis te gaan. sprak Caecilie
terwijl Olivia er bij voegde
Waar blijft mijm man toch, hij
had mij beloofd mij hier te komen
afhalen.
Blijft dan zoolang totdat Otto
komt, sprak Johanna. Je vader
komt toch ook niet eerder te huis
vóór de zitting is afgeloopen, Cae
cilie.
Een Senaatszitting duurt nooit
zoolang, vader m bepaald reeds
thuis, verklaarde Caecilie beslist.
Maar dan proest mijn man
toch ook reeds hier zijn, sprak me
vrouw Langenbruch, ik begin
ongerust te worden
Maar beste mevrouw, waarom
maakt u zich nu bezorgd!, uw man
is zeker hier of daar opgehouden
zeide Olivia om mevrouw Langen
bruch gerust te sUllen.
mag uit zonder twijfel een waardig be.
gin worden geheeten van de reeks vaa
vindingen, welke ons in den loop der
nieuw begonnen eeuw staan te wach
ten. Het is daarom wel de moeit*
waard, hot onderwerp eens wat meer
van naderbij t® bekijken, daar, wan
neer het vraagstuk wordt opgelost, er
ongetwijfeld een begin zal ontstaan
van een zóó kolossale omwenteling in
onze verkeersmiddelen als de meest
fantastische geest ternauwernood had
kunnen droomen. Het „onderaardsch®
luchtkokervervoer" uit de „Camera
Obscura" van onzen geliefden Hilde-
brand zal er nog maar een kindje bij
zijn.
Een der grootste promotors van het
zich door machinale kracht opheffen
in de lucht, ten onrechte reeds met
den naam van vliegen betiteld, is da
heer Hiram S. Maxim, een Amerikaan
van origine. Deze hield zich twintig
jaar geleden al bezig met het vraag
stuk, een ballon te vervaardigen, wel
ke door eene machine in eene bepaal
de richting kon worden voortgestuwd.
Hij vervaardigde allerlei motoren,
maar steeds waren deze voor het doel
te zwaar of er kleefden gebreken aan,
die hem telkens weer noodzaakten, van
voren af te beginnen.
Tot overmaat van ramp stond hem
te wachten, dat, indien hij slaagde, de
Amerikaansche regeering zijne vinding
niet zou willen patenteeren, daar da
patentwet aldaar luidde, dat ieder
vliegtoestel, waarvan het beginsel be
rustte op den luchtballon, niet voor
patent-aangifte kon worden toegelaten.
De opvatting van den wetgever in deze
was dat eene inrichting, berustende
op een zoo algemeen bekende en ge
bruikte uitvinding als de luchtballon,
geen eigenlijke oorspronkelijke vin
ding was. Voor rechtsgeleerden een
heel aardig thema om uit te werken!
Iloe het ook zij, Maxim liep gevaar
dat. indien hij slaagde, zijn werk waar.
aan hij zooveel tijd. moeite en kosten
had besteed, terstond door den eerste
den beste kon worden nagemaakt, en
daar zijne herhaalde vertoogen op de
ambtenaren van het patent-bureau zon
der uitwerking bleven, besloot hij Ame
rika te verlaten en zich in Engeland
te vestigen. Dat hij voorshands ech
ter bij zijn streven nog wel eenige zijde
gesponnen had, bewijst, dat hij door
zijne veranderingen en bestudeering
van stoom-, gas-, petroleum- en ben-
zine-motoren voor zijn vliegmachine
omstreeks tachtig meer of minder be
langrijke vindingen had gedaan, die
wèl gepatenteerd konden worden, en
waarvan hij de baten geheel alleen
kon genieten. Aldus, vrij welgesteld,
verliet hij de Vereen. Staton, in de
hoop in Albion zijn troetelkind een
betere opvoeding en rustiger toekomst
te kunnen verzekeren. Reeds dadelijk
vond hij steun in den schatrijken lord
Kelvin, die hem financieel en op lui
dere wijze practisch ter zijde stond,
daar deze persoon zich bijzonder veel
aan de techniek laat gelegen liggen.
Maxim vestigde zich te Bexley, graaf
schap Kent, ((Sussex). In een volgend
opstel hoiien We de werkzaamheden
van dit waarig tweetal nader te be
handelen.
Letleren en Kunst.
Het Ned. Tooneel.
In „Ilollandia" publiceert de heer
L. Simon9 een „Open Brief" nan
Hare Majesteit Koningin Wilhelmina,
Beschermster van onze Nationale
Tooneelkunst".
De schrijver wijst er op. dat met de
kwart ton gouds, die jaarlijks uit do
beurs van II. M. vloeit, meer ware tot
stand te brengen dan „het zeer lut
tele dat het voor onze volksbescha
ving heeft doen gedijen".
Het NcdL Tooneel, de door II. M. be
gunstigde vereeniging, heeft „niets
van vorstelijke kunst ooit begrepen, en
het koninkrijk onzer nobelste bescha
ving is nooit door haar betreden.Klein
burgerlijk is al haar begrijpen en haar
handelen gebleven. En ong-bencpen
haar behandelen van kunst Of kun
stenaars".
Verder wordt o. a. dit gezegd:
„Met Uw steun kan do Koninklijke
Vereeniging aan de andere gezelschap
pen de beste krachten onttrekken,
om die dan in haar omgeving te laten
verloopen, waar ze in de eerste omge
ving, die inspanning vergde, zouden
zijn gegroeid.
„Nooit zou ik tot zulke aanwen
ding mijn steun misbruikt willen zien.
„Er is eene Vereeniging die zich de
bevordering van ons tooneel ten doel
stelt. Die, alweer, door gemis aan
geldkracht, de directies naar de oogen
moet zien, in plaats van .ze te kuu-
nen dwingen tot het goede.
Vader zal van het Raadhuis
naar het kantoor zijn gegaan, sprak
Johanna met kalm gelaat ofschoon
een angstig voorgevoel haar aan
greep. dat haar des te meer kwel
de nu zij er geen bepaalden grond
aan kon geven.
Neen, mijn man heeft mij be
slist beloofd van het Raadhuis on
middellijk weer naar huis te ko
men. hield mevrouw Langenbruch
vol.
Men kan nooit weten of de
heeren niet door onvoorziene om
standigheden worden opgehouden,
merkte Caecilie op. maar ik wil
nu toch liever naar huis gaan, mijn
vader zal zeker reeds lang terug
zijn. voegde zij er bij, de kracht
van haar eerste woorden die waren
gesprokenom mevrouw Langen
bruch gerust te stellen daardoor
verzwakkend.
De dames gingen weer naar be
neden mie vrouw Langenbruch,
Olivia en Caecilie begaven zich on
middellijk naar de huiskamer, Jo
hanna ging echter informeeren
waar de tweelingen waren. Tot
haar onaangename verrassing ver
nam zij, dat de meio^ï naar de
stad waren gegaan.