EEN HALVE WEEK Tweede Blad, Het geheim van den Senator. Uit de Technische Wereld. behoorende bij i,Haarlem's Dagblad" van Donderdag 3 October 1901. Mo. 5602 Wereldgeschiedenis. De oorlogskosten. De pho tographic in den oorlog. Eerbewijzen en promoties. De vijandelijkheden in Zuid-Afrika, die den 15en September een einde moes ten nemen, zijn juist op dien datum met vernieuwde kracht begonnen. Het schijnt dat men bij het Engelsche mi nisterie van oorlog wel een weinig hierop gerekend had, want alle maat regelen zijn genomen om tot 15 Januari 1902 alle uitgaven te dekken zonder daartoe machtiging van het parlement noodig te hebben. De gelden, die op den len Aug. jl. voor den oorlog beschikbaar waren, bedroegen 30 millioen pond sterling, waaraan nog 7 millioen voor het bur gerlijk bestuur moet worden toege voegd, dat is dus te zamen 37 millioen pond sterling, pl. m. 344 millioen gul den. De kosten van den oorlog beloopen dus ruim 18 millioen gulden per week, onvoorziene omstandigheden natuur lijk buiten rekening gelaten. Verschillende Engelsche bladen ver tellen een vrij vermakelijk verhaaltje, dat ze natuurlijk met de noodige com mentaren opluisteren. Het schijnt, dat tijdens de onderhandelingen, die voor eenigen tijd geleden tusschen de ge neraals Botha, De Wet en Kitchener hebben plaats gehad, een in een of anderen hoek goed verborgen plioto- graaf kiekjes van het drietal heeft ge maakt en die in grooten getale heeft verspreid met de bijvoeging: ,,De Boeren hebben Kitchener gevan gen genomen. Ziehier het bewijs er van!" Het is zeker een onloochenbaar feit, dat degenen die zich hierdoor heb ben laten bedotten, blijk gegeven heb ben in 't bezit te zijn van een vrij groote dosis naïveteit. Indien echter de geschiedenis waar is, dan nog hebben de Boeren niet het monopolie van deze geniale toepas sing der photographie. In eene van de groote music halls" te Londen wordt de volgende „scène uit d'en oor log" op de kinematograaf vertoond. De Boeren hebben een Engelsch sol daat gevangen genomen. Zij doorzoe ken hem en vinden onder zijn jas de Union Jack" verborgen. In woedie ontstoken, beleedigen zij de Engelsche kleuren op allerlei manieren. Tommy Atkins tracht zijn vlag te heroveren, maar de Boeren werpen hem op den grond en schieten hem in koelen bloede dood. Daarop gaan zij er van door, klaarblijkelijk zeer voldaan over hun daad en laten het lijk aan zijn lot over! Inderdaad, de verbeeldingskracht van onze overzeesche naburen is sterk ontwikkeld. De dappere officieren en soldaten, die zoo dikwijls slaag hebben gekregen zijn beloond. De lijst met eerbewijzen en promo ties, naar aanleiding van Roberts' en Kitchener's aanbevelingen, die Vrij dagavond in de London Gazette ver schenen is, beslaat in de Times van Zaterdagmorgen niet minder dan vijf tien kolom kleinen druk. De West minster Gazette is niet bijzonder inge nomen met den stortvloed van lintjes, medailles, titels en bevorderingen. De lijst roept het blad Gilbert's woorden te binnen: When everybody's somebody Then no one's anybody. Engeland heeft, zegt het blad, een groot aantal troepen te velde gehad, en het is mogelijk, dat de eerbewijzen even „onvermijdelijk" zijn als de oor log het was. Maar zulk decoreeren op groote schaal ontneemt er veel van de waarde aan, terwijl het weerzin wekkend is zoolang de oorlog nog aan houdt. Zal ep een tweede medaille ■worden ingesteld! voor hen, die' nu nog te velde staan, vraagt de West minster Gazette" spottend, en die zich verder onderscheiden? Wij voor ons zouden nog een derde blikje willen in stellen en wel voor de mannen, die het meest aantal keeren in handen der Boeren zouden zijn ge vallen. De concurrentie zou scherp zijn. Fenllleton. Naar het Duitsch van F. ARNEPELDT. 18) Het is beide voorhanden, ant woordde hij, ©enige karaffen, uit het buffet nemend. Snel werden de glazen gevuld) waarop Olivia een grappigen toost uitbracht en haar glas in één teug ledigde, de ande ren uitnoodigend'e haar voorbeeld te volgen, waaraan slechts John en de tweelingen gevolg gaven. Spoedig daarna stond men van tafel opJohn nam afscheid om zich naar zijni kantoor te begeven en de dames maakten zich gereed om naar boven te gaan, teneinde daar te beraadslagen, wat de dames Langen bruch al of niet mee moes ten nemen op reis. Kinderen, gedraagt je kalm, zoolang wij boven zijn, sprak Jo- Feestrede van den heer G. J. van Gasteren. Bij de op&mngs-voorstelling door de letterlievende vereeniging „J. J. Cra mer" ter gelegenheid van haar tooneel- wedstrijd Dinsdagavond gehouden, sprak de voorzitter, de heer G. J. van Gasteren de volgende feestrede uit: Dames en Heeren! Voor de 4e maal gedurende het bijna 20jarig bestaan der Letterlievende Ver eeniging ,,J. J. Cremer", heeft onze vereeniging een wedstrijd uitgeschre ven en nu verwacht ge met recht van uwen voorzitter bij 't openen van diezen tooneelwedstrijd eeru woord tot inlei ding. Ik doe dat met de overtuiging, dat tooneel- en reciteerwedstrijden een behoud zijn voor eigen taal en kunst, want Door edgen taal en kunst blijft Zuid aan Noord verbonden. Dus leve Nederland, groot, vrij en on geschonden! „Deze woorden," behelzen het velle den, het heden en de toekomst van het Nederlandsche volk. De liefde voor moedertaal en kunst is steeds de band geweest, die de verschillende, soms verspreide stammen van een oorspron kelijk volk weer tot elkander bracht; het is een onuitwischbaar teeken, waar aan de verspreide kinderen uit één va derhuis elkander altijd weer herken nen. De staatkundige geschiedenis is meestal eene aaneenschakeling van oorlogen en twisten door tegenstrijdi ge belangen, meer nog door ijverzucht der vorsten ontstaan; het is eene op volging van steeds veranderende toe standen. De geschiedenis van taal en kunst is daarentegen die van verbinding, ssa menwerking, éénheid Zij laat vruchten na, die van moreele kracht getuigen; zij is de geschiedenis van den zich ontwikkelenden mensche- lijken geest elk volk de zijne Geen oorspronkelijk volk zonder edgen taal en eigen kunst. De geschiedenis van ons Nederland levert van een en ander de treffendste bewijzen. Ten tijde der Graven van Holland waren de Nederlandsche ge westen. verdeeld onder verschillende vorsten, die elkander -edurig beoor loogden en het volk volgde zijne twist zieke heeren ten strijde. Een kort oo- genblik werden allen door den mach tigen Karei van Bourgondië tot rust gedwongen; maar na zijn dood bra ken de onlusten en verdeeldheden da delijk weer uit, totdat de groote Kei zer Karei V de zeventien gewesten tot een rijk vereenigde. Maar door hem kwam Nederland on der vreemde heerschappij en weer volgde een lange, bange tijd van jammer en ellende, van oorlog, bloed vergieten en verdeeldihetid; want de po litiek had religie-haat gezaaid en ge kweekt. Bijna een eeuw duurden twist en vervolging voor het aan Willem van Oranje en zijn zonen gelukken mocht, de vrijgevochten Nederlanden rust en vrede te schenken; en toch slechts aser kort was die rust; want politiek en partijzucht rusten nooit! Het huis van Oranje! werd vervallen verklaard', in hangen tijd teruggeroeper^ later weer verjaagd; republiek, Frafsche over- heerscbing en nieuwe verdeeldheid volgden, totdat eindelijk Oranje weer teruggeroepen werd en al dia Nederlan den onder Koning Willem I tot één rijk vereenigd werden. Slechts vijftien ja ren duurde die vereeniging. 1830 kwam; Zuid en Noord-Nederland! werden en bleven gescheiden. En toch hebben acht eeuwen van woe lingen, oorlogen en scheiding Neder land zijne eenheid niet kunnen ontne men, omdat er eene macht bleef le ven en onafgebroken werken, eene macht, krachtiger ten Eroede, dan twist en partijschap ten kwade. Die macht, dames en heeren! is de liefde voor ei gen taal en kunst; eene liefde, niet op gelegd door den wil der vorsten, ook niet voortvloeiende uit koud bereke nend eigenbelang maar opwellende uit het eigen hart van het Nederland sche volk, waarin zij van geslacht tot geslacht blijft voortleven. Die liefde voor eigen taal en kunst heeft onze dichters en historieschrij vers bezield, van Jacob van Maerlant en Melis Stoke tot Joost v. di Vondel; van Joost v. d. Vondel tot Jacob van Leunen. Jan van Beers, Cremer en. zoo veel anderen; die kunstzin heeft van de Gebr. van Eijck tot heden de kun stenaars bezield, wier werken in al de musea van Europa den roem verkon digen der beide zoo karakteristieke Nederlandsche scholen, enwanneer die arbeidzame macht der oorspronkelijk heid zich in haar volle grootheid' open baarde., dan stichtte zij gebouwen als de Dom van Utrecht en de Kathedraal van Antwerpen. Eeuwen waren er soms noodig, om die gebouwen te voltooien; maar toch kwamen zij tot stand en de Stadhuizen van Leuven, Brugge, Oudenaarden, Gent en Brussel, de St. Janskerk van den Bosch, het stadhuis te Leiden en onze Vleeschhal zijn uit verschillende hanna tot die tweelingen, Met de vacant-ie zijn ze heedemaal uit den band gesprongen, voegde zij, tot Olivia en Caecilie gewend1, er aan toe. Och laat hen toch begaan, 't is immers vandaag de laatste dag van hun vrijheid, sprak Caecilie goedhartig. Morgen moeten ze weer op school zijn. Dat is maar goed ook, voegde mevrouw Langenbruch er aan toe, juffrouw Re-ichhelm zal heel wat met hen te stellen hebben. Mijn heer Wilson heeft hen heelemaal wild gemaakt. Ik houd' anders veel van den jongen man, maar dat kan ik toch niet langer van hem dulden. Nu, hij zal toch niet eeuwig in Lübeck blijven! riep Olivia uit. Ik hoop, dat hij spoedig ver trekt, sprak Johanna, die reedis den geheelen morgen stil was geweest en er hl-eek en bedrukt uitzag, op een toon, die zoo duidelijk haar ge- drukten gemoedstoestand verried', dat de anderen verwonderd opke ken. Zic-h snel herstellende voegde zij er bij Ik heb in de garde robe de kachel laten aanleggen' en daar een leuningstoel naar toe la ten brengen, mama. zoodat u onze: tijdperken, de verlichaamlijkte bewij zen van den oorspronkelijken Neder- landschen kunstzin,die onder Hoeksche en Kabeljauwse he- twisten ontlook; (üe trots verdrukking en verdeeldheid le ven bleef; die zelfs onder de verwoede slagen der beeldstormerij niet bezweek en heden nog de eenige maar ook de onverbreekbare band is tusschen Zuid en Noord." De tallooze rederijkerskamers, wel ke in Nederland, ten allen tijde, zoowel in kleine als in groote steden hebben bestaan; die bij alle gelegenheden feesten, jaarmarkten, blijde inkomsten vain vorsten en kerkvoogden mee werkten tot groote vreugde der bur gerij, herinneren ons de diensten, door de rederijkers bewezen, toen zij in da gen van oorlog en ruw geweld deai ver zachtenden invloed der poëzie om zich heen verspreidden en door het uitachrij ven van prijskampen en het vieren van landjuweelen een vriendschapsband onderhielden tusschen ds gewesten, welke d"e politiek van elkander ver vreemdde. In 1492 was 't de Kamer dia Roos van Leuven, welke een prijs kamp uitschreef, waarbij de Holland- sche kamers genoodigd worden en ook prijzen, wonnen. In 1555 was het de ka mer Vreugdendal van Breda, die de Zuid-Nederlanders ontving. In 1606 kwamen de HoLlandsche Kamers in den Haarlemmerhout op uitnoodiging van het aloude Trouw moet Blijcken bijeen. Het waren In liefde bloeyende. Uit leven der Jonst en Het zoet ver garen, aan welke de stichting van ons tooneel te danken is; verder de be roemde Witte Acoleykens van Leyden, die verschillende leden der Stedelijke regeering onder anderen Jan van Hout, den stnds-secretaris onder hare leden telde; de Olijftak van Ant werpen en het Jennetten bloemke van Lier. De Liefde voor eigen taal en kunst was steeds de band; de kracht, die Ne derland vereenigd hield, welke liefde het allermeest door de Rederijkers-ka mers was aangekwieekt en verspreid. Als laatste voorheelden van de krach tige werking dier kamers tot instand houding onzer moedertaal wijs ik op de meer dan vier eeuwen oude Kamer de Roos, die iu deu Franschen tijd, hoe ook verzwakt en belemmerd, toch voorstellingen bleef geven in de over al verdrongen moedertaal en ten slotte den doorgezetten ijver der nu in bloei zijnde Viaamsche Liefhebbers-Vereeni- gingen, die sedert 70 jaar niet ophou den voor de Nederlandsche taal te strij den; die, uit het volk ontstaan, tot het volk spreken, in steden en in dorpen, en aan wie het grootendeels te danken is, dat onze taal en letterkunde ook daar hare oudo rechten weer hand haaft. Die kanxers hebban uit eigen bewe ging veel gedaan, om den band te her stellen, die de politiek doorgesneden had en hebben steeds bewezen, dat de liefde voor eigen taal en kunst in Ne derland dezelfde heelende en heilzame kracht bezit. „In onze dagen, nu er regelmatig ge organiseerde tooneelgezelschappen be staan, zou het te dwaas zijn aan eenige concurrentie tusschen deze en de vrije zoogenaamde Liefhebberij-Tooneelge- zelschappen te willen denken; over- dwaas zou het zijn, dezelfde eischen wat de uitvoering betreft, te willen stellen voor den liefhebber als voor den man, die de kunst tot zijn levensberoep makende, ook moreel verplicht is, al zijn levenskrachten aan de kunst toe te wijden. De verdiensten der liefheb bers zullen en kunnen niet wedijveren met die van den voor- en van de kunst alleen levenden kunstenaar; maar het doel en de kracht der steeds meer en meer herlevende rederijkers- en too neelgezelschappen blijven onvermin derd dezelfde. Niet goed zou het zijn, dat de kunst, hoewel volmaakter be oefend, geheel en al het gepacht eigem- diom werd dier georganiseerde en be zoldigde gezelschappen, die, hoe schoon ook het programma klinke, in de allermeeste gevallen toch rekening moeten houden met het speculatief be lang, en alleen in groote steden kun nen bestaan, waar verblindend too- neel-effect dikwijls meer waarde heeft dan de kunst zelve. De vrije gezelschappen bestaan over al em zijn aan geen speculatiegeest on derworpen; zij zijn het gevolg der lief de voor eigen taal en kunst, die zij kweeken en onderhouden,en die liefde is de band, die kleine volken sterk maakt. Wij hebben, den hemel zij dank, thans van Spanje noch Frankrijk, die genoeg met eigen zaken te doen heb ben, iets te vreezen; maar terwijl die groote volkeren van Europa hunne overmacht gebruiken om de kleinere te overlieerschen, moeten die kleinere hun volkskarakter ongeschonden trach ten te bewaren en onze machtige na buren, die meer kanonnen dan wij ko gels bezitten, zouden het misschien niet ondienstig vinden, dat wij onze liefde voor eigen taal en oorspronkelij ke kunst vergatenDit echter be hoede de hemel! Volgen wij liever het voorbeeld onzer voorouders en ook im de toekomst blijve deze spreuk eene waarheid: beraadslagingen als voorzitster kunt leiden. Onder het uitspreken van deze woorden had zij een der vele op de bovengang uitkomende deuren ge opend en traden de dames in een smalle, maar zeer lange kamer, waarin zich niets anders bevond d'an groote linnenkasten, ophang- plaatsen voor kleederen, waarvoor gordijnen hingen, en een paar stoe len met een tafel. Verscheiden kof fers stonden geopend op den vloer. Welk een prachtige gardero be riep Caecilie bij het binnen treden van die kamer uit, zoo fraai is de onze niet. Zij had haai* aanstaande schoon moeder geen aangenamer compli ment kunnen makenIets schoo ners en d'oelmatigers in haar huis te hebben d'an mevrouwLamprec-ht, was voor haar een groote triomf. Zij zette zich gemakkelijk in haar leunstoelJohanna schoof haar een voetkussen toe en sloeg haar een doek om de schoudersvervolgens ontsloot zij alle kasten, waarop een zeer geanimeerd' gesprek over klee- ren, zooals alleen dames dat kun nen houden, werd gevoerd'. Het is zoo moeiliik om een Door eigen taal en kunst blijft Zuid aan Noord verbonden; Dus leve Nederland groot, vrij en on geschonden!" En hiermede, Dames en Heeren, heb ik de eer dezen internationalen tooneel- wedstrijd te openen met een woord van dank aan allen, die ons in ons po gen hebben ter zijde gestaan. In da eerste plaats onze geëerbiedig de Koningin Wilhelmina en Hare Door luchtige Moeder; onzen beschermheer, den oud-minis ter Cremer; den Commissaris der Koningin in de ze provincie; de Burgemeester van Haarlem; den Gemeenteraad; de Vereeniging ter bevordering van Vreemdelingenverkeer; de Liedertafel Crescendo; en zoovele andere hooggeplaatste per sonen en corporatiën, aan allen har telijk dank. Maar voor ik afscheid van u neem geachte donateurs en leden, moet ik bij voorbaat dank zeggen aan de hee ren Juryleden. Hun wacht een moeilijke en dik wijls zeer ondankbare taak, maar dit heeft hun niet terug gehouden om Cremer bij zijn streven behulpzaam te zijn. Ons laatste dankwoord zij voor onze eigene gemeente, voor onze stad Haar lem. Haar gouden medaille heeft ze ker bij een wedstrijd, hier gehouden, eene bijzondere waarde. Misschien is het eene deugd..., misschien een ge brek; maar wij de eerste rederijkers kamer van Haarlem, hebben met onze stad' nog al op. In ons bijna 20jarig bestaan hebben wij aan alles, wat hier gedaan werd, deelgenomen, en soms het geluk gehad, belangrijke medewer king te kunnen verleenen. Te aange namer was het ons, nu wij voor het eerst van onze stedelijke Regeering eenige medewerking verzochten, dit blijk van belangstelling te mogen ont vangen. Aan onzen StedJelijken Raad oprechten dank!" „Waarlijk, wij mogen trotsch zijn op zooveel blijken van belangstelling! Onze vereeniging zal er een prikkel in vinden om te blijven streven naar hetgeen goed en edel is. Zij blijft daar bij vertrouwen op de vereerende be scherming van Neerland's Koningin en op deu steun der aanzienlijke en ver mogende kunstvrienden. Zij rekent steeds op de medewerking van de Zus- terkamers van Noord en Zuid!Dus beschermd, gesteund en vereerd, zij het ons allen gegund, lang en veel bij te dragen, tot de eenheid, de vrijheid 1 en den roem van het ons zoo dierbaar vaderland." (Zie voor verdere bijzonderheden het Eerste Blad). Binnenland. Acad. examens. Leiden Geslaagd voor heit docto raal examen geneeskunde de heer E. W. Goteling Vinmis; voor het theoretisch geneeskundig examen de heerein C. ten Bosch ,en J. W. Hankes Drielsmavoor het candi- duats-examen, geneeskunde de hee ren A. M. van Aardenne en H. W. Borel. Groningen Met goed gevolg heeft de heer J. L. La Gro het voorberei dend examen in de godgeleerdheid afgelegd. Cijfers uit de Posterijen- Onder den directeur-generaal der posterii" i telegraphie waren aan het einde van 1900 bij het hoofdbestuur der posterijen en tele graphie geplaatst 137 ambtenaren en beambten, terwijl het personeel der posterijen van den enkelvoud, dienst uit 5473 personen en dat van den veree- nigden dienst uit 2004 personen bestond waaronder resp. 104 en 110 vrouwen. Het aantal postkantoren op dat tijd stip was 284, waarvan 4 spoorwegpost kantoren. Voorts waren er 45 bij-kanto ren en 989 hulpkantoren. Het aan tal kantoren met vereenigden post- e n telegraafdienst bedroeg op het einde des jaars 220, waarvan 205 postkantoren en 15 hulpkantoren. De in 1900 verkochte portfrankeer- en spaarbankzegels, enz. vertegenwoordi gen een waarde van f 9,891,857,65, waarvan 75.380 aan zegels gediend hebbende als inlagen in de rijkspost spaarbank, blijft dus verkocht voor den postdienst f 9,809,243,65 9,423,626,23). Het aantal gewisselde stukken be-j droeg 339,295,681 (325,804,503), waarvan gewone brieven 99,683,738 (96,906,473), briefkaarten 55,807,258 (51,851,670) en nieuwsbladen en gedrukte stukken 156,063,477 (150,133,693). De aan de post ter overmaking of ter invordering toevertrouwde waarde, voor zoover be kend, bedroeg /30S,937,900 (f295,745,261) Uit het voorgaande blijkt, dat in 1900 het aantal behandelde stukken met, goede keuze te doen, daar men. zoo wel op koud' als op warm weder moet rekenen en men toch gaarne zoo weinig mogelijk bagage mee wil nemen, sprak mevrouw Lan genbruch, doch zij wees Johanna zooveel zaken aan. die zij wenschte mee te nemen, dat Johanna de an deren met een wanhopigeu blik aanzag. Hoe zou zij daarnaast nog ruimte in de koffers vinden voor de nood'zakelijkste kleeren voor zich zelf? Nadat men over deze vraag lang en breed had geredeneerd;, was men het eindelijk er over eens, dat er minstens nog een groote koffer bij moest worden, aangeschaft. Het grootste deel der bagage zou als ijl- goed vooruit gezonden warden. Als u dan nog wat vergeten hebt, behoeft u slechts aan mij te schrijven om het onmiddellijk te ontvangen ik weet nu immers waar alles te vinden is, sprak Cae cilie, terwijl Olivia opmerkte: Dan weet ik een beteren raad; wat u noodig hebt koopt u in Niz- za. daar is aJles te krijgen. Als ik er nog eens weer naar toe ga, dan neem ik maar een heel kleinen koffer mee. ruim 13 millioen stuks is toegenomen en de aan. de post ter overmaking of ter invordering toevertrouwde waarde ruim 13 millioen gulden meer heeft be dragen. dan in 1899. Het aantal der verzonden binnen- landsche pakketten bedroeg 4,180,240 (4,075,257). In verkeer met liet huiten- land bedroeg het aantal verzonden en ontvangen pakketten 1,003,645 (971,032) Het totaal der verzonden blnneniand- sche en verzonden en ontvangen buiten. landsche pakketten beliep 5,183,885 (5,046,289), waarvan 98 pet. geheel of gedeeltelijk per spoor werden verzon den, waarvoor aan de verschillende spoorwegmaatschappijen f 551,899.57 of /.ll per pakket werd vergoed. Ter gelegenheid van het St.-Nicolaasfeest werden 231.270 pakketten verzonden. Het batig saldo van den postdienst zal vermoedelijk bedragen f2,407.099.15 daar de ontvangsten vermoedelijk f 10,149,535.47 (f 9,670.405.14') en de uit gaven f 7,742.436.32 (f 7,420.092.54) be liepen. (De tusscliem haakjes geplaatste cij fers zijn van het vorig jaar). De commissaris van politie. Indertijd is melding gemaakt van een conflict tusschen den commissaris van politie te Dordracht, den heer Ulrich, en politie-beambten. De com missaris zou nl. geweigerd hebben een proces-verbaal ter zake van openbare dronkenschap, door de agenten opge maakt, door te zenden en nog barsch zijn opgetreden, toen dezen op hand having van het proces-verbaal aan drongen. De agenten dienden een klacht in tegen hun chef, die bij den officier van justitie een onderzoek be val. De instructie in deze zaak is thans naar „Het Vad." meldt, gesloten. Rechtsingang is verleend en de zaak is naar de openbare terechtzitting ver wezen. Gezonde grijsheid. „In October word ik nu 80 jaar" zei de tolbaas. „En wat ziet u er nog gezond uit", antwoord ik bewonderend. „Het hoofd vol haren en de mond vol tanden. En als u op straat komt, u beschaamt me nig jongmensch." Hij zet zijn stok tegen mijn heining en veegt zich het zweet van 't voorhoofd. „Dat komt daar vandaan, dat ik altijd zoo matig ben geweest," zegt hij. „Nooit heb ik sterke-drank geproefd. Daarin mocht jij ine wel navolgen". „Nou, ik zal niet zeggen, dat ik aari den drank ben, maar ik „Dan heb ik ook altijd nagelaten om vette spijzen te eten," zegt hij. Viscli en groenten en soms een stukje droog vleesch. Maar zoo leef jij natuurlijk niet." „Neen," antwoord ik oprecht. „Een goede lamscotelotte zal ik niet versma den." „En dan de kleeding", zegt hij. „ïk heb nooit mijn wollen kleeren uitge laten. Zelfs in 't heetste jaargetijde heb ik wol op mijn lijf gedragen. Maar daar denken de lui tegenwoordig niet aan." „Ik trek ze altijd uit, als 'b warm wordt. Maar u moet wel een ongewone wilskracht hebbein bezeten om 80 ja ren lang zoo verstandig te kunnen zijn." De tolbaas steekt zijn roodbonten zakdoek in zijn zak en neemt zijn stok. Dan zegt hij zonder een zweem van spotternij en met de oogen vol dank baarheid tegenover de Voorzienigheid; „Het was mijn geluk, dat ik zoo'n ongelooflijk zwakke maag had. Van mijn jeugd af aan heeft die me last on pijn bezorgd. Als ik maar de geringste onvoorzichtigheid beging, dan lag ik." „Ja, daar heb je gelijk in", antwoord ik jaloersch. „Een ander heeft 't lang zoo goed niet. Ik kan in mijn maag stoppen wat ik wil en mij kleeden, zoo als ik wil en alle mogelijke gekheid uit halen, die ik wil, on daarvoor word ik dan ook waarschijnlijk geen veertig." De oude, krasse man knikt mij vroo- lijk toe en wandelt kalm verder. Correspondentie). L De vliegmachine en de be stuurbare luchtballon. Uit de losse en onvolledige berich ten, welke van tijd tot tijd over bo vengenoemde onderwerpen in de bla den verschijnen, zal men allicht heb ben opgemaakt, dat deze onderwerpen voor heeren uitvinders een studie van den dag uitmaken. Komt bet er toe, dat een dezer beide of beide tot vol- komen r>plos-:ng worden gebracht, dan En dan kom je met een paar groote te.rug.. lachte Johanna. De pendule van de aangrenzen de kamer sloeg 2 uur. Reeds twee uurriep me vrouw Langenbruch uit, wat gaat die tijd toch spoedig om. De zitting van den Senaat moet reeds lang zijn opgeheven- Ja, 't is hoog tijd vcor ons om naar huis te gaan. sprak Caecilie terwijl Olivia er bij voegde Waar blijft mijm man toch, hij had mij beloofd mij hier te komen afhalen. Blijft dan zoolang totdat Otto komt, sprak Johanna. Je vader komt toch ook niet eerder te huis vóór de zitting is afgeloopen, Cae cilie. Een Senaatszitting duurt nooit zoolang, vader m bepaald reeds thuis, verklaarde Caecilie beslist. Maar dan proest mijn man toch ook reeds hier zijn, sprak me vrouw Langenbruch, ik begin ongerust te worden Maar beste mevrouw, waarom maakt u zich nu bezorgd!, uw man is zeker hier of daar opgehouden zeide Olivia om mevrouw Langen bruch gerust te sUllen. mag uit zonder twijfel een waardig be. gin worden geheeten van de reeks vaa vindingen, welke ons in den loop der nieuw begonnen eeuw staan te wach ten. Het is daarom wel de moeit* waard, hot onderwerp eens wat meer van naderbij t® bekijken, daar, wan neer het vraagstuk wordt opgelost, er ongetwijfeld een begin zal ontstaan van een zóó kolossale omwenteling in onze verkeersmiddelen als de meest fantastische geest ternauwernood had kunnen droomen. Het „onderaardsch® luchtkokervervoer" uit de „Camera Obscura" van onzen geliefden Hilde- brand zal er nog maar een kindje bij zijn. Een der grootste promotors van het zich door machinale kracht opheffen in de lucht, ten onrechte reeds met den naam van vliegen betiteld, is da heer Hiram S. Maxim, een Amerikaan van origine. Deze hield zich twintig jaar geleden al bezig met het vraag stuk, een ballon te vervaardigen, wel ke door eene machine in eene bepaal de richting kon worden voortgestuwd. Hij vervaardigde allerlei motoren, maar steeds waren deze voor het doel te zwaar of er kleefden gebreken aan, die hem telkens weer noodzaakten, van voren af te beginnen. Tot overmaat van ramp stond hem te wachten, dat, indien hij slaagde, de Amerikaansche regeering zijne vinding niet zou willen patenteeren, daar da patentwet aldaar luidde, dat ieder vliegtoestel, waarvan het beginsel be rustte op den luchtballon, niet voor patent-aangifte kon worden toegelaten. De opvatting van den wetgever in deze was dat eene inrichting, berustende op een zoo algemeen bekende en ge bruikte uitvinding als de luchtballon, geen eigenlijke oorspronkelijke vin ding was. Voor rechtsgeleerden een heel aardig thema om uit te werken! Iloe het ook zij, Maxim liep gevaar dat. indien hij slaagde, zijn werk waar. aan hij zooveel tijd. moeite en kosten had besteed, terstond door den eerste den beste kon worden nagemaakt, en daar zijne herhaalde vertoogen op de ambtenaren van het patent-bureau zon der uitwerking bleven, besloot hij Ame rika te verlaten en zich in Engeland te vestigen. Dat hij voorshands ech ter bij zijn streven nog wel eenige zijde gesponnen had, bewijst, dat hij door zijne veranderingen en bestudeering van stoom-, gas-, petroleum- en ben- zine-motoren voor zijn vliegmachine omstreeks tachtig meer of minder be langrijke vindingen had gedaan, die wèl gepatenteerd konden worden, en waarvan hij de baten geheel alleen kon genieten. Aldus, vrij welgesteld, verliet hij de Vereen. Staton, in de hoop in Albion zijn troetelkind een betere opvoeding en rustiger toekomst te kunnen verzekeren. Reeds dadelijk vond hij steun in den schatrijken lord Kelvin, die hem financieel en op lui dere wijze practisch ter zijde stond, daar deze persoon zich bijzonder veel aan de techniek laat gelegen liggen. Maxim vestigde zich te Bexley, graaf schap Kent, ((Sussex). In een volgend opstel hoiien We de werkzaamheden van dit waarig tweetal nader te be handelen. Letleren en Kunst. Het Ned. Tooneel. In „Ilollandia" publiceert de heer L. Simon9 een „Open Brief" nan Hare Majesteit Koningin Wilhelmina, Beschermster van onze Nationale Tooneelkunst". De schrijver wijst er op. dat met de kwart ton gouds, die jaarlijks uit do beurs van II. M. vloeit, meer ware tot stand te brengen dan „het zeer lut tele dat het voor onze volksbescha ving heeft doen gedijen". Het NcdL Tooneel, de door II. M. be gunstigde vereeniging, heeft „niets van vorstelijke kunst ooit begrepen, en het koninkrijk onzer nobelste bescha ving is nooit door haar betreden.Klein burgerlijk is al haar begrijpen en haar handelen gebleven. En ong-bencpen haar behandelen van kunst Of kun stenaars". Verder wordt o. a. dit gezegd: „Met Uw steun kan do Koninklijke Vereeniging aan de andere gezelschap pen de beste krachten onttrekken, om die dan in haar omgeving te laten verloopen, waar ze in de eerste omge ving, die inspanning vergde, zouden zijn gegroeid. „Nooit zou ik tot zulke aanwen ding mijn steun misbruikt willen zien. „Er is eene Vereeniging die zich de bevordering van ons tooneel ten doel stelt. Die, alweer, door gemis aan geldkracht, de directies naar de oogen moet zien, in plaats van .ze te kuu- nen dwingen tot het goede. Vader zal van het Raadhuis naar het kantoor zijn gegaan, sprak Johanna met kalm gelaat ofschoon een angstig voorgevoel haar aan greep. dat haar des te meer kwel de nu zij er geen bepaalden grond aan kon geven. Neen, mijn man heeft mij be slist beloofd van het Raadhuis on middellijk weer naar huis te ko men. hield mevrouw Langenbruch vol. Men kan nooit weten of de heeren niet door onvoorziene om standigheden worden opgehouden, merkte Caecilie op. maar ik wil nu toch liever naar huis gaan, mijn vader zal zeker reeds lang terug zijn. voegde zij er bij, de kracht van haar eerste woorden die waren gesprokenom mevrouw Langen bruch gerust te stellen daardoor verzwakkend. De dames gingen weer naar be neden mie vrouw Langenbruch, Olivia en Caecilie begaven zich on middellijk naar de huiskamer, Jo hanna ging echter informeeren waar de tweelingen waren. Tot haar onaangename verrassing ver nam zij, dat de meio^ï naar de stad waren gegaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 5