Prijsraadsels met Geldprijzen,
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
voor abonnés van Haarlem's Dagblad.
J. Th. EERT, Rozenprieelstraat 49zwart, alhier,
A. C. DAUDEIJ, Gedempte Oude Gracht 91, alhier,
föe Jaargang
Maandag 7 October 1901.
No. 5605
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent geveBtigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1-65
Afzonderlijke nummers0.02^
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden 0.37^
de omstreken en franco per poet 0.45
ADVERTENTIEN
Van 15 regels 50 Ots.; iedere regel meer 10 Cte. Buiten het Arrondissement Haarlem
i* de prqs der Advertentiën Tan 15 regels 0.75, elke regel meer 015.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt.
Telefoonnummer der Redactie 600. Telofoonnnmmer der Administratie 122,
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertenti
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad. verschijnt dagelijks» behalve op Zon- en Feestdagen
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité EtrangèreQ. L, DAUBE Co. JOHN F. JONE§j Succ., Parijs SI1** Faubourg MontjmsjJre.
De oplossing van ons vorig Prijsraadsel is
KITCHEN ER.
De onderdeelen waren cent, rek en hit.
Het aantal goede oplossingen bedroeg 650.
Bij gehouden loting werd de le prijs van TIEN GULDEN
toegewezen aan den Heer
en de tweede prijs zijndeTWEE GULDEN VIJFTIG aan
Mejuffrouw
De prijzen kunnen van Maandag af ten onzen Bureele, Kam
persingel 70, tegen quitantie in ontvangst genomen worden.
Ons nieuwe prijsraadsel luidt als volgt:
Mijn geheel bestaat uit 8 letters en is een plaats in de
provincie Limburg.
Om een voertuig tot stilstand te brengen gebruikt men een 1,3,5.
De aarde is bijna volkomen 4, 2, 7, 8.
Een 6, 2, 4 is een lichaamsdeel.
Bij de inzending moeten ook de onderdeelen vermeld worden.
Onder de Abonné's, die een goede oplossing inzenden, zullen
wederom worden verloot:
Een Eerste Prijs van TIEN GULDEN
en
Een Tweede Prijs van Twee Gulden Vijftig Cents.
Tevens herinneren wij er aan dat de volgende voorwaarden
zijn gesteld
1°. Alleen die oplossers dingen mede, die uiterlijk Donderdag
avond hun brietje aan onze bureaux, Gebouw »Het Spaarnea,
Kampersingel 70, hebben bezorgd.
Geabonneerden, die buiten Haarlem en in een gemeente wonen
waar een Agent van dit Blad gevestigd is, kunnen hunne oplos
singen tot en met Donderdagavond bij dezen Agent bezorgen, die
met de opzending naar onze Bureaux belast is.
2°. In elk Zaterdagavondnummer van de Courant worden de
namen van de winners van het Prijsraadsel van de vorige week
bekend gemaakt.
3°. Wanneer iemand een der beide prijzen heeft gewonnen,
komt hij gedurende twee weken voor een prijs niet in aanmerking.
In de derde week kan bij weder mededingen.
Gemakshalve gelieve men de oplossing in een enve-
loppe te doen en daarop te schrijvenPrijsraadsel
van Haarlem's Dagblad.
Hun, die ook voor de Prijsraadsels in de »Zaterdagavond« in
zenden, wordt verzocht deze oplossingen in eene afzonderlijke
enveloppe te doen met het opschrift: Prijsraadsel van de Zater
dagavond. Ingeval de twee verschillende oplossingen in één enve
loppe zijn gesloten, komen geen van beide in aanmerking.
Politiek Overzicht.
Uit de Kaapkolonie weer nieuws.
Commandant Scheepers is volgens
een telegram' uit M-atjesfontein,
zuidwaarts gezwenkt en gaat nu in
de richting van Riversdale. Schee
pers zelf is ziek en wordt vervoerd
in een kap-sjees die haast door de
Engelsehen vermeesterd zou gewor.
den zijn maar zij ontmoetten een
zwaar vuur, waarin zij een officier
en twee man aan dooden en twee
gekwetsten verloren. Smuts heeft
zich vereenigd met Botha's kleine
commando uit het district Gradock
en komt snel naar het zuiden, blijk
baar met het voornemen om zich
bij Scheepers te voegen. De zuid-
waartsehe beweging van de com
mando's uit Calvinia duurt voort.
Ook in Transvaal is weer gevoch
ten.
Reuter seint uit MiddJelburg (K.
K.) dd. 2 Oct.
Tweehonderd Boeren hebben het
Dit nummer bestaat uit
acht bladzijden.
Haarlem's Dagblad van 7 Oct.
bevat o.a.:
De commando's in de Kaapko
lonie, Uit Transvaal en Natal,
Soldaten, geef mij soldaten, De
inmenging van keizer Wilhelm,
Tnrkye en Engeland, Miss Stoue,
Een halve week Wereldgeschiede
nis, Sportpraatje, Henri Polak
voor de rechtbank, Gemeente-
begrooting, Adèle Saudrock.
Bovendien behoort bij dit nummer
onzer courant als gratis-bijvoegsel no.
57 van „De Zaterdagavond", letterkun
dig Weekblad voor Jong en Oud. be
vattende: Haarlemmer Halletjes, Onze
Prijsraadsels met geldprijzen, en of ze
succes hebbenl (plaat van J. F. Nuyens)
Rubriek v. Dames, Feuilleton: Oude en
Nieuwe Tijd; Het Leven schaakgezet,
naar het Duitsch van Ludwig Gang-
hofer, benevens de gewone rubrieken,
afbeeldingen, Schaakspel en Prijs
raadsel.
zendlin^st'atiori Bothabella aangeval-
Ie», zes mijlen va.n Middelburg af,
met de bedoeling de proviand mee
te nemen. De inboorlingen, tot het
zendiingstation behoor end, verde
digden di't tot dat er troepen van
Middelburg kwamen. Toen dei Boe
ren terugtrokken, waren, er vier in
boorlingen gesneuveld1.
Dat de Boeren een woning van
zendelingen zouden aanvallen lijkt
onwaarschijnlijk. Denkelijk heeft
het bedoelde gevecht in de buurt
van bovenbedoeld' station plaats ge
had.
Merkwaardig is, dat de verliezen
der Boeren niet opgegeven zijn.
Daar zijn de Engelse-hen anders
vlug genoeg mee. Het vermoeden
ligt dus voor de hand, dat het ge
vecht gunstiger voor die Boeren is
afgeloopen, dan wordt opgegeven.
Elders is liet evenmin rustig.
De „Times of Natal" bericht, dat
verscheidene Natalsche vrijwilli
gers gekwetst ziin in een gevecht
met 150 Boeren in d'e buurt van.
Helpmakaer.
Het idiote bericht van de „Daily
Chronicle" dat d'e oorlog ineens
„uit" zou zijn is met het boven
staande spoedig weerlegd. Trou
wens het pessimisme blijft in En
geland den boventoon voeren., al wil
men nog van geen einde hooren- De
Lord-kanselior klaagde er op een
feestmaal over d'at er in Groot-B rit-
tanniië zoovele verraders waren die
do Boeren hielpen. De Engelsche
regeer in g slaat tusschen die keus
van vred'e te sluiten met de Boe-ren
of den oorlog met kracht voort te
zetten. De beslissing kan niet twij
felachtig zijn. Engeland moet den
oorlog voortzetten.
Alles goed en wel, zegt de „Ti
mes". maar wij hebben, daartoe da
den en geen mooie woorden noo-
dig.
De voornaamste bladen bevatten
bi zonderheden over de gevechten
rondom Itala en Prospect, waaron
der allicht het beste is het telegram
dat de „Daily News" uit Nkandhla
heeft ontvangen, waarheen de En
gelsche bezetting van Itala zich be
gaf toen de Boeren na een insluiting
van negentien uren aftrokken. De
correspondent zegt dat 600 Boeren
vooraf den bergtop bij Itala bemach
tigden en daar 80 Engelschen ge
vangen namen in een kamp, dat
d'aar onder d!e luitenants Kane en
Leroy was gevestigd. Daardoor
werd de Engelsche bezetting van
het kamp in het dal van Itala ver
minderd tot 200 die den> helden-
strijd volhielden-, „ofschoon, de
meesten gedood of gewond waren".
Zij hadden paarden noc-h drinkwa
ter. De correspondent beweert dat
de Engelschen 188 Boeren begraven
hebben.
Volgens den correspondent van
de ..Times" in Lyttleton's kamp te
Dundee hebben d'e Boeren tegen 't
fort Itala geen kanonnen gebruikt.
De Boereu-hoofdmacht staat nog
steeds tien zuiden van. Bertha's dorp.
De Engelsche officieren die tot
Gough's troepen behoorden en de
gevangenen van Botha zijn geweest,
hebben verteld da-t de toestand van
de Boeren en van hun paarden goed
was. Alleen hun kleeding was
slecht. Velen voerden extra paarden
mee die geleid wonden dOor Kaffers.
De laatst verschenen veriieslijst
geeft (voorloopiig) als Kekewich's
verliezen bij den aanval van d'e la
Rey op45 dooden en 114 gewon-
deiï.
Buitenlandsch Nieuws,
Soldaten, geef mij soldaten!
Donderdag is te Dover bevel gege
ven dat alle beschikbare manschap
pen van het 5e en 9e lansiers en het
18e en 19e huzaren zich gereed moe
ten maken voor inscheping naar
Zuid-Af rika.
Bovendien is er een nieuw regle
ment op d'en wervingsd'ienst inge
steld'.
De Londensche correspondent van
de Manchester Guardian" schrijft
ervan
Het is blijkbaar 't gevolg van de
noodzakelijkheid, een nieuwe bron
voor 't verkrijgen van recrufcen te
openen. Dat de hoogtemaat ver
laagd' is, geschiedt in overeenstem
ming met de bepalingen voor de
legers op het vasteland van Europa,
waar het minimum voor de lengte
der recruben drie of vier Eng. duim
lager is dan bij ons te lande. (Ja
wel Hoeveel de maat. nu verlaagd
wordt blijkt het best hieruit, dat
een jonge man thans huzaar kan
worden al heeft hij slechts een
lengte van 62 Eng. duim (1 M. 61.)
(O zoo Onze militaire hulpbron
nen zijn in den laatst en tiid zoo
schrikbarend sterk aangesproken,
d'at er wel i'ets op gevonden moet
worden, maar het is de vraag, of
het op deze manier gelukt. (Het is
te hopen van niet
Door een vijand geprezen.
De „Chester Chronicle" bevat een
brief van een Engelsch vrijwilliger,
die met vier andere Engelsche ge
wonden zich te Carolina in oostelijk
Transvaal bevond, toen de Boeren
d'aar weer binnen trokken. llij
prijst de Boeren zeer in zijn brief
hij vertelt, hoe zij den gewonden
Engelschen voedsel, medicijnen,
enz. verstrekten en hen zelfs ver
pleegden. Op een Zondag woonde
onze Engelschman i,n de half ver
woeste kerk van Carolina een gods
dienstoefening bij, waar comman
dant Prinsloo het orgel bespeelde.
Die godsdienstoefening noemt hij
zeer i.ndru kwek kend
„Nooit heb ik", eindigt d'e schrij
ver. „waardiger en werkelijk flin
ker mannen ontmoet dan deze Boe
ren en ik zal mij mijn geheele le
ven met genoegen de week herin
neren d'ie ik in hun middlen heb
doorgebracht te Carolina."
Miss Stone,
d'e Amerikaansche zendelinge, die
zich, ondanks vele waarschuwin
gen, alleen door eene Bulgaarse he
vergezeld, in het Maoedonisch bin
nenland waagde en d'aar door roo
vers ontvoerd is, blijft nog altijd'
zoek. Wel krijgen de Amierikaan-
sche consuls opgaven van den los
prijs, waarvoor deze onderdanen
deir republiek weer uitgeleverd zou
worden, maar men weet niet of er
hier geen chantage wordt beproefd1
door weer andere boeven dan die,
welke d'e arme miss in pand hou
den voor een goed winstje. De los
prijs zou in elk geval verhaald' wor
den op de regeering, die de roover
bende op haar grondgebied blijkt te
hebben en dat verklaart misschien
het zonderling bericht, dat de ben
de met haar kostbare prooi, door de
Turksche regeering over de gren
zen van Bulgarije geëxpedieerd is
geworden. De Bulgaarscho regee
ring, d'ie vermoedt dat Sarafot, bij
wijze van reclame voor zijn zaak,
deze ontvoering van eene buiten-
landsche dame persoonlijk heeft
geleid, zal misschien, bereid zijn
den losprijs te betalen als ze dan
meteen clen samenzweerder weer i n
den val zou kunnen lokken. De Ame.
rikaansche consul-generaal, d'ie te
Konstantinopel verblijf houdt, is al
vandaar naar Sofia vertrokken, om
de zaak met de genoemde regeering
te bespreken.
Op de Philippijnen.
Er worden uit Manilla aanzien
lijke versterkingen gezonden naar
Samar. Drie compagnieën Makabé-
bé's zijn onderweg, maar worden
door een taifoen opgehouden. Twee
compagnieën infanterie en een af
deel ing van kolonel Foofce's regi
ment bereikten, verleden Vrijdag
het tooneel van de ramp te Balan-
giga. Zij vonden 45 onbegraven lij
ken van Amerikaansche officieren
en soldaten het lijk van kapitein
Connell was aan een boom gebon
den en half verbrand. De stad Ba-
langiga was verlaten-, ze werd door
de Amerikaansche troepen met den
grond gelijk gemaakt. In den om
trek trokken nu patrouilles rond om
de Filippijnen op te zoeken.
Turkije en Engeland.
Nu wordt weer uit Konstantino
pel de bewering, dJat d'e Turksche
regeering voornemens zou zijn Ko-
weit te bezetben, bestreden met de
opmerking, dat dit ten eerste niet
in het belang van Turkije zou zijn
en dan op een beslisten tegenstand
van Engeland' zou afstuiten. De
Ottomaansche regeering zou alleen
wenschen, dat de hand gehouden
werd aan de overeenkomst, die En
geland met Turkije vroeger naar
aanleiding van een incident om het
zelfde plaatsje aan de Perzische
golf gemaakt haddat Engeland
namelijk den. invoer van wapenen
uit Arabië in hot stadje en gebied
van d'en Sjeik zou verhinderen. De
correspondent te Konstantinopel
van de „Frankf. Ztg." seint aan zijn
blad, d'at hij uit goede bron hoorde
van het voornemen van Turkije om
d'e zaak van Koweit aan het Hof
van Arbitrage te 's-Gravemhage te
onderwerpen hij voegt er evenwel
aan toe. dat Engeland daartoe wal
in geen geval zijne toestemming zou
geven.
De dreigend!© houding die een
Turksche troepenmacht en een
klein Engelsch eskader bij Koweit
tegenover elkaar blijven aannemen',
trekt d'e aandacht d'er gezaghebben
de dagbladen van Europa sommi
ge bladen trachten hetgeen daar
aan d'e Perzische Golf voorvalt voor
te stollen als een conflict van Enge
land. niet met Turkije, maar mot
Duitschland', dat zijn Turkschen
vriend' vooruitschuift, als een stuk
in het politiek schaakspel, hetwelk
ten doel zou hebben het dal van den
Eufraat, den grooten handelsweg
der toekomst, tot aan den uitgang
en havenplaats aan zee in handen,
te krijgen. In Duitschland komt
vooral d'e „KöLn. Ztg." die, zooals
men weet, voor buitenlandsche po
litiek officieus© mededeel in gen be
vat, tegen deze voorstelling, die
ook in Engelsche bladen gegeven
is, op. Duitschland zou er geen be
langen bij hebben.
Alsremeene berichten.
DE OORLOG IN ZUID AFRIKA.
Uit do veriiezenlijst:
Te Buffelsfontein (in de Kaapkolo
nie) zijn op 30 September een kapitein
gesneuveld en 5 man gedood of ge-
wond; te Pietpot-gietersrust op 1 Octo-
TOONEEL.
Over een bezoek a Vinstantanée
bij Adèle Sandrock en over
Heimathvan Sudermann
Vrijdagmiddag twee uur.
Schrijver dezer regelen zit in de ma-
jestatelijke vestibule van „Het Amstel-
hotel" te Amsterdamte wach
ten op de terugkomst van den
piccolo, die zijn kaartje aan
Adèle Sandrock heeft gebracht met het
verzoek of de groote artieste hem
eenige oogenblikken te woord kan
staan.
Het is een eigenaardig gevoel, die
trilling en beving van verwachting,
wanneer je zoo dadelijk in tegenwoor
digheid zult zijn van een artieste, die
zeldzaam groot is en wier kunst dui
zenden in verrukking heeft gebracht.
In isolement ligt kracht, en dat voelt
men heel sterk, wanneer men iemand
verwacht, die in isolement van artiest
zijn staat hoog boven de gewone con
versatie.
De majesteit der kunst dringt eer
bied op en groot ontzag, en zoo is het
als een heel bijzonder, als een blij-
gewichtig gebeuren, wanneer men zal
toegelaten worden tot wie door de
hoogte, waarop zc zich boven hun 1
milieu verheffen, als gaande hoog-
eenzaam en onbegrijpelijk, verschei
den van alle anderen, door het leven...
De piccolo kwam terug met de bood
schap, dat mevrouw op het punt stond
„af te reizen" en zij dus slechts lut
tele oogenblikken had.
Zulk een mededeeling. hoewel niet
ten volle bevredigend, wordt toch met
vreugde aangehoord, want als 'n jour
nalist iemand zien en spreken w i 1
moet het- ook gebeuren, al zou 't
slechts de slip van een jas of mantel
zijn, om daaropdan een gansch
fantastisch verhaal te bouwen
Neen. zoo snood zijn we niet, m'n
collega's en ik.
Maar ik wil alleen maar zeggen,
dat ik, door de tijding van den piccolo
gansch uit mijn zwaarwichtige over
peinzingen, de zware tapijten looper
oprende, verheugd dat ik mijn doel
bereikte.
Nog enkele minuten, een klop. en
daarop een vriendelijk ..herein."
In de gang had ik no- juist gelegen
heid een massa koffers te zien. sym
bool van het ongestadige van dat
voortdurend reis-leven, en een grooi
aantal bloemstukken, symbool der
hulde aan de kunst van Adèle
Sandrock.
Toen ik binnentrad stond de groote
tragedienne inderdaad tot „abreisen"
gereed.
Ik zag een kloeke nog jonge vrouw
van bijzonder mooie gestalte, gekleed
in eenvoudig blauw kostuum, met
korte, blauwe mantel, en vilten jagers
hoedje met witte voile op.
Mijn verontschuldiging dat ik haar
juist op dat oogenblik bezoeken kwam,
werd afgebroken door een vriendelijke
uitnoodiging, onderlijnd door een aan
moedigend gebaar om plaats te nemen.
Adèle Sandrock zette zich tegenover
mij en ik zag een gepassioneerd, maar
toch innig lief vrouwengelaat, met
mooie, trouwhartige, blauwe oogen.
Het is een gelaat dat zachtheid en
meegaande welwillendheid teekent,
doch ook duidelijk uitdrukt het zeer
geëmotioneerde temperament.
Adèle Sandrock heeft in haar voor
komen, noch in haar optreden iets
artistiek-doenerigs.
EenvoudSg als haar blauw manteltje
en vilten hoedje, zoo eenvoudig,
naïef ook is haar wijze van zeggen
der dingen en zijn de dingen die ze
zegt.
Mijn eerste vraag was natuurlijk, of
ze niet getroffen was d-oor de groote
hulde haar in d'e stad harer geboorte
gebracht.
Haar oogen schitterden toen ze er
over sprak en met kleine vreugdetril-
linkjes om de mondhoeken ging ze er,
geheel onpretentieus, kinderlijk-naïef,
over praten. Ze sprak Hollandsch,
met Duitsch accent, nu en dan even
aarzelend om het juiste woord te vin
den.
„Ja, weet u, wanneer je voor 't eerst
in je vaderland optreedt, en dan aan
ile kransen linten ziet in rood, wit en
blauw, die geliefde kleuren, dat is een
indruk om nooit te vergeten."
Haar duenna, die ook was binnen
gekomen, bevestigde door hoofdknik
ken deze woorden.
„En, men is artieste, niet waar, dus
u begrijpt wel dat wat ik u van die
hulde en zoo vertel geen reclame is.
maar waarheid".
Lachend, verklaarde ik natuurlijk
reeds te weten, dat inderdaad die hul
de bijzonder was geweest, en dat ik
er van gehoord had'.
En dit naïeve gezegde, die naïeve
manier van bewijs-levering van haar
beweren typeert beter haar persoon
lijkheid voor zoover ik uit dit bezoek
a l'instantanée kon opmaken, dan
gansche woordenreeksen haar zouden
kunnen teekenen.
Even naïef-onpretentieus als die ver
klaring was alles wat ze zei, vriende
lijk opklinkend uit de beweeglijkheid
van haar gelaat.
Over de hulde van het Amsterdam-
sche publiek raakte ze niet uitgepraat,
ze noemde het „het mooiste punt uit
haar carrière", en haar grootste tri-
omphen in het buitenland hadden op
haar niet dien indruk gemaakt, die de
momenten in den Hollandschen
schouwburg voor haar waren geweest.
Terwijl Adèle nog in kalmte van
woorden zat te vertellen, gaf haar
duenna haar voortdurend teekenen
van ongeduld: de trein naar Utrecht
moest worden gehaald en de tijd
drong.
„Welke stukken speelt u het liefst,"
vroeg ik. .,lk heb gehoord dat u vooral
graag in die van de romantische school
optreedt."
„Niet precies, ik geef verreweg de
voorkeur aan <Je klassieke stukken, en
vooral Shakespeare speel ik graag."
De stukken van het modern realis
me valleu niet zoo in haar smaak, en
met „Heimath" van Sudermann
dweept ze.
Vanzelf is ook het gesprek even
vluchtig gekomen op de drukte en
vermoeienis van bet artisten-leven.
Adèle Sandrock heeft veel bezoek
gehad, onophoudelijk, ook o. a. van
mevrouw Mann—Bouwmeester, wat ze
met blijkbaar genoegen verhaalde, en
ook deed het haar goed de oude me
vrouw Albrecht gesproken te hebben,
die haar en haar kunst veel belangstel
ling had betoond-
Toen ze over mevr. Albrecht sprak
stipte ze even aan dat Zo als kind tegen
die grooten in de tooneelwereld had
opgezi- n en dat het haar nu zoo ver
heugde ze te ontmoetcD.
In Holland heeft Adèle Sandrock
nooit anders gespeeld dan, als kind,
kinderrollen.
Een vriendelijke handdruk, verge
zeld met het vele malep herhaald ver
zoek om vooral in dó krant te schrij
ven hoe dankbaar ze getroffen was
door de hulde harer landgenooten, wa
het afscheid.
„Heimath", het drama in vier bedrij
ven van Sudermann. waarin Adèle
Sandrock de ro lvan Magda vervult,
is een zielen-drama van groote betee-
kenis. een schitterend product der mo
derne Duitsche litteratuur.
De Oberstiieutenant Schwartze heeft
uit zijn eersten echt twee dochters,
Magda en Marie, en is voor de tweede
maal gehuwd met Augusta von Wend-
lowski.
Franziska haar zuster. Marie von
Wendlowski, een luitenant, Hesster-
dink, een dominee zijn in hoofdzaak
de bezoekers van het kalme, vredige
huisgezin van den overste.
Kalm en vredig na de stormen, die
er gewoed' hebben toen Magda, die zich
verzette tegen een huwelijk met den
predikant, het huis werd uitgejaagd.
Magda is aan de opera gekomen,
heeft daar triomfen gevierd en is een
beroemd artiste geworden. Ter gele
genheid van een muziekfeest in haar
geboortedorp» keert zij daar weer en
komt ook weer terug in het ouderlijk
huis waar zij, die gewend is aan den
storm en drang, en de lichtkleuren van
het kunstenaarsleven, het niet vinden
kan met do conventie en stijf-burger-
lijke begrippen van die omgeving,
waar ze kind is geweest.
Meesterlijk geschetst is deze situatie.