EEN HALVE WEEK
Tweede Blad,
Vijftig jaar geleden.
Het gelieim van den
Senator.
behoorende bij
„Haarlems Dagblad"
van
Donderdag 24 October 1901.
No. 5620
Officieele Berichten.
BURGEMEESTER EN WETHOU
DERS van Haarlem,
Gelet op art. 8 der Hinderwet,
Doen te weten, d'at bij hunne be
schikking van 8 October jl. aan- die
Wed'. A. W. Leuven Zoon, voor
een proeftijd van één jaar. vergum
ning is verleend tot uitbreiding van
de lijstenzagea-ij in de peroeelen
aan de Smedesiraai No. 34 en 36,
door het plaatsen van een gasmotor
van 16 paardekrachfc, ter vervan
ging van den be&taanden, in een
op te richten gebouwtje achter het
perceel aan de Groote Markt No.
15.
Haarlem:, 21 Oei. 1901.
Burg. en Weth. voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris,
PIJNACKER.
BURGEMEESTER EN WETHOU
DERS van Haarlem, doen te weten,
dat bij hunne beschikking van 18 Oc
tober jl. aan J. van Hooft vergunning
is verleend tot wijziging der uitbrei
ding van zijne kleerenwasscherij en
drogerij door bijplaatsing van eene
stoommachine en een stoomketel inde
perceelen aan de Brouwersvaart no.
28 en 30, tot welke uitbreiding vergun
ning werd verleend bij beschikking
van 20 Augustus j.l.
Haarlem, 22 October 1901.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd:
BOREEL.
De Secretaris,
PIJNACKER.
Wereldgeschiedenis.
Men wacht in Engeland op
daden en krijgt woorden. Stead
over de „verraders."
Het Engelscbe volk wacht met steeds
klimmend ongeduld op daden en men
geeft het redevoeringen. Niet minder
dan drie leden van de regeering heb
ben lang en breed! gesproken over den
tegenwoordigen toestand en allen lord
Londonderry, alsmede de heeren Long
en I-Ianbury waren het daarin met
elkaar eens, dat de gevolgde politiek
volmaakt was en keurden de uiterst
strenge maatregelen, die onlangs ge
nomen zijn, goed.
Een gedeelte der toespraak Van den
heer Hanbury verdient onze bijzonde
re aandacht. De minister van land
bouw heeft geconstateerd d.a|t zekere
leden van 't Lagerhuis wenschen had
den uitgesproken, niet voor de zege
praal der Engelschen maar voor die
hunner vijanden. Hij voegde er bij,
dat het oogenblik wel eens kon komen,
dat men tegen deze schandelijke en
verraderlijke gezindheid maatregelen
zou moeten treffen. Deze zinsnede, tee
kent voldoend den treurigen geest die
er in zekere kringen der Britsche sa
menleving heerscht.
Men begint in Engeland het woord
verrader langamerhand we! wat al te
veel toe te passen. De Daily Mail"
protesteert tegen dit misbruik dat
door de imperialistische pers niet wei
nig is aangemoedigd. Het blad ei9cht
voör de Engelscbe burgers en voor de
pers het recht otn eene andere meening
toegedaan te zijn dan de regeering,
zonder direct voor een verrader
te worden uitgekreten.
De bekende Engelsche Boerenvriend
W. F. Stead heeft zich ook menigmaal
als zoodanig betiteld! gezien. Hij heeft
die beschuldigingen thans in een
serie artikelen in de „Daily Mail" be
antwoord onder den titel: „Wie zijn
de verraders?" Merkwaardig is dat ook
de redacteur van dat blad bierbij be
hoort. Dat desniettegenstaande de ar
tikelen van Stead toch plaatsing kon
den vinden getuigt wel voor de 4ot ze
kere hoogte onpartijdige zienswijze der
Engelsche pers, al heeft die pers ook
nog zoo veel op haar geweten.
Niet zij, die de staatkunde der re
geering aan critiek onderwerpen cn
die den oorlog veroordeelen, omdat
naar hunne meening die oorlog een
misdaad is, zijn de verraders, aldus
de schrijver; het woordenboek zegt:
„verrader is iemand, die uit eenige
oorzaak, het in hem gestelde vertrou
wen schendt".
„Indien dit zoo is, gaat Stead voort,
dan zou ik met alle beleefdheid de op
merking willen maken, dat de mannen
die de geschiedenis als verraders zal
brandmerken, niet de arme, zwakke
en verachte Pro-Boers zullen zijn,
maar degenen, die (tot de hoogste pos
ten geroepen door het vertrouwen der
natie, dat vertrouwen hebben geschon
den.
Ik hoop dat niemand mij zal ver
denken, waar ik hooggeplaatste perso
nen noem, dat ik hun verradelijke be
doelingen toeschrijf. Maar toch moet
ik de navolgende personen beschuldi
gen van verraad: den minister var.
oorlog Brodrick, lord Roberts, Arthur
Balfour, Sir Redvers Bulier, de redac
teuren van de „Times", van de ..Spec
tator," en ven de „Daily en de
vroegere leiders der oppositie".
In het eerste der bedoelde artikelen
behandelt Stead de beschuldiging van
verraad tegen lord Roberts en St. John
Brodick, en wel op grond van het naar
Afrika zenden van een volkomen on
bruikbare legerafdeeling.
En nu vraagt de schrijver: Is er in
onze geheele militaire geschiedenis
een meer laakbare, en een minder to
verontschuldigen schendiug van ver
trouwen aan te wijzen? In een land',
met een bevolking van veertig milliocn
zielen, en met een onbepaald krediet,
was er toch wel wat beters te doen ge
weest, dan tegen hooge soldij en met
groote kosten een „verloopen Falstaff-
regiment" uit te rusten, dat niet rijden
en niet schieten kon, en waarvan heele
scheepsladingen als volkomen onbruik
baar moesten worden teruggezonden.
Stead wil niet ingaan op de oorzaken
op den „voorbedachten raad" bij
duidt die slechts even aan, met dc
woorden, waarin de ministeriëele fictie
wordt bespottelijk gemaakt:
„Wij waren in vollen vrede; de oorlog
was sedert October uit."
Het „Berliner Tageblatt" is niet zoo
schroomvallig en zegt niet te vreezen
voor eene aanklacht wegens beleedi-
ging.
Het blad schrijft derhalve:
„Engeland mocht toen volstrekt niet
weten, dat de regeering die om ver
kiezingsbedoelingen den oorlog „uiit"
had genoemd1, volstrekt geen maatre
gelen had genomen, voor het geval de
oorlog eens niet mocht „uit" zijn. Om
dus het land geen verdenking te doen
koesteren, werd met politieke bcdoe-1
lingen een volkomen onbekwaam aan
vullingscorps uitgezonden en dus wer
den het land en het parlement met
voorbedachten rade bedrogen."
De correspondent van het Tageblatt
heeft indertijd dit „ver,loopen uitvaag
sel dter achterbuurten" gezien, dat toen
bijeengekrabbeld en naar Afrika ge
zonden werd. Het was, naar hij schrijft
eenvoudig afschuwelijk. De bekentenis
der regeering dat zij geen geoefende
troepen in voorraad had, zou [toen ver
moedelijk aanleiding gegeven hebben
tot een beweging om vrede te sluiteu;
want niemand zou hebben kunnen toe
staan, dat voor een oorlog waarvan de
uitslag onzeker was en die nieuwe en
zware offers eisclien zou, een onge
oefende en ongeschikte troep werd uit
gezonden.
Wij weten dat op 't oogenblik de toe
stand. nog slechter is en dat degenen
die zich hebben laen aanwerven, veel
harder wegloopen dan ze gekomen
zijn, daar hun oude soldij nog niet is
uiibeltaald.
Fraaie troepen inderdaad!
Bij een boekhandelaar in de stad
heeft een van mijn bekenden een stel
oude boekjes gevonden en zich die
aangeschaft. Het waren verslagen
van den toestand en de historie der
gemeente van 1851, '52, '53 en '55. In
het jaar 1851 begon pas het geven van
een jaarlijksch, gedrukt verslag. Voor
dien tijd was het er niet en, wij, diie
gewend zijn elk jaar een dikken bun
del te zien verschijnen over den toe
stand van onze gemeente, kunnen ons
moeilijk voorstellen hoe men vóór het
jaar 1850 het zonder dien heeft kun
nen doen.
Alles ging toen nog aartsvader
lijker toe. De burgemeester en de
vroedschappen van die dagen waren
van meening, dat het groote qubliek
met de zaken niet te maken bad. Zij
maakten de affaire wel in orde, de
burgera moesten het maar goedvinden.
Zoo heeft bet nog jaren geduurd vóór
men er toe kwam. om voorstellen, ad-
_vi£zeiu_amendeiTientei) omtrent zaken, j
die in den gemeenteraad werden be
handeld, te laten drukken. Er bestond
óón geschreven exemplaar en dit be
rustte natuurlijk bij B. en W. en ver
dween later in de peillooze diepten
van 't archief. Eerst op aandringen
van, den lieer Rethaan Macaré is be
sloten, al deze zaken te laten drukken
en zoodoende aan raadsleden, pers en
publiek gelegenheid te geven, behoor
lijk van dc zaken op de hoogte te ko
men en, zoo noodig, nog een en an
der na te zien.
Derhalve, het eerste gedrukte ver
slap loopt over 1851. 't Is niet bonder
den bladzijden dik, zooals het tegen
woordige, maar bevat toch voor ons
genoeg interessants, om even door te
loopen. Er blijkt wel uit, onder ande
ren, dat de politiebewaking over dag
veel geringer was dan tegenwoordig.
Het aantal agenten was maar achi en.
dat van de veldwachters drie man,,
maar dat het toezicht 's nachts in ver
houding beter was dan thans, Toen
werd namelijk de stad 's nachts be
waakt door één politieagent, 2 ser-
sergeanten van de nachtwacht en 19
wachts, de buitenkwartieren door een
sergeant en 8 wachts, te zamen dus 31
man. Als we nagaan, dat de stad toen
nog maar 26,713 zielen telde, dat is
het twee vijfde gedeelte van de tegen
woordige bevolking, dan is een poli
tiekorps van 40 agenten bij nacht,
mot de helft van het aantal inspec
teurs en adjuncten, niet groot. Vooral
niet, omdat er toen nog buitengewone
assistentie schijnt geweest te zijn. Al
thans ik lees in dit jaarverslag over
1851: De dienst der hulp-maréchaussée
heeft in het afgeloopen jaar alhier
gunstig gewerkt, terwijl door haar ver
scheidene bedelaars en houtstroopers
zijn aangehouden, en de landlooperij
aanmerkelijk is verminderd, zoodat
het wenschelijk is, dat deze blijve
standhouden."
Aan dezen wensch is, zooals we we
ten, niet voldaan. Onze jeugd weet
nauwelijks bij name wat een maré-
chaussée is en hoe hij er uitziet.
Wat er destijds ook was zooals nu is
de bloembollencultuur, maar het ver
slag over 1851 hangt daar geen gun
stig relaas van op. Er staat dat door
een buitensporige cultuur in andere
gemeenten alle berekening, hoe ook
genaamd, vervallen is en de verhou
ding van productie tot vertier geheel
en al verloren. Dit slaat naar we le
zen, meer in 't bijzonder op de hya
cinthen, die „de eenige voorname
soort der bloembollen" worden ge
noemd. Zoover ging het. dat tot groo
te schade der nog gezeten bloemisten,
door velen allerwege bloembollen in
commissie werden verzonden en tot
dó laagste prijzen verkocht. Jaarlijks
kwamen een groot aantal reizende of
zwervende kooplieden uit Duitsch-
land over, kochten (meestal buiten
deze gemeente) bloembollen van min
der soort tot zeer geringe prijzen bij
de kweekers op en ventten die daarna
in het buitenland uit.
Akelig tafreel! 't Is te lang geleden,
dan dat we met eenig recht zouden
mogen gelooven, dat deze voorstelling
geheel en al onjuist is geweest. Het
feit, dat nu nog de bloemisten licht
tot klagen geneigd zijn, stemt evenwel
tot kalmte.
Maar de merkwaardigste afdeeling
in dit verslag is wel die van de ver
voermiddelen. Wij lezen daarin, dat
met het Amsterdamsche binnen- of
volksschuiteoiveer zijn vervoerd van
hier op Amsterdam 19,881 en van daar
naar hier 12,996 personen,waaruit wel
volgen moet, dat velen terugkwamen
per as of te voet. Niet zonder vreug
de wordt in 't verslag vermeld, dat de
middelen' van gemeenschap met
geheel Noord-Holland zijn vermeer
derd door een diligence-dienst van
Haarlem op Alkmaar en van Uilgeest
naar hier.
Do vroede vaderen hadden het des
tijds op den spoorweg nog niet bijster
voorzien. Ze klagen in 't gemeente
verslag van 1852 er over, dat het ver
voer langs den Holl. IJzeren Spoor in
dat jaar meer belemmering heeft om
dervonden, dan in 1851. Zelfs wenscht
men daarvoor een „algemeene rijks-
en politiewet op de spoorwegen." Wat
was er dan gebeurd'? „Van tijd tot tijd!
hebben er onheilen plaats gehad,"
zegt het gemeentebestuur, maar laat
er onmiddellijk geruststellend op vol
gen, dat ze gelukkig geen ernstige ge
volgen na zich gesleept hebben.
Wat die onheilen dan wel waren,
wordt ons niet meegedeeld, 't Schijnt,
dat Haarlem's gemeentebestuur des
tijds eerder van streek raakte, dan te
genwoordig. Althans er wordt over
datzelfde jaar 1852 met plechtige be
zorgd heidjjewaggem^ vele;
c alarm ale en rheuinatische ongesteld
heden. die zich in het. najaar, als ge
volg van de aanhoudende, vochtige
weersgesteldheid, onder de paarden en
runderen hebben voorgedaan. Droevig
wordt er bijgevoegd: „eenige biggen
stierven aan stuipen."
Met deze treurige bijzonderheid
wachten we een oogenblik om in het
nummer van Zaterdag a.s. nog enkele
andere bijzonderheden te vermelden.
Binnenland.
Een zonderling.
Uit Workum wordt aan de Leeuw
Ct. geschreven:
In 't naburige Heidenschap woont
sedert jaren een Zonderling,amn. Eerst
leefde hij melt zijne moeder samen,
doch na haar dood is hij geheel alleen.
Geen mensch wordt te woord gestaan,
dan winkelier en bakker, die hem up
bepaalde tijden van het allemoodigste
voorzien. Kloppen deze aan dan over
tuigt hij zich op slinksche wijze of ze
't werkelijk zijn.
Hierna óntgretndelt hij kamer- en
achterdeur (deze zijn van zware gren
dels voorzien), neemt, zonder een voet
buiten te zetten, de waren in ontvangst
en verdwijnt dadelijk, de deuren zorg
vuldig achter zich sluitende. Geen
mensch ziet hem ooit buiten; alle vuil
blijft in de kamer. Het vorige jaar
werden hieruit door een arbeider, op
last van zijn buurman, voor wien de
zonderling nogal achting had. ruim
20 kruiwagens vuil verwijderd. Een in
't achterhuis staand schaap bleek ge
storven en reeds verrot.
Toen een familielid eens kwam in-
formeeren naar den toestand der moe
der, wilde hij dezen, na aan de deur
gekomen te zijn, niet binnenlaten. In
weerwil hiervan ging de man zich toe
gang verschaffen en vond de vrouw...
dood. Toen hij dit aan den zonderling
meedeelde, was het antwoord: „Dan is
ze al drie weken dood. want in geen
drie weken wou ze koffie hebben." Bij
de lijkschouwing door den geneesheer
bleek, dat hij niet overdreven had. Ver
der kan gemeld worden, dat hij zeer
goed bemiddeld is.
Pleizierig
Een landbouwer uit Veendam trof
't dezer dagen al hijzonder ongelukkig.
Over Nieuweschans naar Duïtschland
gereisd, om zijn zoon te bezoeken, die
te Meppen in hechtenis is. wegens liet
..invoeren van honig met toevoeging
van water", vroeg' hij, te Leer aangeko
men, aan een paar politieagenten om
het adres van een goed logies, waarop
de agenten hem dit gratis verschaften,
door liem in een arrestanten lokaal te
brengen, waar men hem twee dagen
hield.
Wat was de zaak? De politie te Leer
had per telegraaf bericht gekregen van
een diefstal in diep. trein op een reizi
ger, met de toevoeging: „Een groot
persoon met langen grijzen baard is
de vermoedelijke dief." En nu had on
gelukkig onze Veendammer een langen
grijzen haard.
Na twee dagen bleek dat de hestolc.
ne niet bestolen was en het verhaal van
den diefstal verzonnen had, omdat hij
zijn schuld niet kon betalen.
Goud gevonden
Aan die N. Ct. wordt uit Almelo het
wonderbaarlijke bericht medegedeeld,
dat in de omstreken van het naburige
Nijverdal door een tweetal heeren, die
vroeger in Transvaal woonden, goud
velden ontdekt zijn en dat de concessie
tot het ontginnen reeds is verkregen.
Men meldt uit Nijverdal aan de
Zwolsche Couran':
Sedert eenige dagen worden alhier
in den berg verschillende stukken
grond aangekocht, sommigen tegen di
recte betaling, andere melt voorbehoud
van eenige maanden beraad en met
het recht van peilingen of boringen te
den.De bedoeling hiervan was niet be
kend en ook moeilijk te gissen, totdat
eensklaps het gerucht de ronde deed,
dat waarschijnlijk in dë bedoelde
gronden goud zou zijn te vinden.
In hoeverre dit gerucht waarheid be
vat is moeilijk te beoordeelen, alleen
wéten' wij, dat voor eenige weken een
monster zand is genomen, dat geïnfor
meerd wordt naar de mogelijkheid om
water te verkrijgen en dat alle koop
contracten met den meeaten spoed zijn
opgemaakt.
De toekomst zal wel nader de juiste
bedoeling van dezen haastigen aan
koop van grond leeren kennen.
De Zw. Ct. toekent hierbij aan:
Het bericht klinkt zeer ongeloofelijk.
Feuilleton.
Naar het Duitsch
van
F. ARNEFELDT,
36)
Hij keerde hem onder een ge
mompel van bijval van de toehoor
ders den rug toe, een dozijn handen
werden tegelijk uitgestoken om de
zijne te drukken. Olivia Lamprecht
was echter allen voor; zij verge
noegde zich daarmede niet, maar
viel John om den hals en kuste
hem op beide wangen. Haar echt
genoot klaprte zachtjes in de han
den om zijn bijval te betoonem Ja
mes Plehn vond het geradJen, zich
zoo weinig opvallend mogelijk in
een hoek terug te trekken'.
Thans weerklonk reeds de bel
uit de kamer der gezworenen, ^ls
een teekeai dat zij het over het von
nis eens waren gewerden.
De zitting werd oonieuw geopend.
paarsgewijze verschenen de gezwo
renen en onder plechtig zwijgen
las d'e voorzitter het vonnis voor.
De vragen omtrent de schuld van
beklaagde waren' eenparig met
„neen" beantwoord; de waag
„noodweer" - of „toeval", was be
vestigend beantwoord'.
Een storm van bijval brak los
de president liet dien eenige minu
ten den vrijen' loop; eerst toen
maakte hij. er een einde aan dieor te
dreigen de zaal te zullen doen ont
ruimen, maar het gelukte toch niet
die rust weer volkomen te herstel
len. De drukte nam toe toen de be
klaagde werd binnengebracht en
hem het vonnis der jury werd voor
gelezen.
Hij hoorde het aan met groote
zelfbeheersching cn met dien aan
blik van iemand die reeds met het
aard'sche leven heeft afgerekend.
Met het hoofd tegen den wand ge
leund, d'e oogen gesloten, zat hij
daar, schijnbaar d'e rustigste in de
geheele vergadering, terwijl het ge
rechtshof zich gereed maakte zijn
oordeel ui.t te spreken.
Het luidde overeenkomstig den
wensch van d!en verdedigervrij
spraak en. nogmaals gaf zich de
deelneming der aanwezigen lucht
in luide bijvalsbetuigingen, die
voortduurden totdat de zaal langza
merhand ledig liep-
James Plehn had het geraden ge
acht onopgemerkt weg te sluipen
er zweefden hem tafereel en van
Amerikaanscbe volksgerecht igheid
voor den geest, en hij hegeerde niet
aan zijn eigen lichaam te ervaren,
hoe men zich in zulke gevallc-n in
Duitschland gedroeg.
Rondom Robert Langenbruch,
wien de president zijn onmiddel
lijke Lnvr i j heidfstellin g had aango
zegd, verdrongen1 zich gelukwen-
sciiend vrienden en bekenden zijn
door tranen verduisterd oog ver
mocht niemand' te herkennen
zwaar leunde hij op Frits Herrlich,
die hem den arm had gereikt en
met hem den uitgang trachtte te
bereiken.
Plotseling gleed een lichtstraal
over zijn gelaat, hij liet den advo
caat los en breidde d'e armen uit,
maar liet ze plotseling weer zak
ken, en zijn gelaatstrekken vertoon
den. de diépste neerslachtigheid.
Mijn zoon, mijn zoonstamelde hij
maar mag ik hem nog zoo noe
men
John had zich tot hem baan ge
broken. Het volgende oogenblik had
hij hem met zijn krachtige armen
omvangen, het vergrijsde hoofd aan
zijn berst gedrukt, en zonder zich
om de talri'ke omstanders te be
kommeren, riep de andei's van ver-
icon zoo afkeietrige jonge man, on
der tranen en kussenMijn va
der. mijn ware, mijn rechte vader,
ik heb geen anderen vader dan u
Genoeg John, meer dan ge
noeg fluisterde Dr. Lamprecht, die
den vriend gevolgd' was, hem in 't
oor. Laten wij ons haasten om
hem naar het rijtuig te brengen.
Hij wilde Langenbruch's een.cn
arm grijpen, terwijl John den ande
ren nam, maar hij trok dien terug.
Vergeef mij beste dokter, zei hij
met een flauw lachje, maar ik
zal op Fiits Herrlich steunen, die
heeft mij zoo wakker geholpen
De verdienste meet haar loon
hebben, schertste Otto, terugtre
dend. Hij fluisterde Frits Herrlich
echter toe Je cliënt schijnt haast
te hebben je je honorarium uit te
betalen, hij wil je heelemaal' niet
van zijn zijde missen. Nu, rijd
maar mee naar de Louisastraa aan
gemeld zijl gij reeds, sta mij ech-
misschiea is de bedoeling, dat er in
overdrachtelij ken zin goud in den bo
dem zit dat. door ontginning van die
woest»' gronden langs indirecten weg
goud te verkrijgen is.
Leger en Vloot.
Reservekader bij de bereden
korpsen.
De minister van oorlog deelt in
de „St.-Ct." mede
lo. dat het examen van hen, die
wenschen te worden toegelaten tot
eene verbintenis als vrijwilligers
voor het reservekader bij d'e bere
den korpsen, dit jaar zal plaats heb
ben
a. bij de cavalerie en het korps
rijdende artillerie op 25 November,
en
b. bij de regimenten veld-airi.il1 e-
rie op 28 Nov-
2o. dat in verband daarmede :n
dit jaar de aanmelding voor bedeel
de examens moet plaats hebber:
vóór 11 November a.s. bij de-n coc.i-
mandeerende-officier van hot korps,
waarbij de adspirant de verbinte
nis wenscht- aan te gaan.
3o. dat het examen zal worden
afgenomen ter standplaats vain den
commandeerende-officier van het
korps, waarbij d'e adspirant de ver
bintenis wenscht aan te gaan,
zijnd©
a. Deventer voor hel 1ste, v enlo
voor het 2do en 's-Gravenhage voor
het 3de regiment huzaren
b. Arnhem voor de rijdende ar'.ti
ler ie, Utrecht voor het 1ste, 's-Gra
venhage voor het 2de en Breda voor
het 3de regiment veldartillerie;
4o. dat men zich. voor wat be
treft de e-ischen van kennis en be
drevenheid voor hot examen vast
gesteld tot het ondergaan van een
militair geneeskundig onderzoek
en verder inlichtingen kan wenden
lot den command!eerend!e~officier
van een der korpsen bovenge
noemd.
Personalia.
De le luit K. Kooiman, van het 7e
reg. inf., is van Naarden naar Am
sterdam overgeplaatst.
De 2e luit. der inf. O.-I. leger A. M.
Wesscls wordt 1 Nov. a.s. eervol ont
heven van zijn detacheering bij het
koloniaal werfdepot te Harderwijk.
De 2e luit. L. Timmer, van het 3e
reg. inf., is van zijne detacheering bij
de normaalschietsch'ool te 's Grave ulla
ge te Bergen-op-Zooin teruggekeerd.
De le luit. M. v. Ghort, van bet 4e
bat. van het 2e reg. inf. te 's Hertogen-
bosch in garnizoen, wordt op zijn ver
zoek overgeplaatst bij het 2e bat. van
genoemd regiment te Maiu^tricht.
De bij 't 3e reg. vest.-art. benoeé.nde
kapt. II. A. Ruijsch Lehman de Lehns-
feldt blijft voorloopig gedetacheerd bij
het 2© reg. vest.-art. te Naarden.
De luit. ter zee 2c ld. P. de Kanter
wordlt 1 November geplaatst hij de afd.
hydrografie bij het departement van
marine.
De 2e luit. C. J. G. Kraft, van het 4e
reg. vest.-art., wordt 1 Nov. a. s. eervol
ontheven van zijn detacheering bij liet'
korps torpedlston te Briclle'.
De kapt. H. B. Moll, van den staf dei-
art., toegevoegd aan dien directeur der
artillerie-inrichtingen wordt, onder
eervolle ontheffing uit zijne tegenwoor
dige betrekking, met ingang van 1
Nov. a.s. overgeplaatst bij het le reg.
vesting-art. to Utrecht.
Het detachement der koloniale re
serve, dat 16 Nov. naar Oost-Indie ver
trekt, zal staan onder bevel van den
le luit. De Lact, aan wien als mede-
geleider is toegevoegd de le luit. Soe-
tens.
De le luit. F. R. Kuijper, die 1 Nov.
wordt overgeplaatst van het 3e naar
het le rog. veld-art., wordt dan gede
tacheerd bij 't instructie-bat. van het
korps rijd. art te Arnhem.
De le luitenant II. J. GasiJle, van het
Se'reg. inf., wordt overgeplaatst bij het,
3e reg. inf. te Middelburg.
De le luits. J. L. ten Bosch en D. G.
Graswinckel, van het le reg. veld-art.,
die bij het le reg. vest.-art. met 1 No
vember worden overgeplaatst, worden
ingedeeld bij de comp. van dat korps
te Utrecht in garnizoen.
De bij bet 2e nog. veldLart. te 's Gra-
venhage overgeplaatste kap. P. G. L.
baron Quarles de Quarles zal belast
worden met het bevel onder de trein-
afdeeling.
De le luit. G. N. Hilwig, van het 3e
rog. inf.. wordt 1 November overge-
plaatst bij het 6e reg. inf. te Breda.
ter toe de vierde plaats in het rij
tuig in te nemen de tegenwoordig
heid van den dokter is misschien
niet heelemaal overbodig.
Frits Herrlich, met het terrein
bekend, geleidde Langenbruch en
zijn metgezellen, naar een zijuit
gang. van waaruit zij hem onopge
merkt in '1 rijtuig hoopten te krij
gen.Die voorzichtigheid haatte ech
ter niets. Ook daar stond 'n talrijke
menigte kijkers en belangstellen
den, die eyenzoo ge rede noord had
den als de advocaat. Ondier het ge
juich der menigte hielpen zij den
vrijgesproken© in het rijtuig, dat
slechts stapvoets kon voortrijden.
Het was druk in de straten, even
als op dien dag waarop de senator
Schlözer Langenbruch had afge
haald om hem naar den Senaat tc
voeren.. Vele weken waren verloo
pen sedert dien morgen, teen: hij
zijn huis verlaten had, en wat lag
er niet tusschon dien morgen en
dezen avond, waarop hij eveneens
onder geleide naar huis terug
keerde.
Op dan- drempel ontvingen! hem
zijn drie dochters en Olivia Lam
precht door hen omstuwd, trad hij
het feestelijk verlichte huis en de
De off. van ad min. lekl. J. A. Groo-
tendorat, die sedert 1 Oct. te Amster
dam is opgetreden bij de opleiding van
adspirant-administrateur, is bestemd
in 1902 op te treden als lee-raar in het
militair strafrecht bij die opleiding.
De bij het 3e reg. inf. benoemde lui
tenants J. F. AVichman, M. A. van der
Lijke 011 II. Ileetjans, worden inge
deeld bij de bataljons te Bergen-op-
Zoom.
Sporten Wedstrijden.
Paarden.
Courses te Woestduin.
Ingeschreven paarden voor de mee
ting te Woestduin op Zondag 27 Oct.
a,s.
a. D r a v e n.
Voetbalprijs: Anna, J. Koster; Nella,
Jan Steen; Miklós. B. Blok. Rotterdam;
Jonge Yoël, J. A. Geersen, Woerden;
Swaska II, II. K. Glas Jzn.; Prinses
Charlotte, id.; Controleur, id.; D. D.,
S. Wittevcen; Dobrina, id.; £ïraaf
Adolf II, G. Kruyt; Anton, Joh. do
Mol; Antoinette, id.; Fanfare. J. F. de
Boer; Debutant-, N. de Koning; Her
man. W. J. Brom; Schabernack, II.
Mei j nero.
Cricket-prijs: De Luitenant, J. Kos
ter; Chilo. Heilingh en Leopold; Geor
gia II. Joh. de Mol; Graaf Adolf II. G.
Kruit; Dobrina, S. Wittevcen; Isabella,
N. N. v. d. Berg; Clerimond. id.; A.
Mountaineer. J. W. Schuijl; Polkan,
Stal Avanti: Eddallah. Stal Trio; Lady
Bird. W. N. Ockhorst.
Banda-prijs: Sersant* -L Koster; Chi
lo, Reilingh en Leopold; Georgia H,
Joh. de Mol;Anselor, J. W. Schuijl;
Isabella, N. N. v. <t. Berg; Ilirye, II.
Meijners: Sierra. Stal Avanti; Eddal
lah, Stal Trio; May D, W. N. Ockhorst.
b. Rennen.
Ilockey-prijs: Billiton, Abr. v. Ho-
boken v. Hoedenkenskerke; Alarm II,
J. M. H. ten Kate; Regina. Mac. Cord;
Curasao, S. A. F. baron Creutz.
Tennisprijs: Holmes Chapel, Abr. v.
Hoboken v. Iloedekenskerke; Micah,
idem; Polikare, IIe,rr Heinrich Pfeif
fer; Hollandaise, Mac. Cord; Maxim,
A. Mouquet; Miss Bouneer, idem; Net-
ta, S. A. F. baron Creutz: Dame Con
stance. idem; Failfer, S. II. D. Spijer,
N. de Lady Mayoress, idem; Europa,
Abr. v. Hobokc-n v. Iloedekenskerke;
Argadeen, H. Meijners; Miocho ex
Mels. mr. Astley; Iieineke, idem.
Golfprijs: Sea Voyage, Abr. v. Ho
boken v. Iloedekenskerke; BerUius, id.;
Polikare, Herr Heinrich Pfeiffer;
Single String. J. M. II. ten Kate; Eas-
ton, jhr. C. de Pesters; Laura Gold,
idem; Werda, Mac. Cord; Esther,
Comte le Grelle; Marine, J. J. Korthals
v. Schooten; Le Louts. S. A. F. baron
Creutz; Chapter. II. Meijners; Berline,
idem; Rack Rent, Mr. Astley; Miocho
ex Mels, id.; Cher Amour, idem.
Voetbal.
De competities.
Hot programma van don N. V. B.
voor a. s. Zondag bevat de volgends
wedstrijden.
Afd. I. le klasse: II. B. S.—Ajax, Den
Ilaag; Haarlem—H. F. C. Haarlem;
Rapiditas—H. V. V„ Rotterdam.
2e klasse a: Olympia—Swift (II.),
Rotterdam.
2o klasse b: D. S. V. V-Celeritas,
Delft; Quick—Concordia, den Ilaag.
3e klasse b: LeonidasUnitas, Am
sterdam.
Afd. II. lo klasse: VitesseGo-Ahead
Arnhem; QuickHercules, Nijmegen;
U. D.P. W., Deventer.
2e klasse a.: P. W. II—de Tuban-
ters, Enschedé.
2e klasse b. Victoria II—Quick (Amf.)
Wageningen.
Afd. III. 2e klasse: Be-QuickAcbii-
les, Groningen.
3e klasse: I. P.Bato,Leeuwarden.
Afd. IV. 2e klasse a: VictoriaN. O.
A. D., Den Bosch.
Onderwijs.
Het volgende adres is heden verzon
den aan heeren Gedeputeerde Staten
van Noord-Holland:
Ondergeteekf nden, benoemd als Com
missie door de afgevaardigden van af-
deelingcn in Noord-Holland van liet
Nederlandsch Onderwijzers Genoot
schap. den Bond van Nederlandsch©
Onderwijzers en de Vereeniging \an
Hoofden van Scholen in Nederland, op
de vergadering-van 5 Oct. jL te Alk
maar, hebben de eer u te verzoeken:
gemeentelijke verordeningen, rege-
wijd geopende huiskamer binnen,
maar de plaats, waarop zijn oog
het eerst zich richtte, was leeg.
Zijn Ethel had1 hem verlaten. Zij
was een offer van haar verleden ge
worden. en alles wat hij gedaan
had om de kataslrofe te verhoeden,
had slechts daartoe gediend om zo
nog sneller te doen plaats hebben
en ze nog gruwzamer aanzien te
geven.
Meed, moed. lieve vriend, had
Olivia Lamprecht, dio zijn gedach
ten scheen t<- raden hem toegefluis
terd gii hebt veel verloren,
maar veel ook is u gebleven, cn zij
had gewezen op Johanna en John,
die in eiken arm een der tweeling
zusters hield.
ZESTIENDE HOOFDSTUK.
Johanna, kinderen, ze komen!
Met dezen uitroep stormdie Olivia
Lamprecht die kamer binnen, waar
in Johanna en de tweelingen! zich
bevonden. De beide kleine meisjes
ha i -n zich angstig tegen haar
oudere zuster aangedrongenhet
licht van de op tafel staande lamp
viel op de bleeke. angstige gezicht
jes der kinderen, terwijl het overt-