EEH HALVE WEEK Tweede Blad, behoorende bij „Haarlem's Dagblad" van Maandag 4 November 1901. No. 5629 Haarlemsche Handels- vereeniging. Goedgek. bij Kon. Be-duit van 12 Nov. No. 22, 1899. De Haarlemsche Handelsvereen. telt thans ruim 650 leden, dat is veel, doen niet genoeg. Elke winkelier, elke han delaar, zijn belang begrijpende, moei zich aansluiten. De contributie be draagt slechts ƒ2.50, terwijl de voor deden groot zijn. Rechtskundige adviseurs zijn de nee- ren mra. Th. de Haan Hugenholtz en H. Ph. de Kanter. Spaarne 94, weine gratis advies in handelszaken geven aan de leden en voor hen gratis optre den in faillissementen. Voor incasso's, door bemiddeling der advocaten gedaan, wordt 5 "o rekend. Bankiers der vereeniging ae lieeren Laane van Bemmel, Kruis straat 51. __0 Alle brieven of aanvragen (ook °P8*~ ven voor het lidmaatschap) moeten ge richt worden aa nhet bureau der ver eeniging, 22 Lange Begijnestvaat. Het is ons gelukt eene overeenKomsi te sluiten, waardoor het H.H. leden nauwkeurige informaties te verschaffen omtrent alle firma s in Nederland. ua^a De kosten dezer informaties bedra gen GO cents per adres, plus 5 cents voor porto, en moeten vooruit betaaia worden aan het bureau. Informatien naar binnen de stad wonende perso nen gratis. Ruim 650 informatien en rechtskun dige adviezen werden in het afgeloo- pen jaar verstrekt. ,Q h. Augustus en September zijn 4y vorderingen tot een bedrag van faoau.ao betaald, 12 vorderingen worden ai- betaald; 16 vorderingen zijn uitgesteld. Volgens artikel 7 client het Geheim der Maandlijsten ongeschonden be waard te blijven. H.H. Leden worden er op attent ge maakt. dat pretentiën, buiten de stad in te vorderen, niet worden behan deld, tenzii mrto-vergoeding (ld ets.} is bijgevoegd. liet Bureau der vereeniging is geves tigd 22 Lange Begijnestraat en is ge opend iederen werkdag van 's morgens 9 tot 1 en 's middags van 2 tot 4 uur. Dagelijks is een der bestuursleden aanwezig en bereid tot het geven van alle gewenschte inlichtingen en wel Maandag en Vrijdag van 11—12 uur v.iri.de overige dagen van 3—4 n.m. Men wordt geraden niet te leveren aan D. Teeuwen, Brouwersvaart 80k, voordat men heeft geïnformeerd aan het Bureau. dus bijna de zevenvoudige waarde van Engelsclie verliezen hebben. Als wij dit bedenken, krijgt de zaak dadelijk een heel ander aanzien. Bovendien krijgt men uit do verliezen van beide partijen over het laatste jaar reeds de zekerheid dat het voor de Boeren niet slecht staat, want sedert den. 31sten December verloren zij maar ongeveer 800 dooden en 3800 gevangenen, terwijl de Engelschen aan dooden alleen meer dan 10.000 en aan gevangenen ook nog meer dan 2000 man verloren, dus een verzwakking ondergingen die bij na driemaal zoo groot was als die van de Boeren." De Koweit-quaestie heeft dan einde lijk, naar het heet, eene oplossing ge kregen, al wordt van bevoegde zijde ook ernstig aan. de oprechtheid der Engelsclie diplomatie getwijfeld. De correspondent der „N. R. Ct." te Konstantinopel schrijft hierover d.d. 2 October o. m.: De dood van den Emir van Afgha nistan is den Turken wel van pas ge komen in de netelige kwestie over het bezit van Koweit, waardoor het gezag van den Sultan-Chalief en dat van Turkije nder de Arabieren op het punt stond een geweldigen stoot te ontvan gen. Met het oog op verwikkelingen, welke nu elk oogenblik over de erfe nis van Abd-oer-Rahman Khan kun nen ontstaan en een openlijk optre den van den rechthebbende op den troon, Ishak Khan, den beschermeling van Rusland, kunnen uitlokken, heb ben den Engelschen het voorzichtiger geoordeeld, om het bereiken hunner oogmerken op het Arabische schier eiland tot gunstiger tijden uit te stel len. En alzoo hebben ze niet geaarzeld voor het oogenblik hunne aanspraken op Koweit te laten varen, en zelfs den Sultan eene overeenkomst voor te stellen, welke alleszins geschikt is om de Ottomansche eigenliefde te streelen. Evenwel is dat vergelijk insgelijks zoodanig ingericht, dat het die Turken nog veel last kan bezorgen, daar het Groot-Brittarmië nagenoeg vrijheid van handelen voor de toekomst laat, en het de gelegenheid opent om toch weder in Arabië tusschenbeide te ko men, wanneer het daarin zin zal heb ben. Wereldgeschiedenis. De sterkte van het Boerenleger. De overeenkomst tusschen En geland en Turkiie betreffende Koweit. Er is menigmaal gevraagd: Hoe sterk is het Boerenleger? en er zijn vele en verbazend uiteenloopende antwoor den op gegeven. De Engelschen be weerden in "t begin van den oorlog, dat de Boeren 100.000 man op de been hadden, eene raming, die op het zachtst genomen, zeer sterk overdre ven mag genoemd war,den. Dichter bij de waarheid lijkt ons een inzen der in de „Relchsbote", naar wiens schatting de Boeren die ten tijde van hun grootste sterkte 54.800 man tel den, in 't geheel 40.000 man aan doo den, gewonden, gevangenen, overga ven en vluchtelingen hebben verloren, zoodat er nog ongeveer 14.000 man in het veld zouden staan. In dit cijfer zijn echter niet begrepen de Afrikaanders, die zich in de Kaapkolonie hebben aan gesloten. „Terwijl do Engelschen zegt de schrijver aan dooden 5 pet,, aan ge vangenen 2.8 pet., aan invaliden 14 pet., aan gewonden 6 pet. hebben ver loren, dus een totale verzwakking van hun legermacht met meer dan een vierde, hebben de Boeren aan dooden 8 pet., aan gevangenen bijna 50 pet, en in. het geheel omstreeks 77 pet, ver loren. Procentsgewijs berekend zijn de verliezen van de Roeren liooger dan die van de Engelschen. Men bedenke echter dat er aan Engelsclie soldaten omstreeks 350.000 man naar Zuid-Afri- ka zijn gezonden, terwijl de Boeren 3. Id. id. verliooging post volgnum mer 192. begrooting 1901. 4. Id. id. goedkeuring begrooting Barbar a-gasthuis voor 1902. 5. Id. id. goedkeuring begrooting corporatiën van ne erin gen, ambachten en bedrijven, voor 1902. 6. Id. id. goedkeuring begrooting Schutterij voor 1902. 7. Id. id. vaststelling staat beschik king onvoorziene uitgaven, dienst 1901. 8. Id. id. goedkeuring le suppletoire begrooting, dienst 1901. 8. Id. id. goedkeuring le suppletoire begrooting. dienst 1901. Id. id. ontslag onderwijzer J. W. de Koning. 10. Schrijven B. en W. aanbieding gemeentebegrooting dienst 1902 met bij behoorende stukken,. 11. Voorstel B. en W. intrekking on- bew.oonbaarverklaring perceel Oude- weg 1. 12. Verslag opzichter gasverlichting over September 1901. Engeland biedt aan de opper macht van den Sultan over ge heel Arahië, te erkennen, met uitzon dering van dte punten waar de Brit- sche vlag reeds waait, en d'e landstre ken welke reeds onder Britsche vlag reeds waait, en de landstreken welke reeds onder Britsche bescherming staan en waarvan de grenzen door een gemengde commissie zullen worden vastgesteld. Koweit zal in geen geval, en ond'er welken vorm ook, kunnen worden afgestaan aan eene andere mogendheid. Groot-Britannië zal er zich evenwel niet tegen verzetten, won- neer, nadat de groote spoorweg Koweit zal hebben bereikt of de aanleg van daar is aangevangen, aan Duitschlar.d een bevoorrechte stelling in •ie bocht en de haven van Koweit wordt toege kend. Daarentegen kent de Ottoman sche regeering Engeland het recht toe, desnoods daadwerkelijk in to grijpen tot het tegengaan van dein smokkel handel in wapens en munitie, dtn sla venhandel, en den zeeroof in de Roode Zee en de Perzische Golf onder de Ot tomansche kust, indien de Turkschö overheid daartoe niet bij machte blijkt te wezen. Die overeenkomst is alreeds goed gekeurd door den minïstrraad en de Porte, en ze zal zeer waarschijnlijk eerstdaags door het Keizerlijk zegel worden bekrachtigd. In tusschen zijn de Engelsclie kruisers, op één na, en ook het grootste deel der Turksche troepen, reeds van. voor Koweit terug getrokken. Het recht den Engelschen ingeruimd om in de Turksche wateren om Ara bië in enkele gevallen handelend op te treden, kan ongetwijfeld' voor de Turken in de toekomst zeer gevaarlijk worden. Stukken van den Gemeente raad. In de vorige raadsvergadering werd aangehouden het verzoek van J. W. de Koning, om eervol ontslag uit zijne betrekking van onderwijzer 1ste klas se aan de opleidingsschool voor jon gens tot het Middelbaar en Hooger Onderwijs, omdat van het Hoofd dier school bericht was ingekomen, dat ge noemde onderwijzer zonder verlof op 16 October reeds van de school was weggebleven. B. en W. stellen nu voor het verzoek van J. W. de Koning om eervol ont slag te wijzen van de hand, en hem met ingang van 16 October jl. te ont slaan. De verordening op de heffing en invordering van haven- en kaaigeld, is geldig tot 1 Januari 1902. B. en W. bieden haai- nu opnieuw ter vaststel ling aan met enkele wijzigingen. Aangezien de ondervinding heeft ge leerd, dat in sommige gevallen moeilijk is uit te maken of een vaartuig ai of niet overdekt is, moesten B. en W. eenige wijzigingen aanbrengen, ter wijl zij tevens voorstellen in het desbetreffend artikel den termijn van 3 dagen, als te kort, tot 7 dagen te ver lengen, om dan in een daarop volgend, nieuw artikel het bezwaar te onder vangen, dat voor vaartuigen, niet val lende onder de artikelen, welke ge- ruimen tijd in de gemeentewateren blijven liggen, slechts éénmaal belas ting wordt betaald. Overigens stellen B. en W. geene wijzigingen voor, en verwijzen zij, met betrekking tot het door de firma Pel- tenburg en Zonen ingediend adres, naar het advies van de commissie van inlichting waarin wordt aanbevolen om de grens van belastbaarheid tot vaartuigen van niet meer dan 13 kub. M. uit te strekken; waarmede zij zich volkomen kunnen vereenigen. B. en W. leggen de door den Schuttersraad ingediende begrooting van inkomsten en uitgaven der schut terij voor liet jaar 1902 aan den Raad' over, in ontvangst en uitgaaf bedra gende 8393.75. waaronder eene toe lage uit de gemeentekas van 8193.75. B. en W. stellen voor goed te keu ren de door den gemeente-ontvanger ingediende begrooting van inkomsten en uitgaven der goederen van de voor malige corporatiën van neeringen, ambachten en bedrijven voor het jaar 1902. sluitende in ontvangst en' uit gaaf met een bedrag van f 1743.16', en met een vermoedelijk batig saldo van 940. Mej. C. P. M. Bon, onderwijzeres aan de Tweede Tusschenschool alhier, vraagt tegen 1 Januari 1902 eervol ontslag. De heer W. J. Brender A Brandis. directeur der Imperial Continental Gas-Association, deelt mede dat hij wegens vertrek naar Antwerpen ver plicht is ontsla? nemen als lid' van de plaatselijke commissie van toe zicht op de scholen voor middelbaar onderwijs. „hooging van den huurprijs der con- .certzaal. Het valt te betreuren, dat .Haarlem slecht9 één zaal bezit, waar ,,het mogelijk is onze concerten te ge- ,ven en aan onze leden plaats te ge- ,ven." Wij hebben deze twee volzinnen niet zonder verwondering gelezen. Bach's bekwame penvoerder is hier niet ge lukkig geweest. Immers hij kan, om de besparing van een onnoozele hon derd gulden, in gemoede niet wen- schen, dat Haarlem twee concertzalen bezat, die elkander uit den aard van de zaak zouden doodconcurreeren! Zou dergelijke toestand zijn in 't al gemeen belang en in dat. van de leden van Bach? Wij meenen van niet, evenmin als wij zouden willen meewerken aan de oprichting van een nieuwen Schouw burg. Men vergeet al te vaak, dat wij Haarlemmers ons gelukkig mogen re kenen in 't bezit van een concertzaal, zooals er maar weinig in ons land zijn. In de lijn van deze gedachte had dan ook Bach's bestuur o. i. in zijn jaarverslag kunnen schrijven „Het valt te loven, dat er in Haar- „lem een uitstekende concertzaal is, „die wij voor de totale afwezig- „heid van consumptievoordeelen .aanmerking genomen niet te hoo- ,gen prijs kunnen huren." Deze volzin zou ook beter gepast heb ben bij de in het verslag voorkomen de verklaring, dat de Bach-vereeniging in bloeienden toestand verkeert Stadsnieuws. Vergadering van den Raad, der meerite Haarlem, op Woensdag 6 No vember 1901, des voormiddags ten 10 ure. De volgende zaken zullen aan de orde worden gesteld: 1. Mededeelingen en ingekomen stukken. Verzoek eervol ontslag mej. E. P. M. Bon als onderwijzeres 2e Tus schenschool. 2. Voorstel B. en W. intrekking on bewoonbaarverklaring perceel Bal- juwslaan 26. Aardappel- en Boter- over de afgeloopen Staat van de markt alhier, maand: Artikelen. Aangev. Verkocht Prijs. Boter 467 KG. 467 KG. f 1.15—1.40. Biggen 255 st 255 st, f 7.06-12.50 Schrammen 131 st. 131 st, f 1224.50. Aardap. 2580 HL. 2482 HL. f 1.60-3.00 Appelen 2185 HL. 2118 HL. f 5.-28.—. Peren 1635 HL. 1530 HL. f 5.—20. Twee Concertzalen? De Haarlemsche Bachvereeniging heeft aan hare leden, zooals gewoon lijk. een verslag uitgebracht over hare verrichtingen in het afgeloopen boek jaar. Het Bestuur, zich erover bekla gende dat de kosten van de concerten steeds hooger worden, slaakt vervol gens deze jammerklacht: „Zoo werden wii o. a. in heit afge loopen jaar genoodzaakt, genoegen ,,te nemen met eene belangrijke ver- Uit de Omstreken. Bennebroek Donderdagavond werd de hervor mingsdag alhier herdacht, door 6en rede van Ds. J. A. Gerth van Wijk voor een overvol kerkgebouw. Het was bij deze gelegenheid dat de Christelijke zangvereeniging „Benne- broek" eenige zeer goed geslaagde nummers uitvoerde. Binnenland. Uit Apeldoorn meldt men, dat H. M. de Koningin licht ongesteld is en sedert twee dagen haar ver trekken niet verlaten heeft. ming. Hij kreeg werkelijk spraakwa ter. En op 't laatst deed hij zoo raar, dat 't oude mensch hem onverwachts dn heele flesch voor zijn neus wegkaap te en zei: „Doe krigst nait mir, Jan, wat denkst wel, worst ja stoapelgek." „Dat kenst laigen, Griet!" riep de nu vertoornde mannelijke echtgenoot, 'k lust nog wel 'n spint". Maar Jan kreeg niet meer. En toen de maaltijd geëindigd was. ko© Jan zijn roer niet meer recht houden. Hij stommelde te gen alle meubels aan en viel eindelijk duizelig en raar op een paar stoelen neer. Zijn vrouw was doodverlegen, toen Jan plotseling begon te zingen. In haar angst haalde zij een buur vrouw er bij. De gansche geschiede nis werd haar in. eenige seconden verteld. Buurvrouw steekt den neus in 'die stopflesch. „Moar menschen, wat heb ie toch op dat goud?" roept ze. Een kan edik", zegt 't bezrgde moe dertje. „Ja lak", herneemt de eerste, t, is brandewien." En zoo was het. De jongen had een verkeerde boodschap gedaan. Jan ging eenige uurtjes onder de wol en was toen. wel ietwat katterig, gelukkig weer genezen. Augurken komen in 't vervolg niet weer op tafel. Ned. Sanatorium te Davos. De bouw van het nieuwe Sana torium voor. weinig vermogende Nederlandsche longlijders te Da- vos, is nu zoo ver gevorderd, dal in de eenste helft van November de reedis aanwezige patiënten van uit het oude huis sedert 4 jaar in ge- bruik naar d'e nieuwe inrichting zullen overgaan. De plechtige in wijding van het nieuwe gebouw door den Nedierlandschen gezant te Bern rnr. D. L. graaf van By- landt zal Zondag 17 November plaats vinden. Na een openingsre de van den president van het be stuur mr. H. J. A. van Roy en', zal door giraaf Van By landt een gedenk steen in de voorhal worden ont huld. Tot d'eze plechtigheid zijn door het bestuur ook verschillende autoriteiten uit Davos uitgenoo- digd. uostkantoor, kreeg bij liet haastig openscheuren een stukje lak onder de nagel en las, toen hij het lijvig document ontvouwd had, met os sen van lettere wat mot je? Woe dend informeerde h:' aan het loket naar den afzonder. Een dag of wat lator kwam ter bescheid van de postafzender was de heer W. A. T. Mot.je te 's-Gravenhage. Eergis teren werd in het holst van den nacht bij den lieer Mulder, of hoe hij ook heeten mag aangescheld. Verschrikt sprong die lieer dies hui zes het bed- uit en ijlde naar de deur. Een telegrambesteller met een dringend telegram. De heer Mulder moest weer tiaar boven om, een potlood, verloor op de trap een slof, waarover hij op dew terugweg struikelde, teekend'e en las na ein delijk het couvert met bevende hand verscheurd te hebben wat mot je? Hoe men er achter gekomen is, weet ik niet. maar geen dag gaat) er voorbij of op do hardsteenen pui van zijn huis schrijft de straat jeugd wat mot. je? en thans staat de familie Mulder in de Emma1- Adelheid of AdleLbeddi-Emmasfcraat bij d'e kennissen en buren alge meen bekend als de familie; Wat Mot-je De wraak eens Hagenaars is zoet! Rechtszaken. Men schrijft uit Schwieiri© aan die „N. R. Gt." dd. 31 October: Koningin Emma denkt in heit be gin van de volgende week, waar schijnlijk den 5e© November, het kasteel Wiligrad, waar zij op be zoek is bij hertog Johan© Albrecht en zijn vrouw, te verlaten en zich naar haar broer, den regeerenden vorst van Waldeck-Pyrmont, naar Arolsen ie- begeven. Vandaar zal zij den 14en November naar Den Haag terugkeereu. Van andere zijde meldt mie©: H. M. Koningin-Moeder wordt 23 November uit Duitschland te 's-Gravenhage -terugverwacht. He den is het materieel van Hr. Ms. staldepartement derwaarts terug gebracht. Hooge Raad. Naar men vernoemt, zal, wanneer jhr. mr. Van Swinderen gevolg geeft aan zijn reeds vroeger aangekondigd voornemen om de benoeming tot Raadsheer van. den Hoogen Raad niet aan te nemen, het hoogste rechtscol lege worden uitgenoodgd een geheel nieuwe aanbevelingslijst voor de Tweede Kamer op te maken. De augurken Uit Boertange wordt aan de N. Winsch. Ct. gemeld: Twee bejaarde luitjes, man en vrouw, in de nabijheid van onze plaats, hadden van hun schoondochter, die in ..de stad" woont, een partijtje augurken met de noo- dige inmaakkruiden ten geschenke ontvangen. Dezer dagen nu zouden ze dat vreemde goedje eens proeven, 't Oude moedertje had al dadelijk van den reuk genoeg, toen de groote stop flesch geopend' werd. Met afkeer wend de zij zich van die wondervruchten af, nadat zij er eentje half naar bin nen had gewerkt. Manlief gaf het evenwel niet zoo spoedig op. ,,'t Kan mij niet scholen," zei hij tot zijn ega, ,,'k lust ze ook niet graag, maar 't bin augurken en alle groote luu in de stad eten ze. En dit moet ik zeggen, hoe langer ik ze proef, des te heter bevallen zo mij." En zoo was hot. De eetlust werd steeds grooter en o wonder, hij geraak{e er door in een zeer pleizierige stein- De heer „Watmotje" of de wraak van een Hagenaar. In den j angsten Amsterdam- schen(Br.ief" in het „Haagscbe Dag. blad"'komt het volgende vermake lijke verhaaltje voor: Op een of ander Amsterdamsch plein moeten twee straten uitloo- pen, die de eigenschap hebben dat een vreemdeling steeds de eene voor de andere aanziet en altijd de verkeerde inwandelt. Kunnen het d:e Emma- en Adelheidbtraat zijn? Een Hagenaar moest onlangs in de Emma- of Adelheidstraat ik weet niet welke zijn, vergiste zich zooals het een welopgevoed vreemdeling betaamt en schelde dus bij numero zooveel in de ver keerde straat aan. Laat ik op den voorgrond stellen dat mijn vriend er niet ongunstiger uitziet dan het type van den doorsnee-Hagenaar, en allerminst denken doet aan den heer Mussolino of een- anderen struikroover. De deur ging open en hij vroeg, met het eene oog op hot deurpLaatje, waarop een hem vreemde naam troonde, of familie laat ik maar zeggen Jansen misschien verhuisd was en of men ook wist waar ze nu woonde. Het dienstmeisje van de familie laat ik maar zeggen Mulder liet mijn vriend op d'e stoep staan en ging naar binnen voor de informatie. Mijn vriend die niet ongeduldiger is dan de meeste. Hagenaars, wacht te en bleef wachten en schelde ten slotte ten einde raad' weer aan. Toen ging met een; woeste© ruk het raampje van de voordeur open, verscheen een zenuwachtig knik kend hoofd achter de tralies en schreeuwde woedend: wat mot je? Mijn vriend, die niets „most", trok zijne schouders op en de stoep af. Thuis en tot bedaren gekomen, schreef hij den lieer laat ik maar zeggen Mulder een brief kaart met niets anders er op dan wat mot je? Een paar dagen later ging er een brief naar Amsterdam. Emma Adelheid of Adelheid Em- mastraat, inhoudende de vraag: wat mot je? en de vorige week werd de familie Mulder verblijd met een aangeteekendon brief aan gegeven geldswaarde- f 750. Op een hol liep de heer Mulder naar het Dood door soliuld. In Amsterdam stond Vrijdag terecht de 19jarigc Chr. Joh. P. een steendra ger, beklaagd van het veroorzaken van dood door schuld. Onze lezers zul len zich wel herinneren, dat op 31 Au gustus LI. in de Govert FlincksLraat een droevig ongeval plaats had. Een troepje jongens in die straat toch wil de, deelnemende aan het vreugdebe toon, op Koninginne-verjaardag een buitengewoon vuurwerk afsteken n fabriceerde daarom een zoogenaam de knalbus". Deze bestond uit een stuk gaspijp gevuld met clilöorzura kali en zwavel voorzien van een prop en van o-nder versterkt door een zgn. „sokkel". Toen dit "ovaarlijk projectiel werd afgeslagen sprong het onderstuk van de gaspijp uiteen en trof een voor bijgangster mej. Schut» zoo ongelukkig tegen het hoofd, aan de linkerslaap, dat deze zwaar gewond neerstortte en oogenblikkelijk daarop overleed. Uit de rapporten der in deze zaak geraad pleegde deskundigen bleek, dat do dood onafwijsbaar veroorzaakt was door een stuk van de gaspijpdeksel ter grootte van een gulden, welk stuk in het hoofd van de getroffene gevonden werd. De beklaagde, een analphabeet en blijkbaar zeer weinig ontwikkeld, had op den bewusten avond van een jon gen, dien hij niet anders kent dan bij den naam „hazelip", het gevaarlijko voorwerp in handen gekregen. Zonder eenig besef wat de gevolgen daarvan konden zijn, had hij de knalbus tegen den muur geslagen. Bij de nu volgen de ontploffing werd hij zelf gewond aan den arm; hij liadi ook niet gezien dat er iemand was getroffen, maar was dadelijk naar huis geloopen. De gasthuis-arts B. Slingerberg deeL de mede, dat de getroffen vrouw niet langer meer dan een kwartier na het ongeval geleefd had. Do lieeren dr. Waller en dr. Jacobi verklaarden nog maals ter terechtzitting, dat de dood na de verwonding onvermijdelijk was geweest. De geheele schedel en de her senmassa was door het onderstuk van de gaspijp doorboord. Als deskundigen werden ook gehoord de lieeren J. D. Berkhout en D. de Kreuk, luitenant der artillerie, die in lichtingen gaven, omtrent de explo sie-kracht. van het gebruikte mengsel, waarmee door hen proeven genomen wareg. De eigenaar van, de „knalbus", do 17jarige Schuit, had de gaspijp van een loodgieter gekregen, terwijl zijn kameraads hem verteld hadden dat hij voor den knal chloorkali en zwavel moest gebruiken. Deze getuige had ook geen vermoeden gehad, welke ge volgen het gevaarlijke spel kon heb ben. Na het hooren van nog enkele ge tuigen werd door mr. Van Dam, na mens het O. M, requisitoir genomen. Daarbij werd het slachtoffer van het ongeval herdacht en nog eens met uit druk gewezen, op de ernstige gevolgen van dit op het oog zoo weinig schul dig bedrijf voor jongens. De groote schuld van getuige Schuit werd hier bij ook in het licht gesteld. Toegeven de, dat bekl. zeer weinig ontwikkeld is, achtte het O. M. den bekl. toch toe rekenbaar. Het wettig en overtuigend' bewijs geleverd zijnde, en voorkomen de omstandigheden in aanmerking ne mende, eischte spr. eindelijk tegen be klaagde, wegens veroorzaken van dood door schuld, een hechtenis van 1 maand. Feuilleton. Edel wild. Naar het Duitsch van E. W E R N E R. 7) Hij sprak er slechts zeer zei den over, hoe vertrouwelijk wij ook waren. Ik weet alleen dat u uwe ouders vroeg hebt verloren. Ja, mijne moeder stierf toen ik nog een kind! was, en' ook mijn vader overleed in de kracht van zijn leven. Op mi in twintigste jaar pfond ik alleen, maar op dien leef tijd komt men zul'k een verlies te boven. Ik had mijn schoon Aue©- feM dat mij na aan het hart lag. ik had jeugd en gezondheid en nog Lets, dat slechts aan weinigen ge gund wordit een vriend, waar- vÜin i'k het meest hield op de ge heele wereld Hans Dahlieni was de zoon van onzon .naasten buurman, een paar jaar jonger dan ik, een van die zonnige, gelukkige karak ters. die alleen geschapen zijn tot vreugde voor zichzelf en voor an deren. Hij hield een oogenblik op en keek weder naar dien opborrelende© damp die nu de geheele oppervlak te van het meer bedekte. Zonder den blik daarvan af te wenden, vervolgde hij Wij waren samen opgegroeid, hadden de kinderspelen en de stu diejaren gedeeld en later, toen wij thuis terug kwamen verliep er bij na geen dag waarop wij elkander niet. zagen. Ik was toen reeds van natuur ernstig, ietwat somber, maar bij Hans was alles alleen lachen, alles blijde., opbruisende levenslust, en juist dat ketende ons zoo vast aan elkander. De oudle heer Dahlen drong er dikwijls ge noeg bij zijn zoon op aan toch ein delijk eens aan trouwen te gaan denken en ook mij las hij er dik wijls d'e l'es over, maar Hans lachte dian altijd maar op zijn over moedige manier en riep Ik heb immers Ulrich, papa, en hij heeft mij 1 Wat zullen wii nu met een vrouw aanvangen? Zij zou bij ons toch slechts d'e tweede plaats inne men en d'at zou zij zich toch be zwaarlijk laten welgevallenHij had gelijk, wij waren vrienden op Leven en dood en zijn dlat d'an ook lot het einde gebleven Hij s-rak halfluid, oogenschijn- lijk bedaard, maar er lag een. bij zonder vreemde klank im zijn stem die verried hoe deze vertelling hem ontroerde. Paula Luisterde in de grootste spanning en toen hij nu plotseling ophield, vroeg zij zacht en medelijdend Hebt u uw vriend verloren? Is hij gestorven? Neen gedoodzei de ULrich eensklaps luid en. snijdendIk heb hem doodgeschoten. Met een. half onderdrukte uit roep van schrik sprong het jonge meisje op. Om Gods wil mijnheer von Bernieck Op de jachtvoegde hij er dof bijHet was het noodlotDat treft als een bliksemstraal en. men bezwijkt er onder Maar hoe was dat mogelijk? Hoe kon d'at gebeuren? riep Paula uit, nog ?eheel onder die© indruk van dear schrik. Vraag het mij niet ik weet het nietHet was een enkel, onza lig oogenblik. Mijn schot viel en het was geschied Paula waagde het niet verder le vragen, zij zag dlat hij doodsbleek was en zijne lippen krampachtig samentrokken. Eerst na eene lange pijnlijke pau ze begon hij weder Men beweert altijd dat als een mensch een ramp boven het hoofd hangt, een voorgevoel, een stem in zi jn binnenste hem daartegen waar schuwt Wij weiden, door n iets ge waarschuwd. door geen voorgevoel, door geen teekon, wij waren mis schien nooit zoo gelukkig, nooit zoo jong en zoo vroolijk geweest als op dien dag toen wij er in d'en frissche© herfstochtend op uitgin gen het laatste gelukkige uur van mijn leven Het was de jaar lij ksche groote jacht in Auenfeld, waarbij altijd de geheele nabuur schap werd uHjgenood'igd, natuur lijk ook Hans en zijn vader en ditmaal zou er op grof wild ge jaagd worden dat bij ons zoo zeld zaam is. Ik had in mijn jachtveld een paar prachtige dieren, d'ie ge spaard waren geworden voor den grooten jachtdag. Hans en ik wa ren al d'e anderen vooruit. Ik zie hem nog voor mij den schoonen, le venslustigen jongen met zijn opbrui sende© overmoed. - Vandaag ge ven wij ons niet af met hert ge- meen.e tuig, Ulrich riep hij mij jubelend' toe. Vandaag jagen wij edel wild En dht zullen wij ook naar huis brengenDaarbij blonk hem die echte jage-rslust uit die- oogen en ik lachte mede, weinig vermoedende hoe vreesedijk dat woord bewaarheid zou worden. Zoo trokken wij liet herfstachtige bosch in. waar de rijp nog op den grond glinsterde en de eenste zon nestralen met de vroege nevelfe kampten. En daarbinnen loeide op hem de dood en op mij nog veel erger Het drijven nam een aanvang, Hans en ik hadden onze stand plaats dicht bij elkander, de ande re jagers hadden zic-h in het bosch verdeeld en schoten:, zoodra zich een stuk wild vertoonde. Ik ver roerde mij niet, ik wachtte op een hert dat komen moest en het kwam ook. M ar Hans was vlugger d!an ik. hij schoot het eerst en ik zag het dier neerstorten. Wart toen: ge beurde, d'at weet God alleen Hans schijnt i.n zijn blijdschap over zijn jaèhttgehik alle voorzichtigheid uit hert oog te hebben verloren en zijn veilige standplaats te hebben ver laten. hij wild» zeker naar zijn buit toesnellen. Ik had) d&t mis schien. kunnen zien., moeten- zien, maar mijn. jagensdnift maakte mij doof em blind voor al het andier,e. Ik zag alleen dat juist het tweede hert uitbrak en legde aan. - Het beest ontkwam, maar een ander edeler wild viel onder mijn kogel Hans lag bloedend op den grond Was hij dood vroeg liet jonge meisje nauwelijks hoorbaar. Doodielijk gewond! Er was dadelijk hulp bij de hand, want onze- J'okter bevond zich ondier d'e jagers, maar hij kon. geen redding brengen Het was een stervende dien wij opnamen en in. de houtves- terewonsimg brachten. Het heeft nog een uur geduurd', maar zulk een uur sluit een eeuwigheid van smart i© zich Als men hot liefste wat men op aarde heeft hopeloos ziet doodbloeden en weet dat de eigen hand dat bloed heeft vergo-to ten. als men d'ie oogen, in dood strijd ziet breken, het laatste reu telen hoort Zijne stem begaf hem. hij sprong

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 5