NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen Dagblad- in Haarlem en Omstreken. Dedoodevanden zwarten koffer. I9e Jaargang Zaterdag 9 November 1901. No. 5634 HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Voor Haarlem per 3 maandenL2Q Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.02J£ Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37 de omstreken en franco per post0.45 ADVERTENTIEN Van 15 regels 50 Ots.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentien van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regel. Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampereingel 70, vlak bij de Turfmarkt. Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 11I8» Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentien worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertenti en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Puhlieité Etrangèr§ Q. L. DAUBE Co. JOHN F. JONEËjSucc., Parijs 3V** Faubourg MontmSHixe* m^\ - - ul 1 Haarlem's Dagblad van 9 Nov. bevat o.a. Een geestdriftige vergadering te Berlijn, Li Hoeiig Tsjang f, Frankrijk en Tnrkije, Een paeda- gogisch twistgesprek, Nabetrach ting van den Gemeenteraad. Advertentien VOOR HET Zaterdagavondnummer. Meermalen zijn wij tot ons leedwe zen genoodzaakt Advertentien af te wijzen voor het Zaterdagavondnum mer, die des Zaterdagsmorgens pas worden bezorgd. Wil men zeker zijn van de plaatsing, dan is inzending op Vrijdagavond noo- dig, uitgezonderd natuurlijk kleine ad vertenties of familieberichten, die moeilijk vooraf kunnen worden inge leverd. DE ADMINISTRATIE. Politiek Overzicht. Dat die haat tieigen Engeland) ook in het Duii/tscbe Rijik sterk ontwik keld is, bewees wet de groote pno- tiest vergader ing tegen de uitlatin gen van Chamberlain, in zijne re de te Edinburg. Deze bijeenkomst werd Woensdagavond gehouden in een der publieke vergaderlokalen in het Oosten van Berlijn en werd voornamelijk bezocht door studen ten en oud-studenten tezamen, on geveer twiee duizend in getail. Opmerkelijk was, aldus de oor- respondent der ,,N. R. Ct.", dat de Beirlijnsche studleerende jeuigd on der aanvoering van verschillende bekende professoren, sterk verte genwoordigd was, niettegenstaande de tegenwoordige rector van de uni versiteit, professor Kekule van Stradowiitz zijn toestemming tot net houden van deze vergadering aan de studenten had geweigerd te jeven. Onder de sprekers waren de geheimraden en professoren, Adolf iVagner, Gierke, Brunner, Kahl en Seeberg. VersoliiMende hunner zivn bej aaide' mannen, die den Frarascn- Duitschen oorfog hebben meege maakt en het ijzeren kruis dragen. Ook waren er onder dJe anderen verscheidene veteranen, die de on iet veld van eer verkregen onder scheidingen droegen.. Professor Gierke sprak als medestrijder van 1870. Ons Duitschers, zei hij, was de oorlog van 1870 een heilige sirih1 waarin alLe zonen van Duitschland zonder onderscheid naast elkander vochten ter bescher ming van den vaderlandschen bo dem. Daarentegen zendt Engeland voor geld gekochte scharen, naar Zuid-Afrika, om een, dapper volk te vernietigen. Wij voerden den strijd, ondanks het vreeselijk ka rakter dat hij had, met groote men schel ijkheid. Ook waren bij! ons oveiwinuings-bulletins onbekend, over vei'overde ossen. Zoo sterk mogelijk moest iedere vergelijking tusschen de Engelsche wijze van doen en den Duitschen oorlog wor den afgewezen. Professor Kahl, evenals Gierke met het ijzeren kruis versierd, en een medestrijder bij Sedian, uitte zich: Over den Engelschen verove ringsoorlog zullen God en die we reldgeschiedenis oordeelen, over de Engelsche wreedheid hééft reeds de geheele. niet Engelsche wereld haar oordeel uitgesproken. Het dappere en ridderlijke Franschie leger te overwinnen was een eer. De ver smoring met geweld van de Boeren is een schande. Wij voerden oorlog met ideale doeleinden, maar niet om der wille van den Mammon Wellicht heeft Chamberlain miet zijne redevoering in Frankrijk ouden haat tegen Duitschland weer willen opwekken. Professor Wagnier vereenigt zich met het laatst uitgesproken denk beeld. hoopt op een verstandige verhouding tusschen Duitschland' en Frankrijk, en dat alle mogend heden van het continent vereend tegenover Engel and-pal staan. Prof. Wagner beroept zich op die berich ten, welke nu en in 1870 door de pleegzusters gegeven werden, en zegt dat deze duidelijk het onder scheid tusschen den oorlog der En gelschen in Zuid-Afrika en dien van de Duitschers in Frankrijk., aantoonen. Toen een ter vergadering aanwe zige medestrijder der Boeren, die in den oorlo" een been verloor,, een „hoch" op generaal De Wet in stelde, vond hij geestdriftige in stemming. De Berliinsche studenten beslo ten onder meer over heel Duitsch land aan de hoogescholen gel' k- soortige betoogingen met gelijklui dende conclusies te organiseeren. Behalve de academische verga- dleiri*- - vond Woensdagavond nog een tweedie groote volksvergadering om te protesteer en tegen de woor den van Chamberialin, in het Noor den van Berlijn plaats." Zulke bijenkomsten, ze mogen op het wereldgebeuren geen in vloed' hebben,, toch leggen zij een schitterend getuigenis af van den overal heerschenden geest, een geest van haat en verachting tegen Albion, dat vroeger de beschermer der vrijheid, thans die vrijheid tracht te smoren in een zee van bloed. O, de stem van al die dui zenden en duizenden, ze moge dan klinken als die eens roependien in de woestijn, toch zal haar nagalm doord'averen «tot voor den troon van Engel and's heerscher, als de verre donder van een naderend onweer, dat eens met volle kracht zich zal ontlasten boven de krijtrotsen van het eens zoo machtig eilandenrijk. Buitenlandsch Nieuws, Bakenlaagteund kein Ende Kitchener seinde Woensdag uit Pretoria nadere bijzonderheden, over de ramp, aan Benson overko men. Hij zegt, dat toen Benson's colonne tijdens een zware regenbui het terrein voor het kampement be reikte, de Boeren versterkt werden door Louis Botha met 600 man. De zen rukten snel op tot op zeer kor ten afstand van Benson's achterhoe de. Het verlies der Boeren bedroeg, volgens betrouwbare inlichtingen, 44 dooden en 100 gewonden. Frankrijk en Turkije. Een nota van, Havas zegt Een telegram uit Mybilene dealt mede, dat admiraal Caillard de dou anekantoren aldaar, zonder tegen stand bezet heeft. Aan de mogendheden, is een cir culaire verzonden, waarin de be doelingen der Frainsche regeering zijn uiteengezet volgens de verkla ringen: door Delcassé in de Kamer afgelegd. Er zijn reeds antwoorden ingekomen, die toornen, dat de cir culaire overal goed is opgenomen. De „Kölnische Ztg." deelt mede dat de Fransehc gezant te Berlijn Donderdag aan de Duiitsche Reg. verklaringen heeft overhandigd be treffende d'e Fransche vlootexpedii- tiie, die hiierop neerkomen, dat Frankrijk volstrekt niet de bedoe ling heeft grondgebied' te verwer ven, maar dlait het zenden van de vloot naar Mytilenie slechts ge schied is om waarborgen te ver krijgen voor de betaling van de veelbesproken vorderingen en ze kerheid tegen mogelijke pogingen der Turksche regeering om die zaak op de lange baan te schuiven. Het blad verneemt uit St. Peters burg, dd. Donderdag, dat daar ver luidt, dat Rusland en Frankrijk met elkaar in beginsel de voorwaar den hebben vastgesteld) voor een gemeenschappelijk optreden, tot doorzetting van de hervormingen, die door den Sultan voor Armenië en de Buropeesche provinciën zijn beloofd' bij het tractaat van Berlijn. Beide Rijken zouden de overige mogendheden, die het tractaat heb ben geteekend, uitnood'igen om zich bij hun gemeenschappelijk op treden aan te sluiten. Men zou dan een conferentie willen houden, om tot uitvoering van het tractaat te komen. Aleemeene berichten. DE OORLOG IN ZUID-AFRIKA. Drie colonnes hebben Dinsdag avond een marsoh van 28 K.M. ge maakt en hadden Woensdag vroeg een treffen met de Boeren langs de Rietspruit. Veldkornet Kroop en vijf anderen werden gevangen ge nomen. Twee Boeren hebben aich te Win burg ove rgegeven De jongste opgave der verliezen van het Engelsche leger in Zuid- Afrika toont, dat er nu 855 officie ren en 16.989 man overleden zijn 8 officieren en. 524 man sta aai nog als vermist vermeld7 officieren en 432 man zijn na hun vertrek van het oorlogsveld op zee of in En geland overleden en 3958 man zijn levenslang ongeschikt voor den dienst. Te PortrElizabeth is weer een ge val van pest voorgekomen. De correspondent van de „Stan dard" te Ottawa meldt, dat Laurier den gouverneur-generaal van Cana da verzocht heeft, er bij de regee ring te Londen op aan te dringen, om de paarden, die in Canada ge kocht worden ten behoeve van Z. Afrika, ook over de Canadeesche havens, en niet over de havens der Vereenigde Staten, te verschepen. ALLERLEI. Het Britsche ministerie heeft een 'belangrijken kabinetsraad gehou den, die Woensdagavond begonnen, Donderdag voortgezet is. Salisbu ry was uit Hatfield overgekomen, en Chamberlain, Balfour, Hamil ton,. Brod'rick, Long woonden de bijeenkomst bij. In Spanje schijnt een ministe- riieelie crisis ophanden1. De minister van Financiën heeft zijn aftreden reedis aangekondigd. De „New York Herald" verneemt uit tot dusver vertrouwbare bron, dat die stad Panama (Columbia) in de macht der liberalen (opstande lingen) gevallen is. Een telegram uit Colon zegt even wel dat er geen schijn van waar heid is in dit bericht. Er heeft hoe genaamd geen gevecht plaats ge had'. Li Hoeiig Tsjang. f De groote Chineesche staatsman is niet meer. Reeds zoovele malen was Li Hoeng Tsjang ongesteld weest, welke ongesteldheid dan ge woonlijk in verband stond met po litieke aangelegenheden, dat het eerste bericht van zijne laatste ziekte vrij ongeloovig werd be schouwd. Hij zou w.el weer beter worden, was de algemeene opinie. Edoch, Li werd niet beter en de oude man, die zoo dikwijls als 't ware gespot heeft met ziekte en dood, heeft eindelijk zich ook moe ten buigen voor de macht, die ons allen vroeg of laat dwingt, het moe de hoofd voor altijd' neer te leggen. Hij stierf op het oogenblik dat ziin vaderland, het schip, dat hij zoo vaak voor onheilen heeft behoed, groote kans loopt te 6tranden op de gevaarlijke klippen der buiten- landsche olitiek. De grijsaard zsg het gevaar en wilde daarom zijn vaartuig binnen loodsen in de veilige haven van vriendschap met Rusland en. Japan. En temidden van de onderhande ling tusschen het eerste Rijk en China gevoerd over eene nieuw verdrag betreffende Mantsjoerije stierf Li Hoeng Tsjang. Voor zijn land) een verlies, want niemand wist zoo listig en toch vol energie het hoofd: te bieden aan de vaak buitensporige eischen der mogend heden als hij, de man die zoo uit muntend de kunst verstond! zich in allerlei bochten te wringen e.n met iedereen goed'e vrienden te blijven. Kortom, de diplomaat op en top. Toch is Li zijn loopbaan begon nen meer als militair dan als be stuursambtenaar. In 1853, op 31- jarigen leeftijd, wend hij, door het Pekingsche hof naar zijn geboorte streek gezonden (hij was geboren te Ho-fü-shiën in An-hwei) om daar een opstand der Tai-ping's te hel pen. dempen'. Hij had succes, en in 1861 volgde ziin benoeming tot provinciaal rechter in Tsje-kian, soe, daarna werd' hij gouverneur van de provincie Kiang-soe, waar hii weer een opstand' onderdrukte, waarop hii in 1865 onderkoning werd van die belangrijke zuidelijke provinciën der beide Kwang's. In Februari 1867 verplaatst naar Hoe- kwam e\ en in het volgende jaar be noemd tot plaatsvervangend grootr kanselier, werd hij in 1869 weer naar de zuidwestelijke provincie Se-tsjoean gezonden als keizerlijk commissaris, om tw.ee maanden na den vreeirwMingeninooixt te Tien tsin (1870) benoemd te wordlen tot onderkoning van de provincie Tsji- li waar Peking in lrigb. Nu begon eemst zijne eigenlijke werkzaamheid als staatsman. Wel moest ook hij ondervinden dat hoo- ge betrekkingen lang niet altijd de aangenaamste zijn eau haalde na zich vele malen de ongenade van het Chineesche hof op den hals, doch spoedig kwam hij weer in blinkende gunst en zag zich in 1872 tot de waardigheid van Rijks-groot kanselier verheven. Deze past be zorgde hem vele moeilijkheden, waar hij zich echter met een be wondere nswaardi g talent doorheen sloeg. In 1883 voerde hij de onderhande lingen met Frankrijk die aan dien veldtocht van Tongking voorafgin gen. De Chineesch-Japansche oorlog in 1894/95 die in 't nadeel van China afliep, werd ook voor Li noodlottig. De nederlaag moest oen oorzaak hebben, en die kon niemand an ders zijn dan de onder-koning van Pet-tsji-li. Hij werd uit zijn be t-rekkingen ontslagen verloor het gele vest, den roodien mandarij nen-knoop en de drie oogige pau wen veer, en vied geheel in onge nade. ten worden, wilde graaf Ito, de pansche minister president, met niemand anders onderhandelen dan met Li, zoodat de regeering te Pe king wel gedwongen werd Li in eere te herstellen en het lot van het Rijk in zijn handen te leggen. Tijdens de onderhandelingen werd Li te Simonoseki door een lid der Soshi ernstig gewondmaar hij herstelde, en sloot dien vrede. Sedert heeft Li, ondanks zijn hoo- gen ouderdom, nog steeds zijn land, zij het ook niet naar den zin van d'e Pekingsche mandarijnen, dan toch met eene en toewijding ge d'iend. Hij vertegenwoordigde China bij de kroning van Czaar Ni kol aas te Moskou reisde daarna door Euro pa, waarbij hij ook Nederland be zocht, en keerde naar China terug, vele ervaringen rijker. En toen verleden jaar de onlus ten in China uitbraken, door de Boxe rs en de an li-vreemdel in gen- partij begonnen, was Li het, cUffi poogde in zijn land de onlusten te staken, en tevens de mogendheden te we erhouden van. tegen-maatrege len. Een groot man is tem grave ge- dlaald GEMEENTERAAD. Vergadering van den Raad dier ge meente Haarlem op Donderdag 7 No vember des voormiddags te 10 ure. (Vervolg). De heer SCHRAM vraagt mededee- ling hoeveel leerlingen in dit jaar heb ben deelgenomen aan don taai-cursus van de Burgeravondschool. De lieer N. KRUSEMAN zegt dat dfit 31 leerlingen zijn. De hr. HOFLAND vraagt bij den post hooger onderwijs waarom de inkom sten 'thans zooveel minder geraamd zijn. De heer N. KRUSEMAN zegt dat dit aantal leerlingen minder tis geworden. De lieer VAN STYRUM brengt in hem nering dat curatoren van het gymnasium in 1893 ongunstig heb ben geadviseerd oin bet schoolgeld van 1 80 op f 100 te brengen. Hij wenscht nu te constateeren dat de voorspelling van curatoren, dat dit geen voordeel zou geven, is uitgeko men. Wanneer men terug gaalt tot 1898 dan ziet men dat het aantal leerlingen van buiten af ontzaggelijk is afgeno men. Men zal goed doen te gelegener tijd deze zaak nog eens onder de oogen te zien. In Groningen waar het schoolgeld f 70 is zijn 195 leerlingen, hier 98. De heer N. KRUSEMAN zegt ttoe de zaak te zullen onderzoeken. De heer MODOO gelooft dat wanneer minder leerlingen van buiten af het gymnasium bezoeken dit een voordeel voor Haarlem is, want, op eiken leer ling wordt een aanzienlijk bedrag toe gelegd. De heer SCHRAM merkt op dat zoo veel aanstaande studenten tegenwoor dig de 11. li. S. liezoeken. en deze fac tor is door de heeren Van Styrum en Maar toen er vrede moest geslo-Nieuwenhiiyzen Kruseinau vergeten. Feuilleton* Vrij naar het Eiigels:h van MAARTEN MAARTENS. HOOFDSTUK I. Waarin de auteur zich zelf voorstelt' Wanneer ik mij nederzet om te beschrijven wat in Scotland-Yard en onder de krantemmenschen be kend .is als „De doode van den zwarten koffer", doe ik dat omdat niemand anders zoo met de détails van de zaak bekend is dan ik-zelf. Ik maak in de verste verte geen aanspraak op letterkundige waar de, litteraire bekwaamheden heb ik nooit gehad, en men moet dus geen schrijvers-ornamentiek zoe ken in het nuchtere verhaal van gewone dingen. Mijn boek is de geschiedenis van een slechte daad, knap uitgevoerd en knap ontdekt „Een. beetje van, alles en nergens te veel van", ook niets te langdurig, dat is altijd' mijn levensregel ge weest. Tien jaar geleden was ik gedu rende achttien maanden in dienst van een particulier dletective-bu reau. Ik was ongeveer veertig jaar oud en liad het vak opgenomen on der den drang van omstandighe den als een middled om eerlijk geld' te verdienen op een oogetnblik toen ik dat artikel hard noodig had Mijn geld1 is altijd op een eerlijke manier verdiend, dat kan ik tot mijn blijdschap zeggen, uit hoe veel verschillende zakken het ook gekomen moge zijn. Ik hield van het werk, omdat het voor mij geschikt was en ik voor het werk, denk ik. Des te meer te betreuren dus, dat ik het moest neerleggen, voor ik er nog sLechts half zooveel van had1 gezien als het geval had' kunnen zijn. Maar in de korte periode van mijn connectie met het beroep, kwam ik toch eens of liever „rolde" voor een groote „zaak" die ik het geluk had tot volkomen klaarheid' te brengen. En daarvan wil ik nu graag schrijven. Niemand dan ik-zelf weet er veel van. Zij is nooit voor het gerechtshof gekomen. Ik zal dan vertellen, wat ik van „De doode van den zwarten kof fen'" weet. Het is jaren geleden ge- beu ïxl en zij, die er bij betrokken waren en ter wille van wie ik het geheim bewaard heb, zijn dood of uit het oog verloren. Zelf ben ik een ziek man, een man tegen wien de wereld hand is geweest, en die, misschien, zelf ook hardvochtig ge handeld heeft met zich-zelf. En nu praat ik graag over die episode in mijn leven en over mijn besten tijd. en daarom zend ik mijn boek de wereld in. HOOFDSTUK II. Over den zwarten koffer. Het was aan de Gare du Nord te Parijs. De mail van Londen via Ga lais, 6.30 ongeveer, was juist aan gekomen en de passagiers waren bozig him bagage in de groote zaal met die lange banken te sjouwen, waar het onderzoek door de doua nen placht te geschieden. Ik was per boot aangekomen en had niets te declareeren; mij.n hand-valiesje was bij het landen geopend en ik kon dus ongestoord verder trek ken. Maar. desniettegenstaande, slenterde ik toch de douanen-zaal binnen, omdat ik moest letten op de luidjes, die ik vanwege het bu reau volgen moest. Ik liep dus in en uit tusschen de zenuwachtige, druk jachtende groe pen en zocht naar iets dat mij kon interesseeren. Het duurde niet lang of mijn attentie werd getrokken door een oude dame en haar doch ter. die voor een berg van nog on geopende bagage stonden. Wat her inner ik mij levendig hoe ik ze daar zag staan en hoe weinig ik toen vermoedde maar dat is een zin die ik uit een roman gestolen heb, en ik heb me-zelf plechtig be loofd alle mooi-schrijverij na te la ten, want wat geeft het een. paard te bestijgen als men vooruit weet, dat men toch niet rijden kan. Het is echter waar, dat die twee dames een belangrijke, hoewel niet de voornaamste rol zouden spelen in het treursnel, waarvan dit, voor mij althans, het eerste bedrijf was. Een van haar was, zooals ik gezegd heb, oud. ten minste ze scheen om en nabij de vijftig, dik, met een verhit gelaat, drukke manieren en een luide stem. De douane-forma liteiten schenen haar een groote last. zooals trouwens voor de mees te menschen en ze hief er hartroe rende klaagliederen tegen haar dochter over aan gromde tegen de meid en riep die beambten op een allerkoddigste wijze aan. De doch ter een slanke, interessante ver schijning. met vurige, donkere oogen, scheen haar moeders agi tatie niet te deel en. St. mama. hoorde ik haar her haaldelijk fluisteren, ik zal u dadelijk helpen en dan zal alle6 wel goed gaan. Maar ik hoop, Edith, antwoord de de moeder, dat ze je verve lende zwarte koffer niet zullen openmaken. Als ze e<r naar vragen, zei de dochter onzeker, dan zal ik zeg gen. dat er fotografie-artikelen in zitten. Terwijl zo sprak, kwam een be ambte die al langen tijd zonder iets uit te voeren, had) slaan kijken, naar haar toe, gevolgd door een paar helpers in blauwe kielen. Heeft u iets te declareeren i vroeg hij in het Fransch. De oude dame had den inhoud van haar reiskoffer op de bank voor hem uitgespreid. Zij ant woordde in het Engelsch. Neen, zeide ze, of, tenmin ste. Eau de Cologne, maar de kurk is er af, en in deze doos in een beetje Iersche whisky, dat is alles. De beambte, een Fransehman met een tanig gezicht, en een groo te snor, luisterde oplettend." Hij liet zijn oogen dwalen over de col lectie koffers, kisten en doozen en wees ten slotte een groote, met ko per beslagen koffer aan. Ouvrez moi ca, zei hij. Hij keek nog wat verder. Etea voeg de hij er bij. terwijl hij zij'n hand op een kist legde. O, die eene niet, mongsew I riep de oude dame verschrikt, hot is zoo lastig het touw los te 'ma ken en we moesten dat touw wel zoo vastmaken, omdat het slot niet in orde is. De douane antwoordde nie>t. Een van de blauwgekielde knechts be gon de knoop bovenop die kist los te maken, dio overdwars was ge legd met een stevig touw. Ik lette toevallig op hoe die knooD was go-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 1