ALLERLEI.
PUZZLE.
ken, want hij had een oog voor booten.
Neen, zij had maar geschertst! En
al had zij dat niet, hij zou die boot j
toch nooit kunnen koopen.
Toch had die gedachte wortel ge-
schoten en hij kon er zich niët weder
van bevrijden. Den volgenden Zondag,
toen hij wist, dat Anna naar de kerk I
was, begaf hij zich tiaar haar erf en
j beschouwde de boot van alle kanten,
j Hij onderzocht haar ijzerwerk, het
huut, elke naad; neen, er mankeerde
niets aan. IJzersterk en puik zag zij er
uit. Het kostte hem waarlijk moeite
er van te scheiden.
Zoo sloop hij met verloop van den
winter eiken Zondag naar de schuit.
Hij had haar lief gekregen, hij kon
aan niets anders deuken, en peinsde
er dag en nacht over. hoe hij het geld
bijeen zou schrapen om haar te koo
pen.
Want hij was nu overtuigd, dat Anna
het ernstig gemeend had wat zou
had gehad en na al zijn talenten er on j ook doen. met twee booten nu zij
verspild te hebben beweerde, dat zij toch maar alleen was. En misschien
niet meer bruikbaar was. Door dit al- j g£ul zjj ze hem. terwïlie van hunne
les kon hij even rondkomen, vooral 0U(je vriendschap, wel voor weinig
toen hij op een of ander erf ging wer- geid laten.
ken en hielp met netten-boeten. Hij spaarde en schraapte den gehee-
Op die wijze gingen w -er zes of ze ien winter, ontzegde zich bijna het al-
ven jaren voorbij. Maar toen kwam er lernoodigste en werkte als een slaaf,
een groot verdriet en dat was dat de j ver in den nacht zat hij nog zijn netten
oude boot het niet langer wil.-- uit- j te boeten. Toen de lente kwam, was
houden. Hij had haar van jaar tot het hem gelukt dertig kronen bijeen
jaar opgelapt, had hier en daai een i te schrapen, maar dóórvoor, dacht hij
nieuwe plank ingeslagen of een stuk j zou hij de boot wel niet krijgen; de
blik opgespijkerd en het was hem op 1 laagste prijs waarop hij hoopte, zou
Piet's gelaat klaarde weer wat op derden blik ging hij haar na in huis.
en hij zag haar onzeker aan. I
Op een andere wijs'? zeide hij. I
Ja.
Hoe dan?
Den volgenden morgen in alle vroeg,
te waren zij buiten^ om de netten in
gereedheid te brengen. Het was een
heldere frissche lentemorgen ruet een
zonneschijn zoo schoon, alsof de zon
nieuw geboren boven den horizon was
verrezen, met een spiegelklaar water.
waarop hun boot een lange schitte
rende streep achterliet, met de bos- j
schen. die zich daarin weerkaatsten
Zij begon opnieuw te trommelen,
maar nu veej zachter dan te voren.
Kan je dat niet raden, Piet'?
Zijn gelaat, vertrok in diepzinnige
vouwen, maar alles te vergeefs hij
schudde zijn hoofd.
Zij zag hem ongeduldig, bijna boos
aan. maar neen. zij kon niet hoos opdan weer >,an hor"°" ve5dwe- i
hem blijven. Hij zag er uit ais een r'-eineeiwen. aan j
kind. zooals hij daar zat. de kust koesterden eu dan in groote
..Als je mij nu eens op den
toenaamt! zeide zij haastig, sterk blo-1
eulijk Piet berekende, dat zij!
Waar is zijn moeder
die wijze gelukt haar vlot te huilden,
maar verleden zomer was het oijna le
vensgevaarlijk geweest er in ce varen,
zoo Lek was zij. Toen Piet haar ook in
den herfst aan wal had gehaald en
een algemeen onderzoek had ingesteld
schudde hij bedenkelijk zijn hoofd
hij zag geen kans haar nog eens op
te kalefateren, want ze was nu zóó
wrak geworden, dat hij haar niet eens
meer behoorlijk kon oplappen.
Dienaelfden herfst stierf Akerström,
wel veertig kronen moeten zijn.
Toen zag hij op zekeren dag, dat de
boot te water werd gelaten en nu be
kroop hem een ontzettende angst, dat
men hem de boot voor den neus zou
wegkapen. Toen vatte hij zijn besluit.
In een der laatste dagen van April
trok hii zijn beste kleeren aan, waschte
en kamde zich zoo goed. alsof hij uit
vrijen zou gaan en begaf zich op weg
naar Anna's erf.
Zij1'stond in de keuken, toen hij
kwam. Zij zag hem iet of wat ver-
Anna's man, en zij bleef als welge- j wondlerd aan, bloosde, droogde haar
stelde weduwe achter; daar zij echter hand af en reikte hem die.
eerst vóór in de dertig was en er lang J Het is lang geleden sinds wij el-
niet onaardig uitzag, begon menigeen kaar zagen", zeide zij. Het klonk als
al spoedig zijn kans te berekenen een verwijt, en toch was bet alsof zij
Op zekeren dag in het begin van No
vember stond Piet zijn boot te bekij
ken en dacht hij na over eenig mid
del om tegen alle kansen in, haar- nog
eens zeeklaar te maken een pro
bleem, waaraan hij al zijn ledige uren
van den dag besteedde toen hij op
eens ©en stem achter zich hoorde.
Goeden dag. Piet!
Hij keek op. Het was Anna, die een
eindje van hem af op het strand stond.
Zij had aan deze zijde van het eiland
boodschappen gedaan, had vlug aan
gestapt in het frissche weder en zag
er echt gezond uit, zooals ze daar
stond, vol en rooskleurig.
Maar Piet was zoo vervuld met zijn
boot, dat hij dat heelemaal niet op
merkte.
Goeden middag, antwoordde hij
terug.
Sta je daar je schuit zoo te bekij
ken, Piet? ging Anna voort; en het
scheen wel, dat ze in haar vroolijksie,
spraakzaamste stemming was.
Ja, antwoordde Piet, en in zijn
bekommernis liet hij zich verleiden tot
iets, wat wel op een uitval ge'dek:
Het is een ellende, zuchtte hij en
streek met de handen door zijn haar.
Anna kwam haastig op hem toe en
begon evenals hij de boot te bekijken.
Zij schudde bedenkelijk het hoofd. Ja,
daar zal niet veel meer aan op te ka
lefateren zijn!
Zij was op eens heel ernstig gewor
den. Het speet haar klaarblijkelijk
van dö oude boot.
Zij stonden een oogenblik zwijgend
naatt elkander; hun blikken waren op
de boot gevestigd. Toen zeide Anna-
Je zult je tegen het voorjaar wel
een nieuwe moeten aanschaffen.
Hij lachte zijn breeden lach.
Ja, dat zal wel moeten!
Anna zag hem aan; een blos kleur
de hare wangen. Het zou misschien
niet onmogelijk zijn tegen billijke prijs
een nieuwe te krijgen. Als je maar
wildé.
Zoo, antwoordde Piet, met zijn
onnoozelen lach.
Anna zweeg een oogenblik. Toen zei
de zij half ontwijkende:
hun gesprek van laatst over de boot i
weer ongedaan wilde maken.
Piet wist niet, wat hij zeggen zou.
Hij was bleek van aandoening. Ein
delijk stotterde hij, dat hij wel eens
een woordje met baar wilde praten.
Zij bloosde opnieuw, beproefde te
schertsen maar liet lukte niet heel
erg. Daarom bood zij hem aan om
binnen verder te praten.
Hij nam plaats, wreef met zijn han
den over de knieën en zag haar aan
met zulk een bekommerde uitdrukking,
dat zij onwillekeurig in lachen uit
barst,te.
Dat verlichtte de zaak wat voor Piet
hij riep al zijn moed bijeen en kwam
eindelijk met zijn boodschap voor den
dag.
Ik kwam om de boot, zeide hij.
Zoo.
I-lij bemerkte, dat haar gelaat be
trok Zij deed alsof zij hem niet be
greep en dat maakte hem angstig.
Misschien had haar aanbod haar be
rouwd, of liad zij sinds dien tijd de
boot reeds verdocht. En in zijn angst
kwam zijn tong los en zeide hij haar,
hoe hij gespaard en gehoopt had.
Zie, dertig kronen heb ik, zeide hij,
terwijl hij de banknoten uti zijn. zak
haalde en ze niet bevende handen
voor haar neertelde, alsof hij haar
daarmede wilde bezweren. Daarvoor
kan ik haar zeker niet koopen dat
heb ik wel gedacht maar de rest
zou ik da.n maandelijks kunnen af
doen. met het knoopen van netten of
hoe ook. Maar dertig kronen heb ik
nu bij mij, volle dertig kronen!
Hij raaple de briefjes hijeen en zag
haar angstig vragend aan. Maar hij
kon haar niet in het aangezicht zien,
dat was half van hem afgewend.
Zij stond daar en zag uit het ven
ster r>n trommelde met de vingers op
de tafel.
Zoodat je de hopt toch heel graag
zoudt willen hebben. Piet?" zeide zij
ten laatste.
Ja. antwoordde Piet. met zulk een
overtuiging, dat de tranen hem in de
oogen schoten.
Zij trommelde harder en harder.
Maar ik hen niet van plan haar te
zen(je wel meer dan dertig manden vol had-1
- Op den koop toe! Hij staarde haar j zuIk*en aaatal ,had hii sind? j
niet groote oogen aan en begreep er -af[!! Met 11Is Ke rac 1t-
u iets van J zeKe echter niets, maar hij was
Toen barstte rij in lachen uil en I ongewoon vlug en rijn oogjestinteWen.
verviel weder in haar ouden vertoon- naar
welijken toon. Hel ,va* echter met zoozeer mt
- Het helpt alles niets, als ik het je vreHgde over de ï,sch- en 00k met lan-
niet ronduit zee. zeide zij. I.icve he-1 oter boot' «ver iels an
nul - als we dan maar samen trouw- der5- <la' hem <"iidel„k duidelijk
den weet je? was geworden en dat nu door het om-
Piet stond werktuigelijk op, pakte j hulsfel drong, waarin hij het. zoo lange
de banknoten met sidderende handen i jarc-n had weggeborgen, de merkwaar-
bijeen. stopte ze in zijn zak. zag haar; dige gebeurtenis, dat hij nu. hoewel
met tranen in de oogen en een bleek laat. eindelijk toch verkregen hadi
gezicht aan en ging naar de deur. I haar. van wie hij al dien tijd had ge-
Toen stond zij een oogenblik beslui- houden, ofschoon hij zich dat zelf
teloos. maar haastte zich achter hem j nooit duidelijk had gemaakt zoo lang
aan en nani hem in haar armen zoo 1 alles zoo hopeloos was. Dat had hij
hard. dat liet hem waarlijk pijn deed. tot nu toe in het geheel niet begrepen;
Piet, zeide zij. liet is mij ernst, maar nu begreep hij het ten volle,
heilige ernst! Daarop liet zij hem weer toen zij nu opnieuw aan de aan-
los en zeide zacht: legplaats stonden stapte hij op Anna
Als je mij maar wilt hebben. toe, greep hare hand. liefkoosde die
Piet keek bedenkelijk. en zeide:
Maar toen hij éenig'en tijd daarna j Ja. de boot is best, maar jij. An-
naar huis ging, begreep hij eindelijk, na. bent toch nog veel. veel beter!
dat het haai- ernst was geweest. Dat i Dat yvas de allereerste keer. dat hij
wil zeggen, hij begreep, dat hij de haar zooveel als een liefdesverklaring
boot nu zou hebben, zonder haar te deed, maar Anna was er trotsch en ge
betalen, de rest bleef hem een duister j lukkig mee, want beter laat dan in
raadsel en hij dacht er maar niet lang hst geheel niet.
over na. Maar de boot zou hem toe-
behooren. dat was duidelij'k en daar
was hij zoo onbeschrijfelijk gelukkig j Ju en stOOmWagfeil in I821;.
over, zoo gelukkig als hij nog nooit
in zijn leven geweest was.
(Bij de plaatjes.)
Na een maand waren zij getrouwd. Bijgaande plaatjes zijn ontleend aan
Anna had gewenscht, dat het zoo j de American Mechanics Magazine, een
haastig zou gebeuren. Zij stoorde er technisch blad. dat te New-York werd
zich niet aan, dat men er over praatte. uitgegeven in het beglin der vorige
als de laatste poging. 0111 een oorlog haar schril: nderviruien da: rij niet
tusschen Oostenrijk en Pruisen te ver in staat was ook maar een enkelen
mijden, te beschouwen is. De onder- welluidendfcn toon voort te brengen,
handelingen hadden plaats in de kleine j Christine Nielsson verhaalt van een
voorzaal van het hotel, onder voorzit- tenor-zanger, die eens op een avond
ting van den toen: aligen Koning M il- voor eene met hem bevriende dame
helm van Pruisen. mg in een van rozengeur v u-vulde
De hotelhouder beroemt, zich ook op j kamer. Slechts met inspanning kon de
het bezit, der autografen van Schiller zanger zijn lied ten einde brengen en
en andere beroemde dichters en schrjj- ,oen hij gereed was. kreeg hij zoo'n
vers. De dichter van ..Willem Teil" heftige pijn in den bals. dat een dok
had. tot aandenken aan zijn verblijf moest worden «>nthoden. Eon heele
aldaar, de woorden geschreven. ..Und '"'tand lang leefde de zanger in angst
eine Heimath istes doch" -eene aan dat hij rijn stem verloren had. Sedert
beveling, zooals iedere logementhou heeft Christine lelsson steeds alle
der wel zou wensehen.
De hersenen, van beroemde
mannen.
Volgens bewering van den ar.-
thropoloog Otto Ammon. moet Vorst
erk geurende bloomen uit hare wo
ning verbannen.
Madame Calvé en eene andere, min
der beroemde, Tranche zangeres, rijn
d vaste overtuiging toegedaan, dat
witte vlier op do zangslem bepaald
gevnariijk v.v-rkt. De baszanger Del-
mas get:.'; zijn collega's den raad.
nooit te zingen in een salon, waar tu
berozen. hya-rinthen en viooltjes zijn.
Re?ds het ademhalen in een dergelijke
atmosfeer is nadeelig voor de stem.
tenzij men, zoo .meent Delmus. als
tegengif een met eau de cologne be
sprenkelden zakdoek in de onmiddel
lijke nabijheid houdt.
Ook de beroemde zangonderwijzeres
Mdm. René Richard bevestigt, dat zij
Bijvoorbeeld onze nieuwe visch- verkoopen.
schuit. En daarop vervolgde zij zeer j Zij wachtte een oogenblik, pjaar
haastig: kreeg geen antwoord. Toen wendde
Want wat zal ik er mee doen, nu zij eindelijk haar hoofd om on zag
ik toch alleen ben? Ik red mij wel met I naar Piet.
den. ouden en had er juist over gedacht j Hij zat daar doodelijk verschrikt en
den nieuwen maar van de hand te daarbij zoo hulpeloos en teleurgesteld,
doen. Zou die je niet aanstaan? ein- 1 dat haar stem week werd. toen zij
digde zij met een eeniigszins be- zeide:
schroomden blik. Maar misschien, zou de zaak
Piet zag haastig tot haar op. hij kon toch op een andere wijs tot stand kun-
nauwelijks gelooven. dat zij het in j nen komen.
ernst meende. I
Maar hoe zou ik die kunnen koo
pen? voer hij ten laatste uit.
Daar zou wel iels op te vinden j
zijn, antwoordde zij. knikte, zeide
goeden dag en ging heen.
Piet stond daar en staarde haar na.
Neen, zij had maar geschertst.
Akerström's nieuwe vischschuit! Het
was de beste, die op het heele eiland
te vinden was. Die was nauwelijks een
jaar in gebruik en zoo mooi en licht
als eene pleizierboot. En hoe lag zij
daar op het water en met wellc een
vaart schoot zij vooruit! Piet had haar j
vaak met bewonderende blik nageke-
dat het zoo spoedig na baars mans
dood gebeurde.
Een bruiloft was er niet. Zij werden
in de kerk getrouwd en gingen toen
rustig met elkaar naar huis. Dat ge
beurde in den namiddag.
Toen Piet zijn kleeren gewisseld had,
ging hij naar de aanlegplaats om
naar de schuit, zijn schuit, te zien.
Nadat hij er een poos had staan kij
ken, begon hij de boot los te maken.
Anna kwam juist het huis uit. Zij
was nog in haar zwart, halfzijden
feestgewatui. Toen zij zag, waarmede
hij zich bezig hield, was zij eerst zeer
verwonderd en daarna een weinig
ontstemd.
Wou je met de schuit uit gaan?
vroeg zij.
Ja. antwoordde Piet. morgen is
het immers Maandag. Hij was zoo
ijverig bezig, dat hij niet eens naar
haar opzag.
Zij stond daar en scheen zich te be
denken en zag even besluiteloos.
Nu, dan zal ik wel met je mee
moeten gaan! zeide zij. en ging bin-
ne.i om zich te verkleeden.
En zoo voeren zij heen met hun
schuit. Anna zat aan de voorplecht
en roei<je zwijgend en ernstig. Piet
aan den achterkant, ook zwijgend
maar vol trots en voldaanheid- Het
was onbegrijpelijk de vaart, die in die
boot zat en zoo licht als men haar
vooruit kreeg!
Toen zij weer thuis waren en op de
brug stonden bleef Piet opnieuw naar
de boot staan kijken.
Ja. dat is een zeldzaam goede
boot, zeide hij en keek minder onschul
dig dan gewoonlijk.
Anna stond achter hem, er glom
iets in haar oog.
Ik geloof haast dat je nog meer
verliefd op de boot bent dan op mij,
zeide zij bedroefd, keerde zich op haar
hakken om en ging heen.
De klank barer stem drong zwaar
in Piet's ooren. Hij draaide zich om
en zag haar verwonderd na. Toen
kwam er langzamerhand een blos op
zijn gelaat en die blos werd sterker
en sterker. En langzaam met verwon-
eeuw. Bij deze plaatjes bevatte het
blad een artikel, zijnde een verhaal tot
in bijzonderheden van één van de eer
ste proeven to t oplossing van het vraag
stuk, betreffende de voortbeweging van
rij- en voertuigen door mechanische
kracht.
Het artikel betreft een stoomwagen,
waarmede in dlie dagen proeven zijn
genomen en mer vrij veel succes. Voor
deskundigen is het zeer eigenaardig,
het vrij eenvoudig mechanisme van
toen te vergelijken met. de veel inge
wikkelder van tegenwoordig.
Pig. 1 is een zij-aanzicht van den
wagen; fig. 2 een boven-aanzicht; fig.
3 is een deel van den stoomketel en de
machines; fig. 4 laat 't bovengedeelte
van den ketel zien met icevoerpijp eh
waterreservoirs: de gesöippelde lijnen
in de figuur wijzen de vuurplaats aan
en het pijltje is gericht in de richting
van de vlam naar den schoorsteen. Fi
guren 5, 6. 7. 8, 9, iO, 11 en 12 zijn af
beeldingen van verschillende machine-
deele.n.
van den schadelijken invloed van bloe
mengeur te lijden. De zanger Faure,
dlie een boek geschreven heeft over de
hygiëne van het zingen, noemt viool
tjes de ergste vijanden voor den lyri-
schen kunstenaar en acht hun geur
even gevaarlijk als alcohol en taljak.
1 bij hare leerlingen steeds een bedui-
ismarck de grootste hersenen ge
v,,aj v,oKKa '1 1 dende vermindering van kracht en
had hebben, die ooit bekend zijni
,-,„„-„„,-1 1 welluidendheid der stem heeft waar-
geweest.
rrgenomen, wanneer zij rozen of viool-
Hij .8 in. ovenviistomming m tje, jn fn Pro(es.
den beeldhouwer, professor Scba-U,r s,,llv VCTklwt dat daIlies.
per. uit de metingen voorde In,- voortdurend 8!erk Keurendff Mo>mw,
te. die de laa s genoemde vervaar 1 „llwviw hebben el- vaak
di.gd heeft. lot. hei besluit geko-,ian rieken, niqt alleen b; het zingen,
men, dal de hersenen van den groo. I maar ook bij het spreken door een lich
ten staatsman 1867 gram gewogen I heeschheid worden overvallen. Ze-
moeten hebben, d.w.z. meer dan j nuwachtige menschen vooral hebben
die van eenig ander beroemd ge-
worden man. Feitelijk gewogen
echter zijn na zijn dood Vón Bis
marck's hersenen niet.
De hersenen van Cuvier wogeif
1825.5, die van Byron 1809, die van
Kant 1643, die van Schiller i629.5
en van Dante 1417 gram.
Het gemiddeld gewicht der her
senen rn een schrander en Euro
peaan bedraagt niet mieer dan 1190
gram
Vernis voor gegoten ijzeren
kachels.
Nu overal die. zwarte wintervrien
den hunne plaats weder hebben
ingenomen in omzen gezelligen
huiselijken kriijg, zal het zeker
menige huismoeder aangenaam we
zen te vernemen op welke wijze
die vrienden gemakkelijk en op
weinig kostbare wijze netjes in, de
kleeren gestoken kunnen worden.
Men moet tot voornoemd doel
i gebruiken een vernis, bereid door
l bij een K.G. tot kokens toe ver
warmde teer te voegen 1/16 K.G.
fijngestampt of tot poeder gewre-
J ven zwavelzuur ijzer. Wanneer dit
I mengsel met. een kwast warm
wordt uitgestreken op verwartnde
j gegoten ijzeren kachels, worden
deze in korten tijd het mengsel
j droogt door de warmte zeer snel
bedekt met een sterk en glansrijk
j vernis.
Het oudste logement in Europa
Op dien naam mag he.t „Gouden
Kruis" te Regensburg, aanspraak ma
ken.
Koning Ferdinand rustte daar op
zijne doorreis in 1531, om als Roomsch
Koning gekroond te worden, en geen
ander hotel in Europa weet zulk een
lang bestaan aan te wijzen als dat Gou
den Kruis"; geen ander kan zich be
roemen zooveel vorstelijke personen
geherbergd te hebben. De nog voorhan
den vreemdelingen boeken, die eerst
van 1819 af gehouden zijn bevatten de
namen van meer dan 500 keizerlijke
koninklijke en vorstelijke personen-
Men wijst hier de kamer aan, waar
vorst Bismarck, destijds Pruisisch
Eerste Minister, overnachtte, toen hij
hier gekomen was om met zijn souve-
rein eene conferentie te houden, die
De invloed van bloemengeur
op de menschelij- e stem.
Het is wellicht van niet algemccne
bekendheid, dat de geur van bloemen
op de menschelijke stem een hoogst
nadeeligen invloed uitoefent.
Een zangeres zal nooit goed bij
stem zijn. wanneer zij des avonds in
een besloten vertrek moet zingen, j
waarvan de atmosfeer bezwangerd is
met sterke geuren, dio grootendeels
van bloemen, zooals roze#, viooltjes.
narcissen, enz. afkomstig zijn. In een
onlangs verschenen werk van dr. Ca-
banès. dat „Les curiosités de Ia médi-1
cine" is getiteld, worden vele interes-
santé voorbeelden verhaald. De ge-
vierde zangeres Marie Sasse kreeg j
eens, toen zij op een soiree bij een J
voornamen inwoner van Parijs ~enon-
dïgd was, bij haar komst een grooten
ruiker prachtige Parnia-viooltjes. Ten
overvloede waren de levende bloemen
i nog met een sterken violenodeur be-
sproeid. Met welbehagen snoof de
j kunstenares haar lievclingsgeur op.
maar een half uur later moest zij tot
Oesterschelpen als medicijn.
Tot poeder gestampte oesterschelpen
werden door de geneosheeren uit de
middel eeuwen aan kinderen gegeven,
die aan Engelschc ziekte of klieren le
den.
Nu blijkt het, dat zij gelijk hadden.
De schelpen bevatten kalk. ni'trogeen,
ijzer, zwavel, mangaan-oxyde, magne
sia, meel broimide. phosphor-zuur en
jodium, alles uitmuntend voor zwakke
kinderen.
Men zegt ook wel, dat als men op-
groeienden kindereu tot poeder ge
stampte oesterschelpen in hun eten
vermengd gaf, dit de tanden zou verbe
teren.
't Gevaar van „hoofdjes."
Dr. Temple, de Aartsbisschop
van Canterbury, had eens, toen
jiij nog bisschop van Exeter
was. op 'eene nabijgelegen plaats eene
lezing gehouden in eene landbouwkun
dige vergadering. Toen hij bij zijne
terugkomst eenige welverdiende rust
genoot, werd de bisschop wakker door
het geroep van een jongen buiten:
..Merkwaardige verklaring van den
bisschop van Exeter!"
Hij liet een exemplaar- van het
nieuwsblad koopen, waarin de verhan
deling stond, welke hij dien dag ge-
houdeu had, en bij het doorlezen was
Dr. Temple nu juist niet aangenaam
verrast, maar moest er toch om lachen
ook, 'toen hij zag. dat de redacteur van
het avondblad boven zijne in zijne
voordracht terloops gedane mededec-
ling: ..dat hij nooit in zijn leven dron
ken was geweest," het opschrift had
geplaatst: Hoogstmerkwaardige ver-
klarig van den bisschop van Exeiter."
Naar de grootte, niet naar
den leeftijd.
De regel, dat op spoortreinen en an
dere publieke vervoermiddelen voor
kinderen onder de drie jaar niet be
taald'-"hoeft te worden, en maar hal
ve vracht, als zij op den leeftijd tus
schen drie en twaalf jaar zijn, geeft
dikwijls aanleiding tct verklaringen
van de ouders, die voor een normaal
geweten wel wat bezwarend zijn.
Nu heeft men in sommige landen