ALLERLEI. PUZZLE. ken, want hij had een oog voor booten. Neen, zij had maar geschertst! En al had zij dat niet, hij zou die boot j toch nooit kunnen koopen. Toch had die gedachte wortel ge- schoten en hij kon er zich niët weder van bevrijden. Den volgenden Zondag, toen hij wist, dat Anna naar de kerk I was, begaf hij zich tiaar haar erf en j beschouwde de boot van alle kanten, j Hij onderzocht haar ijzerwerk, het huut, elke naad; neen, er mankeerde niets aan. IJzersterk en puik zag zij er uit. Het kostte hem waarlijk moeite er van te scheiden. Zoo sloop hij met verloop van den winter eiken Zondag naar de schuit. Hij had haar lief gekregen, hij kon aan niets anders deuken, en peinsde er dag en nacht over. hoe hij het geld bijeen zou schrapen om haar te koo pen. Want hij was nu overtuigd, dat Anna het ernstig gemeend had wat zou had gehad en na al zijn talenten er on j ook doen. met twee booten nu zij verspild te hebben beweerde, dat zij toch maar alleen was. En misschien niet meer bruikbaar was. Door dit al- j g£ul zjj ze hem. terwïlie van hunne les kon hij even rondkomen, vooral 0U(je vriendschap, wel voor weinig toen hij op een of ander erf ging wer- geid laten. ken en hielp met netten-boeten. Hij spaarde en schraapte den gehee- Op die wijze gingen w -er zes of ze ien winter, ontzegde zich bijna het al- ven jaren voorbij. Maar toen kwam er lernoodigste en werkte als een slaaf, een groot verdriet en dat was dat de j ver in den nacht zat hij nog zijn netten oude boot het niet langer wil.-- uit- j te boeten. Toen de lente kwam, was houden. Hij had haar van jaar tot het hem gelukt dertig kronen bijeen jaar opgelapt, had hier en daai een i te schrapen, maar dóórvoor, dacht hij nieuwe plank ingeslagen of een stuk j zou hij de boot wel niet krijgen; de blik opgespijkerd en het was hem op 1 laagste prijs waarop hij hoopte, zou Piet's gelaat klaarde weer wat op derden blik ging hij haar na in huis. en hij zag haar onzeker aan. I Op een andere wijs'? zeide hij. I Ja. Hoe dan? Den volgenden morgen in alle vroeg, te waren zij buiten^ om de netten in gereedheid te brengen. Het was een heldere frissche lentemorgen ruet een zonneschijn zoo schoon, alsof de zon nieuw geboren boven den horizon was verrezen, met een spiegelklaar water. waarop hun boot een lange schitte rende streep achterliet, met de bos- j schen. die zich daarin weerkaatsten Zij begon opnieuw te trommelen, maar nu veej zachter dan te voren. Kan je dat niet raden, Piet'? Zijn gelaat, vertrok in diepzinnige vouwen, maar alles te vergeefs hij schudde zijn hoofd. Zij zag hem ongeduldig, bijna boos aan. maar neen. zij kon niet hoos opdan weer >,an hor"°" ve5dwe- i hem blijven. Hij zag er uit ais een r'-eineeiwen. aan j kind. zooals hij daar zat. de kust koesterden eu dan in groote ..Als je mij nu eens op den toenaamt! zeide zij haastig, sterk blo-1 eulijk Piet berekende, dat zij! Waar is zijn moeder die wijze gelukt haar vlot te huilden, maar verleden zomer was het oijna le vensgevaarlijk geweest er in ce varen, zoo Lek was zij. Toen Piet haar ook in den herfst aan wal had gehaald en een algemeen onderzoek had ingesteld schudde hij bedenkelijk zijn hoofd hij zag geen kans haar nog eens op te kalefateren, want ze was nu zóó wrak geworden, dat hij haar niet eens meer behoorlijk kon oplappen. Dienaelfden herfst stierf Akerström, wel veertig kronen moeten zijn. Toen zag hij op zekeren dag, dat de boot te water werd gelaten en nu be kroop hem een ontzettende angst, dat men hem de boot voor den neus zou wegkapen. Toen vatte hij zijn besluit. In een der laatste dagen van April trok hii zijn beste kleeren aan, waschte en kamde zich zoo goed. alsof hij uit vrijen zou gaan en begaf zich op weg naar Anna's erf. Zij1'stond in de keuken, toen hij kwam. Zij zag hem iet of wat ver- Anna's man, en zij bleef als welge- j wondlerd aan, bloosde, droogde haar stelde weduwe achter; daar zij echter hand af en reikte hem die. eerst vóór in de dertig was en er lang J Het is lang geleden sinds wij el- niet onaardig uitzag, begon menigeen kaar zagen", zeide zij. Het klonk als al spoedig zijn kans te berekenen een verwijt, en toch was bet alsof zij Op zekeren dag in het begin van No vember stond Piet zijn boot te bekij ken en dacht hij na over eenig mid del om tegen alle kansen in, haar- nog eens zeeklaar te maken een pro bleem, waaraan hij al zijn ledige uren van den dag besteedde toen hij op eens ©en stem achter zich hoorde. Goeden dag. Piet! Hij keek op. Het was Anna, die een eindje van hem af op het strand stond. Zij had aan deze zijde van het eiland boodschappen gedaan, had vlug aan gestapt in het frissche weder en zag er echt gezond uit, zooals ze daar stond, vol en rooskleurig. Maar Piet was zoo vervuld met zijn boot, dat hij dat heelemaal niet op merkte. Goeden middag, antwoordde hij terug. Sta je daar je schuit zoo te bekij ken, Piet? ging Anna voort; en het scheen wel, dat ze in haar vroolijksie, spraakzaamste stemming was. Ja, antwoordde Piet, en in zijn bekommernis liet hij zich verleiden tot iets, wat wel op een uitval ge'dek: Het is een ellende, zuchtte hij en streek met de handen door zijn haar. Anna kwam haastig op hem toe en begon evenals hij de boot te bekijken. Zij schudde bedenkelijk het hoofd. Ja, daar zal niet veel meer aan op te ka lefateren zijn! Zij was op eens heel ernstig gewor den. Het speet haar klaarblijkelijk van dö oude boot. Zij stonden een oogenblik zwijgend naatt elkander; hun blikken waren op de boot gevestigd. Toen zeide Anna- Je zult je tegen het voorjaar wel een nieuwe moeten aanschaffen. Hij lachte zijn breeden lach. Ja, dat zal wel moeten! Anna zag hem aan; een blos kleur de hare wangen. Het zou misschien niet onmogelijk zijn tegen billijke prijs een nieuwe te krijgen. Als je maar wildé. Zoo, antwoordde Piet, met zijn onnoozelen lach. Anna zweeg een oogenblik. Toen zei de zij half ontwijkende: hun gesprek van laatst over de boot i weer ongedaan wilde maken. Piet wist niet, wat hij zeggen zou. Hij was bleek van aandoening. Ein delijk stotterde hij, dat hij wel eens een woordje met baar wilde praten. Zij bloosde opnieuw, beproefde te schertsen maar liet lukte niet heel erg. Daarom bood zij hem aan om binnen verder te praten. Hij nam plaats, wreef met zijn han den over de knieën en zag haar aan met zulk een bekommerde uitdrukking, dat zij onwillekeurig in lachen uit barst,te. Dat verlichtte de zaak wat voor Piet hij riep al zijn moed bijeen en kwam eindelijk met zijn boodschap voor den dag. Ik kwam om de boot, zeide hij. Zoo. I-lij bemerkte, dat haar gelaat be trok Zij deed alsof zij hem niet be greep en dat maakte hem angstig. Misschien had haar aanbod haar be rouwd, of liad zij sinds dien tijd de boot reeds verdocht. En in zijn angst kwam zijn tong los en zeide hij haar, hoe hij gespaard en gehoopt had. Zie, dertig kronen heb ik, zeide hij, terwijl hij de banknoten uti zijn. zak haalde en ze niet bevende handen voor haar neertelde, alsof hij haar daarmede wilde bezweren. Daarvoor kan ik haar zeker niet koopen dat heb ik wel gedacht maar de rest zou ik da.n maandelijks kunnen af doen. met het knoopen van netten of hoe ook. Maar dertig kronen heb ik nu bij mij, volle dertig kronen! Hij raaple de briefjes hijeen en zag haar angstig vragend aan. Maar hij kon haar niet in het aangezicht zien, dat was half van hem afgewend. Zij stond daar en zag uit het ven ster r>n trommelde met de vingers op de tafel. Zoodat je de hopt toch heel graag zoudt willen hebben. Piet?" zeide zij ten laatste. Ja. antwoordde Piet. met zulk een overtuiging, dat de tranen hem in de oogen schoten. Zij trommelde harder en harder. Maar ik hen niet van plan haar te zen(je wel meer dan dertig manden vol had-1 - Op den koop toe! Hij staarde haar j zuIk*en aaatal ,had hii sind? j niet groote oogen aan en begreep er -af[!! Met 11Is Ke rac 1t- u iets van J zeKe echter niets, maar hij was Toen barstte rij in lachen uil en I ongewoon vlug en rijn oogjestinteWen. verviel weder in haar ouden vertoon- naar welijken toon. Hel ,va* echter met zoozeer mt - Het helpt alles niets, als ik het je vreHgde over de ï,sch- en 00k met lan- niet ronduit zee. zeide zij. I.icve he-1 oter boot' «ver iels an nul - als we dan maar samen trouw- der5- <la' hem <"iidel„k duidelijk den weet je? was geworden en dat nu door het om- Piet stond werktuigelijk op, pakte j hulsfel drong, waarin hij het. zoo lange de banknoten met sidderende handen i jarc-n had weggeborgen, de merkwaar- bijeen. stopte ze in zijn zak. zag haar; dige gebeurtenis, dat hij nu. hoewel met tranen in de oogen en een bleek laat. eindelijk toch verkregen hadi gezicht aan en ging naar de deur. I haar. van wie hij al dien tijd had ge- Toen stond zij een oogenblik beslui- houden, ofschoon hij zich dat zelf teloos. maar haastte zich achter hem j nooit duidelijk had gemaakt zoo lang aan en nani hem in haar armen zoo 1 alles zoo hopeloos was. Dat had hij hard. dat liet hem waarlijk pijn deed. tot nu toe in het geheel niet begrepen; Piet, zeide zij. liet is mij ernst, maar nu begreep hij het ten volle, heilige ernst! Daarop liet zij hem weer toen zij nu opnieuw aan de aan- los en zeide zacht: legplaats stonden stapte hij op Anna Als je mij maar wilt hebben. toe, greep hare hand. liefkoosde die Piet keek bedenkelijk. en zeide: Maar toen hij éenig'en tijd daarna j Ja. de boot is best, maar jij. An- naar huis ging, begreep hij eindelijk, na. bent toch nog veel. veel beter! dat het haai- ernst was geweest. Dat i Dat yvas de allereerste keer. dat hij wil zeggen, hij begreep, dat hij de haar zooveel als een liefdesverklaring boot nu zou hebben, zonder haar te deed, maar Anna was er trotsch en ge betalen, de rest bleef hem een duister j lukkig mee, want beter laat dan in raadsel en hij dacht er maar niet lang hst geheel niet. over na. Maar de boot zou hem toe- behooren. dat was duidelij'k en daar was hij zoo onbeschrijfelijk gelukkig j Ju en stOOmWagfeil in I821;. over, zoo gelukkig als hij nog nooit in zijn leven geweest was. (Bij de plaatjes.) Na een maand waren zij getrouwd. Bijgaande plaatjes zijn ontleend aan Anna had gewenscht, dat het zoo j de American Mechanics Magazine, een haastig zou gebeuren. Zij stoorde er technisch blad. dat te New-York werd zich niet aan, dat men er over praatte. uitgegeven in het beglin der vorige als de laatste poging. 0111 een oorlog haar schril: nderviruien da: rij niet tusschen Oostenrijk en Pruisen te ver in staat was ook maar een enkelen mijden, te beschouwen is. De onder- welluidendfcn toon voort te brengen, handelingen hadden plaats in de kleine j Christine Nielsson verhaalt van een voorzaal van het hotel, onder voorzit- tenor-zanger, die eens op een avond ting van den toen: aligen Koning M il- voor eene met hem bevriende dame helm van Pruisen. mg in een van rozengeur v u-vulde De hotelhouder beroemt, zich ook op j kamer. Slechts met inspanning kon de het bezit, der autografen van Schiller zanger zijn lied ten einde brengen en en andere beroemde dichters en schrjj- ,oen hij gereed was. kreeg hij zoo'n vers. De dichter van ..Willem Teil" heftige pijn in den bals. dat een dok had. tot aandenken aan zijn verblijf moest worden «>nthoden. Eon heele aldaar, de woorden geschreven. ..Und '"'tand lang leefde de zanger in angst eine Heimath istes doch" -eene aan dat hij rijn stem verloren had. Sedert beveling, zooals iedere logementhou heeft Christine lelsson steeds alle der wel zou wensehen. De hersenen, van beroemde mannen. Volgens bewering van den ar.- thropoloog Otto Ammon. moet Vorst erk geurende bloomen uit hare wo ning verbannen. Madame Calvé en eene andere, min der beroemde, Tranche zangeres, rijn d vaste overtuiging toegedaan, dat witte vlier op do zangslem bepaald gevnariijk v.v-rkt. De baszanger Del- mas get:.'; zijn collega's den raad. nooit te zingen in een salon, waar tu berozen. hya-rinthen en viooltjes zijn. Re?ds het ademhalen in een dergelijke atmosfeer is nadeelig voor de stem. tenzij men, zoo .meent Delmus. als tegengif een met eau de cologne be sprenkelden zakdoek in de onmiddel lijke nabijheid houdt. Ook de beroemde zangonderwijzeres Mdm. René Richard bevestigt, dat zij Bijvoorbeeld onze nieuwe visch- verkoopen. schuit. En daarop vervolgde zij zeer j Zij wachtte een oogenblik, pjaar haastig: kreeg geen antwoord. Toen wendde Want wat zal ik er mee doen, nu zij eindelijk haar hoofd om on zag ik toch alleen ben? Ik red mij wel met I naar Piet. den. ouden en had er juist over gedacht j Hij zat daar doodelijk verschrikt en den nieuwen maar van de hand te daarbij zoo hulpeloos en teleurgesteld, doen. Zou die je niet aanstaan? ein- 1 dat haar stem week werd. toen zij digde zij met een eeniigszins be- zeide: schroomden blik. Maar misschien, zou de zaak Piet zag haastig tot haar op. hij kon toch op een andere wijs tot stand kun- nauwelijks gelooven. dat zij het in j nen komen. ernst meende. I Maar hoe zou ik die kunnen koo pen? voer hij ten laatste uit. Daar zou wel iels op te vinden j zijn, antwoordde zij. knikte, zeide goeden dag en ging heen. Piet stond daar en staarde haar na. Neen, zij had maar geschertst. Akerström's nieuwe vischschuit! Het was de beste, die op het heele eiland te vinden was. Die was nauwelijks een jaar in gebruik en zoo mooi en licht als eene pleizierboot. En hoe lag zij daar op het water en met wellc een vaart schoot zij vooruit! Piet had haar j vaak met bewonderende blik nageke- dat het zoo spoedig na baars mans dood gebeurde. Een bruiloft was er niet. Zij werden in de kerk getrouwd en gingen toen rustig met elkaar naar huis. Dat ge beurde in den namiddag. Toen Piet zijn kleeren gewisseld had, ging hij naar de aanlegplaats om naar de schuit, zijn schuit, te zien. Nadat hij er een poos had staan kij ken, begon hij de boot los te maken. Anna kwam juist het huis uit. Zij was nog in haar zwart, halfzijden feestgewatui. Toen zij zag, waarmede hij zich bezig hield, was zij eerst zeer verwonderd en daarna een weinig ontstemd. Wou je met de schuit uit gaan? vroeg zij. Ja. antwoordde Piet. morgen is het immers Maandag. Hij was zoo ijverig bezig, dat hij niet eens naar haar opzag. Zij stond daar en scheen zich te be denken en zag even besluiteloos. Nu, dan zal ik wel met je mee moeten gaan! zeide zij. en ging bin- ne.i om zich te verkleeden. En zoo voeren zij heen met hun schuit. Anna zat aan de voorplecht en roei<je zwijgend en ernstig. Piet aan den achterkant, ook zwijgend maar vol trots en voldaanheid- Het was onbegrijpelijk de vaart, die in die boot zat en zoo licht als men haar vooruit kreeg! Toen zij weer thuis waren en op de brug stonden bleef Piet opnieuw naar de boot staan kijken. Ja. dat is een zeldzaam goede boot, zeide hij en keek minder onschul dig dan gewoonlijk. Anna stond achter hem, er glom iets in haar oog. Ik geloof haast dat je nog meer verliefd op de boot bent dan op mij, zeide zij bedroefd, keerde zich op haar hakken om en ging heen. De klank barer stem drong zwaar in Piet's ooren. Hij draaide zich om en zag haar verwonderd na. Toen kwam er langzamerhand een blos op zijn gelaat en die blos werd sterker en sterker. En langzaam met verwon- eeuw. Bij deze plaatjes bevatte het blad een artikel, zijnde een verhaal tot in bijzonderheden van één van de eer ste proeven to t oplossing van het vraag stuk, betreffende de voortbeweging van rij- en voertuigen door mechanische kracht. Het artikel betreft een stoomwagen, waarmede in dlie dagen proeven zijn genomen en mer vrij veel succes. Voor deskundigen is het zeer eigenaardig, het vrij eenvoudig mechanisme van toen te vergelijken met. de veel inge wikkelder van tegenwoordig. Pig. 1 is een zij-aanzicht van den wagen; fig. 2 een boven-aanzicht; fig. 3 is een deel van den stoomketel en de machines; fig. 4 laat 't bovengedeelte van den ketel zien met icevoerpijp eh waterreservoirs: de gesöippelde lijnen in de figuur wijzen de vuurplaats aan en het pijltje is gericht in de richting van de vlam naar den schoorsteen. Fi guren 5, 6. 7. 8, 9, iO, 11 en 12 zijn af beeldingen van verschillende machine- deele.n. van den schadelijken invloed van bloe mengeur te lijden. De zanger Faure, dlie een boek geschreven heeft over de hygiëne van het zingen, noemt viool tjes de ergste vijanden voor den lyri- schen kunstenaar en acht hun geur even gevaarlijk als alcohol en taljak. 1 bij hare leerlingen steeds een bedui- ismarck de grootste hersenen ge v,,aj v,oKKa '1 1 dende vermindering van kracht en had hebben, die ooit bekend zijni ,-,„„-„„,-1 1 welluidendheid der stem heeft waar- geweest. rrgenomen, wanneer zij rozen of viool- Hij .8 in. ovenviistomming m tje, jn fn Pro(es. den beeldhouwer, professor Scba-U,r s,,llv VCTklwt dat daIlies. per. uit de metingen voorde In,- voortdurend 8!erk Keurendff Mo>mw, te. die de laa s genoemde vervaar 1 „llwviw hebben el- vaak di.gd heeft. lot. hei besluit geko-,ian rieken, niqt alleen b; het zingen, men, dal de hersenen van den groo. I maar ook bij het spreken door een lich ten staatsman 1867 gram gewogen I heeschheid worden overvallen. Ze- moeten hebben, d.w.z. meer dan j nuwachtige menschen vooral hebben die van eenig ander beroemd ge- worden man. Feitelijk gewogen echter zijn na zijn dood Vón Bis marck's hersenen niet. De hersenen van Cuvier wogeif 1825.5, die van Byron 1809, die van Kant 1643, die van Schiller i629.5 en van Dante 1417 gram. Het gemiddeld gewicht der her senen rn een schrander en Euro peaan bedraagt niet mieer dan 1190 gram Vernis voor gegoten ijzeren kachels. Nu overal die. zwarte wintervrien den hunne plaats weder hebben ingenomen in omzen gezelligen huiselijken kriijg, zal het zeker menige huismoeder aangenaam we zen te vernemen op welke wijze die vrienden gemakkelijk en op weinig kostbare wijze netjes in, de kleeren gestoken kunnen worden. Men moet tot voornoemd doel i gebruiken een vernis, bereid door l bij een K.G. tot kokens toe ver warmde teer te voegen 1/16 K.G. fijngestampt of tot poeder gewre- J ven zwavelzuur ijzer. Wanneer dit I mengsel met. een kwast warm wordt uitgestreken op verwartnde j gegoten ijzeren kachels, worden deze in korten tijd het mengsel j droogt door de warmte zeer snel bedekt met een sterk en glansrijk j vernis. Het oudste logement in Europa Op dien naam mag he.t „Gouden Kruis" te Regensburg, aanspraak ma ken. Koning Ferdinand rustte daar op zijne doorreis in 1531, om als Roomsch Koning gekroond te worden, en geen ander hotel in Europa weet zulk een lang bestaan aan te wijzen als dat Gou den Kruis"; geen ander kan zich be roemen zooveel vorstelijke personen geherbergd te hebben. De nog voorhan den vreemdelingen boeken, die eerst van 1819 af gehouden zijn bevatten de namen van meer dan 500 keizerlijke koninklijke en vorstelijke personen- Men wijst hier de kamer aan, waar vorst Bismarck, destijds Pruisisch Eerste Minister, overnachtte, toen hij hier gekomen was om met zijn souve- rein eene conferentie te houden, die De invloed van bloemengeur op de menschelij- e stem. Het is wellicht van niet algemccne bekendheid, dat de geur van bloemen op de menschelijke stem een hoogst nadeeligen invloed uitoefent. Een zangeres zal nooit goed bij stem zijn. wanneer zij des avonds in een besloten vertrek moet zingen, j waarvan de atmosfeer bezwangerd is met sterke geuren, dio grootendeels van bloemen, zooals roze#, viooltjes. narcissen, enz. afkomstig zijn. In een onlangs verschenen werk van dr. Ca- banès. dat „Les curiosités de Ia médi-1 cine" is getiteld, worden vele interes- santé voorbeelden verhaald. De ge- vierde zangeres Marie Sasse kreeg j eens, toen zij op een soiree bij een J voornamen inwoner van Parijs ~enon- dïgd was, bij haar komst een grooten ruiker prachtige Parnia-viooltjes. Ten overvloede waren de levende bloemen i nog met een sterken violenodeur be- sproeid. Met welbehagen snoof de j kunstenares haar lievclingsgeur op. maar een half uur later moest zij tot Oesterschelpen als medicijn. Tot poeder gestampte oesterschelpen werden door de geneosheeren uit de middel eeuwen aan kinderen gegeven, die aan Engelschc ziekte of klieren le den. Nu blijkt het, dat zij gelijk hadden. De schelpen bevatten kalk. ni'trogeen, ijzer, zwavel, mangaan-oxyde, magne sia, meel broimide. phosphor-zuur en jodium, alles uitmuntend voor zwakke kinderen. Men zegt ook wel, dat als men op- groeienden kindereu tot poeder ge stampte oesterschelpen in hun eten vermengd gaf, dit de tanden zou verbe teren. 't Gevaar van „hoofdjes." Dr. Temple, de Aartsbisschop van Canterbury, had eens, toen jiij nog bisschop van Exeter was. op 'eene nabijgelegen plaats eene lezing gehouden in eene landbouwkun dige vergadering. Toen hij bij zijne terugkomst eenige welverdiende rust genoot, werd de bisschop wakker door het geroep van een jongen buiten: ..Merkwaardige verklaring van den bisschop van Exeter!" Hij liet een exemplaar- van het nieuwsblad koopen, waarin de verhan deling stond, welke hij dien dag ge- houdeu had, en bij het doorlezen was Dr. Temple nu juist niet aangenaam verrast, maar moest er toch om lachen ook, 'toen hij zag. dat de redacteur van het avondblad boven zijne in zijne voordracht terloops gedane mededec- ling: ..dat hij nooit in zijn leven dron ken was geweest," het opschrift had geplaatst: Hoogstmerkwaardige ver- klarig van den bisschop van Exeiter." Naar de grootte, niet naar den leeftijd. De regel, dat op spoortreinen en an dere publieke vervoermiddelen voor kinderen onder de drie jaar niet be taald'-"hoeft te worden, en maar hal ve vracht, als zij op den leeftijd tus schen drie en twaalf jaar zijn, geeft dikwijls aanleiding tct verklaringen van de ouders, die voor een normaal geweten wel wat bezwarend zijn. Nu heeft men in sommige landen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 7