EEN HALVE WEEK
Tweede Blad,
Dedoodevanden
zwarten koffer.
behoorende bij
„Haarlem's Dagblad"
van
Maandag II November 1001.
Mo. 5635
Haarlemsche Handels-
vereeniging.
Goedgek. bij Kon. Besluit van
12 Nov. No. 22, 1899.
De Haarlemsche Handelsvereen. telt
thans ruim G50 leden, dat is veel, doch
niet genoeg. Elke winkelier, elke han
delaar. zijn belang begrijpende, moet
zich aansluiten. De contributie be
draagt slechts f2-50, terwijl de voor
deden groot zijn.
Rechtskundige adviseurs zijndehee-
ren mrs. Th. de Haan Hugenholtz en
H. PI), de Kanter, Spaarne 94, welke
gratis advies in handelszaken geven
aan de leden en voor hen gratis optre
den in faillissementen.
Voor incasso's, door bemiddeling
der advocaten gedaan, wordt 5 be
rekend.
Bankiers der vereeniging zijn de
heeren Laane van Bemmel, Kruis
straat 51.
Alle brieven of aanvragen (ook opga
ven voor het lidmaatschap) moeten ge
richt worden aa nhet bureau der ver
eeniging, 22 Lange Begijnestraat.
Het is ons gelukt eene overeenkomst
te sluiten, waardoor het mogelijk is
II.H. leden nauwkeurige informaties
te verschaffen omtrent alle firma's in
Nederland.
De kosten dezer informaties bedra
gen GO cents per adres, plus 5 cents
voor porto, en moeten vooruit betaald
worden aan het bureau. Informatiën
naar binnen de stad wonende perso
nen gratis.
Ruiin 650 informatiën en rechtskun
dige adviezen werden in het afgeloo-
pen jaar verstrekt.
In Augustus en September zijn 49
vorderingen tot een bedrag van ƒ2520.26
betaald, 12 vorderingen worden af
betaald; 16 vorderingen zijn uitgesteld.
Volgens artikel 7 d^ent het Geheim
der Maandlijsten ongeschonden be
waard te blijven.
H.H. Leden worden er op attent ge
maakt, dat pretention, buiten de stad
in te vorderen, niet worden behan
deld. tenzii mrto-vergoeding (10 ets.)
is bijgevoegd.
Het Bureau der vereeniging is geves
tigd 22 Lange Begijnestraat en is ge
opend iederen werkdag van 's morgens
9 tot 1 en 's middags van 2 tot 4 vjur.
Dagelijks is een der bestuursleden
aanwezig en bereid tot het geven van
alle gewenschte inlichtingen en wel
Maandag en Vrijdag van 1112 uur
v.m., de overige dagen van 34 n.m.
Men wordt geraden niet te leveren
aan D. Teeuwen, Brouwersvaart 80k,
voordat men heeft geïnformeerd aan
Wereldgeschiedenis
Het gevecht bij Balcenlaagbe
wordt tevergeefs als eene En-
gelsche overwinning voorge
steld. Hoe de Britsche regee
ring er van langs krijtgt.
Nog steeds is het gevecht bij Baken-
ïaagte een veelbesproken onderworp
in de Engelsche pers. Vergeefs heeft
men getracht de ramp aan Benson's
colonne overkomen, voor te stellen als
eene overwinning voor de Br-'tsche
wapenen. Ook onze overzeesche uabu-
ren zijn door ondervinding wijs ge-
\n orden en al moge het domme gemeen
nog voetstoots aannemen, wat de bla
den gelieven te vertellen, de hooger
ontwikkelden zien maar al te goed in,
dat de toestand zeer eimstig is en door
geene mooie redeneeringen verbloemd
kan worden.
Wel mocht Sir Michael Hicks-Boach
in zijn onlangs gehouden rede, spre
ken over een tropischen storm, die te
gen het ministerie is opgestoken. Maai i
reeds vóór de laatste gevoelige slagen
aan Engeland's prestige toegebracht,
hebben de leden van 't Britsche Ka
binet heel wat bittere pillen moeten
slikken en 't is te voorzien, dat hun
positie er na al de laatste gebeurtenis
sen niet beter op zal worden.
..De oorlog is niet uit", schrijft sir
Wcmyss in de „Nineteenth Century"
.de verwachtingen, van maand tot
maand gewekt, al sinds Juni van het
.'orige jaar. zijn niet vervuld, terwijl
het volk nog altijd hoopt, en geluk
kig nog steeds vasthoudt aan zijn e-
sluit, tot het einde te volharden, be
gint het dagelijks dte ontzaglijke kos
ten van bloed en gelds die de worste-
ling oplegt, pijnlijker te gevoelen."
De schrijver wijst dan op het treu
rig fiasco der proclamatie van 15 Sep
temberop de "ehjeimzinnierheid,
die. de gebeurtenissen in Zpid-Afrika
omgeeftop de Russisch-strenge
censuur, die over het gehcele Britsch
Zuidafrikaansche gebied) wordt uitge
oefendmaar tegelijk merkt hij op
dat de ministers niet aan twintigdui
zenden Britsche soldaten het zwijgen
kunnen opleggen. Particuliere brieven
ivan het oorlogstooneel geven een on-
heilspellende schildering van den toe
stand en spreken van de grove fouten
in het legerbestuur gemaakt. Het is
nutteloos de oogen te sluiten: „de toe
stand is het tegendeel van bevredi
gend". Wat eerst gefluisterd werd in
militaire clubs gaat van mond tot
I mond, veroorzaakt een geweldige on
gerustheid, die den storm, waarvan
wij spraken, heeft teweeggebracht.
In hetzelfde tijdschrift geeft Dr.
Guinness Rogers er ae regeering ge
ducht van langs.
I Dc schrijver bespreekt de wondierlij-
|ke lusteloosheid en werkloosheid der
ministers- En niettemin blijven zij
rneer dan ooit meesters van den toe-
stand en bluffen, dat het land vo'-
maakt tevreden is met zijne leidere
die niet leiden, staatslieden, die voor
I hunne politiek de menigte op straat
(raadplegen en wien de toekomst van
het land dat hen vertrouwde, volstrekt
niet schijnt te bekommeren.
Zoowel dr. Rogers als de heer Ro
bertson, die ook in de „Nineteenth
Century" een artikel over den toe
stand heeft geschreven, hopen, dat de
koning het tegenwoordig stel minis
ters naar huis zal zenden en lord Ro-
sebery zal belasten met het vormen
van een nieuw bewind. Wil het libe
ralisme ooit het vertrouwen herwin
nen, dan moet het een groot-Engelsche
politiek gaan voeren. Het is hoog noo-
dig, dat dit geschiedt. De veiligheid
van het Rijk staat op het spel, en de
liberalen moeten bij zulk een belang
den wensch naar hervormingen, die
hun ter harte gaan, achterstellen.
In denzelfden geest spreekt Diploma
ticus in de „Forthnightly Review". Hij
zegt dat de misslagen, die de regeering
begaan heeft, onzinnig geweest zijn
tot in het misdadige.
Bij de proclamatie van lord Roberts,
toen hij in den Vrijstaat viel in Octo
ber 1900, werden de rechten der Boe
ren als oorlogvoerende partij ten vol
le erkend. Op 15 Maart dL a. v. kon
digde hij evenwel een proclamatie af
van geheel tegenovergestelden aard.
Den Boeren werd aangezegd, hunne
wapenen onmiddellijk neer te leggen
en zich onder eede en op straffe van
verbeurdverklaring hunner goederen
te verbinden, aan den oorlog niet meer
deel te nemen. Er was geen enkeie
rechtvaardiging voor dit stuk. De Vrij
staat was niet ingelijfd, niet verorerd
en volgens de bepalingen, in de Haag-
sche Conferentie vastgesteld, kon een
dergelijke eed niet geëischt worden,
1 kon geen verbeurdverklaring geschie
den. Het was een voorbarige pogmg,
de Vrij staters als opstandelingen te
beschouwen, en derhalve een belache
lijke domheid.
Op 24 Maart werd1 de O. V. S. vor
melijk ingelijfd, en die inlijving op
papier werd weldra gevolgd door een
nieuwe proclamatie waarin den bur
gers gelast werd binnen 14 dagen de
wapenen neer te leggen op straffe als
opstandelingen te worden behandeld.
„Een meer verbazingwekkende over-
I tred'ing van de beginselen van liet
I krijgsrecht laat zich moeilijk denken'
sclirijft Diplomaticus... Bezetting van
het land kan volgens dat recht alleen
bestaan wanneer het geheel verlaten
is door de macht van den vijand. Dat
Tr o v,.,4
algemcene hilariteit den spreker, die
hartelijk medelachte, toen hij zijne fout
ontdekte.
„De zooeven bedoelde omschrijvin
gen zijn noodlottig voor de uitwerking,
die oorspronkelijke bedoeld, werd."
..Ik moet u van mededinging verder
uitsluiten," zeide hij, zich tot den ve
teraan wendende. „Het doet mij voor
u te minder leed, daar ge al reeds
groot geldelijk voordeel hebt behaald
met uw vermetele uitvinding. Wie
volgt!"
„Zii. die in de kampen zijn, kunnen
vrij heengaan," zei de minister van
oorlog.
Een lang en hoorbaar gemompel van
instemming volgde.
..Is er eenige objectie?" „Next,
please".
De eerste minister dong zelf ook
mee: „Wij zoeken geen goud".
Deze vermetele woorden werden met
oprechte bewondering ontvangen. De
uitroepen der aanwezigen herinnerden
aan de „Ha's!" die het afsteken van
vuurpijlen begroeten.
Na eene behoorlijke pauze riep de
scheidsrechter, in wiens oogen tranen
van aandoening opwelden: „Die volgtl"
„Ik heb geen belangen, direct noch
indirect," gilde de minister van kolo
niën. met een stem, gelijkende op het
geluid uit een zwaar koperen blaas
instrument.
Voor een oogenblik waren de aan
wezigen als met stomme verbazing ge
slagen over zulk een schitterende bru
taliteit.
Een oorverdoovend gejuich, zooals
vroeger nog nooit in deze zaal gehoord
was. volgde. De markies glimlachte
goedkeurend; zelf een kunstenaar zijn
de. kon hij het meesterstuk van dezen
mededinger naar waarde schatten.
..Heeren," zei de scheidsrechter," ik
erken de moeilijkheid dezer zaak. Het
zou mij onmogelijk zijn den prijs toe
te kennen aan een der mededingers
zonder de overigen onrecht aan te
doen". Hier liield hij even op om te
luisteren naar een gefluister van den
markies.
„eHt doet mij evenwel genoegen te
toonen. zeggen dat deze lastige quaestie uit
Er was geen eigenlijke reden voor den weg is geruimd. Mijn oom ver
vrees, maar ouderdom ia vreesachtig blijdt mij met te verklaren, dat, met
en de markies schatte misschien vree- uiij instemmende met betrekking tot
mot Botha, waarhij deze duidelijk de
kennen gaf, dat zijn troepen, zij moch
ten een guerilla voeren of niet, volde
den aan de wetten van den oorlog; zoo
als die in Brussel en Den Haag war
den vastgesteld. Bij Kruger's verlrck
een nieuwe proclamatie met bedreigin
gen, die zonder uitwerking bleven. Op
7 December kreeg lord Milner een
nieuwen schitterenden inval dat de
Boeren, waren zij niet door bedreigin
gen te bedwingen, wellicht voor over-
I reding zouden vatbaar blijken, zoo
men hun een „grootmoedige en recht
vaardige behandeling" beloofde. De
gouverneur van Kaapkolonie ontraad
de het plan. Chamberlain seinde te
rug, dat hij groote waarde hechtie
aan proclamaties. Het antwoord uit
Kaapstad was dramatisch:
Een troep van 700 Boeren is in de
Kaapkolonie gevallen en zal over een
gebied van honderden mijlen voedsel
en paarden vinden, en een bevriende
bevolking. De toestand is dientenge
volge opnieuw ernstig geworden.
Dat was de tweede inval der Boer&n
in de Kaapkolonla
Ten slotte velt de schr. een uiterst
afkeurend oordeel over de geheele
(oorlogspolitiek der regeering, die een
smet geworpen heeft op de nationale
traditiën van Engeland.
Gaarne verwijzen wij naar nevens
gaande advertentie, betreffende een te
geven muziekuitvoering door do Chr.
muziekvereen. ..Kunst na Arbeid", on-
deraföl der Haarl. Jong.-Vereen.
Waar dit muziekcorps door haar op
treden bij verschillende gelegenheden
zich een goeden naam heeft verwor
ven. achten wij verdere aanbeveling
overbodig.
Uit de Omstreken.
Bloemendaal.
De collecte, welke Ln deze gemeente
voor de noodlijdende vrouwen cn kin
deren in de Zuid-Afrik, concentratie
kampen is gehouden, heeft totaal de
niet onbelangrijke som van f 625.G25
opgebracht. De som is Vrijdag naar
Alkmaar aan mej. S. M. Maclainc
Pont. de 2e secretaresse van het in
ternationaal dames-comité „Alcmaria'
overgemaakt. Vandaar is het bericht
ontvangen dat „Alcmaria" zekerheid
had hekomen dat een bereids in geld
naar Zuid-Afrika gezonden bedrag aan
het juiste adres is bezorgd.
Zandvoort.
Bij B. en W. is ingediend ter goed
keuring een bouwplan voor eene wo
ning met winkel aan de Haltestraat.
De grootste leugen.
In de „New Age" van 31 October l.L
komt het volgende stukje voor, onder
den titel „A round game."
„Zij waren gezeten rond eene tafel,
bezig met het spel bekend als: „wie
kan de grootste leugen vertellen?"
De aanleiding tot de bijeenkomst
was deze: De eerste minister was zeer
onder den indruk van een artikel, dat
hij onlangs bad gelezen en dat geti
teld was: „Het Regen geraakt in ver
val." Het was een satirisch artikel,
maar satire moet een grond van waar
schijnlijkheid hebben en niemand bad
nog ooit durven beweren, zelfs niet
uit de grap, dat het ministerieele lie
gen teekenen van verval begon te ver
oude garde doen nog, wat in hun i-r-
mogen is, maar de rest is liever lui
dan moe cn schijnt hel al voldoende
te vinden als de nederlaag maar niet
al te groot is.
Zullen de roodzwarten nog eens hun
ouden vorm terugkrijgen? Zooals unn
spel thans is. schijnt daar niet veel
kans op. Intusschen P. W. kan tevre
den zijn. 't Is altijd nog een eer R. A.
P. te slaan, de dub die 5 maal kam
pioen van Nederland, en éénmaal
houdster van den Holdertbcker is ge
weest, om van den prijs Van der Straa-
ten—Ponüioz niet te spreken. Een glo
rierijk verleden, maaar hoe zal de toe
komst zijn?
Do Oostelijke clubs waren trouwens
Zondag zeer gelukkig. Vitesse. reedfc
éénmaal kampioen van 't Oosten, en
van 't jaar weer in een goede conditie
versloeg II. F. C. ook al een der be
roemdste vereenigingen met 2—0. Alf
tegenwicht, diene dat de 2e klasse-club
Volharding, U. D. met 31 naar huis
zond. Do overige wedstrijden waren
vrij vervelend, door de weinige span
ning.
Verrassing baarde alleen A. V. V.
II, dat aan 't Amsterdamsche Quick
hardnekkig 't hoofd bood, zoodat dit
ten slotte slechts met 20 kon winnen.
A.s. Zondag gaan de competities weer
haren gewonen gang. Er staan spaa-
nendo u-/vfoti-iwian v
w$s in den O. V. S- geenszins het ge
val en de proclamatie was ■'astbaar on
wettig zoo tastbaar, dat zij op 1
Sept. werd ingetrokken.
Een nieuwe proclamatie werd u.uge-
vaardigd, naar het heette ter verk'a-
ring van de vorige, doch waarin geen
enkele bepaling daaruit werd her
haald. De burgers werden nu gesplitst
(in oorlogvoerenden en niet-oorlogvoe-
renden iets wat juist evenzeer on
wettig was als hen allen gelijkelijk
tot opstandelingen te verklaren! On-
noodig te zeggen, dat deze kinderach
tige proclamatie eveneens scheurpa
pier bleef.
Na de „inlijving" ven Transvaal op
14 Augustus weer een proclamatie. Nu
werd kennelijk getracht de fouten in
den Vrijstaat begaan, te vermijden,
maar met geen beter gevolg dan dat
er nieuw eonzinnigheden begaan wer
den. En toch begon de klucht pas goed
toen lord Roberts zich te Pretoria
thuis begon te gevoelen.
Toen kwamen de onderhandelingen
gere daden te hoog. Terwijl hij zat te I
mijmeren, dacht hij aan de beruchte
leugen van het geheim tractaat, toen
het de gewoonte was zijn naam te be
zigen als synoniem voor een dikke
grove leugen. Hij glimlachte vol zelf
behagen, maar zuchtte toen diep en
schudde het hoofd. Na ernstig peinzen
stelde hij zijn plan vast. Hij zou een
prijs geven aan den minister, die er
aanspraak op kon maken de grootste
leugen gedurendle deze zitting te heb
ben verteld. Officieel natuurlijk, want
het i9 overbekend, dat geen Engelsche
gentleman, geen man uit de groote
wereld, oodt liegt teuzij hij op het
groene kussen zit.
De quaestie moet nu worden uitge
maakt; de prijs moest dien dag wor
den toegewezen,; het ministerie van ko
loniën was gekozen als plaats van me
dedinging, louter uit eerbied: voor den
machtigsten compagnon, ofschoon elk
ander ministerie er misschien even
veel aanspraak op had.
De opperbevelhebber was voor deze
gelegenheid uitgenoodigdi, alhoewel
men eerst voornemens was om de mer
dedinging te beperken tot ministers
van den eersten rang; onder-ministers
(onder-secretarissen) werden slechts
toegelaten als toeschouwers met het
doel den wedijver nog wat aan te wak
keren. De markies gaf in korte trek
ken uitleg van zijn schema en deed
zulks op gedempten toon, met nauwe
lijks hoorbare stem. Hij wendde zich
tot zijn. neef en vroeg: „wilt gij als
scheidsrechter optreden, Arthur? Ik
geloof niet dat gij ditmaal kans hebt".
Des te erger, zuchtte Arthur, toen
hij met ongeëvenaarde bevalligheid
den scheidsrechterlijken zetel innam.
„Wil jij beginnen. Bobs?" vroeg hij.
„Zeker,"- antwoordde de veteraan:
„de oorlog is uit".
„Ik teeken verzet aan", zei een der
mededingers.
„Op welke gronden?" „Wel, omdat
die leugen al zoo is afgetakeld, dat
bijna de geheele waarde is verloren
gegaan, hoe groot diie oorspronkelijk
ook was". „Ik vind dat de tegenwer
ping steek houdt", zei de scheidsrech
ter; „immers, we hebben eindeloos
veel omschrijvingen, zooals: „feitelijk
uit", ..zoo goed als uit" en ik weet niet
wat al meer, terwijl deze mededinger
zelf zoover gegaan is te beweren „de
oorlog is uit, voor zooveel ik weet".
„Nu is er een cardinaal punt De
plicht van den mensch is gehecht te
zijn aan de waarheid," Hier onderbrak
de groote waarde van hetgeen door u
is geleverd en het eveneens onmoge
lijk vindende een juist oordeel uit te
spreken, hij een prijs van gelijke
waarde aan ieder uwer zal ter hand
stellen." (Toejuichingen).
„En nu. heeren, een paar woorden,
voor wij scheiden. De ondervinding
van vandaag heeft de schandelijke
lasterpraatjes totaal uitgewischt, wel
ke door zwakke of kwaadaardige per
sonen zijn verspreid. Ik weet niet hoe
het komt. maar het vooroordeel uit
anti-patriotisme leidt altijd sommi
gen, die wij ongelukkigerwijze ge
dwongen zijn als onze landgenooten
te beschouwen (toejuichingen), er toe
om luide te verkondigen dat de natie
ontaardt. Zij spreken van verval, zij
maken toespelingen op ontaarding
dtoor valscliheid, zij wijzen altijd op
hetgeen vreemde landen doen. Wel
heeren, ik zie geen kans deze men-
schen te bekeeren; ik geef hen aan uwe
verachting prijs (toejuichingen). De
ondervinding van dezen dag leert ons
duidelijk, dat wij in hetgeen hier isi
ten beste gegeven, geene vrees behoe
ven te koesteren voor de mededinging
van vreemden. Maar heeren, het land
dat Titus Oates heeft voortgebracht en
Psalmanazar heeft geherbergd, be
hoeft niet te blozen voor zijn zomen.
Laten wij o pden ingeslagen weg voort
gaan en Engelandl kan de heele wereld
xiitdagen. De woorden van onzen
grooten dichter blijven waar:
Naught shall make us rue
While British Ministers can lie
like you.
Vel8eii.
Aan B. en W. dezer gemeente ia
door J. de Haas, koperslager te IJ mui-
den, vergunning gevraagd tot het op
richten van eene koperslagerij in de
Amstelstraat aldaar.
Door M. T. Zegel, hierhuishouder te
Velsen. heeft aan B. en W. dezer ge
meente vergunning gevraagd tot het
oprichten van eene paardenslagerij op
de Heide.
Hillegom.
De vereeniging „Voorwaarts" gaf
Woensdagavond eene uitvoering in
café Stoots. Als tooneelstuk was ge
nomen het drama: „Een leven vol
strijd of rechtvaardigheid zegeviert".
Het publiek toonde zich zoo tevreden
over de uitvoering en gaf dit herhaal-1
delijk dloor applaus Ie kennen. Dit
eerste optreden in het nieuwe seizoen
kunnen we dan ook als goed geslaagd
beschouwen. Verder werden eenige
I komische voordrachten ten beste gege
ven. die een luid applaus verwierven.
Na de opvoering bleef men nog langen
tijd onder een gezellig dansje bijeen.
Alhier doen zich verschillende ge
vallen van roodvonk voor.
Haarlemmermeer.
In eene gecombineerde vergadering
van onderwijzers te Haarlemmermeer
is besloten, zich per adres tot Gede
puteerde Staten te wenden, om de
jongste regeling betreffende de sala
rissen. vastgesteld door den Raad op
31 Oct. j.l„ niet goedl te keuren.
De eerste in Haarlemmermeer, die
het acetyleengas gebruikt, is de heer
J. de Vries, te Hoofddorp, die het in
ijne uitspanningslokalen heeft laten
aanleggen.
Van het brongas wordt alhier geen
gebruik meer gemaakt, daar op den
duur geen voldoende gas voorhanden
Velocitas. no. 2 van 't vorig jaar, ont
moet H. B. S., dat toen 3 op de rang
lijst stond, 't Zal er spannen en wie
winnen zal is onzeker, al hebben de
Hagenaars, m. i. wel kans. met hef
oog op hun schitterenden vorm.
De kamp tusschen de twee zwakke
clubs, Ajax en Haarlem, te Leiden,
.biedt wellicht voor eerstgenoemde d*
[gelegenheid om de akelige 0 in haar
I overwinningslijstje te doen verdwij
nen. 11. V V.—R. A. P. zal wel in 't
voordeel der Hagenaars afloopen. De
wedstrijden tusschen deze heide clubs
I waren vroeger altijd bijzonder be
langrijk, of 't nu nog zoo zal zijn? Ra-
piditas. dat naar Haarlem trekt, om
II. F. C. te bevechten, kon wel een*
hare tweede nederlaag moeten boeken
In de Westelijke tweede kl. a. staai
de ontvangende vereenigingen er lans
niet slecht voor. Alleen A. V. V.—
Sparta kon wel eens de zege aan
do Rotterdammers geven. In het Oos
ten heeft Vitesse. Quick te bevechten,
een strijd die den Arnhemmers vrij
zwaar kan vallen, al zijn ze nog zoo
sterk. P. W. zal waarschijnlijk met
Go-Ahead korte metten maken. even.
als Victoria met U. D. Zeker is 't dat
eon uiterst belangrijke Zondao- voor
do deur staat.
AMATEUR.
INGEZONDEN.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
redactie zich niet aansprakelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of
niet geplaatstwordt de kopy niet
aan den inzender teruggegeven.
Stadsnieuws
Rip.
Wij herinneren er nog een3 aan, dat
het doel van het ..Haarlemsch Operet-
te-Gezelscha^", dat a. s. Dinsdag voor
de tweede maal „Rip" zal opvoeren. Is
behalve de liefde voor muziek en zang
on te wekken, van een eventueel batig
saldo eeu fonds te stichten tot onder
steuning bij studie bij talentvolle jeug
dige Haarlemsche jongelieden tot toon
kunstenaars.
Behalve om artistiek genot te smaken
heelt ook in dit opzicht aansporing tot
die uitvoering alle grond.
Nu de koude darren weer aankomen
maken wij de liefhebbers van pixnch
er opmerkzaam op. dat het bekende
merk Sam. Pickwick Punch weer ver
krijgbaar is.
Men zie de advertentie.
Door een gemeente-veldwachter van
Haarlemmermeer is proces-verbaal op
gemaakt tegen den gezagvoerder der
stoomboot „Amsterdam", maatschap
pij „Carsjens". wegens hot te snel var
ren in de Ringvaart van Haarlemmer
meer bij het tegenkomen van zeil-
vaartuigen, waarbij zekere H. do Jong
overboord sloeg en in de diepto ver
dween.
Dadelijk werden alle pogingen aan
gewend) om den drenkeling op te dreg
gen, wat eindelijk gelukte. Bijge
bracht. bleek dat de ongelukkige eene
ernstige beenbreuk had. Na voorloo-
pig verbonden te zijn. is hij verder
naar het gasthuis ie Amsterdam ver
voerd.
Sportpraatje.
Voetbaloverzicht.
Mijne verwachtingen voor de beKcr
wedstrijden zijn vrijwel uitgekomen,
alleen R. A. P.-P. W. gaf een ande
ren uitslag, dan ik vermoedde. Wie
Zondag het spel van beide vereemgin-
gen heeft gadegeslagen heeft kunnen
opmerken, dat in 't Oostelijk elftal veel
meer vuur zat dan in 't Westelijk dito.
t Lijkt wel of de Amsterdammers,
door hun tegenspoed in den laatsien
tijd zoo ontmoedigd zijn, dat zij i ch
niet eens de moeite meer geven een
behoorlijk figuur te slaan. Enkelen der
Feuilleton.
Vrij naar het Engelsh
van
MAARTEN MAARTENS.
2)
Ik had tot nog toe geen gelegen
heid gehad, een dezer vragen te
beantwoorden, maar ik kon 't niet
bel,pen, dat ik ze voortdurend her
haalde. Twee dames en een dienst
meid die op 't oogenblik met
het verhaal nog niets van doen
heeft zijn gearresteerd met een
lijk in haar bezit. Wait wist ik van
deze vrouwen?
Zoowat niets, zal men zeggen.
Dat is waar, en toch, als vakman,
veel.
Ik wist, om te beginnen, haar
naam of dien naam dien zij had
den aangenomen. Ik had alreeds
op een aantal labellen den naam
Mi-s. Or.r-Simpkinson, van Londen
naar Parijs" gel-ezen. „Onr-Simp-
kinson" zoo heette ongetwijfeld de
oude dame, en, goed of niet, onder
dien naam had ze waarschijnlijk
Londen verlaten. Ik wist, in die
tweede plaats, waar ze vandaan
kwamen, of ten minste, waar ze
het laatst geweest waren. De twee
dames, en de kist. en het lijk, wa
ren dien morgen te elf uur in Lon
den geweest.
Ik kende bovendien, die inoidenten hij
de ontdekking, en had zorgvuldig
overal nota van genomen. De zaak
stond voor mij aldus: het is, natuur
lijk tot op 't oogenblik onmogelijk te
zeggen, wie dien moord bedreven heeft,
maar zou het de moeite loonen een
der twee dames als vermoedelijke
daadsters aan te nemen en aldus ,,'t
geval" uit te werken? Ik liet voor het
oogenblik de oude dame buiten spel.
Haar gedrag gedurende de gamsche
I scène haar geheele persoonlijkheid
deed het ongelooflijk voorkomen,
dat zij een moordenares kon zijn.
Er was slechts een ernstige aanwij
zing tegen haar. Niet zoozeer haar
angst, dat de kist zou worden geopend
als wel het koord, want het was een
feit, dat ik haar dochter had hooren
fluisteren: „Ik heb het u wel gezegd,
maar u wilde er dat touw in Londen
om hebben. Het is juist iets, om arg
waan te wekken, mania."
Maar deze woorden zouden mis
schien wel gebruikt kunnen zijn in
een algemeene beteekenis; en het
scheen heel onwaarschijnlijk, dat de
moeder iets andere zou blijken, te zijn
dan een medewetende, nadat de daad
reeds gepleegd was.
Maar de dochter? Het scheen, diat er
.eel meer reden was de dochter te ver
denken. Ze was, zooals ik gezegd heb,
een donkere, interessante verschijning,
met veel vastberadenheid in haar ge
laat en zag er niet naar uit voor een
[kleintje vervaard Ie zijn. Maar, men
beschuldigt geen argeloos jong meisje,
die met haar moeder reist, van de erg
ste aller misdaden. Doch ook, weinig
jonge dame6 reizen met lijken in haar
koffers.
Op den angst der jonge dame, dat
de kist zou worden geopend, is de vol
le nadruk gelegd. Natuurlijk als het
anders geschenen zou hebben leek het
nu verdacht. Een andere aanwijzing,
in verband hiermede, scheen van nog
grooter beteekenis. Ze had immers zoo
hardnekkig den sleutel geweigerd.
Het stond voor mij bast, dat de sleu
tel, dien ze gegeven had, een valsche
was geweest. De eigenlijke had ze ge
weigerd.
Welke reden kon ze daarvoor gehad
hebben, als ze er geen belang bij had
lot eiken prijs het openen van de kist
te verhinderen, en verwachtte dat de
beambten zich zouden hebben gewon
nen gegeven vergenoegd met een an
der gedeelte van de bagage?
Alles wees er dus op, dat de jonge
dame Miss Sinipkinson zooals ik
dacht dat haar naam was volko
men op de hoogte was van den inhoud
der kist.
En ik kon me zelf toch niet opdrin
gen, das Miss Sinipkinson de eigen
lijke moordenares was. Ik had een ia-
geving, dat Miss Sinipkinson niet de
moordenares zou blijken te zijn, hoe-
wel het vaststond, dat ze er op ©eniger.
lei wijze bij betrokken was. Hoe, dal
moest de tijd leeren.
Het geheele mysterie, was mijn zaait
niet. Ik aarzel niet, dat toe te stem
men. Ik had geen recht er onderzoek
naar te doen en er ook maar weinig
gelegenheid toe, maar ik voelde mij
er onweerstaanbaar toe aangetrokken.
Ik kon er mijn gedachten niet afhou
den. Dat magere, oude rrelaat, met die
starende oogen, vervolgde niü overal.
Wie had de oude vrouw vermoord?
Waarom was ze vermoord? Ik voelde,
HOOFDSTUK IV.
Dz ticee Duberts.
Ik heb gezegd, dat ik maar weinig
gelegenheid had, mij in deze zaak in
te werken. Om de waarheid te zeg
gen, had ik maar een kleine kans om
er iets naders van te weten te komen.
Een paar maanden geleden had ik
kennis gemaakt met een Parijschen
commissaris van politie, een zekeren
heer Dubert, wien ik een kleinen
dienst had kunnen bewijzen. Sinds
dien tijd had ik hem niet meer gezien,
maar herinnerde het mij nu weer, en
mogelijk zou hij me van dienst kun-
nen wezen.
Ik vond den politieman in zijn bu
reautje naast liet Pantheon. Dat was
daar zijn district. Hij was blijkbaar
zeer verheugd me te zien. wed wat heel
erg opgewonden naar den zin van een
Engelschman. Hij wist nog niets van
hetgeen er een paar uur te voren aan
den Gare du Nord was voorgevallen.
Ik vertelde hem rondwe<r dat ik er
naar hunkerde de ontdekking te doen
en voegde'er bij, dat het Fransche gou
vernement misschien van mijn onver-
ermoord? Ik voelde, I wachte tegenwoordigheid gebruik zou
dat ik mij moest bezighouden net kunnen maken,
dit onderwerp, of ik wilde of niej. I En nu kwam mijn goed gesternte mij
Boycot Engelsche schepen.
Het uitvoerend Comité acht nu den
tijd' gekomen een beroep te doen op
allen diie mede willen striiden om een
oindo te maken aan de Z. A. oorlog.
Uit dien aard der zaak zullen de
transportarbeiders der verschillende
havens de spits moeten afbijten, der
halve het eerst bloot staan aan ellende
en gebrek.
Evenmin valt het niet te verhelen,
dat bij weiniigo medewerking van koop
lieden en roeders in de verschillende
landen, andere vak-arbeiders eveneens
getroffen zouden kunnen worden
door werkeloosheid.
Dat daarvoor ontzaglijk veel geld
j noodig is zal voor een ieder begrijpelijk
zijn. die de zaak meer dan oppervlak
kig beschouwd. Zonder het aanwezig
ziin van een fonds, waaruit wij do ver
schillende arbeiders kunnen steunen,
durven en mogen wij den strijd n-iet
.-vanvaarden daar deze slechts met ver-
Mes zoude eindigen.
Aangezien do geestdrift voor ons
plan, onder alle rangen en standen
der maatschappij zeer groot is, roepen
wij den financieelon steun tdt welsla
gen van ons plan, iin. Wij vragen geen
I toezendingen in geld, d. i. dank zij do
sympathie voor de zaak, nog voldoende
1 voorhanden om het tot de doorvoering
van den Boycot te brengen, alleen vra-
gen wii. wie wil ons toezegging doen
en voor welk bedrag, te storten op den
dag dat de Boycot doorgevoerd wordt.
Op hot Internationaal Congres van
transportarbeiders, dat deze maand
of in het begin der volgende maand zal
worden gehouden zal de totale som
van het toegezegde bedraggen machti
ge factor blijken in het proclameeren
van den Boycot.
te hulp- Of neon
mj mm». dat is eigenlijk te
veel gezegd. Want er was toch niets
buitengewoons in <le omstandigheid
dat de heer Dubert, die geheel buiten
de kwestie stond, collega's had, die er
in waren. En hij verwees mij naar
een bloedverwant van hem. Ik zie niet
in, dat dit veel beteckende ten mijnen
gunste, en ik hen ook al vergeten of
het een broer of een neef van hem was.
Ik vermoed, dat het een neef moet zijn
geweest, maar in elk geval do namen
luidden hetzelfde. Mijn mijnheer Du
bert heetto Leon en de commissaris
aan het station was Francoia
Mijn vriend bood mij onmiddellijk
aan hem naar zijn neef te vergezellen,
wat na een half uur, toen zijn dienst
geëindigd was, geschiedde.
We stapten in een cab en reden den
langen afstand naar het Noorden van
de stad. En daar vonden we mijnheer
Francois.
Hij wist van de zaak. Hij had den
ganschen avond niets anders gehoord,
I en nergens andere over gesproken, li ij
was een spraakzaam, levend!" man
netje.
Bij deze speciale gelegenlieid was
hij natuurlijk geheel in vuur geraakt
over de vreemde zaak. Hij sprak alleen
Fransch, en daar zijn tolk niet heel be-
kwaam scheen, aanvaardde hij mijt1