NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken. De doodevan den zwarten koffer. 19e Jaargang Dinsdag 19 November 1901. No. r>042 LEH'S DAG ABONNEMENTSPRIJS Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maandenn 1-30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.02J£ Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37 de omstreken en franco per poBt0.45 ADVERTENTIEN Van 15 regels 50 Cta.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten bet Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regel. Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt. Telefoonnummer der Redactie 600. Telofoonnumnier der Administratie I.Ï8. Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Conrantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertent: en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad. versohijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrayigèro Q. L. DAÜBE Co. JOHN F. JONE§i§ucc., Parijs 31M» Faubourg MontniQ£tre. —l i Haarlem's Dagblad Tan 19 Not. beyat o.a. Het verhaal vau een misdaad, Alweer BakenlaagteHaagscbe Brief, De onderwijzers en de ge meente Opsterland, De Blinden wereld Verschillende Voetbal wedstrijden. Politiek Overzicht. De Eng-elsche r ©gearing heeft ingezien <iat mem omtrent die con centratiekampen toch niet siteedis het stilzwijgen kom bewaren em zoo is er dan een blauwboek van 400 pagina's verschenen, uitgege ven. door het departement van oorlog en bevattende officieel© rap porten van officieren van gezond heid en andere officieren over de toestanden in de concentratiekam pen. De Daily N'ews" noemt dit rap port terecht „the report of a cri me het verhaal van een mis daad." Ai club oorzaken worden opgege- •van als de ware oorzaken van ziekte en sterfte in de kampen wetten: te. Hef onbekookte samenbren gen van menschen uit alle dealen van de kolonie in een enkel groot kamp waardoor ongetwijfeld) be smetting wordt in de hand ge werkt. ,,2. Onvoldoende hospitaal-in richting voor besmettelijke ziek ten. ,,3. Onvoldoende womiingvooov ziening en bedekking ontbreken van verwarming. Daardoor geven de tenten niet voldoende bescher ming aan menschem, die plotse- linr uit huizen zijn weggehaald. Sommige 'tenten zijn als lescber- iming geheel onvoldoende. In vele gevallen zijn ook niet genoeg de kens verstrekt. ..4. Overbevolking in vele ten ten. .,5. Onvoldoende latrine-voor ziening. ..6. Het vuile water dlat tus- scluen de tenten wordt geworpen. „7. Onvoldoende waterverzor- gtng, zoowel voor het waisschen van kleederen als voor persoonlijk gebruik. .,8. Slechte verpleging van hot eigen lichaam dbor de mensrhen zelf, koude, gebrek aan ruimte en lucht. Dan zijn er nog tal van andere geneeskundige rapporten. Zij melden ons hoe ziekten werden gekweekt en verergerd door onvol doende bedekking, onvoldoend voedsel. „Er moeten onmiddellijk le vensmiddelen worden aangeschaft en giootere rantsoenen worden uitgereikt. Er moeten kleeran ko- mcVi. en dat moet, niet worden uii- gesteld, want de menschen zijn barrevoets en bedekt met lompen-', leest men. De rantsoenen zijn tweeërleieer ste klasse' rantsoenen voor bona-fidie vluchtelingen, die zijn ingekomen om bescherming te zoeken tegen de Boeren en twee- de-klasse-rantsoenen voor „alle overige klassen van vluchtelin gen". d. w. z. voor alle vrouwen en kinderen, wier huizen door Britsche soldaten zijn verwoest, die ingebracht zijn om militaire of andere redenen. De laatste klas sen ontvingen een honger-rant- soeau, ten einde de "vaders en de mannen te drijven tof overgave, om het lijden van hun dierbaren te verminderen. Zelfs aan kinde ren onder 12 jaar in deze klassen wenden verminderde rantsoenen gegeven. Toen dit schandelijk bedrijf aan de kaak werd gesteld, haastte de Biritschie regeerimg zich te ver klaren dat het onderscheid was opgeheven. Een. telegram' van 27 Februari 1901, door generaal Max well gezonden naar alle superin- tendlanten van de kampenleert, onis hoe dit is geschied. Het tele gram luidt: Ale noodlijdende vluchtelin gen: in uw kamp, die rantsoenen krijigen, moeten voortaan ook vleesch ontvangen, volgens het eerste klasse-rantsoen. Ongezeggelijke (refractory „menscluen kunnen tot straf wor- „den geplaatst in klasse II, d. w. ,,z. zij ontvangen geen vleesch". Door dezei ..redactte-wijziging meende Engel'andfs gouvernement gerechtigd te zijn met opgeheven hoofde te verklaren dab de pijni ging van vrouwen en kinderen in de kampen opgehouden had' te be staan. De .Daily News" werpt dan ook aan het slot van haar hoofdartikel naar aanleiding van het boven staande allie schuld op die regee- rinfi-, „Zij en zij alleien staat voor de balie der volkeren, beschuldigd van een misdaad en haar eigen woorden zijn de bewijzen van haar schuld." Buitenlandsch Nieuws. Alweer Bakenlaagte. Nog steeds bizonderheden over Ba kenlaagte in de Engelsche bladen Nu weer een Centraal News-bericht, vol gens hetwelk kolonel Benson den avond vóór den slag zijn marsehrich ting veranderde. Botha, die niet op eenige wijziging in de route, eerst door de Engelschen gekozen ,had gerekend, had maatregelen genomen voor de concentratie van 4000 Boeren in de na bijheid van de plek, waar hij dacht, dat Benson zijn eerstvolgend kampe ment zou opslaan. Maar er daagden zoo weinig Boeren van de hoofdmacht op. dat Botha blijkbaar het denkbeeld van een aanval op de Engelsche kolon- ne al had opgegeven; toen evenwel de verblindende regenvlagen kwamen op zetten, besloot hij onder dekking van deze een overrompeling van de kanon nen en het convooi te beproeven. Eon onderofficier en zes manschap pen van de Scottish Horse poogden hun paarden te bereiken, maar wer den met hun dieren getroffen. Verschei den hunner waren echter niet zoo zwaar gewond, of zij bleven zich achter de lijken hunner paarden dapper ver dedigen, en hun wakkerheid was oor zaak, dat die Boeren de kanonnen niet konden bereiken vóór de Engelsche ambulances ten tooneele verschenen en het oprukken der Boeren dekten. De Wet. Majoor Stonham die belast is gewcect met het toezicht op het veldhospitaal der Yeomanry in Zuid-Afrika, be schreef Zondagavond bij een lezing die door hem over het hospitaalwerk te Maidstone gehouden werd, zijn ent- moeting met De Wet. Hij zeide dat de groote Bóeren-gene raal hem buitengewoon vriendelijk be handelde en persoonlijk aangaf waar het hospitaal van de Yeomanry in vol komen veiligheid geplaatst kon wor den. Hij beschouwde De Wet als een gentleman in lederen zin des woords. Een Boerensucees. De Boeren hebben op 12 dezer ten zuiden van de Kliprivier een Engelsch detachement omsingeld, dat 1 doode, 7 gewonden en 4 gevangenen verloor. De Boeren verklaren dat hun verlie zen 3 dooden en 17 gewonden was. Roberts treedt af De Londensche correspondent van de New-York Herald verneemt ,,op hoog gezag" dat de positie van Lord Roberts als opperbevelhebber geschokt is en dat hij in April zal aftreden. Men is erg verstoord op hem, zegt die be richtgever, omdat hij dikwijls zoo lang achtereen niet in „Pall Mali" komt, waar hij een ontzaglijken sta pel stukken maar onbeantwoord laat liggen. Komt Kitchener terug? De Londensche correspondent van het „Hbld". schrijft: Uit zeer vertrouwbare bron verneem ik, dat Lord Kitchener ,,op" is en zeer spoedig terugkomt, waarschijnlijk on middellijk na lan Hamilton's aan komst in Zuid-Afrika. Het gerucht liep hier reeds verschei dene dagen, doch schijnt nu beslist ze ker te wezen. Van den Gouden Hoorn. Men beschouwt de benoeming Aan Abdul Rhaman tot Turksch grootvi zier als waarschijnlijk. De Porte onderhandelt met da Otto- maansche bank over een leening van 50 millioen francs, maar er doen zich moeielijkheden voor over de te verlee- nen waarborgen. De moeilijkheden betreffen vooral de noodzakelijkheid om sommige onderdeelen van de in- komsten los te maken, ten einde die toe te passen op de nieuwe leealng. Algemeene berichten. DE OORLOG IN ZUID-AFRIKA. Reuter heeft nu den volgenden kie- schen vorm uitgedacht om een Engel sche nederlaag mede te deelen: „Middelburg, K. K., 13 November. Een patrouille bereden troepen heeft den llden een kloppartij gehad met zwervers uit d'e Zuurbergen. De pa trouille voer het slechtst bij de ont moeting." De bijeenkomst van het Kaapsche parlement is weer verdaagd» tot 15 Ja nuari. Natuurlijk komt er dan even min wat van. Weer een pestgeval te Port-Elizabeth op 15 dezer. Een detachement van de Southafri- can Constabulary viel Dutoits higorop 11 dezer bij Doornhoék (O. V. S.) aan, en maakte 13 gevangenen; verder v as de buit 7 geweren en 39 paarden. Een andere troep w»erd aangek tllen door een commando onder Brand bi; Vlakfontein (O. V. S.). De aanval wtrd afgeslagen. De inval van de Boeren in het dis trict. Malmesbury heet gemakkelijk af geslagen. De vijand trekt wederom naar het Noorden. Bij d'en aanval op Piquetberg op 7 de zer hadden de Boeren, volgens Reuter. 2 dooden en 7 gewonden, de Engel schen 3 dooden en 4 gewonden. De „Tunes" verneemt uit Middel burg (K.K.), dat Fouché's commando een paar Kaffers bij Burgersdorp hoeft doodgeschoten. De schaarschte aan voedsel wekt ontevredenheid onder de Vrij staters, die daarom beproeven de Oranje-rivier over te trekken naar de Kaapkolonie. Een Boerencorps zwerft met dit doel tusschen Bethulie en Co- lesbeg, Steijn en de Wet zouden Vrij dag een bijeenkomst van Boeren ten ZW. van Harrismith hebben bij gewoond. ALLERLEI. Mr. Labori zal het Lyonsche blad ,,Le Petit Antijuif" in rechten vervol gen wegens een artikel naar aanlei ding van zijn jongste bescho.iw/ng over de Dreyfus-zaak, waarin hij wordt aangeduid als „de held van den ge- maakten aanslag te Rennes." Stadsnieuws Haarelm, 18 Nov. 1901. De Blindenwereld. Over dit onderwerp hield de blinde voorzitter van den Nederlandschen Bliudenbond, de heer N. M. Schild, Zaterdagavond een voordracht in de bovenzaal van het Nutsgebouw. Het kleine auditorium, deels uit blinden, deels uit ziendien bestaande, volgde met aandacht de rede van den zeer begaafden sprekeu-, die zich tot doel gesteld) had de blindenwereld te doen kennen aan de zienden; hun sym pathie te wekken voor zijn lotgenootan en een beroep te doen op stoffelijken en moreelen steun ten behoeve der drib bel misdeeldten, wïen het kruis dhr blindheid en der armoede is opgelegd. Het had spr. getroffen, dat zoo weinig menschen iets afwisten van den le vensstrijd der blinden en daarom was hij een hoogst nuttige propaganda- tocht door het land gaan maken, zich aldus kwijtende van de eervolle maar moeilijke taak hem door den blinden bond op de schouders gelegd. De ziende mensch, zeide spr. be schouwt den blinde als een dier onge lukkigste schepselen, en uit een gevoel vau medelijden, geeft men hem dan een aalmoes, maar dit is verkeerde phi- Iantropie. Men denkt dan zijn plicht te hebben gedaan, maar voelt men dan niet welke o n waar deer ing, welke vernedering er in 't ontvangen van een aalmoes zit. De blindle is inderdaad zöo'n stumperd niet als waarvoor de ziende hem houdt. Dat de blinde in zichzelf gekeerd is, komt omdat die zien den hem steeds aan zijn ongeluk herinneren, wanneer zij met hem in gezelschap zij.n; dat zij hem niet be schouwen als een denkend- wezen. Als het gezicht weg is, zijn de andfere zin tuigen meer ontwikkelde Hij voelt of het hart met hem is, of het werkelijk medelijdend is, dat ge voor hem koes tert, dan wel schijnbaar. In dat laat ste geval wordt zeer dikwijls het fijn gevoel der blinden aangerand1; wordt hij, door het toestoppen van een aal moes gegriefd. De blindheid maakt niet ongeluk kig. Onder de blindien (hier te lande zijn er 4000) vindt men zeer weinig somberen, die meesten zijn opgewekt. Maar in zichzelf gekeerd worden ze omdat de zien,den de nooden der blin den niet voelen, omdat zij zich niet in hun innig leven kunnen indenken. Vervolg, ns schetste spr. het ellendige leven der blinden im de werkinrichtin gen, waar zij o. a. het geestdoodende werk van vuurmakers vervaardigen iederen dag moeten doen voor schrik niet lezers, f 3.50 in de week. Alsof dte blinde geen behoeften heeft.. En dan nog zegt men, wij helpen de blinden voort Ja, men doet aliLes voor cle blinden, en de Staat helpt een handje mede, zeide spr., met... zich te onthouden. Als er voor de blinden wat gevaagd wordlt, dan krijgt men tot antwoord: „Wij kunnen liefdadig heids-inrichtingen toch niet gaan sub sidieeren; dat moeten de particulieren maar doen, en dezen op hun beurt, ani woorden, wij hebben al zooveel vc.or de blindien gedaan. Er zijn in stituten en wei-kinrichtingen voor hen opgericht, er is een centsvereeniging om hen te ondersteunen, maar ook hier zit weder het idee van eene aalmoes voor. En men vergeet dlat de blind heid niets wijzigt aan het wezen van den mensch. Een blinde kan even juist oordeelen. evenveel kennis, evenveel talenten, ja evengoed ontwikkeld zijn als de ziende, wanneer de omstandig heden maar meewerken. In den blinde zit ook een mensch, dat zich intellectueel en moreel moet ont wikkelen; in hem zit ook arbeidsver- mogen, dat prodii' tft-f g, maakt moet worden; ook hij bezit eergevoel en wil geen aalmoes hebben. Een fout van de blinden is het dikwijls dat zij hun ei genwaarde niet hoog genoeg houden, zij moeten tooneu, dat zij afkeerig zijn een aalmoes, al zijn zij blind) en arm. De blinden kunnen veel en goed wer ken, en daarom moeten de zienden aan blinden buiten de werkinrichting arbeid verstrekken. Wie dat doet, doet practische weldadigheid. Blinde meis jes kunnen behalve naaien, breien, stoppen, ook goed koken, do wasch doen etc., terwijl in de inrichtingen de hlinden helaas worden beschouwd als recrutc-n zonder wil. Willen de zionden werkelijk de blinden voort helpen, laten zij dan het werk van blinden koopen. al is het iets duurder, daarmede doet men hen het grootste genoegen. Overal moeten depots ge vestigd worden, waar de arbeidspro ducten der blinden worden verkocht. Nog waarschuwde spr. tegen de zwendelaars, die speculeeren op den liefdadigheidszin van verschillende personen en hun lootjos voor f 0.25 trachteh aan de hand te dóen voor lo terijen, die z. g. moetein dienen om de arme blinden t© steunen. Wanneer zoo'n persoon bij u komt. vraagt heD dan steeds een bewijs van don Presi. dent van den Blindenbond. die d'e waarachtige belangen der blinden voorstaat, maar nimmer ©ene speculatie op de goed-gezinden; eene zwendelarij aanbeveelt. Wanneer mon dus geen loten mees- koopt, maar daar. voor krachtig de depots steunt, dan heeft men reeds veel gedaan om hel lot dor blinden te verzachten. Maar waarom zijn die blinden dan zoo arm, wanneer zij zooveel kunnen doen, zult ge wellicht vragen. En dan antwoord, de spr,: Van de 4000 blinden zijn 21/2 pet. in goeden doen; 97 1/1 pet. onver- mogenden. Het aantal vakken, dat zij uitoefenen is zeer klein. Pianoles go ven kunnen zij uitstekend. Maar is h© geen misbruik maken van zijn to© stand, en dat geschiedt maar al te vaak wanneer men een blinde pianist J 0.25 per uur voor zijne liessen aanbiedt. De blinde kan verder notvlechten, stoelen maken, matten vlechten, kunst draaien, hij kan hot zoo goed als de ziende, wanneer hem den tijd' gelaten wordt. En dat is nu juist de quaestie. De sterke concurrentie, die de milli. oenen ziende arbeiders hebben te voe ren, de concurrentie, die al het men- schelijke in den mensch vernietigd, maakt dat de blinde arbeider, in ih>ze de zwakkere het tegen zijn sterkere mededingers in den strijd om het be staan moet afleggen. En daarom rust op de zienden de dure plicht hem te steunen, hen te helpen wanneer eigen kracht te kort schiet. Maar niet met een aalmoes, maar met arbeid. De blinden staan te hoog om bedelaar te zijn. Steunt dus in de eerste plaats de de pots, waar de arbeidsproducten der blinden worden verkocht. Hier ter ste de is dit depot, beheerd door Mej. Roc- lofs, gevestigd in de Smedestraat Gaat daar eens zien wat de blinden wel kun nen vervaardigen en koopt het een en ander, waardoor de blinden veel meer JF eiiilleton. Vrij naar het Engels :h van MAARTEN MAARTENS. 9) Weet u ook. of er een muts of shawl van miss Raynell ontbreekt? vroeg ik. Mrs. Jessop kon dat niet zegg maar de meid: verklaarde mij, dat miss Raynell maar een muts bezat, en e.en ronde zwarte stroohoed. Wij vonden de zwarte stroohoed in een kast en de muts in een kiist. Verbeeld je, riep Sally, ze is naar Londen gegaan zonder hoed. Nonsens, zei ik scherp, dat moet een vergissing zijn. Ze heeft ongetwijfeld nog een andere muts gehad. De kamer van d'en jongen man gaf niets bijzonders te zien. Hij had alles meegenomen. Ik ging te rug naar miss Raynell's kamer. Daar was een tweede kast in de muur. Die deed ik open. Hij was tot boven toe gevuld met boeken, meest op medisch gebied, zooals ik in een oogwenk zag. Verbeeld je, zei Polly weer, en hij zei nog wel dat hij geen boek in huis gelaten had! Maar hoe kwamen ze daar? Ik ging weer naar de zitkamer, gevolgd door mees teres en dienstr maagd. Mis. Jessop, zei ik, zoo ern stig en nadrukkelijk als ik kon, en Mary Hopkins, zooals ik u zeide, is miss Raynell naar Londen ge gaan, zonder adres achter te laten. Dat is niets bijzonders, maar ik kan den angst van haar neef begrijpen. We moeten onderzoeken waar zij is. Ik heb de noodige informaties gekregen. Maar, denk er aan, dit gesprek moet een diep geheim blij ven. In naam der Koningin gebied ik u te zwijgen. Als anderen hier komen vragen dan is hoe minder gezegd, hoe beter. Denk er aan, dat als er een woord van het hier ge sprokene openbaar zou worden, dan moet het door u zijn, want niemand anders weet er van dan Mr. Harvey en ikzelf. Wilt gij zwe ren het geheim te zuilen houden? Wanneer gij dit breekt, zal het mis bruik van vertrouwen zijn. Zweer dus in naam der Koningin. Ja, ja, zei Mrs. Jessop, bevend. HOOFDSTUK XIV. De oude neger Nog iets anders dat ik van Mrs. Jessop te weten kwam, voor ik heenging. Toen Philip Harvey dien Zondagnacht was thuisgekomen had hij meer wijn gedronken dan goed voor hem was. En is Philip linksch, Mrs. Jes sop? vroeg ik plotseling, toen ik afscheid nam. Dat kan ik niet zeggen, mijn heer, daar heb ik nooit op gelet. En u miss Polly? Polly wist het ook niet. Ze dacht het niet. En wat moet ik zeggen als miss Raynell terugkomt Aan wien moet ik het dan laten weten? Schrijf aan Mr. Austin, zei ik, de trappen afloopend. Ik kon niet goed hooren hoe ze over de vermoorde sprak als was die nog in leven. Ik was er echter niet gedrukt on der, integendeel, ik was opgewekt. Ik ben te impressionabel, vrees ik, en ik was verheugd zulke vorde ringen te hebben gemaakt. Het was niet waarschijnlijk dat de Fransche en Engelsche politie me nu zouden inhalen, hoewel ze waarschijnlijk dicht op mijn hielen waren. Alles wat mij nu nog te doen viel, was het ontdekken der verblijfplaats van den moordenaar. Van Mrs. Jessop had ik verno men, dat miss Raynell's bed be slapen was op den laatsten nacht van haar verblijf in het huis. Dit bracht mij tot de conclusie, dat de moord 's Maandagsmorgens vroeg bedreven was, niet, zooals de Fran sche doktoren hadden beweerd, 's Zondags nachts laat. Het was duidelijk, dat Philip Har vey Zondagnacht was thuisgeko men, dronken of ten minste er zich den schijn van gevend. Hij was naar zijn kamer gegaan, waar hij den nacht had doorgebracht en 's morgens vroeg op zijn tante's ka mer gekomen, toen die reeds op was. Het was mogelijk dat miss Raynell zelf van de melk ge iron ken had. Haar nc-ef had haar neer geslagen en gechloroformeerd, waarschijnlijk volgens de regel «n der kunst. Daarna had hij het lijk in den koffer gepakt, en voorge wend dat die boeken bevatte en hem aldus naar het station doen voeren. Door de een of andere lis tige streek waren te Charing Cross de koffers verwisseld en toen later! het vreeselij'ke drama dat zich voor mijm oogen had vertoond. Dit was de theorie van den moord zooals die thans Vrijdag daarop kon worden opgebouwd. Ik heb daar juist zooeven geoogd, dat mij niets anders te doen viel dan de verblijfplaats van den moor. denaar te zoeken. Maar ik moet toch ook een ander punt niet ver geten. Ik wist tot nog toe niets van de motieven die tot de daad geleid hadden. En zoolang ik die motie ven niet ken, beschouw ik een moord als onverklaard. Ik kon hieromtrent van Mis. Jes sop niets te weten komen. Miss Raynell was geen spraakzaam mensch geweest en haar hospita wist absoluut niets van haar aniti- oedonten. Die moest ik uitvorechen. allereerst, en ik besloot, onmiddel lijk naar Dover te gaan. Philip Harvey was Dinsdag te Dover geweest. Dat bewees de brief. Daar zou hij waarschijnlijk in spanning d'e terugzending van zijn koffer hebben afgewacht, die Mr. Austin hem niet kon bezorgen Zou Austin hem waarschuwen i Dio vraag kon ik met zekerheid niet beantwoorden. Het had me ge troffen dat Austin mij verteld had dat zijn tante alleen in No. 17 Ma rine-Parade woonde. Hij had het blijkbaar onnoodig geoordeeld van zijn broeder te gewagen, omdat zijn broeder maar een toevallig be zoeker was. Het was heel natuur lijk dat Austin al het mogelijke deed om zijn broeder van de galg te redden. Maar die broeder zou, daar was ik zeker van. toch wel aan die galg komen. Ik had het koord al om zijn nek. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 1