NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
De doodevan den
zwarten koffer.
19e Jaargang
Dinsdag 19 November 1901.
No. r>042
LEH'S DAG
ABONNEMENTSPRIJS
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maandenn 1-30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.02J£
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37
de omstreken en franco per poBt0.45
ADVERTENTIEN
Van 15 regels 50 Cta.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten bet Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt.
Telefoonnummer der Redactie 600. Telofoonnumnier der Administratie I.Ï8.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Conrantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertent:
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad. versohijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrayigèro Q. L. DAÜBE Co. JOHN F. JONE§i§ucc., Parijs 31M» Faubourg MontniQ£tre.
—l i
Haarlem's Dagblad Tan 19 Not.
beyat o.a.
Het verhaal vau een misdaad,
Alweer BakenlaagteHaagscbe
Brief, De onderwijzers en de ge
meente Opsterland, De Blinden
wereld Verschillende Voetbal
wedstrijden.
Politiek Overzicht.
De Eng-elsche r ©gearing heeft
ingezien <iat mem omtrent die con
centratiekampen toch niet siteedis
het stilzwijgen kom bewaren em
zoo is er dan een blauwboek van
400 pagina's verschenen, uitgege
ven. door het departement van
oorlog en bevattende officieel© rap
porten van officieren van gezond
heid en andere officieren over de
toestanden in de concentratiekam
pen.
De Daily N'ews" noemt dit rap
port terecht „the report of a cri
me het verhaal van een mis
daad."
Ai club oorzaken worden opgege-
•van als de ware oorzaken van
ziekte en sterfte in de kampen
wetten:
te. Hef onbekookte samenbren
gen van menschen uit alle dealen
van de kolonie in een enkel groot
kamp waardoor ongetwijfeld) be
smetting wordt in de hand ge
werkt.
,,2. Onvoldoende hospitaal-in
richting voor besmettelijke ziek
ten.
,,3. Onvoldoende womiingvooov
ziening en bedekking ontbreken
van verwarming. Daardoor geven
de tenten niet voldoende bescher
ming aan menschem, die plotse-
linr uit huizen zijn weggehaald.
Sommige 'tenten zijn als lescber-
iming geheel onvoldoende. In vele
gevallen zijn ook niet genoeg de
kens verstrekt.
..4. Overbevolking in vele ten
ten.
.,5. Onvoldoende latrine-voor
ziening.
..6. Het vuile water dlat tus-
scluen de tenten wordt geworpen.
„7. Onvoldoende waterverzor-
gtng, zoowel voor het waisschen
van kleederen als voor persoonlijk
gebruik.
.,8. Slechte verpleging van hot
eigen lichaam dbor de mensrhen
zelf, koude, gebrek aan ruimte en
lucht.
Dan zijn er nog tal van andere
geneeskundige rapporten. Zij
melden ons hoe ziekten werden
gekweekt en verergerd door onvol
doende bedekking, onvoldoend
voedsel.
„Er moeten onmiddellijk le
vensmiddelen worden aangeschaft
en giootere rantsoenen worden
uitgereikt. Er moeten kleeran ko-
mcVi. en dat moet, niet worden uii-
gesteld, want de menschen zijn
barrevoets en bedekt met lompen-',
leest men.
De rantsoenen zijn tweeërleieer
ste klasse' rantsoenen voor
bona-fidie vluchtelingen, die zijn
ingekomen om bescherming te
zoeken tegen de Boeren en twee-
de-klasse-rantsoenen voor „alle
overige klassen van vluchtelin
gen". d. w. z. voor alle vrouwen
en kinderen, wier huizen door
Britsche soldaten zijn verwoest,
die ingebracht zijn om militaire
of andere redenen. De laatste klas
sen ontvingen een honger-rant-
soeau, ten einde de "vaders en de
mannen te drijven tof overgave,
om het lijden van hun dierbaren
te verminderen. Zelfs aan kinde
ren onder 12 jaar in deze klassen
wenden verminderde rantsoenen
gegeven.
Toen dit schandelijk bedrijf
aan de kaak werd gesteld, haastte
de Biritschie regeerimg zich te ver
klaren dat het onderscheid was
opgeheven. Een. telegram' van 27
Februari 1901, door generaal Max
well gezonden naar alle superin-
tendlanten van de kampenleert,
onis hoe dit is geschied. Het tele
gram luidt:
Ale noodlijdende vluchtelin
gen: in uw kamp, die rantsoenen
krijigen, moeten voortaan ook
vleesch ontvangen, volgens het
eerste klasse-rantsoen.
Ongezeggelijke (refractory
„menscluen kunnen tot straf wor-
„den geplaatst in klasse II, d. w.
,,z. zij ontvangen geen vleesch".
Door dezei ..redactte-wijziging
meende Engel'andfs gouvernement
gerechtigd te zijn met opgeheven
hoofde te verklaren dab de pijni
ging van vrouwen en kinderen in
de kampen opgehouden had' te be
staan.
De .Daily News" werpt dan ook
aan het slot van haar hoofdartikel
naar aanleiding van het boven
staande allie schuld op die regee-
rinfi-, „Zij en zij alleien staat voor
de balie der volkeren, beschuldigd
van een misdaad en haar eigen
woorden zijn de bewijzen van
haar schuld."
Buitenlandsch Nieuws.
Alweer Bakenlaagte.
Nog steeds bizonderheden over Ba
kenlaagte in de Engelsche bladen Nu
weer een Centraal News-bericht, vol
gens hetwelk kolonel Benson den
avond vóór den slag zijn marsehrich
ting veranderde. Botha, die niet op
eenige wijziging in de route, eerst door
de Engelschen gekozen ,had gerekend,
had maatregelen genomen voor de
concentratie van 4000 Boeren in de na
bijheid van de plek, waar hij dacht,
dat Benson zijn eerstvolgend kampe
ment zou opslaan. Maar er daagden
zoo weinig Boeren van de hoofdmacht
op. dat Botha blijkbaar het denkbeeld
van een aanval op de Engelsche kolon-
ne al had opgegeven; toen evenwel de
verblindende regenvlagen kwamen op
zetten, besloot hij onder dekking van
deze een overrompeling van de kanon
nen en het convooi te beproeven.
Eon onderofficier en zes manschap
pen van de Scottish Horse poogden
hun paarden te bereiken, maar wer
den met hun dieren getroffen. Verschei
den hunner waren echter niet zoo
zwaar gewond, of zij bleven zich achter
de lijken hunner paarden dapper ver
dedigen, en hun wakkerheid was oor
zaak, dat die Boeren de kanonnen niet
konden bereiken vóór de Engelsche
ambulances ten tooneele verschenen
en het oprukken der Boeren dekten.
De Wet.
Majoor Stonham die belast is gewcect
met het toezicht op het veldhospitaal
der Yeomanry in Zuid-Afrika, be
schreef Zondagavond bij een lezing
die door hem over het hospitaalwerk
te Maidstone gehouden werd, zijn ent-
moeting met De Wet.
Hij zeide dat de groote Bóeren-gene
raal hem buitengewoon vriendelijk be
handelde en persoonlijk aangaf waar
het hospitaal van de Yeomanry in vol
komen veiligheid geplaatst kon wor
den. Hij beschouwde De Wet als een
gentleman in lederen zin des woords.
Een Boerensucees.
De Boeren hebben op 12 dezer ten
zuiden van de Kliprivier een Engelsch
detachement omsingeld, dat 1 doode,
7 gewonden en 4 gevangenen verloor.
De Boeren verklaren dat hun verlie
zen 3 dooden en 17 gewonden was.
Roberts treedt af
De Londensche correspondent van
de New-York Herald verneemt ,,op
hoog gezag" dat de positie van Lord
Roberts als opperbevelhebber geschokt
is en dat hij in April zal aftreden. Men
is erg verstoord op hem, zegt die be
richtgever, omdat hij dikwijls zoo
lang achtereen niet in „Pall Mali"
komt, waar hij een ontzaglijken sta
pel stukken maar onbeantwoord laat
liggen.
Komt Kitchener terug?
De Londensche correspondent van
het „Hbld". schrijft:
Uit zeer vertrouwbare bron verneem
ik, dat Lord Kitchener ,,op" is en zeer
spoedig terugkomt, waarschijnlijk on
middellijk na lan Hamilton's aan
komst in Zuid-Afrika.
Het gerucht liep hier reeds verschei
dene dagen, doch schijnt nu beslist ze
ker te wezen.
Van den Gouden Hoorn.
Men beschouwt de benoeming Aan
Abdul Rhaman tot Turksch grootvi
zier als waarschijnlijk.
De Porte onderhandelt met da Otto-
maansche bank over een leening van
50 millioen francs, maar er doen zich
moeielijkheden voor over de te verlee-
nen waarborgen. De moeilijkheden
betreffen vooral de noodzakelijkheid
om sommige onderdeelen van de in-
komsten los te maken, ten einde die
toe te passen op de nieuwe leealng.
Algemeene berichten.
DE OORLOG IN ZUID-AFRIKA.
Reuter heeft nu den volgenden kie-
schen vorm uitgedacht om een Engel
sche nederlaag mede te deelen:
„Middelburg, K. K., 13 November.
Een patrouille bereden troepen heeft
den llden een kloppartij gehad met
zwervers uit d'e Zuurbergen. De pa
trouille voer het slechtst bij de ont
moeting."
De bijeenkomst van het Kaapsche
parlement is weer verdaagd» tot 15 Ja
nuari. Natuurlijk komt er dan even
min wat van.
Weer een pestgeval te Port-Elizabeth
op 15 dezer.
Een detachement van de Southafri-
can Constabulary viel Dutoits higorop
11 dezer bij Doornhoék (O. V. S.) aan,
en maakte 13 gevangenen; verder v as
de buit 7 geweren en 39 paarden.
Een andere troep w»erd aangek tllen
door een commando onder Brand bi;
Vlakfontein (O. V. S.). De aanval wtrd
afgeslagen.
De inval van de Boeren in het dis
trict. Malmesbury heet gemakkelijk af
geslagen. De vijand trekt wederom
naar het Noorden.
Bij d'en aanval op Piquetberg op 7 de
zer hadden de Boeren, volgens Reuter.
2 dooden en 7 gewonden, de Engel
schen 3 dooden en 4 gewonden.
De „Tunes" verneemt uit Middel
burg (K.K.), dat Fouché's commando
een paar Kaffers bij Burgersdorp hoeft
doodgeschoten. De schaarschte aan
voedsel wekt ontevredenheid onder de
Vrij staters, die daarom beproeven de
Oranje-rivier over te trekken naar de
Kaapkolonie. Een Boerencorps zwerft
met dit doel tusschen Bethulie en Co-
lesbeg, Steijn en de Wet zouden Vrij
dag een bijeenkomst van Boeren
ten ZW. van Harrismith hebben bij
gewoond.
ALLERLEI.
Mr. Labori zal het Lyonsche blad
,,Le Petit Antijuif" in rechten vervol
gen wegens een artikel naar aanlei
ding van zijn jongste bescho.iw/ng
over de Dreyfus-zaak, waarin hij wordt
aangeduid als „de held van den ge-
maakten aanslag te Rennes."
Stadsnieuws
Haarelm, 18 Nov. 1901.
De Blindenwereld.
Over dit onderwerp hield de blinde
voorzitter van den Nederlandschen
Bliudenbond, de heer N. M. Schild,
Zaterdagavond een voordracht in de
bovenzaal van het Nutsgebouw.
Het kleine auditorium, deels uit
blinden, deels uit ziendien bestaande,
volgde met aandacht de rede van den
zeer begaafden sprekeu-, die zich tot
doel gesteld) had de blindenwereld te
doen kennen aan de zienden; hun sym
pathie te wekken voor zijn lotgenootan
en een beroep te doen op stoffelijken en
moreelen steun ten behoeve der drib
bel misdeeldten, wïen het kruis dhr
blindheid en der armoede is opgelegd.
Het had spr. getroffen, dat zoo weinig
menschen iets afwisten van den le
vensstrijd der blinden en daarom was
hij een hoogst nuttige propaganda-
tocht door het land gaan maken, zich
aldus kwijtende van de eervolle maar
moeilijke taak hem door den blinden
bond op de schouders gelegd.
De ziende mensch, zeide spr. be
schouwt den blinde als een dier onge
lukkigste schepselen, en uit een gevoel
vau medelijden, geeft men hem dan
een aalmoes, maar dit is verkeerde phi-
Iantropie. Men denkt dan zijn plicht
te hebben gedaan, maar voelt men
dan niet welke o n waar deer ing, welke
vernedering er in 't ontvangen van een
aalmoes zit. De blindle is inderdaad
zöo'n stumperd niet als waarvoor de
ziende hem houdt. Dat de blinde in
zichzelf gekeerd is, komt omdat die
zien den hem steeds aan zijn ongeluk
herinneren, wanneer zij met hem in
gezelschap zij.n; dat zij hem niet be
schouwen als een denkend- wezen. Als
het gezicht weg is, zijn de andfere zin
tuigen meer ontwikkelde Hij voelt of
het hart met hem is, of het werkelijk
medelijdend is, dat ge voor hem koes
tert, dan wel schijnbaar. In dat laat
ste geval wordt zeer dikwijls het fijn
gevoel der blinden aangerand1; wordt
hij, door het toestoppen van een aal
moes gegriefd.
De blindheid maakt niet ongeluk
kig. Onder de blindien (hier te lande
zijn er 4000) vindt men zeer weinig
somberen, die meesten zijn opgewekt.
Maar in zichzelf gekeerd worden ze
omdat de zien,den de nooden der blin
den niet voelen, omdat zij zich niet in
hun innig leven kunnen indenken.
Vervolg, ns schetste spr. het ellendige
leven der blinden im de werkinrichtin
gen, waar zij o. a. het geestdoodende
werk van vuurmakers vervaardigen
iederen dag moeten doen voor
schrik niet lezers, f 3.50 in de week.
Alsof dte blinde geen behoeften heeft..
En dan nog zegt men, wij helpen de
blinden voort Ja, men doet aliLes voor
cle blinden, en de Staat helpt een
handje mede, zeide spr., met... zich
te onthouden. Als er voor de blinden
wat gevaagd wordlt, dan krijgt men
tot antwoord: „Wij kunnen liefdadig
heids-inrichtingen toch niet gaan sub
sidieeren; dat moeten de particulieren
maar doen, en dezen op hun beurt,
ani woorden, wij hebben al zooveel
vc.or de blindien gedaan. Er zijn in
stituten en wei-kinrichtingen voor hen
opgericht, er is een centsvereeniging
om hen te ondersteunen, maar ook hier
zit weder het idee van eene aalmoes
voor. En men vergeet dlat de blind
heid niets wijzigt aan het wezen van
den mensch. Een blinde kan even juist
oordeelen. evenveel kennis, evenveel
talenten, ja evengoed ontwikkeld zijn
als de ziende, wanneer de omstandig
heden maar meewerken.
In den blinde zit ook een mensch, dat
zich intellectueel en moreel moet ont
wikkelen; in hem zit ook arbeidsver-
mogen, dat prodii' tft-f g, maakt moet
worden; ook hij bezit eergevoel en wil
geen aalmoes hebben. Een fout van de
blinden is het dikwijls dat zij hun ei
genwaarde niet hoog genoeg houden,
zij moeten tooneu, dat zij afkeerig zijn
een aalmoes, al zijn zij blind) en arm.
De blinden kunnen veel en goed wer
ken, en daarom moeten de zienden
aan blinden buiten de werkinrichting
arbeid verstrekken. Wie dat doet, doet
practische weldadigheid. Blinde meis
jes kunnen behalve naaien, breien,
stoppen, ook goed koken, do wasch
doen etc., terwijl in de inrichtingen
de hlinden helaas worden beschouwd
als recrutc-n zonder wil. Willen de
zionden werkelijk de blinden voort
helpen, laten zij dan het werk van
blinden koopen. al is het iets duurder,
daarmede doet men hen het grootste
genoegen. Overal moeten depots ge
vestigd worden, waar de arbeidspro
ducten der blinden worden verkocht.
Nog waarschuwde spr. tegen de
zwendelaars, die speculeeren op den
liefdadigheidszin van verschillende
personen en hun lootjos voor f 0.25
trachteh aan de hand te dóen voor lo
terijen, die z. g. moetein dienen om de
arme blinden t© steunen. Wanneer
zoo'n persoon bij u komt. vraagt heD
dan steeds een bewijs van don Presi.
dent van den Blindenbond. die d'e
waarachtige belangen der blinden
voorstaat, maar nimmer ©ene
speculatie op de goed-gezinden; eene
zwendelarij aanbeveelt. Wanneer mon
dus geen loten mees- koopt, maar daar.
voor krachtig de depots steunt, dan
heeft men reeds veel gedaan om hel
lot dor blinden te verzachten. Maar
waarom zijn die blinden dan zoo arm,
wanneer zij zooveel kunnen doen, zult
ge wellicht vragen. En dan antwoord,
de spr,: Van de 4000 blinden zijn 21/2
pet. in goeden doen; 97 1/1 pet. onver-
mogenden. Het aantal vakken, dat zij
uitoefenen is zeer klein. Pianoles go
ven kunnen zij uitstekend. Maar is h©
geen misbruik maken van zijn to©
stand, en dat geschiedt maar al te vaak
wanneer men een blinde pianist J 0.25
per uur voor zijne liessen aanbiedt.
De blinde kan verder notvlechten,
stoelen maken, matten vlechten, kunst
draaien, hij kan hot zoo goed als de
ziende, wanneer hem den tijd' gelaten
wordt. En dat is nu juist de quaestie.
De sterke concurrentie, die de milli.
oenen ziende arbeiders hebben te voe
ren, de concurrentie, die al het men-
schelijke in den mensch vernietigd,
maakt dat de blinde arbeider, in ih>ze
de zwakkere het tegen zijn sterkere
mededingers in den strijd om het be
staan moet afleggen. En daarom rust
op de zienden de dure plicht hem te
steunen, hen te helpen wanneer eigen
kracht te kort schiet. Maar niet met
een aalmoes, maar met arbeid. De
blinden staan te hoog om bedelaar te
zijn.
Steunt dus in de eerste plaats de de
pots, waar de arbeidsproducten der
blinden worden verkocht. Hier ter ste
de is dit depot, beheerd door Mej. Roc-
lofs, gevestigd in de Smedestraat Gaat
daar eens zien wat de blinden wel kun
nen vervaardigen en koopt het een en
ander, waardoor de blinden veel meer
JF eiiilleton.
Vrij naar het Engels :h
van
MAARTEN MAARTENS.
9)
Weet u ook. of er een muts of
shawl van miss Raynell ontbreekt?
vroeg ik.
Mrs. Jessop kon dat niet zegg
maar de meid: verklaarde mij, dat
miss Raynell maar een muts bezat,
en e.en ronde zwarte stroohoed.
Wij vonden de zwarte stroohoed
in een kast en de muts in een kiist.
Verbeeld je, riep Sally, ze
is naar Londen gegaan zonder
hoed.
Nonsens, zei ik scherp, dat
moet een vergissing zijn. Ze heeft
ongetwijfeld nog een andere muts
gehad.
De kamer van d'en jongen man
gaf niets bijzonders te zien. Hij
had alles meegenomen. Ik ging te
rug naar miss Raynell's kamer.
Daar was een tweede kast in de
muur. Die deed ik open. Hij was
tot boven toe gevuld met boeken,
meest op medisch gebied, zooals ik
in een oogwenk zag.
Verbeeld je, zei Polly weer,
en hij zei nog wel dat hij geen
boek in huis gelaten had! Maar hoe
kwamen ze daar?
Ik ging weer naar de zitkamer,
gevolgd door mees teres en dienstr
maagd.
Mis. Jessop, zei ik, zoo ern
stig en nadrukkelijk als ik kon, en
Mary Hopkins, zooals ik u zeide,
is miss Raynell naar Londen ge
gaan, zonder adres achter te laten.
Dat is niets bijzonders, maar ik kan
den angst van haar neef begrijpen.
We moeten onderzoeken waar zij
is. Ik heb de noodige informaties
gekregen. Maar, denk er aan, dit
gesprek moet een diep geheim blij
ven. In naam der Koningin gebied
ik u te zwijgen. Als anderen hier
komen vragen dan is hoe minder
gezegd, hoe beter. Denk er aan, dat
als er een woord van het hier ge
sprokene openbaar zou worden,
dan moet het door u zijn, want
niemand anders weet er van dan
Mr. Harvey en ikzelf. Wilt gij zwe
ren het geheim te zuilen houden?
Wanneer gij dit breekt, zal het mis
bruik van vertrouwen zijn. Zweer
dus in naam der Koningin.
Ja, ja, zei Mrs. Jessop, bevend.
HOOFDSTUK XIV.
De oude neger
Nog iets anders dat ik van Mrs.
Jessop te weten kwam, voor ik
heenging. Toen Philip Harvey dien
Zondagnacht was thuisgekomen
had hij meer wijn gedronken dan
goed voor hem was.
En is Philip linksch, Mrs. Jes
sop? vroeg ik plotseling, toen ik
afscheid nam.
Dat kan ik niet zeggen, mijn
heer, daar heb ik nooit op gelet.
En u miss Polly?
Polly wist het ook niet. Ze dacht
het niet.
En wat moet ik zeggen als miss
Raynell terugkomt Aan wien moet
ik het dan laten weten?
Schrijf aan Mr. Austin, zei ik,
de trappen afloopend.
Ik kon niet goed hooren hoe ze
over de vermoorde sprak als was
die nog in leven.
Ik was er echter niet gedrukt on
der, integendeel, ik was opgewekt.
Ik ben te impressionabel, vrees ik,
en ik was verheugd zulke vorde
ringen te hebben gemaakt. Het was
niet waarschijnlijk dat de Fransche
en Engelsche politie me nu zouden
inhalen, hoewel ze waarschijnlijk
dicht op mijn hielen waren. Alles
wat mij nu nog te doen viel, was
het ontdekken der verblijfplaats
van den moordenaar.
Van Mrs. Jessop had ik verno
men, dat miss Raynell's bed be
slapen was op den laatsten nacht
van haar verblijf in het huis. Dit
bracht mij tot de conclusie, dat de
moord 's Maandagsmorgens vroeg
bedreven was, niet, zooals de Fran
sche doktoren hadden beweerd,
's Zondags nachts laat.
Het was duidelijk, dat Philip Har
vey Zondagnacht was thuisgeko
men, dronken of ten minste er zich
den schijn van gevend. Hij was
naar zijn kamer gegaan, waar hij
den nacht had doorgebracht en
's morgens vroeg op zijn tante's ka
mer gekomen, toen die reeds op
was. Het was mogelijk dat miss
Raynell zelf van de melk ge iron
ken had. Haar nc-ef had haar neer
geslagen en gechloroformeerd,
waarschijnlijk volgens de regel «n
der kunst. Daarna had hij het lijk
in den koffer gepakt, en voorge
wend dat die boeken bevatte en
hem aldus naar het station doen
voeren. Door de een of andere lis
tige streek waren te Charing Cross
de koffers verwisseld en toen later!
het vreeselij'ke drama dat zich voor
mijm oogen had vertoond.
Dit was de theorie van den moord
zooals die thans Vrijdag daarop
kon worden opgebouwd.
Ik heb daar juist zooeven geoogd,
dat mij niets anders te doen viel
dan de verblijfplaats van den moor.
denaar te zoeken. Maar ik moet
toch ook een ander punt niet ver
geten. Ik wist tot nog toe niets van
de motieven die tot de daad geleid
hadden. En zoolang ik die motie
ven niet ken, beschouw ik een
moord als onverklaard.
Ik kon hieromtrent van Mis. Jes
sop niets te weten komen. Miss
Raynell was geen spraakzaam
mensch geweest en haar hospita
wist absoluut niets van haar aniti-
oedonten. Die moest ik uitvorechen.
allereerst, en ik besloot, onmiddel
lijk naar Dover te gaan.
Philip Harvey was Dinsdag te
Dover geweest. Dat bewees de
brief. Daar zou hij waarschijnlijk
in spanning d'e terugzending van
zijn koffer hebben afgewacht, die
Mr. Austin hem niet kon bezorgen
Zou Austin hem waarschuwen i
Dio vraag kon ik met zekerheid
niet beantwoorden. Het had me ge
troffen dat Austin mij verteld had
dat zijn tante alleen in No. 17 Ma
rine-Parade woonde. Hij had het
blijkbaar onnoodig geoordeeld van
zijn broeder te gewagen, omdat
zijn broeder maar een toevallig be
zoeker was. Het was heel natuur
lijk dat Austin al het mogelijke
deed om zijn broeder van de galg te
redden. Maar die broeder zou, daar
was ik zeker van. toch wel aan die
galg komen. Ik had het koord al
om zijn nek.
(Wordt vervolgd).