I w ALLERLEI. I fê;\ m SCHAAKSPEL. Prijsraadsel. -Jhineesche Priesters. agent Collins in gesprek met een con- etabele in de nabijheid van de deur ha- rer v staan. Ze wist, dat Ste phen thuis was en op hare terugkomst wachtte. Als een bliksemstraal vloog haar de gedachte door het hoofd, dat de politie reeds op haren man loerde en hem in hechtenis wilde nemen. Ze dacht een oogenblik na Collins had haar nog niet gezien toen keer de ze om en ging een magazijn bin nen. waar men haar kende. Voor een fooi zond ze een boodschaplooper met een briefje naar haren man; de brief mocht slechts aan meneer Mortimer in eigen persoon ter hand worden ge- steid. Ze deelde hem in korte woor den mee. wat ze had gezien, en smeek te hem langs den anderen weg, die nog vrii was. zooals ze had kunnen con- stateeren, onverwijld bij haar in het magazijn te komen. Dit was de deur, waardoor het dienstpersoneel in- en uitging e.i die in eene andere straat uitkwam. De list gelukte; na verloop van een kwartier was Stephen bij haar, een cab bracht beiden naar een spoorweg station. Eenige uren later waren ze te Southampton en daar er juist eene stoomboot naar Cherbourg voor het vertrek gereed lag. maakten ze van deze gelegenheid gebruik Kort na mid dernacht bevonden ze zich op Fran- schen bodem. Een deel van hunne meubels werd met behulp van lady Mansfield en ha ren ervaren kamerdienaar verkocht, een ander deel aan een veilig adres in Parijs gezonden. Stephen en zijne vrouw trokken door Duitschland en Zwitserland, telkens van woonplaats verwisselende om eene mogelijke ver volging te ontkomen. Het heet, dat ze later hunne namen hebben veranderd en in den Kaukasus eene groote bezit ting verwierven, waar ze een vreed zaam en eerbaar leven leidden. De juweelendiefstallen, welke maan den achtereen in Engeland zooveel op zien baarden, hadden na het verdwij nen der Uitanders opgehouden. De Londensche politie verloor het spoor van den ouden Mortimer volkomen, die zich onder een anderen naam weer naar Zuid-Afrika had begeven. Daar werd hij bij de poging om in de mij nen van Kimberley diamanten te ste len kort na het uitbreken van den Boerenoorlog door een politieagent doodgeschoten. In een Chineeschen tempel. (Bij de platen). In den buitenhof van den Chinee schen tempel valt het zonlicht hel op geschoren hoofden met staarten, gele gezichten en blauwe, grijze of veel- kleurige kleeren. Het maakt warm- I bruine schaduwen onder het dak, dat een inwendige warande maakt en waaronder spelers met strak-onver- j scbillige gezichten rondom tafels staan i n>et kaarten er op. Waarzeggers en sterr^mwchelaars profiteeren er het fatum en de critiske dagen, of smeden huwelijken. Daarnaast staan vrouwen te luisteren, als betaamt in een land, waar zij feitelijk buiten het leven staan. j In den tempel zelf is het plechtiger. Niets verbreekt er de stilte. De afgods- j beelden grijnzen in afschuwelijke lee- I lijkheid in het halfdonker. Rondom j hen staan de offers der vromen: fles- j schen, reukpotten, enz. Alleen het gesnik van een eenzame vrouw, die een reukoffer brengt aan J den god, die kinderen geeft aan kin- üerloozen, verbreekt de stilte. Want een vrouw, die haar echtgenoot "een kinderen schenkt, wordt in China door haar meester behandeld als een slavin, I-lii mag haar mishandelen en kan zich van haar laten scheiden als hem dat goeddunkt. Een stuk historie hoe men vroeger at. In de vijfde eeuw onzer jaartelling begon men verbetering te brengen in de manier van eten toebereiden, doch eerst ten tijde van Karei de Groote werd de verbetering duidelijk zicht baar. Zoo beval de groote keizer in het jaar 794, dat 24 pond wittebrood, 30 pond ropcebrood of 40 pond gerste brood 37 penningen zouden kosten, terwijl hij verder beval, dat verschil lende groenten moesten geteeld wor den. Ook de ooftcultuur dankt hem veel, ofschoon appelen, pruimen en kersen toen reeds bekend waren. Kas tanjes, perziken, amandelen en vijgen Een Afgod. vond men ree-ds in de tuinen en de walnotenboom had de grenzen van zijn geboorteland. Perzië, reeds lang over schreden. De wijnbouw in de Rijnstre ken werd veredeld. Vorken kwamen eerst in het einde v 16e eeuw in gebruik. Men moest zich dus 1 het eten van mes en lepel bedienen. Op gewone dagen waren de spijzen eenvoudig toebereid en bestonden meest uit geroosterd vleesch, vruch ten en kool. Ook zuurkool werd reeds gebruikt aan het Hof van Karei den Grooten. Dit was de eenige groente, welke ingemaakt werd. Bij feestelijke gelegenheden deed de middeleeuwsche keuken zien, dat zij geen hulpelooze meer was. Dan bogen zich, zooals een middel- eeuwsch schrijver zegt, de tafels on der de vleeschspijzen. gebakwerk en konfituren. De tafel was onder het eten bedekt met een witten, neerhan genden doek; midden op de tafel stond een zoutvat en daaromheen lagen broo den. "ebakken in verschillende vor men Voor men ging eten en menig maal gedurende den maaltijd, werden water om zich de vingers te wasschen en doeken rondgedeeld. Men wist voor feestdisschen visschen en kreeften wel toe te bereiden en ho nig was. ofschoon nog niet algemeen, bekend: gekruide ham. gebakken nie ren en gebraden kippen, at men met groenten en ooft en een zoet gebak als nagerecht. Van Einhard, den levensgeschiede nisschrijver van Karei den Groote, we ten wij. dat ook zijn tafel zeer een voudig was. Hij liet zich slechts vier gerechten voorzetten en een schotel wildbraad en zelden dronk hij meer dan drie glazen wijn. Met hem te za- men spijsde zijn geheel gezin. Met de kruistochten begon ook voor de keuken een nieuw tiidperk. Bii de Romeinen was men er op uit, de spij zen zoo kostbaar mogelijk te maken. Bil de Germaansche volken ging een groote»-hoeveelheid boven het smake lijk». lederen dag werden twee hoofdmaal tijden gehouden, 's morgens en des avonds. Naar deze maaltijden werd de geheele indeeling van dag en nacht berekend- De uren van bet avondeten tot het morgenmaal waren de nacht, de tusschen morgen en avondmaal lig gende uren maakten den dag uit in welke de beroepsbezigheden, het vee weiden, het jagen en wapenoefenin gen door de mannen, de huisarbeid door de vrouwen, verricht werden. Tot in de 13e eeuw werden in de hui zen der groote pauwen en reigers, kraanvogels en ooievaars, kraaien, zwanen en roerdompen gegeten, ja, zelfs havikken en raven werden niet versmaad. De soep kwam voor de eerste maal op de tafels der edelen te Mariënburg. op het einde der middeleeuwen. De eerste soepen, waren met peterselie, rapen en knoflook bereid. Een schrijver uit de 13e eeuw meldt, dat aan de tafels der grooten slechts 5 of 6 maal soep werd rondgedeeld. Op het concilie van 1304 kwam dit overdreven luxegebruik ter sprake, waarop toen verboden werd. om on de werkdagen meer dan een soep te ge bruiken. Door de kruistochten bekend geworden in de Levant verschenen nu worsten op de tafels. De Fransche kruisvaarders hadden uit Askalon de uien meegebracht en deze werden toen in de Europeesche keukens gebruikt. De spijzen zwom men in 't vet, zoodat onze voorouders hijzonder eigenaardige tongen en ma gen moeten hebben gehad. De overdaad op het gebied van eten en drinken steeg ten laatste zoo, dat de vorsten wetten daartegen uitvaar digden en dat de geestelijkheid van den kansel tegen het overmatige eten en drinken ijverde. De rijken waren twee gerechten en twee vleeschsoorten gewoon. Burgers en handwerkslieden konden slechts bij één maaltijd vleesch gebruiken en vergenoegden zich bij den anderen met melk, boter en groente. Versch wildbraad werd schaarsch en de veefokkerij had nog niet die vor deringen gemaakt, waardoor het mo gelijk werd de zoo sterk vermeerdere armer-" bevolking voldoende van vleesch te voorzien. Hoe zat men aan tafel? Tot de 12e eeuw aten mannen en vrouwen gescheiden, doch oefende de vrouw des huizes over beide tafels het toezicht uit. De tafels waren met een kleed be dekt. Lenels en messen moest ieder gast meebrengen. De ridders droegen deze gereedschappen naast hun zwaardschede en de vrouwen bevestig den deze voorwerpen aan een ketting om haar lijfgordel. (Hotelhouder). Kind! uit uwe oogjens straalt een heer lijk licht ons tegen. Uw handjens strooien niets dan vroo- lijkheid en zegen. Zij deden neg geen kwaad! Nooit wendde uw tred zich nog naar 't aardsche stofgewemel, U speelt in 't gouden haar, kleine En gel uit den Hemel, Een glorie om 't gelaat! De dag zal komen, dat de vrouw, krachtens hare matigheid, haar gevoel voor zedelijkheid, hare deugd, vóór alles echter krachtens hare ontwikkei- de intelligentie, de heerschapoij zal verkrijgen en haar invloed op politiek en regeering zegenrijk zal worden- Alexander von Humboldt. Het is een afgezaagd gezegde, dat artisten gewoon zijn te fantaseeren. Deden zij het niet, dan zouden zij geen artisten z<:~ Niet alleen behoort alles wat schoon is ons toe, doch er ontwik kelen zich nieuwe schoonheden uit. M i i zien wat 't onder andere omstan digheden zou wezen, wij leven er mede samen, kennen het. hebben het lief, en liet wordt een deel von ons zelf. Het zinkt al dieper en dieper in ons ge moed, evenals de gelaatstrekken on- i zer geliefden, en eindelijk, evenals ge- j lukkig gehuwde echtgenoot-en. naar men zegt, de trekken hunner vrouwen vergeten, omdat zij door deze heen in haar ziel blikken, aldus vergeten wij, dat schoonheid schoonheid is. Wij zien slechts hun betrekking tot wat het i hoogst - i onze natuur. Van Degen. Een Schaduw op bet water. Het Engelsche Herinnert-yskriïs. Eenige dagen geleden heeft koning Edward van Engeland persoonlijk een aantal officieren en manschappen ge decoreerd met het door hem ingestel de herinneringskruis voor den Zuid Afrikaanschen oorlog. Wij geven hier bij een afbeelding van dit onderschei- dingsteeken, dat aan een blauwwit ge streept lint gedragen wordt en in het ïriiddenschild de initialen E. I. R. draagt. Het kruis is zeer mooi en smaakvol bewerkt, te mooi, óm te die nen als belooning voor menschen- raoord. Van alle tijden. Voor alle tijden Het gemeenschapsleven nivelleert, het brengt de individuen terug tot het gemiddelde, hetzij ze daarboven of daar beneden waren. Daarom doet elk individu wèl, zich nimmer innig te verbroederen met een gemeensch" waarvan hij weet dat het gemiddelde lager is dan hij zelf. Licb aamsafmetingen. Prof, Pfitzner, te Straatsburg, heeft bij een onderzoek, dat over een grooi getal personen zich uitstrekt, bevon den, dat degenen die tot de meerge goeden behooren gemiddeld langer zijn dan de onvermogenden. Zoo vond hij onder de eersten een betrekkelijk groot aantal vrouwen die het tot 175 centimeter brachten; onder de vele on- gegoeden, wier maat hij nam, slechts een tweetal, die deze lengte nabij kwa men. De metingen der lijken in het Burgerziekenhuis toonde hij de geze ten middenklasse een verschil van 2 cenimeter grooter lengte dan de onver mogenden. Hierbij valt niet aan erfe lijkheid te denken, want te Straats burg bestaat, geen stand van patrici ërs, die enkel onderling trouwen. De hoogleeraar strekte zijn onderzoek ook uit tot den omvang der hoofde en wel door zijn licht op te steken in hoedenwinkels. In een, waar enke! goedkoope hoeden te krijgen zijn van f 1.50, was geen hooger nummer aan wezig dan nummer 56 (het hoednum- mer is 1/2 centimeter kleiner dan de omvang van het hoofd op zijn breedst) De hoeden van f 3f 4. gingen niet boven no. 57. Eerst boven boven 4. waren hoeden te krijgen van no. 58 en alleen in een „fijneren" winkel koo hij een vilten slappen hoed no. 59 (voor f 4.20) gelijk hij zelf minstens noodig heeft, koopen. Eigenlijk past hem zelf enkel een hoed van ruim 60 een zeer hoog nummer maar in zulke hoogte vond hij enkel ruime keus in magazijnen, waar de fijnste hoeden van f 12 f 15 te krijgen ziju en dus blijkbaar die hooge nummers nog al gevraagd worden. De professor leidt uit deze waarne mingen af, dat in den regel de mee** gegoeden grootere lichaamsafmetingen hebben dan de overige bevolking. Niet PUZZLE. g- "sjsA .-f'. WAAR IS DE HERDER? onaardig is echter de bijvoeging, dat wat den omvang van het hoofd betreft op zijn eigen kopstuk van 60.8 cM., het eerst volgt een van 60.4 toebehoo- rende aan een verloopen dronken- lap! M Petroleumgloeilicht De langdurige proeven met het doel, een bruikbare petroleumgloei- lamp te vervaard - naar het heet, thans met doorslaand succes bekroond. De op iedere petroleumlamp schroef- bare brander, die hierbij wordt afge beeld, wordt behandeld als bij een ge wone petroleumlamp. De constructieve nieuwheden zitten in de pit, in de sa menstelling van den brander en in het glas. Herhaalde brandproeven geven een mooi, wit, krachtig gloeilicht bij zeer gering petroleumgebruik. De brander wordt niet oververhit en brandt regel matig, zonder stank en zonder te stoo- men. De pit is van boven slangvormig en schroeft altijd rechtstandig op en regelt automatisch den toevoer van petroleum. Zeer eenvoudig is de plaatsing van het kousje, dat verstel- aar is door een schroef. De vorm van den brander maakt bovendien het ge bruik van moderne 'lampen-ballons mogelijk, als op gaslicht gebruikt w 'den. 9 Rooklichtje. Gewoonlijk bevinden zich in siga renwinkels voor het aansteken van si garen of sigaretten kleine gasvlam men. Voor hetzelfde doe] is thans in den handel gebracht een artikel, dat nog het voordeel heeft, dat het niet aan een leidm" verbonden is en willekeu rig rondgereikt kan worden. Het rooklichtje in guaestie is, zooals uit de teekening is te zien, een bolvor mige, van een steel voorziene spiritus- lamp. die in twee ringen beweeglijk is bevestigd. Het spir i tusr eservoi r t j e is van onderen zwaarder gemaakt, zoo dat het lampie hij iedere beweging en draaiing altijd rechtstandig blijft en ook op tafel gelegd kan worden. Ons lichaam en onze gezondheid. Ademhalen en de ademhalingsorga nen. Het doel van de ademhaling is, door middel van he&Moed zuurstof naar de weefsels te brengen. Wanneer de mensch inademt, stroomt de buiten lucht door neus, keel, strottenhoofd, luchtpijp en luchtpijptakken naar de longen, waar de zuurstof in de bloed vaten opgenomen en naar het hart ge voerd wordt. De lange weg, die de lucht maken móet, heeft ten doel haar te verwarmen en vochtig te maken, opjf- dat de long niet beschadigd wordt. Neemt de lucht haar weg door den mond, dan wordt zij onvoldoende ver warmd, daarom zijn zij, d':e de slechte gewoonte hebben om door den mond teademen, eerder vatbaar voor long ziekte dan zij die door den neus ade men. Het aantal ademhalingen wisselt bij volwassenen tusschen 12 en 14 per mi nuut, gemiddeld komen 4 polsslagen op één ademhaling. Liggende maak de mensch minder ademhalingen dai zittende, zittende minder dan staandi of loopende. Ook de leeftijd lis op het aantal vai invloed; kinderen beneden het jaai doen per minuut 44 ademhalingen, 5-jarig kind 26, een 20-jarig mensch 20 ec-n 25-jarig persoon 18, een dertigjarij 16 enz. Ademen vindt niet alleen door dl longen, maar ook door de huid plaata Een gezond mensch ondergaat in eer etmaal door de huid een gewichtsver. lies van 1/67 van het geheele lichaama gewicht of tweemaal zooveel als hei verlies door de longen. Dit is het ge volg van de waterverdamping door de huid. Opdat, die geregeld kan plaatf vinden zarg'é men voor opwekking dei hu dwerkzaamheid door koude afwrij. ringen, baden en bewegingen. Alleen in zuurstofhoudende luchtkaï de mensch leven, ontbreekt, deze dar moet hij in 23 minuten stikken. Zoo veel mogelijk zorge men in frissch< lucht te zijn, open deuren en vensters Hoogs! schadelijk in de ademhalings lucht zijn de stofdeeltjes. Weliswaai houden de z.g. trilharen een groot dee] der stofjes buiten, maar toch dringen deze in massa tot de longen door, boren in de oppervlakte tot het longweefse] en kleuren de longen zwartachtig. Bi; pasgeboren kinderen zijn de Iongen rood. In matige hoeveelheid zijn dl stofjes onschadelijk voo,r de longen, komt er echter een afscheiding in mas sa, dan kunnen zware longziekten ont staan. PROBLEEM No. 31. Wit speelt en geeft in twee zetten mat. Oplossingen worden vóór 23 Dec. Ingewacht aan het adres van den redacteur dezer rubriek, Jhr. A. E. VAN FOREEST, Atjehstraat 134 te 'p-Gravenhage. Oplossing van Probleem No. 29. 1 Pg4, Ke4. 2 dcöA c4, 2 Da8 cd4 2 Dd4 fe5:, 2 de5: Pe4 2 Pe3 P anders 2 Rf3 Rd8 2 dc5: R anders 2 Pf6 Goede oplossing ontvangen van A. v. V. te Haarlem. De oplossing van ons vorig Prijsraad sel is ENGELAND. De onderdeelen zijn geel, neen en dadel. Ingekomen waren 336 goede oplos singen. Bij loting viel de prijs ten deel aaa Mejuffrouw W. v. d. BIGGELAAR, Jacobijnestraat 29. alhier, die zich. Maandag a. s. tusschen 2 en 3 uur aan ons Buraeu, Kam persingel 70. kan ver voegen. Ons nieuwe prijsraadsel luidt volgt: Mijn geheel bestaat uit 15 letters en vormt den naam van een modern ver voermiddel. 11, 2, is een oude lengtemaat. Een 8. 9, 10,14.14,12, 8 gebruikt men op het ijs- 15, 14. 6, 7, 3 is een meisjesnaam. 13, 14, 5 is een knaagdier. 1 gelijk 3 gelijk 11. 4 gelijk 9. Oplossingen worden ingewacht tot en met Woensdag a.s. Als prijs loven wij uit een SIGAREN KOKER of BROCHE naar verkiezing.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 8