DE ZATERDAGAVOND GRATIS BIJVOEGSEL VAN „HAARLEM'S DAGBLAD". Letterkundig Weekblad voor Jong en Oud. Joh. M. Messchaert. ALLERLEI. Rubriek voor Üames< Haarlemmer Halletjes. No. 68. Zaterdag 21 December. 1901. Meest gelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken, Een Koninklijke stem en een Konink lijk figuur! Wèl had Natuur hem dus in alle opzichten voor het lyrisch too- aeel bestemd. Toch is hij slechts ééns als Opera-zanger opgetreden, nl. als Rocco in Beethoven's F i d e 1 i o. Waarom hebben wij hem nooit kun nen bewonderen b.v. als Wotan in de „Ring", of in andere werken van Ri chard Wagner; als Hans Sachs in de „Meistersinger", als Kurwenai in „Tristan und Isolde", als Telramund in „Lohengrin", of als Wolffram in „Tannhauser"? Al die rollen was hij zeer zeker Meester geweest, in de vol le beteekenis van dat woord. Ik heb het hem zelf eens gevraagd, en zijn antwoord luidde: „Dat ik mij niet aan een opera verbonden heb, ligt hoofdzakelijk in het feit dat ik niet gaarne alles wilde zingen wat een contract van een Opera vorderen zou. en 25 jaar geleden waren de repertoi res nog niet zoo rijk en degelijk als thans." Dat is het dus! 't Is de hooge opvatting die Mes schaert van de kunst en haar priesters heeft Déze gedachte heeft hem gedurende de 25 jaren die thans achter hem lig gen, geleid. En ze heeft zijn kunst ver- mooid, gaf er een nobel, edel karak ter aan. Eens 't was bij de uitvoering van een der eeuwig jonge meesterwerken van Bach heb ik daar 'n eenvoudige treffend-duidelijke illustratie van ge zien. Messchaert had vrouw en beide dochtertjes meegebracht, en vóór hij ging zingen kuste hij, stil en ernstig, zijne familieleden. Die handeling, spontaan gedaan, in eene goede opwelling des harten, tee kent, voor mij althans, beter dan iets, den groot-menschelijken zanger. De liefde waarmede hij zijne kunst omringt, geeft aan zijn zang een hoo- ger, edeler wijding, 't Is dat wat men hoort trillen in zijn fraaie stem, en wat zoo zonderling ontroeren kan. Messchaert's hart zingt mede! De smaak van Messchaert voor de muziek in het algemeen bleek ai heel vroeg. In het gezellige, drukke huishouden van den ijzerhandelaar Messchaert te Hoorn, werd Johannes Martinus Mes- ichaert 22 April (volgens anderen, o.a. de Lange, in Augustus) geboren. Hier werd de muziek wel is waar niet als kunst beoefend, maar de tonen die zijn vader of andere huisgenooten aan de oude pianino der huiskamer wisten te ontlokken, zullen er allicht toch toe hebben bijgedragen om de sluimerende muzikal teit van den kleinen Joh wak ker te maken. Maar vooral de viool lessen van Utermöhlen zullen er mede oorzaak van zijn geweest Stil kon het toen él te bleeke, zwak ke ventje staan luisteren, om later, als de plaats aan de pianino vrij kwam, te gaan phantaseeren.. te phanta- seeren, „tot zijn vader 't hem ver- I bood". Want die hield van studeeren. Hij had toen reeds een heldere en 1 j duidelijke stem, maar voor die ,,ont- 1 dekt en ontgonnen" werd. zouden er nog vele jaren moeten verloopen. Voorloopig zocht hij het in andere richting. Niet in schoolboeken-geleerd heid. Zijn geest schijnt in dit opzicht verbazend weerbarstig te zijn geweest. Ten minste iemand die hem heel goed kende en kent, schreef mij daarvan: „de toenmalige geschiedenis en voor al de cijferkunst, bv. opgaven als: ..in een regenbak van zooveel kubieke me ters inhoud, enz. enz. waren voor hem j plagen, grooter dan de bekende Egyp tische!" Vergoeding voor het mindere suc ces op school vond Joh in zijn onver moeide inspanning als oprichter, di recteur en instructeur van een Kinder- muziökgezelschap, genaamd „Oefe ning". Daarvoor werd gestudeerd tot in den treure, en het resultaat waseen heusche uitvoering door en voor kin- 1 deren, in de Krijgsraadkamer van den Doelen te Hoorn. Die vereeniging schijnt zelfs meer dan een eendags-gril te zijn geweest, ten minste later luisterde zij, op een Zondag, niet minder dan twee feeste lijkheden op, t.w. een bokkenharddra- verij. O, glorie voor een jongens hart! en een eveneens welvoorbe- reide comedie-voorstelling van de Ver- een "ging „Unie" in het Park te Hoorn. Dienzelfden avond brak er een vrij felle brand uit, aan de overzijde van den huize Messchaert een meeval lertje dus voor jongens en de be- zorgde moeder zond dadelijk iemand om den kleinen muziek-directeur naar huis te halen. Maar deze liet zich zelfs door de meest roerende beschrijvingen en meest klemmende vertoogen niet overhalen om zijn post te verlaten. Hij bleef bij zijne vereeniging, tot de uitvoering geëindigd was. Zorg voor zijne gezondheid en zijne 1 toekomst deden zijn ouders evenwel besluiten hem aan de muzikale Hoorn- sche kinderwereld te onttrekken. Hij verbleef eerst te Beemster en later te Goor, en kwam eindelijk daar hij op school liefde voor botanie had ge- kregen, in de leer bij den heer van Zoest, die toentertijd eene groote bloe- jmisterij. boomkweekerij en bollenhan- del in Arnhem had. Hier, in Gelre's hoofdstad, kreeg hij viool-les van den heer Meyroos, die geen zacht leermeester voor hem was, en hier was het ook dat de muziek liefde de tuinierliefhebberij verdrong, j En toen mevr. Meyroos zijn goede stem ontdekt had. was de richting waarin zijne talenten om ontwikke ling vroegen, dan ook aangewezen. Het succes dat Messchaert als zanger heeft gehad, dankt hij. dit mag nog wel eens herhaald worden, aan zijne groote muzikaliteit, naast zijn groote zangkunst. En niet slechts hier te lande onder vond hij de waardeering waarop hij recht had hij werd benoemd tot rid der in de Oranje-Nassau-orde maar het feit dat hij tot tweemaal toe een aanbieding kreeg om professor te wor den aan het Hoch'sche Conservatorium te Keulen, bewijst dat ook in het bui tenland zijn roem was doorgedron gen. Men weet dat hij beide malen het laatst in Maart 1898 bedankte. Toch zal het hem aangenaam zijn ge weest het „Verdienstkreuz fur Kunst und Wissenschaft" te ontvangen. Voor viool waren zijne leermeesters Japlia te Keulen, en Hugo Heermann te Frankfort, voor zang prof. Schnei der te Keulen, en Jul. Stockhausen te Frankfort. Ook bezocht hij eenigen tijd de dramatische afdeeling der Kon. Muziekschool te Munchen. In compositie-leer eindelijk werd hij onderwezen door Ferd. Hiller en Joachim Raff. Messchaert heeft niet slechts gezon gen, maar ook onderwezen,gedirigeerd en gecomponeerd. Hij was te Amsterdam leeraar aan de Muziekschool der Maatschappij tot bevordering der Toonkunst, en hoofd leeraar aan het Conservatorium. Dit laatste werd door hem met Frans Coe- nen, Daniël de Lange, Julius Röntgen. Joseph Cramer en Henri Bosmans, (vermoedelijk in 1877) ter oprichting voorgedragen aan het Bestuur van de Amsterdamsche afdeeling van Toon kunst; omdat men terecht meende, dat aan een inrichting waar én dillettan- ten, én toekomstige musici les krijgen, zooals de Muziekschool van Toon kunst niet genoeg aan praktische en theoretische vorming kan gedaan worden. Messchaert was bovendien Heinze's opvolger bij Euterpe, en compo neerde verschillende stukjes, maar niet veel in getal. In druk zijn o. a. verschenen Romance voor viool en piano, en Het ontslapen kind voor zang en orkest. Voorts kreeg hij, in Frankfort studeerende. een op dracht om een Cantate te schrijven voor een Hoornsch feest, op woorden van d'Aghina. Maar Messchaert ge voelde zelf dat er in den vorm dingen waren, die het niet geschikt maakten voor een blijvend werk, en na de uit voering door de vereeniging Sappho was het dan ook ten doode opgeschre ven. Zelf begreep hij meer en meer. dat. wilde hij een der eersten worden on der de Meesterzangers, al zijn zorg en denken, al zijn liefde en tijd, moes ten zijn voor zijn zangkunst. En sedert dien heeft hij zich met gansch zijn kracht van wil, en met heel zijn ernst van kunstenaar gegeven aan dat Eene, zijn koninklijke kunst. Daardoor is Messchaert geworden de groote oratorium- en liederzanger van Nederland. Wie hem eens gehoord heeft als Cristus in Bach's Matthaus P a s s i o n, dien laat de herinnering aan die buigzame stem van superieu ren klank, die expressieve uitbeelding alleen-met-den-zang. nimmer meer los. Een van Messchaert's meest geliefde rollen is ook de barbier, bij concert opvoeringen van DerBarbiervon Bagdad van Peter Cornelius. Soms. bij een guitige streek van den barbier, komt de humorist bij hem boven, en kan hij niet nalaten even met een klein handgebaar of korte gezichtsver trekking zijn zang te illustreeren. En dit, terwijl de barbiersrol op technisch gebied zéér hooge eischen stelt. Messchaert heeft geluk op zijn werk gehad. Hij zelf zal de eerste zijn om dat te erkennen. Men denke maar aan de triomfen mede door hem genoten met de Lange's, bijzonder gelukkig saamgesteld A-capella-koor het eer ste van dien naam en strekking: en de liederavonden door hem en Rönt gen, den kleinen, licht-bewogen, blond-grijzen Duitscher, in vele hoofd plaatsen van Europa gegeven, trok ken zelfs in het verwende Weenen volle zalen. Thans vertoeft hij in het buiten land zorg voor zijn stem was er oor zaak van maar zijn hart. zijn echt- Hollandsch hart. bleef hier, in het lage moeras-land dat hij moest ontvluch ten. En dat ook wij hem niet vergeten, getuigen de herhaalde uitnoodigingen om zijne medewerking te verleenen. Moge het voorrecht hem aldus te hooren en te bewonderen ons nog lang geschonken blijven. D. K. Hot Brood- Alle voedsel kan samengevat worden in dit eene woord: Brood. Over de geheele wereld is het broo/ I bekend. Gedurende de hongersnood in I Indië was de kreet die uit dat verre land kwam om: Brood; toen in de da. i gen van Lafayette, het uitgehongerde Fransche volk het paleis te Versailles bestormde en de Koningin op het bal- con verscheen om te beproeven haar volk te kalmeeren, was het vreeselijk geschreeuw, dat toen weerklonk, om: I Brood. Brood kan het eenige voedsel zijn, dat al wordt het ook geheel op zich zelfgebruikt, toch kan voorzien in de behoeften die het menschelijk lichaam stelt Met deze wetenschap voor oogen kan het verstand van eenen mensch zeker niet heter worden aangewend dan zulk een meel trachten te verkrijgen, het welk in de hoogte mate het voedende deel van het brood houdt. Waar het meel te vinden dat het menschdom noodig heeft? Als wij zoo eens nagaan en denken aan de koeken die Sara voor Abraham maakte, en het brood dat Rebecca voor Jacob bakte om zich te kunnen voeden gedurende zijn langen tocht naar het land van Laban, komen wij eenigszins tot de oplossing van onze vraag en meenen te mogen vaststellen, dat brood gemaakt uit meel van de geheele tar wekorrel wel het meest voedzaamste Dezen keer wil ik met u praten, niet weergevende wat mijn eigen onder vinding mij geleerd heeft of wat een kennis mij als waarheid heeft voorge dragen, maar wat ik in een Engelsch tijdschrift vond als de opinie, laten wij zeggen, van een verstokten ouden vrijer. Voor 't gemak zal ik hemzelven Als in andere streken der wereld paarden, worden in den Amerikaan- schen staat Florida de struisvogels voor wedrennen afgericht en nog on langs heeft de getraineerde struisvo gel „Olliver B." van een Amerikaan- □e snelste draven. schen fokker in Florida het bestaande record geslagen, door in 2 minuten een Engelsche mijl (1.609 meter) af te leggen en wel. als een viervoetige dra- ver, voor een licht wagentje gespan nen. Hij heeft dus 1 KM. in 1 minuut 15 I sec. afgelegd en daarmede den be roemden Amerikaanschen harddraver „Abbot" geslagen, die in maximale snelheid 1 K.M. in 1 m. 16.6 s. heeft 1 geloopen. Een Zaterdagavondpraatje Hoewel de maatschappij in haar te- genwoordigeii vorm dikwijls den in druk geeft, alsof de menschen niets be ters weten te doen dan als brullende leeuwen te trachten elkander te ver slinden, mag ik toch met eenige vreug de constateéren, dat de vriendschap ook nog een gezocht artikel is. En wel gezocht in den dubbelen zin van het woord. Enkele weken geleden vroeg in dit blad een jongeling per advertentie een vriend; thans heeft voor een paar dagen een jong melis je op dezelfde manier aangekondigd, dat ze zoekende is naar een vriendin. Ik weet niet of zij succes van hun annonce hebben be leefd en of inderdaad de vriend zijn vriend en de vriendin haar vriendin heeft gevonden. Grappenmakers zullen misschien beweren, dat de eenvoudig ste oplossing zou zijn geweest, als de vriend van eenige weken geleden zich had aangesloten bij de vriendin van de laatste dagen en dat zij gezamenlijk waren gestapt in de boot des huwelijks, die. als het goed is. toch ook de hechte bark der vriendschap behoort te wezen. Maar zooals men beseft en begrijpt: in deze ernstige kolommen is er voor grappen geen plaats. Vriendschap gevraagd per adverten tie! De menschheid van onze dagen ver wacht alles van advertentiën: van vriendschap af tot genezing van kwa len en gebreken toe en verder ongeveer alles wat daar tusschen ligt. Er zijn zelfs orinoozelen, die geld te leen vra gen per advertentie en zich dus ver beelden, dat er iemand wezen zal, die daarop ingaat, terwijl de aanvrager zelfs zijn naam niet noemt. Deze lijkt mij dan ook de zonderlingst denkbare soort van advertentiën te wezen. Ik ge loof. dat nog veel eerder een vriend of vriendin per annonce te krijgen is. U denkt allicht, dat het er dan ook vriendschap naar zal wezen maar we weten allemaal: de ware, echte, oprechte vriendschap is zeldzaam. Het gaat er mee als met rozenolie, waar van veel meer verkocht, dan verzameld wordt: het verschil in hoeveelheid is maar namaak. Echter dan deze valsche rozenolie en deze namaak-vriendschap zijn de pogingen, die van alle kanten gedaan worden, om onze brandstof te vermin, deren. Er zijn zoo van die dingen, die voor de meeste menschen een voortdu rende ergernis zijn en daartoe behoort zeer steil g het artikel brandstof. Over zijn voedsel maakt de mensch zich veel minder druk. Wel weet hij, dat voor een gezoud leven zoo- en zoo veel vet, zooveel stikstof en zooveel koolhydraten in zijn eten behoort te compareeren, maar dat is voor hem meer een zaak van theoretisch belang. 's Middags aan tafel denkt hij aan die verhoud ngen geen oogenblik, maar wel aan de vraag of het eten goed klaargemaakt is en lekker smaakt. Maar de brandstof is een onderwerp van zijn aanhoudende zorg. De reke ning van zijn brandstoffenleverancicr komt hem altoos te hoo™ voor en hij z nt op middelen, om daarop te bespa reu. Geen wonder dus, dat alle pogingen om op brandstof te bezuinigen zijn volle sympathieën hebben. Toevallig is juist Haarlem tegenwoordig het too- neel van deze pogingen. De firma Tol lenaar maakt bezuinigingsinrichtingen voor kachels, ovens en haarden en de heer Voet heeft -er een uitgevonden voor fabrieken en stoomböoten. De Haarlemsche brandstoffenhandelaars mogen wel op hun tellen passen. Een van mijn bekenden, een fabri kant, verklaarde mij met een ernstig gezicht, dat ook hij veel belang stelde in alle denkbare besparingsinrichtin gen voor brandstof. „De tijd zal nog eens komen," zei hij. „dat de brandstof je n et alleen geen geld meer kost, maar dat je zelfs nog geld toekrijgt." En toen ik ongeloovig lachte, zei hij: „geloof je dat niet? Welnu, ik zal je overtuigen. Ik heb in de laatste drie maanden de navolgende aanbiedingen gekregen: Voor een nieuwe soort deur die een besparing geeft van 30 procent. Een nieuw rooster, dat bezuinigt 25 Een nieuw soort schoor steen, bezuinigende 20 Een nieuwe soort schuif die bezuinigt 20 Een nieuw pijpensysteem, dat bezuinigt 10 Te zamen 105 procent, zoodat volgens deze berekening bij het toepassen van al die bezuinigingen te gelijk een overschot van vijf procent zou ontstaan en iemand dus feitelijk geld zou toekrijgen." Ik ben op deze knappe berekening van mijn waarden vriend, zooals men licht denken kan, maar niet verder in gegaan. Ze was me al te geleerd en, zooals men weet. overgroote geleerd heid kan voeren tot razoriiij. Dergelijke becijferingen over kolenbesparing zijn even duizelingwekkend als bijvoor beeld de oplossing zou wezen van deze vraag: „Wanneer er eenige tramconcessies zijn aangevraagd en in geen daarvan schijnt eenige voortgang te zijn, welke tram zal dan het eerst loopen en wan neer?" Ieder voelt dadelijk, dat je bij de op lossing van zoo'n probleem minstens bolvormige driehoeksmeting noodig hebt en logarithmen. De gewone mensch zou immers zeggen: „een tram plan, dat niet verder komt, raakt nooit tot uitvoering," maar die oplossing is natuurlijk onjuist, want waarvoor zijn onze Raadscommissies en is onze Raad er anders dan om er toe mee te werken, dat trams zoo gauw mogelijk aan den loop komen? Evenmin is aan te nemen, dat de eene concessionaris uit beleefd heid zou willen wachten totdat de an dere klaar is. „Gaat u voor „Neen, volstrekt niet, na u!" Zoodat ik maar zeggen wil, dat knapper koppen dan ik zich op dit ge val zullen dienen te oefenen. Ze kun nen dan meteen eens studeeren over de vraag, hoe we ons allerlei boodschap pen aan de deur, die we niet wenschen. van 't lijf houden Met de bedelarij aan de deur, die de hand ophoudt on der voorwendsel van een doosje luci fers te verkoopen, gaat het nogal. Maar daar is de meer gemoderniseerde bede laar. in dit geval bedelares. Zij heeft circulaires laten drukken waarop ver meld staat, dat Catharina Zusenzoo. ..zooals UEd. wel weet," sinds jaren na een zwaren beenbreuk en een daar op volgende hevige typhusziekte. elk jaar tweemaal garen en band bij de liefdadige ingezetenen dezer stad komt aanbieden; voorts dat ze yoorzien is van Engelsche naalden en -roede paarl- moeren knoopen in soorten, dat UEd. kan rekenen op civiele bediening en dat zij hoopt op de gunst en recommanda tie." Ik schenk den lezer de taalfouten, benevens een zalvende spreuk, die Ca tharina Zusenzoo in haar drukwerk inlast, om zoo mogelijk „UEdeles" hart te vertcederen. Natuurlijk heeft „UEdeles" van Ca tharina of van hare onheilen nooit iets vernomen. Ge kunt u ook met geen menschenmogelijkheid herinneren, dat ze met haar negotie vroeger bij u ge weest is, maar zeer wezenlijk en feite lijk is het papiertje dat ze in uw brie venbus heeft gestopt of waarvoor ze u aan de deur belt om het te overhandi gen. De circulaire bevat vervolgens de heuglijke tijding, dat zij (dat wil zee gen de circulaire en niet Catharina) den volgenden dag zal worden terug gehaald. Nieuw geloop naar de voor deur, wanneer dit belangrijke oogen blik daar is. Daarbij wordt de zaak ge compliceerd omdat in den regel de circulaire weg is. Ge herinnert u nog zeer goed. dat ge het papier daar en daar hebt neergelegd en ziehot is verdwenen. Niemand van de huisge nooten heeft het gezien of aangeraakt Toch is het verdwenen, alsof liet hoen tjes gekregen had. En intusschen wacht Catharina geduldig aan de deur, maar ze kijkt zoo onvriendelijk wan neer ge haar het verdwijnen van haar drukwerk bericht, dat ge nolens volens haar een kleinigheid geeft, waarvoor zij „UEdele" hartelijk dank zegt en verder strompelt, vermoedelijk in de hoop, dat al haar circulaires met dit resultaat zullen verdwenen zijn. De vraag is nu: zijt go verplicht, die ongevraagde, ongewenschte circulaire terug te geven? Ik herinner me, dat over een dergelijk geval indertijd een rechterlijke uitspraak is gegeven. Het betrof een boekhandelaar, die onge vraagd boeken ter inzage gezonden had aan iemand, die ze noch houden noch teruggeven wou. Hoe het afgeloo- pen is weet ik niet. De onwelwillend© klant verdiende ongelijk te krijgen, want in elk geval bewijst de boekhan delaar iemand een dienst, zelfs als hij hem boeken ter inzage zendt, die de ander niet gevraagd heeft In Den Haag hebben vele families een paardenmiddel toegepast. Daar kan men gedrukt voor deur of raam le zen, „dat daar niets aan de deur ge kocht wordt en circulaires niet worden teruggegeven." Hoe deze menschen doen met inschrijvingsbiljetten voor liefdadige doeleinden is mij niet be kend, ik hoop dat ze daarvoor een uit zondering maken. Maar in elk geval zal Catharina met haar legendarisch gebroken been, haar typhus en haar garen en band het hun niet lastig ma ken. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 5