Tweede Blad, EES HALYE f EEK lot gedwongen. behoorende bij Haarlem's Dagblad" van Maandag 6 Januari 1002. Nom 56&0 Haarlemsche Handels- vereeniging. Goedgek. bij Kon. Besluit van 12 Nov. No. 22, 1899. De Haarlemsche Handelsvereen. telt thans ruim 650 leden, dat is veel, doch niet genoeg. Elke winkelier, elke han delaar. zijn belang begrijpende, moet zich aansluiten. De contributie be draagt slechts f2.50, terwijl de voor- deelen groot zijn. Rechtskundige adviseurs zijn de hee. ren mrs. Th. de Haan Hugenholtz en H. Ph. de Kanter, Spaarne 94, welke gratis advies in handelszaken geven aan de leden en voor hen gratis optre den in faillissementen. Voor incasso's, door bemiddeling der advocaten gedaan, wordt 5 be rekend. Bankiers der vereeniging zijn de heeren Laane van Bemmel, Kruis straat 51. Alle brieven of aanvragen (ook opga ven voor het lidmaatschap) moeten ge richt worden aa nhet bureau der ver eeniging, 22 Lange Begijnestraat. Het is ons gelukt eene overeenkomst te sluiten, waardoor het mogelijk is H.H. leden nauwkeurige informaties te verschaffen omtrent alle firma's in Nederland. De kosten dezer informaties bedra gen 60 cents per adres, plus 5 cents voor porto, en moeten vooruit betaald worden. aan het bureau. Informatiën naar binnen de stad wonende perso nen gratis. Ruim 650 informatiën en rechtskun dige adviezen werden in het afgeloo- pen jaar verstrekt. In October zijn 51 vorderingen tot een bedrag van /2751.93 betaald; 8 vor deringen worden afbetaald, 10 vorde ringen zijn uitgesteld. Volgens artikel 7 dient het Geheim der Maandlijsten ongeschonden be waard te blijven. H.H. Leden worden er op attent ge maakt, dat pretention, buiten de stad in te vorderen, niet worden behan deld, tenzii ^orto-vergoeding (10 ets.) is bijgevoegd. Het Bureau der vereeniging is geves tigd 22 Lange Begijnestraat en is ge opend iederen werkdag van 's morgens 9 tot 1 en 's middags van 2 tot 4 uur. Dagelijks is een der bestuursleden aanwezig en bereid tot het geven van alle gewenschte inlichtingen en wel Maandag en Vrijdag van 1112 uur v.m., de overige dagen van 34 n.m. Wereldgeschiedenis» De Trans-Siberische spoorweg overtroffen. Per spoor van Pa- rijs naar New-York. De delfstof fen rijkdom van Alaska en Sibe rië. Het drukfoutend'uiveMje bij het ..Berliner Tageblatt' Enge land's ondergang. De TransrSöberische spoorweg is nau welijks voltooid, of men spreekt al weer van een ander groot plan, dat nog reusachtiger is en wel niets meer of minder omvat dian de oude met ue nieuwe wereld! te verbinden over de Behringstraat. Men zou zich dam per spoor van Parijs naar New-York kun nen begeven. De heer Loicq de Lobel, in wiens brein dit grootsche denkbeeld het eerst is opgekomen, heeft den heer André Nède alle bijzonderheden van die uit gebreide onderneming medegedeeld en deze publiceert ze thans in dien „Fi garo": „Het was op mijn eerste reds, in 1898," zeide de lieer die Lobel, „dat ik het plan heb opgevat om een spoorweg aan te leggen dtoor Alaska, de Bahriug- straat en Siberië. „Ik heb mij rekenschap kunnen ge ven van de onnoemelijke minerale rijkdommen, die er in deze woeste stre ken opeen gehoopt liggen, en die bij gebrek aan communicatiemiddelen on gebruikt moeten blijven. „Inderdaad vanaf CircleCity tot de Behringstraat, treft men slechts goud-, zilver-, koper- en kolenmijnen aan, om van andere kostbare delfstoffen nog niet eens te spreken. Het is geen ver schijnsel van de laatste tijden, dat de Araerikaansche mijnwerkers goud wasschen in Alaska. Vooral de streek van dien Yukon is bezaaid meit mijn- kampen. die elk jaar dOor Am2rik firma's, door middel van groote sto( m- booten en rivierschepen van levens middelen worden voorzien. Ongeluk kig is het land 8 van de 12 maanden ontoegankelijk, daar de thermometer er dan daalt tot 60 gr. F. onder nul. „Sedert de ontdekking van de ie- roemd'e Klondike-placers in 1897 had eene Amerikaansche handelsvennoot schap de stoutmoedigheid een spoorweg te maken over de „Wlute- pass", om aan de mijnwerkers die moei lijkheden en de gevaren van den „Chilkoot-pass" te bespraren. Laatstge noemde pas was tot op dat tijdstip die eenige toegangsweg tot hot land'. Toen deze lijn eenmaal gereed was, heeft Klondike zich reusachtig ontwikkeld en 't verkeer heeft zulke groote afme tingen aangenomen, dat binnen twee jaren de kosten van aanleg vergoed waren. ..Weldra zal deze spoorweg doorge trokken zijn tot Dawson-City en de grens van Alaska, waar wij ons eerste traject kunnen openen. Men verze kert, dat een andere spoorlijn spoe dig Dawson met Vancouver op Cana- deesch grondgebied zal verbinden. De goudproductie van Klondike 1 eelt sinds 1897 het fabelachtige cijfer van tweehonderd zestig millioen francs, bedragen, d. i. pl. m. hon derd vijf-en-twintig millioen gulden, 1901 niet inbegrepen. ,,Op 't oogonblik produceeren ver schillende belangrijke centra van Alas ka goud, en ik geloof, dat de aanleg van de spoorlijn duizenden werklie den hierheen zal voeren, die de kosten van de exploitatie zullen verminderen. Op 't Voorbeeld van DawsonCity, zullen weldra overal steden verrijzen, waar nu slechts kampen worden aan getroffen en te oordeelen naar het aantal stoommachines, die naar Klon dike worden uitgevoerd, durf ik zonder vrees beweren, dat binnen eeni ge jaren Alaska in even bloeienden toestand zal verkeeren als Britsch Co lumbia. „Maar opdat deze spoorweg zoo nut tig mogelijk zal zijn, moet hij verbon den worden met de kusten van Sibe rië. Vandaar dat men op het idéé ge komen is van een veerpont door, of een tunnel ondier de Behringstraat. Binnen eenige maanden zullen wij de voordeelen van de beide systemen hebben overwogen en dan een keus doen. „Wat ik u heb gezegd van de ontwik keling van Alaska geldt evesneens van Siberië, waar wij de voortzetting heb ben gevonden van de goudlagen in Alaska. „Mijn plan is om den Trans-Siberi- schen spoorweg te bereiken in de om streken van Irkoutsk, aldius een bocht beschrijvend) van de Oostkaap naar 't Baïkal-meer. Daar zal onze vereeni ging met de Siberische lijn. ons ver oorloven, in Europa te komen, en het denkbeeld! van de reis om de wereld in denzelfden trein zal verwezenlijkt zijn. „Het is overbodig te zeggen, dat on ze treinen zeer weelderig ingericht zul len zijn en men er al de gemakken zal aantreffen, die de Amerikaansche spoorwagens aanbieden." De heer De Lobel voegde er aan toe, dat hij in Rusland evenveel medewer king zal ondervinden als in Amerika, om de zware taak die hij op zich heeft genomen tot een goed einde te bren gen. De redactie van het „Berl. T." is door booze droomen gekweld gewor den. Het drukfouten-duiveltje spook te voor haar oogen; de schalk zou 0. a. de volgende telegrammen in de krant hebben gebracht. Londen, 31 Dec. (W. T. B.) En geland' heeft zich bereid verklaard, het commando zijner troepen op ie -jagen aan De Wet en met de pacificatie an Transvaal de keizerin-weduwe van Chi na te belasten. Parijs, 31 Dec. (W. T. B.) Sarah Bernhardt is besloten Esterhazy haar hand te reiken zoodra heit Fransche eere-gerecht gerehabiliteerd is. Rome, 31 Dec. (W. T. B.) De Mi nister van Buitenlandsche Z. legde in zijne gisteren gehouden rede in de Ka mer grooten nadruk op de bestaande vriendschappelijke betrekkingen met alle buitenlandsche Meisjes (Madchen voor Machte). In het „Tageblatt" wordt een over zicht gegeven van een artikel van den Russischen generaal Dragomirof, een beroemd tacticus, vijand van Enge land, die daarin den ond-i-gang van dö politieke macht vam dlat rijk be schrijft. Veel nieuws leest men er niet in. Dat Engeland doodslaat met t gelaat van den Farizeëer en zijn dorst naar geld bemantelt met schoonschijnende spreu ken, als: wij handelen alleen in 't be lang der menschheid en beschaving, dat weten we nu wel. Maar toch is er waarde te hechten aan de profetie van een vermaard oorlogsman als de Rus sische generaal, die de onderdrukking van Ierland, Britsch-Indié en nu weer Z.-Afrika a-llerbedenkelijkst in haar halsstarrigheid vindt; die in Enge- land's verblinding gelijk hij 't noemt een zeer veeg teeken ziet. Met de beminnelijke nederigheid hem eigen,, moet Joe Chamberlain eens heb ben gezegd: „Och, het rijk blijft be staan, al mocht ik doodgaan." In een puntdichtje in een der Brit- sche bladen wordt daarop geantwoord,: „Ja, dat weten we. Maar of het rijk wel zal blijven bestaan, wanneer Joe lang blijft leven, dat zouden wij wel eens willen weten." Ook deze week moest het overzicht van Woensdag wegens het Nieuwjaars feest achterwege blijven. De plaat van „de Groene". Een zeer aantrekkelijke en interes, santé karakterschets in „De Holland- sche Revue" ditmaal. De karakter schets van den door heel ons land be kenden Joh. Braakensiek. „Ga Zaterdagsavonds maar eens naar een sociëteit of koffiehuia „Aanneme, geef me de plaat van de Groene eens." „In handen, meneer." „Zal je hem dan voor me bespre ken?" Vier, vijf hoofden zitten er aan een ander tafeltje over gebogen, of hij gaat daar van hand tot hand. Ook vangt men wel eens brokken van gesprekken op: „Hebt je de plaat van Braaken siek al gezien?" „Nee, nog niet." „God. kerel, die is van de week weer zoo goed. Nee, die moet je- zien! Hoe komt de vent er toch aaii?" En loop dan Zaterdagsavonds eens door de verlichte Winkelstraten van de stad. Ziet men dan voor liet raam van een sigarenhandel een klompje kijkers staan, die dringen en wachten om voor aan te komen, om ook eens een goede beurt voor het glas te krijgen, terwijl er anderen met een lach weggaan, of elkander waardeerende of bewonderen de opmerkingen toevoegen wees dan zeker, dat Braakensiek's plaat er ach ter de glazen hangt. Zoo houdt Braakensiek iederen Za terdag du'izenden mienschen in het land bezig, geeft hij ze enkele oogen- blikken van kijkgenot, vormen hij en de voorstelling van zijn plaat de on derwerpen van honderde gesprekken, verschaft hij ze op reis, in de huiska. mer, in de sociëteit, op straat, en 'in het koffiehuis een kleine afleiding voor hunne gedachten, en laat hij ze even lachen over een malligheid onzer pu blieke personen, of doet hij de wreed heid, zotheid, domheid, ijdelheid en onredelijkheid in hun handelingen met striemend sarkasme even zien. Twee-en-vijftig maal in het jaar is Braakensiek op die manier voor enke le uren de meest besproken Nederlan der: bij den man op straat, die zijn plaat voor den winkel ztiet hangen; bij den societeits- en koffiehui9heer, die ook wat in dei politiek liefhebbert; bij den Minister en het Kamerlid, die zich geparodieerd op de prent terugvinden; bij het overige groote publiek, dat die gebeurtenissen in binnen- en buiten land van hooren-zeggen kent, en nu op zijn platen een voorval, een stem ming, een handeling of een gebeurte nis, waarover het ook wel eens iets ge hoord heeft, in enkele figuren duide lijk toegelicht en door den humor of het sarkasme der teekening bekriti seerd vindt voorgesteld. Aldus teekent Frans Netscher de be- kendhoid van Braakensiek. En over Braakensieks jeugd vertelt, hii: Johan Gram, die hem zeer goed schijnt te kennen, heeft van hem ver haald dat, hij als zoon van een uiterst bekwaam aardrijkskundig teekenaar, wiien het niet voorspoedig ging, slechts tot zijn elfde jaar de school bezocht, waar hij, ook tengevolge van ongenees lijke doofheid, zeer achterlijk gebleven \\r. Ciivj het In-ren be:n nu m i 1 i j k af des te grooter was zijn aanleg voor het reekenen. VaJi allerlei, wat zijn oog zag of zijne verbeelding hem voortooverde, op hot papier te brengen, was het eeni. ge wat zijn hoof en hand bezig h'ield en wat zijne roeping beslist openbaar de. Men zond hem dan ook tweemaal per week ter teekenschool bij den kerk- schilder Tetar van Elven, waar echter het gebrekkig toezicht oorzaak was, dat de jonge kwêekeling te geringe vorde ringen maakte en dat op zijn aanleg te weinig gelet werd. Zoo verspilde de jongen veel tijd en zwierf op straat, onbewust van alles in zich opnemend, wat later zijn vruchtbare teekenpen verrassend open baren zou. Zijne vlugge en gemakke lijke gave van teekenen, bezorgde hem een baantje aan een modewinkel, waar hij patronen voor sous-taclie en bor duurwerk toekende en bij dien eento- n'igen arbeid meermalen naai- een vrij oogenblik smachtte, om zich aan de dingen, die hij bij voorkeur op bet pa pier bracht, te mogen wijden. Woeste gevechten en overvallen uit den toen losgebarsten Fransch-Duitschen oor log. hartroerende militaire tafereelen op het slagveld, moord en doodslag wa ren de geliefkoosde onderwerpen, waarmede hij elk papier, dat onder zijn bereik kwam, volteekende. Een gelukkig toeval bracht den va der van den jongen teekenaar in aan raking met wijlen Martin Kalff, den welbekenden redakteur van het „Am. sterdamsche Handelsblad". Deze, nml. Martin Kalff. zou een be schrijving van een wandeling door of om Baam voor een der bladen leve ren, en Braakensiek's vader zou er als kaartteekenaar een schets van den plattegrond bij maken. Om over dit werk te spreken, vervoegde Kalff zich ten huize van den ouden Braakensiek, waar hij in de kamer eenige teekenin. getjes van den jongen Braakensiek zag leggen. Drommels zei Kalff dat is mooi, dat leeft. Wie heeft dat getee- kend? Mijn jongen. Daar staat hij. Hoe oud is hij? Vijftien jaar, niet waar Johan... Vijftien en een half, vader! Gaat hij op teekenen? Ja, bij den ouwen Tetar van El ven. Johan komt later bij mij in de zaak. Och, kom! Dat mag niet. Je jon gen heeft te veel talent. Hij moet naar de Akademie. Laat mij eens begaan. En Kalff hield woord. Hij klopte dadelijk bij den toenmali- gen Direkteur der Rijksakademüe, den heer De Poorter, aan, ten einde diens oordeel over de schetsen en komposi- tiën van den jongen teekenaar te ver nemen. De d'irekteur, wien al die schet sen en boetades van den jeugdligen op merker werden voorgelegd^ weigerde eenvoudig te gelooven, dat die'rijke oogst het werk was van een vijftien jarige, die perspektief en anatomie am per bij naam kende, en om wiiens op leiding zich niemand bekommerd had- Toen bleef voor dezen Thomas geen ander overtuigingsmiddel over, dan dien jongen, slechts met potlood en pa pier Uitgerust, op te sluiten in een ver trek, en hem daar een of ander ondier- werp op te geven. De Dir. werd' over tuigd, erkende hier een buitengewonen natuurlijken aanleg en verleende zijne medewerking om een zooveel beloven- den kweekeling de deuren der Akade- mie zoo gemakkelijk mogelijk te ont sluiten. Om hem de kans op slagen voor het toelatingaeixamen gemakkelijker te ma ken, nam hij den jeugdigen Braaken siek onder zijn persoonlijke leiding, gaf hem eenige maanden kosteloos les. en smaakte toen het genoegep. hem bij den nieuwen kursus te zien- slagen. Nu was hij op de Akademlie. Dit is zijn redding en behoud voor de toekomst geweest. En Martin Kalff was dusYijn redder geworden. Wat er zonder deze toevallige tus- sclienkomst van dien heer Kalff van Braakensiek geworden zou zijn, is na tuurlijk niet met zekerheid" te zeggen, maar dit staat toch vast. dat hij zich hoogstwaarschijnlijk niet ontwikkeld zou hebben tot den bekenden teekenaar die hij nu is Zelfs heeft hij een oogenblik het ver langen gekoesterd, om tooneelspeler te worden; zjjn z!in voor typeering en be weging, waardoor zijn platen zich nu nog kenmerken, dreef hem wel oemigs- zins dien kant op; maar gelukkig heeft hij nog intijds ingezien, dat hij de ove rige vereischten om een goed acteur te worden, miste, terwijl zijn liardhoo. righeid voor deze carrière ook een be l.'i^cl zon zijn geweo>t En zijn gezond verstand en zijn zelfkennis hebben hem dus nog voor een groote levensdecep tie behoed. Ook zou er kans geweest zijn, dat hij een eenvoudig, onbekend kaartteeke naar zou zijn geworden, want vóórdat Martin Kalff zich voor hem interesseer de, had zijn vader immers al bij zich zeiven besloten hem in zijn zaak op te le'iden. Maar de tusschenkomst van den heer Kalff heeft hem ooit daarvoor behoed en daan'an gered. En naast de karaktereigenschap der eenvoudigheid mogen we ook die der dankbaarheid op het debet van den heer Braakensiek stellen, want wat de heer Martin Kalff in dit opzicht voor hem gedaan heeft, wordt door hem nog immer in erkentelijke herinnering gehouden. Eenmaal op de Akademie heeft hij rijf jaar getrouw de lessen gevolgd en hij herdenkt thans nog dankbaar wat hij aan het onderwijs van Professor Aug. Allebé en B. .T. Wijnveld verplicht £s. Terwijl hij daar studeerde, teekende hij in zijn vrijen iijd om geld voor an deren, ten einde zijn vader, die gaarne alles voor hem zou opgeofferd hebben, niet tot te zwaren last_te zijn. Professor Allebé- wist, dat het jaar- lijksch kollegcgeld' van hem of zijn va der een zwaar offer eischte. Om hem daarin tegemoet te komen, zoo wist de heer Ross ng ook te vertellen, vroeg hij den leerling kort voor den nieuwen kursus of hij eens eenige teekeningen medebracht, in zijn vrijen tijd ge maakt. Johan Braakensiek kwam den vol genden dag met een geheele porte feuille. Professor Allebé zocht er drie uit en vroeg of hij die voor 100 koopen mocht. „Heel graag, professor!" zei Braa kensiek. De professor kocht de teekeningen voor den heer Willink van Collen, en Braakensiek had geen zorg meer voor de f 100, vereüscht voor het volgende studiejaar. Tot de teekeningen in zijn vrijen tijd gemaakt, behooren o.a. vele schouw burgbiljetten voor het Théótre G. Prot en Zoon. Professor Allebé verzocht steeds er een te mogen hebben, die hij trouw bewaarde. Minder examens. Evenals te Amsterdam en te Utrecht, wil men te Rotterdam een vereeniging oprichten om vermindering van exa mens te verkrijgen zoowel bij het uit- gebreid lager en meer u'itgebrejd lager onderwijs, als bij de middelbare scho len en gymnasia. Stadsnieuws. Aan gespoel d. Het lijk van de op zulk eene noodlottige wijze om het le ven gekomen schippersknecht Bos is Vrijdag onder de gemeente Woerden drijvende gevonden. Geslaagd voor het examen Boek houden, gehouden van wege de Ver eeniging van Leeraren in het Boekhou den te Amsterdam en 's Gravenliage de heer G. J. van der Heijden en me»j. Th. A. J. J. W. Geers, beiden alhier. Binnenland. Voor de Boeren. De Haagsche Pro Boer Vereeniging heeft groot succes met haar te houden internationale kunstveiling. Reeds meer dan 360 toezeggingen van IIoll. beeldend© kunstenaars zijn ingeko men. Hoewel de verzending der uitnoodi- gingen tot deelname naar het buiten land pas begonnen is (tien duizend Fransche en evenveel Duitsche circu laires moeten verzonden worden) kwamen reeds vele toezeggingen bin nen, waaronder een aantal met typi sche bijschriften, het groote enthou siasme voor de Boeren duidelijk uit sprekend, o.a. van een schilder uit München. Bij den voorzitter der Ned. Zuid- Af r. Vereeniging, den lieer G. A. A. Middelberg, kwam Vrijdag een giftin groot f 1000 van Q. Q„ ondier het mot to: „Der Boeren volharding stemme velen tot steun voor het lijdende Afri ka. Leve de Boeren. Transvaal en Oranje-Vrijstaat De „Standard" verneemt uit Brus sel: „De Nedieriandsche minister van buitenlandsche zaken heeft een lang onderhoud gehad met den voorzitter van de Nederlandsch- Zuid-Afrikaan- sche Vereeniging in zake het overbren gen van vrouwen en kinderen van Boeren uit de concentratiekampen naar Nederland, liet gesprek luul u-n gevolge, dat hot plan als onuitvoer baar voor goedl opgegeven is." Dezelfde correspondent meent weer to weten, dat mevrouw Stoijn binnen kort in ons land verwacht wordt. Inbraak. Tusschen 3 en 4 uren Donderdag nacht werden de gezusters Davids, die een winkel in fijne vleesch- en poe lierswaren hebben aan den Stations weg te Rotterdam, gewekt door ge stommel in den winkel. Opstaande en naar den winkel gaande, troffen zij daar aan den hoofdagent H. Hoefna gel en den agent van politie van der Werff, niet twee door hen gearresteer de personen, waarvan er één in dein winkel had ingebroken, terwijl de un der op de straat tegenover den winkel was gegrepen, waar hij op den uitkijk stond om ingeval van onraad te waar schuwen. Toen de heide agenten dien uitkijker, een knaap van 15 jaar, gre pen, zagen zij tegelijkeriijd aan de overzijde een man door het tuimel raam in den winkel van de gezusters Davids wippen. Die man, een 25jarige varensgezel, was daartoe geklommen op een hekje als afsluiting tusschen twee winkels, in de portiek aange bracht. en toen hij zich daarna door het opengemaakte tuimelraam naat binnen werkte, brak hij tegelijkertijd den verklikker van de deurschel af. Ic den winkel gekomen, was zijn eerste werk de knippen van de winkeldeur te schuiven, opdat hij later gemakke lijk zou kunnen vertrekken. Daarop brak hij de toonbanklade open, doch vond deze ledig, zoodat. toen de bedde agenten inmiddels door de winkeldeur waren binnengekomen, er nog niets ontvreemd was. De beide gearresteerden zijn op het politiebureau in bewaring gesteld. Lakker beetje. Een ingezetene to BI ij ham kocht de zer dagen een haas tegen 25 cent per pondL liet beestje werd geslacht, en wat bleek toen? Achter in de lichaam.-», holte was het dier gevuld met bijna een pond tin en lood. Bij een vechtpartij op don Broekheumerweg te Enschede is de vrouw van J. H. A. aldaar le vensgevaarlijk verwond. Ook de man zelf bekwam een ernstige wond aan de hand. I)e politie heeft de vermoede lijke dader aan gehouden. Onderwijs. Da zaak-Ter Laan. Op het verzoek om adhaesie to betui gen in zake het verzoekschrift van don heer K. ter Laan aan' den gemeente raad om verlof als hoofd eener school tengevolge van zijn Kamerlidmaat schap, heeft do afdecling II van het Ned. Onderwijzersgenootschap met ol- gemecne stemmen een motie aangeno men, hierop neerkomende, dat doo» haar geen adres ter ondersteuning zaói wordenp ingezonden, uit hoofde zij meent, «lat de mogelijkheid niet i6 uit gesloten, dat het onderwijs aan de school schade zal lijden, indien een regeling wordt getroffen, zooals de heer Ter Laan wonscht. Da leerplicht in Amsterdam De heer P. Jongejan, schoolhoofd to Amsterdam, geeft in het „Hdbl. een, overzicht van de resultaten der leer-, plichtvvet in Amsterdam. Hij komt tot de conclusie, dat in do wet zelve do oorzaak ligt, waardoor zij in groo te sleden vooral, zoo weinig uitwerkt. Ook is het groot getal vrijspraken door den kantonrechter hier van niet weinig invloed- op. Rechtszaken. Ontrouwe postbeambten. Vrijdag verschenen voor de recht bank te Amsterdam de twee postbeamb. ten. die zich meester maakten van den inhoud van een uit Pretoria aan hot adres van d n heer Kampfraath te Am sterdam verzonden brief, en de op brengst verteerden. De brief hield iu Feuilleton. ïïot Naar het Duitsch. 16. Toen zij echter aan de smalle, stee- ruen trap kwam gaf Hilde haar aan den jongen man over, gedeeltelijk om vooruit te snellen en boven licht aan te steken, gedeeltelijk om dat het zoo nauw was, dat slechts één persoon de slanke gestalte kon dragen. Boven gekomen nam men hem echter de nog half bewuste- looze weder af en beduidde hem in die woonkamer to wachten tot hij geroepen werd. In de slaapkamer er naast was het nu een half uur zeer levendig en druk, af en toe sloop eene van de twee schilderes sen hem voorbij de trap af om be neden in de keuken iets te halen of gereed te maken. Men wierp hem dian een woord van troost toe, „het ging heel goed, d'e zieke werd zicht baar beteir". Eindelijk werd hij bij haan.' toe gelaten en vond haar in een stoel misten .alti jd nog niet minder bleek dan het witte kussen waarop het zwakke jonge hoofd rustte, maar toch niet mieer met diie angstige uit drukking zooals in de boot. Zij opende de oogen toen. Wilm bij haar ging zitten en hare hand vatte' die ijskoud was. Hoe gevoel je je nu, mijn zoet meisje? vroeg hij. Goed. Maar moeder zij zal in doodelijken angst zijn! Ik heb hlaar reeds geschreven, j Hier, kijk malar! Ik heb haar gezegd dat wij niet haddien kunnen terug- komen, maar hier gelukkig aan wal zijn gekomen en door twee be-j minnenswaardiige dames allervrien delijkst zijn opgenomen. Morgen, als de storm bedaarde, zouden wij terug komen. De- brief geef ik aan Francesco mede om hem nog heden vóór den nacht aan je moedler te brengen1. Wees maar zondier zorg. Laat mij je pols eens voelen, liefste! Zij was reeds wedter in hare halve sluimering teruggezonken toen hij de slagen van haar bloed telde. Koorts heeft zij niet, fluisterde hij, toen Otti met een dampend' kop thee. van beneden kwam. Het is al leen een hevige zenuwaandoening! en ik wenschte wel dat ik er iets 'te- gen kon doen. maar oen apotheek zal wel niiet te bereiken zijn. Neen, antwoordde Otti, die woelde kent men niet aan den Oos-| telijken oever van het Garda-meer, maar misschien vindt u wel iets (fat u gebruiken kunt in Hilde's reisapotheek. Zij haalde snel het kistje dat tot niu toe slechts eens geopend was geworden. Fame us 1 zeide de jonsp doktert D-iar is phenaoetin-poeder. Meer heb ik niet rnoodtig. Nu hoop ik dat zij rustig zal gaan slapen, dan is mor gen alles weder in orde. R;; liet de patiënte toen over aan d'e ee<ne arti9te. terwijl do andere hem naar beneden naar de keuken vergezelde om daar voor avondeten te zorgen. Hij zelf zocht Francesco op, overhandigde hem den brief voor mevrouw Marie in Gardone en drukte hem op het hart on middellijk den terugtocht te on- dtefrnieniien. Daarbij gaf hij hem oen tien-l ires-stuk en beloofde hem dezelfde douceur als hij. zijn bood-, schap snieil en stipt iritvoeztte. Deze knikte voor antwoord, stak het papier en het goudstuk bij zich en boson toen hot touw, waarmedeJ de boot aan de paal was bevestigd, los 'lie maken. Nauwelijks had ech ter Wilm den rug gekeerd of hij knoopte het opnieuw vast en ging toen met levendige gebaren naar een groep jonge schippers, die naar het zco onstuimige waiter keken. Hij vertelde hun wat diie gekke vreem deling van hem vergde. En al had hij hem in plaats van tien, honderd lires gegeven, zijn leven en zijn vrouw en kind waren hem meer waard. Hij had zich genoeg moe ten isJfbeuk ii om het tot hier te bren gen en voor dat hij fcerug ging zou hij eonab gaan slapen om versche krachten op te doen. Men vond dit alles heel verstan dig en natuurlijk, en zoodoende kwam de boodschap die het ang stige moederhart moest gerust stel-! len. dien d?" niet tot hare bestem-' ming. Oiid)ai»tiusschon hadden de vrien dinnen zich beven in huis wel moe Lte gegeven om de woon- en eetkamer feestelijk en gastvrij in te rich/ten. Over d'e tafel vóór de canapé was een sneeuwwit servet gelegd, waar op een groote met sf/roo omvlochten flesch stond, midden tusschen ver scheidene schotels, die den gehcelen in 't huis aanwezigen voorraad eet waren bevatten; ten eerste een half brood, zeker hard genoeg, want het was reeds zeven dagen in huis. dain ee.n bord met groote roodO schij ven naar knoflook ruikende Sala mi een schoteltje waarin1 nette stukken van de beroemde tonijn in olie zwommen, eindelijk drie eieren die de huisvrouw met heel veel moeite van een buurvrouw had we ten machtig te worden. Dit smakelijke stilleven zag er aanlokkend' genoeg uit voor een; gasc, die gedurende verscheidene! uren tegen den storm en de golven had moeten strijden. Ook werd het aardig verlicht door een petroleum-1 bampje mei groene kap en twee in fleeschen gestoken kaarsen, die op den' rand van, den. schoolsteen ston- d'-n. Twee andere op soortgelijke! kandelaars boven op de commode waren eigenlijk overbodig. Hilde had er echter op gestaan zich nu die onverstandige weelde te veroorlo ven omdat het tweede lampje op de tafel naast de zieke niet kon ge mist wonden. Wilm bleef met een uitroep van; Italiaansche worst van ezels- vleesch. ongehuichelde verbazing steian toen hij bij het binnenkomen deze fees telijke toebereidselen aanschouwde. Otti die juist de vierde kaars had aangestoken, kwam hem lachend tie gomoet en zeide. hem d'e hand reikend: Braaf ,dat n ons de eer! aandoet mijnheer Wilhelm Loren- zon. als ik den naam goed verst can hob, (Wilm Lornsen, verbeterde hij' snel, onaangenaam herinnerd aan de noodlottige verlovings-annonce} u moet het maar voor lief nemen,, twee arme schilderesjes hebben niet! beter en San Vigiiio is nog niet zoo geciviliseerd, dat er een delicates sen winkel is. waaruit men al het' noodigo kan laten hnlen als er on verwachts gasten komen. De hoofd-, zaak is datuwe lieve maar wat is zij eigentijk van u? Zuster nicht vriendin verloofde? Die vraag bracht hem oen oogen blik in verlegenheid. Hij mocht Stina niet meer zijne verloofde noe men on toch kon hij de vreemde verhouding zoo maar niet met een onkel woord zoo gauw uitleggen. Twee jaren geleden hebben wij; ons met elkaar verloofd, zeide hij eindelijk, maar na lange scheiding hebben wii elkander eerst heden-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 5