De wijde wereld in.
SCHAAKSPEL.
Sprookje naar liet Duitsch
Het kuikentje had cie eierschaal
opengestoten en keek verbaasd om zicli
heen.
Door de reet van de deur van het
kippenhok viel een smalle gouden zon
nestraal en duizenden fijne stofjes
dansten daarin op en neer.
..Wat zou dat zijn?" vroeg het kippe
tje en liet de kleine ronde, zwarte oog
jes in 't rond dwalen.
.,Ons tehuis", antwoordde de oude
kippen-moeder en trok en rukte ijverig
de hooisprieten van het nest bijeen,
want ze was een ordelievende natuur,
„dat. strekt zich uit van ons hoekje tot
de deur toe"-
..En wat ligt daarachter?" vroeg het
kippetje verder.
..De Wereld," gaf de oude daarop
terug, ..maar daarmee heeft een fat
soenlijke kip niets uit ie staan. Men
pikt zaadjes op en gaat dan naar huis
terug, want - ..Oost west. thuis best."
..De wereld." herhaalde het kuikentje
nadenkend. ..en wat ligt daarachter?"
.Daarachter, daarachter?" klokte de
oude korrelig, want ze wist niet wat
daarop te antwoorden, en het heeft al
tijd iets beschamends, dat te moeten
bekennen. Hoedwaas, dat te vragen!
Ik heb me daarover nooit bekommerd.
..Maar het is toch interessant", piepte
't jonge kipje schuchter. I „p
zijn
Toen ging het. kippetje vermoeid
rde
r ny di
ode l'lt
avstige
arken,
arken
1 kr
1 weide was h'ct vol
euien en zingend vin
bijen af en aan.
is dat leven?"
mi genieten." bromde
de
ten der comniunieeerende vaten en
van dien evenwichtstoestand van vloei
stoffen waren d,'en uitvinder niet be
kend en natuurlijk bleek ook dit pre-
petuuni mobile een onzinn'g ding.
Wetenschap.
Het mechanisch vermogen in
de natuur en zijn
exploitatie.
Het vraags'uk van het waarschijn
I lijk uitputten van den steenkolen-voor.
i raad op de aard© binnen een niet ver
j verwijderd tijdstip, heeft, in de laatste
I jaren het onderwerp uitgemaakt van
talrijke besprekingen. In aansluiting
i hieraan is een brochure, openbaar ge-
v|jn J maakt door de Urania Gesellschaft"
I te Herlijn, onder den tijtel ..Die He
up uit de geurige kelk der
grasbloemen ..Wij maken honig éii
werken en genieten van onzen arbeid
en van de schoone natuur. En dan
slapen we eindelijk in onze lievelings
bloemkelk en rusten zoo uit van de
vermoeienissen. O. dat is heerlijk.
dat rusten'" In Scientific American komen eeni-
'..(iolonf iiaar niet!" zeide de vlin-1beschouwingen voor. waaraan het
dor, die vladderend om de bloem vozende ontleend is.
heenvloog. „Wij rusten maar kort.
Dan kust de zon ons weer wakker, en
dan stijgen we lustig en geheel ver-
frischt opwaarts."
„Och," fluisterde hef, kippetje ge
lukkig, „en wat .-wordt ik nader
hand?"
..Dat weet ik niet." zeide d>
der. „Ik was vroeger een onóoge'lijke
dikke, leelijke rups, en toen ik wak
ker werd vloog ik als lichte, bont ge
kleurde kapel door de blauwe lucht.
Misschien wordt ge wel "een vogel en
van veel be
dui eressant! Ge zijt wel zeer mo
dern! In mijn tijd waren er geen inte- naderhand!
ressante vraagstukken. Men boog en j.;,, clrooi
klokte en legde zijn eieren en daar
mede basta!"
kunt ge dan de schoone. wijde wereld
invliegen on kon en in landen, waar
de hemel altijd blauw is on de zon
altijd schijnt
„o. b,.e heerlijk!" riep het kippetje
en keek naar de stralen der zon. die
juist als een gloeiend roode hol ach
ter de toppen der hoornen schuil ging.
zamerhami werd het donker en
Maar liet kippetje lette er niet
Naderhand zou het zoo heerlijk
warmte en altijd lichtja
zon.
nd liep het met de ver
moeide beentjes verder de wereld in.
in zalige mijmeringen verzonken.,
Den volgenden morgen trippelden de
jongen rond op de plaats: ze kregen
buigles.
..Zietzoo! Men buigt zich en pikt
op den grond' klok. klok- Let nu
op. wat ik zeg! Die een zaadje vindt
of een wurmpje mag het opeten!"
En allen bogen en pikten, dat het
zand opvloog.
En is dat nu het leven buigen
en pikken anders niet?" vroeg het
kippetje.
„Voor kippen, ja." antwoordde de
haan. ..Hanen kraaien en vechten ook
kikeriki!"
..En gaat. dat dag aan dag zoo door.
altijd hetzelfde?"
..Natuurlijk totdat men in de keu
ken van Mijnheer en Mevrouw terecht
hornt."
En dan?" vroeg 'l kuikentje nieuws
gierig.
„Dit 'is een zeer diepzinnig vraag
stuk." kraaide de haan, „maar 't is
onvrouwelijk; alleen hanen hebben t
recht te philösopheeren."
Daajrop rekte hij zijn hals uit. keek
trotsch rond en klapte met de vleugels.
..Bevroren." zeide de kleine knaap
rwijl iiij het kleine diertje opnam
ALLERLEI.
Glazen huizen.
Tegenwoordig kan men zonder veel
bezwaar glazen huizen bouwen; want
in Silezië wonen glasfabrikanten, die
glazen steen en maken, voor ieder
bouwplan geschikt. Zij hebben veel
op andere steenen voor. daar zij in al
le vormen gemaakt kunnen worden,
het licht doorlaten en sterk en goed
koop zijn. Waar men veel licht noodig
heeft, als in fabrieken, broeikassen
enz., zijn zij zeer gemakkelijk.
„Ga de wereld toch in." raadde de
oude raaf. die gekortwiekt op de plan.* s
rondsprong. ..Daar krijgt men nog eens
iets te hoonen en te zien. Men leert er
denken en de dingen doorgronden.
Och. als ik maar niet kreupel was.
„Weet men daar alles? Ook wait daar
achter ligt en wat er later gebeu- f°"
„Ja. daar weet men alles," kraste de
raaf. „Zoek daar maar iemand op. die
u helpen kan."
'Toen ging het kippetje die wijde we
reld in
Het liep dwars den tuin door den weg
op. Wat was 't daar wonder mooi! Wit
te, rood© en blauwe bloemen knikten
van rechts naar links, en de boomen
lieten hunne takken naar omlaag han
gen. Het grindt schitterde in de felle
zonnestralen.
..Ga maar naar den mol," gonsden de
muggen, die vroolijk in de lucht op en
neer dansten: ..die leeft altijd alleen en
kluizenaars gaan door voor bijzonder
wiis."
Maar de mol was niet best te spreken
hij was wat uit zijn humeur.
„Dwaas gepraat." bromde hij en
stak zijn langen neus even buiten zijn
hol. „wat het leven is. vraagt ge? Tob-
ben, zwoegen, eene aaneenschakeling 1
van ergernissen en verdriet, he-t ge-
heele leven door. gij domoor!"
„En dan?" vroeg het kippetje be
dremmeld.
..En dan? En dan?" spotte de oude
mol, „Dan zal de tuinman niet zijn
spade komen, mijn hoop doorsteken en
mij bij het onkruid in den hoek
gooien."
„En is dat dan 't einde?" vroeg het
kuikentje bedroefd.
„Domoor!" bromde de oude nijdig en
kroop dieper in zijn hol.
„Wat het leven is?" gonsden de vlie
gen van één dag, die vroolijk dansend
boven he tkabelend beekje zweefden.
„Genot, spel en dans. Kijk. hoe mooi de
zon schijnt en hoe lief de kleine
golfjes spelen. Och, wat is het leven
schoon!"
„En morgen?" vroeg het kippetje
verder.
„Morgen? Morgen? Wij' kennen
geen 'morgen. Alleen liet heden. We
leven maar één dag en zijn geluk
kig."
„En dan?" vroeg het kuikentje
angstig.
„Och, wie denkt daar nu aan
gonsden de vliegen en dwarrelden
lustig rond.
c hanisch e Natürkra ft
teekenis.
Op eene heldere en populaire wijze
wordt daarin een betoog geleverd over
geleidelijke aanwending van de na
tuurkrachten van af het Assyrische
waterrad uit dé oudheid tot de Niaga-
ra-installaties en de Parson's stoom
turbine. Men het ft. uitgerekend, da:
de hoeveelheid in Engeland's bodem
aanwezige steenkool nog slechts hoos-
stens 200 jaar voldoende zal ziin i
dat hoewel de koolbeddingen in de an
dere rijken van Europa nog niet tot
die grondigheid geëxploiteerd worden,
als dit in Engeland het geval is. oo'
daar reeds de eindelijk© uitputting Is
te voorzien. Het totale verbr.,ik is
thans ongeveer 600 miljoen ton per
jaar, overeenkomende met een ïiih nd
van 500 miljoen kul). M. Aannemende
een jaarlijksche toeneming 'n hel r
bruik van 5 pCt. welk cijfer thans o li
ter reeds overschred/en wordt, kom!
men tot een hoeveelheid over de Rv n.
woordige eeuw berekend, die g. k
zoude staan met een kubus met es-, j-.i
de van tien mijlen.
Al is dit nu wel geen zaak van nmn.i-
dellijk belang, moet toch niet uit Int
oog verloren dat. in aannn.' og ne
mende den toekomstigen indu-'rh Ion
toestand der wereld, groote veranda,
ringen zullen plaats vinden, en dai
landen, die tot nu toe hun ntwikke-
lïng hadden te danken aan de iiit.-i-
breidheid van hunne natuurlijk0 u
nen, ach;er zullen gaan s'aan o.j ote.
waar de kracht uit and° n In :-L
wordt verkregen.
Bij de beschouwing der natuurlijke
krachtbronnen ziet men. dat in werke
lijkheid de eenige die naast de steen
kool in aanmerking- kan komen, \va.
terkracht is, die dit op de steenkool
voor heeft, dat zij altijd aanwezig zal
zijn. De zon verzamelt het water van
den Oceaan op de bergen en als ge
volg van de wetlten der zwaartekracht
vloeit het weder naar beneden en
vormt daardoor een altijddurende^ cir
kelgang van beweging, die niet aan uit
putting is blootgesteld. Het op di,
wijze op de aarde aanwezige vermogen
I te schatten is natuurlijk zeer moeilijk.
I men heeft wel eens een cijfer van 100
miljoen paardenkrachten genoemd,
waarvan reeds een duizendste deel vol
doende zou zijn om het (totale steen-
koolverbruik te vèrvangen.
Een van de vele voorbeelden hoe
waterkracht tot haar volle vermogen
'is aan te wenden, levert dé Boven
Hartz, waar als het ware elke druppel
water tot krachtsomzetting wordt aan
gewend, zoodat, hoewel in die streek
geen stroom van eenige belteekenis aan
wezig is, op deze wijze toch reeds 3300
paardenkrachten voor mijnontginning
worden verkregen.
Intusschen is de hulp der electrici
teit noodig om tot de volle ontwikke.
I ling te komen van het vraagstuk van
i het aanwenden van waterkracht voor
I haar verschillende doeleinden. Deze
groote en verstrekkende toepassing der
elediriciteit. is nog slechts in haar
kindsheid. In 1891. dus slechts 10 jaren
De erkenning, dat de constructie j geleden, werd de eerste electrische
van van zelf gaandte machines on moge- overbrenging over grooten afstand te
is nog niet zoo algemeen, als Lauffen aan denNeckar opgericht. Het
men geneigd! zou zijn aan te nemen. vermogen, niet meer dan 100 paarden.
P ijl vergiften.
Onder de Maleische pijlvergiften,
waarvan m.en de samenstelling gedeel
telijk nog met. kent, is de werking der
antiarine zeker een der hevigste. Dr.
Stockman zegt. dat 1/6400 grein daar
van reeds voldoende is om een kikker
te dooden. terwijl van twee andere
zware hartvergiften, strophontine en
urechitine, daarvoor 1/4500 en 1/2600
grein noodig zijn. Het antiarine is het
melksap, getrokken uit den beroete den
oepasboom, de in botanische tuinen
gekweekte Antiaaris toxïaria. die in het
M^Jeisch „ipok Kajoe" heet.
Onzinnige uitvindingen.
Nu we in lint hartje van dien winter
zijn, komen uit vele dleelen der wereld
maar vooral uit die. welke zich ver
heugen, of te lijdiem hebben, naar men
het noemen wil. ondier d'e eigenschap
pen van een vast-landklimaat. bijna,
dagelijks berichten van geweldigen
sneeuwval, zooals men in ons land
slechts uiterst zelden bijwoont. Ge
woonlijk gaan die berichten dan ge
paard met allerlei verhalen van el
lende. geledeai door personen, die een
drama hebben helpen spelen, waartoe
de sneeuw aanleiding was. M?nschen
sneeuwen op de wegen in en bevrie-
IN DE SNEEUW.
zen in het prachtig witte doodslaken-;
schepen loopen in een dichte sneeuw
jacht op een klip en verongelukken.
Doch meestal zijn het de reizigers van
cl(oo-r •sneeuwmaiFlgii.'s vejtvraste spoor
treinen, die slachtoffers worden van
de sneeuw.
U.t het jongst verleden nog dateert
het insneeuwen van verscheidene trei
nen in het zuiden van Noorwegen! 't
Gebeurde omstreeks het laatste Kerst
feest. De sneeuw lag op vele plaatsen
voeten hoog Treinen met reizigers, die
voornemens waren de feestdagen bij
bloedverwanten of vrienden te gaan
i doorbrengen, hieven onderweg in cl
sneeuw steken en de passagiers zag©
zich genoodzaakt, driemaal 24 ure
j lang, van cl'e buitenwereld totaal a
gesneden en. bijna zonder voedsel,
cle sneeuwwoas'tijn door te brengei
Alle poging©o n de sooorwegen
te maken, mislukten aanvankelijk
Eén der in nood verkeerende trein©
werd ontdekt don: eenige snöeuv
schoenloopers die over cle daken
w gg ns gleden;
Op de plaat is een ingesneeuwd
trein voorgesteld op het oogenblik, de
sneeuwruimers hem bereiken.
want telkens en telkens hoort men
w?er van menschen, die leven in het
onwrikbare geloof, dat zij zulk een
perpetuum mobile hebben uitgevon-
'den.
Een drastisch voorbeeld van zulk
een onzinnige uitvinding is hier afge-.
krachten bedragende, werd overge
bracht naar de elctro-technische ten
toonstelling te Frankfort a. M„ een af
stand van 100 mijlen, bij een spanning
van 8000 volts melt een driephasen-
stroom. Sedert dien tijd echten* heeft
men op dit gebied reusachtige vorde-
beeld a's .watermotor". A. is een jringen gemaakt, men denke slechts aan
trechtervormig waterreservoir, aan de usines bij de Niagarawatervallen,
welks onderste gedeelte de buisgelei- enz. Thans zijn geheele steden en stre
ding R. aansluit. Deze geleiding \cert I ken van kracht en licht voorzien van
naar het bovenste gedeelte van het re- af verwijderde watervallen en nieuwe
servoir, waarboven zich éen turbine
bevindt. Naar de meening van u
uitvinder moet deze motor op de vol
gende wijze werken:
Het water uit A in de gelei
ding R omhoog en wel zóó hoog
naar de overtuiging van den uitvinder
dat het boven de turbine T komt
en déze in beweging brengt. Ter moti
veering van de mogelijkheid van dit
verschijnsel, dat. beslist in strijd zou
zijn met de natuurwetten, gaf de uit-
vinder d'e volgende stelling:
„Het gezamenlijke water in A is
zwaarder dan de hoeveelheid water in
R. Daar nu die waterhioeveelheid' in
A op die monding a van R drukt, moet
het water voortdurend omhoog loopen
en de turbine kunnen drijven. De wet-
industrieën hebben zich ontwikkeld,
die vroeger niet mogelijk waren.
Van alle tijden.
Voor alle tijden.
Elke droppel sterken drank is een
droppel vergift.
Donders.
Het ontzettend toenemen van ze
nuwlijden en geesteskrankhedien is
zonder twijfel voor een groot deel een
gevolg van hiel gebruik van tabak en
alcohol en de overspanning van. heit
zenuwstelsel, door deze vergiften ver
oorzaakt.
Hillrotli.
Ik hoop. dat onze invloed als kerk
krachtig moge opwegen tegen dén in
vloed' van de kroeg, in de bekoorlijke
stad Rochester, met haar duizend-ver
gunningen.
Rev. Gannef, Drankbestrijding.
Wees welkom, donzige sluier, die in
uwe breedte, witte plooien het aard
rijk verbergen komt, wees welkom,
vlekkeloos kleed, op de duizendvoud
bevlekte aarde. Gij bedekt met uw
schitterend, wit zooveel, wat van de
onreinheidl der armen, de onmeedoo-
geriheid) der rijken spreekt.
A. Foüre, Florence's droom.
Ik denk aan den kouden. sterren-
helderen nacht, dlie zich over haar
welfde, den. grooten, wijdien nacht
met de verlaten, eenzame sneeuwvel
den, met die stille bosschen. Alles was
stil, alles lag zondter smart; in diepe
rust, slechts één enkel levenspunt in
al dat slaperidte wit. Al de smart en
angst en schrik, die anders over heel
de wereld verdeeld zijn. komen nu
samen op dat ééne punt. O God, alleen
te lijden in diie slapende stijfhevroren
wereld!
Selnta Lagerlöf, Gösta Berling.
De krachtige mensch zal bij het vol
brengen van zijn levenstaak in kracht
toenemen, aanleg in zich voelen ont
wikkelen, waarvan hij zich niet be
wust was. wanneer een andere krach
tige pea*soonlijkheid hem ter zijdte
staat en niet, liem. wedijvert, wanneer
de eene echtgenoot weet, dat de andere
zijner waardig en zijn trouwe kame
raad iis, wanneer ieder hunner weet,
dat ieder bereid is zich voor den an
deren op te offeren indien levensstrijd.
Hun karakter en hunne verhouding
worden daardoor stevig als een rots.
lila Boy-lid.
Ik aanbad'in onze toekomst het ide
ale samenleven van twee verwante
zielen, het lachend voortgaan van
twee menschen. als kinderen zonne
warmte gevend, waar hunne voeten
den bodem raken. Daar mocht immers
niets aan haperen. Ik werkte aan dat
ideaal, ik hieldi het tot eiken prijs
hoog. verminken liet ik het niet, al
zou het zwaard ook op eigen hoofd
terugvallen, al keerde 't. lemmet dik
werf tegen mij.
A. Ekker. Afgoden.
Eerst d'an, wanneer die vrouw het
huwelijk niet meer beschouwt als een
middel om. geborgen te zijn voor de
toekomst, eerst dan zullen, er van die
huwelijken gesloten worden, waarvan
er thans helaas veel te weinige be
staan. Persoonlijke sympalthie moet
den doorslag geven bij het aangaan
van het huwelijk: het geldelijke mag
slechts in zooverre daarbij in aanmer
king komen, dat het als een misdaad
moet beschouwd worden, een huwelijk
te sluiten zonder vasten waarborg aan
de kinderen, die uit den echt kunneD
voortkomen, een fatsoenlijke opvoe
ding te geven.
Anita Angspurg, Die Frauenfrage.
- en hij heeft er sedert geen woord Bij een weekloon van f 10 ka
ver gesproken. dat nnniogelijk, -jonge dame, au
woorddo hij droefgeestig.
Drukt uwe medeburgers op het hart,
dat de eerste dronk sterken drank,
dien zij nemen, ook de eerste teug is
uit den beker, die verslapping, ver-
waarloozing, ziekten, krankzinnig
heid, verdierlijking en een vroegtijdS-
gen dood op zijn bodem heeft liggen.
Mulder.
Uit den Moppentrommel.
- Kan ik M. gerust een geheim toe
vertrouwen?
Waarachtig! ik leende hem ver
leden jaar Januari een goud tientje
Gelezen op de winkelruit van een
Fransch hoedenmaker:
„Laatste nieuws! Zachte vilten
hoeden voor spoorweg-botsingen.
Jou trouwen! Neen, dat wil ik
niet op mijn geweten hebben.
Gij zijt een braaf kind, juffrouw
Anna. Gij zoudt een ander aardig
meisje hierdoor dan ook een goeden
echtgenoot doen missen.
Wij zouden graag zien, zei het
hoofd van het schooltoezicht tot den
onderwijzer, dat gij hoven uw lesse
naar een of ander voor de kinderen
aanmoedigend motto plaatste. Wat
zoudtt gij bijv. denken van „Weten
schap is Welvaart".
Wilt u me voor den gek houden,
meneer! De kinderen weten hoe 'n
klein salaris de gemeente me geeft.
BEGREPEN.
Commensaal. Wei; juffrouw, is
u aan mijn bureau gaan zeggen, dat
ik mijn voet verstuikt hel) en daarom
niet komen kon?
Hospita. Jawel meneer.
Commensaal. En wat zei de
baas?
Hospita. Hij liet u beterschap
wenschen. en ik moest u maar een
gemarineerden haring geven.
GOEDE HUISVROUW.
Man. Kijk, vrouw, die knoop
aan mijn mouw bengelt er zoo bij.
Wil je dat even verhelpen?
j Vrouw (snijdt, den knoop af) Zie
zoo, dat, is ook al weer klaar!
Een heer bevond zich in gezel
schap van drie dames aan tafel. Een
dter schoonen hield' hem schertsend
een appel voor en zei:
Verbeeld u nu eens, dat. u Paris
was, aan wie van ons zoudt u den
appel geven?
Zonder zich te bedenken wenkte hij
een bediende en vraagde:
Och, breng nog eens twee appe
len!
Zij. Hoorde je niet. dat ik om
vijf gulden vraagde?
Hij. Jawel.
Zij. Waarom geef je dan maar
een rijksdaalder?
Hij. Omdat je gister nog gezegd
hebt, dat ik niet meer dan de helft
moest gelooven, van wat ik hoorde.
Zilverstein. Meisje, wat speel je
daar?
Dochter. Een treurm arsch.
Zilverstein. Ben je gek? Men
schen als wij behoeven geen treur-
ïnarschen te spelen. Wij kunen al
tijd vroolijk zijn.
OPGEGEVEN.
Hoe is 't met Janus?
O, hij is al door vier dokters op
gegeven.
Wat je zegt! Was "t zoo erg met
hem?
Ja, ze konden geen van allen
hun rekening betaald krijgen.
Uitgever (tot aankomend schrijver)
U moet zoo schrijven, dat de dom
ste lezer begrijpen kan wat ge be
doelt.
Jong schrijver. Welk deel van
mijn geschrift begrijpt u dan niet?
Heeft u „Een hart om mij te
minnen?" vroeg dte jonge dame aan
den bleeken bediende in een muziek
winkel.
Patiënt. Dokter, ik wou u raa(
plegen over mijn totaal gebrek aa
herinneringsvermogen.
Dokter. Zoo... maar ziet.,
in zoo'n geval moet er vooruit betaal
worden.
Papa. Maai- Dora, waaron
je een automobielcostuum hebben
nu we geen auto hebben?
Dora. Oh. domme papa! Da
costüum zal menig handelaar doe:
verlangen mij een auto te bezorgen.
Huwelijksmakelaar. De dame di
ik u wil voorstellen heet Helene. ei
is vijf en dertig jaar oud.
Huwelijkscandidaat.. Neen. dank
je. ik interesseer me niet, voor de oud
Heienen.
SLECHT GEMEUBELD.
„Rijkdom kan ik je niet aanbieden
Marie", zei de minnaar. „Wat ik in
mijne hersens heb, is het eenige ver'
mogen, dat ik bezit."
„Och, Henri", antwoorde zijne uit
verkoren e, „als je zoo slecht afbentj
vrees ik, dat papa nooit zijne toestem
ming zal geven,"
OOK EEN LEER-POGRAM
Oo in „Leer je veel op school
Neefje „Ja, zeker oom. Ik leei
stil zitten' en niet praten, en geei
geven maken, en opstaan, en zittel
aan, en heengaan, en zooals meer.'
IEDER ZIJN BEURT.
Candidaat (in de kiesvereeniging hei
woord voerend). „Gij kent mij genoeg
mijne heeren, om te weten dat il
altijd het goede, het beste wil
Stem uit de vergaderjng „Wel mo
gelijk, maar wij willen nu ook wei
eens wat goeds hebben
UIT DE KAZERNE.
Sergeant (t,ot mageren recruut);
„Kerel, je ziet er uit als een scheur
kalender op 31 December!"
PROBLEEM No. 36.
Wit speelt en geeft in drie
zetten mat.
Oplossingen worden vóór 27 Jan.
ingewacht aan het adres van den
redacteur dezer rubriek, Jhr. A. E.
VAN FOREEST, Atjehstraat 134 t«
's-Gravenhage.
Oplossing van Probleem No. 34.
1 Pd4, Kd4 2 Po5 Kc5 3 Rgl t?
e43 Pe6 [4
ed4 2 Re6b33 Poö
Goede oplossing ontvangen van
A. v. V. te Haarlem.