C'i -ij" SCHAAKSPEL. Prijsvraag. aj E sntl^^tterUszo ra-in-: Cr Op <Je plaat geven wij de afbeelding toe bijgedragen den rattenkonin# in van een rattenkoning. de sage een souvereine positie onder Over het ontstaan van deze dierlijke zijn gelijken toe te kennen, monstruositeit zijn de geleerden 't niet De hier afgebeelde ratten koning is eens en de vele verklaringen, die er niet de eenige, die bekend is. De 12 over worden gegeven, zjjn dan ook Jan. 1774 is te Leipzig in een molen meest alle van hypothetischen aard. een rattenkoning, bestaandei uit 16 die- Het op de plaat voorgestelde exean- ren. gevonden en in Dec. 1822 werden plaar van een rattenkoning, die uit 7 bij Gotha zelfs 2 rattenkoningen ont- dieren bestaat, werd in November 1899 dekt. waarvan de eene uit 14, de andere in Frankrijk gevonden in de holte van uit 28 ratten bestond. De 42 dieren wa- een muur en lagen in een nest van hooi ren normaal en zoo gezond als een en sftroo. Het zijn 6 broertjes en 1 zusje, visch. Zij waren even groot en onge- Hun staarten zijn aan het uiteinde in veer 9 maanden oud. een kluwen vastgestrikt en met elkaar Opmerkelijk is het feit. dat de tot vergroeid zoodat de dieren belemmerd dusver gevonden rattenkoningen, met worden in de voortbeweging. Daar zij uitzondering van dien welke op de niettemin lichamelijk volkomen nor- plaats is afgebeeld, uit Aziatische trek- maal zijn zij zijn ongeveer 10 c. M. ratten bestonden, die tot aan het eind lang is er geen twijfel aan, of zij der 18de eeuw in Europa werden zijn door hun stamgenooten gevoed, waargenomen. Deze omstandigheid heeft er misschien j verdroncke ofte verteert hadde dan I sdaechs een halve stuiver, en hij dtap- pers daer voir in hande gestelt hadde svn clede ofte eenich ander huysraet. j hoedan'ich deselve waire soe sail mijn j voorn, heer~van Montfoort deselve ver- 1 sètte cleden ofte huysraet tot sulcke tappers moge iuythaelfen ohbecroetot van ymarit eh daer en tend noch re staen tot correctie arbitrale als voren". De tappers, wetende dat van dien klant niet veel te halen viel, sloten spoedig de deur, den ongelukkigen heer van der Hcfich lot een onvrijwil lige matigheid veroordeelend. Bij niet opvolgen van het bevel was ..tend" eene „crrecte arbitrale" en de arbitra ge toegepast door mijnheere van Mont foort zal wel werkdad:ger geweest zijn dan die van thans. Of van der Hoich een huisgezin had', blijkt niet; moge lijk was hij dus slechts zichzelf tot vij and.. Een "dergelijk .vonnis werdi ge noemd „een staditkindt le maecken" en is een cui1ieu3 staaltje van het in grijpen in het huiselijk leven door de toenmalige overheid. In het belang van de burgerij of zelfs van een persoon namen de vroede mannen soms maat regelen, die' tegenwoordig als inbreuk op de persoonlijke vrijheid makende, de kransten vol twistgeschrijf zouden brengen. Doch in die dagen was het: ..ben ik niet mijn broeders hoeder" geen ij dele leus, en was het vele „cor rigeren" voor den betrokkene niet aan genaam, het is ook waar dat „sachte heelmeesters stinckende wonden en maecken."'' overvloedig en van beste qualiteit. De kleeding is ook zeer eenvoudig: bij een bezoek dat de school onlangs aan Bazel bracht, droegen de knapen een korten flanellen broek, een hemd! zon der mouwen met een lederen riem om het middel, en hadden enkel sandalen aan de voeten. Zij liepen blootshoofds en hadden in hun kleeren geen zak ken, zoodat de zakdoek tusschen hun riem was gestoken. In den aanvang waren weinig ou ders geneigd hun jongens aan zulk een harde opvoeding te wagen. Maai de leeraar Ringele heeft ten slotte veler vertrouwen weten te winnen. De knapen bleken bij de staats-examens volkomen aan de eischen te voldoen en merkwaardig zijn de gevallen an zwakke kinderen, diie tot flinke, Ln- zondér ontwikkelde mannen zijn op gegroeid1. Ringele is voornemens ook een meisjesschool op gelijke wijze m te richten. Van alle tijden. Voor alle tijden. nen, dat de nieuwere rechtwijze (en dus niet alleen de kleine kaliber-pro jectielen) mede op de zenuwen van na- deeligen invloed is. Auteurs-ei genaardigheden. Bij de sterken, Victor Hugo, Mistral, Ampère, Catulle Mendès, is dikwijls het wandelen voldoende om de ideeën op te wekken, die zij, aan hun lesse naar gezeten, op het papier brengen. De zwakken daarentegen producee- ren slechts in bed, zooals Descartes, Leibnitz, Cujas schreef met den buik op den grond liggende, Rossini weM' slechts geïnspireerd in bed; Ambroise Thomas eveneens, maar minder regel matig. Chateaubriand wandelde, om zijn secretaris te dicteeren, op zijn kou sen zijn kamer op en neer; Schiller en Grétry konden slechts schrijven met hun voeten in het ijs; Gluclc liet zijn piano in de open lucht brengen en in de zon, midden in een bosch; Bossuet omhulde het hoofd met warm linnen. De jas en de manchetten van Bnffon hebben ons reeds sedert lang geleerd, dat het costuum op den schrij ver grooten invloed uitoefent. Balzac had een monnikenpij noodig: Gautier een roode kamerjapon; Mil ton een wollen mantel. Mendès werkt slechts in hemdsmouwen; Sardöu neemt geen pen in de hand vóór zijn kalotje van zwart fluweel te hebben opgezet; zonder zijn scharlaken jasje zou Francois Coppée niets kunnen schrijven. Andere eigenaardigheden hebben haar ontstaan te danken aan de nau we betrekking tusschen de smaak- en en de reukorganen en de gedachten; bijvoorbeeld: Lord Derby stopte zijn mond vol met kersen,, die in brandewijn hadden gelegen; Fenimore Cooper sabbelde op gomballen; Byron liet truffels in zijn zak goed worden; Pierre Loti bed\velmt zich met parfum. Emile Zola heeft alleen behoefte aan licht; hij schrijft, omringd door kaar sen. Anderen, als Cimarosa, Verlaine, Stuart Mill en Pouchon hebben be hoefte aan heme om in vuur te gera ken; talrijker zijn zij, voor wie de ab solute stilte noodzakelijk is. Er zijn ook nog fantasten. Alvorens te gaan schilderen speelt Carolus Duran piano; Morot orgel; al vorens te gaan schrijven speelde) Dar win een weinig op een oudte viool. Men haalt het voorbeeld aan van een componist, die over zijn bloote voeten pantoffels vol gestampt glas droeg en die opstond en ging loopen als de inspiratie niet wilde komen. Bestrijdiug van drankmis bruik in den ouden tijd. Dezer dagen bevatten de kranten een bericht, dat een bewijs leverde van de onmacht, waarin in vele gevallen onze wet verkeert. Het was een, helaas, alledaagsch geval van een huishou den. waar los en vast door de keel werd gegoten, zoodat de liefdadigheid te recht huiverig was door ondersteuning haar penningske tot de zwelgpartijen bij te dragen. Ter wille van de verwaar loosde en uitgehongerde kinderen zou daartoe eindelijk worden overgegaan, als bleek, dat een der kleinen al ge storven was. Nu heeft de stad de zorg voor de beide overgeblevenen op zich genomen, wetend dat de vader hen ieder oogenblik kan opeischen. Na tuurlijk zal deze daarmee wel wach ten, totdat zij in staat zijn iets te ver dienen. om hem het volgen van zijn geliefkoosde leefwijze te' vergemakke lijken. Kort daarop las ik ergens het volgen de vonnis uil den „goeden ouden" lijd, waaruit blijkt, dat waar in onze dagen vaak de wet machteloos is, de vroede vaderen wel raad wisten. Hoor m^ar. .,Op huyden den 8sten dag in Mey anno 1558 is bij mijn E. en Welgebo ren heer van Montfoort overdragen, als dat gheenen tapper binnen ofte buy- ten der sltede ind. land. van Montfoort woonachtig, onderwvnden sullen een Hector Harmonsz van der Hoich sdaechs meerder te tappen nochte ho gen (verkoopen) of borgen dan voir de weerde van een halve stuiver en sal men nyemants van sulcke tappers recht van doen, en sullen dair en tend noch staen'tot arbiltrale correctie van myn heer van Montfoort noe gelenth. (ge legenheid) van de zaecke en off die selva Hector in eenig herberg meerder De snelle vlucht van vogels. Men weel. dat de gier in een uur een afstand van over de 150 kilometer kan vliegen, zoodat hij den snelsten snel trein zou inhalen; de wilde gans en de 1 zwaluw leggen in denzelfden tijd een afstand van 145 kilometers af, de post duiven van ongeveer 128, terwijl de kraaien het gewoonlijk maar tot 40.5 1 kilometer brengen. Wat er als kind al in zat. Toen ;de tegenwoordige Britsche j Minister Chamberlain nog een kleine I jongen was, speelde hij met zijn zusje ..veldslagje". Ieder kind had een re- giment soldaatjes en een kanonnetje om op den vijand te schieten. I De soldaten van het kleine meisje j waren al spoedig gevallen, maar de zijne bleven staan, en hij was overwin- I naar. De aanstaande schoonwasscher i van Jameson en Rhodes had zijne man- schappen op den vloer vastgelijmd. Oil i. Bij wiel-pio efla-e-UL-vel Om dc sterkte van de verschillende doelen van e'en rijwiel ie probeeren, bestaan tal van inrichtingen in de groote fabrieken. Doch behalve deze proeven zijn er nog andere, die niet minder belangrijk zijn. Vele firma s laten door flinke Wielrijders proeven doen met haar remmen. Een Ameri- kaansche rijwiel-maatschappij heeft een zeer nauwkeurigen proefheuvel" op haar terrein, waarvan wij hier een afbeelding 'in doorsnee geven. De hel ling is verbazend steil en daarop wor- den alle nieuwe soorten van remmen geprobeerd. Wanneer een rem de ma chine niet tot ptfaan brengt, vóórdat ze in de laagte is gekomen wordt de rem i afgekeurd. j Uit een practisch oogpunt is deze proefneming overbodig: maar in wer- kelïjkheid dient ze ook. in hoofdzaak, om reclame te maken, wat dan ook mefesttal buitengewoon goed gelukt. Boute steentjes. Doet geen onrecht en duldt geen j onrecht, Zijt ge allec-n, overpeins uwe gebre ken; zijt ge in gezelschap, vergeet die van anderen. Het leven is te kort om bedorven te worden door muizenissen; een dag dien wij bederven, komt nooit weerom. Ongeveer 400.000 hectaren grondvlak te zijn op de geheele aarde met tabak beplant en leveren hiervan jaarlijks 850.000 ton. W ij n v 1 a. Doe in een pan een halve L. zoeten witten wijn, 100 gr. suiker en een weinig kaneel, laat dit even koken en neem het van het vuur. Neem daarna 6 eierdooiers, die goed klopt, voeg daarbij langzaam dbn wijn; doe de massa door een zeef en laat ze dan au bain-marie dik worden. Dan kan de vla in een vlaschaal worden overgedaan. Een teweer, dat drie man ter be diening vereischt, vindt men in liet Chineesche leger en dit werd bij de laatste onlusten in Peking ook ter be schieting der "Europeesche gezant schappen gebruikt. Evenals zijn naam „het driemansgeweer" aanduidt, ver eischt dit monsterachtige wapen drie man ter bediening: twee die het dra gen, en één, die voor het mikken en afvuren zorg draagt. Het merkwaar- dlige daarvan is, dat het geheel en al volgens het model van een éénloops Mausergeweer gebouwd is, alleen bezit de loop de driedubbelde lengte daar van. Het is in het keizerlijk Chinee sche arsenaal vervaardigd, heeft een kaliber van 7.5 millimeter en de pa tronen, die op die van een hagel buks gelijken, bevatten bijna tien grom kruit. Het geweer weegt bijna 16 ki logram en is bijna twee meter lang. Eén enkele man kan het onmogelijk voor 't mikken aanleggen. Te Sekingen in Zwitserland (Bazel) bestaat sinds eenige jaren een school, die op oud-Spartaansche wijze is in gericht. De school ligt in een bosch- rijke streek. Het gebouw is zeer een voudig, bijna armoedig ingericht. Zeer ruim is het gebruik van water, altijd koud, ook voor baden. Voor het lichaam wordt voorts niet minder ge zorgd dan voor den geest. De jongens moeten vroeg opstaan: in den winter om 6 uur, 's zomers wat vroeger. Het schoolwerk wordt herhaaldelijk afge wisseld door oefeningen in de open lucht. Niets uitvoeren is verboden. In hun vrijen tijd moeten ze hout hak ken, een of ander schoonmaakwerk j of andere bezigheid verrichten. De voeding is hoogst eenvoudig, maar O, indien zijjie onvergeteleijke moeder dat oogenblik eens had mogen beleven of het onzen 'dooden gegeven ware. te deelen in de heiligste oogenhlikken onzes levens! Geen nood. het geldt slechts een korten tijd. en dan komt hob wederzien en het samenzijn om nimmer te scheiden. C. Terburgh, Ontrouw Een kind is nooit te oud om naai den raad van moeder te luisteren. A. Foore, Florence's droom. De liefde van de moeder tot haar kind is onuitputtelijk; die maakt armoede to trijkdom. S. !a ChapellcRoobol. Moeder en Zoon. Maak liet goede en schoone aantrek kelijk voor hel künd. Delon. Het weeshuis Próvost. Kinderen moeten een vreemde taal spreken, zonder te weten hoe en waar ze die geleerd hebben, zonder iets van de gramatica of structuur te kennen. Macauley. Gewoonte is de krachtigste opvoed ster. Robin. Het is verwonderlijk, hoedanig som mige kinderen, zooal niet hun ouders zelf, dan toch de ondernamen in tee- dere herinnering houden. v Meyendal, Parasieten. Kinderen zijn ondankbaar, dacht ik; ze voelen niet, dat ze wonden, maar dansen en springen, terwijl ze verdriet doen. A. Ekker, Afgoden. Het gemis aan ware beschaving wordt noch door' talent, noch door kennis, nóch door werkzaamheid vergoed; haar bezit wordt slechts verkregen door on vermoeide werkzaamheid ten opzichte van al onze gedachten, woorden en handelingen, en een door en door de gelijk man volgt maar niet onnaden kend den langzamen stroom van over geleverde modes, maar weet zich door zijne eigene hoedanigheden te doen gelden. De mensch is bestemd om een werk zaam wezen te zijn, en zijn rustelooze geest houdt zich, wanneer hij niet op waardige zaken gevestigd is. vaak lie ver met lage en gemeene dingen bezig, dan dat hij het vervelende, verstom pend e gevoel verdraagt, dat onafschei- is van lediggang. Heit is daarom, dat kennis niet minder noodig is ter ver sterking van den geest dan ter bewa ring van de reinheid' des harten. Uit de Moppentrommel. OP EEN DAMESKRANSJE. „Jacques, waar is je kleine zusje!" „O. ma, dlie is heel zoet. die speelt boven met de hoeden van de dames". VLEIEND. Viool-virtuoos. Ik ben juist terug van een kunstreis in het buitenland. Criticus. „Zoo, zoo! Nu. dan zult ge wel een mooien duit bij elkaar hebben gekrast." EEN BENIJDENSWAARDIGE. Piet. ,,Ko krijgt alles van zijn ma ma." Jan. „Wat heeft hij nu weer gekre gen?" Piet. „De mazelen, juist toen de va- cantie om was. Gast. „KeTTner. de biefstuk, die je mij gebracht hebt, was alleen voor een hond eetbaar." Kellner. „Zoo mijnheer, geef hem dan maar terug, dan zal ik dadelijk een anderen vragen." Gast. ..Ja, het is nu te laat, ik heb hem nu al opgegeten." A. „Zeg eens, wie is die oude dame die daar staat? Je hebt mij nog niet aan haar voorgesteld?" B. „O, dat is zoo'n oude tante van mijn vrouw, zij komt ieder jaar ons dlechts tweemaal bezoeken en blijft dan telkens... zes maanden." Vrouw van den melkboer. „Jocheni die deksel van onze grootste melkkan is al acht dagen zoek. Heb je nu niet erg gemorst met de melk, wanneer je van het land naar huis rijcöt?" Melkboer. „Wel neen. ik ben er im mers stevig op gaan zitten! O DIE KINDEREN Bezoeken-. „Ik denk wel dat je ma ma mij niet verwacht. Jantje?" Jantje. ..Wel zeker! Ik hoorde mama zeggen dat u altijd' tegen etenstijd hier komt. PRACTISCH. Toerist: „Helpen die vogelverschrik kers nog iets voor je vruchten." Boer: „Of ze! Iedere landiooper gaat het land over om te zien of de kleeren het stelen nog waard zijn, wat niet het geval is en dat houdt de vo gels weg." Toeriste (op een bergtocht tot een herbergier). „Zeg 'reis, man, die bo ter smaakt heelemaai naar margarine" Herbergier. „Ja, sinds de koe in de stad op de tentoonstelling is geweest, heeft ze heelemaai steedsche manie ren aangenomen." Willempje. „Ma, 'ik ben nu niet meer bang voor een politieagent. Mevrouw X. „Niet ventje?" Willempje. „Neen. Daar was gister avond een politieagent bij de keuken meid in de keuken en toen ik binnen kwam zag ik dat hij halfdood ging van schrik." „Lieve Emma ik zal je voor we" trou wen precies zeggen wat ik gemiddeld pér jaar inkomen heb. Over de laatste jaar gerekend is het f 5000. daar kun je zeker Itoch wel van leven." „O zeker, Eduard. kan ik dat. Doch ik zou jou niet gaarne van ellende zien omkomen." „Mijn goede Alfreds zei ze zacht, ik zou zoo gelukkig zijn hand aan hand; met jou d'oor het leven te gaan; maar" „Maar wat, lieve? vroeg hij angstig." „Maar, ik zou nog gelukkiger zijn alis ik kon rijd.'en." VOORNAAM. Baron. „Jan, als je te1 veel van mijn wijn hebt gedronken, kan je wel wat netter aangeschoten zijn dan nu." Heer. „Ach juffrouw, wat hebben de dames he|l toch gemakkelijk! Wij moer ten, als we aanzoek doen. een heele redevoering houden, en zi j zeggen een voudig..." Dame. „Neen." Parvenu, (tot muziekmeester): ..Wilt u als 't u belieft mijn dochter stukken leeren. waarbij men de heele piano goed hoort?" Dienstmeisje. „Professor, zooeven is de ooievaar bij u gekomen!" Prof.: „Onmogelijk, 't is Februari. Heer. U fis zeker met mijn vrouw bekend, barones?" Barones. „O, al te goed1 zij is een zeer intieme vijandin van mij." UIT EEN FEUILLETON Vol woede liep de graaf op hem toe gaf hem een geduch/ten slag in het ge zicht en riep op ruwen toon uit: (Wordt vervolgd.) BLUF. Rentenier, (aan het loket in 't sta tion). ..Een perronkaartje eersteklas- se, als 't u belieft! IN TWIJFEL. Dronkaard. „Nou weet ik niet: ben fik ui/t die kroeg gegooid, of ben ik er in 't geheel nog niet geweest?" Jantje, (zoontje van een raaidsli'di, nadat zijn oudste broer een fraaien wensch op pa's verjaardag heeft opge zegd). „Ik sluit mij bij den vorigen spreker volkomen aan." Iemand gaf de volgende definitie van een opera: Een opera is een vertooning, waar bij een tenor, vervolgd door een ba riton, ik bemin u, schreeuwt, tot een sopraan en de sopraan tot den bariton gilt: Doodl hem niet, ik bemin hem! ZORG VOOR DE TOEKOMST. Liesje (acht jaar). Ma. ik moet u eens iets vragen. Moeder. Wat is dat, meisje? Liesje: Wat zal ik doen in den, tijd, als ik van school af ben en nog niet getrouwd? Vader. Heb je mama gevraagd of je den appel mocht hebben? Zoon: Ja, pa. Vader. Is het- waar? Ik zal het haar vragen en als ik merk dat je on waarheid spreekt, krijg je klappen. Zoon (na consumptie van den ap pel). 't Is heuscb waar. pa. maar ma zei neen. PUZZLE. WAAR IS DE RIDDER' Een eenvoudig landman op een dorpje wordt door zijn neef uit de stad per rijwiel bezocht. Neef gaat naar binnen, maar oom moet die machine nog eens nauwkeu rig bekijken. Spoed'ig komt hij weer terug. Maar mijn beste jongen, roept-hij uit. Jelui stadslui laat je toch maai- I wat in dte handen stoppen, ik dacht het wel; ik heb daar even met een mes in de banden geprikt, en jawel, hoor! Hol waren ze! Ze wei-den dadelijk slap! MACHT DER GEWOONTE. X. Heb ik goed' gehoord, d'at gij weer gaait trouwen? Y. (afslager van beroep) Ja-, nu voor d'e dlerdie en laatste maal. TROOST. Een patiënt klaagt zijn dokter dat hij tengevolge van zijn maag pijn volstrekt geen eetlust heeft. Alweer een geluk bij een on geluk. zegt de dokter, nu alle le vensmiddelen zoo duur zijn. BEDENKELJKE VRIENDSCHAP. Rechter. Gij zijt beschuldigd, dat gij uw kameraad zwaar mis handeld1 en onder d!e vechtpartij 'ni bos haar uitgetrokken hebt. Waaav omi deed gij da/t? Beklaagde'. Ik wou maar een klein aandenken, van hem hebben. PROBLEEM No. 39, Zwart (9 stukken). Üf i H l I iü I m i! m m H Mr m JU is abcd'efgh Wit (8 stukken). Wit speelt en geeft in twee zetten mat. Oplossingen worden vóór 17 Febr. ingewacht aan het adres van den redacteur dezer rubriek, Jhr. A. E. VAN FOREEST, Atjehstraat 134 te 's-Gravenhage. Oplossing van Probleem No. 37. 1 Dg3, Kc5:, 2 Dd6 T P speelt, 2 Dc3 Y to, 2 Deo Rf2, 2 Df2: R anders, 2 De3 D. speelt, 2 D of P geeft mat Goede oplossing ontvangen van A. v. V. te Haarlem. CORRESPONDENTIE. E. v. T. S. te Haarlem. Op 1 Pd7 antwoordt zwart met De6 en het mat is den volgenden zet niet mogelijk. De oplossing van ons vorig prijsraad sel is MONNIKENDAM. De onderdeelen zijn: maan, kin, den en dom. Ingekomen waren 357 goede oplos singen. Bij loting werd de prijs toe gewezen aan den heer H. J. Th. ORTH, Klaverstraat 20rood alhier, die zich Maandag a.s. tusschen 2 en 3 uur na middag aan ons Bureau kan vervoegen. De prijsvraag die wij ditmaal geven luidt als volgt: Wie maakt het beste 16 regelig versje op het weder in de afgeloopen week, dë vrij strenge vorst in 't begin en de daarop gevolgde sneeuw. Als prijs loven wij uit een PORTEFEUILLE of ZAKSCHAARTJE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 8