DE ZATERDAGAVOND
GRATIS BIJVOEGSEL VAN „HAARLEM'S DAGBLAD".
Letterkundig Weekblad voor Jong en Oud.
Liefde zoekt list.
Haarlemmer Halletjes.
Mo. 76.
Zaterdag 15 Februari.
1902.
Meest gelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
Naar het Engelsch van
CHARLES D. LESLIE.
Personen: George Seymour, Maud
Whittaker en Mevrouw Mary Whit-
takejr. Speelt in Madame Tussauds
Panopticum, afdeeling misdadigers
De meest beruchte moordenaars zoo
wel mannelijke als vrouwelijke,
sjraan langs die muren. Toeristen zijn
bezig deze kunstwerken te bestudee-
ren.
George Seymour treedt op.
George" (met een soort van afschuw
zijn omgeving monsterend) Dat
wint het iin ongezelligheid1 den onder-
grondschen spoor nog af. Wat ter we
reld kan Maud1 bewogen hebben juist
deze plaafls voor een ...rendez-vous"
uit te kiezen? En waarom past ze niet
op haar tijd? 'tls er al tien minuten
over. Als Uk hier nog tien minuten
moet blijven, word ik zelf nog een
moordenaar. O, gelukkig, daar is ze!
Maud Whiltaker komt hinnen.
Maud Goeden dag. Wat zegt ge
hu wel van deze plaats?
George (haar hand nemend) Wat
ik er van zeg? Wel, dat ik mij vol
strekt nliet begrijp, hoe gij er op geko
men kunt zijn, juist deze, de onaan
genaamste aller plaatsen, voor ons
kort samenzijn aan te geven.
Maud Laten wij eerst een rusltig
plekje uitzoeken om te praten, en dan
zal ik je t vertellen. (Zij brengt hem
naar een stil hoekje^eene kleine, open
ruimte tusschen twee misdadigers in.)
,,Zie je, als ik er op betrapt word, dajt
ik je schrijf of met je spreek, moet ik
dadelijk naar Yorkshire! terug. Daar
om zocht ik een plaats uit, waar naar
alle waarschijnlijkheid noch mijn tan
te noch een onzer kennissen ons zal
zien. Vindt ge 't nu niet heel verstan
dig en origineel van mij aan deze
deze plaats gedacht te hebben?
George Nu, ik moet zeggen, dat
je verstand en je originaliteit ons toch
een allerwonderlijkst oord/ voor een ge
zellig praatje bezorgden Maar wat
zeid'et ge daar? Dat men niet zien mag,
dat gij schrijft of met mij spreeklt? Ik
had juist nogal plan gehad een visite
te komen maken en zoo te trachten bij
je tante in een goed blaadje te komen.
Maud Dat zou ons eer kwaad,
dan goed doen. Zij zou je niet eens
ontvangen.
George Wat, en zij heeft mij
nooit gezien Waarom zou ik veroor
deeld worden zonder eerst gehoord te
zijn?
Maud Ze heeft consignes van
huis. 't Is enkel de schuld, van den
Prins van Wales. Sinds hij mij op t
laatste jachtbal een paar attenties be
wees, vinden zij niemand goed genoeg
voor mij. Ik moet een -'oedie partij
doen" (zooals 't zoo haltelij lc gezegd
wordten tante is al geen haar beter
dan de anderen; iederen dag schettert
zij mij '.in de ooren, dat ik. na al wat
dit laatste „season" in stad kosltte, be
paald een goed huwelijk dien te doen.
George Arm kindFoei, 't is
schande Maar belooft ge mij toch
trouw 'te blijven, al ben ik op 't oogen-
bllik een door 't lot misdeelde?
Maud Ja, natuurlijk. Maar waar
om doe je je best niétom je Arooruit-
zichten wat te verbeteren? Heb je geen
familiebetrekkingen, die je wat helpen
kunnen?
George Daarmee ben .'ik nu juist
doende, lieveling. Met 't oog op mijn
lieve meisje zette ik mijn trots maar od
zij en kloplte aan bij een achterneef,
met wien mijn vader sinds jaren ge-
hrou'iilleercfi geweest is.
Maud Wat, Lord Axminster?
George Ja, ik deed het geheel te
gen mijn principe, maar ik weet, dat
hii, als hij maar wil, mii kén helpen.
Zié jiei, hij iis onmetelijk rijk, heeft
veel Staatspapieren en is bovendien
een speciaal vriend van Lord Salis-
bury.
Maud Zoo, en wat heeft hij ge
zegd
George Ik verltelde hem, dat 'ik
trouwplannen had en mii wenschte te
vestigen. Hij vroeg, waarop ik dacht
te trouwen, en ik moest, helaas, ant
woorden, dat mijn goede vader mij
niets naliet dan de familie-landerijen
sterk verhypothekeerd. Maar, hoe
lt kwam, weet 'ik niet, ik scheen nogal
in zijn smaak tevallen. Ik zeide hem
verder, dat wij in stilteverloofd waren
zonder toestemming dier ouders.
Maud Ik geloof, dat Papa hem
nog kent.
GeorgeJa, dat zei hij ook. 't
Eenigste, wat ik noodig heb, zeide ik
hem, is de een of andere kleine post.
en met uw invloed zal u dajt niet moei
lijk vallen. Al hept gij mij alleen maar
omdat wij famdie zijn, dan beloof ik
u daarvoor dianlcbaar te zijn en u
n'ooit verder met iets tezullen aan
komen.
Maud Denkt gij, dat dat heel di
plomatisch was?
George Dat weet ik nielt. Ik zei
die alleen wat ik noodig had, en zoo
openhariig mogelijk. Iedereen kruipt
voor hem en vleit hem, omdat hij zoo
rijk is, maai- dat kan ik niet doen. dat
is mij onmogelijk.
Maud Ik weet, dat gij dat niet
kunlt. En zal hij ons helpen?
George Ik denk het wel. Hij ant
woordde, dat hij alles eens rijpelijk
zou overwegen, zou zien wat hij doen
kan, en clat ik spoedig van hem liooa-en
zou. Nu, wat zegt ge er van?
Maud Ik vindi hem een schat.
GeorgeEn als ik nu 't een of ander
postje krijg, zult ge dan met mij trou
wen, al geven uw ouders hun toesitem
ruling niet?
Maud: Dat kan ik nu zoo onvoor
waardelijk niet beloven. Een meisje
houdt n'iet van zoo'n verstoppegtjes-
bruiloft. t Is de gewichtigste dag in
haar leven. Maar als s-ij 't mij nu
vraagt, dan
George Lieveling (op 't punt
haar te omhelzen, als juist Lady Ma
ry binnentreedt en, met een lorgnet
gewapen, kun «■''"erken in oqgein-
schouw begint te nemen).
Maud (op wanhopigen toon fluiste
rend) Och
George Wat is er?
Maud Daar komt tante aan, eu
nog wel recht op ons af. We kunnen
niet meer ontsnappen. Wacht, ik weet
wat. Gauw, George, wees moorde
naar
George Wat?
Maud Wel, domme man, blijf
onbewegelijk staan, en doe dus nest
of gij er een zijt! (Lady Mary komt
dichterbij). Zoo, tantetje, u hier?
Lady Mary (verschrikt) Goede
hemel, Maud, wat maak je mij aan
't schrikken.'
Maud Maar, tantelief, wat doet
u eigenlijk hier?
Lady Mary Ja, Maudi ik schaam
mij haast het te zeggen; maar mijn
nieuwe me'id was hier verleden week,
en had '*t er nu zoo druk over, dat ik
een onweerstaanbaren lust voelde, 't
zelve ook eens te zien Maar hoekom jij
hier? Ik dacht, dat je bii de Cilling-
tons zat.
Maud 't Was daar zóó vervelend
<?;ezen middag, dat lik, ondier 't voor
wendsel van ergens andiers een af
spraak te hebben, wegglipte. En om
dat ilt hier ook nog nooit geweest
was...
Lady Mary Ondeugende meid:,
als je moeder dat eens wist. Als ik
niet in 't zelfdegeval verkeerde, zou ik
je moeten beknorren A propos, wat
zien die menschen er afschuwelijk uit!
Wie is deze man? (een moordenaar
aanwijzend).
Maud ('t nummer lezend op 't aan
hangend bordje en daarna in den caita-
logns kijkend) Roger Peacock. Er
staat nog iets over hem bij, maar t
is hier zoo donker, ik kan 't niet goed
lezen.
Lady Mary (naar George toekomend
die onbewegelijk op zijn plaats staat-,
zooveel mogelijk een pose heeft aan
genomen evenals de andere beelden
en zijn best doet er uit te zien als een
moordenaar) Deze hier lijkt wel
een gentleman van den bloede. Hoe
heet die?
MaudHé, die heeft geen num
mer, tantetje. Hij zal zeker een pas
aangekomen misdadiger zijn. (Ter zij
de Arme George, waarom wil ze toch
niet verdler gaan?)
Lady Mary (George fixeerendeé: Die
Het -A-storia-HCotel.
Onder de talrijke feestelijkheden,
welke ter eere van Prins Heinrich
van Pruisen tijdens diens aanstaand
verblijf in de Vereenigde Staten zul
len plaats hebben, verdient in de eer
ste plaats genoemd te wordenhet groo-
te banket, dat door 900 vertegenwoor
digers der Amerik. pers in het Asto
ria-Hotel te Newyork den prins zal
worden aangeboden. Het banket
vindt plaats in de groote eetzaal van
het reusachtige hotel, waarin de prins.
tijdens zijn verblijf te New-Yrork, ook
zal wonen.
Het is de eerste maal, dat in dit
hotel een prins van koninklijken bloe
de zal afstijgen en dienovereenkom
stig worden ook reeds nu de toebe
reidselen tot de feestelijke ontvangst
van dezen hoogen gast getroffen.
Het Astoria-Hotel is een paleis van
geweldige afmetingen en bestaat uit
niet minder dan 13 verdiepingen. Het
statig uiterlijk wordt nog overtroffen
dioor de prachtige Inwendige inrich-
ting, die is uitgevoerd met de meest
geraffineerde weelde en het grootste
comfort. Electrisch licht, centrale
verwarming, liften enz. ontbreken na
tuurlijk niet Door middel van de
liften kan men zonder de minste
moeite in de bovenste verdiepingen
van het Astoria-Hotel komen van
waaruit men een prachtig gezicht
heeft over de enorme hui'zenzee en de
haven van New-York,
verschillende types van moordenaars
zijn werkelijk interessant. Deze is weer
geheel wat anders dan de overigen,
maar toch hebben ze allen zonder on
derscheid iets sluws in hun blik, dat
dadelijk den misdadiger verraadt. Zij
zijn goedi gelukt. Wat zitten die klee-
ren van dat ongelukkige schepsel keu
rig Ik zou wel eens willen weten wie
het was
Maud Och, tante, wat kan 't u
scheien Laten we toch eens wat ver
derop gaan
Lady Mary (zich plotseling omkee*
rend) Maud, daar vergat ik haast
je te vertellen, dat ik goed nieuws voor
je heb. Weet je wie mij dezen middag
een bezoek bracht en speciaal naar je
vroeg?
Maud Neen tante
Lady Mary Lord Axminster, de
neef van een zeker iemand, en hii
heeft een geheel nieuw licht over je
dwaas engagement doen opgaan.
Maud Zoo?
Lady MaryVoorheen vond Tk
een verbinding tusschen u en Mr. Sey
mour gewoon belachtelijk maar nuver
andert de zaak geheeL daar Lord Ax
minster beloofde hem aan een post
buitenslands te kunnen helpen en bo
vendien zeide, hem toch niet te zullen
vergeten. Hij deed zelfs een kleine
aanduiding, dat 't heel wel mogelijk
kon zijn, dat hij hem no~ tot zijn erf
genaam maakte, daar hii geen nadere
familiebetrekkingen heeft. Dus lieve,
ik feliciteer je.
Maud O, tante, denkt u heusch,
dat Papa en Mama dan nu verder
geen bezwaren tegen ons engagement
zullen hebben?
Lady Mary Daar ben ik zeker
van, want Lord Axminster zeide ook
nog. dat hij van plan was nog heden
aan je vader te» schrijven. Hij scheen
't er op gezet te hebben, dajtallestus-
schen u en Mr. Seymour in orde ko
men zou dus denk ik wel dat hij hem
een vast inkomen verzekerenwil.
Maud O, George, hoe verrukke
lijk (Omhelst hem.)
Lady Mary (haar lorgnet, reukflesch
je en parasol op den gTond latende val
len Hè
George (alle drie oprapend) Per
mitteer mij. Lady Marv Ik ben Ge
orge Seymour. Nu mijn edele neef mij
in bescherming heeft genomen, zal u
ons deze krijgslist wel willen vergeven,
niet waai-?
Lady Mary Wat hebt gij mij
doen schrikken. En gij hebt dus al den
tijd, dat ik hier was, ons gesprek afge
luisterd?
George Ik vraag u nederig om
verschooning; maar hoe kon ik weg-
j komen? Wilt u ons vergiffenis schen
ken? En dan stel ik voor, deze onze
eerste ontmoeting te beginnen met al-
geheele wederzijdsche kwijtschelding-
van schuld.
Lady Mary Breng ons hier van
daan, rM. Seymour, bestel een rijtuig
je en als ge lust hebt met ons mee
naar huis te gaan,, dan hoop ik u een
kop thee1 te mogen aanbieden.
Een Zaterdag avondpraatje
Met genoegen heb ik gezien, dat er
pogingen worden gedaan om de Haar-
lemsche paardentram bij de E.N.E.T.
ts voegen en zoodoende ook delijn
Stationden Hout tot een electrische
te maken. Van het begin van de ex
ploitatie der Eneit af was het te zien.
dat de zaait dezen kant uit moest. Na
tuurlijk begon het met concurreeren,
zooals dat altijd gaat. De paarden
tram kon dat gemakkelijk doen. Het
zeer voorzichtige beleid van het 'Be
stuur had deze onderneming op een
zeer solieden grondslag gevestigd
het kapitaal is nooit groot geweest en
jarenlang is de loffelijke taktiek ge
volgd van groote afschrijvingen en
kleine dividenden, zoodalt op dit oogen
blik evengoed als voor de verlaging
van de tarieven de zaak op zeer zuive
ren bodem staat.
Wat de Enet betreft. zi> is natuur
lijk zeer tegen haar zin tot de tarief-
verlaging overgegaan. Is voor de
Ceintuurbaan geen klein verschil, of
zij op hejt halve traject een dubbeltje
Iaat betalen of een stuiver. Toch zou
bij een onderneming van dien omvang
het geval niet doodelijk zijn geweest.
Men zou, ook bij voortdurend verlies
de zaak gaande gehouden hebben in
de hoop op betere dagen.
Tegenwoordig zingen de menschen
wat al te veel den lof van de1 concur
rentie wel te verstaan van de con
currentie, die anderen te voeren heb
ben. Zelf blijven ze er liever van ver
schoond.
Ze redeneeren dan graag zoo „con
currentie houdt de prijzen laag en de
energie wakker. De tramdienst zal dus
beter en goedkooper wezen met, dan
zonder concurrentie." Maar ze verge
ten, dat wanneer de concurrentie al
te 'scherp is en verliezen veroorzaakt,
iedereen, en een publiek vervoer-
mliddel zeker ook uit is op bezuini
ging in de uitgaven. Bezoldiging van
personeel, onderhoud van weg en wa
gens worden dan alliclijt te veel be
snoeid. En waarvoor? Om ons, die
van de tram gebruik maken, enkele
centen te doen besparen? Worden we
daar rijker van? Zou werkelijk ie
mand! aan 't eind van 't jaar iets meer
overhouden hij een tramtarief van v:'f
dan bij een van tien centen? Ik geloof
er niets van.
En voor het te hoog stellen van d'e
vrachtprijzen is geen gevaar. Ook wan
neer de Enet straks het monopolie van
Haarlems tramvervoer in handen
heeft, zal zij in haar eigen belang het
tarief houden op een billijke hoogte.
Ik wil dus maar zeggen, dat wij.
Haarlemmers, moeten wenschen, dat
de Enet, die eenige mooie lijnen heeft
aangelegd zonder dat helt de gemeente
een cent aan rentegarantie of ander
subsidie heeft gekost, dat de Enet, zeg
ik, kan bestaan en een dividend] e uiit-
keeren aan hare aandeelhouders. En
dan nog een voordeel. Ik wil niets zeg
gen ten nadeel© van de Haarlemsche
paardentram: integendeel de dienst is
uitstekend! en de spullen zien er goed
uit, maar zoo aangenaam als de elec
trische tram is ze toch niet. Krijgen
we dus eene electrische lijn Staltion
Dreef, dan is dat een verbetering de
draden hinderen ons al lang niet meer
En zoo verliest zich de mensch in
fantasie. Want waarom, zoo vraag ik
u, zou het een onmogelijkheid wezen,
dat de Enet metitertijd ook een lijntje
maakt van de Groote Markt door de
Zijlstraat over den Zijlweg. doör~Över-
veen en Bloemendaal, aansluitende bij
haar tegenwoordig eindpunt aan de
Kleverlaan? Waarom, als mettertijd
een étuk van Heemstede bij Haarlem
gevoegd en het Haarlemmerhoutpark
voor bouwterrein in den smaak geko
men is zou de Enet niet aan dien kant
hare lijnen uitbreiden, zooals de Haar
lemsche paardentram al heeft willen
doen?
Allemaal toekomstmuziek, liet is
waar, maar het zou mij nielt verwon
deren of ik zie nog eens den heer Bar
net Lj'on, een van de kleinste tram-
wegdirecteuren in afmeting, nog eens
staan aan het hoofd van een van de
grootste ondernemingen op dat ge
bied.
Ik wensch hem daartoe volop toe van
het taaie geduld, dat hii noodig zal
hebben. Het gaat met tramlijnen in
ons land precies als met eikeboomen
ze komen heel langzaam tot wasdom.
Zoo denk je, dat de bloeitijd gunstig
is en het plantje boven den grond in
het daglicht komen zal, of daar krijgt
het weer een schop van een onver
wacht op het terrein komende omstan
digheid.
Daar had']e nu den omnibus te Bloe
mendaal „na Maart zou hij niet meer
rijden. „Kijk," zeiden de voorstanders
van eene goedé verbinding met deze
gemeente, „het is goed, dat de omni
bus den dienst staakt, want nu zal de
behoefte aan iets beters veel grooter,
worden en de totstandkoming daar
van zoodoende worden bevorderd."
Maai- jawel, daar komt een nieuwe
combinatie op de proppen, die van
plan schijnt te wezen, den dienst voor-
loopig nog te doen doorgaan jto't Au
gustus.
De straatweg in Overveen en Bloe
mendaal is, zooals we weten, iets
aparts. Hij is, denk ik, van dezelfde
familie als de kleine steentjes vóór het
Paleis op den Dam, iets fijners, iets
deftigers dan een gewone huis-, tuin-
of keuken-straatweg. Hij behoort dan
ook niet maar aan de gemeente, wat
inderdaad een ordinaire toestand we
zen zou, maar sjtaat onder beheer van
een commissie. Nu is er, naar het
schijnt, een zeer belangrijk bezwaar
om in dezen fiooggeplaatsten, ik zou
bijna zeggen aristocratischen, weg
rals te leggen. De legende gaat, dat
men er tegen is omdat het zoo lastig is
voor de paarden .maar sedert er hier
en in den omtrek bijna geen hoofd
weg meer te vinden is zonder minstens
een stel rails, moesten de Arabieren
Shetlandsche ponies en andere vreem
de volksstammen, die1 voor de rijtuigen
loopen, daaraan wel gewend geraakt
zijn.
Het heefjt wel de aandacht getrokken
dat de dienst voorloopig tot Augustus I
zou worden voortgezet. Augustus en
September zijn immers de vacantie- j
maanden, waarin het grootste verkeer I
kan worden verwacht. Wouter, die i
over alles een opinie heeft, redeneert
zoo „de menschen, die den dienst
nog een poos op de been willen hou
den. gaan met de vacantie allemaal j
uit en hebben dan voor zichzelf, hunne
familie, vrienden en bekenden, den
omnibus niet noodig maar de ge-j
loof ik niet en noem het dan ook en- j
kei en alleen als een staaltje vanWou-
teriaaanscïïe snoodheid' Hoe durft,
zou je zeggen, de man met zoo n argu-
ment nog op de proppen komen.
Je kunt najtuurlijk in dezen tijd niiet
I over Bloemendaal spreken, zonder aan
de plannen Tot wijziging van onze gren
i'zen te denken. De voorzitter van on- 1
j zen gemeenteraad had daarover nade-
I re mededeelingen toegezegd en die
zulln nu ook verschijnen of zijn op 1
dit oogenblik al verschenen. Maar niet
voor Jan Publiek! Net niet! Die nieuws
gierige booswi.icht heeft er niets mee
te maken. Neen, mijnheer, veilig en
wel verborgen voor de blikken des on
•bescheidenen publieks, is of komt er
een stuk in het kastje van de leeska
mer van 't stadhuis, enkel en alleen
voor de edelachtbare oogen van de
Raadsleden te aanschouwen. Wij, Jan
Publiek, worden er weer nétjes bui
tengehouden. Straks als er deftige ver
gaderingen over gehouden worden,
mogen wij er. ook eens iets van hoo-
ren, maar dan is er in den regel niets
meer aan te doen, zijn de piketpaal
tjes om zoo te> zeggen al uitgezet en
kunnen we hoogstens zeggen of wie
willen slikken of niet. Gekauwd is
het dan al.
Wel aardig, niét waar. dat de pu
blieke opinie zoo heelemaal niet de ge-
legenhëid heeft om zich te uiten in
een zaak als deze, die voor Haarlem
van groot voordeel kan wezen als het
een goe^e' uitbreiding wordt en van
groot nafaeel, wanneer ze beperkt blijft
tot een klein stukje, b.v. alleen van
Schojlen. Nu, aï is mij voorbij de ooren
gewaaid, dat er weinig kans is op de
totstandkoming van het plan zooals
het door Iladrlem gewenscht wordt.
Schoten moet er niet veel tegen heb
ben, Heemstede hoewel inziende dat
het op den duur niet baten zal, spar
telt tegen, maar yooral Bloemendaal
is heftig van leer getrokken tegen ie
dere annexatie.
Maar let wel dat zijn maar geruch
ten. Officieer weten we niets. De be
volking van Haarlem heeft met de uit
breiding van het grondgebied niiets te
makenDaarvoor zullen de oomes op
't stadhuis wel zorgen. Aanzie de va
derlijke, ja de grootvaderlijke teeder-
lieid, waarmee ze ons willen behoe-
den voor het gevaar, dat wij. Jan Pu
bliek, er ons'Hoofd mee zouden bre
ken
Nu moet ik erkennen, dat de histo
rie van de laatste dagen alle aanlei
ding geeft om ons met het volste ver
trouwen aan die voogdüschap toeta
vertrouwen. De buitengewone krachts
inspanning die besteed is om in een
debat van twee uren. na tal van voor
stellen, inzake het pare vaccinogène
niets te bereiken, is als staaltje van
parlementair succes ik erken het
ronduit veT hoven mijn lof verhe
ven
Dat kan niet liedereen. Als je twee
uur praalt, breng je, al is het dan oolc
bij toeval, tenminste nog wel iets tot
I stand. De Raad niet. Ik noem dat een
j kranig stuk werk.
De Voorzitter klaagde nog over ge-
brek aan sympathie voor het streven
naar bezuiniging, dat B. en W. bij dat
I voorstel aan den dag hadden gelegd.
I Intussclien heb ik hooren zeggen, dat
I d!it tenminste bij vele jongere leden
I van den Raad een overwonnen
j standpunt is. Of 'iets geld kost en hoe-
|veel, komt er niet op aan. Hierop door-
redeneerende, komt het er dus 'ook niet
op aan, dat onze belastingen vervaar
lijk klimmen. Of de burgerij daarom
der gebukt gaat, komt er ook nliet op
aan. Of het de menschen afschrikt,
om hier te gaap wonen, komt er niet
op aan. Het eenige wat er wel op aan
komt, is, dat er mooie redevoeringen
gehouden kunnen worden, ten genoer
ge van het publiek.
Een en ander naar de regelen van
de schoone levensbeschouwing
„Eu zoolang als de lepel in den
brijpot staat
enz.
FIDELIO.