BARCELONA.
Mts. Ormsby met de vierlingen.
den loop der eeuwen werden zij zoo
aakt, dat men ze bij zich dragen
Daar echter de zon niet altijd h.ht-
was en 's nachts natuurlijk geheel
ging men er ten slotte toe vo-,
wateruurwerken te vervaardig m.
wnnen eenvoudigsten vorm waren
die door eene nauwe opening
inhoud vrij gelijkmatig lieten veg
en. Langzamerhand wist men deze
aanwijzers zeer fraai te bewerken en
van slagwerk te voorzien. Bekend
et prachtige wateruurwerk, dat Ha
al Rachid in 't-begin van de 9e eeuw
ICarel den Groote ten geschenken
Elk uur gingen twaalf deuren open,
evenveel gewapende ruiters te
schijn sprongen, die -verschillende
egingen uitvoerden. Kleine balletjes
op metalen platen en wezen aldus
ren aan. Ook zandloopers, die op het-
systeem berustten als de water
waren eeuwen lang in ge
le. Een groote schrede voorwaarts
d gedaan met de uitvinding der ge-
(pl. m. 1000 n. Chr.) Daar-
r was het mogelijk den tijd veel' juis
bepalen dan vroeger. In 1500 echter
men nog een belangrijken stap
Ier. Omstreeks dezen tijd vond een
voudig'e slotenmaker, Peter I-Ienlein,
het horloge uit. In de
mographie van. Pomponius Meia
1), wordt hiervan gezegd: „Er, wor-
nu dagelijks fijnere zaken vervaar-
j, zoo maakt een jongmensch Petrus
('afkomtig van Henlein) uit een wei
ijzer kleine klokken met vele rade-
die, hoe men ze ook draagt, in de
rs of in den zak, veertig uur loopen
slaan."
e uurwerken uit dien tijd zijn nog
zéér onvolkomen. Zij wijzen slechts het
geheele uur aan, de verdeeling in minu
ten ontbreekt nog geheel. In hunne uit
voering evenwel viert de kunst der 16e
eeuw ware triomfen. Het fijnste graveer-
ciseleer- en emailleer-werk is er op aan-
I gebracht.
I In do 17e en 18e eeuw werden ook goud
I en edelgesteenten ter versiering van de
horloges gebruikt. Zeer mooi is een
uurwerk van den beroemden graveur Le
'Blond afkomstig. Lodewijk XIII bezat
een fraai in goud geëmailleerd horloge
met zeer kunstige teekeningen. Men had
j horloges in allerlei vormen en grootten,
in de gedaanten van appelen, peren, me
loenen, tulpen, ja zelfs van guitaren, ge
iwoonlijk kwistig met edele steenen voor-
J zien. Ook schepte men in dien tijd veel
I behagen in klokken met automatiscne
1 aardigheden, als dansende Amovs, lléf-
des-scènes, of met speelwerken. Len
fraai meesterwerk is o. a. een gouoen
horloge, op welks wijzerplaat bij het
drukken op een knop, een aardig vc geJ-
tje verschijnt, dat met de vleugels s'aM,
het lichaam en den snavel beweegt en
leen liedje zjngt. Op een ander uur.v>,rit
I zijn twee riddiers aangebracht, die op
jgoud geëmailleerde paardjes, tegen ei
kaar inrijden en een steekspel uitvo *ii-
Men begrijpt'welk een tijd en moei'6
,aan deze kunstvoorwerpen besteed ver-
S den en 't is dan ook geen wonder, d rf
jer tegenwoordig fabelachtige prijzen
Ivoor bedongen worden. In de bekende
Spitzer-verzameling bevonden zich twee
I horloges, die op de voor eenïge jaren
I gehouden verkooping 25000 en 35000 fres.
I 12000 a f 170000),opbrachten. Kort gele-
I den werd voor een uurwerk uit de 17e
I eeuw van den Weenerverzamelaar Heck-
I scher 1100 poncl sterling of meer dan
13.000 gulden betaald. Ook grootere klok
ken brengen dikwijls verbazend veel
geld op. Een ervan, aan de familie Roth
schild toebehoorende, en een meester
stuk van kunst moet indertijd zelfs 600000
I francs (bijna 300.000 gulden) hebben ge
kost.
De meeste middelen worden genomen
tot kalnieering der zenuwen en om
slaap te krijgen. Nu is een nieuw middel
ontdekt dat zijn waarde hieraan dahki.
dat het als plaatsvervanger van den na-
tuurlijken slaap wordt gebruikt.
De moderne mannen en vrouwen, die
met een dag van twaalf uur bezig-zijn
niet tevreden zijn, maar van de vier-tn-
twintig uur zooveel als mogelijk leven
en genieten willen, dragen nu in u.in. e
zilveren bonbonnières of gestikte
kleine, onschuldig uitziende, wide te-
bietjes, die de behoefte naar ;aju; cp-
h effen.
„Het schijnt zoo lui, als men van de
24 uur er 8 verslaapt", zeide een jonge
man uit de gezelschapskring:m.
De menschen willen zich dus niet meer
den hoog noodigen tijd gunnen. zyn
door te veel werk of te veel $»tei/.'er c
verzwakt dat zij zelfs niet meer dim en 1
rusten. Het huidige gezelschapsleven is
zóó kunstmatig, dat slechts door het
voortdurend gebruik van medicijnen, als
morphine en cocaïne, zijn aanhangers j
d'en dag overleven kunnen.
Eenige der meest gevierde vrouwen,
zonder wie geen bal of andere feestelijk-
beid kan slagen, zijn onder den invloed
van zulke middelen vaak urenlang on
zichtbaar geweest.
I Tot zoover do mededeelingerv-van. het
H.ondensche blad. Wij laten het voor de
I rekening dier redactie, maar of het nu
zóó erg is.
1 't Zou niet de eerste overdrijving zijn!
ons nog versch in het geheugen. Maar
't was niet voor de eerste maal, dat de
bevolking zich/ verzette tegen het
Spaansche ujk. Reeds dikwijls sloeg
het vuur van den opstand wild om
hoog en even vaak kostte het ontzag
lijk veel moeite de wijd! om zich heen
grijpende vlammen van verzet te doo-
ven en te beletten dat de vrijheidsbewe
ging zich verder over Catalonië en
't overige Spanje uitbreidde. Oproerig
als een Cataloniër is een bekend
Spaansch spreekwoord, 't Is eene on
rustige, spoedig ontvlambare en tot
diaden van geweld steeds gereed staan
de bevolking, die in en om de haven
stad van de Middellandsche Zee woont
Geen andere plaats in het geheele
koninkrijk kan in har© geschiedenis 1
zoovele bloedige opstanden en onlus
ten aanwijzen als het vrijheidlievende i
Barcelona.
De stad ziet er weinig Spaansch uit,
terwijl ook hare inwoners niet bijzon
der veel op Spanjaarden gelijken en
De drielingen.
De tweede tweelingen.
Geéii lijd om te slapen.
j Het euvel om steeds meer medicijnen,
te gebruiken heeft zich, naar een Lon-
j densch blad schrijft-, in de Engelsche ge
zelschapskringen zoo ingeburgerd, dat
j het als een gevaarlijk kwaad begint te
j .dreigen.
Huwelijkszegen.
(Bij de platen.)
In Amerika gaat alles in het groot;
d'e Amerikanen kunnen volgens de
geldende verhoudingen. der Oude We
reld niet beoordeeld worden en zij wen
schen dat ook niet. Zelfs de natuur
verwijst de Amerikanen naar he.t bui-
tengewone en iets heel bijzonders in
de geschiedenis, welke wij ontleenen
aan een Amerikaansch blad en die
j wij in woord en beeld weergeven.
I In Chicago woont een Mrs. J. M. I
i Ormsby, de echtgenoote van een lood
werker. Zij beeft in den tijd van 7
jaren aan 14 kinderen het leven ge-
schonken. Dezen arriveerden in deze
volgorde in het aardsche tranendal
Eerst een jongen, dan tweelingen een
jongen en een meisje; vervolgens een
meisje; dan tweelingen: twee meisjes;
i vervolgens' drielingen twee jongens
en een meisje; voorts een jongen en
•I ten slotte, vierlingen twee jongens en
twee meisjes.
De vader van het veertiental, die
j in het begin zeer verheugd was over
j den huwelijkszegen, begon na de der-
i cle geboorte telkens bedenkelijker te
1 kijken, als d'e ooievaar opnieuw kwam,
i en nóg voor de vierlingen het levens-
I licht aanschouwd hadden, ging bij er
j met, de noorderzon van door en liet
i zijn vrouw met haar spruiten achter.
De moeder is nu genoodzaakt alleen
j in het onderhoud van haar gezin te
voorzien, wat haar natuurlijk uiterst
I moeilijk zal vallen.
De stad des Oproers.
Een Reisherinnering
door
PAUL LINDËNBERG.
De eerste tweelingen.
De onlusten te Barcelona, waarbij
meer dan vijftig menschen gedood en
nog veel meer gekwetst zijn, liggen
niets liever verlangen d'ah aan de
oude Catalonische hoofdstad de onaf
hankelijkheid' terug te geven, zij het
ook met opoffering van goed en bloed.
Want eens was Barcelona, welks gun
stige ligging reeds door de Phoeniciërs
Romeinen en G'othen op hoogen prijs
werd gesteld', en dat reeds vroeg het
juk der Arabieren heeft afgeschud,
de residentie van een zelfstandig Cata-
lonisch rijk, dlat door graven wera
geregeerd, en welks door handel en
verkeer verkregen rijkdom spreek
woordelijk was. Door het huwelijk van
Ferdinand den Katholieken met Isabel
la van Castilië werd Catalonië in 1469
eene provincie van het Spaansche ko
ninkrijk, doch behield ziin zelfstandig
bestuur, dat eerst door Philips V met
geweld'werd opgeheven, nadat hij na
een langdurig en moeilijk beleg Bar
celona tot overgave had gedwongen.
Sedert dien tijd was het met de rust
van het land gedaan en kende men
er den vrede slechts bij naam. In 1808
leerden de Franschen in de passen der
Pyreneën al de verschrikkingen van
den guerilla-oorlog kennen en toen in
1823 opnieuw Fransche troepen de
heerschappij van den Spaan-
schen troon wilden herstellen, boden
wederom de Cataloniërs heftigen we
derstand. Eenige jaren later vloog de
bevolking opnieuw te wanen om Don
Carlos te steunen. Gedurende dezen
krijg, die tot 1840 duurde, ging het in
Catalonië vreeselijk toe. Eindelijk
Averd in schijn de rust hersteld, doch
ook slechts in schijn. Dat ondervond
de Koningin-Regentes Christina die in
den nazomer van hetzelfde jaar met
haar beide dochters te Barcelona de
zeebaden wilde gaan gebruiken. Op
roerige volksmassa's hielden betoogin
gen voor hare woning en maakten zulk
een tumult, dat de vorstin en de prin
sessen in allerijl met een oorlogsschip
hare ..getrouwe" stad verlieten. Spoe-
dig_daarop verzette het volk zich te
gen d'en regent Espartero, en werd
Barcelona van het fort Montjuich uit
beschoten. En trots alle bloedige er
varing, volgden de onlusten elkaar op
die in de laatste twintig jaar niet al
leen een politiek, maar ook een socia
listisch en anarchistisch karakter aan
namen. Op 't overige Spanje ziet de
Cataloniër, die ook zijn eigen dialect
spreekt, met verachting neer, en dat
is zeer verklaarbaar. De bevolking van
Barcelona en het omliggende gebied is
intelligent, en vlijtig. Catalonië is de
nijverheidsstreek van Spanje en ter
wijl steden als Granada. Cordova en
Sevilla hoofdzakelijk op' hare; 'oude
herinneringen teren, is Barcelona met
den ti jd meegegaan. Hier werd de boek
drukkunst het eerst van geheel Span-
je uitgeoefend', de eerste Spaansche j
stoomboot gebouwd, de eerste spoor-1
weg aangelegd, enz.
De naam „Spaansch Manchester" is
dan ook geenszins misplaatst. De stad
heeft een half millioen inwoners, die
I groo tend eels hun bestaan vinden in
j Overal is-leven en beweging, aan de
stations, de haven, en in de stad zelf.
Hier staan gevulde pakhuizen met de
producten dier naburige provinciën
j daar groote bergplaatsen met die voort
i brengselen uit vreemde werelddeelen.
i verderop weer groote fabrieken, waar
het geraas der machines en de slagen
i der stoomhamers zich dooreen men
gen. In de havens liggen de schepen
van alle- natiën en is het een bont ge-
I woel van groote en kleine stoomboo-
ten, vrachtschepen, zeil en visschers-
vaartuigen. Uit alles spreekt de Cata
lonische' trots gepaard aan eene meer
noordpche zekerheid en geestkracht.
En'toch maakt Barcelona, ondanks
zijne .vele nijverheids-ondernemingen,
i zijn groot handelsverkeer en zijnen
j snellen groei, niet den indruk van
een fabrieksstad. Zijne' zuidelijke aard
treedt duidelijk nar voren, wat vooral
I sterk uitkomt in de hoofdstraat de
I Paseo del Colon, die evenwijdig met
I de haven loopt en in het midden be-
1 plant is met prachtige palmne De
I straat is genoemd naar Columbus, die
den 3en April 1493 hier weder den va-
derlandschen bodem betrad, geestdrif
tig begroet door het volk en in alle
statie ontvangen door Koning Ferdi-
nand', die den wereldontdekker ten aan
schouwe van het geheele hof omarmde
1 en kuste. Nu staat het standbeeld van
den onversaagdlen Genuees op eene
hooge zuil op de Plaza de la Paz. Zijn
I gezicht is naar de haven toegekeerd
en met de uitgestrekte linkerhand
wijst hij naar het westen.
Op dit plein komt, behalve de Paseo
del Colon ook eene andere hoofdstraat
uit, de Rambla, die1 de oude stad in
hare gansche lengte doorsnijdt en de
geliefkoosde wandelplaats is.
Doch tegenover die mooie wijken
staan ook geheel andere buurten, nau
we, dompige, slecht geplaveide straten
Dat zijn de volksbuurten die daar al
niet veel beter zijn dan bij ons. In het
midden hiexwan verheft zich de kathe
draal, een indrukwekkend gebouw, in
Gothischen stijl opgetrokken en waar-
aait men reeds in de vroegste tijden
van het chi-istendom is begonnen ts
bouwen.
Een heerlijke blik op de stad, hare
omgeving en de zee heeft men van de
hoogte van Montjuich, waarbij de are
na. voor de stierengevechten en het
park gelegen zijn. Onder aan onze
voeten ruischt en bruischt de Middel-
landsclxe Zee, terwijl liefelijke heu
vels de stad van de landzijde omslui
ten, deze „machtige koningin", zooala
een Spaansche dichter haar vol geest
drift heeft bezongen, wier trotsche
kroon in het water weerkaatst wordt
als in een zilveren spiegel". Jammer
slechts dat deze spiegel kort geleden
1 het beeld te aanschouwen gaf van
kommer, ellende en onheil en roodg»-
i verfd was met het bloed der talrijke
slachtoffers van den burgeroorlog.
Van alle tijden.
Voor alle tijden.
De vrede zit gekooid in gouden boel ge
klonken
En heeft den tranenkroes ten bodem uit
gedronken.
Hij weent en bidt geloofi! En draagt
het kruis van lijden
De donk're nachten in tot de ure van
verblijden.
Om met haar één te zijn, met vrijheid,
hemelbode,
Die daar in 't bloedig veld zichzelven
wijdt ten doode.
FEUILLETON.
MOKKELEN.
Naar het Duitsch van
CHRISTIAN BENKARD.
Kapitein van Treuenfels, de com-
van de in d'e haven van
ia voor anker liggende korvet „Ve-
s" was op dien naam van zijn schip
even zoo trotsch als op zijn
jen mooien naam. Als hij dies* Zon-
gs groote inspectie hield over het
ivendige van het schip, dan sidder-
n officieren en manschappen voor
n strengen blik van den gestrengen
er, die alle hoeken en gaten naar
achtergebleven stofje doorzocht,
als er ergens slechts een zweem
vuil was te zien, dan volgde een
donderbui.
De Venus" was geen boerenmeid1,
die uit schuim geboren Godin
schoonheid en Zijner Majesteit's
ihip dat haar naam draagt, moet een
paleis zijn en geen varkens
ik! Begrepen?
Natuurlijk begrepen de ond'erhoori-
deze zeer ondubbelzinnige toe
maak en zij zouden dol blij zijn ge-
eest als het daarbij gebleven was,
laar nu kwam eerst de beurt aan
zelf.
De manschappen van de Paleiswacht
j Berlijn moeten, smeerpoetsen zijn
bij de vertegenwoordigers
in die Duitsche vlag in het buiten
lid en d'egene wiens kleeding of hou
ding niet boven elke verdenking was,
kon zich de moeite sparen om in de
eerste vier weken verlof te vragen.
Nog meer echter dlaxx op de zinde
lijkheid lette kapitein Von Treuenfels
op het goed gedrag van zijne beman
ning, in zonderheid en dat is een
gevoelig punt bij matrozen op bet
nuchter zijn in en buiten dienst. Wie
aangeschoten van verlof terug kwam,
kon er zeker van zijn dat hij geduren
de de geheele reis geen voet meer op
den vasten wal mocht zetten en dat
aan boord! de mannen nuchter bleven,
daarvoor zorgde de commandant wel.
Bij zwaar werk en slecht weer liet hij
het wel niet aan een verwarmend oor
lam ontbreken, maar anders werd er
geen druppel brandewijn verstrekt en
zelfs de hofmeester durf d'e geen „klein
tje pakken", zoo als hij het noemde.
In weerwil van dit alles had' het den
kapitein in den laatsten tijd dikwijls
toegeschenen dat de een of andere ma
troos niet geheel nuchter was. Iiij
zeide echter niets omdat hij niet ge
heel zeker van d'e zaak was, en bepaal
de er zich voorloopig tóe de manschap
scherp in het oog te houden. Als de
kerels werkelijk in het bezit waren
van geestrijke dranken, dan moesten
die van den wal worden binnenge
smokkeld, en het zou al heel vreemd
moeben toegaan als dit niet nauwkeu
rig kon worden gecontroleerd-
De eerste maatregel tegen d'en aan
voer van spiritualiën was de verdub
beling van de bovendek- en batterij-
wachten. Zoowel de bemanning van
d'e in de haven liggende vreemde sche
pen als ook de inboorlingen' van Sa-J
moa verwonderden er zich niet wei
nig over. dat bij de nader ing van een j
boot uit elke geschutpoort, van de „Ve-,
nus" een matroos met de Hopte sabel j
in den arm naar buiten lag en het na-
derende vaartuig met doordringende, I
blikken monsterde. Ook de schild
wachten op het dek schenen laten in
elke onschuldige kano te willen box-en, j
want pax-agraaf 1 van de instructie
der wacht luidde: „Oppassen dat geen!
.sterken drank aan boord wordt ge-l
bracht!"
Nu zal men misschien, denken dat
de vex-lofgangers toch genoeg brande
wijn konden medebrengen. Wel zekex-,
als zij niet tot op het lijf werden, gevi
siteerd. Kapitein Von Treuenfels was
erg geslepen; hij liet de van den wal
terugkomenden de schoenen uittrek
ken en de broekzakken omkeex-en en
troostte zich van dlag tot dag met de
gedachte: Ik zal er toch wel achter
komen!
Het meest werden door hem verdacht
de kleine bootjes met inboorlingen of
Chineescbe kooplieden, die dagelijks
na het middageten hunne waren aan
boord brachten'en te koop aanboden.
De toegang tot het schip mocht d'e
commandant hun niet verbieden, om
dat hij wist dat de bemanning, die hij
een nuchter genoegen van harte gun
de, veel pleizier had in de bazaar,
die de kooplieden op het bovendek of
in de batterij opstelden. Dat zelfs
elke zakdoek onderzocht zou worden,
daarop konden zich de ambulante
kooplieden verlaten en dag aan, dag
werd er hun opnieuw op gewezen, dal
op het smokkelen van sterken drank'
de straf stond dat niet alleen zijne I
waren, maar ook de verkooper uvex
boord zouden worden geworpen.
Het was vandaag bijzonder levendig1
in de batterij. De bewoners van Sa
moa brachten koralen en schelpen,
kleine bonte vogels, kunstig gevloch-|
te matten, houten wapens en af gods- I
beeldjes. De twee laatste artikels wa
ren natuurlijk opzettelijk voor den
uitvoer vervaardigd, want de inboor-1
langen van de Samoa-eilanden hadden
reeds lang hun pijlen en bogen met
vuurwapens verwisseld en het is nog!
langer geleden dat zij houten of ijze-!
ren goden aanbaden, maar d'e Euro-|
psanen zijn op deze voorwerpen altijd!
zeer verzot en daarom word'en zij
gemaakt. Andere eilandei's hoopten
bergen van kokosnoten, bananen, li
moenen, sina's-appel'en en ananassen
voor zich op en maakten in weerwil j
van dien lagen prijs nog een aanzien
lijke winst, want die vruchten wer
den van onbeheei-de hoornen geplukt
of de kooplieden vergaten bij hunne
nachtelijke inkoopen te betalen. Bij
de goedhartige bruine jongens kwam
bet er op een handvol bananen of
minder niet aan en als er eens een
ananas werd weggekaapt, diedien zij
alsof er niets gebeurd was of lachten
er om.
Met de gestaarte zonen van het He-
melsche Rijk is het anders gesteld.
Zelf d'oortx-apte spitsboeven, zijn zij
wantrouwend tegen een ieder: hunne
sluwe rooversoogen bewaken de wa
ren en cle koopers voortdurend; vanj
elk stuk geld dat zij ontvangen wordt
de echtheid: onderzocht. Men zou hen j
eigenlijk liever xxiets afkoopen, maar
hoe kwam men dan aan die mooie zaJ
ken, die alleen bij hen te krijgen wa
ren? Keurig snijwerk van ivoor en
van hout ligt voor hen uitgespreid, I
zijden doeken, uit koralen en schelpen j
vervaardigde snuisterijen, photogra-
phieën van plaatsen en van personen, i
schrijfgereedschap, tabak en pijpen
kortom alles wat het hart van een zee
man begeert. Eenenkele van die scheef-
oogigen heeft ook kokosnoten, waar
door hij zich de verachting van zijn j
landslieden op den hals haalt, omdat
met die vruchten niet veel valt te ver
dienen en zij ook dan dien verkoop aan
de domme inboorlingen overlaten.
Daar de dienst weder ten drie uur
begint, moeten d'e kooplieden hun
boeltje weder spoedig bïjeenpakken en
het veld ruimen. Als de laatste ver
trokken is, ademt de commandant We
der vrijer en verlaat zijn tot nu toe
ingenomen observatiepost om zich
wedier naar zijne kajuit te begeven.
Op de trap komt hij in botsing met
een jong matroos, die dadelijk omkeert;
en het hazenpad kiest. Maar die ka-
pitein loopt hem na en roept, hem bij
den arm grijpende: Kerel! je hebt ster.,
ken drank gebruikt! Lieg maar niet, j
men kan het je duidelijk aanzien.
Geen antwoord.
Wil je spreken of niet? Waar is1
de drank verstopt?
Nergens, heer kapitein.
Je wilt dus niet bekennen dat je'
dronken ben? Goed! dan zal ik het je
bewijzen. Marsch, naar het hospitaal!
Aan uitknijpen viel niet te denken;
de zondaar werd door het tusschenclek
naai' het hospitaal gebracht, waar de
zieken en de oppassei's bij het binnen
komen van den commandant in de
hoogte rezen.
Iiospitaalbediende, ga dadelijk
den dokter roepen.
Dadelijk, heer kapitein.
De geroepene verschijnt en is hoogst
verbaasd over de vraag die tot hem
wordt gericht.
Dokter, is die kerel dronken?
Dat kan ik op het eerste gezicht
niet zeggen.
Wil hem dan onderzoeken, maar
onmiddellijk.
De jonge esculaap kijkt den „pa
tiënt" in de oogen, voelt zijn pols en
betast zijne slapen. Toen hij de adem
van den man ruikt is hij niet meer in
twijfel of de verdenking van den com
mandant is gegrond, maar hij kent
ook zijne gestrengheid in zulke geval
len en tracht eene buitengewoon stren
ge bestraffing van den anders orden-
telijken jongen te voorkomen.
Met zekex-heid' valt het niet te be
palen, heer kapitein, zegt hij, de
schoudei's ophalende.
Zoo, dan zal ik u eens wijzen hoe
men dat doen moet, hoewel ik niet in
de medicijnen heb gestudeerd. Let
maar een op.
Geeft acht!
De matroos bijt op de tanden en
staat als een muur.
Ai men voorwaarts uitgestrekt!