Bijlage I.
Schrijven van den heer J. I
Beynes, werkt, en electr. ing.
aan den liser H. Doyer, werkt
en electr. ing., Delft.
Haarlem, 8 Maart 1902.
WelEd, Heer.
Heden zond ik aan uw adres liet!
eindelijk zoo juist- ontvangen antwoord
dier Lichtcommissie op het schrijven
van den lvocr .T. J. F. Beijiv-, dato 6
Februari aan den Raad met bijlagen*
Aangezien hier en daar naar mijne,
overtuiging eenige grove onjuistheden
worden neergeschrevenvermoed ik
dat u hieromtrent nog wel het een on
"roder in het midden zult willen bren
gen. Mocht zulks het geval zijn, zoo
verzoek ik dringend om een zoo spoe
dig mogelijk en kort antwoord, daar
ons al zeer weinig tijd tot antwoorden
gelaten is.
Teven zoudt u mij verplichten niet
eenige mededeel ing omtrent de juist
heid van het op nag. 5 aangegeven cij
fer van 8400 gulclen.
Daar. zooals de Commissie zelf op
pag. 2 zegt, de verzwaring van het
kabelnet was ingevoerd, alvorens u de
plannen ter beoordèeling werden toe
gezonden, zult u zeker wel in staat
zijn om die al of niet juistheid van dat
cijfer te beoordeelen.
Gaarne uw antwoord zoo spoedig
eenigszins mogelijk wachtend', verblijf
ik
Hoogachtend,
J. J. BEIJNES.
Den W'elEdel Geb. Heer H. Doyer,
Werkt, en Electr. Ing.
Delft.
P.S. In de Raadszitting van Woens
dag 12 Maart zal de quaestie waar
schijnlijk worden behandeld.
Schrijven van den heer H. Dover.
Werkt, en Elect. Ingenieur te
Delft aan den heer J. J. Beijneste
te Haarlem.
WelEd. Heer J. J. Beijnes, Haarlem.
WelEd. Heer!
Zooeven ontving ik van U een copie
van het schrijven dier Lichtcommissie
aan den Raad der gemeente Haarlem,
gedateerd 24 Februari 1902, met de
bijbehoorende bijlage en Uw begelei
dend schrijven.
Enkele onjuistheden in het betoog
der Lichtcommiasie mag ik niet nala
ten te weerleggen.
I. De Lichtcommissie merkt op. dat
mij de plannen van firma Siemens en
Halske ter beoordeeling (zeg ter verge
lijking met de plannen dei- Haarlem-
sche Machinefabriek) werden toegezon
den. nadat de verzwaring in het kabel
net ad 8400 (exclusief de ƒ3000 voor
een speciale voedingskabel naar Uw
fabriek) door deze firma was noodig
geoordeeld.
Ik kan niet zeggen, wat al of niet
gebeurde voor ik in Haarlem het be
perkte adviseurschap aanvaardde*.
Maar gedecideerd kan ik verklaren,
dat op meerdere plaatsen uit het bege
leidend schrijven bij de aanbieding
van firma Siemens en Halske blijkt,
dat op..eene verzwaring voor welke
aansluiting ook in Uwe fabriek (ik
bedoel de zoogenaamde verzwaring ad
ƒ8400) in 't geheel niet gerekend werd.
zooals ook uit mijn rapport is af te
leiden.
Bovendien, men projecteert een ka-
beQ.net,evenals het* buizennet voo»
oen gasfabriek zoo groot, dat naar
alle meiischelijke berekening, bv. ge
durende de eerste tien jaren geen ver
zwaring van beteekenis noodig is.
Wie is het dan met mij oneens, dat
een cijfer van ƒ8400 meerkosten, uit
te geven voor één speciale aansluiting
bij den aanvang der stroomlevering,
een cijfer is, dat uit de lucht is ge
grepen?
Nog daarenboven. Indien werkelijk
firma Siemens Halfeke bij hetkabel-
n -t rekende op de aansluiting in Uwe
fabriek en dit ƒ8400 meerkosten ten
gevolge had. waarom heeflt dan de
Lichtcominissie dezelfde mededeelin-
gen die zij wel aan firma Siemens en
Halske deed toekomen, nl. dat Uwe
fabriek een groote afnemer zou zijn.
niet doen toekomen aan de Haarlem-
sche Machinefabriek?
Het aangeboden project door firma
Siemens en Halske is credateercl 17
Maart 1900. De uitnoodïging tot het
maken van een project aan de Haar
lemsche Machinefabriek werd ge
schreven 30 Mei 1900.
Zooals U mij persoonlijk mededeel
de. verklaarde een der Ingenieurs der
H. M. F. U. perrtinent, dat zijn fabriek
aangaande stroomlevering aan Uwe
firma nooit eenige mededeeling ont
ving.
II. De Lichtcominissie schrijft, dat
aangaande de aanschaffing van een
kabel voor 50 P. K., maximaal 75 P. K
doorlatende (ik bedoel dus nu den ka
bel ad 3000.door liaar gedaan
werd, wat ik zelf meende, dat ieder
ernstig electrotechnicus gedaan zou
hebben.
In 't minst niet. Ik heb gesprokeu
van 20 k 30 P. K., en nu is 50 a 75 P. K.
een bedrag dat nog altijd 2a 3 maal
zoo groot is
Voorwaar «en droevige illustratie
van de wijze waarop de Lichtcominis
sie met cijfers meent te mogen omgaan.
Met feiten en personen doet zij even
eens. als uit het onderstaande blijkt.
III. De Lichtcommissie doet uitko
men. dat zij natuurlijk, wanneer het
noodig was, steeds het advies van een
deskundige heeft ingeroepen.
En dc heer Bellaar Spruvt praat, op
bladzijde 13 over mijn adviseurschap,
alsof ik gedurende de geheele voorbe
reiding der Centrale1 de Lichtcommis
sie heb ter zijde gestaan.
Tegen deze uitingen teeken ik on
voorwaardelijk protest aan.
Wien de Commissie behalve mijzelf
als deskundige raadpleegde, is mij on
bekend.
Maar mijn adviseurschap duurde
drie maanden. Ik kwam op het tapijt,
toen alles in kruiken en kannen was.
De twee plannen waren uitgewerkt
en ingediend.
De lieer Blom had zich reeds ten
e-'r.^o Min firma Siemens Halske
uitgesproken, men was op het punt
i i te n. i: i n. zonder een on
partijdig deskundige geraadpleegd to
nebben.
Mij werd toen alleen en uitsluitend
opgedragen, tusschen de twee ingedien
fe projecten een keus te doen en dat
oog alleen aangaaftöè het electrische
gedeelte .tenzij ik moent mëeueu. dat
Toen ik een o ogenblik buiten mijn
geen der twee plannen voldoende was.
Ter illustratie hiervan het volgende:
opdracht ging en aan de Heeren Nieu-
wenhuizen K ruseman en Blom den
raad gaf, te doen onderzoeken of een
draaistroomproject voor Haarlem
of minder waarde had dan een lijk-
stroom project, is mij door hen toe
gevoegd, d'at ik mij aan mijn op
dracht had te houden en tusschen de
twee projecten te kiezen had, tenzij
geen der twee voldoende was.
Ik 'onderwierp inij hieraan, na rijp
beraad, met tegenzin.
Maar dan moet de Lichtcominissie
nu ook onomwonden willen laten uit
komen. dat mijn opdracht een zeer
beperkte was.
Mijn keus tusschen de- twee projec
ten lieb ik verdedigd en ben ik ten al
len tijde bereid nog te verdedigen.
Maar ik mag de Lichtcommissie niet
toestaan zicli achter mij te verschuilen
als den deskundige die haar ter zijde
stond.
Ik heb haar indertijd voor de ge
volgen van hare handelwijze gewaar
schuwd. Zij hebbe- nu den moed zelf
de gevolgen te dragen.
De plaats van den bekwamen des
laar Spruyt moreel tegenover de ge
laar Sprlyt moreel tegenover de ge
meente had dienen in te nemen en die
ik zooals uit het bovenstaande blijkt
ook gaarne had willen innemen, is mij
door de Heeren Nieuwenhuijzen Kru
seman en Blom pertinent geweigerd.
Ik kan daaraan alleen nog deze
vragen toevoegen:
Wie verzuimde den heer Bellaar
Spruyt beter in te lichten aangaande
de zeer beperkte opdracht, die ik van
de Lichtcommissie ontving, lang vó3r
zijne benoeming tot onderdirecteur?
Wie publiceerde deze averechtsche
voorstelling van den heer Bellaar
Spruyt, jk wil aannemen, door hem
zelf ter goeder irouw neergeschre
ven?
Wie heeft er belang bij een derge
lijke averechtsche voorstelling ingang
te doen vinden bij den Gemeenteraad
in Haarlem en het groote publiek?
Ik zal door een Commiseie, die de
zaak Haarlemsche gemeenteraad con
tra Beijntes, te onderzoeken zal krij
gen, gaarne op dit punt verder ge
hoord worden.
IV. Aangaande hetgeen de heer Bel
laar Spruyt verder opmerkt., dat tot
mijn moreele verplichting behoort zou
hebben, het volgende:
Met de aansluiting Uwer fabriek
heeft in hoofdzaak de rentabiliteits-
rekeniug te maken.
En ik verzoek, waar mijn advies
aangaande deze {rentabiliteit inder
tijd niet werd gevraagd en dus na de
bovengenoemde ondervinding ook
niet werd gegeven, nu dringend aan
dè Lichtcommissie te mjogen publi
ceeren, wat dienaangaande al of niet
in de aanbieding van Siemens en Hals
ke te lezen staat.
Evenwel, ik behoud mij alle rech
ten voor, in het. geval ik deze toe
stemming dier Lichtcommissie niet
ontvang, alles mede te dealen, wat
ieder bekend is, düe de aanbieidng
van firma Siemens en Halske bestu
deerd heeft
V. De brief van den heer Bellaar
Spruyt:
U zult verder wel geen discussie
van mij aangaande di't schrijven ver
wachten.
Gemeenteraadsleden in Haarlem en
Leiden zullen wel niet veel verstaan
van een betoog, waarin cos. Q voor
komt
Enkele woorden dug slechts.
Tegenover de gemeente Lerdesn voel
ik mij volkonten (verantwoord. Aan
mijn zijde otaan gelukkig meerdere
Ingenieurs van groote bekwaamheid.
Discussie aangaande mijn advies
aan de gemeente Leiden is in het
schrijven der Lichtcommissie totaal
misplaatst
Alleen dienaangaande deze opemr-
king als tegenhanger van het stand
punt, dat de heer Bellaar Spruyt in
neemt, t.w. dat ik èn de gemeente
Haarlem, èn de firma Siemens en
Ilalske èn de Lichtcommissie èn den
heef Bellaar Spruyt zelf, geluk
wensch, dat de onder-directeur, zijnde
de eenige gem. deskundige, zoo warm
voor 't vóór zijne benoeming gekozen
systeem in Haarlem opkomt. Goede
resultaten kan in menig geval ieder
systeem geven, ,mifjs [men iets tot
stand brengt, „aus einem Gusz'a, de
zaak met hart en ziel wordt onder
steund en eerlijk wordt gediend. Een
bruikhaju» (systeem, met toewijding
iler dienaren is beter dan een voor-
treffelijk systeem zonder toewijding.
Discussie over de meeste opmerkin
gen van den heer Bellaar Spruyt be-
hooren thuis in een technische veree-
niging, niet m een raadzaal.
Wel in de Haarlemsche raadzaal be
hoort, de uitspraak, dat mijn overtui
ging is, dat de centrale te Haarlem in
haar eorste opzet ongeveer 4000 I. P.
K. gedurende 3 uur per dag kan le
veren.
Misschien op papier meer of tijde
lijk meer, maar op den duur geheel
betrouwbaar zeker niet in het gemid
deld centraal station voor electrische
stroomlevering.
Hier staat geen drukfout en is geen
misleiding ha het spel.
De overige opmerkingen van. den
lieer Bellaar Spfruyt /hebben betrek
king op zoogenaamd, niet op index-
daad door mij geuite beweringen.
Vorder strookt, het grootste deel niet
'met mijn ervaringen. Ik moet ze dus
verworpen, totdat de praktijk mij an
ders leert.
Een aardige coïncidentie:
Jls hot niet hoogst merkwaardig,
lat de staat van laagste prijzen bij
groot verbruik van kracht... opge
maakt door Uzelf uit authentieke ge
gevens, zonder imijni medeweten of
voorkennis en in uw begeleidend
schrijven vermeld als een staat, dien
U wenscht te stellen, tegenover den
staat A der Lichtcommissie, ik her
haal, is het niet hoogst merkwaardig
dat deze staat B. op één uitzondering
na, vermeldt centraaileiationfc roet
draaistroom of wisselstroom.
Mag ik dit curieuse, nuchtere feit
stellen tegenover alle beschouwingen
van den heer Bellaar Spruyt?
En tot slot nog deze korte opmer
kingen:
VI. dat de Ingenieur Werner, van
firma Siemens en Ilalske mij per
soonlijk in Haarlem mededeelde, dat
hij zelf twijfelde aan het tot stand ko
men eener aansluiting van Uwe fa
briek aan de centrale tot een der be
dragen door de LichtcommfEsie ge
noemd.
VIT. dat ik overtuigd ben, dat de
heer Bellaar Spruyt met mij eens is,
dat een kwestie Haarlemsche gemeen
teraad contra Beijnes voorkomen was
indien bijv. hijzedf bijtijds de Licht
commissie in Haarlem had kunnen
voorlichten, evenals ik overtuigd ben,
dat deze kwestie voorkomen zou zijn,
indien ikzelf bijtijds adviseur der
Lichtcominissie was geworden of zelfs
indien de Lichtcommissie mij mijn
wensch had ingewilligd om mijn ad
viseurschap ruim op te vatten.
U zult mij zeer veel genoegen doen
mijne mededeelingen in hun geheel
nog vóór de aanstaande Raadsvergar
dering ter kennis tc brengen van de
verschillende Raadsleden.
Indien er maar eenmaal een bres
geschoten is in den muur van zonder
linge voorstellingen, düe dfe Licht
commissie maar steeds doorgaat een
zich heen te bouwen, ten ednde het
kaartenhuisje niet ineen te doen stor
ten, acht ik de zaak van een onpartij
dig onderzoek voor U gewonnen.
Met. mijn groete, teeken ik gaarne,
hoogachtend,
Uw dw. dienaar
H. DOYER.
Plaatselijke Loonstan-
daa-rdi. Over dit onderwerp sprak
Maandag-avond op uitnoodiging van
het looncomüté, de ](eer Spiekman
van Rotterdam in de groote zaal van
het gebouw „SU Bavo." De vergade
ring was slechts matig bezocht.
De voorzitter, de heer S. Reinalda,
opende de bijeenkomst met het geven
van een kort overzicht der werkzaam
heden van het looncomité, dat uit 16
organisaties was gekozen.
Het streven van het looncomité is
o mden plaatselijken loonstandaard te
verhoogen, en dit naar aanleiding van
het besluit in den Raad genomen om
aan een volwassen werkman 23 cents
per uur te betalen. Op 7 Mei L 1. werd
voor het eerst eene openbare vergade
ring over deze zaak gehouden; daar
na richtte het comité zich tot de pa
troons. die antwoordden,dat zij op een
vergadering 12 Juli 1. L gehouden, be
sloten hadden met ingang van 1 Jam.
1902 het loon op 23 cent, te brengen.
Omdat niet alle patroons daaraan ge
volg hebben, gegeven, is nogmaals
eene openbare vergadering belegd.
Nu bijna anderhalf jaar zijn wij met
billijke verzoeken bezig, zeide spreker
maar voor 't. meerendeel stuiten zij
af op den onwil der patroons. Eigen
aardige antwoorden komen van hen ln
waarin wordt gesproken, alsof de pa
troons h6t meerdere loon zouden moe
ten betalen. Of zij dit dan niet op hun
cliëntele kunnen verhalen.
Neen het is onwil, zeide spr.: en aia
staaltje daarvan, noemde spreker, dat
zelfs bij den heer Geijl, den voorzitter
der Vereeniging van Industriëelen en
Kooplieden; welke het eerst het be
sluit nam tot het instellen van een mi
nimum-loon van 0,23: 6 a 7 stevige
werklieden aan den arbeid zijn tegen
20. 21 a 22 cent per uur.
Sluit U derhalve krachtig aaneen,
zeide spreker, omdat men zoonoodig,
met andere middelen hooger loon zal
verkrijgen.
Daarna kreeg de spreker van den
avond het woord.
Spreker wees er op dat deze zaak
door het looncomité op zeer verstan
dige wijze aan de orde is gebracht, en
betreurde het dat deze vergadering
over verbetering van het loon in ver
schillende vakken, waardoor de toe
stand van vele arbeiders zou verbe
terd worden, door zoo weinigen werd
bijgewoond. YVil men met succes wer
ken, dan moeten alle vakvereenigin-
gen sterk medewerken.
Gij moet niet alle schuld werpen op
de patroons, maar ook voor een groot
deel op uwe medearbeiders, die zoo
weinig belangstellen in eene verbeter
de loonregeling, in het verbeteren van
hun toestand.
Elke toonbeweging is nooit een recht
vraag, maar üs eene machtsvraag.
Men vraagt niet eene verhooging, om
dat men 0.23 billijk en genoeg vindt;
maar -omdat dat het minimum moet
uitmaken, een minimum van uwen
levensstandaard, van de behoeften,die
gij in de woreld hebt.
Al zijn de onverschilligen nog zoo
groot, toch kunnen zij niet ontkeennen
dat een lotsverbetering voor allen nood.
zakelijk is, Dat deze eerder zal tot
stand komen wanneer alle arbeiders
krachtig medewerken, laat zich begrij
pen.
De sociale beweging o-ntstaat door
de toestanden in de Maatschappij.
Deze tijd van vooruitgang, uitvindin
gen en kunst, is voor de arbïeders geen
werkelijke vooruitgang, want dan
zouden zij thans niet meer zoo behoe
ven te strijden, om lotsverbetering.
De vooruitgang is slechts aan de zij
de vau het groot-kapitaal, maar niet
aan die van de arbeiders, die zich nog
steeds met een hongerloon moeten te-
weden stellen.
Bij aanneming van alle schoone en
groote bouwwerken ziet men den
eenen aannemer sterk concurreeren
tegen den anderen.
Zoolang er nu geen vast minimum
loon is kan nij maar bezuinigen op
één post en dat is het loon. Op de ma
terialen kan men dit niet doen, maar
wel op het loon der arbeiders.
Dat dit hierdoor laag blijft is ze
ker; miaar voor een groot dleel komt
dié lage loons tand/aardJ ook hieruit
voort, dlat wanneer 1 patroon 10 werk-
liedleu noodig heeft, er zich. 100 bij
hem komen aanbieden. En juist diit
.moest andersom zijn; die patroon
moest dien arbeiders vragen of zij bij
hem wikten werken. Dan kon huin
loon verhoogd! wordlen. Voorts schet
ste spa-, het groote n-acBeel d'at die ma
chine in d'e verschillendio vakken had
gebracht. Wanneer er uit ons mid
den geen tegenkanting kwam tegen
deze slechte toestanden, dan zou men
gelijk worden aan een schroef zon
der kop, die kan worden doorgedraaid-
En daarvoor moeten die arbeiders
waken; zij mosten zich krachtig orga-
niseeren, opdat hun organisatie worde
dé kop op den schroef. Wat wij
vragen is niet onbillijk. Dat is een
goed loon ,dat niet aan concurrentie
onderhevig mag zijn, ien waarmedia
wij mosten kunnen rondkomen, en
voorts een verkorten arbeidstijd,,
waardoor wij in staat zullen zijn ons
nog verder te ontwikkelen, en te ont
spannen. Een algebeele verbetering
van d'en toestand dier arbeiders dus.
Hat eerste wat wij moeten bereiken
lis een minimumloon, den bodem,,
waarop wij leven. Dan zullen jon*
gere krachten het loon nimmer meer
kunnen verminderen. Waar dJe ge
meente zelf bepaald heeft, dat het mi
nimum van de leefwijze eens arbei
ders hier ter stede 0.23 moet zijn,
daar moeten de arbeiders elke parti-
daar moeten die arbeidtere eiken, parti
culieren patroo nverplichteaa ook dit
loon door te voeren. Daar zit niets
onbillijks ia. Dat enkele patroons
dit loon niet uitbetalen, spruit voort
uit vrees voor hun clientèle. Maar ant
geen onmacht van die eersfcgenoem-
den, maar onwil. Daardoor zullen
do onwillige patroons ook beter tegen
de anderen kunnen concixrreeren, en
juist dat is onbillijk.
Hier ter 9tede moet in die allereer
ste plaats verbetering gebracht wor
den in die loonregeling dier schilders
gezellen, wier patroons zich railed aan
dia genomen besluiten der industrieel en
storen, hoewel zij dit moreel verplicht
zijn. Desnoods moeten zij dhartoe
gedwongen worden. Nog wees spr.
op den l angen en vermoei en den ar
beid der bakkersgezellen en op hun
karig loon, op het slechte loon dter
sigarenmakers, behangers en stoffeer
ders en bloemisten. In hun toestand
vooral moet verbetering komen. Wat
geeft dé sociale en politieke vooruit
gang voor den arbeider, wanneer zijn
loon en arbeidstijd) niet wordt verbe
terd? Niets, en daarom, arbeiders,
voert krachtig dloor den loonstrijd, die
alleen kan gewonnen wordlen dbor
sterke organisatie, waartoe spr. aan
het sk>t van zijn rode alten opwekte.
Hierna werdtem enkede besprekingian
gehouden en werd er o. m. op gewe
zen, dat de patroons misbruik maliën
van- die bepaling, d'at eein volslagen,
anit,s bakwaam werkman 0.23
mag verdienen. Willen die patroons
nu minder betalen, dan. is die werk
man niet bekwaam. En daarom zou
men gaarne zien, dat het loon-comité
er in deze iets op vond, opdat aan de
willekeur der patroons eten. eindJe wor-
dfe gemaakt.
Ten slotte werd nog aangenomen
een motie, waarin de handelwijze der
onwillige patroons werd afgekeurd;
hel looncomité opgedragen, pogingen
te doen tot algeheele invoering van de
minimum van 23 cents per uur, en
een beroep gedaan op het publiek om
de onwillige patroons niet te bevoor
deel en.
Uit de Omstreken.
Zand voort.
Door B. en W. is afwijzend beschikt
op het verzoek van den heer H. A.
Gieske alhier, tot het verkrijgen van
vergunning voor den verkoop van ster
ken drank in het klein in het perceel
aan de Zandvoortsche laan no. 37.
Beverwijk.
De Raad dezer gemeente zal vergade
ren op Donderdag 13 dezer, des morgens
te half tien ure.
De voorloopig opgemaakte kiezerslijst
vermeldt 8S1 namen; op de vorige lijst
kwamen 899 personen voor.
Sloten
Teneinde zoo mogelijk uitbreiding
tegen te gaan, zijn door den burge
meester in overleg met den inspecteur
van het Geneeskundig Staatstoezicht
met het oog op het alhier voorkomen
de geval van vlektvphus, strenge maat
regelen genomen. De sloten nabij het
besmette huis zijn gereinigd, terwijl
een politiepost voor het huis is ge
plaatst; de overige leden van het gezin
(4 personen), mogen de woning niet
verlaten.
Uit 37 sollicitanten is tot onderwij
zer alhier benoemd mej. S. J. Hommes
te Bolsward.
Binnenland.
Uit de Hofstad.
De Koningin liet zich heden bij de
begrafenis van den president eter Eer
ste Kamer te Zwolle vertegenwoordi
gen door den kamerheer-ceremonie
meester H. W. J. E. baron Taets van
Amerongen; de Koningin-Moeder door
den kamerheer Jhr. G. J. van Taets;
Prins Hendrik door zijn adjuxïant,
den kapitein Jhr. Van Suchtelen van
de Haere.
De Regeartng liet zich vertegen
woordigen (loor de ministers van bui-
tenlandsche zaken en waterstaat.
Jhr. Mr. J. K. W, Qnarles van
Ufford t
Op hoogen leeftijd overleed Maandag
te 's Gravenhage jhr. mr. J. K. W
Quaa-les van Ufford, een bekend
schrijver over kodoniale en weten
schappelijke onderwerp ên in Econo
mist, Gids, Spectator en Tijdschrift
voor Ned.-Indië.
In het bijzonder ijverde hij voor
de- Maatschappij van Weldadigheid,
waarvan hij vroeger voorzitter was.
Aanvankelijk ambtenaar bij het dep.
van binnenl. zaken, heeft hij later ais
referendaris aan het hoofd gestaan
van de afd. personeel van het dep.
van koloniën.
De heer Quarles Wan Ufford be
hoorde tot de thans oud-liberale rich
ting en werd menigmaal tot candi-
daat voor vertegenwoordigende be
trekkingen gesteld. Tot in het laatst
zijns levens wijdde hij zich aan stu
die en aan behartiging van publieke
belangen. Hij was ridder in de orde
van den Neder], Leeuw.
Do minister van Koloniën.
Men meldt uit Utrecht, dat de alge-
meene toestand van jhr. Van Asch
van Wijck bevredigend blijft.
Inbraak.
Op een druk punt van Amsterdam is
Zondagavond weer een slag geslagen
door inbrekers of insluipers. De bewoner
van perceel 27 aan het Haarlemmerplein,
tegenover de tramhalte, de fruithande
laar, Th. van Vel zen, was omstreeks 7
uur even een boodschap gaan verrich
ten. Ook zijn dochter was afwezig. Toen
hij tegen 9 uur terug kwam, vond hij de
voordeur, die hij goed gesloten had, op
een kier staan. Binnengekomen bemerk
te hij dat alles dooreen geworpen was
en doorzocht, zelfs bedgordijnen waren
afgerukt, een linnenkast geopend en
voor ruim 100 aan gouden voorwerpen
was gestolen.
Blijkbaar waren de dieven bekenden,
want een ring die gewoonlijk op een
vaste plaats wordt weggestopt wist men
ook te vinden. Een doosje met geld werd
door de ongewenschte bezoekers niet op
gemerkt. De heer Van Velzen, een vrij
bejaard man, was door hetgeen hij ont
dekte erg ontdaan en deed dientengevol
ge eerst laat aangifte bij de politie. Hij
sprak echter vermoedens uit tegen ie
mand die wel eens bij hem aan huis
komt en in die richting is door den po
litie onder leiding van den heer J. B.
Daman, commissaris in de sectie, een
onderzoek begonnen.
Papuss
was Zondag te Rotterdam haast gaan
zwemmen.
De kist was in 't bad geplaatst en men
begon het met water te vullen.
Papuss die inmiddels weer spoedig
wakker was geworden, begon eensklaps
als een wanhopige in zijn kist te weer te
gaan. Hij ontdekte nl. dat zijn kist lek
wasl en schreeuwde nu dat men het wa
ter uit het bassin moest laten wegloopen.
Of het afvoerkanaal voor dat water niet
ruim genoeg was, of dat men door de
haast de kranen te wijd had opengezet,
een feit was het dat de zaal in een oo-
genblik blank stond en de toeschouwers
allen natte voeten opliepen.
Inmiddels werd een onderzoek inge
steld aan de kist en bleek dat een der
draden van de eleotrische geleiding in
de kist bij het sluiten beklamd was ge
raakt tusschen de gutta percha welke
zich bevindt tusschen de afsluitplaat
waarmede de kist gesloten wordt.
Het gevolg was dat de kist weder ge
opend moest worden om deze fout te
herstellen.
Nu begon Papuss echter eensklaps we
der te keer te gaan. Hij had nl. ontdekt
dat een afvoerbuis welke zich in de kist
bevond, verstopt was. Door middel van
ijzerdraad trachtte men deze door te ste
ken, wat ten laatste ook gelukte.
Dood gevonden.
Zondagmorgen vroeg zag iemand een
vrouw op den bodem van 't grif je ach
ter de gasfabriek te Apeldoorn liggen.
Bij onderzoek bleek dit te zijn de dienst
bode uit het in de nabijheid gelegen ho
tel De Moriaan. Zij was dood. De politie
zoekt te vergeefs de oorzaak van dit on
geval. De dienstbode, die 26 jaar oud
was, had zelfs geen enkele neiging tot
zwaarmoedigheid.
Aanvaring.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
had te VÜssingen, in de Sardijnkil,
eene aanvaring plaats tusschen het
stoomschip Chester, van Antwerpen naar
Grimsby, en de Vlissingsche vischsloep
VI: 16. De vischsloep kreeg daarbij eene
belangrijke averij, de mast brak, zoome
de de boegspriet: de mast viel daarbij op
de Chester. De bemanning, uit zes man
bestaande, wist zich. met eigen boot te
redden en naar den wal te roeien. Het
stoomschip Chester stoomde daarna on
middellijk naar zee, de vischsloep me-
desleepende, daar deze met haar mast
enz. vast aan de Chester was geraakt.
Nadat de Chester zich van de vischsloep
had weten los te maken, liet zij ze in zee
aan haar lot over. Zondagmorgen werd
van hier de sleepboot Washington uit
gezonden om de vischsloep te zoeken en
oi te pikken. In de Wielingen vond men
haar drijvende, waarna zij naar hier
werd gesleept, en des namiddags in het
marinedok gebracht.
De sloep is lek en ontzet; bij de aan
varing liad de sloep de lichten op.
Door een automobiel.
Onder Woensd recht is de wethou
der C. Jacobs door een automobiel
aangereden en aan. het hoofd ernstig
verwond. Men vond hem bebloed en
geheel bewusteloos op den weg lig
gen. De bestuurder van de automo
biel had: zich, zonder naar den heer
J. om te kijken, ijlings uit de voeten
gemaakt.
De toestand, van den heer Jacobs is
niet zonder gevaar.
Kijkjes om ons heen.
Techniek en nog wat.
Toen indertijd de heer Doijer aan den
zoon des heeren Beijnes zijn bekenden
brief schreef, hebben wij dien in zijn ge
heel opgenomen, omdat, hij een critiek
bevatte over de electrische centrale, die
vooral daarom onze aandachi verdiende
omdat ze kwam van den heer Doijer,
die in de zaak gedeeltelijk als adviseur
opgetreden was.
Het is daarom geruststellend, dat de
onderdirecteur van onze Lichtfabrieken,
de heer Bellaar Spruijt, het met de be
schouwingen van den beer Doijer niet
eens is. Hij ontkent beslist, dat draai
stroom voor Haarlem beter zou wezen,
dan gelijkstroom, ja, beweert vlakweg
het tegendeel; hij verklaart uitdrukkelijk
dat wel degelijk de Haarlemsche Cen
trale stroom kan leveren aan groote mo
toren en dan nog stroom kan overhou
den voor duizenden lampen, kortom hij
stelt ons gerust, waar de heer Doijer
ons zooveel kwaad verteld had van de
inrichting der centrale, dat we ons een
oogenblik afvroegen: „zou het dan waar
kunnen zijn, dat er voor tonnen gouds
een prul gebouwd is. dat noch voor
kracht- noch voor lichtlevering te ge
bruiken is?"
Nu er uit de opmerkingen van den heer
Bellaar Spruijt alvast gebleken is, dat
de eene deskundige volkomen verschilt
van meening met den ander, ben ik in
't algemeen gerustgesteld en zou liever
de heeren zolven hunne technische quaes
ties in bijzonderheden zien uitvechten,
waarvan wij leeken toch veelal de waar
de niet kunnen beoordeelen.
Intusschen is het stuk van den heer
Spruijt alweer beantwoord door den heer
Doijer. Het feit, dat dit antwoord in zijn
geheel in ditzelfde nummer van Haar
lem's Dagblad voorkomt, doet het vol
doende zijn, dat ik slechts vluchtig de
aandacht vestig op enkele punten. En
dat niet op speciaal technische zaken,
maar op dingen, die ter beoordeeling
liggen voor iedereen. De heer Doijer
spreekt vierkant de bewering van d
Lichtcommissie tegen, dat voor de leve
ring aan den heer Beijnes een verzwa
ring van het kabelnet zou hebben plaats
gehad, die f 8400 kost.
Uitdrukkelijk en blijkbaar boos wijst
de heer Doijer nog weer op het beperkte
van zijn adviseurschap. Het heeft hem
klaarblijkelijk gehinderd, dat de heeren
Nieuwenhuijzen Kruseman en Blom van
zijn wenken over draaistroom inplaats
van gelijkstroom niet weten wilden en
hem onder 't oog brachten, dat hij niets
anders te doen had, dan de twee oiftwer-
pen, die van Siemens en Halske en van
de Haarlemsche Machinefabriek, met el
kaar te vergelijken en hij voegt er, nog
al kras, bij: „ik mag de lichtcommissie
„niet toestaan zich achter mij te ver
schuilen als den deskundige, die haar
„ter zijde stond". Ja, hij gaat zoover, da
hij daaronder nog een drietal vrage»
doet, welke alleen hebben kunnen kome»
uit de pen van een man, die boos is.
Zóo polemiseert men niet. Het is den
heer Doijer kwalijk genomen, dat hij. die
dan toch (voor hoeveel of hoe weinig dan
ook) adviseur dor gemeente is geweest,
zich door den heer Beijnes in de zaak
heeft laten betrekken. Hij had zich. mee-
nen velen, daarbuiten moeten houden.
Ik laat dit daar: er zijn gevoelsquaesties,
die ieder voor zichzelf dient uit te ma
ken. Maar wat vaststaat is, dunkt mij,
dat de heer Doijer nooit op deze wijze den
strijd had moeten voeren. Wanneer hij
met zijn vragen een bepaalde persoon of
bepaalde personen op het oog heeft, dan
behoort hij die te noemen en geen aanlei
ding te geven tot misverstand bij het pu
bliek.
Maar zie nu, hoe ten slotte deze zaak
verwaterd is, hoe ze van een quaestie'
BeijnesGemeenteraad opgezwollen is
tot een quaestie Beijnes—RaadDoijer
Spruijt, ja hoe zelfs de Haarlemsche Ma
chinefabriek er weer in betrokken wordt.
Keeren we dan even terog tot den grond
van de quaestie!
De heer J. J. F. Beijnes zelf maakt ons
dit gemakkelijk. Hij geeft in zijn' stuk
van heden zelf de redenen aan. waarom
hij indertijd niet geprotesteerd heeft toen
B. en W. in hun considerans neerschre
ven. dat de firma Beijnes bereid zou zijn,
de drijfkracht later van de Gemeente te
koopen tegen den alsdan door
den Raad vast te stellen prijs.
Die redenen zijn: dat de hoeveelheid
stroom waarover het liep. betrekkelijk
klein was en omdat het adres toch al
twee maanden in behandeling was, zoo
dat verder uitstel door eventueele protes
ten om verschillende redenen niet ge-
wenscht was.
Deze verklaring nu schijnt mij buiten
gewoon zwak toe. En daarmee kom ik
terug tot het hart van de quaestie, waar
mee alle technische beschouwingen niets
hebben uit te staan. Voor mij staat vast,
dat de Raad. toen de heer Beijnes daar
tegen niet protesteerde, veronderstellen
mocht, dat hij deze conditie aanvaardde.
Het is eveneens een feit. dat de heer
Beijnes naderhand meermalen in den
Raad gesproken heeft van 130 P.K. Dit
ontkent hij zelf niet.
Maar tevens blijf ik nog van meening,
dat ook de Lichtcommissie verkeerd
heeft gedaan, door niet ten allerspoe
digste de firma Beijnes contractueel te
binden, op de daarvoor in koopman
schap gebruikelijke manier.
En eindelijklaat het nu genoeg we
zen De zaak moet nu uit zijn. Aan den
Raad morgen de taak om daartoe te
komen.
Rechtszaken.
Zaak-Noëls Tan Wapeningen.
Mien stein t ons uit Amsterdam:
Noels van Wageningen werd heden
dloor die arr. rechtbank alhier veroor
deeld tot 3 jaar gevangenisstraf.
Vervolg Stadsnieuws.
Verb-e tering voor Vrou-
w e n k 1 e e d i n g.
In ons bijblad werd reeds met een
enkel woord van het onderstaande
melding gemaakt; thans schrijft men
oms daarover nog het volgende:
Het bestuur dter onderafdeeling
Haarlem van (te Vereeniging voor ver
betering van Vrouwenkleeding. ves
tigt d'e aandacht van belangstellenden
op de aankondiging dier lezing, die
Donderdag dien 13e® Maart alhier zal
gehouden worden dloor mevr. Schel-
ttenia Re du i nHesteranan esn mtej.
KeeJen, '6 avonds te acht uur in de
groote zaal van hot Brongebouw.