Bijlage I. Schrijven van den heer J. I Beynes, werkt, en electr. ing. aan den liser H. Doyer, werkt en electr. ing., Delft. Haarlem, 8 Maart 1902. WelEd, Heer. Heden zond ik aan uw adres liet! eindelijk zoo juist- ontvangen antwoord dier Lichtcommissie op het schrijven van den lvocr .T. J. F. Beijiv-, dato 6 Februari aan den Raad met bijlagen* Aangezien hier en daar naar mijne, overtuiging eenige grove onjuistheden worden neergeschrevenvermoed ik dat u hieromtrent nog wel het een on "roder in het midden zult willen bren gen. Mocht zulks het geval zijn, zoo verzoek ik dringend om een zoo spoe dig mogelijk en kort antwoord, daar ons al zeer weinig tijd tot antwoorden gelaten is. Teven zoudt u mij verplichten niet eenige mededeel ing omtrent de juist heid van het op nag. 5 aangegeven cij fer van 8400 gulclen. Daar. zooals de Commissie zelf op pag. 2 zegt, de verzwaring van het kabelnet was ingevoerd, alvorens u de plannen ter beoordèeling werden toe gezonden, zult u zeker wel in staat zijn om die al of niet juistheid van dat cijfer te beoordeelen. Gaarne uw antwoord zoo spoedig eenigszins mogelijk wachtend', verblijf ik Hoogachtend, J. J. BEIJNES. Den W'elEdel Geb. Heer H. Doyer, Werkt, en Electr. Ing. Delft. P.S. In de Raadszitting van Woens dag 12 Maart zal de quaestie waar schijnlijk worden behandeld. Schrijven van den heer H. Dover. Werkt, en Elect. Ingenieur te Delft aan den heer J. J. Beijneste te Haarlem. WelEd. Heer J. J. Beijnes, Haarlem. WelEd. Heer! Zooeven ontving ik van U een copie van het schrijven dier Lichtcommissie aan den Raad der gemeente Haarlem, gedateerd 24 Februari 1902, met de bijbehoorende bijlage en Uw begelei dend schrijven. Enkele onjuistheden in het betoog der Lichtcommiasie mag ik niet nala ten te weerleggen. I. De Lichtcommissie merkt op. dat mij de plannen van firma Siemens en Halske ter beoordeeling (zeg ter verge lijking met de plannen dei- Haarlem- sche Machinefabriek) werden toegezon den. nadat de verzwaring in het kabel net ad 8400 (exclusief de ƒ3000 voor een speciale voedingskabel naar Uw fabriek) door deze firma was noodig geoordeeld. Ik kan niet zeggen, wat al of niet gebeurde voor ik in Haarlem het be perkte adviseurschap aanvaardde*. Maar gedecideerd kan ik verklaren, dat op meerdere plaatsen uit het bege leidend schrijven bij de aanbieding van firma Siemens en Halske blijkt, dat op..eene verzwaring voor welke aansluiting ook in Uwe fabriek (ik bedoel de zoogenaamde verzwaring ad ƒ8400) in 't geheel niet gerekend werd. zooals ook uit mijn rapport is af te leiden. Bovendien, men projecteert een ka- beQ.net,evenals het* buizennet voo» oen gasfabriek zoo groot, dat naar alle meiischelijke berekening, bv. ge durende de eerste tien jaren geen ver zwaring van beteekenis noodig is. Wie is het dan met mij oneens, dat een cijfer van ƒ8400 meerkosten, uit te geven voor één speciale aansluiting bij den aanvang der stroomlevering, een cijfer is, dat uit de lucht is ge grepen? Nog daarenboven. Indien werkelijk firma Siemens Halfeke bij hetkabel- n -t rekende op de aansluiting in Uwe fabriek en dit ƒ8400 meerkosten ten gevolge had. waarom heeflt dan de Lichtcominissie dezelfde mededeelin- gen die zij wel aan firma Siemens en Halske deed toekomen, nl. dat Uwe fabriek een groote afnemer zou zijn. niet doen toekomen aan de Haarlem- sche Machinefabriek? Het aangeboden project door firma Siemens en Halske is credateercl 17 Maart 1900. De uitnoodïging tot het maken van een project aan de Haar lemsche Machinefabriek werd ge schreven 30 Mei 1900. Zooals U mij persoonlijk mededeel de. verklaarde een der Ingenieurs der H. M. F. U. perrtinent, dat zijn fabriek aangaande stroomlevering aan Uwe firma nooit eenige mededeeling ont ving. II. De Lichtcominissie schrijft, dat aangaande de aanschaffing van een kabel voor 50 P. K., maximaal 75 P. K doorlatende (ik bedoel dus nu den ka bel ad 3000.door liaar gedaan werd, wat ik zelf meende, dat ieder ernstig electrotechnicus gedaan zou hebben. In 't minst niet. Ik heb gesprokeu van 20 k 30 P. K., en nu is 50 a 75 P. K. een bedrag dat nog altijd 2a 3 maal zoo groot is Voorwaar «en droevige illustratie van de wijze waarop de Lichtcominis sie met cijfers meent te mogen omgaan. Met feiten en personen doet zij even eens. als uit het onderstaande blijkt. III. De Lichtcommissie doet uitko men. dat zij natuurlijk, wanneer het noodig was, steeds het advies van een deskundige heeft ingeroepen. En dc heer Bellaar Spruvt praat, op bladzijde 13 over mijn adviseurschap, alsof ik gedurende de geheele voorbe reiding der Centrale1 de Lichtcommis sie heb ter zijde gestaan. Tegen deze uitingen teeken ik on voorwaardelijk protest aan. Wien de Commissie behalve mijzelf als deskundige raadpleegde, is mij on bekend. Maar mijn adviseurschap duurde drie maanden. Ik kwam op het tapijt, toen alles in kruiken en kannen was. De twee plannen waren uitgewerkt en ingediend. De lieer Blom had zich reeds ten e-'r.^o Min firma Siemens Halske uitgesproken, men was op het punt i i te n. i: i n. zonder een on partijdig deskundige geraadpleegd to nebben. Mij werd toen alleen en uitsluitend opgedragen, tusschen de twee ingedien fe projecten een keus te doen en dat oog alleen aangaaftöè het electrische gedeelte .tenzij ik moent mëeueu. dat Toen ik een o ogenblik buiten mijn geen der twee plannen voldoende was. Ter illustratie hiervan het volgende: opdracht ging en aan de Heeren Nieu- wenhuizen K ruseman en Blom den raad gaf, te doen onderzoeken of een draaistroomproject voor Haarlem of minder waarde had dan een lijk- stroom project, is mij door hen toe gevoegd, d'at ik mij aan mijn op dracht had te houden en tusschen de twee projecten te kiezen had, tenzij geen der twee voldoende was. Ik 'onderwierp inij hieraan, na rijp beraad, met tegenzin. Maar dan moet de Lichtcominissie nu ook onomwonden willen laten uit komen. dat mijn opdracht een zeer beperkte was. Mijn keus tusschen de- twee projec ten lieb ik verdedigd en ben ik ten al len tijde bereid nog te verdedigen. Maar ik mag de Lichtcommissie niet toestaan zicli achter mij te verschuilen als den deskundige die haar ter zijde stond. Ik heb haar indertijd voor de ge volgen van hare handelwijze gewaar schuwd. Zij hebbe- nu den moed zelf de gevolgen te dragen. De plaats van den bekwamen des laar Spruyt moreel tegenover de ge laar Sprlyt moreel tegenover de ge meente had dienen in te nemen en die ik zooals uit het bovenstaande blijkt ook gaarne had willen innemen, is mij door de Heeren Nieuwenhuijzen Kru seman en Blom pertinent geweigerd. Ik kan daaraan alleen nog deze vragen toevoegen: Wie verzuimde den heer Bellaar Spruyt beter in te lichten aangaande de zeer beperkte opdracht, die ik van de Lichtcommissie ontving, lang vó3r zijne benoeming tot onderdirecteur? Wie publiceerde deze averechtsche voorstelling van den heer Bellaar Spruyt, jk wil aannemen, door hem zelf ter goeder irouw neergeschre ven? Wie heeft er belang bij een derge lijke averechtsche voorstelling ingang te doen vinden bij den Gemeenteraad in Haarlem en het groote publiek? Ik zal door een Commiseie, die de zaak Haarlemsche gemeenteraad con tra Beijntes, te onderzoeken zal krij gen, gaarne op dit punt verder ge hoord worden. IV. Aangaande hetgeen de heer Bel laar Spruyt verder opmerkt., dat tot mijn moreele verplichting behoort zou hebben, het volgende: Met de aansluiting Uwer fabriek heeft in hoofdzaak de rentabiliteits- rekeniug te maken. En ik verzoek, waar mijn advies aangaande deze {rentabiliteit inder tijd niet werd gevraagd en dus na de bovengenoemde ondervinding ook niet werd gegeven, nu dringend aan dè Lichtcommissie te mjogen publi ceeren, wat dienaangaande al of niet in de aanbieding van Siemens en Hals ke te lezen staat. Evenwel, ik behoud mij alle rech ten voor, in het. geval ik deze toe stemming dier Lichtcommissie niet ontvang, alles mede te dealen, wat ieder bekend is, düe de aanbieidng van firma Siemens en Halske bestu deerd heeft V. De brief van den heer Bellaar Spruyt: U zult verder wel geen discussie van mij aangaande di't schrijven ver wachten. Gemeenteraadsleden in Haarlem en Leiden zullen wel niet veel verstaan van een betoog, waarin cos. Q voor komt Enkele woorden dug slechts. Tegenover de gemeente Lerdesn voel ik mij volkonten (verantwoord. Aan mijn zijde otaan gelukkig meerdere Ingenieurs van groote bekwaamheid. Discussie aangaande mijn advies aan de gemeente Leiden is in het schrijven der Lichtcommissie totaal misplaatst Alleen dienaangaande deze opemr- king als tegenhanger van het stand punt, dat de heer Bellaar Spruyt in neemt, t.w. dat ik èn de gemeente Haarlem, èn de firma Siemens en Ilalske èn de Lichtcommissie èn den heef Bellaar Spruyt zelf, geluk wensch, dat de onder-directeur, zijnde de eenige gem. deskundige, zoo warm voor 't vóór zijne benoeming gekozen systeem in Haarlem opkomt. Goede resultaten kan in menig geval ieder systeem geven, ,mifjs [men iets tot stand brengt, „aus einem Gusz'a, de zaak met hart en ziel wordt onder steund en eerlijk wordt gediend. Een bruikhaju» (systeem, met toewijding iler dienaren is beter dan een voor- treffelijk systeem zonder toewijding. Discussie over de meeste opmerkin gen van den heer Bellaar Spruyt be- hooren thuis in een technische veree- niging, niet m een raadzaal. Wel in de Haarlemsche raadzaal be hoort, de uitspraak, dat mijn overtui ging is, dat de centrale te Haarlem in haar eorste opzet ongeveer 4000 I. P. K. gedurende 3 uur per dag kan le veren. Misschien op papier meer of tijde lijk meer, maar op den duur geheel betrouwbaar zeker niet in het gemid deld centraal station voor electrische stroomlevering. Hier staat geen drukfout en is geen misleiding ha het spel. De overige opmerkingen van. den lieer Bellaar Spfruyt /hebben betrek king op zoogenaamd, niet op index- daad door mij geuite beweringen. Vorder strookt, het grootste deel niet 'met mijn ervaringen. Ik moet ze dus verworpen, totdat de praktijk mij an ders leert. Een aardige coïncidentie: Jls hot niet hoogst merkwaardig, lat de staat van laagste prijzen bij groot verbruik van kracht... opge maakt door Uzelf uit authentieke ge gevens, zonder imijni medeweten of voorkennis en in uw begeleidend schrijven vermeld als een staat, dien U wenscht te stellen, tegenover den staat A der Lichtcommissie, ik her haal, is het niet hoogst merkwaardig dat deze staat B. op één uitzondering na, vermeldt centraaileiationfc roet draaistroom of wisselstroom. Mag ik dit curieuse, nuchtere feit stellen tegenover alle beschouwingen van den heer Bellaar Spruyt? En tot slot nog deze korte opmer kingen: VI. dat de Ingenieur Werner, van firma Siemens en Ilalske mij per soonlijk in Haarlem mededeelde, dat hij zelf twijfelde aan het tot stand ko men eener aansluiting van Uwe fa briek aan de centrale tot een der be dragen door de LichtcommfEsie ge noemd. VIT. dat ik overtuigd ben, dat de heer Bellaar Spruyt met mij eens is, dat een kwestie Haarlemsche gemeen teraad contra Beijnes voorkomen was indien bijv. hijzedf bijtijds de Licht commissie in Haarlem had kunnen voorlichten, evenals ik overtuigd ben, dat deze kwestie voorkomen zou zijn, indien ikzelf bijtijds adviseur der Lichtcominissie was geworden of zelfs indien de Lichtcommissie mij mijn wensch had ingewilligd om mijn ad viseurschap ruim op te vatten. U zult mij zeer veel genoegen doen mijne mededeelingen in hun geheel nog vóór de aanstaande Raadsvergar dering ter kennis tc brengen van de verschillende Raadsleden. Indien er maar eenmaal een bres geschoten is in den muur van zonder linge voorstellingen, düe dfe Licht commissie maar steeds doorgaat een zich heen te bouwen, ten ednde het kaartenhuisje niet ineen te doen stor ten, acht ik de zaak van een onpartij dig onderzoek voor U gewonnen. Met. mijn groete, teeken ik gaarne, hoogachtend, Uw dw. dienaar H. DOYER. Plaatselijke Loonstan- daa-rdi. Over dit onderwerp sprak Maandag-avond op uitnoodiging van het looncomüté, de ](eer Spiekman van Rotterdam in de groote zaal van het gebouw „SU Bavo." De vergade ring was slechts matig bezocht. De voorzitter, de heer S. Reinalda, opende de bijeenkomst met het geven van een kort overzicht der werkzaam heden van het looncomité, dat uit 16 organisaties was gekozen. Het streven van het looncomité is o mden plaatselijken loonstandaard te verhoogen, en dit naar aanleiding van het besluit in den Raad genomen om aan een volwassen werkman 23 cents per uur te betalen. Op 7 Mei L 1. werd voor het eerst eene openbare vergade ring over deze zaak gehouden; daar na richtte het comité zich tot de pa troons. die antwoordden,dat zij op een vergadering 12 Juli 1. L gehouden, be sloten hadden met ingang van 1 Jam. 1902 het loon op 23 cent, te brengen. Omdat niet alle patroons daaraan ge volg hebben, gegeven, is nogmaals eene openbare vergadering belegd. Nu bijna anderhalf jaar zijn wij met billijke verzoeken bezig, zeide spreker maar voor 't. meerendeel stuiten zij af op den onwil der patroons. Eigen aardige antwoorden komen van hen ln waarin wordt gesproken, alsof de pa troons h6t meerdere loon zouden moe ten betalen. Of zij dit dan niet op hun cliëntele kunnen verhalen. Neen het is onwil, zeide spr.: en aia staaltje daarvan, noemde spreker, dat zelfs bij den heer Geijl, den voorzitter der Vereeniging van Industriëelen en Kooplieden; welke het eerst het be sluit nam tot het instellen van een mi nimum-loon van 0,23: 6 a 7 stevige werklieden aan den arbeid zijn tegen 20. 21 a 22 cent per uur. Sluit U derhalve krachtig aaneen, zeide spreker, omdat men zoonoodig, met andere middelen hooger loon zal verkrijgen. Daarna kreeg de spreker van den avond het woord. Spreker wees er op dat deze zaak door het looncomité op zeer verstan dige wijze aan de orde is gebracht, en betreurde het dat deze vergadering over verbetering van het loon in ver schillende vakken, waardoor de toe stand van vele arbeiders zou verbe terd worden, door zoo weinigen werd bijgewoond. YVil men met succes wer ken, dan moeten alle vakvereenigin- gen sterk medewerken. Gij moet niet alle schuld werpen op de patroons, maar ook voor een groot deel op uwe medearbeiders, die zoo weinig belangstellen in eene verbeter de loonregeling, in het verbeteren van hun toestand. Elke toonbeweging is nooit een recht vraag, maar üs eene machtsvraag. Men vraagt niet eene verhooging, om dat men 0.23 billijk en genoeg vindt; maar -omdat dat het minimum moet uitmaken, een minimum van uwen levensstandaard, van de behoeften,die gij in de woreld hebt. Al zijn de onverschilligen nog zoo groot, toch kunnen zij niet ontkeennen dat een lotsverbetering voor allen nood. zakelijk is, Dat deze eerder zal tot stand komen wanneer alle arbeiders krachtig medewerken, laat zich begrij pen. De sociale beweging o-ntstaat door de toestanden in de Maatschappij. Deze tijd van vooruitgang, uitvindin gen en kunst, is voor de arbïeders geen werkelijke vooruitgang, want dan zouden zij thans niet meer zoo behoe ven te strijden, om lotsverbetering. De vooruitgang is slechts aan de zij de vau het groot-kapitaal, maar niet aan die van de arbeiders, die zich nog steeds met een hongerloon moeten te- weden stellen. Bij aanneming van alle schoone en groote bouwwerken ziet men den eenen aannemer sterk concurreeren tegen den anderen. Zoolang er nu geen vast minimum loon is kan nij maar bezuinigen op één post en dat is het loon. Op de ma terialen kan men dit niet doen, maar wel op het loon der arbeiders. Dat dit hierdoor laag blijft is ze ker; miaar voor een groot dleel komt dié lage loons tand/aardJ ook hieruit voort, dlat wanneer 1 patroon 10 werk- liedleu noodig heeft, er zich. 100 bij hem komen aanbieden. En juist diit .moest andersom zijn; die patroon moest dien arbeiders vragen of zij bij hem wikten werken. Dan kon huin loon verhoogd! wordlen. Voorts schet ste spa-, het groote n-acBeel d'at die ma chine in d'e verschillendio vakken had gebracht. Wanneer er uit ons mid den geen tegenkanting kwam tegen deze slechte toestanden, dan zou men gelijk worden aan een schroef zon der kop, die kan worden doorgedraaid- En daarvoor moeten die arbeiders waken; zij mosten zich krachtig orga- niseeren, opdat hun organisatie worde dé kop op den schroef. Wat wij vragen is niet onbillijk. Dat is een goed loon ,dat niet aan concurrentie onderhevig mag zijn, ien waarmedia wij mosten kunnen rondkomen, en voorts een verkorten arbeidstijd,, waardoor wij in staat zullen zijn ons nog verder te ontwikkelen, en te ont spannen. Een algebeele verbetering van d'en toestand dier arbeiders dus. Hat eerste wat wij moeten bereiken lis een minimumloon, den bodem,, waarop wij leven. Dan zullen jon* gere krachten het loon nimmer meer kunnen verminderen. Waar dJe ge meente zelf bepaald heeft, dat het mi nimum van de leefwijze eens arbei ders hier ter stede 0.23 moet zijn, daar moeten de arbeiders elke parti- daar moeten die arbeidtere eiken, parti culieren patroo nverplichteaa ook dit loon door te voeren. Daar zit niets onbillijks ia. Dat enkele patroons dit loon niet uitbetalen, spruit voort uit vrees voor hun clientèle. Maar ant geen onmacht van die eersfcgenoem- den, maar onwil. Daardoor zullen do onwillige patroons ook beter tegen de anderen kunnen concixrreeren, en juist dat is onbillijk. Hier ter 9tede moet in die allereer ste plaats verbetering gebracht wor den in die loonregeling dier schilders gezellen, wier patroons zich railed aan dia genomen besluiten der industrieel en storen, hoewel zij dit moreel verplicht zijn. Desnoods moeten zij dhartoe gedwongen worden. Nog wees spr. op den l angen en vermoei en den ar beid der bakkersgezellen en op hun karig loon, op het slechte loon dter sigarenmakers, behangers en stoffeer ders en bloemisten. In hun toestand vooral moet verbetering komen. Wat geeft dé sociale en politieke vooruit gang voor den arbeider, wanneer zijn loon en arbeidstijd) niet wordt verbe terd? Niets, en daarom, arbeiders, voert krachtig dloor den loonstrijd, die alleen kan gewonnen wordlen dbor sterke organisatie, waartoe spr. aan het sk>t van zijn rode alten opwekte. Hierna werdtem enkede besprekingian gehouden en werd er o. m. op gewe zen, dat de patroons misbruik maliën van- die bepaling, d'at eein volslagen, anit,s bakwaam werkman 0.23 mag verdienen. Willen die patroons nu minder betalen, dan. is die werk man niet bekwaam. En daarom zou men gaarne zien, dat het loon-comité er in deze iets op vond, opdat aan de willekeur der patroons eten. eindJe wor- dfe gemaakt. Ten slotte werd nog aangenomen een motie, waarin de handelwijze der onwillige patroons werd afgekeurd; hel looncomité opgedragen, pogingen te doen tot algeheele invoering van de minimum van 23 cents per uur, en een beroep gedaan op het publiek om de onwillige patroons niet te bevoor deel en. Uit de Omstreken. Zand voort. Door B. en W. is afwijzend beschikt op het verzoek van den heer H. A. Gieske alhier, tot het verkrijgen van vergunning voor den verkoop van ster ken drank in het klein in het perceel aan de Zandvoortsche laan no. 37. Beverwijk. De Raad dezer gemeente zal vergade ren op Donderdag 13 dezer, des morgens te half tien ure. De voorloopig opgemaakte kiezerslijst vermeldt 8S1 namen; op de vorige lijst kwamen 899 personen voor. Sloten Teneinde zoo mogelijk uitbreiding tegen te gaan, zijn door den burge meester in overleg met den inspecteur van het Geneeskundig Staatstoezicht met het oog op het alhier voorkomen de geval van vlektvphus, strenge maat regelen genomen. De sloten nabij het besmette huis zijn gereinigd, terwijl een politiepost voor het huis is ge plaatst; de overige leden van het gezin (4 personen), mogen de woning niet verlaten. Uit 37 sollicitanten is tot onderwij zer alhier benoemd mej. S. J. Hommes te Bolsward. Binnenland. Uit de Hofstad. De Koningin liet zich heden bij de begrafenis van den president eter Eer ste Kamer te Zwolle vertegenwoordi gen door den kamerheer-ceremonie meester H. W. J. E. baron Taets van Amerongen; de Koningin-Moeder door den kamerheer Jhr. G. J. van Taets; Prins Hendrik door zijn adjuxïant, den kapitein Jhr. Van Suchtelen van de Haere. De Regeartng liet zich vertegen woordigen (loor de ministers van bui- tenlandsche zaken en waterstaat. Jhr. Mr. J. K. W, Qnarles van Ufford t Op hoogen leeftijd overleed Maandag te 's Gravenhage jhr. mr. J. K. W Quaa-les van Ufford, een bekend schrijver over kodoniale en weten schappelijke onderwerp ên in Econo mist, Gids, Spectator en Tijdschrift voor Ned.-Indië. In het bijzonder ijverde hij voor de- Maatschappij van Weldadigheid, waarvan hij vroeger voorzitter was. Aanvankelijk ambtenaar bij het dep. van binnenl. zaken, heeft hij later ais referendaris aan het hoofd gestaan van de afd. personeel van het dep. van koloniën. De heer Quarles Wan Ufford be hoorde tot de thans oud-liberale rich ting en werd menigmaal tot candi- daat voor vertegenwoordigende be trekkingen gesteld. Tot in het laatst zijns levens wijdde hij zich aan stu die en aan behartiging van publieke belangen. Hij was ridder in de orde van den Neder], Leeuw. Do minister van Koloniën. Men meldt uit Utrecht, dat de alge- meene toestand van jhr. Van Asch van Wijck bevredigend blijft. Inbraak. Op een druk punt van Amsterdam is Zondagavond weer een slag geslagen door inbrekers of insluipers. De bewoner van perceel 27 aan het Haarlemmerplein, tegenover de tramhalte, de fruithande laar, Th. van Vel zen, was omstreeks 7 uur even een boodschap gaan verrich ten. Ook zijn dochter was afwezig. Toen hij tegen 9 uur terug kwam, vond hij de voordeur, die hij goed gesloten had, op een kier staan. Binnengekomen bemerk te hij dat alles dooreen geworpen was en doorzocht, zelfs bedgordijnen waren afgerukt, een linnenkast geopend en voor ruim 100 aan gouden voorwerpen was gestolen. Blijkbaar waren de dieven bekenden, want een ring die gewoonlijk op een vaste plaats wordt weggestopt wist men ook te vinden. Een doosje met geld werd door de ongewenschte bezoekers niet op gemerkt. De heer Van Velzen, een vrij bejaard man, was door hetgeen hij ont dekte erg ontdaan en deed dientengevol ge eerst laat aangifte bij de politie. Hij sprak echter vermoedens uit tegen ie mand die wel eens bij hem aan huis komt en in die richting is door den po litie onder leiding van den heer J. B. Daman, commissaris in de sectie, een onderzoek begonnen. Papuss was Zondag te Rotterdam haast gaan zwemmen. De kist was in 't bad geplaatst en men begon het met water te vullen. Papuss die inmiddels weer spoedig wakker was geworden, begon eensklaps als een wanhopige in zijn kist te weer te gaan. Hij ontdekte nl. dat zijn kist lek wasl en schreeuwde nu dat men het wa ter uit het bassin moest laten wegloopen. Of het afvoerkanaal voor dat water niet ruim genoeg was, of dat men door de haast de kranen te wijd had opengezet, een feit was het dat de zaal in een oo- genblik blank stond en de toeschouwers allen natte voeten opliepen. Inmiddels werd een onderzoek inge steld aan de kist en bleek dat een der draden van de eleotrische geleiding in de kist bij het sluiten beklamd was ge raakt tusschen de gutta percha welke zich bevindt tusschen de afsluitplaat waarmede de kist gesloten wordt. Het gevolg was dat de kist weder ge opend moest worden om deze fout te herstellen. Nu begon Papuss echter eensklaps we der te keer te gaan. Hij had nl. ontdekt dat een afvoerbuis welke zich in de kist bevond, verstopt was. Door middel van ijzerdraad trachtte men deze door te ste ken, wat ten laatste ook gelukte. Dood gevonden. Zondagmorgen vroeg zag iemand een vrouw op den bodem van 't grif je ach ter de gasfabriek te Apeldoorn liggen. Bij onderzoek bleek dit te zijn de dienst bode uit het in de nabijheid gelegen ho tel De Moriaan. Zij was dood. De politie zoekt te vergeefs de oorzaak van dit on geval. De dienstbode, die 26 jaar oud was, had zelfs geen enkele neiging tot zwaarmoedigheid. Aanvaring. In den nacht van Zaterdag op Zondag had te VÜssingen, in de Sardijnkil, eene aanvaring plaats tusschen het stoomschip Chester, van Antwerpen naar Grimsby, en de Vlissingsche vischsloep VI: 16. De vischsloep kreeg daarbij eene belangrijke averij, de mast brak, zoome de de boegspriet: de mast viel daarbij op de Chester. De bemanning, uit zes man bestaande, wist zich. met eigen boot te redden en naar den wal te roeien. Het stoomschip Chester stoomde daarna on middellijk naar zee, de vischsloep me- desleepende, daar deze met haar mast enz. vast aan de Chester was geraakt. Nadat de Chester zich van de vischsloep had weten los te maken, liet zij ze in zee aan haar lot over. Zondagmorgen werd van hier de sleepboot Washington uit gezonden om de vischsloep te zoeken en oi te pikken. In de Wielingen vond men haar drijvende, waarna zij naar hier werd gesleept, en des namiddags in het marinedok gebracht. De sloep is lek en ontzet; bij de aan varing liad de sloep de lichten op. Door een automobiel. Onder Woensd recht is de wethou der C. Jacobs door een automobiel aangereden en aan. het hoofd ernstig verwond. Men vond hem bebloed en geheel bewusteloos op den weg lig gen. De bestuurder van de automo biel had: zich, zonder naar den heer J. om te kijken, ijlings uit de voeten gemaakt. De toestand, van den heer Jacobs is niet zonder gevaar. Kijkjes om ons heen. Techniek en nog wat. Toen indertijd de heer Doijer aan den zoon des heeren Beijnes zijn bekenden brief schreef, hebben wij dien in zijn ge heel opgenomen, omdat, hij een critiek bevatte over de electrische centrale, die vooral daarom onze aandachi verdiende omdat ze kwam van den heer Doijer, die in de zaak gedeeltelijk als adviseur opgetreden was. Het is daarom geruststellend, dat de onderdirecteur van onze Lichtfabrieken, de heer Bellaar Spruijt, het met de be schouwingen van den beer Doijer niet eens is. Hij ontkent beslist, dat draai stroom voor Haarlem beter zou wezen, dan gelijkstroom, ja, beweert vlakweg het tegendeel; hij verklaart uitdrukkelijk dat wel degelijk de Haarlemsche Cen trale stroom kan leveren aan groote mo toren en dan nog stroom kan overhou den voor duizenden lampen, kortom hij stelt ons gerust, waar de heer Doijer ons zooveel kwaad verteld had van de inrichting der centrale, dat we ons een oogenblik afvroegen: „zou het dan waar kunnen zijn, dat er voor tonnen gouds een prul gebouwd is. dat noch voor kracht- noch voor lichtlevering te ge bruiken is?" Nu er uit de opmerkingen van den heer Bellaar Spruijt alvast gebleken is, dat de eene deskundige volkomen verschilt van meening met den ander, ben ik in 't algemeen gerustgesteld en zou liever de heeren zolven hunne technische quaes ties in bijzonderheden zien uitvechten, waarvan wij leeken toch veelal de waar de niet kunnen beoordeelen. Intusschen is het stuk van den heer Spruijt alweer beantwoord door den heer Doijer. Het feit, dat dit antwoord in zijn geheel in ditzelfde nummer van Haar lem's Dagblad voorkomt, doet het vol doende zijn, dat ik slechts vluchtig de aandacht vestig op enkele punten. En dat niet op speciaal technische zaken, maar op dingen, die ter beoordeeling liggen voor iedereen. De heer Doijer spreekt vierkant de bewering van d Lichtcommissie tegen, dat voor de leve ring aan den heer Beijnes een verzwa ring van het kabelnet zou hebben plaats gehad, die f 8400 kost. Uitdrukkelijk en blijkbaar boos wijst de heer Doijer nog weer op het beperkte van zijn adviseurschap. Het heeft hem klaarblijkelijk gehinderd, dat de heeren Nieuwenhuijzen Kruseman en Blom van zijn wenken over draaistroom inplaats van gelijkstroom niet weten wilden en hem onder 't oog brachten, dat hij niets anders te doen had, dan de twee oiftwer- pen, die van Siemens en Halske en van de Haarlemsche Machinefabriek, met el kaar te vergelijken en hij voegt er, nog al kras, bij: „ik mag de lichtcommissie „niet toestaan zich achter mij te ver schuilen als den deskundige, die haar „ter zijde stond". Ja, hij gaat zoover, da hij daaronder nog een drietal vrage» doet, welke alleen hebben kunnen kome» uit de pen van een man, die boos is. Zóo polemiseert men niet. Het is den heer Doijer kwalijk genomen, dat hij. die dan toch (voor hoeveel of hoe weinig dan ook) adviseur dor gemeente is geweest, zich door den heer Beijnes in de zaak heeft laten betrekken. Hij had zich. mee- nen velen, daarbuiten moeten houden. Ik laat dit daar: er zijn gevoelsquaesties, die ieder voor zichzelf dient uit te ma ken. Maar wat vaststaat is, dunkt mij, dat de heer Doijer nooit op deze wijze den strijd had moeten voeren. Wanneer hij met zijn vragen een bepaalde persoon of bepaalde personen op het oog heeft, dan behoort hij die te noemen en geen aanlei ding te geven tot misverstand bij het pu bliek. Maar zie nu, hoe ten slotte deze zaak verwaterd is, hoe ze van een quaestie' BeijnesGemeenteraad opgezwollen is tot een quaestie Beijnes—RaadDoijer Spruijt, ja hoe zelfs de Haarlemsche Ma chinefabriek er weer in betrokken wordt. Keeren we dan even terog tot den grond van de quaestie! De heer J. J. F. Beijnes zelf maakt ons dit gemakkelijk. Hij geeft in zijn' stuk van heden zelf de redenen aan. waarom hij indertijd niet geprotesteerd heeft toen B. en W. in hun considerans neerschre ven. dat de firma Beijnes bereid zou zijn, de drijfkracht later van de Gemeente te koopen tegen den alsdan door den Raad vast te stellen prijs. Die redenen zijn: dat de hoeveelheid stroom waarover het liep. betrekkelijk klein was en omdat het adres toch al twee maanden in behandeling was, zoo dat verder uitstel door eventueele protes ten om verschillende redenen niet ge- wenscht was. Deze verklaring nu schijnt mij buiten gewoon zwak toe. En daarmee kom ik terug tot het hart van de quaestie, waar mee alle technische beschouwingen niets hebben uit te staan. Voor mij staat vast, dat de Raad. toen de heer Beijnes daar tegen niet protesteerde, veronderstellen mocht, dat hij deze conditie aanvaardde. Het is eveneens een feit. dat de heer Beijnes naderhand meermalen in den Raad gesproken heeft van 130 P.K. Dit ontkent hij zelf niet. Maar tevens blijf ik nog van meening, dat ook de Lichtcommissie verkeerd heeft gedaan, door niet ten allerspoe digste de firma Beijnes contractueel te binden, op de daarvoor in koopman schap gebruikelijke manier. En eindelijklaat het nu genoeg we zen De zaak moet nu uit zijn. Aan den Raad morgen de taak om daartoe te komen. Rechtszaken. Zaak-Noëls Tan Wapeningen. Mien stein t ons uit Amsterdam: Noels van Wageningen werd heden dloor die arr. rechtbank alhier veroor deeld tot 3 jaar gevangenisstraf. Vervolg Stadsnieuws. Verb-e tering voor Vrou- w e n k 1 e e d i n g. In ons bijblad werd reeds met een enkel woord van het onderstaande melding gemaakt; thans schrijft men oms daarover nog het volgende: Het bestuur dter onderafdeeling Haarlem van (te Vereeniging voor ver betering van Vrouwenkleeding. ves tigt d'e aandacht van belangstellenden op de aankondiging dier lezing, die Donderdag dien 13e® Maart alhier zal gehouden worden dloor mevr. Schel- ttenia Re du i nHesteranan esn mtej. KeeJen, '6 avonds te acht uur in de groote zaal van hot Brongebouw.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 2