DE ZATERDAGAVOND GRATIS BIJVOEGSEL VAN „HAARLEM'S DAGBLAD". Letterkundig Weekblad voor Jong en Oud. ALLERLEI. Rubriek voor Dames. Haarlemmer Halletjes. Sï-a, 82. Zaterdag 29 Maart. 1902. Meest gelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken Altijd De Don-Quichot-achtige wijze, waarop ie Engelsche legeraanvoerders tot dus ver in den oorlog tegen te Boeren zijn opgetreden, is een vruchtbaar, niet af te grazen terrein voor caricatuur- en sa tire-teekenaars. Nu weder moet Kitche ner, de Britsche opperbevelhebber, het ontgelden. Geen nederlaag, den Engel- schen toegebracht, kan zóo zwaar zijn, of Kitchener weet in zijn telegrammen aan het departement van oorlog een rooskleurig tintje aan de een of andere bijzonderheid te geven. De plaat, waarop Kitchener is afge- goed. I beeld, heeft haar ontstaan te danken I aan de nederlaag, welke de Boerengene- I raai de la Rey den 7en Maart Methuen's I colonne heeft toegebracht bij Tweebosch in westelijk Transvaal. Een ordonnans heeft Kitchener juist bericht gebracht I van de nederlaag en de opperbevelheb ber redigeert een telegram aan het War 1 Office te Londen, vermeldende het ver- loop van het gevecht. Het slot luidt 7.00 absurd mogelijk: j ,,De vlucht der bereden troepen was 1 boven allen lof verheven. Griezelig© Boekbanden. Er is bijna geen dier waarvan de huid niet weieens gebruikt is om er boeken mee te bekleeden Zoo heeft men banden gezien van de huiden van panters, tijgers, krokodillen, slangen, schollen, kabeljauwen, zeehonden, ijs- beeren, paarden, katten, wolven, vos sen, mollen enz. enz. Van deze huiden is natuurlijk de een meer en de ander minder geschikt om bewerkt te worden; volgens verstrekte inlichtingen heeft men met de huid van den kabeljauw zeer goiede resul taten verkregen. Ook de menschenhuidl is gebruikt om boeken in te binden. Volgens den een levert deze huid een goede leêr- soort, zeer sterk en dicht en met regel matige nerven; volgens den ander kan men daaruit zeer moeilijk het vet af scheiden. Onder de boeken waarvan bekend is dat de menschelijke lederhuid gediend heeft voor de bekleedinp' vinden we vermeldeen handboek ovetr anato mie, dat een dokter, Antoine Askwe, in menschen-leer heeft doen binden, zeker om het uiterlijk van het boek in overeenstemming te brengen met den inhoud. Een ander medicus, even ais, de vorige een Engelschman. de beroemde John Hunter, liet een werk over huidziekten op dezelfde wijze binden. Verder kent men in Engeland twee boeken, waarvan de banden af komstig zijn van de huid van een too verheks" uit Yorkshire, die in een der eerste jaren van de 19e eeuw wegens moord werd terechtgesteld. Eén nummer (2414) in den catalogus der bibliotheek van dien heer L. Veydt. oud-minister van financiën van België (Brussel, Olivier 1879, is aldus om schreven „Opuscules philosophiques et littéraires par M. M. Suard et Bour- let de Vauxcelles (Paris. Chevet, in 80)", exemplaar gebonden in men- schenleer, zooals blijkt uit eene ver klaring bevestigd tegen het schutblad van dit boek. Deze verklaring bevat de vermelding van herkomst, den prijs van het binden en den nam van den binder. De Koninklijke Bibliotheek te Dres den bezit een Mexicaanschen kalender geschreven op menschenhuid. Een der rijkste kooplieden in Cinci- natti (Amerika) heeft twee boeken, die gebonden zijn in leer afkomstig van de huid van vrouwen. Het eene boek, de „Sentimental journey", door Sterne, is bekleed met de huid van eene neger in; 't andere :ook van Sterne, „Tris tram Shandy", is gebonden in de huid van eene Chineesche vrouw. Voor eenige jaren werd in Frankrijk een catalogus verspreid, waarin aan geboden een exemplaar ..Sue, My stères de Paris", dat gebonden was in leêr afgenomen van het lichaam eener vrouw. Het boek was voorzien van een verklaring van echtheid door den bewerker der huid. In Frankrijk kent men buitendien nóg een drietal boeken onder welke twee bijbels, waarvan de bekleeding op dezelfde wjjze van men- schen-lijken is „afgenomen". De vreemd so or tigsta band in dit genre ooit gemaakt is zeker wel die welke in 1813 door een advocaat van Valenciennes word bedacht, nl. een werk te doen binden in de huid van den schrijver zelf. De rechtsgieleerde was tegenwoordig geweest b" het bal semen van het lijk van een beroemd dichter. Van den met de operatie be lasten arts verkreeg hij twee stukjes van de opperhuid van den overledene, welke stukjes hem kort daarop gediend hebben om een werk van den dichter te laten binden en welk boek, zegt men. zich thans bevindt in de stedelijke bi bliotheek te Valenciennes. Andere boekenliefhebbers, met meer gekuischten smaak, hebben getracht de banden van hunne boeken in over eenstemming te brengen met den ti jtel. Zoo heeft een Engelschman eens eene „Handleiding voor de jacht" la ten binden in hertenleer, en een zijner landslieden een exemplaar van „Fox. History of James II" in vossen (fox) leer, terwijl een derde voor een werk over het „Zwarte Woud" zwart maro kijn gekozen heeft. Onlangs is een „Histoire de Napoléon" verschenen in een band vertoonende de kleuren der Fransche. vlag terwijl nog anderen op velerlei wijzen hun zin voor iets „bij zonders" door boekbanden hebben ge openbaard. Te Beachy Head, de bekende kaap aan de zuidkust van Engeland, is een nieuwe vuurtoren in aanbouw, die 50 meter hoog moet worden. Het bouwmateriaal voor dezen toren, moet van de hooge, steile rotsen aan de kust door middel van een zwevenden spoorweg over een lengte Waar tegenwoordig twee huisvrou wen te zamen zijn is het onderwerp van gesprek al heel spoedig: „de schoonmaak". Geen wonder, de bezigheden daar voor nemen tijdelijk bijna haai- ge- heele aandacht in beslag. Alles wat een jaar lang in vergeten hoekjes rus tig opgepakt heeft gelegen, wordt uit zijn schuilhoek gehaald, afgestoft, als 't noodig is opnieuw van kamfer voor zien, om dikwijls weer één jaar lang in hetzelfde vergeten hoekje opgepakt t-3 zijn. Dat rommel maken en daarna weer oppakken heeft al veel aanleiding tot allerlei plagerij gegeven. De echt genoot meent daarom dat zijn vrouw rommel maakt, alleen om het genot van het weer te kunnen oppakken. Een huisvrouwtje, zij lacht mee, geeft haar man vroolijk gelijk, wel wetend, dat hij 't in zijn hart zoo kwaad nog niet vindt, dat de schooh- maak bij zijn wouw in eere blijft. Zij weet wel, waarom zij 't doet. Het wollen goed en het bont. kon eens door de motten geplaagd worden, de schoenen, die tijdelijk in onbruik zijn, kunnen met schimmel besmet zijn, de gordijnen moeten allemaal een reini-, gingsbeurt hebben, het beddegoed moet buiten om eens flink te luchten enz. enz. te veel om op te noemen. VREEMDE REIS. van 260 meter worden vervoerd en ook de werklieden, die aan den vuurtoren arbeiden, moeten in een bak langs de zen weg den toren bereiken, omdat deze bij hoog water op geen andere manier is te naderen. De reis duurt slechts eeni ge minuten, gedurende welken tijd de bak zich beweegt van den top van den den rotsigen oever, boven het water en de klippen, naar een stelling van den toren. Op de plaat ziet men den bak mei werklieden ongeveer halverwege op den af te leggen weg. Nu kunnejn nieuwerweteche huis vrouwen zeggen: „ik maak het schoon, als 't vuil is" of „ik kan alles poetsen en luchten als ik wil"; maar 0, me vrouwtje, dat is zoo gevaarlijk. De mensch is eenmaal geneigd! tot uit stellen, en waar de groote schoonmaak begonnen is daar moet hij ook afge maakt worden. De kamers, de gan gen en alles krijgt eens een flinke beurt en dat is noodig voor het on derhoud. Maar ééne waarschuwing zou ik allen huisvrouwen willen toe roepen: „Verg in den schoonmaaktijd niet te veel werk van u zelve noch van uwe dienstboden". Doe alles zoo geregeld' en kalm mogelijk en begin het schoonmaak werk niet te vroeg in 't jaar. Men heeft twee voordeelen, als men het voorjaar afwacht, ten eer ste langere dagen en ten tweedie een drogere lucht, zoodat alles veel vlugger droogt. Vroeger was het in sommige families gewoonte om altijd den schoonmaak te beginnen op denzelf den dag van 't jaar en altijd de kachel in de huiskamer weg te nemen, als de kamer schoon was. Daartegen en met recht heeft d'e huisheer echter zijn stem verheven en tegenwoordig laat iedere huisvrouw zonder eenig bezwaar, haar kachel weer zetten. In dien tijd kon dp echtgenoot zijn keukenmeid haar kookkachel benijden, terwijl hij zelf met een diroevig gezicht kon zit ten staren op de plek, waar eens de kachel stond. Een geregelde schoonmaak begint boven in "t huis en zakt dan verder naar beneden af. Vroeger gebruikte men voor slaapkamers dikwijls vaste tapijten, tegenwoordig bijna uitslui tend karpetten of ook wel alleen ge boende vloeren of linoleum met hier en daar een klein kleedje. Dat is veel gezonder omdat er veel minder stof in opgezameld wordt, een los kleedje wordt gemakkelijk opgenomen en uit geslagen. Om verlepte karpetten een frisscher aanzien te geven worden ze opge- schuierd met zout en daarna stijf af gewreven met een doek, vochtig ge maakt met een oplossing van ammo nium met water. Het linoleum wordt dikwijls gewreven, toch is dat niet aan te bevelen, omdat het gevaarlijk is wegens gladheid. Het linoleum een voudig ééns per week met water af dweilen en verdler een enkelen keer met Een Zaterdag avondpraatje Onze gemeenteraad is dus op reis ge weest. Wat de tijden toch veranderen! Vroeger reisde geen enkele autoriteit. Twintig jaar geleden zou men er niet aan gedacht hebben om ergens een on- de- .oek in loco te gaan doen. Had tf en het gemeentebestuur laat ons zeggen een piramide willen bouwen op de Groote Markt, dan zou het eenvoudig tot den gemeente-architect gezegd hebben: „ontwerp eens een piramide naar den laatsten smaak" en er niet aan gedacht om zelf eens te gaan kijken naar de mo dellen in Egypte. Die tijd is voorbij, Onze periode staat in het teeken van den reisgids. Ik her inner me nog, welke verontwaardiging er een jaar of wat geleden in de stad was, toen onze gemeente-architect een reisje zou gaan maken, waarvan Let eindpunt Kleef was, als ik me niet ver gis. „Daar gaan," zeien de belasting schuldigen, „onze zure belastingpen ningen aan plezierreisjes weg", alsof een tochtje naar het vuile Kleef een ple zierreis wezen kon. Dat standpunt zijn we nu te boven. Sedert dien tijd zijn er al meer reisjes gemaakt, naderhand is zelfs een Raadscommissie op reis ge weest en het denkbeeld dringt langza- merhand zoo door, dat nu de heele Raad op den spoor gaat zitten. Vroeger geloof den de Raadsleden het wel nu geloo- ven ze het niet meer, of ze moeten het zelf gezien hebben. Na éen ambtenaar, een commissie van drie leden, daarna de Raad van meer dan dertig man sterk. Als dat zoo J: -ij ft toenemen, zie ik den tijd nog kom;n. dat ook de kiezers aan 't reizen gaan cm j te controleeren, of de Raadsleden wel met aandacht kijken en luisteren. Het feit, dat er in Haarlem een nieuwe school noodig is, kan zoodoende aanleiding ge ven tot een soort van tijdelijke volksver huizing in Haarlem, tot een soort van „trek" van Haarlemmers naar andere gemeenten, om te zien hoe daar de scho len gebouwd zijn. Nog nooit is er aan een gemeentelijke instelling zoveel aandacht geschonken als aan het abattoir. Als de koeien en de varkens, die nu opgroeien om daarin later geslacht te worden, het konden we ten, zouden ze zeggen: ..wat een eer voir ons, stomme dieren!" Intusschen is de reis naar Utrecht voor de Raadsleden een heel gezellige geweest. De beste verstandhouding heerschte en bleef heerschen. Wei gingen, toen de mees ten vertrokken, een paar een rijtoer ma ken en bleven anderen, tot belooning van zichzelf, bij Kras eten, zoolang men bij elkaar was, liet de toon niets te wen- schen over. De wolf verkeerde om zoo te zeggen met het lam. Alle verschillen in meening, opvatting en overtuiging waren tijdelijk verdwenen: Allen waren gelijkelijk vervuld van koeien, varkens, lever, pens, bloedafvoer en dergelijke verzoenende zaken meer. Een beetje opgeruimdheid en eensge zindheid kwamen hier bijzonder goed te pas. In de eerste plaats is het bekijken van een slachthuis met alles wat daar in wordt uitgevoerd, nu juist geen aan trekkelijke bezigheid. Het dooden van een koe is heel wat anders, dan het be kijken van een schilderij van Rembrandt, Ik heb kerels als boomen gezien, die bleek om den neus werden als ze een koe zagen afmaken. Maar er was nog een andere reden: zoo nu en dan mis lukte wel eens de een of andere kunst bewerking, die aan de Raadsleden ver toond werd. Dat kun je zoo hebben, niet waar? Het toeval of het noodlot of hoe je het noe men wilt, treedt in den regel op 't on- barmhartigst op wanneer dat je het al lerminst convenieert. Kondig in den kring van uw vrienden en kennissen aan, dat ge iets moois, iets merkwaar digs zult doen of laten zien, tien tegen een, dat de zaak in 't water valt, die vóór dezen honderdmaal zonder haperen was afgeloopen. Welnu, in het slacht huis te Utrecht zou een hijschtoestel worden vertoond. Een koe werd er aan opgehangen, natuurlijk een dooie. Flang sloeg liet hijschtoestel terug, wat het anders (daar kunt ge zeker van wezen) nooit deed. Ooggetuigen beweren, dat de dooie koe grinnikte, maar dit bericht wordt door anderen weer tegengespro ken. Toen zou er een luclitspoor vertoond worden, maar een wissel kreeg er op eens schik in om koppig te wezen en tekort te schieten in de vervulling van 7-ijn levenstaak, die toch immers is om le wisselen. Vervolgens was er een var ken, dat na zijn dood nog lastigheden beging. Het zou vervoerd worden naar I een kuip met warm water en dat ge- schiedde ook, maar toen het dier boven de kuip aan een haak hing en daarin langzaam moest afdalen, scheurde zijn keel uit en plonste hij van boven neer in de kuip, zoodat het water den Raads leden om hunne edelachtbare ooren spatte. Vervolgens had een wagen nog de on- gepaste aardigheid om onklaar le ra- ken. De vertooners en de kijkers had- den gezamenlijk pech. Intusschen blijkt hieruit meer dan vol- doende, met welk een ernst en aandacht de bezoekers alles hebben aangezien, want wanneer een hunner mij een en ander niet verteld had, zou ik op dit oogenblik onmogelijk voor „enfant ter- rible" kunnen spelen. Ik toonde hierboven al aan, dat reizen aanstekelijk werkt en toen nu eenmaal onze Raadsleden naar Utrecht gingen, kwam ook in mij de lust naar reizen bo ven. Derhalve deed een ander een rond reis, nog wel gratis en zonder kaartje of kilometerboekje: hij bezocht n.l. een aan tal Haarlemsche industrieelen om van hen te hooren, hoe ze denken over de sluis te Spaarndam. Die sluis toch is er wel, maar de vraag was, of ze aan de verwachting voldeed. Je kunt de mooiste en beste din gen bouwen, graven of aanleggen en toch kan het resultaat er van beneden de verwachting blijven. Het Noordzeeka naal bijvoorbeeld is er nog altijd niet in geslaagd om Amsterdam tot een belang rijke handelsplaats te maken en de sioompont voldoet nu al niet aan de eischen. Het kon derhalve wel wezen, dat de sluis te Spaarndam ook maar een voordeel op het papier was. Van daar mijn onderzoek. „Wel", zei een van de geïnterviewden, „de sluis is groot genoeg en het groote sodaschip, dat er onlangs doorkwam, is lang niet het grootste, dat het doorlaten kan. De vraag is evenwel, of het noodig is, dat zulke groote schepen hier kun nen komen. Wij hebben hier niet, zooals Amsterdam, opslagplaatsen, veemen, en- trepóts en dergelijke gelegenheden, die den handel vergemakkelijken. Die zullen we allicht ook nooit krijgen, omdat we te veel onder den rook van Amsterdam liggen." Ziedaar een tot bescheidenheid stem mend oordeel. Maar ik trok er een zuur gezicht bij, toen ik hoorde, waarom een tweede industrieel van meening" was, dat ook de bestaande zaken in Haarlem niet gauw er toe zouden komen om aan het Noorderspaarne voor zich flinke op- slagplaatsen te maken. „De gemeente is 1 te duur met haar grond", zei hij, „ze komt de industrie daarin niet voldoende tegemoet. De sluis is goed genoeg, maar wanneer de gemeente niet goedkooper wordt met haar grond, is daar geen groote uitbreiding te verwachten. Een derde had een ander bezwaar en geen kleintje. Hij zei namelijk: „het Spaarne is niet diep genoeg, anders zou den we nog meer plezier van de sluis beleven". Als het zoo is (en mijn zegs man is niet iemand, die zoo maar licht vaardig wat voor zich heen praat), dan is dat wel de ernstigste grief. Ze doet min of méér denken aan de historie van den man, die tegen zijn buurman zei: 1 „ik geef jou permissie om met je heele familie levenslang zooveel je maar wilt 1 van mijn rozen te komen plukken." Maar tegelijkertijd zette hij over zijn rozen perken zoo'n dicht netwerk heen, dat I het eenvoudig een onmogelijkheid was l om er een te plukken. Zou nu wezenlijk het gemeentebestuur op dezelfde manier redeneeren: „van de mooie sluis mag je profiteeren, maar voordat je er in komt ben je al aan den grond gevaren? lk mag 't bijna niet gelooven. Wellicht vindt de Raad in deze opmerking reden om eens een reisje, een clubtocht zou den de wielrijders zeggen, naar Spaarn dam te gaan maken. Maar dan,, als ik vragen mag, voor rekening van de ge meentekas. Want een reis naar Utrecht mag een verzetje wezen, een reis naar Spaarndam is een corvée. Ik sprak daar van een tegemoetkomen de houding der gemeente. Eén ding is er, waarin de autoriteiten, zooal niet tegemoetkomend, dan toch belangstel lend zijn en dat is: de bijzonderheden van iemands bedrijf. De handel wordt daarmee niet geamuseerd, maar alles wat fabrikant is, wordt hoe langer hoe meer vermaakt met de toezending van staten of vragenlijsten, die men moet of mag invullen. Zoo hebben de boek drukkers er onlangs een gekregen. Wat daar in staat zal den lezer niet kunnen schelen, maar wel zal hij medegevoelen met de arme slachtoffers, als hij weet. j dat die lijst eigenlijk niet in te vullen is. Vooreerst staan de hoofdjes van de kolommen niet horizontaal, zoo: maar verticaal, zoo en gedrukt van onder naar boven, zoodat je den hals verdraaien moet om het te zien en ver volgens zijn de kolommetjes zóo smal, dat je daarin niets invullen kunt. Had den ze in de Haag de vragenlijst nu zóo ingericht, dat het hoofdje vooraan stond en de beantwoording over de heel© breedte gebeuren kon, zóo: dan zou de zaak practisch zijn ingericht. Nu zal menige boekdrukker allicht het ding, omdat het zoo slecht is ingericht, heelemaal niet invullen en dan komt al licht de Minister met een voorstel in de Kamer, om de beantwoording dwingend te maken, op boete bij overtreding van zoo- en zooveel. Ja, er zijn kluchtige dingen in de we reld om ons heen. Onlangs was er er gens een officieel diner, ik zeg niet waar. Na afloop speelt een van de dochters van den huize piano. Een van de gasten staat erbij en volgt het spel met blijk bare belangstelling. „Doet u ook aan muziek?" vraagt de jonge dame De ijverige toehoorder, een eenvoudig man, zegt met overtuiging: „An meziek? O je, ja!" „Ook piano?" vraagt de jonge dame. „Pejano?" herhaalt de gast, „nee, pe- jano niet: 'k heb 'n liandharmonika op afbetaling!" Plotseling bukte de speelster zich over de piano en sloeg een paar daverende accoorden aan. Mijn zegsman, zegt, dat het werkelijk gezegd is: waar en door wien Is een puzzle voor de Paaschdagen. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 7