NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken. 19e .laargang. Zaterdag 10 Mei 1902. No. 5785 HAABLElfS DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Yoor Haarlem per 3 maanden1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (bom der gemeente), per 3 maanden 1-30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. 1.65 Afzonderlijke nummers0.02)^ Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37 H de omstreken en franco per post0.45 ADVERTENTIEN Van 1—5 regels 50 Ots.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15 Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regel B ureaarGebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt. Telefoonnummer der Redactie OOO. Telefoounnmmer der Administratie 123, Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijksbehalve op Zon- en Feestdagen Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicitë Elrangève G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bi* Faubourg Montmartre. Raarlen 's Dagblad Tan 10 Mei Oei al o. a.: Lord Salisbury spreekt, Oosten rijk-Hongarije, Parlement. Praat jes, Geneeskundige Raad voor Noord-Holland, Nabetrachting en vervolg Gemeenteraad. NABETRACHTING van den GEMEENTERAAD. Was het een gevolg van den democra tischer» tijd waarin wij leven, dat Woens- <lag de plaatsvervangend voorzitter, mr. do Maan Hugenholtz, met geen enkel woord de ziekte der Koningin gedacht, of was het een verzuim; werd het dus 1 ij vergissing vergeten? Wij waren het zoo gewoon, vooral van onzen hoffelijken Burgemeester. Het zou mij niet verwonderen als het inderdaad een vergissing was. Want het begin van de raadszitting kenmerkte zich door verschillende andere vergissingen. Eerst deelde mr. de Haan Hugenholtz mede, dat den Burgemeester voor 1 maand uitstel was verleend, in plaats van verlof, een fout die den Raad deed proesten van het lachen, en waarover de wild. voorzitter zich verontschuldigde, door te zeggen, dat het inderdaad zóó ge schreven stond. Toen vergat hij na tuurlijk uit ongewoonte den leden te vragen, of zij ook bezwaren hadden te gen de notulen; en eindelijk had hij een verzuim te herstellen van den Burge meester, die in de voorlaatste zitting ver gat een woord van hulde te brengen aan den heer Speelman. Hij knoopte dit nu vast aan het eere-saluut dat hij den heer van Dieren Bijvoet gaf. Ook ditmaal is het den voorstanders van een nieuw vaccinatie-bureau niet mo gen gelukken bun plan doorgezet te krij gen. De tegenstanders bleken nog tal rijker te zijn dan de voorstanders. En de aanvankelijke verdediging van den heer van Linden Tol was ook niet zeer krach tig. Ze bracht slechts beweging in de gemoederen, toen de verdediger sprak van de belangen der „mindere men- schen". Dat riep een hoongelach wakker op de banken der bergpartij, hoewel het lern verder niet kwalijk werd genomen. In bespreking kwaiïi eigenlijk het voor- stel-Roog om B. en W. te verzoeken een eenvoudiger plan in te dienen, want de heeren van Linden Tol c. s. namen dit over. Hoe die eenvoud zou kunnen worden verkregen was mij niet erg duidelijk, en de heer Welsenaar die te dezer zake aan den heer Roog om meer licht vroeg, werd mede met een kluitje in het riet gestuurd. Achter elkaar kwamen nu de tegenstan ders los. Eerst de heer Hugenholtz, toen dc hoeren Tjeenk Willink en Kruseman. 't Kwam alles hierop neer: het gemeen- te-bclang is niet zoo groot, dat wij er ons zulk een kolossale uitgave voor zou den getroosten, en dr. Kruseman bracht dit zeer duidelijk in cijfers door er op te wijzen dat wij hier slechts 1/10 van de lymphe gebruiken en 1/3 van de kos ten dragen. Krachtig en hardnekkig was ,chter de verdediging van den heer van den Berg. Hij vertelde later ontkende hij wel de conclusie te hebben getrok ken, maar het kwam hier toch op neer dat de centralisatie in België, dat slechts één vaccinatie-bureau in Brussel heeft, oorzaak is van de pok-epidemieën daar te lande. De heer Tjeenk Willink nam hem hierover onderhanden en weer de zich als een medisch dokter, en het resultaat was dat het eenvoudige vacci natie-bureau van den heer Roog niet zal worden gebouwd, maar de allereenvou digste inrichting in de pittoreske oud- hollandsche huisjes aan het Groot Hei ligland blijft gehandhaafd. Alleen zal waarschijnlijk de ltalver-stal wat minder eenvoudig worden. Merkwaardig was, dat bij de stemming de heeren Hofland, Modoo en Groot voor stemden, de heeren Hugenholtz en de Braai tegen. De gemeente-ambtenaren die buiten deze gemeente wonen zullen In de vol gende vergadering eerst hun lot verne men. Ditmaal staakten de stemmen over het voorstel hen te verplichten hun woon plaats naar Haarlem over te brengen. De heer Spoor wildd een uitzondering maken voor hen die minder dan f 300 ver dienen, z.g. liefhebber ij-ambtena ren, maar de heer van de Kamp vroeg droog-komiek, of spr. daar ook onder re kende ambtenaren als omroeper, hooiste- ker enz. „Heb je een omroeper noodig", riep hij uit in grappige vertwijfeling, „loop naar den Glip en ga 'em halen!" Veel succes had de heer Roog met zijn voorstel de plannen van B. en W, voor de zesde tusschenschool wat te herzien. Behalve vele leden, viel ook zijn mede- deskundige, de heer Welsenaar, hem bij Intussehen zal het wel gewicht in de schaal hebben gelegd, dat een hygiënist als de heer van den Berg zich tegen het plan verklaarde, want de meerderheid die het eerste gedeelte der wijzigingen van den heer Roog goedkeurde, was niet zoo groot als bij het debat te voorzien was. Nadat de Raad zich nog even op poli tiek terrein had bewogen, en tegen den heer van de Kamp in als zijn meening ha'd uitgesproken dat Generaal Joubert anders gezegd Joubert toch inder daad wèl verdiende in een Haarlemschen straatnaam vereeuwigd te worden, kwa men wij ten slotte nog eens tot de zaak- Beijnes; of neen, eigenlijk niet de zaak- Beijnes, maar de zaak-lichtcommissie. Ten minste zoo wilde ons o. a. de heer Hofland doen gelooven, maar ik begrijp niet waartoe een onderzoek anders zou kunnen strekken, dan tot geheele of ge deeltelijke rehabilitatie van den heer Beij- nes doordat nu ja, doordat de licht- commissie een gedeelte van de schuld op haar schouders krijgt. Een ding verheugt mij in deze droeve quaestie, en wel, dat de Raad Woensdag niet besloot tot het benoemen van een Raadscommissie, of commissie van des kundigen. Dit zou de zaak eindeloos rek ken en tot geen resultaat leiden. Overigens kent men ons standpunt. Wij hebben met evenveel ernst als goeden wil de apologieën gelezen van of voor den heer Beijnes, als de RaadsTëden die nu bekeerd bleken te zijn. Maar wij hebben er geen nieuwe gezichtspunten in kun nen ontdekken. Voor ons blijft de kern, deze simpele vraag, waartoe de heeren Lcomeijer en de Braai wilden terugkee- ren, nl.: Heeft de heer Beijnes eene be lofte gedaan, en is hij die nagekomen? En of er nu al dan niet op de 150 PK. van den heer Beijnes gerekend is, doet niets ter zake. De heer Beijnes had de zaak langs minnelijken weg moeten schikken, door eerlijk te verklaren „ik kan mijn belofte voorloopig niet nako men." Dan had de zaak nooit deze reus achtige proporties aangenomen. Meent men echter den heer Beijnes wat hard te hebben aangepakt, welnu: dan vindt men i.n de motie-Roog een middel om dat te herstellen. Laat men de motie- Tjeenk Willink intrekken, betreurende, dat de heer Beijnes zijne belofte, zoo licht vaardig gedaan heeft. Wat de heer Van Styrum met zijne mo tie bedoelt, is mij niet recht duidelijk. Op deze wijze zou een Raadslid een onaan tastbaar persoon worden, staande niet slechts boven de burgerij, maar ook bo ven zijne mede-leden. Politiek Overzicht. kundiig manoouvreeren, het sluiten van de overeenkomst te vertragen, in de hoop diat Oostenrijk, aandringend op het tot standi komen van de over eenkomst vóór het eindis van 1902, ge dwongen zal worden tot toegeven. Bij het openen van die delegatiën zei de Keizer Woensdag, dut de alge- in eene politieke toestand in het afge- loopen jaar geen enkele wezenlijke verandering onderging. De Regeering trachtte steeds nauwe verhoudingen te bewaren met onze bondgenooten en vriendschappelijke verhoudingen met d:e andere mogendheden, op deze wijze bijdragende tot d'e duurzame handha ving van den Europeeschen vrede. De vriendschappelijke overeenstemming met Rusland ten opzichte der gebeur tenissen jn de Ralkan-Staten, is vain bijzonder nut voor die handhaving van de vreedzame orde in deze streken, j De onderdrukking van den opstand in China is geslaagd'. wat het terug roepen van het grootste gedeelte der militaire en nvaritieme strijdmacht mo gelijk maakte. De Keizer drukte zijn groote erken telijkheid uit tegenover de troepen van lande en zeemacht, die naar China ge zonden waren. In zijn red® maakt© de. Keizer verdier melding van een ver- hooging van de oorlogsbegrooting. ton behoeve van een reorganisatie van die artillerie, die de positie der soldaten Tusscben Oostenrijk en Hongarije zai verbeteren bestond sedert 1367 een overeenkomst, Die uitgaven zullen binnen die die die verhouding dier beide landen nauwst mogelijke grenzen beperkt blij. regelde, de bndragen van elk land in venen die toeniame va.n adimiinistra- de gemeenschappelijke uitgaven be- tl eve uitgaven zal worden gedekt door paalde en die tol-unle tusscheri de cie eigen inkomsten van den Staat, beide landen vaststelde. I De rede. die eindijgd® met d© best© In 1897 moest die overeenkomst voor vvenschen voor het werk der afgevaar- de derde maal worden hernieuwd. In c]j!?dien werd zeer toegejuicht, de overeenkomst toch wordt bepaald', jn zïj,n toespraak tot den K&izer zei- dat elke tien jaren de bepalingen daar- de voorzitter van de Hongaarsche van in gemeenschappelijk overleg zul- delegatie, graaf An dr assy: len worden herzien. Bij de besprekinJ ,\Vij blijven met warme verknocht- gen in 1897 bleek het. dat ernstig ver. Reidi deel uitmaken van het Drievoudig schil van gevoelen bestond.' tusschem Verbond, d'at die beste waarborg is de Hongaansche en de Oostenrijlcsche voor den Europeeechen vrede en voor leden over de quota, de bijdragen van onze ejePn belangen, elk der beide landen in de gemeen- ..Wij zien met voldoening de goede schappelijke uitgaven, HJerdioor ont- betrekkingen met andere mogendheden stond vertraging in db vaststelling en met vreugde vooral ome overeen- der overeenkomst, en door de inwendi- stemming met Rusland' in het Oosten, ge onlusten m Oostenrijk kwam de welke overeenstemming beantwoordt zaak geheel op de lange baan, totdat aan ons belang dat ite de bescherming eindelijk, zonder medewerking van de van de vrije ontwikkeling van d? Bal- wetgevend® macht, een voorloopige kan-volkeren tegen afzonderlijken overeenkomst werd aangegaan, onge- druk." veer op den grondslag van dte tot dus-1 Ten slotte zwoer graaf Andrassy den ver bestaand® eed1 van trouw aan dien vorst. De grondwet eischt, dat vóór 1907 j De gemeenschappelijke minister van een definitieve regeling zal worden ge-^ huitenlandsche zaken graaf Golu- trofmi. I chowski hield) een lofrede on het Drie. sedert 1697, dus reeds vijf jaren voudig Verbond) en zijn vredelievende lang, zijn alle pogingen om tot eenbedoelingen, die nog worden versterkt overeenkomst te geraken, mislukt. De di0or het verbond1 van twee andere mo gendheden. dat om zoo te zeggen een gelijke vredelievende richting is toege daan. Frankfort-linie zuidwaarts naar Kroon- stad-L i n dley-L i eb enb ergv 1 e i-1 in i'eDe ■cltreek tusscheiii Liebenbergvloi en Frankfort was van te voren door co lonnes bezet. „De gevangenen behopren tot d© meest onverzoenlijke Vrijstaatsche Boeren.". Lord Salisbury spreekt. Lord Salisbury sprak Woensdag middag op de jaarvergadering van de „Primrose League" in Albert Hall.] Ten opzichte van den Zuid-Afrikaan-' £chen oorlog deed' hij opmerken dat die Boeren zonder oenigen grond en zonder beklag, rustende op eenige schending van het volkerenrecht, Britsch gebied waren binnengevallen en land van den Britsehen sou ver ei a hebben bezet: „De Engelschen hadden 1 het volkomeoste recht om zich tsgen zulk een invaj tot het uiterste te ver zetten". Ten opzichte van die vredesonder handelingen ze ids de premier: „Ik kan niet terwijl deze onderhan delingen hangende zijn, spreken over de verschillende kansen, maar ik wensch het misverstand weg te nemen dat d3 Regeering bereid is te luisteren naar alles dat om zoo te zeggen een terugtocht beteekent uit haar vroeger© stelling of de erkenning dat de rech ten. waarop zij aanspraak maakt, niet langer gelden Zij kan niet toelaten dat na de verschrikkelijke opofferin gen, die het land zich getroost heeft, de dingen terugglijden tot een posi'tie, waaruit de vijand' den strijd zou kun-| nen hernieuwen, zoodra het oogenblik' daartoe geschikt leek. De macht van de Regeering over het land moet zoo g-root zijn. dat dit onmogelijk is." Lord Salisbury verklaarde geenszins bezdeld te zijn met een gevoel van bit terheid jegens Engeland's tegenstan ders, hij wenschte integendeel dezen toe het volle erenot van de orde en <;e kracht aan de zujsteniaties verleend door het koloniale stelsel. Hongaarsche regeering heeft de onder handelingen bemoeilijkt door harer zijds die bepaling vast te stellen, d'at zoo de voorloopige overeenkomst bij het ei'nde van 1902 niet was vervangen, door een vaste opnieuw voor tien jaar gesloten overeenkomst, geen gemeen schappelijke handelsverdragen met het buitenland konden worden gesloten. Nu is me-n overtuigd, d'at het in liet belang van beide landen is, zulk een gebeurtenis te voorkomen, Hongarije meent echter, dat Oostenrijk de zwak ste partij is, dlat de Oostenrijkse he re geering veel grooter moeilijkheden te overwinnen zal hebben, diat in Oosten rijk de bevestiging van de politieke en economische toestanden veel drin gender is dia/n in Hongarije--- en nu poogt, de Hongaarsche Regeering, dooi Buitenlandsch Nieuws. Uit Znid-Afrifea. Lord Kitchener seint uit Pretoria van Woensdag: „Het resultaat van de operaties van gisteren jn de O r an j e- R i vier-k o 1 o n ie is dat tien Boeren zijn gesneuveld en 208 gevangen genomen, terwijl een aanzienlijke hoeveelheid vee en paar den is buit gemaakt. ,,De Britsehs verliezen waren nihil. ..De operaties bestonden in een drijfjacht van de Vredefort-Heilbrnn- Het Czarenrijk. Een correspondent van die „Daily Mail" d'ie uit Rusland is teruggekeerd, na een lang verblijf, dat ten dioei had zich goed' op de hoogte te stellen van den toestand in liet Czarenrijk deeLt moe, dat in de huitenlandsche bladen slechts een zwak denkbeeld gegeven wordt van de werkelijkheid. Een waar schrikbewind heerscht er volgens dezen correspondent, van de Zwarte tot de Baltische Zes. Dagelijks doet de politie huiszoekin gen. zelfs bij menschen die niets uit staande hebben met de politiek. De menschen gaan zoo min mogelijk het huis uit. Tot nu toe waren die professoren te Petersburg niet gesteld onder politie toezicht Sinds ©enigen tijd is dit ech ter veranderd. Een hunner, een vriend van den correspondnt. is zelfs gevangen gezet. Onder de militairen lveerscht een geest van vorzet, even- zoo goed als onder d'e burgers. Een dagorder .onlangs afgedrukt, in de dagbladen zegt. dat de troepen - een rekening mopten houden met sexe, leeftijd of gesteldheid'. Dit bevel is gegeven naar aanleiding van het ge drag van een detachement soldaten, dat geweigerd! had te schieten op een massa menschen. waaronder zich vele vrouwen en kinderen bevonden Een tiende deel van dfit dietaclie- men is gefusilleerd. De overigen zijn naar Siberië verbannen. De otaat van beleg is afgekondigd in vijf districten vair het gouverne ment Putawa. Meibetoogingen. Nergens waarschijnlijk zoo schrijft men uit Stockholm aan de Külnlsclio Zö tung, zullen de Meibetoogingen op zoo groote schaal plaats gehad heb ben nis in Zweden. In alle steden zijn optochten gehouden, waaraan groote nvenschenmassa's deelnamen. De op- toch te Stockholm bevatte 137 werk lieden-, vrouwen- en andere vereeni- gingen, ze telde minstens 20,000 per sonen. Men trok naair het Ladugards- veld ,waa«r vier groote spreekgestoel ten waren opgericht, en niet alleen over den normalen arbeidsdag, maar vooral over het stemrecht gesproken werd: men weet, dat deze laatst© kwes tie binnenkort door den Rijksdag be slist moet worden, en de werklieden willen thans meer dan ooit. pressie uitoefenen op de afgevaardigden. De achtuurs-werkdag, en het algemecne, gelijke stemrecht, vormden de in de motiën uitgedrukte eisclieri- Te Gothenburg telde de stoet 10.000. te Malmö 15.000 deelnemers; te Upsa- Ia bevonden zich ook een honderdtal studenten in den stoet. Overal liepen de betoogingen zonder rustverstoring ten einde. Algeineene Berichten. In het Brjtsehe Lagerhuis werd een motie behandeld voorgesteld door den Ierschen nationalist Mooney, waarin afkeuring wordt uitgesproken over de houding van den voorzitter, wijl dezo minister Chamberlain niet tot. de orde riep. toen de minister John Dillon toe voegde d'at Dillon goed kon oordeelen over verraders. D,e motie werd met 398 tegen 63 stemmen verworpen. Mi nister Balfour en sir Henry Compbell- Raruierman spraken krachtig tegen do motie, die enkel door de nationalisten werd gesteund. De „Kolnlsche Ztg". klaagt er over dat er tegenwoordig op den Spicherer Berg, waar in 1870 zoovele Duitsche soldaten den heldendood zijn gestorven, tusschon de graven door geploegd en gezaaid wordt. Zij' wenscht dat van staatswege eenige duizenden marken zullen besteed worden om dit bouwland aan te koopen en liet slagveld verder te onderhouden „Een nieuw gedenkteeken is niet noo dig, want de graven van de helden spre ken voldoende voor zich zelf. Maar de ploeg moest dezen berg die gekleurd la met het beste Duitsche bloed, niet mogen openscheuren." Onder beschermheerschap en persoon lijke deelneming van den Duitschen kroonprins zal van 29 Juni tot 5 Juli te Dusseldorp het 9de internationale con gres voor scheepvaart gehouden wor den. Er zijn twee afdeelingen, een voor binnen- en een voor zeescheepvaart. On der de sprekers die op het congres aan het woord zullen komen, vindon wij vier landgenooten: den heer A. Deking-Dura, hoofdingenieur te Zwolle, die verslag zal doen over haven-, kaai- en brugge- gelden; den heer J. Nelemans. ingenieur van den waterstaat te Terneuzen, die verslag zal doen over de kosten van aan bouw en onderhoud van ijzeren en hou- liVnilktog. Naar het Duitsch van CLARA VIEBIG. 13. Buiten op het portaal klonken stap pen. de deur ging open en dokter Al- lieuslein liet oom Herman beleefd het eerst over dien dtremped treden. De sterke man hadi hoed1 en overjas nog aan, hij had na het eten zijn wande lingetje gediaan. De Leipziger-, die Friedrichstrasze en Unter den Linden was hij afgeloopen, als stapte hij langs veldpadlen; al uit die verte kon men dien landedelman in hem herkennen. Beroerd nest, dat Berlijn, brom de hij en gooide hoed en jas neer; daar Jans, berg het weg! De lui moe ten nu eens voelen waar biet op staat. Ik heb het ook dien verat op den hoek van de Friedrichstrasze eens flink ge zegd; die staat daar maai- met zijn rommel, klauterende apen aan een stok en hansworsten te koop! Een kerngezonde flinke kerel, kan die niet werken? Verdorven bevolking hier, zonder respect! .Jou brompot, jou ouwe brompot", schreeuwt de kwa jongen mij achterna. Het spijt me erg. d'at ik den jongen niet heb laten inpikken! Ik dacht, dat ik dan te laat zou komen en nu zijn de lui er nog niet eems. slordig, slordig! Geërgerd haalde hij zijn dik zilveren horloge te voorschijn, U moet liet hun niet kwalijk ne men, oomlief, zei Suzanna vleierig, de Langens ziin vreemd hier, ze hebben dien afstand niet. goedl berekend. Hè die die Oom Herman trok de wenkbrauwen samen. Wat zit je me aan te kijken, Jans, j© zit daar als een gans onder een donderbui! Weer gapi'queerd? Natuurlijk, de waar heid kan je niet verdragen. Ik zeg je, hij sloeg met de vlakke hand op de tafel, ik heb genoeg van Berlijn! Als het niet voor Richard was dien jongen zal ik zijn kuren wel eens af loeren, God bewai-e! Hij sloeg weer op de tafel dat mevrouw Allenstedn in elkaar kromp. Maar ze zei niets. Dokter ALlenstein 9tond' intussehen aan het raam met de handen op den rug. an keek naar de straat. Een glimlachje trok zenuwachtig om de hoekeu van zijn mond, hij trachtte het te onderdrukken; zijn wouw had het altijd zoo druk over piëteit tegen over oom. dten eenigen broAr van haar gestorven vadier, dat hij haar gevoel niet wou kwsteen Hij streek zich over den glanzigen baard en gaapte achter zijn hand. goeie hemel, wat was dat vervelend! Die conferenties vond hij afschuwe lijk. Hij kon zich nog heel goed den tijd herinneren, dat hij zijn vrouw het hof had' gemaakt en bevend, ais een arme zondlaar voor de rechtbank, voor oom Hermans doordringende oogen liad' gestaan. Die keken hem. van onder die borstelige wenkbrauwen aan. of ze hem door en door wilden zien. Suzanna was toen nog in den rouw over haar oudiers. Zwart stond haar erg goedl. Ze spraken beiden heel veel over hun liefde in de kamer van hun oom met de gladde leeren sofa en al dlio pijpen aam de overigens kale wanden. Buiten in den tuin zon gen de nachtegalen en bloeiende vlier takken tikten tegen die ouderwetsche kleine ruitjes. Oom Herman had1 zijn neus gesnoten Suzanna was zijn lieveling en toen den jongen man met een vloed van vermaningen over stroomd1. Hè, de diokter klappertandde nü nog hij die herinnering; hij voelde mede lij diem met ziin zwager Richard! bij hem opkomen Teh slotte betaalde oom Herman een paar schulden uit den studententijd en het huwelijk was in orde. Allenisteiu zag eens om naar zijn vrouw. Ze stond aan d:e tafel en pluk te zenuwacluti.g wat aan het kleed. Zij za~ er toch lang niet meer zoo goed uit! Ze moet. eens naar een badplaats, diacht do let er Alleiistsin en keerde zich naar liet. venster. Op straat ratelde nu een rijtuig voor. Daar zijn ze. Suzanna schrikte op, met beid© banden greep zij naar haar liart, dat hamerde en bonsde. Die zenuwen, o! die zenuwen! Snel grabbelde zij wat in haar zak en haalde een fleschje voor den dag; in een oogenblik rook de heele kamer naar valer In auNu stond ze met trekkende mondhoeken, esn ge forceerd beleefd gezicht zettend, mid den in de kamer, d'e visite op te wach ten. Allenstsin was hun tegemoet gegaan Buitem .op de gang, stond men te bui gen. Kantonrechter Langen! Allenstei'nl Mijn vrouw! Zeor aangenaam, mevrouw, zeer aangenaam! De dokter trok de hakken tegen el kaar en boog diep voor de statige schoonheid Toen schudde lui den an der vriendlschappelijk de hand: Zeer verheugd, meneer! Als 't u blieft, gaat u binnen! Nu stond! men jn het salon tegenover elkaar, beide partijen namen eenige reserve in acht. Koel met gróótsteed- sch© onverschilligheid begroette me vrouw Suzanna de vreemden. Oom Herman bromde iets onvorstaanbaar:- en tante Jans je neigde maar atom d>ï grijze, bevende lokjes. Men wisselde een paar c onvi* rsati c -1 >an al i te it enover ihiet weer, over Berlijn, vroeg naar do wederzijdsche gezondheid; toen zweeg men. Een pauze. Langen voelde zich wat verlegen; de stilte beklemde hem; aller oogen richtten zich naar hem, hij zou wel moeten beginnen. Zijn Wik zocht Amalia, die was verzonken in een critisch bekijken van de installatie. Ilij schoof op zijn fauteuil heen en weer en liet dien blik over de tafel naar die prachtbanden en albums dwa len Lena's ongelukkige oogen do lken voor hein op, hij hoorde haar schreden het zweet brak hem uit. Nu, zei oom Herman opeens en strekte d® beenen met een ruik voor zich uit, dat ziju stoel ervan kraakte lvii zat nooit op bekleed® meubels, een eenvoudige rieten stoel moest het zijn mijnheer l angen ik ais hoofd fier familie, heet u bij ons welkom! En uw vrouw ook! Hij maakte een onhandige buiging met het. hoofd' naar die sofa. waar Ama lia naast tante Jansje troonde. U moet. het mij niet kwalijk no men, maar ik moet u bekennen, dat ik ljever op een andere manier met u had kennis gemaakt! Mevrouw Allenstein keek hem bang aan, zij legde haar koude vingers op de hand van den oude: Oom! Och, laat me, een man, een woordi! Weet u, mijnheer Langen, ik zal het u maar dadelijk zeggen, mijn neef is een wispelturige jongen. Ta- lont kan hij wel hebben, daarvan weet ik, Stoppelhopser, niets, maar hij is een domme longenHij heeft niets en zij heeft niets, daar moet je toch aan denken. ,als je wil gaan trouwen.. Heb ik geen gelijk? Het klonk als een vraag en was toch reeds een zekerheid. Hij keek de te genpartij triumfeerend aan. Langens gezicht werd langzamer hand rood. hij voeld® zich gekwetst do or het optreden van dien man. Zijn zuster was toch geen klein kind, waar over men maar zoo minachtend van „zij" sprak. En al had ze dan ook

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 1