Tweede Blad,
behoorende bq
„Hearlem's Dagblad"
van
Zaterdag 10 Mei 1902.
Ne. 5785
GEMEENTERAAD.
(Vervolg Punt II.
De heer HUGENHOLTZ zegt, dat
de heer v. d. Berg heeft aangetoond,
het nut van veel vaccinatie bureaux
in den lande, doch niet bewezen, dat
het zou zijn een gemeentelijk belang.
Spreker is geneigd mee te gaan
met de denkbeelden van den heer
Tjeenk Willink over het wenschelijke
van concentratie. Doch dit daargela
ten, we zouden gerust kunnen over
gaan tot de afschaffing der inrichting
en ons tevreden stellen met de lymphc
van een ander bureau.
Wei hebben dus alleen noodig een
lokaliteit, waar moeders met kinde
ren kunnen komen om te laten inen
ten. Ingeval de raad niet mocht over
gaan tot het toestaan van het verzoek,
dan dringt spreker met den meesten
ernst aau om de inenting kosteloos
in de toekomst te doen geschieden.
Er zijner die hun stem aanhetvoor-
stel-Van Linden Tol willen geven, om
dat ze vreozen, dat d:it niet zal geschie
den.
De heer v. d. BERG beantwoordt
den heer Rruseman en betoogt nog
eens, waarom het stalletje te klein is.
Wat het nadeelig saldo betreft,dit is
een variëerend cijfer, dat ook wel eens
gunstig zal worden. Het oude ge
bouw van de polikliniek, als men dat
moest verbouwen, en daar inenten zou
ook kostbaar worden. De heer Kruse-
rnan heeft gesproken over f 13.000,
cloch er is nog volstrekt geen som ge
noemd. Dat de exploitatiekosten zul
len klimmen, bestrijdt spreker. Hij
antwoordt den heer Tjeenk Willink,
diat het wel merkwaardig is, dat juist
na de centralisatie in België zooveel
gevaar voor pokken dreigt, al wil hij
hieromtrent geen beslist verband uit
spreken.
Waar de heer Tjeenk Willink ge
sproken heeft over serums, die zijn
niet te vergelijken met vaccine-lyru-
phe.
Spreker antwoordt den heer Hugen-
holtz, dat vaccinatie-bureau wel geen
uitsluitend gemeente-bellang, doch
een groot belang voor de gemeente is
het zeker.
De heer DE BRAAL wenscht alleen
op een argument, ten voordeele van
het parc-vaccinogène aangevoerd,
even te wijzen. Het gevaar voor pok
ken ligt niet alleen aan de vaccina-
tie-bureaux, doch het is zijn innige
overtuiging, dat in de eerste plaats
Hij dlank verdlient, die het wereld
roer Ln handen heeft, die ons voor de
pokken bewaard heeft.
De lieer HUGENHOLTZ acht de
zaak thans volidtoeude toegelicht. Er
wordt slechts alleen gevraagd B. en
W. uit te noodigen een eenvoudig plan
in te dienen.
De heer HOFLAND acht zich ver
plicht te zeggen waarom hij voor de
aanvraag zal stemmen, n.1.omdat het
voor hem niet vaststaat, of de on- en
minvermogenden kosteloos zullen wor
den ingeënt, wanneer de inrichting er
niet komt. Spreker dankt er voor
mede te werken die armen over te le
veren aan het Burgerlijk Armbestuur.
De heer MODOO vindt f 13.000 te
duur.
Den heer LOOMEIJER lokt het cij-
'er van f 13.000 ook volstrekt niet aau.
Hij wil er ook nog even op wijzen,
dat d:e heer Tjeenk Willink dwaalde,
toen hij de serum en lymphe-bereiding
bij elkaar vergeleek.
De heer TJEENK WILLINK houdt
dit staande en zegt, dat veel ziekten
door de lyrnphe zijn overgeplant. Hij
si er innig van overuigd, dat een cen-
traal-bureau het wenschelijkst is.
Bij stemming wordt het voorstel-
Roog (overgenomen door den heer v.
Linden Tol c.s.) verworpen met 11
stemmen voor, die van de heeren Hof
land, v: d. Berg, Loomeijer, De La-
noy, v. d. Kamp, Modoo, Stolp, Wel
senaar, van Linden Tol, Groot, Roog
PUNT III.
G e m e o n te-a mbtenaren.
I-Iet noodig oordeelend, dat bepalin
gen in het leven worden geroepen,
houdende dat gemeente-ambtenaren
verplicht zijn hunne woonplaats en
hun werkelijk verblijf te hebben bin
nen deze gemeente, stellen B. en W.
^oor te bepalen:
le, die gemeente-ambtenaren, wier
werkkring binnen de gemeente ligt,
zijn verplicht hunne woonplaats en
liun werkelijk verblijf*te hebben bin
nen de gemeente;
2e. B. eu W. zijn bevoegd om in
buitengewone gevallen tijdelijke ont
heffing van genoemde verplichting te
verleenen;
3e. aan de sub 1 bedoelde gemeente
ambtenaren. die op 1 April 1902 hun
ne woonplaats en hun werkelijk ver
blijf buiten de gemeente gevestigd
hadden, zal vrijstelling van het be
paalde onder le. van dit besluit, ge
durende ten hoogste twee jaren, te re
kenen van genoemden diatum, door B.
en W. kunnen wordien verleend. (108).
Ingekomen waren twee amende
menten van den heer SPOOR, n.l. om
in le. achter lijst toe te voegen de
woorden: en wier bezoldiging meer
bedraagt dan f 300 's jaars; en iu 3o.
April te veranderen in Mei.
Wat het eerste amendement betreft
meent de heer Spoor, dat zulk een ge-
riiwang om in Haarlem te wonen,
dwang on in Haarlem te wonen.
De heer GROOT kan zich niet ver
eenigen met het eerste amendement,
De heeren, die er belang bij hebben,
hier hun „liefhebberij-studiën" in ko
men verrichten, zooals de heer Spoor
zegt, moeten dan ook in de lasten
maar bijdragen.
De heer MODOO stemt ook tegen,
omdat er veel arbeiders in Heemstede
enz. wonen, hier in dienst der gemeen
te, en die meer dan f 300 verdienen.
Men moet allen over een kam sche
ren.
De heer HUGENHOLTZ is het hierme
de eens, gevoelt ook veel voor het door
den heer Spoor aangevoerde en wil nu
1 300 veranderen in 1000.
De heer BIJVOET meent, dat we, door
ons op dezen weg te begeven ons op ge
vaarlijk terrein gaan wagen. Een grens te
trekken acht spreker niet wenschelijk en
meent, dat het daarom beter is het voor
stel B. en W. aan te nemen.
Wat het tweede amendement-Spoor be
treft, spreker ziet hiervan het praktische
nut niet in. Spreker zal zich ook tegen
dit argument verzetten.
De heer SPOOR zegt, dat in Mei waar
schijnlijk de huren afloopen en dus het
den menschen gemakkelijker gemaakt
wordt.
Wat het eerste amendement betreft,
spreker heeft genoemd f 300, omdat hier
mede wel degelijk een grens wordt ge
trokken. Dit zijn liefhebberij-ambtena
ren.
De heer v. d. KAMP is het hiermede
niet eens. Hij kan zich niet denken, dat
dj^heer Spoor een omroeper of hooiste-
Ircr liefhebberij-ambtenaren zou willen
noemen.
Over het eerste amendement—Spoor
staken de stemmen.
Het voorstel wordt aangehouden.
De heer Van StjTum komt ter verga
dering.
PUNT IV.
Suppletoire begrooting.
B. en W. bieden aan een tweede
suppletoire begirooting voor den dienst
1901, buitengewone inkomsten en uit
gaven betreffende. (95).
De commissie van bijstand stelt
voor de tweede suppletoire begrooting
der gemeen dienst 1901, sluitende
met een bedlrag van f 3,564,083.43s,
goed te keuren.
Goedgekeurd.
PUNT V.
Reken in.oren verantwoording
B. A.
B. en W. leggen de rekening en ver
antwoording over van het Burgerlijk
Armbestuur, betreffende de Huiszittende
Armen en het Stads- Armen- en Zieken
huis over 1901, sluitende met een bedrag
van f 25.059.15'. Zij stellen voor deze goed
te keuren.
(122).
Goedgekeurd.
PUNT VI.
Zesde tusschenschool.
B. en W. stellen voor beschikbaar
te stellen:
a. een bedrag van f 59.400 voor den
bouw van een Zesde Tusschenschool
en het houden van toezicht enz.
en b. een bedrag van f 3500 voor
den bouw van een bewaarderswoning
behoorende bij de sub a. genoemde
school. (101).
De heer Roog voert eenige beden
kingen aan tegen het voorstel van B.
en W. betreffende den bouw van een
zeede Tusschenschool.
lo. tegen den bouw der lokalen voor
handwerken onderwijs en een apart
teekenlokaal, die niet noodig zijn. De
heer Roog meent dat hier onnoodig
geld zou worden uitgegeven, en een
school als de derde Tusschenschool aan
het Leadscheplein geheel aan de
eischen van het Lager Onderwijs vol
doet Daardoor kan het bedrag van
f 59,400 voor den bouw, op f 43,600
worden teruggebracht.
2o. Is hij er tegen dat de privaten
en urinoirs in de lokalen uitkomen.
Dat op deze wijze beter toezicht zou
zijn ujt te oefenen, bestrijdt hij.
3o. Komt het goedkooper uit den
bewaardea' in aene woning buiten de
school te laten wonen tegen f 2.50
a f 3.per week huur.
De heer Roog doet daarom een voor
stel tot wijziging van het voorstel van
B .en W... en wed zoo, diat beschikbaar
zal worden ™esteld een bedrag van
f 43,600 en aan de te stichten school
geen bewaar der swoning te bouwen,
doch den bewaardei' een wekelijksche
vergoeeïing te geven van 3 voor ge-
m'iis van vijre woning.
De heer ROOG licht zijn amendement
toe. Hij stelt er prijs op te verklaren, dat
hij zijn licht niet heeft opgestoken bij
schoolhoofden en onderwijzers hier in
Haarlem, en wenscht er den nadi-uk op
te leggen, dat men hem eenparig heeft
verklaard dat aparte handwerk- en tee
kenlokalen niet noodig zijn. Het gymna
stieklokaal van de school op het Leid-
sche Plein wordt gebruikt voor teekenen
en zingen. Men zou bij het onderwijs in
de handwerken het bezwaar kunnen-op
peren, dat als er geknipt moet worden in
het gewone lokaal zeer mimiek is. Doch
het handwerk-onderwijs wordt gewoon
lijk gegeven van 11—12, wanneer, door
dat de kleintjes dan weg zijn, lokalen
vrij komen.
De privaten spreker heeft zijn licht
opgestoken jn Amsterdam acht men
het meest wenschelijk op den gang. Hoe
ben ik nu gekomen aan het bedrag van
t 48,600? Spreker heeft genomen hét be
drag van de derde tusschenschool en
daarbij gevoegd het bedrag van toezicht
en ontwerp en daarin opgenomen 1
voor verhooging van arbeidsloon. Vervol
gens daarbij gevoegd de kosten van een
ijzeren hek en 600 vierk. M. bestrating,
waartoe hij komt tot een bedrag van
f 43.600.
Spreker wil nog even er op wijzen, dat
waar in de vorige zitting door zijn me
de-bouwkundig lid betoogd werd, dat de
school in, Zaandam niet goedkooper is,
hij i3 niet tot dezelfde ondervinding kun
nen komen na vergelijking der plannen
en na te Zaandaam inlichtingen te heb
ben ingewonnen.
Ten slotte nog een enkel woord over
de bewaarderswoning. Spreker heeft be
rekend dat in het plan een bewaarders-
woning komt op f 6 per week. Dus zijn
voorstel is een groote besparing.
De heer SCHRAM is den heer Roog
dankbaar voor zijn activiteit. Spreker
heeft onlangs een nieuwe school te Dord-
recht gezieu, die volgens den inspecteur
van het onderwijs, een model-school ge
noemd mag worden. Die school is ge
bouwd in een duren tijd en er is meer
geld aan besteed dan strikt noodig was.
Ondanks dit alles heeft die school echter
niet meer gekost dan t 43000. die eigen
lijk nog t 3000 minder had kunnen kos
ten. In datzelfde jaar 1899 is elders en
een school voor t 38000 gebouwd, met 12
lokalen, die volgens deskundigen ook
zeer voldoet. Spreker hoopt dus, dat men
de gelegenheid zal aangrijpen van de
wenken van den heer Roog gebruik te
maken en zijn plannen met groote meer
derheid zal aannemen. En spreker hoopt,
dat bij de indiening van een volgend
plan men zal breken met de vaste aan
stelling van een bewaker bij de srh^l.
Dit is een duur stelsel en ook ee.i slecht
stelsel, volgens deskundigen.
De heer MODOO vraagt inlichtingen
omtrent het plan-Roog. Is daarmede be
doeld, dat het huidige plan vervalt <n
er opnieuw een ontwerp zal worden ge
maakt?
De heer DE BREUK zegt, dat B. en W.
den heer Roog dankbaar zijn, dat hij zijn
voorstel tijdig genoeg heeft ingediend.
Onder de bedenkingen van den heer
Roog behoort er ook een tegen een apart
teekenlokaal.
De Raad heeft zelf met betrekking
tot de school van den beer Franken
liet nut daarvan reeds eenigszins uit-
gespi'oken. De heer De Breuk, liad
van den heer Roog allerminst ver
wacht, dat van hem een poging zou
komen om 't teekenonderwijs minder
goed te doen zijn. Handwerkslokalen
zijn zeer noodzakelijk, terwijl het
knippen niet kon gebeuren in de ge
wone lokalen op de gewone banken.
Ook hygiënisch zijn hieraan groote
bezwaren verbonden. Wat de priva
ten betreft, we hebben rekening te
houden met de meening van den
schoolopziener en emt de wet. Op
den voorgrond staat, dat het aantal
privaten moet overeenkomen met
het aantal schoollokalen en er moet
voldoend toezicht zijn. Behoorlijk
toezicht kan niet worden gehouden,
wanneer de privaten zijn op de gan
gen.
Spreker heeft voor zich liggen een
brief van een schoofhoofd uit Haar
lem, die er ernstig op aandringt, apar
te lokalen voor handwerk- en teeken
onderwijs te krijgen. Spreker gelooft,
dat B. en W. wel verantwoord zijn
met hun aanvrage.
Wat de bewaarderswoning betreft,
er is slechts één school (van den heer
Brouwer) waar geen toezicht is. De
ondervinding heeft geleerd, dat dit
toezicht wel degelijk noodig is. Reke
nen wij, dat het f 4000 kost, dan ko
men wij zoo wat op f 280.. Aan den te-
genwoordigen concierge voor de school
van den heer Brouwer moeten we ge
ven f 4 voor vergoeding van woning.
Het verschil is dus zoo groot niet. De
heer De Breuk komt tot de conclusie,
dat een school als de derde tusschen
school niet voldoende is.
De heer WELSENAAR heeft de ge
meenteschool te Zandvoort gebouw 1,
waarin de privaten in gangen gele
gen zijn. Na een gesprek met den
schoolopziener, die zulk een plan
nooit zou hebben goedgekeurd, kwam
spreker ook tot .d'e conclusie, dat het
beter is de privaten in de lokalen te
maken. Spreker zou B. en W. willen
uitnoodiigen, een nieuw plan te ma
ken.
De heer MODOO zegt dat zijn in
druk vau de Derde Tusschenschool
bijzonder gunstig is geweest, bij ver
nieuwing. ook wat de privaten betreft.
Spreker deelt ook niet het bezwaar
van den heer De Braai wat betreft
dat de wet niet zou toestaan privaten
in de gang. Spreker zou meen en,
dat eeu school als de derde Tusschen
school voldoende is. Wij moeten de
denkbeelden van den heer Roog ern
stig onder de oogen nemen. Spreker
herhaalt zijn vraag, wat gebeurt na
aanneming der voorstellen-Roog.
De heer SCHRAM betwijfelt, of de
districts-schoolopziener de hoogste au
toriteit is en caht de uitspraak van
den inspecteur van het L. O. meer dan
den wensch van den districts-school-
opziener.
De heer TJEENK WILLINK herin
nert. aan de geschiedenis der oprich
ting van de Nassauschool, en nu heb
ben we een schoolopziener bij wien 't
idee nog niet doorgewerkt is, dat pri
vaten in de lokalen moeten
uitkomen. Dat kost ons geld en
we krijgen stank.
De hr. v. d. BERG zal niet meegaan
met het voorstel van den heer Roog.
Het is zeker wenschelijk dat 'n apart
teeken-lokaal en handwerkslokaal
komt, doch er is zeker wel meer wen
schelijk. Ook het uitkomen der priva
ten in de lokalen acht spreker onge
wenscht, terwijl het voor het toezicht
niets beduidt.
De heer ROOG wil heel goed gelooven,
dat de heer Franken gevraagd heeft om
een lokaal, want er was geen aparte
gymnastiekzaal. Spreker zou den heer
De Breuk eens willen aanraden in de
school van den heer De Vries een kijkje
te gaan nemen. Daar is geen aparte tee
kenzaal, doch het teekenonderwijs is zoo
goed als men maar verlangen kan. Spre
ker wil gaarne op verzoek van den heer
De Breuk de namen der Amsterdamsche
onderwijzers, die hij gesproken heeft,
noemen, doch wat heeft men er aan?
De heer DE BREUK'weet heel goed, dat
de districts-schoolopziener de privaten
in de 3e tusschenschool heel goed vindt,
doch niet zooals hij wensclite (O, o, roe
pen verschillende raadsleden). Wanneer
de heeren meen en de scholen te moeten
bouwen in den geest als de 3e tusschen
school, zal die wel vooreerst nog niet
kunnen komen.
In stemming wordt gebracht het voor-
stel-Roog, dat aangenomen wordt met 15
tegen 12 stemmen, die van de heeren
Winkler, Spoor, de Haau Hugenhnltz De
fcaru'W iiiuseroan, De Breutc, v. Styrum. 1
v. Lennop, Sneltjes, Leupen, Stolp en
Welsenaar.
I-Iet tweede gedeelte wordt verworpen
met 14 tegen en 13 stemmen voor, die
van de heeren Hofland, Sabelis, De
Braai, v. d. Berg, Willink, Loomeijer,
v. d. Kamp, Modoo. Schram, Groot, Roog,
Hugenholtz en Bijvoet.
PUNT VII.
Straatnamen.
Voorstellen van B. en W. tot het ge
ven van straatnamen.:
De heer W. A. J. v. et Kamp stelt
voor den naam Generaal Joubertstraat
niet te verleenen, maar deze te ver
vangen door Louis Both astraat.
(131).
Daar or reeds een Louis Botha-straat
onder Schoten is, dus in de onmiddellij
ke nabijheid, stelt de heer van de Kamp
voor de Generaal Joubertstraat Trans-
vaalstraat te doopen.
(138).
De heer WINKLER heeft reeds vroeger
zijn meening aangaande het geven van
namen aan straten te berde gebracht,
met het gevolg, dat vele namen anders
zijn geworden, dan door B. en W. wa
ren voorgesteld. Des te meer genoegen
doet het hem thans, dat hij bijna onver
deeld zijn adhaesie kan schenken aan
de namen zooals ze door B. en W. zijn
voorgesteld. Spreker brengt hulde aan
B. en W.
De heer STOLP heeft ook niet veel be
denkingen op de voorgestelde namen,
doch wil in overweging geven bij nieu
we namengeverij te denken aan een on
zer overleden verdienstelijke stadgenoo-
ten, den heer Kist.
De heer MODOO vraagt, waarom de
heer v. d. Kamp zoo gebeten is op den
naam Generaal Joubertstraat.
De heer HOFLAND heeft van in Hol
land gekomen Transvalers gehoord, dat
zij niet zoo gunstig oordeelden over Ge
neraal Joubert, en steunt dus het voor
stel—v. d. Kamp.
De heer v. d. KAMP kan hetzelfde zeg
gen, wat de heer Hofland heeft gezegd,
hij kan grossieren. Hij heeft zooveel ge
hoord, dat hij niet gaarne een straat den
naam zou geven van Joubert.
De heer DE BRAAL heeft de geschiede
nis geraadpleegd. Als de helden van
Transvaal worden genoemd wordt in de
tweede plaats steeds genoemd Slim-Piet.
Hij zal niet stemmen voor het amende-
ment-v. d. Kamp.
De heer TJEENK WILLINK zal niet
meegaan met het amend.-v. d. Kamp. Dat
een man, die meer dan een hoofd uit
steekt boven zijn medeburgers, wordt be
nijd en belasterd, is niets vreemds. Hij
is een man. tweemaal waardig gekeurd
den presidentszetel te bezetten.
Het amend.-v. d. Kamp wordt verwor
pen met 12 stemmen voor. die van de
heeren Hofland, Sabelis, Winkler, v. d.
Berg, Loomeijer, v. d. Kamp. Leupen,
Stolp, Welsenaar, v. Linden Tol, Roog
en Bijvoet.
Het voorstel B. en W. wordt aangeno
men met 6 stemmen tegen, die van de
heeren Hofland, Winkler, v. d. Kamp,
Stolp, Roog, Bijvoet.
Tegen den naam Ter Kleefstraat heeft
de lieer WINKLER bezwaar. Dit ls on
gemakkelijk om uit te spreken. Boven
dien strijdt het tegen den aard onzer
taal. Het zou in elk geval Kleverstraat
moeten zijn. Doch spreker wil die straat
liever Santpnorterstraat noemen.
De heer HUGENHOLTZ vraagt of men
het woord dan wil schrijven met S. en t.
De heer WINKLER zet uiteen, dat dit
behoort, als afgeleid van Sancta Porta.
Het voorstel-Winkler aangenomen met
2 stemmen tegen, die van de heeren de
Haan Hugenholtz en De Breuk.
De straten worden nu aangenomen, als
door B. en W. voorgesteld.
PUNT VIII.
Kosten schutterij.
B. en W. stellen voor om aan den
heer P. A. J. van Tienhoven, 2e luit.
der infanterie, belast met de opleiding
van de officieren en liet kader der
schutterij een gratificatie ad f 200 toe
te kennen, betaalbaar op den post
„Kosten dei' schutterij." (110.)
Aangenomen met 5 stemmen tegen,
die van de heeren Hofland, Modoo,
Schram, Groot, Hugenholtz.
PUNT IX.
De z a a k-B e ij n e s.
Door de heeren Groot, v. d. Kamp,
Modoo en Hofland is weer een voor
stel ingediend om een commissie van
vijf deskundigen te benoemen, twee
aan te wijzen door den heer Beijneis,
twee door de lichtcommissie en een
vijfde dioor die vier ledien, tot onder
zoek in do zaak-Beij nes.
Dit voorstel is ingediend naar aan
leiding van het schrijven van den
heer Doyer alsmede dat der redactie
van „Electra".
De voorstellers vinden dat daarin
veel voorkomt, dat niet onbesproken
mag blijven. Onze leuze moet zijn
„meer licht", zeggen de heeren Groot
c. s. (115).
Naar aanleiding van dit voorstel
stellen, B. en W. voor daar niet
op in te gaan. Zij wijzen erop
dat reeds tweemalen de Raad, na een
zeer ampele bespreking, getoond heeft
eene dergelijke commissie niet te wil
len, door lo. het voorstel-Hugenholtz
ie verwerpen, en 2o. niet in te willigen
het verzoek van. den heer J. J. F. Rev
ues. (126)
Den heer GROOT was het een genoe
gen het advies van B. en W. te lezen.
Immers, dit advies berust alleen op het
een paar malen verwerpen van derge
lijke voorstellen. Doch thans zijn nieu
we punten in het debat gebracht, die een
geheel nieuw licht werpen in de zaak.
Er is thans als we naar geweten hande
len, slechts een weg: een deskundige
commissie te benoemen en spreker ci
teert ter staving een paar uitlatingen uif
het rapport-Doyer, waarin vervat is een
zoo zware beschuldiging jogens de licht
commissie, dat wij als verantwoordelijke
vertegenwoordigers der burgerij den
plicht hebben licht te eischen. Thans is
het niet alleen een kwestie-Beijnes, doch
een kwestie-Beijnes-lichtcommissie, en
waar de een in het publiek is afgestraft.
mag dan de ander vrljloopen, als zou
blijken, dat die minstens even groote
fouten zou hebben begaan?
Ter wille van onze verantwoordelijk
heid als raadsleden, zei spreker, vragen
wij een commissie.
De heer DE BRAAL vond het verkeerd,
dat de heeren hun voorstel hebben ge
daan, hij zal er tegen stemmen, niet ech
ter op het advies van B. en W., want
ook dat vond hij verkeerd. Hij blijft dit
standpunt handhaven: heeft de heer Beij-
nes beloofd: Ja, heeft hij nagekomen:
neenl
De heer SCHRAM kan ook het voor
stelGroot c. s. niet onderschrijven. Ech
ter ntet op de argumenten door B. en
W. in hun praeadvies aangevoerd. Doch
spreker verwacht van een dergelijke com
missie eindeloos getwist, waarmede men
toch niet verder komt, aan deskundig
dispuut hebben we niet veel. Al kan spr.
niet meegaan met het voorstel, hij hoopt
dat de raad spoedig zal terug roepen de
uitspraak, waardoor een zwaar vonnis
op den heer Beijnes ligt.
De heer HOFLAND wil eerlijk zeggen,
dat hij van het betoog van den heer
Schram geen tittel of jota begrijpt. We
hebben niet aan de orde gesteld de zaak-
Beijnes, doch wij verlangen onderzoek
of de lichtcommissie haar plicht heeft
gedaan en om dat te onderzoeken willen
v, e een commissie benoemen. De zaalc-
Beijnes staat daarmede slechts in zeer
verwijderd verband. Onze bedoeling ls
alleen om na te gaan op welke wijze de
lichtcommissie haar plicht heeft gedaan.
De heer SNELTJES wil allereerst
verklaren, dat hij buiten stemming
zal blijven. De heeren Schram en
Hofland hebben den heer Kruseman
in den mond gelegd: We hebben groo
te fouten gemaakt. Doch de heer
Sneltjes heeft gehoord: hebben we
groote fouten gemaakt, enz. Zoo beeft
spreke-r het althans opgevat. Als er
iemand is, die meent, dat hij geen
fouten heeft gemaakt, dan behoort hij
niet in de maatschappij thuis, doch
dient elders geplaatst te worden. De
heer Hofland heeft den heer Schram
niet begrepen. De heer Sneltjes heeft
het gehcele ingediende stuk niet be
grepen. Spreker is van meening, dat
we niet veel zullen hebben aan een
rapport van deskundigen. Spreker
wil niet zeggen wat hij denkt, dat er
achter zit, en raadt den raad aan, niet
de Commissie te benoemen. Dat de
Licht-coinjm. fouten heeft gemaakt,
daarvan kan men overtuigd zijn, wa*i'
wie maakt geen fouten?
De heer v. d. KAMP had gemeend,
den heer N. Ki-useman te vinden; dit
is zoo niet, doch hij heeft in den heer
Sneltjes zulk een pleitbezorger gevon
den, die dingen gezegd heeft die zeer
zeker de beer N. Kruseman zelf niet
had durven zeggen. Het is sprekers
bedoeling niet der lichtcommissie hare
fouten aan te wrijven, doch hij be
grijpt niet, waarom de een moet ge
straft wórd-en en de ander vrij zou
loopen. De zaak mag niet blijven in
het stadium, waarin ze nu is. Dit is
beslist onrechtvaardig. Spreker zal
ook meegaan, zelfs al wil men een
raadscommissie benoemen, doch z.i.
kan alleen een deskundige commiss:e
met vrucht werkzaam zijn. Hij keurt
het zeer af, dat de heer Sneltjes een
schrijffout in het voorstel, die daar
bij ongeluk is ingeslopen, belachelijk
maakt.
De heer GROOT zegt: Wij hebben
als werklui in den raad meermalen
blijk gegeven wel degelijk ook staan
de de vergadering een voorstel te kun
nen formuleeren, en hij spreekt zijn
afkeuring uit over de handelwijze
van den heer Sneltjes.
Spreker wil, als hebbend mandaat
van de burgerij, mede te werken om
te onderzoeken of de commissie al of
niet haar plicht heeft gedaan. Het is
zijn plicht na te gaan waar het geld
gebleven is en wat de waarheid is.
Wanneer er geen commissie benoemd
wordt, dan herroept spreker zijn stem
voor de motie-Tjeenk Willink, want
het is niet zeker, dat de heer Beijnes
de grootste schuldige is-
De heer SCHRAM noemt de aan
merking va.n den heer Sneltjes op het
voorstel-Groot c.s. (deschrijffout) een
lafheid. Spreker heeft zich verplicht
gevoeld, ook eenige uiting te geven
aan zijne bezwaardheid om mede ver
antwoordelijk te zijn voor het vonnis
op den heer Beijnes gelegd, doch door
het voorstel-Groot c.s. komen we geen
stap verder. De Raad. zal de zaak in
de bitste orde brengen, wanneer ze
ierugkoint op de motie-Tjeenk Wil
link.
Do beer LOOMEIJER begint ook to
verklaren, dat hij buiten stemming
zal blijven. Als spreker zich niet ver-
gjist, heeft de heer Nieuwenhuijzen
Kruseman gezegd: We zijn niet on
feilbaar, we zuilen ook wel fouten
hebben gemaakt, doch wenschen d e
niet aan de groote klok te hangen.
Spreker pleit als lid de lichtcom
missie van groote fouten vrij. Wat
draaistroom of gelijkstroom betreft,
als met de keuze een fout is begaan,
dan is de gansche raad daaraan schul
dig.
De zaak waarom het gaat, is deze, heeft
(le heer Beijnes een belofte gedaan, die
hij niet is nagekomen, dit ls waar.
De lieer Beijnes had een bemiddelings
voorstel moeten doen. Dit is hem ge
vraagd; de heeren Loomeijer en Sneltjes
zijn er geweest o?h dit te verzoeken. Spi.
moet zeggen, ondanks al het gebeurde,
dat misschien de omstandigheden hem
rechtvaardigden zijn belofte niet te hou
den. Spreker vond de motie-Tjeenk W i-
ltnk na al het gebeurde in de daarvoor
gehouden zitting, onbarmhartig.
De hr. BIJVOET brengt in herinnering
zijn motie in de vorige zitting. Dat do n»
de verwerping zijner motie de zaak we«.r
opnieuw .behandeld zou moeten worden
had spreker verwacht, en zoo zitten we
nu voor de vierde maal voor de ?..ak-
llc'ijncs. Spreker meent, dat we hebben
te doen gehad met een geschil tusschen
de lichtcommissie en den heer Beijnes,
eerst verborgen, toen publiek gemaakt,
in een acte van beschuldiging door de
lichtcommissie aan den raad, welke acte
is aanvaard in de aanneming der motie-
Willink. Spreker heeft in een vergade
ring. die daarop volgde, gevraagd, of de
motie niet diende te worden teruggeroe
pen. Voor spreker blijft na alle deskun
dige voorlichting die we thans onder
oogen krijgen, duidelijk, dat van de acte
van beschuldiging jegens den heer Beij
nes niets overblijft. Die deskundigen
toch hebben verklaard, dat er van bere
kening van 150 P, K. afname door den
heer Beijnes, noch van verzwaring van
kabel sprake is geweest Het wordt nu
tijd de zaak lot haar ware proporties te
rug te brengen. Waar is. (lat de lieer
Beijnes lichtvaardig een belofte liecft ge
daan, doch was hij onder elke voorwaar
de en tot eiken prijs aan die belofte ge
bonden? En dit is, meent de heer Bij
voet, niet het geval. In het bekende arti-
Jtel uit „Electra" wordt gezegd, dat de
prijs van 5 ets. door den heer Beijnes
aangeboden, billijk is.
Spreker vraagt waarom men indertijd
heeft uitgelaten de opgaven der electri-
sche centralen, waar de prijs minder was,
dan die welke door do lichtcommissie
aan den raad onder oogen gebracht zijn
Het was ook een onvoorzichtigheid var
de commissie om een kabel te bestellen
zonder eerst overleg te hebben gepleegd
met den afnemer.
De heer ROOG zal niet diep op de zaak
ingaan, doch de zaak dient van de baan
Spreker is ook van meening, dat het von
nis over den hr. Beijnes nu gehandhaafd
blijft. Spreker stelt een motie, waarin d«
motie Tjeenk Willink wordt ingetrokken,
en betreurd wordt, dat de heer Beijnes
zijn belofte zoo lichtvaardig gedaan
heeft-.
Deze motie komt in behandeling.
De heer HUGENHOLTZ wil uit al de
discussies van deze en vorige zittingen
de conclusie trekken, dat we al deze el
lende niet zouden hebben gehad, wan
neer we een commissie hadden benoemd
Het lijkt spreker nu heel verkeerd om
ondor een anderen indruk terug te ne
men, wat we indertijd na lange discus
sie hadden aangenomen. Spreker was
indertijd tegen een deskundige commis
sie, omdat hij vreesde dat daardoor van
de eigenlijke zaak de aandacht zou wor
den afgetrokken. Intusschen, over den
heer Beijnes heeft de raad een oordeel
geveld, de rechtvaardigheid eischt, dat
nu ook de lichtcommissie onder 't mes
genomen wordt. En wijl dat niet door
een raadscommissie kan worden ge
daan, zal spreker zijn stem geven aan
het voorstel-Groot c. s.
De heer HOFLAND constateert, dat
door den heer Bijvoet thans weer alle
schuld wordt geworpen op de lichtcom
missie en de heer Beijnes zooveel moge
lijk wordt vrijgepleit. Daartegen protes
teert hij. Met deze voorstelling van za
ken, doet spreker niet mede. Onder den
invloed hiervan zou de publiek© opinie
zich plotseling moeten keeren tegen de
lichtcommissie.
De heer SNELTJES zegt nog eens,
waarom naar zijn meening een commis
sie niet noodig is. Als de fabrieken een
maal werken, zal men wel zien, welke
groote fouten aan de groote klok gehan
gen worden.
Spreker noemt een der redenen, waar
om de lichtcommissie in „Electra" zoo ls
doorgehaald, dat de deskundigen lievei
aan voorlichting duizenden verdienen,
wat nu niet het geval geweest is.
De beer VAN STYRUM gelooft, dat de
raad indertijd het rapport der lichtcom
missie voor kennisgeving had moeten
aannemen, en acht het ook niet ge-
wenscht, dat de raad een oordeel uit
spreekt over een zijner leden als zooda
nig (dit doelend op de motie-Tjeenk Wil
link). Spreker dient een motie in: De
raad, overwegende, dat het niet ge-
wenscht is, dat de raad een oordeel over
een lid als zoodanig uitspreekt, besluit
de motie-Tjeenk Willink in te trekken.
De heer BIJVOET blijft de motie'
Tjeenk Willink een zware beschuldi
ging noemen.
De motie is gebaseerd op beschuldi
gingen van de zijde der lichtcommis
sie, die gebleken zijn onwaar te zijn.
Spreker anwoordt den heer Hof
land, dat hij volstrekt niet den heer
Beijnes geheel vrijpleit, doch hij wil
ook de fouten der lichtcommissie niet
voorbijzien. Met de motie-van Styrum
is de hoer Bijvoet het niet eens, want
daarin is niet erkend, dat do raad den
heer Beijnes onverdiend zwaar be
schuldigde.
De heer v. d. KAMP stelt voor, de
volgende motie:
De Raad besluit de moties Roog en
van Styrum in druk te doen rondzen
den, opdat in de volgende vergade
ring de raad zich daarover zal kun
nen uitspreken.
De heeren HUGENHOLTZ en GROOT
verklaren zich hier sterk voor, de hr.
v. STYRUM tegen. De motie wordt
aangenomen met 3 stemmen tegen,die-
van de he-eren De Breuk, van Sty
rum en Spoor.
Buiten stemming de heeren Snelt
jes, Stolp en Loomeijer.
lie VOORZITTER stelt voor de ver
gadering te verdagen tot half 8.
Dit wordt v&nvorpen met 9 stemmen
voor, die van de heeren Sabelis, Spoor
Tjeenk Willink, de Haan Hugenholtz,
Kruseman, van Linden Tol, Bijvoet,
van Tb iel en van Styrum.
PUNT XX.
Tot regent (raadslid) van het Groot®
of St. Elizabeths Gasthuis wordt be-
noemd de beer v. d. Berg.
De Overige punten worden aangehou
den.
Bij de rondvraag zegt de heer v. d.
BERG, dat het in de raadzaal verba
zend tocht on vraagt" voorziening
daarvan.
De VOORZITTER zegt, dat uien zal
onderzoeken, wat or aan te doen.
Hierna wordt de vergadering geslo
ten.