Tweede Kantoor
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Groote Houtstraat 55,
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
bij de Peuzelaarsteeg.
Geïllustreerd Zondagsblad.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. BAUBE Co. JOHN F. JONESSucc., Parijs 3JM* Faubourg Montmartre.
19e Jaargang.
ABONNEMENTSPRIJS
ADVERTENTIËN
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit Blad verschijnt dagelijksBehalve op Zon- en Feestdagen
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.02)4
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden 0.37)4
de omstreken en franco per post0.45
Van 15 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel
Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt.
Telefoonnummer der Redactie 600. Telofoonnummor der Administratie 122.
Intercommunale aansluiting.
Met primo Juni wordt een
geopend voor de behandeling der zaken van
de VENNOOTSCHAP LQUREMS COSTER en
wei in de
Dit kantoer aa! in het bijzonder bestemd
zijn voor puttiicat.e van Bsalleiins, voor de
aanneming van Advertentienen Aba namenten
voor Haarlem's Dagblad, vin Advertentiën
voor alle andere Blade.a in Binnen* en Buiten
land en voor liet in ontvangst nemen van or
ders op Drukwerken.
In deze laatste branche hebben w>! onze
zaken sedert eeüigen tijd zee" uitgebeeld,
zoodat wij in staat zijn aan alle aanvragen
op dat gebied, zoowel voor klein als groot
werk volkome» te voldoen.
Vennootschap Lourens Coster,
J. C. PEERE.BOOE3, Dir.
Haarlem's Dagblad ran 28 Mei
lerat o. a.:
Het rredesklobje en de reclame-
bellen der correspondenten, Voor
de vermoorde Keizerin, De Duit-
selie gezant te Washington. Ver
kiezingsvergadering.
Bericht aan onze Abonné's
op het
"W ij deelen bij deze mede dat
het formulier, hetwelk aan nummer
22 van het Geïllustreerd Zondags
blad was toegevoegd en dat, na
behoorlijke invulling en toezen
ding als Bewijs van Aandeel
strekt m de Gratis-Verloting
van 1000.ook kan wor
den ingeleverd ten kantore
van ons blad.
Onze Abonné's. die er dus de
voorkeur aan mochten geven om
hetzelve even bij ons aan te rei
ken, dan wel per post aan het op-
gegevene adres in te zenden, kun
nen daarmede even goed volstaan.
Voor onze stads-abonné's is dat
■wellicht gemakkelijker.
Niemand verzuime om van deze
waai lijk fraaie kans, welke gebeel
gratis aangeboden wordt, gebruik
te maken.
DE ADMINISTRATIE.
Poiitiek Overzicht.
Wede, waair blijft gij?, met deze
vraag zou men eiken dag bet Politiek
Overzicht kunnèlï Aanvangen. Want
in gfespannen verwachting luistert
heel de wereld toe, of niet in de verte
heel zacht en zilverhei het vredes-
klokje begint te klingelen.
Maar vruchteloos.
Wat wij hooren is bet gelui met de
reclamebei d'oor die correspondenten
der verschillende bladen.
Als een paar staaltjes van de tegen
strijdigheid en dus onwaarde dier
verhalen laten wij hier volgen de
meening van de Standard en de Daily
MaiL
De Standard verneemt, dat in de
Boereneischen geen enkel punt voor
komt, dat van de Engelsche Regee
ring de opoffering van een hoofdbe
ginsel voor het herstel van den vrede
zou noodig maken.
De Daily Mail daarentegen deelt
mede, dat de Engelsche Regeering be
sloot, aan de onderhandelaars in Zuid
Afrika te melden, dat de hoofdpunten
van de Engelsche voorwaarden moe
ten worden aangenomen, onveran
derd. De Boerenleiders vroegen daar
entegen een meer edelmoedige behan
deling, nu zij den eiscb om onafhan
kelijkheid hebben opgegeven. Doch
de Engelsche Regeering weigerde iets
meer toe te staan, dan in de oor
spronkelijke voorwaarden was ver
meld.
Het schijnt, dat de Vrijstaters zich
niiet goedschiks hebben neergelegd
bij het denkbeeld, dat zij de onafhan
kelijkheid moeten prijsgeven. De Vrij
staters redeneeren aldus, naar Reu
ter aan d'e Engelsche bladen meldt:
„Nadat wij twee-en-een half jaar heb
ben gevochten voor de onafhankelijk
heid, zou het zwakheid' zijn de voor-
deelen van dezen voortgezetten tegen
stand op te geven, en de onafhanke
lijkheid prijs te geven."
De Transvalere daarentegen schij
nen de overtuiging te hebben, dat het
voortzetten van den strijd hopeloos
is; zij willen echter de Vrijstaters niet
in den steek laten, wanneer deze den
strijd blijven volhouden, en deelden
mede, dat. zij niet afzonderlijk met
de Engelsche Regeeiring willen onder
handelen.
Sedert is er een modus vivendi ge
vonden tusschen de beide Boerengroe
pen en zijn hunne gedelegeerden met
Kitchener en Milner in onderhande
ling.
De Standard zegt, dat op een oogen-
blik de vrees bestond, dat de meerder
heid der te Vereeniging aanwezige
Boerenleiders zou terugvallen naar
het onverzoenlijke standpunt; maar
dat het geduld en de tact van Lord
Kitchener de zaak heeft gered.
De resultaten zoudten daardoor beter
zijn dan men verwachtte, en de Mor
ning Post publiceert: „het is beslist
buiten twijfel dat de kroningsfeesten,
zullen worden gevierd onder het lie
felijk gelui der vredesklokken.'"
Seddon, premier van Nieuw-Zeeland,
kwam Maandag te Kaapstad aan. In ant
woord op een toespraak van den burge
meester zeide hij, dat hij voelde dat de
vrede niet ver af was.
De Times hecht groote waarde aan
het telegram van Seddon, waarin hij
rneldit, dat er geen nieuw contingent
voor Zuid-Afrika meer noodig is.
De Morning Past verneemt uit
Pretoria, dat Seddon gezegd had: In
dien de vrede niet wordt gesloten, op
een gromd'slag, die een nieuwen oor
log onmogelijk maakt, zullen de ko
lonies ontevreden zijn, daar zij dan
gevoelen, dat hare opofferingen tever
geefs waren.
ord Met.hu en verlangt ook hard
naar den vrede.
Hij wilde den oorlog tot het einde
toe meemaken, altijd nog hopende op
een gelegenheid! om Magersfontein uit
te wisschen. Toen K.vam Tweehosch,
hij werd gewona en voor den. dienst
ongeschikt. Maar hij wilde althans
in Zuid-Afrika blijven tot het vrede
werd. Dat leek echter nog zoo ver in
het verschiet te liggen, dat hij einde
lijk besloten had den 21en dezer te
vertrekken. Een reisje in Noorwegen
stond al op het program. Maar nu *s
het vertrek uitgesteld, want, de vrede
is in zicht, kan elk oogenblik geslo
ten worden. Er ;-s dus kans op, dat
de ongelukkige generaal in Zuid-Afri
ka nog het eind van den oorlog zal
zien. Ach, als de Boeren nu maar wil
den! Zouden zij geen vrede wollen
sluiten, om Lord Metlmen dit genoe
gen te gunnen? Generaal de la Reij is
zoo'n edelmjoedig man. Misschien
doet hij nog wel een goed! woordje
voor zijn vijand). Maar wij vreezen
voor Lord Methuem, dat hij teleurge
steld zal worden.
In het Engelsche Lagerhuis zeide de
heer Balfour, dat hij niet kon aangeven,
wanneer hij in staat zou zijn eenige ver
klaring af te leggen betreffende den
stand der onderhandelingen.
Het Eng. Kabinet is tegen heden bij
eengeroepen, naar men gelooft om het
antwoord van Pretoria te overwegen.
De „Echo" zegt, uit de meest vertrouw
bare bron van iemand uit het Lagerhuis
•te hooren dat men de graanbelasting zal
opgeven, en dat de extra stuiver op de
inkomstenbelasting waarschijnlijk ook
zal worden opgegeven.
Het blad voegt er bij: Dit wijst op het
feit dat de vrede zoo goed als zeker is.
De indruk te Durban omtrent den vre
de is gunstig. In zaken straalt een hel
derder toon door. De merkbare verslap
ping der militaire beperkingen heeft een
geruststellende uitw erking; men doet zijn
voordeel met de onlangs afgekondigde
■kennisgevingen ten opzichte van de toe
lating in de nieuwe koloniën van ande
ren dan uitlanders. hetgeen wordt be
schouwd als de eerste stap tot herstel
van de vrijheid van het personen -en han
delsverkeer. De handelsbetrekkingen
tusschen Durban en den Rand komen
weer op den voet van voor den oorlog,
nu toenemende hoeveelheden goederen
worden toegelaten tot vervoer per spoor.
Het heerschen in Zuid-Afrika van een
optimistische meening omtrent de te
genwoordige onderhandelingen maakt
het echter noodzakelijk er op te wijzen,
dat deze meening nauwelijks gebaseerd
is op gegronde feiten. Het rekken der
conferentie behoeft niet bepaald een
hoopvol teeken te zijn. De gedelegeerden
hebben ofschoon zij alle hoop op het ver
krijgen van onafhankelijkheid hebben
laten varen, nog vele punten van ge
schil met de Engelsche Regeering. Er
blijft steeds een hardnekkige minderheid,
die werkelijk het hervatten der vijande
lijkheden als de beste oplossing in den
tegenwoordigen toestand beschouwde.
Ieder oogenblik kunnen deze punten van
geschil verscherpt worden tot een wei
gering om de onderhandelingen voort te
zetten. Het is zeer onwaarschijnlijk dat
de voorstanders van den vrede den strijd
zullen opgeven, zoo lang er een flinke
minderheid is die den strijd wenscht
voort te zetten. Al deze dissoneerende
elementen moeten daarom in aanmer
king worden genomen vóór het mogelijk
is in eenig opzicht iets te voorspellen
omtrent den afloop der onderhandelin
gen.
Buitenlandsch Nieuws.
Weer een streek van de Engelschen
Sergeant M. C Thomas van de vrijwil-
ligers-compagnie der South Wales Bor
derers, zegt in een brief van 25 April,
geschreven te Klerksdorp: „Wij zijn
hier met tusschen de zeventig- en tach
tigduizend man troepen, allen wachten
de op de la Reïj's antwoord op de vre
desbijeenkomst (sic), en elk oogenbh1-
verwachten wij, dat de vijanden hun
onderwerping komen aanbieden... Al de
bewegingen onzer troepen zijn opgehou
den tot een zekeren dag, en hebben de
Boeren zich dan niet onderworpen, dan
zal het eenvoudig een moord wezen..."
Hei aantal troepen, dat de schrijver
opgeeft, is stellig grootelijks overdre
ven, maar men mag er toch uit opma
ken, dat het een leger is, dat te Klerks
dorp wacht op het eerste teeken om de
la Reij's commando's te overvallen. Zou
den die intusschen niet naar Marico ge
trokken zijn? Of zijn in de soort wapen
stilstand, die er gesloten is, dergelijke
troepenbewegingen verboden? Als de be
paling voor beide partijen bindend zou
wezen, stellig niet. De Engelsche troe
pen bv., die in dezen tijd gedurig in de
Zuid-Afrikaansche havens aankomen,
zulen daar toch niet bijven. En het is
ook niet aan te nemen, dat Lord Kitche
ner zich verbonden heeft tijdens de on
derhandelingen zijn troepen niet te ver
plaatsen. Zouden de Boeren dan alleen
gehouden zijn, op de plaats rust te ma
ken?
Re Dnitselie gezant te Washington
De geestdrift over het standbeeld
van Frederik dien Groote, dat die Kei
zer aan de Amerikaansche natie ten
geschenke wil geven, is in Amerika
ondier mensehen, die weten welke rol
Frederik in werkelijkheid' ten opzichte
van d'6 jonige republiek heeft gespeeld,
niet groot. Zelfs is er tegen de aan.
neming van het geschenk een stroo-!
ming gaandie, diie zich geuit heeft in
een voorstel van Stephens, lid van het
Congres, om heit monument niet op te
stellen. Uit hoffelijkheid zal men dit
natuurlijk in dien schoot van een com
missie begraven.
Maar in Duitschland ia men intus
schen wrevelig geworden over de wei
nig toeschietelijkheid waarmede Ame
rika d'e oplettendheden van den Keizer
beantwoordt. De „Vossische Ztg."
smeedt er een wapen uit tegen den
Duitschen ambassadeur te Washing
ton, wiens handelingen aan weerszij
den van den Oceaan al meer onvrien.
delijk zijn beoordeeld.
,.Het moet zegt de „Vossische"
bevreemding wekken dat d)e Duitscho
ambassadeur te Washington de stem
ming in het land, bij welks president,
hij geaccrediteerd is, niet zoo goed
hoeft gekend, om rechttijdig de gevol
gen te voorspellen die zich thans la-1
ten gelden. Het zou zijn plicht zijn'
geweest, te waarschuwen voor een
geschenk, dat niet door het geheele
volk met vreugde ontvangen zou wor
den Ook hadden aan het aanbod1 van
den Keizer vertrouwelijke ondierkan-,
delingen van de diplomatie moeten1
voorafgaan, die over de stemming en
voornemen van de ontvangers ophel
dering gaven Reeds tijdens het ver
blijf van prins Hèfcnrich in Amerika
zijn vele fouten begaan die niet ge
schikt waren, de sympathie voor
Duitschland te versterken. Men zal het
bijvoorbeeld niet begrijpen dat de am
bassadeur von Holleben op den trein
van den prins zelfs een plaats heeft ge
weigerd! aan den vertegenwoordiger
van het blad dat voor den broeder en
vertegenwoordiger van den Duitschen
Keizer bet grootsche pers feest te New.
York aanrichtte Dergelijke bureau-
t-ri be eigenaardigheden worden niet
goedgemaakt dooi' een toost op d«
mannen die „bijna gelijk staan met de
commandeerend'e generaals". Als de
ambassadeur bovendien verzuimd1 had
op het onverkwikkelijke debat-dat het
keizerlijke geschenk zou veroorzaken,
de aandacht zou vestigen, dan zou
zoodoende bet doorslaand bewijs zijn
geleverd dat hij niet de rechte man op
een belangrijke plaats is".
Zeer juist .teekent de „Frankf. Ztg."
hierbij aan. Het waarschuwen en
voorspellen behoort tot da taak van
een gezant, mits men hem geraad
pleegd heeft en hij in de gelegenheid
is geweest om te waarschuwen.
Daarmede wil de „Frankf. Ztg.",
nog wat scherper dan de „Vossische"
het in haar bedekte woorden doet,
zeggen dat het alweer dte schuld van
de al te groote voortvarendheid ter
hoogste plaatse, van d'e politiek der
„Ploetzlichkoiten" is, dat Duitschland
op het oogenblik tegenover Amerika
zoo'n mal en opdringerig figuur slaat
Keizer Wilhelm
vertoeft op bet oogenblik nog steeds
in het Rijksland en haalt daar, in
weerwil van zijn pas gehouden sterk
vredelievende redevoering, zijn hart
op aan militaire manoeuvres en spie
gelgevechten. Zaterdag heeft hij in
eigen persoon aan het hoofd van een
samengestelde divisie een aanval ge
daan op de vesting Kaiserin en deze
ten slotte stormenderhand genomen.
De verovering was trouwens niet al
te moeilijk, omdat werd aangenomen,
dat de sterkte nog ongewapend' en
niet afgebouwd was. Op de flanken
van de belegerden werden, volgens
de regelen van de tegenwoordig druk
beoefende „Bóeren-tactiek", twee om
trekkende bewegingen gemaakt, waar
van het gevolg was, dat de sterkte na
een hevig vuurgevecht voor de over
macht van de aanvallers moest val
len. Na het spiegelgevecht is de Kei
zer uit de buurt van Metz naar Urville
vertrokke*
Voor de vermoorde Keizerin,
Het onthullen van het gedieuMeekem
voor keizerin Elisabeth, op die Rosen-
platz te Montreux is in alle stil'te ge
schied Het was somber weer, en nu
en dan regende het. Om het stanct-
beeld waren tezamen gekomen de Oos-
tenrijlcsche gezant met de kanselarij-
secretarissen, de Beiersche gezant, de
leden van het comité, gemeentelijket
autoriteiten en een niet talrijk publiek.'
Op het voetstuk werd' een enorme krana
van irissen en narcissen, uit Oosten
rijk gezonden neergelegd.
In de eigenlijke onthullingsredle zei
het comité-lid. dlat de bevolking met
het oprichten van dit beeld tweeërlei
bedoeling had. Zij wilde die herinnen
ring aan het herhaald verblijf van
keizerin Elisabeth in Montreux ver
eeuwigen, omdat dit een bijzonder
dierbaar aandenken is voor de burge
rij. die den eenvoud van deze vorstin,
baar goedheid en haar werkelijke be
langstelling voor het land en zijn be
woners liefhadden. Maar het gedenk,
teeken is niet alleen door de bevolking
van Montreux gesticht; talrijke bur
gers uit andere deelen van Zwitser
land, behoorende tot alle standen,, be-
ijverden zich om d'eel te nemen aan
Fenllkton,
Naar het Duitsch van
CLARA VIEBIG.
£7.
Mijn schilderij, mijn schilderij!
Mijn hoop, mijn hoopl Hij hurkte
neer op den grond, een gebroken
mensch en huilde.
Het was koud in 't atelier, nog geen
vuur brandde in de kachel, buiten
joeg de wind loeiend voorbij en ram
melde aan d'e ruiten, als wou hij ze
indrukken. Ergens piepte een ver
roest Scharnier; beneden klepperde
de ijzeren stang der marquize aan het
halcon; boven op zolder, stond een
luik open, werd het raampje heen en
weer geworpen. Een troostelooze mu
ziek; de muziek van den winter, die
nu gauw kwam en alle leven deedi in
slapen.
Huivering op huivering liep den een
zame langs den rug. Zijn handen wa
ren verstijfd, zijn voeten ook, hij had
het koud, zoodat zijne tanden op elk
ander klapperden, en toch leed hij vaa
een groote kittei. Als een sneeuwlast
zonk het op hem neereen reusachti
ge witte doek viel langzaam uit den
hemel, viel door het dak van het huis.
door het plafond van de kamer, en viel
over hem neer, zonder lucht, niet af te
schudden. Een. lijkwa.
De ongelukkige kreunde, hij sloeg
in doodsangst om zich heen, hij kon
het niet meer ontkomen. Een doods
gevoel doorhuiverde hem een gevoel,
dat hem nooit bekropen had, zoolang
hij nog hoopte. Maar nu?!
Sterven sterven, dat was het
beste", fluisterde een stem in hem. Hij
strekte den arm uit en hief de vuilst
op tegen het lichter stuwde nog zoo
veel bloed, er klopte nog zooveel le
ven 'in hem, dat verlangde tot zijn
recht te komen. Neen, niet stervenl
O, neen!
Hij sprong plotseling op uit zijne
neergehurkte houding zijne voeten
sliepen hij kon nauwelijks loopen.
Voorzichtig stapte hij heen en weer,
om zijn bloed weer aan den gang te
maken, met den terugkeerenden, regel
matig vloeienden stroom kreeg hij een
meer levend gevoel. Nog was niet al
le hoop verloren. Was het niet haast
allen grooten mannen zoo gegaan?
Hadden ze niet door de diepste diep
ten moeten gaan, ontgoocheling na
ontgoocheling moeten lijden, tot hun
genie zich baan brak en in onbetwiste
glorie straalde?
Magnetisch er heen getrokken, trad
hij voor den spiegel. Een donker, bleek
gezicht met onnatuurlijk groote oogen
zag hem aan een gezicht daar
wat in zat. dat viel niet te ontkennen.
Hier die donkere plooi tusschen de
wenkbrauwen sprak van denken.
Bredenhofer glimlachte en weef
zich over de plooihet spiegelbeeld
deed net zoo, en glimlachte ook.
Neen, zeide bij hardop, maar niet
den moed verloren! Ik zal me er wel
doorslaan. Hij knikte zijn spiegel
beeld toe, toen nam hij jas en hoed
die in den hoek hingen. „Ik zal wat
naar Reuter gaan, het dóet me goed
te praten met iemand, die in me ge
looft.
Zacht opende hij de deur van het
atelier, sloop over de gang en l'iep
haastig de trap af. Gelukkig dat Lena
het verwoesten van de schliderij
niet gehoord had, dat ze hem niet
was komen vragen, wat hij toch uit
voerde. Hij zou grof zijn geworden,
van vertwijfeling en van schaamte!
Hij schaamde zich, haar zijn fiasco te
bekennen, als hij aan haar verwon
derde ontstelde eegan dacht, s'fcHh
zijn hart dien slag uit En dan haar
tranen! Ze had in den laatsten tijd
oogen als een gewonde ree.
Als een dlief sloop hij het huis uit.
Bu'iten beving hem de snijdende lucht,
die hij met gretige teugen inademde.
Lena had wel het leven, het lawaai
in het atelier van haar man gehoord
een oogenblik kwam de gedachte bij
haar op, naar boven te gaan en te
vragen, wat er gebeurde. Maar ze was
moe en afgemat, een koude onverschil
ligheid verlamde haar. en maakte haar
reeds het opstaan van den stoel, waar
ze nu eenmaal in zat, moeielijk. Dat
had ze tegenwoordig haast altijd zoo.
Ze had ook zoo weinig te doen. Me
vrouw Allenste'ïn kwam eiken dag, ze
zuchtte over de trappen en haar ver
moeidheid, maar ze lrwam toch.
Zij administreerde het huishouden
den c-ersten October was Greta wegge
gaan, mevrouw Allenstein had de
nieuwe meid gehuurd, een onschuld
van het platteland, die met zware
schoenen rondstapte, niets begreep en
alles vallen liet. Maar ze was eerlijk
en liet zich door mevrouw Allenstein
gewillig commandeeren
Het was een ongezellig leven. Eiken
dag was het vleesch aangebrand en de
»oep te zout. BreóenhofeFs gevoelige
keel leed er onder, bij ging hoe langer
hoe minder eten, maar Lena zei niets.
Ze had in haar eigen huishouden niets
meer 'te zeggen.
Hoe kan je dat verdragen jam
merde mevrouw Langen. Dat onbe
schaamde mensch 1 Ze speelt heele-
maal den baasze commandeert niet
alleen de meid, ze commandeert Ri
chard, ze commandeert jou I Daar
houdt alles mee op ontzettend,
treurig
Ja, treurig, zei Lena eentonig.
Laat maar, moeder, laat haar maar
mij is alles hetzelfde.
Mevrouw Allenstein behandelde
haar schoonzuster, zooals men een
kind behandelt, dat bovendien nog
ziek is. Ze zeiLena-lief, laat dit
maar. laat dat, je kunt het toch niet,
kindje; ik zal dat wel ldaar spelen!
En dan ruischte ze' de keuken in, deel
de haar orders uit en regeerde tot
'in de kamer hoorde Lena eiken toon
van de scherpe stem en kromp ineen.
o< kwam met hoogroode wangen bin
nen en liet zich doodaf neervallen in
een hoek van do canapé.
Soms ook streelde ze Lena over het
haardeze huiverde telkens onder de
aanraking der koude vingers. Me
vrouw Allenstein had de nijdige uit
vallen van haar schoonzuster niet al
leen vergeven maar ook vergeten.
Uit liefde voor Richard, zooals ze
zei. Wat vermag de liefde niet?
Suzanna's zenuwen hadden afwis
seling brood noodig. Het was voor
haar weer eens iets nieuws, in 't huis
van haar broer den baas te spelen ze
deed het met graagte en vond het pret
tig zich over kleinigheden op te win
den. Ze kreeg haar schoonzuster ge
woon lief, die haar deze emoties be
zorgde en zelf zoo stil in haar stoel
hing.
De oude. leer-oveTtrokken stoel uit
liet ouderlijk huis. die was Lena's lie
velingszitplaats. Daar zat ze vandaag
nu ook weer, de wang geleund tegen
de zijleuning en haar oogen strak voor
zich uit. Goddank, mevrouw Allen
stein wais er vandaag al geweest, die
kwam niet. terug Ze had het middag
eten besteld en een heel pak boodschap
pen meegebracht. Lena was graag
een Beetje uitgegaan en in de gezelli
ge winkels een paar kleine inkoopen
wezen doen maar ten eerste dacht
mervrouw Allenstein al aan alles wat
noodig was. en ten tweede had ze zelf
in het minst geen geld, nog geen en
kele mark. Gisteren nog had ze Ri
chard om geld gevraagd, en eergister,
en vooreergister hij had haar ge
troost. En haar moeder mocht Z4i
niets meer vragen.