NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
Het verhaal van eenAmerikaansch
Woensdag 11 Juni 1902.
IPr Jaargang.
ABONNEMENTSPRIJS
Yoor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.02%
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37%
de omstreken en franco per post0.45
ADVERTENTIËN
Van 15 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt.
Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 122.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen
Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is bet uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad. verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONESSucc., Parijs 3P>*> Faubourg Montrnartre.
Haarlem's Dagblad van 11 Jaui
bevat o. a.:
De Engelsche binnenlandsche
politiek, Uit Znid-Afrika. Belas
tingen in den Duitschen Rijksdag.
Politiek Overzicht.
Terwijl in Engeland nog opgewon
denheid! heerscht over dien vrede,
vraagt men zich reedis af wat de naaste
binnenl andsche politiek zal zijn.
Het is geen wonder, dat deze waag,
schoon de oorlog nog pas geëindigd
is. reeds gedaan wordt. Want in de
afgeloopen twee jaar was er telkens
weer sprake van het atreden van den
leiden- der politiek, van den premier
lord Salisbury. Nu die oorlog voor En
geland eindelijk gunstig is geëindigd
zou het niet vreemd zijn. dat de oude
markies, moe en afgetobd van hel re-
geeren. zijn land een moeilijken tijd te
boven, zijn heer eai meester met schit
terende praal gekroond, afstand deed
van zijn premierschap.
Wie zal zijn opvolger zijn? is een
vraag, die men vandaag of morgen
aan die orde gesteld zal zien. En de
beantwoording daarvan op het willige
papier blijkt niet zoo eenvoudig, laat
staan inderdaad.
Destijds werd wel gesproken van den
hertog van Devonshire maar zijn
lust in het premier-schap schijnt niet
over te hoi alen en zijn prestige schijnt
bij geen der partijen evenmin groot
genoeg te zijn. Indien men rekening
hield met de samenstelling der meer
derheid in de laatse jaren, die oorlogs
jaren, zou veen ander Salisbury's op
volger kunnen zijn dan de tegenwoor
dige secretafis van Koloniën, de beer
Chamberlain. Zeker ven iet deze
staatsman nog een groote popularitei,
die er wel niet minder op geworden
zal zijn door het gelukkig beëindigen
van den Zuid-Afrikaanschen oorlog
naar het ware vertrouwen, zelfs bij
de conservatieven, heeft minister
Chamberlain nooit bezeten. Dan zijn
en* nog de zwarte kruisjes, die op 's
heeren Chamberlains politiek zakbotkje
staan: zijn dreigementen tegen Frank
rijk. zijn onhandige vergelijkingen te
genover Duitschland, die hem de be
kende berisping van graaf Von Bül-ow
op d'en hals haalden. De kan9 voor
Chamberlain op de premiersveer op
zijn hoed is niet groot
Dan schijnt lord Lansdowne meer
geschiktheid, of liever minder onge
schiktheid te bezitten Hij schitterde
niet bij het departement van oorlog,
evenmin toen hij overging naar bui-
tenlandóche zaken Maar gecompro-
miteerd heeft deze staatsman zich
nooit. Daarentegen vreezen Chamber
lain's tegenstanders, dat lord Lans
downe als premier onder den gevaar
lijken invloed zou komen, evenals lord
Salisbury, van dien minister van kolo
niën.
Nog een candlidaat wordt genoemd,
die wellicht de meeste kansen heeft,
de beer Arthur Balfour. Salisbury's
neef en leider der regeeriïigsparlij in
het Lagerhuis.
Alvorens het echter tot die keus
komt. zal wellicht iets anders gebeu
ren, nl. ontbinding van het Parle
ment. Door het tot stand komen van
den vrede vindt men zich voor een
geheel nieuwen toestand geplaatst, en
terwijl het aan den één-en kant niet
kwaad' zou zün. schoon schip te ma
ken. heeft de natie aan den anderen
kant liet recht haren- wil uit te spre
ken.
Zoo als we gisteren reeds voor het
raam aan ons bureau iin de Groote
Houtstraat publiceerden, is volgens
Engelsche bladen Daily Mail" en
..Daily Telegraph") aan den vooravond
dier verkiezingen een samenzwering
te Pretoria ontdekt.
Hun programma, wordt eir bij ver
meld. was bijna geheel eensluidend met
dat van de Cordua-samenzweiring.
Buitenlandsch Nieuws
Uit Zuïd-Afrika.
Over de onderwerping der comman
do's worden de volgende berichten in
de Engelsche bladen gegeven:
Lord Kitchener seinde den 6den
..Commissarissen uit verschillende dis
tricten melden, dat gisteren 1154 man
de wapenen hebben neergelegd. Daar.
na spraken de commissarissen de Boe
ren toe en deze riepen driemaal hoera
voor den koning. De best mogelijke
verhouding heerscht er. Nergens is
iets onaangenaams gebeurd."
Lord Kitchener seinde den 7en ,,De
zaak gaat volkomen naar genoegen
voou-t. Te Middelburg (Tr.) hebben
440 burgers de wapenen neergelegd en
een volledige pompom met munitie In
geleverd. De bergplaatsen van een
houwitser en een mazim zijn ook aan
gewezen. Te Standerton hebben 289
burgers de wapenen neergelegd in de
Kaapkolonie 255, van wie 219 rebellen.
Die zijn te Cradoclc binnengekomen
en velen meer warden heden verwacht.
In de Kaapkolonie hebben allen hun
blijdschap over den vrede te kennen
gegeven."
Reuter seinde den 6en uit Pretoria
„Het geheele aantal, waarvan bericht
van onderwerping is ingekomen, is
1409, nl. 844 aan generaal Bruce Ha
milton bij Heidelberg, 125 op den De-
lagoaspoorweg 185 Vrij staters aan
generaal Elliott, en 36 Vrij staters en
219 rebellen onder Fouché te Craddck.
(In 't voorbijgaan Fouché heette kort
voor den vrede in een Engelsch be-
j richteen der onbeschaafdste van de
aanvoerders in de Kaapkolonie nu
heet hij waarschijnlijk de bekwaam
ste).
Reuter seinde den 5den uit Aliwal
Noord „Conroy is op het ontvangen
van de vredesberichten naar Br its-
town gegaan. Zijn mannen juichten
voor den koning en zongen het volks
lied (God save the King.)
Reuter seinde den 4en uit Stander-
ton, dat die volgende generaals en
commandanten naar hun commandos
zijn vertrokken om ze binnen te bren
gen Britz, Hans Grobler en Alberts
naar Ermelo, Grobler naar Bethal
Jordaan, Wesse Is, en Cliriis Botha naar
Volksrustlanddrost Grobler naar
Dalmanutha.
Volgens een Reuter-telegram uit
Heilbron dd. 4 dezer, werd den 5en t.e
Vredefortweg de onderwerping van 't
eerste Vrijistaatsche commando ver
wacht. De commandanten Ross. Bes-
ter, van Galland en de Koek zijn er op
uit om de commando's van Frankfort,
Vrede, Harrismith. Bethlehem én Heil.
bron binnen te brengen. Men verwacht
dat die zich d'en 7den te Reitz zullen
overgeven.
Pen 5de-n seinde Reuter uit Harri
smith. aat de Boerenafgevaardigden
generaal Wessels. en de commandan
ten Botha, Brewer (Brouwer?) en Ja.
coby met hun staf daar aangekomen
waren en naar hun commando's to
velde zouden vertrekken.
Vervolgens nemen wij een en ander
ever uit lange telegrammen van Ben
net Burlöigh, die, naar 't schijnt, met
al de voormannen der Boeren vriend
schappelijk van gedachten wisselt. Ve.
len hunner, zegt hij. zijn van plan
zoo spoedig mog-elijk naar Engeland
te gaan. Vooral door den invloed van
Smuts en Herzog, vernemen wij ver
der. zal do onderwerping in de Kaap
kolonie goed van stapel loopen,
tieneraal de Wet schijnt door den
oorlog niet geleden te hebben. Hij
ziet er gezond en krachtig uit. Hij
vertelde, dat hij nooit gewond is ge
weest, noch is oo>it zijn paard getrof
fen. Wel zijn hem kogels door de
kleeren gevolgen en zijn adjudant wa
ren zes paarden onder het lijf weg
geschoten. en tweemaal was hij zelf
gewond.
Gisterenmorgen zou er op de markt
te Pretoria een openbare godsdienst
oefening worden gehouden.
Te Standlerton, Heidelberg en elders
worden "houten hutten met zeildoek
voor de commando's opgesteld. Te
Heidelberg zijn een kleine burgers
zich komen onderwerpen. (Welk een
aantal daar in de buurt!) De Boeren
zagen er moe en koud uit, maai- veie
van hun paarden schenen in goeden
staat. Hunne kleeren waren in vele
gevallen gelapt met leer en schapen
vacht, Dat was het werk van vrou
wen, van wie er vele bij de hoeven-en
lagers waren.
In het Lagerhuis zeide Lord Stanley,
financieel secretaris van het departe
ment van oorlog, dat het terugbrengen
van de Boeren-gevangenen naai' Zuid-
Afrika zoo spoedig mogelijk zal begin
nen, maar dat hij voor het oogenblik
geen bijzonderheden kan mededeelen.
Reuter verneemt, dat nog geen over
eenkomst is gesloten met de obligatie
houders van de Nederlandsch Zuidafri-
kaansche Spoorwegmaatschappij.
Kitchener meldt, dat Zaterdagmiddag
2500 geweren werden ingeleverd, waar
van er 448 behoorden tot de uitrusting
der Kaapsche rebellen: de overige zijn
voornamelijk van de manschappen van
De Wet. Er werden zeer hartelijks toe
juichingen uitgebracht op den koning.
Schalk Burger richtte tot de burgers
in de concentratiekampen een toespraak,
waarin hij hen opwekte te vergeten en
te vergeven, en te arbeiden onder de
vrije, roemrijke Union-Jack.
In de verschillende berichten betref
fende de overgaven zien wij dat de bur
gers hun geweren afgeven, maar hun
paarden mogen behoudpn: de veld kornet
ten en alle hoogere officieren kriisen
bovendien een verlofbriefje voor het be
houden van hun wapens. De ammunitie
moet bij enkele commando's maar
schaarsch zijn geweest: zoo leverden
van der Merwe's 67 burgers te Vredefort
weg maar 266 patronen in De Boeren-
officieretn daar verklaarden, dat zij al
hun geweren, patronen en manschappen
hadden binnengebracht, op 12 na, die
geen paarden hadden en te voet achter
hen aan kwamen.
Bennet Burleigh seint uit Standerton:
In de tenten in het kamp is plaats voor
duizend menschen. Zij die, nadat zij
zich hebben overgegeven, naar hun hoe
ven terug willen, krijgen een rantsoen
voor drie dagen mee.
Mevrouw de Wet heeft Vrijdag haren
man te Wolvehoek ontmoet.
Een treffend bewijs van den verander
den toestand: Milner is Zaterdag met
slechts twee officieren van zijn staf te
paard van Pretoria naar Johannesburg
gereden.
Kitchener heeft verlof gegeven om de
goudmijnen i.n het district Barberton
weer aan den gang te brengen.
Tijdens de onderhandelingen bracht
een Engelsch blad een bericht, waaruit
men zou moeten opmaken, dat ook de
commando's in de Kaapkolonie uitgenoo-
djgd waren afgevaardigden naar Veree-
niging te zenden, 't geen wij althans voor
de rebellen-commando's aanstonds meen
den te moeten tegenspreken. In het En
gelsche witboek betreffende den vrede
wordt het bewuste bericht tegengespro
ken. ,,Ik sta geen faciliteiten toe", sein
de Kitchener den 19en April naar Lon
den, „voor bijeenkomsten van comman
do's in de Kaapkolonie, en er zullen er
daar geen" zijn."
Verder seint Kitchener: ,,Ik heb met
de Boerenleiders afgesproken, dat vreem- j
delingen die onder hen dienen geen stem
zullen hebben en dat er meit stembriefjes
gestemd zal worden".
Belastingen in den Duitsclien
Rijksdag.
In dein Rijksdag werd Maandag de sui
kerbelasting in tweede lezing behandeld.
De minister Von Posadowsky-Wehner
verzocht het Huis dringend de conventie
van Brussel aan te nemen. De afgevaar
digde moeten zich duid/lijk voorstellen,
of het wenschelijk is, nu de Regeering
de handels-politieke betrekkingen tot de
geheele wereld opnieuw wil regelen,
haar daarbij te discrediteeren.
Spreker is overtuigd, dat de Europee-
sche Areopagus, die als gevolg van de
conventie gevormd' is, haar taak zal we
ten te vervullen. Dat enkele landen de
vrachtprijzen verminderen, kan men niet
verbieden; dan zou de commissie het ge-
hee'e bestuur der verschillende suiker-
staten ter hand moeten nemen.
Spreker verzoekt, wa, de financieele
zijde der quaestie betreft, slechts zoo ver
te gaan dat de verbruiksbelasting tot 14
Mark wort verminderd.
Een Rijksinkr.mstenbelasting zou niet
alleen op technische grond n maar ook
staatsrechterlijk zulk een diep ingrijpen
in de belastingen der enkele staten be-
teekenen. dat dit met een federalistisch
staatsbegrip niet vereenigbaar is.
Men zegt. dat de belastingdruk een ge
volg is van de uitgaven vmr leger en
vloot: ïederp andere regpering zou ech
ter evengoed als deze verplicht zijn voor
veiligheid van den staat te zorgpn Zoo
lang wij den ongunstigen geographi-
sehen toestand, waarin Duitschland z<eh
sedert de sehppp'ne- der wpreld bevindt.
niet kunnen veranderen, zal iedere re
geering op.dezelfde wijze voor de natio
nale veiligheid moeten zorgen.
De Rijksdag nam met overgroote meer
derheid de Brusselsche Conventie in
tweede lezing aan.
Stadsnieuws.
Haarlem, 10 Juni 1902.
Maandagmorgen zijn alhier
door de commissionairs in groenten en
fruit, Tienus van Leeuwen en Jac. Huij-
boom de eerste aardbeziën van den kou
den grond aan de groentenmarkt ge
bracht en opgekocht door L. Verkooij,
Pieterkiesstraat no. 8, dat is 4 dagen la
ter als het vorige jaar.
Hofbericht.
De Prins vertrok hedenmorgen tege.
lijk met H.H. M.M. van 't Loo, doch ver
liet onderweg den extra-trein om verder
met zijn adjudant zijne reis voort te zet
ten.
De extra-trein die de Koninklijke fa
milie naar het buitenland zal vervoeren,
vertrok hedenmorgen om 8 u. 54 van het
Loo.
Aan de universiteit te Am.
sterdam is tot arts bevorderd de heer
H. J. M. Boshouwers, alhier.
Uit de Omstreken.
Zand voort.
Aangekomen badgasten:
lm. Vogel Arnhem, Villa Kijkduin;
Mej. R. de Jong, Hilversum Spoor
straat 13; Mevr. C. E. van der Vies,
Amsterdam, Villa Shaletta; Mevr.
Wed. BarendsKraft Nijmegen Idem;
A Neresheimer Munchen, Hotel d'O-
range; H. Veenendaal Amsterdam,
Villa C.asa Jana; A. Berveling id. id.;
R. Reijers Arnhem, Villa Nijenstede;
S. L. van Nierop Amsterdam adm. van
Kinsbergen J. Smit id. Villa Geida;
J. A. G. van der Steur, Haarlem, Villa
Adriaan; J. G. Lepper Amsterdam Pen
sion. de Roos; Lunstroth id., id.; N. H.
Kolkmeyer id., id.C. M. Kooij Nijme
gen villa Zouise (Peters) 7; P. A. Tiel
Amsterdam Villa Henri id. 9; A. F. M.
Bastiaans id., Villa Lima 5; L. F.
Keyser Haarlem Kerkplein 2 7; H. ten
Harmsen van der Beek Amsterdam.
Korterstraat 9 8; Mr. Th. J. B. Hilter-
man iid., Villa Austria 7; H. Fikkert
Haarlem Villa Albertine 7; P. F. van
Vloten Amsterdam, Villa Maria 7; Mr.
P. Pfluger Bremen, Grand Hotel; J.
H. Loopuit Hilversum id.; H. H. van
Marie Durban, Hotel Driehuizen.
Hnarlemnierliede en Spaarnwonde
Door Gedeputeerde Staten dezer
provincie is goedgekeurd het besluit
vaii den Raad dezer gemeente tot in.
stelling van een tweede najaarsvec-
inarkt te Houtrijk en Polanen en wel
veertien dagen na den laatsten Dins
dag van October, op welken dag de
eerste veemarkt wordt gehouden
Haarlemmermeer.
De booten langs de Oostzijde van dien
polder OvertoomAalsmeer, brachten
de heide laatste Zondagen aan de ver
schillende Stations 600 tot 700 Amster-
damsche hengelaars.
Aalsmeer.
Door tal van belanghebbenden
een adres gericht aan de Tweede Ka
mer waarin wordt verzocht de conces
sie tot tolheffing op den Amstel bij af
loop niet meer te verlengen.
Binnenland.
H. M. heeft den heer L. Pot, arts te
Apeldoorn, tot ridder der orde van den
Nederlandschen Leeuw benoemd.
Mr. P. Rink heeft de benoeming tot lid
van het hoofdbestuur der Liberale Unie
aangenomen.
Ook de heeren Borgesius en Lely zijn
bereid de benoeming aan te nemen.
Acad Examens.
Leiden. Geslaagd zijn voor het propae*
deutisch examen ln de godgeleerdheid
de heer S. J. de Hoest en de heer G. J.
Thierry (cum laude.)
Bevorderd tot doctor in de rechtswe
tenschap de heer J H. van Schermbeek,
te Arnhem, op Stellingen.
Geslaagd is voor het doctoraal-exameil
in de rechtswetenschap de lieer I. J.
Dermout.
Bevorderd is tot arts de heer A. Vermey
en geslaagd zijn voor het arts-examen
eerste gedeelte de heeren dr. J. M. E.
Kvlnert en J. E. Passtoors.
Utrecht. Doet. klass. lett. (met lof) de
heer J. H W. Strijd. Cand. Nederl. lett.
de heer R. van Esveld. Bevorderd tot
semi-arts de heeren C .E. A. van Hoo-
genhuij7.e en J. R. Verhoeven.
Voor het doctoraal examen in de rechts,
wetenschap is geslaagd de heerE. van
Tuinen.
Utrecht. Kerke!voorber. ex. de heeren
A G. v Willemsvaard en A. Ewoldt.
Prop. geneesk mej A. Jurling, le na-
tuurk. ex de heeren J Boldlngh. G. Ge-
zelle Meerburg en E W E. Scdee.
Groningen. Geslaagd voor het docto
raal examen in de plant- en dierkunde
de heer J C. Schoute: voor hef candi-
daats-examen in de godgeleerdheid, 2e
ged., de heer H. 3. Engelkes.
Transvaal on Oranje-Vrijstaat.
Men meldt uit Utrecht, dat de twee
vlaggestokkein, die in den voortuin van
president Kruger's huis aan de Malie
baan stonden en waaraan de vlag van
de Z.-A. Republiek en die van den
Oranje Vrijstaat hingen, Zaterdag ver
wijderd zijn.
Naar men verneemt, heeft de Haagsche
Pruboer-Vereeniging, die eerst alieen
voor de vrouwen en kinderen in de con-
ceniratiekampen wilde zorgen, haar
weikkring uitgebreid tot allen die door
den oorlog geleden hebben, aan Boe-
renkant wel te verstaan.
F* uiiw ion.
Een Cubaansche geschiedenis.
Het was een lange, smalle tafel, die
van het eene einde der kajuit tot het
andere reikte. Wij, een dubbele
rij zeeofficieren zaten aan beide zij
den van het groene tafelkleed. Onze
blikken gingen telkens naar het hoofd
van de tafel, waar de admiraal zat.
Zijn gelaat stond buitengewoon streng.
Waarom had hij ons opgeroepen?
Wij waren gereed. De admiraal leun
de achterover in zijn stoel. Hij zeide
zacht iets tot zijn ordonnans, die
naast hem stond, waarop dieze de ka
juit verliet, de deur zorgvuldig ach
ter zich sluitend. Wij waren alleen.
Een oogenblik heerschte er een eer
biedig stilzwijgen, alleen afgebroken
door het geklots der golven onder de
open kajuitraampjes. Toen begon de
admiraal een verklaring te geven.
Ik werd onrustig, terwijl ik luister
de; mijn gelaat gloeide en zoodra hij
klaar was, sprong ik op, uitroepende:
Re wil wel, mijnheer, ik wil de
kans wagen.
Er klonk een gemompel onder de
officieren. Zij wierpen mij afkeuren
de blikken toe, die ik trots beant
woordde.
Begrijpt, gij mij goed, luitenant
Saul? vroeg de admiraal met een on
derzoekenden blik. Als ge gevangen
genomen wordt, dan loopt ge alle
kans, om door de Spanjaarden als
spion te worden doodgeschoten.
I Ik weet het, mijnheer, maai- ik
wil de kans wagen, herhaalde ik
krachtig.
Wij waren officieren op de Ameri
ka ansche vloot en blokkeerden toen
de haven van Havanna op Cuba De
admiraal had de gevaren van de taak
waarvoor ik mij juist had bereid ver
klaard, niet verkleind. De ballon cap-
tif, dien wij van het dek af alle dagen
boven Havanna konden zien zweven,
moest losgesneden en vernield wor
den. Want deze ballon had aan de
Spanjaarden gewichtige mededeelin-
gen gegeven over onze bewegingen
en over die van onze bondgenooten,
de Cubaansche opstandelingen. Zoo
wat een maand geleden hadden dezen
op zich genomen om den ballon te ver
nielen. Maar de Cubanen zijn even
als de Spanjaarden. Hun motto is:
„morgen". En de admiraal wilde nu
niet langer wachten. Zijn plan was
zeer eenvoudig. Een boot van de vloot
zou in 't geheim een vrijwilliger aan
land zetten, die verkleed was als een
Cubaansche reconcentrado of vluchte
ling. Deze zou er dan verder voor moe
ten zorgen, dat de ballon vernietigd
werd.
De verklaringen van den admiraal
waren niet noodig geweest, om mij
de groote gevaren van mijn werk voor
oogen te stellen. Ik kon vrij goed
Spaansch spreken en was eens een
paar maanden te Havanna geweest,
hetgeen zeer in mijn voordeel was.
Maar ik moest mijn weg zoeken mid
den door een vijandige stad, verkleed
als een Cubaan. Werd ik ontdekt, dan
zou ik als spion worden doodgescho
ten.
En al was ik eenmaal veilig bij den
ballon gekomen! Waarschijnlijk zou
er toch wel een schildwacht bij staan,
zoodat ik dus nog meer listen zou
moeten verzinnen.
Verstaat gij mij wel, luitenant
Saul? had de admiraal ernstig ge
zegd.
Ja, ik kende het gevaar, maar al
was het werk nog dubbel zoo gevaar
lijk geweest, dan zou ik het toch heb
ben willen doen. Luister! Met een
verbitterd hart wil ik u vertellen
waarom. Tn Amerika staan de negers
en de halfbloedmannen niet op gelij
ken voet met de blanken. Er ligt een
diepe maatschappelijke klove tus-
schen hen. Ze eten nooit samen, ja
zelfs ze reizen niet. samen. Een van
mijn vijanden nu had rondgestrooid.,
dat ik zwart bloed in mijn aderen had
Het was een leugen: het kon niet be
wezen worden. En toch geloofden
mijn mede-officieren het. En als nu
één dappere daad aan de leucemach
tige praatjes, die al mijn vrienden ver
joegen. den kop kon indrukken, dan
zou deze zulks bewerken. Nu begrijpt
ge. dat,, toen de boot mij aan land zou
brengen, niemand mij de hand tot af
scheid gaf.
Het was middernacht, toen ik van
het schip ging en het begon dag te
worden, toen ik in Havanna kwam.
Spoedig \1erandiei|de het parelgrijs
van den hemel in blauw en het licht
was sterk genoeg, dat ik den vorm
van den ballon, die hoog boven de
stad hing, duidelijk kon onderschei
den.
I Maar het gezicht was een teleurstel
ling voor mij. want de ballon bleek
verder af te zijn dan ik verwachtte. Ik
kon het touw niet zien, dat hem te
genhield. terwijl hij boven de roode
daken en de groene boomen zweefde.
lk ging snel voort, nu déze straat in,
dan weer een andere, maar altijd in
:de richting van den ballon, als ik
hem boven of tusschen de huizen en
hoornen zag. De huisdeuren gingen
open en de menschen begonnen bui
ten Ie komen. Ik zag ze kijken en al?
ze mij groetten, groette ik ze teru.g
Eens hoorde ik een schreeuw en zon
der aan iets te denken, liep ik er
heen.
flier, hier. laat ik eens zien, klein
tje, zeide »k met vleiende stem.
Wat is er toch, riep de moeder,
'die met. een verschrikt gelaat uithuis
kwam loopen.
Hij is gevallen, zeker gestrui
keld, zei ik.
Kijk hij bloedt uit den neus! En
ik haalde een doek uit mijn zak, zoo
als die Cubanen altijd hij zich hebben
om zijn gezichtje af te vegou.
Och. wat is die man vriendelijk
en lief. riep de dankbare moeder, toen
haar man er bij kwam.
Ik had grooten honger en zeide:
Mag ik bij u eten?
Zeker, zeker, was het vriendelijke
I antwoord.
En zoo kreeg ik mijn eerste maal in
Havanna.
De boot had' mij aan de Oostzijde
van de stad aan land gezet; de ballon
I hing boven het we-sielijk gedeelte. Ik
i kende den weg niet goed, voordat ik
in de hoofdstraat was gekomen. Eeni-
pe uren waren verloopen, toen ik op
den top van een heuveltje kwam. Een
korte, glanzend witte weg naar bene
den leidde naar de koele schaduw
van een groote poort. De hoogte,
waarop ik stond, was voldoende, om
over eenige rodoe daken te kunnen
zien en een vierkante binnenplaats
daarachteir te ontdekken. Daar was
de ballon vastgemaakt met een groo
ten kabel, die nan een windas beves
tigd was. Terwijl ik stond te kijken
kwanten twee Spaan^che soldaten,
gekleed in blauwe jassen en witte
1 ••of'; •o. uit het gebouw van één ver
dieping, dat de binnenplaats omgaf,
en gingen zitten op een bank bij de
windas. Ze rolden elk een cigarettr
en begonnen te rocken. Oppe.ns gaap
te de langste van de twee en keek op
Ik volgde z'Jn blik naar den hallo