NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
FRANKLEY.
Haarlem's Dagblad van 25 Juni
bevat oa.:
De nieuwe adjunct-directeur in
Finland, De kroningsweek, De be
grafenis van koning Albert, Ge
meentelijke brandverzekering, Be
palingen omtrent loon- en arbeids
duur, De Hout.
BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van Haarlem,
Doen (te weten, dat bij hunne her
schikking van 19 Juni' jl. aan J. A.
Sweerts vergunning is verleend tot op.
richting van eene petroleumbewaar-
jplaats in dien kelider van het perceel
aan de Zijlstraat no. 65.
Haarlem, 20 Juni 1902.
Burgem. en Wethouders voorn.
BOREEL.
de Secretaris,
J. W. VAN BILDERBEEK. 1. s.
JPr Jaargang.
Woensdag 25 Juni 1902.
No. 5823
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIEN
Voor Haarlem per 3 maanden1.20 PrrsT" Tan 15 regels 50 Ote.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), ie de {«ijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
per 3 maandeni 1.30 Groote lettere naar plaateruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat»
Franco door bet gebeele Rijk, per 3 maanden1.65 r&ll Hyjg'4^^™ Reclames 30 Cent per regeL
Afzonderlijke nummers0.02^-jjÜflKjJ&A BureauxGebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt.
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37^4 Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 122.
de omBtreken en franco per poet 0.45 Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekbandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is bet uitsluitend recbt tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan bet Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad -verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangèré G. Li DAUBE Co. JOHN F. JONES, SuccU Parijs 31M* Faubourg Monintartre.
Officieele Berichten.
Politiek Overzicht.
Uit Petersburg worden aan het Ber
liner Tageblatt eenige bijzonderhe
den gemeld over den nieuwen adjunct-
gouverneur-generaal van Finland,
geheimraad Wladimlir von Deitrich,
die thans in Finland met de geheele
leiding der civiele zaken zal worden
belast.
Wlad'imir von Deitrich stamt uit
een oud-adellijlc geslacht in helt gou
vernement Poultawa. Hij sjtudeerde in
rechten te Petersburg en trad in
zijn promotie in de rechterlijke macht
Al spoedig werd hij bekend, vooral
tengevolge van zijn opltreden als rech
ter van instructie in het proces tegen
moordenaars "van Tsaar Alexander
II. Hij deed zich kennen als een con
servatief, een bestrijder van de oproe
rige elementen en een vereerder van
de bestaande 'toestanden in het Rus
sische Rijk; maar tevens als een streng
doch eerlijk rechter en een man door
kneed: in d'e kennis der Russische
rechtspleging. Tal van hooge rech
terlijke betrekkingen heeft hij be
kleed, en menige hervorming van de
Russische rechtspleging is van hem
uitgegaan, -et laatst wa)s hij pre
sident van het gerechtshof te Peters
burg.
Minister von Plehwe, die hem uit
het proces van de samenzweerders te
gen Alexander II ke.nlt, en sedert veel
met hem samenwerkte, heeft hem
thans naar Finland gezonden, in de
hoop, dat hij daar als verzoener zal
optreden. Hij moet de moeilijke taak
vervullen om de misgrepen en de fou
ten van den beruchten Bobrikof goed
te maken en door zijn rechtvaardig
en streng optreden de pacificeering
van Finland op istreng westelijke
grondslagen te bewerken.
Men meent nu als vaststaand te
kunnen beschouwen, dat beide deelen
van het Congres, in de Ver. Staten
en ook de President natuurlijk
ten laatste hun keus zullen vestigen
op den Panamaweg.
De laatdte berichten over de. inter-
oceanische kanaalquaeisti© war-en,
dat de conferentie te Washington tus-
schen Senaat en Huis van Afgevaar
digden, die nog gevoerd worden, van
louter formeelen aard1 zijn. Het Huis
van Afgevaardigden zou slechlts de
stellige zekerheid verlangen, dat de
bewijsstukken van de Fransche Pa-
namamaattechappij, die haar gehee-
len inventaris voor 40 millioen dollar
wil van die hand doen, volkomen in
ordie: zijn en de regeering van Co
lumbia die ten volle erkent; ook na
overdracht op de Ver. Staten, m. a.
w. dait dus het inter-oceanische ka
naal uitsluitend Amerikaansch zal
zijn.
Ook Morgan en Hitt, de twee sena
toren, die zich het meest voor het Ni-
caragua-kanaal haldden uitgesproken
moeiten deze verklaring hebben afge
legd: „Wij zouden gewenischt heb
ben, dat het kanaal gegraven werd
door Nicaragua, omdat wij meenden
dat die weg de beste was. Maar op
slot van rekening zouden wij gaarne
den Panama-Weg ajanvaanxlien, om
dat wij vóór alles een kanaal moeten
hebben; de vraag: welk kanaal komt
in de tweede plaats, hoewel wij geloo-
ven, dat het Amerikaansche. volk den
Nicaraguaweg zou hebben verkozen."
De stemming in den Senaat, die
zich met overgroot© meerderheid voor
den Panamaweg verklaarde, schijnt
het tegendleiel te bewijzen. Al)thans
zooals nu de gevoelens zijn geworden
want een aantal senatoren en leden
van het Huis van Afgevaardigden, die
oorspronkelijk voor den hil-Hepburn
of Nicaragua-plannen stemden, zijn
nu voor Panama.
De omkeer wordt aldus verklaard,
dat senator Hanna in den Senaat be
loofd zou hebben, dat de suikerrech
ten voor Cuba niet doorgevoerd zou
den worden, indien zij op het Pana-
mapunt toegaven.
Hoe dit zij, de keus van Panama
zal niemand bevreemden, die op een
onpartijdig standpunt staat. De door
graving is reeds ten deele tot stand
gekomen, de voltooiing efólscht veel
minder tijd en geld, dan de aanleg
van het Nicaragua-kanaal en de vaart
zal er veel veiliger zijn. Zoo komt dan
Ferdinand de Lesseps' tweede groote
kanaal tot stand.
Buitenlandsch Nieuws
Uit Zuid-Afrika.
Lordl Kitchener ging in zee en
Lord Milner heeft Zaterdag den eed
afgelegd als gouverneur en opperbevel
hebber van Transvaal. Tevens zijn er
bevelen gegeven betreffende een uit
voerenden raad, waarvan de leden be
noemd worden. De namen van de be
noemden zullen weldra bekend worden.
Zoo is het burgerlijk bestuur er dan
reeds ih Transvaal, en in den Vrijstaat
zal het wel spoedig volgen, zoo het er
nu al niet is.
Daarmede is begin van uitvoering
gegeven aan art. 7 van: die „voorwaar-
den van onderwerping". Daar staat:
Het militaire bewind in Transvaal en
de Oi'anjer i vier-kolonie zal zoo spoedig
mogelijk worden vervangen door bur
gerlijk bestuur". Dat dit nu reeds ge
beurd is, hebben die Boeren bewerkt
door de wijze, waarop zij zich bij de
zen vrede hebben neergelegd. Nu zal
het de vraag zijn wanneer „de om
standigheden het zullen veroorloven,
vertegenwoordigende, instellingen" in
te voeren. En dan wanneer die in
stellingen. ..leidende tot zelfbestuur"
voo*r dat zelfbestuur plaats maken.
Het is in liet belang van land en volk.
dat de Boeren zich zoo rustig en ver
zoenend mogelijk houden, opdat dit
spoedig geschiedde.
Vrijdag heeft de Imperial South
African Association de organisatie
van het jingoismie in betrekking tot
Zuid-Afrika vergaderd onder leiding
van Lord Windsor en in tegenwoor
d'igheid van den hertog van Argyll,
zwager van den Koning. Bij het voor
steilen van een motie van dankbetui
ging aan de regeering. Kitchener en
Milner voor ..den bevredigenden vre
de". dien zij bewerkt hebben, noemde
het parlementslid Evelyn Cecil, onder
instemming hit d.e vergadering, het
vooral een gelukkig verschijnsel, dat
de invloel van dr. Lejjds nu voorgoed
uit is, een nieuw kompliment aan
den gezant,
Belangrijk was 'wat 's avonds aan
een feestmaal van de vereeuwiging Bar
ton, eerste minister van het'Australi
sche gemeenebest, en Hirne, eerste mi
nister van Natal, zeiden. De eerste ont
ried schorsing van de grondwet in de
Kaapkolonie, omdat de vrijheid, bij de
grondwet gegeven, nooit, tenzij in
het alleruiterste geval, ook maar een
dag opgeheven mocht worden. Verder
sprak Barton van de vaste trouw der
Australiërs aan het Britsehe Rijk, of
schoon hij volhield, dat zij een af
zonderlijke natie, de Australische1 na
tie vorm'an.
Bedenkelijk was 't dat Hirne, een
eerésaluut aan de Boeren brengende
een uitzondering maakte1 voor de rebel
len. die, zeide hij, volgens de wetten
van hun koloriie gestraft moeten wor
den. Dus toch geen volledige amnestie?
Of beteekent het alleen, dat Hirne er
teaen is?
Sir Gordon Sprigg, de eerste minis
ter der Kaapkolonie, is Zaterdag te
Southampton aangekomen. Hij wei
gerde, zich tegenover een verslagge
ver over de kwestie van schorsing der
Kaapsche'grondwet uit te laten, alleen
wilde hij wel verklaren, naar aanlei
ding van dien brief van dr. Jameson
in de Times, dat hij stellig niet van
dien man raad zou gaan vragen. Een
woord van pas.
Te Grahamstown, zoo wordt uit Kaap
stad gemeld, heeft minister Douglas
op een vergadering tegen de schor
sing gesproken, maar de vergadering
nam een motie er voor aan.
Twee onderteekenaars van het par
lementaire verzoekschrift voor de
schorsing hebben zich teruggetorkken.
Er is in den laatsten tijd two erne al
een verandering In het Kaapsche mi
nisterie geweest, zoodat het wel noo-
dig is, nu de namen van die heeren
telkens genoemd worden, die /tegen
woordige samenstelling even op te ge
ven: Sir J. Gordon Sprigs eerste mi
nister; S'ir P. Faure, koloniale secre
taris; A. Douglas, openbare, werken:
J Frost, landbouw; T. L. Graham, ju
stitie (en nu waarnemend eerste mi-
nister). Wie in de plaats van Frost mi
nister zonder portefeuille is geworden,
vlinden wij niet vermeld.
De kroningsweek.
De kroningsweek in Engeland werd
geopend door de aankomst van den
koning en de koningin te Londen uit
Windsor, en door de aankomst van
vele van 's konings gasten, waaron
der de Nederlandsche vertegenwoor
digers. Onder de andere gaslten be
vinden zich prins en prinses Hendrik
van Pruisen, de Grooüvorst-troonopvol-
ger van Rusland, de aartshertog Franz
Ferdinand van Oostenrijk, de kroon
prins van Denemarken, de groother
tog van Hessen, prins Albert van Bel
gië, en de vertegenwoordiger van Z.
H. den Paus.
De gaslten werden aan het station
ontvangen door Id'e. vertegenwoordi
gers van den Koning en door de leden
der respectievelijke legaties.
In afwachting van de aankomst van
H.H. M.M. was reeds vroeg een dich
te menigte in den omtrek van Bucking
ham Palace bijeen. H.H. M.M. ver
gezeld door prinses Victoria en prins
Karei van Denemarken en gevolg re
den in opltocht in drie open landauers
met vier paarden van Padldington
Station naar het Paleis.
Een ontzaggelijke menigte, langs
den geheelen weg geschaard, gaf
voortdurend blijken van haar opge
wekte stemming, omadlfc de koning
blijkbaar in goede gezondheidl in Lon
den terugkeerde, door een oorverdoo-
vend gejuich. H.H. M.M. werden zel
den zoo hartelijk door de Londensche
bevolking ontvangen. Ondanks het
warme weder droeg de koning een
overjas,doch hij zag er overigens
goed uit.
De koning en de koningin gaven in
Buckingham Palace een groot diner
ter eere van de koninklijke en vorste
lijke gasiten, die voor de kronings
feesten waren overgekomen.
Loubet geridderd.
Zaterdag is de deputatie uit Spanje
d'en president met groote plechtigheid
de versierselen van de orde van liet
Gulden Vlies komen brengen. De her
tog van Sesto hing het eereteeken om
den hals van Loubet en sprak: Don
Alphonsus XIII, Koning van Spanje,
chef en grootmeester van de orde, ver
langende Uwer Exellentie van de hoog
achting te doen blijken, die Zijne Ma
jesteit u toedraagt, en. zich vleiendfe
dat gij tot. roem en tot de verheffing
der orde zult bijdragen, heeft u tot
ridder gemaakt.
Neemt gij dat aan en belooft
wat Zijne Majesteit van Uwe Excel
lentie venvacht?
Dat beloof ik, en dat neem ik aan.
zeide Loubet.
Aan deze woorden voegde de presi
dent nog een korte toespraak om zijn
bijzondere blijdschap te kennen te
geven over de groote eer. die hem ten
deel gevallen was.
Een groot feestmaal, waarbij alle
ministers aanzaten, besloot de plech
tigheid.
De begrafenis van koning Albert
De plechtige lijkdienst voor Koning
Albert, had Maandagavond in de met
rouwfloers behangen katholiek© hof
kerk plaats. Om de met rood fluweel
bekleed© lijkkist hielden officieren
en hofbeambten de lijkwachjt.
Het schip der kerk was gevuld met
het corps diplomatique, de buitenge
wone gezantschappen, d© ministers,
de hof- en staatsbeambten, de leden
der Saksische Kamers, de vreemde
officieren, deputaties, vertegenwoor
digers van de stad Dresden enz.
De vorstelijke personen kwamen in
een lange reeks d© kerk in: de koning
van Saksen en d© Saksische prinsen
werden gevolgd door keizer Wilhelm,
den Keizer van -Oostenrijk, den groot
hertog van Baden en andere vorsten.
In twee loges zaten de Koningin-
Weduwe van Saksen, de Koningin en
de prinsessen.
Hofprediker Brendler hield de lijk
rede.
Na het eindigen van de godsdiensti
ge plechtigheden, werd de lijkkist in
de groeve gelaten, ondier helt zingen
van het koor, terwijl daarbuiten de
kanonnen donderden en geweersalvos
werden afgegeven.
Na de plechtigheid vertrokken de
keizer en de keizerin, henevens de
keizer van Oostenrijk weder.
Algemeene Berichten.
Zaterdagavond heeft een botsing
plaats gehad tusschen twee electrische
trams ttisschen Biisuschio en Portoce-
resic in de buurt van Milaan; er zijni
negen en veertig gewonden, waarvan
De Neue Freie Presse wil weten,
dat de hernieuwing van het Drievou
dig Verbond zeer spoedig nu tot. stand
zal komen. In welingelichte leringen
te We enen verwacht men dat de ver
schillende ondeiiteekenlingen reeds
vóór het eind dezer maand zullen vol
gen.
Koning Edward heeft bevolen, dat
het Engelscbe hof den rouw voor drie
weken zal aannemen, met helt oog op
het overlijden van den Koning van
Saksen, „doch gedurende de Kro
ningsfeesten zal deze bepaling ge
schorst worden."
Gisteren is 4e Charleroi een gedenk-
teeken onthuld ter nagedachtenis van
de Fransche soldaten, die bij Sedan
gewond werden en na hun. vervoering
naar Charleroi, in die stad stierven.
Dit stanbeeld geheel in wit marmer
voorstellende de Belgische maagd, die
een gewonden Franschen soldaat on
dersteunt-, is een gescheink van" den
heer Valère Machil-le, president van
die Fransche weldadigheidsvtereelü i-
ging te Charleroi.
Het ontwerp ©n de uitvoering zijn
van den Franschen beeldhouwer La-
gae.
Omltrent Botha's oordeel over de
schorsing van de Kaapsche grondwet
reeds kort vermeld,, seint de Times-
corre/spondent, woordelijk vertaald,
het volgende:
„Sprekende over de toekomst van
Transvaal, gaf generaal Louis Botha
als zijn meening te kennen, dalt een
van de voornaamste factoren voor
toekomstigen voorspoed gelegen is in
het feit, dat er vooreerst geen sprake
kan zijn van partij-poliltiek die onrust
zoude kunnen brengen over het land.
Hij voegde er bij, dat de Kaapsche
grondwet zonder twijfel geschorst
moet worden opdat niet de Afrikaan-
derbond zich zou kunnen opwerpen
to(t kampioen van het ontevreden ele
ment in de nieuwe koloniën en zoo
fn-achten de rassenhaat levendig te
houden."
Stadsnieuws.
Haarlem, 24 Juni 1902.
Onze Hont.
SLOT DER RAADSVERGADERING OP
MAANDAGMIDDAG OMTRENT
DE PLANNEN VAN DEN HOUT.
De heer SPRINGER zeide nog het na
volgende:
Wel verre van het kreupelhout te ver
wijderen, wil spreker er alle kenmerken
de planten, die vroeger in den Hout wa
ren, weer inbrengen; de boschflora, die
van Eeden er nog in heeft gekend, en
die het Haarlemsch publiek uit vanda
lisme heeft vernield.
De VOORZ. dankt den heer Springer
voor zijn voordracht.
De heer VAN DE KAMP vraagt of 't
juist is dat beharden van wegen nadeel
toebrengt aan de boomen; de heer VAN
LENNEP vraagt naar de fontein in den
Hout en of 't verdwijnen der wilde flora
niet komt door 't verkoopen van het
blad; de heer DE HAAN HUGENHOLTZ
constateert dat de heer Springer, dik
wijls den naam noemende van Zocher,
toch eigenlijk wat anders wil, zooals de
harde wegen. Zou de heer Springer niet
vreezen, dat bij toeneming van 't aantal
wegen, het publiek nög meer zal vernie
len? En zal de grensweg niet beter kun
nen vervallen? Sp.r. is niet voor harde
wegen. Nu al wordt er druk door den
Hout gereden.
De heer STOLP vreest voor verande
ring van 't karakter van den Hout, het
rustige, kalme en. bedaarde zal met deze
plannen verdwijnen.
De heer SCHRAM vraagt of nu er meer
toezicht is in den Hout, geen verbetering
is te constafeeren. zooals op 't Bolwerk
blijkt het geval te wezen. Is de Hout niet
vooral ontsierd door de stoomtram? Is er
nu inderdaad behoefte aan een fiets-
baan bij de Spanjaardslaan?
De heer DE BREUK is het eens met den
heer Stolp over verandering van 't ka
rakter van den Hout. Nog gistermorgen
is spr. heel goed door den Hout heenge
reden, men behoeft er ook niet te dra^
ven, maar moet langzaam rijden. Spr.
vreest voor rustverstoring, door getoeter
en gefluit der moderne middelen van
vervoer.
Men behoeft niet alleen op de nieuwe
parken te letten en daarvoor is misschien
één communicatieweg van Oost naar
West voldoende.
De heer VAN DEN BERG acht juist de
kleine kronkelende laantjes, die de heer
Feuilleton.
Naar het Fransch
van
HENRI GREVILLE.
Ik moet. u bekennen dat ik mij
vandaag nielt erg op mijn gemak ge
voel, antwoordde de jonge man,
een hevige pogïng doende om zijn
koelbloedigheid te herwinnen. Ik ben
niet heel wel en ik zou heter gedaan
hebben niet te komen.
Dat zou mij gespeten hebben,
antwoordde Katie. Ik geloof dat u er
ondanks alles goed aan gedaan hebt
om te komen.
Waarom? vroeg hij, terwijl hij
haar strak aanzag.
Zou zij het gevaarlijke spel voortzet
ten, dat zij met hem begonnen was?
Als hij de positie van zijn vriend niet
kende, ging het nog, maar nu. Wat
zou zij denken, als zij zoo handelde?
En zou het van zijn kant geen valsch-
heid zijn. wanneer hij haar liet be
gaan?
Miss Katie trolc cirkels met haar
passer.
Waarom? antwoordde zij, terwijl
zij het hoofd eèn weïnig terzijde hoog
om haar werk te bewonderen; omdat
ik veel van mijn les houd en h,e(t zou
mij spijten als ik haar moest missen.
Verder houd ik er niet van, mijn tijd
te verliezen, en eindelijk omdat-
Zij hield op. nam haar passer weer
op, trok een paar nieuwe boogjes, leg
de de passer weer op tafel, wisebt© de
inkt af melt een klein lapje, bekeek
haar vingers om te zien of ze niet
met inkt waren bezoedeld en zei met
haar kalme en heldere stem:
Heeft John u alles gezegd?
Horace voelde weer die opwelling
van toorn, die zij bij hem kon opwek
ken. bij zich opkomen. Maar zij zag
hem vlak in 't aangezicht en hij deed
dat ook toen hij antwoordde:
John heeft mij verteld, dat gij
beiden uw woord verpand hebt.
Ja. Hoe denkt u daarover, mijn
heer Frankley? U kent John sinds ja
ren, zooals hij mij gezegd heeft. U is
de eenige aan wien hij den naam van
vriend kan geven. Wat denkt u er
nu van?
Indien de muur voor hem ingestort
ware en hem de Bosporus of de Ve
suvius had laten zien, zou Horace min
der verbaasd geweest zijn dan bij deze
eenvoudige vraag.
Ik denk. miss Motter. dat John
May een trouw, oprecht man is. 'Hij
heeft veel talent, veel verstandi en...
een uitmuntend hart. Zijn ziel is teer
en gevoelig. Ik heb hem zien terug
deinzen voor de noodzakelijkheid om
een vriend! verdriet te moeten doen: ik
heb hem nooit zien aarzelen voor het
ven-uilen van zijn plicht.
Miss Motter knikte om haar instem
ming te betuigen. Met hetzelfde ge-
haar moet koningin Elisabeth den rid
der beloond hebben, die zijn mantel
voor hare voeten legde om haar
schoeisel voor de aanraking met een
plas water |te vrijwaren.
Dat is heel mooi. U is welspre
kend, mijnheer- Frankleyals het
uw vriend betreft. Maar wat denkt u
over onze plannen?
Vergeef mij, miss Motter, maar-
ik heb daar niets van te denken.
De-nkit u niet dat het een beetje
vermetel is?
Horace zag haar weer met verbazing
aan en antwoordde niet.
Denkt u niet, dat er nog vele ja
ren zullen verloopen eer onze plannen
verwezenlijkt zullen zijn?
Dat kan wel, nri'ss M otter, maar
ik heb in deze quaestie geen oordeel te
vellen.
Hebt u vertrouwen in de toekomst
van John May?
Ik heb vertrouwen in zijn talent,
zeer groot is; in een land als het onze
moet een man van talent wel tot die
positie geraken, die hij verdient.
Ik ben blij dat ik. het u hoor zeg
gen.
De les eindigde zonder andere ge
beurtenissen. Op het oogenblik dat
Frankley afscheid wilde nemen, zei
Katie hem:
Hebt u er aan gedacht, u bij me
vrouw Alcott te laten presenteeren?
Ik heb het heelemaa.1 vergeten:
Ik heb iets anders aan mijn hoofd ge
had, antwoordde de jonge man, op
den toon, waarop men gratie waagt-.
Zijn hoofd en zijn beenen waren zwaar
als lood'. Hij zou weg hebben vullen
gaan en van woede en spijt schreien,
als een kind, dat onrechtvaardig be
knord wordt.
Miss Katie zag hem aan met een
mengeling van trots en van minach
ting. Was dat een man? Kon men hem.
zonder meer moeite, zoover brengen?
Hoe veel hooger stond toch de wouw,
die het ongeluk of het geluk van zulk
een onlogisch en zenuwachtig schep
sel in handen had.
Welnu, denk er aan. Tot weer
ziens, mijnheer Frankley.
Hij ging. Horace's hart, was ver
scheurd', en, hoe vreemd! hij had die
zekerheid: gekregen dat Ivatie zijn
vriend niet liefhad.
Die zekerheid zou hem met vreugde
ver wild- hebben, indien de verloofde
man iemand anders dan John was ge
weest; nu was het een nieuwe aanlei
ding tot zorg.
Katie hield dus niet van John May;
en toch had zij beloofd hem te zullen
trouwen, hoewel hij zonder naam en
zonder fortuin was. Zij hield ook niet
van Frankley en toch interesseerde zij
zich voor hem. Wilde zij niet eerdea
dat hij zich voor haar zou mteiiessee-
ren?
Maar. diacht de arme jongen, de
belangstelling die men toont, heeft al
tijd een grondslag; die, welke men ont
vangt ei'scht altijd -een wederkeerig-
heid'.
Hoe weinig zij ook van John houdt,
't is toch een weinig: maar die liefde
had niets gemeen met die, welke hij
voor hdar voelde.
Eensklaps bemerkte Horace dat
hi] uitriep:
Arme John!
Toen hij thuis kwam, vond hij er
een briefje; het adres, met een fijne
hand geschreven, deed hem dadelijk
denken aan liet elegante figuurtje van
miss Bright. En inderdaad; had zij die
volgende woordien geschreven:
„Beste mijnheer Frankley, kom ons
vandaag bezoeken; we hebben u iets te
zeggen".
Dat was alles, maar in het schrift, en
de manier zelfs waarop het papier was
gevouwen .lag iets haastigs en iets
woolijks, als een koeltje in de lente.
Ze heeft mij goed nieuws mee te
deelen! dacht Horace. Lieve, kleine
fee!
Na tegen zijn zin gegeten te heb
ben. nam Frankley een car en ging
naar Cambridge.
Eeai wij sterke wind deed de takken
der hoornen zwiepen, de wolken joegen
in wilden vaart door de lucht.
Frankley versnelde den pas, toen hij
uit de car stapte; hij voelde behoefte
om vrij adem te halen, en in plaats
van den kortstein weg te nemen,
maakte hij een omweg om langs de
Universiteit te loopen.
Die muren herinnerden hem heel
wat gelukkige dingen; wat waren ze
ver weg zijn studiën, de genietingen
zijner jeugd!
De Memorial Hall stak zijn statigen
toren boven de toppen der boomen uit;
Horace dacht dat zij, die in den oor-