Licht m Schaduw,
Rubriek voor Dames.
DE HARZ.
een smallen doorgang tusschen de ze niet te bewegen, 't Was er nu al I groet uit het verleden, «Dan leek het
woeste rotswanden. j veel te laat toe en ofschoon haar loop hem, alsof hij, toen hij daarboven zoo
Boven op den Broeken heerschte hoe meer en hoe dieper ze het dal innig en vertrouwelijk met Emma toef
voor vele, vele jaren geleden de mach- doordrong, langzamer en zij zelve de, meer bezat dan nu, dat hij alles
tige Brockenkoning, streng -regeerend j bedroefder werd, toch schreed ze wat hem weerstreefde, aan zijn wil
in zijn bosch-eri bronrijk gebied, over 1 voorwaarts, voortgestuwd als door i onderwierp. Tegen den avond' werd
de vele berg- en watergeesten, die een inwendigen macht. Was hethij moede, hij werd] stiller, en meer
hem onderdanig waren. Hij had een hoop, die haai' bezielde? Ja hoop gaf afgetrokken en langzamer trok hij
eenige en lieftallige dochter, Emma haar kracht, kracht om soms door door het dal en over de vlakte. En te-
genaamd, besitemd eenmaal te trou-1 dartele sprongen en vroolijken lach gen 'ft middernachtelijk uur was 'lij
wen met prins Bodo, met wien ze dan j haar weg van rots tot rolls, van steen onbewust voortgéloopen in de rich-
ook op jeugdigen leeftijd reeds ver- tot ,steen voort te ze|tten. ting, waarheen Emma haar weg ge-
Keizer
Bij gelegenheid van de voltooiing
van de restauratie, van den Marien
burg, het kasteel in Oodt-Pruisen, dat
in de middeleeuwen het keurvorsten
dom Brandenburg in het bijzonder en
het Duitsche Rijk in het algemeen be
schermd heeft tegen de invallen van
de uit het toen nog geheel barbaarsche
Rusland komendie horden onbeschaaf-
den, en dat nu Pruisen zal moeten
dienen als symbool tegen de roerig
heid van het Poolsche element, dat
natuurlijk zijn onafhankelijkheid niet
kan vergeten, heeft keizer Wilhelm
van Duitschland een bezoek gebracht
aan dien burchlt en er te midden van
de in middeleeuwsche kleedij gedoste
Wilhelm op den SHarienburg
Duitsche ridders, de opvolgers van de
oorspronkelijke ridderschap, die zich
na de verdrijving der Christenen uit
het Heilige. Land, door den Duitschen
keizer-beleend zagen met het gebied,
waarvan de burchjt het middelpunt
vormde, een redevoering gehouden,
waarin hij de Duitschers te wapen riep
tegen de bedoelingen der Polen en
waarin het natuurlijk niet ontbrak
aan toespelingen op de glorierijkste
dagen van de Duitsche. ridderschap.
De meest indrukwekkende plechtig
heid van de voltooiing der restauratie
zooals de keizer ze noemde, was de
inwijding van de kerk van de heilige
Maria. Voor den inwijdingsdlenst
een beugel gebruikt wordt. De glazen
zijn voorzien van een breeden, vlak-
schaarden de ridders van de orde van
Sint Jan van Jeruzalem, onder wie
deputaties uit Engeland en Oostenrijk
(die Nederlandsche ridders, behooren-
de tot da Balije van Utrecht, die in
den riddertijd deel uitmaakte van het
orde-gebied der ridders van Sint-Jan
hadden geen gevolg gegeven aan de
tot hen gerichte uitnoodiging tot bij
woning van het feeslt) zich in hun
schilderachtige kleedij om den keizer
eveneens alls ridder gekleed, en dan
ging het in optocht naar de kerk langs
den weg, die was afgezet door krij
gers in de wapenrusting uit den kruis
tochtentijd..
Van den optocht naar de kerk geeft
da plaat een afbeelding.
terwijl een houder van die grootte
me(t 6 veeren f 3.30 kost en een glas
De grootste vijandin van het vege
tarisme moet, dunkt me, in een
mildere stemming tegenover die voe-
djngamethode komen, wanneer zij
een kijkje genomen heeft in het proef
station van Week's sterilisator bij
den Heer de Clercq te Bloemendaal.
Wat ee£ smakelijke verpakking
van allerlei groenten en vruchten sn j
heldere glazen flesschen; bekoorlijk,
als men 's zomers verlangt naar een
keur van frissche vruchten en niet
minder 's winlters wanneer die groen
ten en vruchten in hun natuurstaat
totaal onbereikbaar zijn geworden.
De heer de Clercq was zoo vpiende-
lijk mij niet alleen hdt resultaat van
zijne behandeling te laten zien, maar
ook dat, waarop het 't meest aankomt
helt toestel, waarmee bij aan vruch
ten en groenten een duurzaamheid
geeft van eenige jaren. Een flesch
pruimen werd mij getoond, die zeven
jaar oud was en waarin nog geen
zweem van bederf te ontdekken was,
/trouwens daarvan kon men direct
overtuigd zijn -omdat het glas nog
volkomen sloot; zoodra door eenig
vexrzuim of verkeerdei behandeling
de inhoud bederft is n.l. het glas niet
goed meer gesloten.
Wech's sterilisator bestaalt uit een
ketel met deksel, waarin een gat. Dat
gat dientt om de thermometer door te
steken, die vooral bij het steriliseeren
van vruchten grooten dienst bewijst,
daar dan de (temperatuur van liet
water in de ketel niet boven 90 gr.
mag stijgen, omdat bij een grootere
hitte de geur van de vruchjten verlo
ren zou gaan. In dien ketel wordt
een houder geplaatst, waarin bijv.
6 glazen kunnen staan. Die glazen va-
riëeren in grootte van 1/3, 3/4, 1,
1£ tot 2 L.
De laatste grootte past nie(t in ge
noemden houder, zoodat daarvoor
geslepen glasrand, waarop een dunne iVan 1 L. f 0.51.
Rlalttd caoutchoucr-nng komt te lig-Een groot voordeel van deze wijze
gen en daarop een glazen deksel, die Van verduurzamen is vooral, dat men
een kantige rand heeft, welke zich niet meer bang behoeft te zijn voor
in het caoutchouc drukt en zoo na. j vergiftiging. De blikken bussen had-
de bekoeling 'n volkomen hermetische j den dat altijd tegen en voor vruchten
sluiting lefert. De glazen worden waren zij totaal niet te gebruiken, om-
met groenten of vruchten gevuld. j dat daaruit noodzakelijk vergiftiging
Vele van die vruchten, zooals aard- moest voortvloeien,
beien, frambozen, bessen en pruimen Bovendien is de besparing van sui-
kunnen in hun eigen sap gekookt wor- kor tegenover de tegenwoordige jams,
den. Aan anderen moet wat water toe- enorm groot.
gevoegd worden, zooals bijv. aan ap- in Duitschland heeft deze wijze van
pels en peren. De gebruiksaanwijzing j stoerAiseere(n re'edls grooten opgang
die bij aankoop van Wech's site- gemaakt.
rilisator toegevoegd wordt, geeft daar
omtrent volkomen inlichting.
De ketel wordt nu gevuld met koud
water en dan de houder melt de ge
vulde flesschen er in geplaatst totdat
de deksels even onder water zijn. De
deksels worden met veeren op hun
glqhouden, doch niet te/ stijf
Met eigen tong heb ik mij kunnen
overtuigen van den zuiveren, geurigen
smaak van gesteriliseerde kersen van
heft vorige jaar; eenstemmig waren
mijn tafelgenooten bekoord door de
ze vrucht.
Nog een nieuw artikel liet de heer
loofd raakte. Ze hadden elkander on
uitsprekelijk lief en waren van dag
tot dag in elkanders bijzijn. Maar
zooals overal eldiers in de wereld, ook
in het Brockenrijk fluisterden booze
tongen, en ze fluisterden zoolang, tot
het gelukte de verloving tusschen bel
den te verbreken.
Radeloos van smart verliet Emma
het luchtig kasteel van haar vader 6n
klom de steile helling langs, den Bro
eken af in het groene bosch, dat
steeds een rustig oord vormt om ont
stemde en diep bedroefde menschen
kalmte en vrede te schenken. Emma
vond die rust zoo spoedig niet. Haas
tig sprong ze van stam op stam, aldoor
maar bergaf, berg-op, zoodajt de gras
sprietjes en varens aan den weg hare
kopjes SGhudden en zich verwonderd
afvraagden, waar ze zoo haastig heen
huppelde. Maar dat wist Emma zelf
niet; met zacht-klagende stem, klin
kend als ver verwijderd gezang, ver
telde ze de droevige geschiedenis van
haar liefde, zoodat alle planten en
boomen daardoor diep ontroerden.
In het bijzonder was de geschiedenis
de kleine vergeet-mij-nietjes ter harte
En de avond begon te vallen. Emma nomen oad. En ziet!
legde zich neer op een stil, boschrijk Bij eene kromming van den weg ziet
plekje, waarop zij ongestoord van i hij haar plotseling voor zich, in al
Bodio kon droomen, onges|toord herin- harii* be|boov;eire|nde ischoonheid. En
ringen aan gelukkige uren van vroe- j een blos op haar wangen zegt hem,
ger voor den geest kon halen. Een dlalt zij nog steeds liefheeft, een liefde
waar en sterk vrouwenhart vergeet, voor hem koestert, die niet, zelfs niet
■al is het overkomen leed nog zoo
groot, nimmer hem, aan wien het een
maal trouw beloofde. De kevers en
vlinders, die ginds in de steden
dorpen meermalen een kijkje namen,
meenden, dat Bodo zooveel trouw nielt
verdiende, want ze hadden op hare
reizen bittere \ervaringtem opgedaan
en het verhaal daarvan gonsden ze
Emma langzaam in het oor.
Bodo had een troltsche natuur. Toen
Emma haai- vaders kasteel had verla
ten, wilde hij geen oogenblik langer
daar nog vertoeven. Ver weg trekken
de wijde, wijde wereld in, op avon
tuur om eer en roem te oogsten en te
vergeten al het booze,dat hem was
aangedaan. Een heel andere richting
sloeg hij in en met geweld baande
hij zich een weg door he|t struikgewas
en langs en over de reusachtige rots
blokken, die zijn loop stuitten. Moei-
gegaan, en uilt haar lieve blauwe oog- j te noch inspanning was hem te veel,
jes vielen dauwdropjes als tranen op koen en overmoehig stormde hij voor-
Emma's frissche, wiltte sluier van stof
regen, waarin ze zich had gehuld.
De oude met mos begroeide steenen
die zich nogal tamelijk wijs waanden
waren de eenige, die geen medlelijden
toonden. Zij meenden, dajt zooiets al
zóóveel malen in de wereld wasvoor-
gevallen, dat dit nu niets bijzonders
was en iederen dag wel voorkwam.
Emma moest den raad van den ouden
dennenboom maar opvolgen, die op
zijn leeftijd veel levenswijsheid had
opgedaan, om weer terug te keeren
naar haar vaders kanteel. Daartoe was
waarlts. Rechts en links noodigden hem
de roode bloesems van 't vingerhoeds
kruid tot rusten, maar geene vriende
lijke uitnoodiging baatte; hartstochte
lijk balde hij dte vuist, sloeg de bloe-
seihs af, sleepte ze met zich voort, om
ze daarna weêr ach|teloos weg te wer-
pent waar ze verwelkten.
Wat deerde hem een vernietigd Re
veil? Hij, op jacht naar 't geluk, hij,
die van uur tot uur doller en onver-
saagder werd! Somtijds evenwel, als
een frissche, verkwikkende dennengeur
luchit naar hem toestroomde, als een
door lasiter, wordlt vernietigd) Jube
lend van geluk snelt hij op haar toe.
Twist, la/ster, alles is vergeten, hij
drukt haar vol vuur en in namelooze
vreugde aan zijn hart.
Nu trekken zij tezamen door dalen
en langs vlakten. Zij is zijn echtge-
noote geworden en draagt met fiere
trots iden naam van haar beminden
Bodo. In vrede, liefde, en eensgezind
heid Itrekken zij naar den machtigen
stroom, die ze op zijne breede golven
ver wegvoeri naar de wijde, wijde
Zoo luid het sprookje van den Bode
en de Holtemme. De Holtemme, waar
op ik nader terugkom, vormt een der
talrijke zijtakjes van de onstuimige,
wild bruisende Bode, die zich nu door
een breed, dan idloor een eng, tot eeni
ge meters breedte, vernauwd dal een
weg baant.
Is de bedding der irvier bij Trese
burg breed, voorbij Königsruhe in het
bijzonder bij de Duivelsbrug, Stormt
de Bode m klaterende stroomversnel
lingen schuimopspattendl- tuisschen
loodirlechte rotswanden voort, waar
een smal vodtpad den wandelaar
spaarzaam ruimte biedt een tochtje
langs die hier in onstuimige vaart
voortsnellende rivier. En van eiken
berg druppelt ges|taê,g water, van sl-
ken berg vlieten beekjes, die zich 'n
do bruisende Bode uitstorten. Daar
boven, in het dal, daar dalen zeven
beekjes tegelijk van de bergen af
men noemt ze de zevensprong. Kenlt
toegedrukt, omdat damp van binnen j de Clercq mij zien n. 1. een groenten-
moet kunnen ontsnappen. Op cokes- snijder. Een klein nikkelein intstru-
vuur of gas wordt nu het water op de j ment van de grootte van een nijptang
gewensch|te temperatuur gebracht, er voorzien van tien naast elkaar ge-
ontstaat in de glazen een luchtledig, I plaatste mesjes.
dat maakt, dat de glazen na afkoeling j Heel vlug en gelijk maakt men daar-
en wegnemen van de veeren, door lucht-1 mee allerlei groenten fijn.
druk volkomen geslolten zijn. Wan-
neer de glazen 5 10 minuten aan
(Speciale correspondentie).
de vereischte temperatuur zijn blootl
gesteld geweest, is de sterilisatie vol
bracht.
Men opent de glazen door een Lip
aan de gummiring naar zich toe ie
trekken, .er onftstaat dlan een plek j
waar de ring dunner wordt en daar-Stel U niet voor, dat ééne van de ri
door wordt eenige lucht toegelaten, vieren, die ik bij u inleid, bevaarbaar
die de hermetische sluiting verbreedt.
In het proefstation te Bloemendaal
is nog nooit een der glazen geknapt;
helt jaarlijksche onderhoud] is daar-
do:or heel gering, zoo nu en dan een
enkeele ring en dan misschien een
door eigen schuld gebroken glas.
De prijs van een ketel met thermo
meter voor zes literglazen is f 5.30.
zijn; in het vroege voorjaar machitige,
sterk bruisende, alles wat haar in den
weg komt, verpletterende sitroomen,
in den zomer smaller, van 2060 cM.
diep, straks weêr beukend op de in al
ler grootte en op de meest verschillen
de plekken in de stroombedding lig
gende rotsblokken, ischuim-opspat-
tend als ze haar loop zien besnoeien tot
33e vernoeitiiag ap Saat-Vaneend.
Zooals bekend is, heeft, gelijktijdig het geheele noordelijk deel van het eiland
met de ramp op Martinique, die veroor- j en verscheidene duizenden bewoners,
zaakt werd door de onverwachte, hevige hoofdzakelijk afstammelingen van -de
uitbarsting van den Mont Pelée, ook het Caraiben, de oorspronkelijke bewoners
aan Engeland toebehoorende eiland St. 1 der Antillen, kwamen om het leven.
Vincent, eveneens deel uitmakende van Dezer dagen zijn de eerste fotografieën
de Kleine Antillen, geweldig te lijden ge- van St. Vincent na de uitbarsting van
had van een vulkanische uitbarsting. De den Soufrière aangekomen en wij haas-
Soufrière, een vulkaan op Sint Vincent, ten ons ze te reproduceeren. Het groot-
wierp asch en modder en steenen over ste plaatje geeft te zien, hoe de door
vrees en angst bevangen bevolking zich
langs de kast verdringt, om zoo spoedig
mogelijk in kano's het eiland te verla
ten, terwijl op de kleinste plaat eenige
tientallen menschen dooreenloopen, de
eenige overgeblevenen van een dorp van
500 zielen, dat door de vulkanische uit
barsting is bezocht.
Schetsen van DEKA.
Tbch r>jk.
„O, is het hier!" zeide eene jonge
maar wat vermoeide stem, buiten op 't
portaal, De verhuurder die beneden
een winkel hield, antwoordde met brom
mend bevestigen, en tikte vrij noncha
lant tegen de deur, die hij meteen maar
open duwde. Verschrikt rees Tilly uit
haar oud en gerafeld mailstoeltje op,
want eene groote, rijzige vrouwenfiguur
keurig in het zwart gekleed, trad de ka
mer binnen en bleef onderzoekend rond
kijken.
De man van beneden merkte dat, en
om een wellicht ongunstigen indruk bij
voorbaat weg te nemen, zei hij:
„Lieve kamers, vindt u niet? Ja, u be
grijpt, dat zij zich op he-t oogenblik met
deze aankleeding niet op haar voordee-
ligst voordoen. Wanneer daar maar
eens gewit en behangen is, de gordijnen
gewasschen, enfin de heele boel wat op
geknapt is, dan zult u eens zien of het
hier niet gezellig en prettig kan ge
maakt worden".
De dame knikte ongeduldig en keek
eens naar het jonge meisje, zooals het
daar bedrukt en verlegen in een hoekje
was blijven staan. Zij zag hoe de kleine
een paar maal moeilijk slikte, zich op
de lippen beet en de handen.in elkaar
kneep .alsof zij met een heel groote ont
roering kampte.
Dat deed haar vrouwelijk gevoel ge
heel en al ontwaken; het hart dat pas
een groote droefheid doorstaan heeft, is
zoo geschikt voor het medevoelen met
andere treurenden. Zij liep op Tilly toe,
streek met haar lange, blanke hand over
de zwarte krullen van het jonge meisje,
en vroeg deelnemend: „Scheelt er wat
aan, juffrouw?"
Die zachte stem, zoo teeder trillend,
deed het kruikje breken. Tilly brak uit in
een vloed van tranen. Zij viel op een der
verschoten, wormstekige stoelen neder,
en verborg het hoofd in haar proper boe
zelaartje, als schaamde ztj zich over deze
zwakheid.
Zoo vatte de verhuurder het dan ook
op. Hij stotterde, rood van kwaadheid,
zoo iets van: „Kom aan, wat een scène.
Dat is zeker de manier om je kamer
gauw te verhuren. Zoo moet je de men
schen maar ontvangen, dan loopen ze
allemaal dadelijk weg voor je tranen!"
Maar de dame ging niet weg; zij
wenkte integendeel met de gratie en
waardigheid van een koningin haar ge
leider om dat te doen. En hij, die zich
anders in zijn eigen huis geen wetten
zou laten stellen, hij ging voor den blik
van deze oogen, zonder nog eene bepaal
de afspraak te hebben gemaakt, of eene
toezegging ontvangen te hebben. Hij zou
zoo meteen nog wel ereis zien.
De dame deed haar sluier en hoed af,
zoodat een blank gezicht, in eene om
lijsting van licht blond haar te zien
kwam. Ook haar mantel legde zij af; toen
ging zij naast het jonge meisje zitten,
en nam haar hand deelnemend in de
hare.
Zij vroeg niet, en toch kreeg zij al spoe
dig alles te hooren wat zij wilde. Tilly
vertelde van haar zorgen en moeielijk-
heden na den dood van moeder, die eene
kleine lijfrente mee in het graf nam. En
tot dusver was hun leven zoo volkomen
gelukkig geweest. De twee eenzame
vrouwen vonden in elkaar alles wat zij
verlangden; op deze bovenwoning had
den zij een groot gedeelte van hun leven
gesleten Tilly haast haar geheele.
Deze kamers waren haar daarom lief
Dat oude behang van kleurige bloemen,
die gele verf, dat plankje daar, het
bloemenrek aan alles zat eene herin
nering vast, alles vond zij even kost
baar en heilig. En dan dien vent daar
zóo over te hooren fittenl Het was hier
toch knap en netjes
De dame sloot met een kus haar mond,
toén zei ze opgewekt, en als door een
blijde gedachte vroolijk gestemd: Wat
ben ik dan toch nog gelukkig. Zij was
de eenige dochter van den bankier, ge
woon te regeeren in huis en hof, want
mama was al jaren dood. Niets was te
kostbaar voor haar, alles kon, neen
moést ze nemen. Papa vond dat noodig;
het verhoogde zijn crediet als men dat
heerlijke huis met die prachtige aan
kleeding zag. Die schijn eerst waar
lijk onnoodig werd echter een nood
zakelijkheid.Ongelukken van allerlei aard
knaagden aan den grooten geldhoop, en
deden het goud wegsmelten als sneeuw
voor de zon. Toen het zoover was geko
men onttrok de vader zich met eigen
hand aan de schande, er in zijn egoïsme
niet aan denkend dat hij nu den vollen
last liet rusten op de teedere, ongeschik
te schouders van zijn dochter. En er
kwamen uren, dat deze meende te zul
len bezwijken, dat er haar een noodlot
tig maar verleidelijk beeld voor oogen
zweefde Zij had het immers in
haar macht zij behoefde toch ook niet
langer te lijden dan noodzakelijk was.
Zóo, met die gedachten, liep zij nog
rond, toen zij omzag naar een nieuw
verblijf. Dat moest in de middelsoort-
buurten zijn, had zij zich voorgenomen.
Want hoewel het overblijvende fortuin
haar méér toestond, had zij bij zichzelf
besloten den beker nu tot den bodem te
ledigen. En ook droeg zij een vaag idee
met zich om, dat zij wellicht haar geld
nog ergens anders voor noodig kon heb
ben waarvoor wist zij nog niet.
En nu was hier de gelegenheid. Zij
liet haar blikken nog eens medelijdend
gaan over het verouderd en armzalig in-
boedeitje. Niets zag er artistiek of opge
wekt uit. En toch trilde het kindje naast
haar van zenuwachtige angst bij het
denkbeeld dit te moeten verlaten!
Peinzend bleef de vrouw in het zwart
eenige oogenblikken zitten, denkend aan
al het vreemde van deze tegenstelling.
Toen kwam, voor zij het wist, de vraag
over haar lippen: „En je zou dus graag
hier willen blijven wonen?" Heftig knik
te het zwarte hoofdje naast haar. „Wel
nu, dan moest je dat maar doen, Tilly.
Ik ben wel arm, maar die weelde het
klonk eenigszins bitter die weelde
kan ik mij nog wel veroorloven. Waar
zou je het goed vinden dat ik hier bij je
kwam inwonen, of wil je liever alleen
blijven met je herinneringen. Ik ben ook
een eenzaam kind, en verlang naar het
vroolijk gezicht van een lieve vriendin.
Wil jij dat zijn, Tilly? Ja?, noem mij dan
Mary zoo noemde eens mijn moeder
mij
Toen waren er twee menschen rijk en
gelukkig op de slecht gemeubileerde bo
venkamers van de burgerlijke buurt.