NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken. FRANKLEY. 20e Jaargang Woensdag '2 Juli 1902. No. 5829 HEM'S DASBLAD ABONN BMEN TSPRIJS Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.02 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37^ de omstreken en franco per post 0.45 ADVERTENTIËN Van 1—5 regels 50 0te.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regel. Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt. Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 199. Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijks, "behalve op Zon- en Feestdagen Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PuUicité Etrangère G. Li DAUBE Co. JOHN F. JONES, Sued, Parijs 31H* Faubourg Monnruxrtre, Haarlem'b Dagblüd van 2 Juli bevat o.a.: Over het drievoudig Verbond, Uit Zuid-Afrika, Pensioenvereeni- ging, Wielernieuws Pro-boer- ▼ereeniging, De uitsluiting. Officieele Berichten. SCHUTTERIJ. BURGEMEESTER en WETHOU- DERS van Haarlem, Brengen ter kermis van belangheb benden, dat do commissie van Onder zoek en beslissing omtrent de reden van vrijstelling en uitsluiting van den schutterlijken dienst, voorgeschreven bij art. 15 der wet van 11 April 1827 (Staatsblad no. 17), zitting zal houden op den Doelen alhier, op Woensdag 9 Juli 1902 en op Donderdag 10 Juli 1902, telkens aanvangende des mor gens 'te 9 uur; en dit wat betreft eerst- genoemden dag voor de houders van de lotingsnummers 80 tot 350, die dit jaar voor de Schutterij zijn ingeschre ven en vermeenen redenen van vrij stelling te hebben, of verlangen zou den van het voorrecht van nommerver- wisseling gebruik te maken, en den laatstgenoemden dag voor de houders ider lotingsnummers 351 tot 474, als mede voor hen die reeds bij de schut terij zijn ingelijfd en na hunne inlij ving redenen tot vrijstelling of ont slag mochten hebben voor te dragen, of alsnog verlangen van nommer te verwisselen. Zij, die verzuimen zich op den bo- venbepaalden tijd voor gezegde Com missie t© vervoegen, zullen overeen komstig de bepalingen van art. 16 van Z.M. besluit van 28 Juni 1828 (Staats blad no. 42) voor den dienst worden aangewezen, terwijl zij, die zich door de beslissing dier commissie mochten bezwaard achten, overeenkomstig art. 16 der genoemde wet de bevoegdheid hebben, om daartegen bij Gedeputeer de Staten van Noord-Holland schrif telijk en wel op ongezegeldi papier en zonder eenige kosten in hooger beroep te komen. Haarlem, 30 Juni 1902. Burgemeester en Wethouders voornoemd, BOREEL. De Secretaris. PIJNACKER. Politiek Overzicht. Tot aller geruststelling, tot verras sing van enkelen, naar verwachting van de meesten is Zaterdag bet be richt gekomen dat het Drievoudig Verbond tusschen Duitschland, Italië en Oostenrijk-Hongarij,e vernieuwd en door Von Bülow, graaf Lanza, en Von Szögeny, ieder voor zijn land, onderteekend is. De ingenomenheid, dat het reeds twintig jaar tot genoegen der drie aangesloten rijken bestaande verbond aldus voortgezet wordit, is nog groo- ter door de omstandigheid, dat het Drievoudig Verbond1 in onverander- den vorm is gebleven. Men herinnert zich de pogingen van zekere zijde, met name van Frankrijk om Italië tot afvallige te maken, ten minste het Drievoudig Verbond te verzwakken. Doch daarheen heeft de Fransche Tripoli-politiek het niet ver mogen te leiden! Graaf von Bülow liet in die dagen al geen twijfel, of hij eenige wijziging in den aard van het Verhond zou toe laten, door te zeggen, dat de over eenkomst, wat hem betrof, slechts waarde bezalt, wanneer zij onveran derd hernieuwd werd. Over het. ver bond zelf liet hij zich den 8en Janu ari in den Rijksdag aldus uit: „Indien het Drievoudig Verbond ook voor ons gefsn bepaalds noodzakelijkheid is, zoo blijft het toch in de hoogste mate van waarde als versterkte garantie voor den vrede en den status quo." Ook de uitlatingen van graaf Golu- chowski, den 7en Mei in de Hongaar- sche delegaties gedaan, lieten feitelijk geen twijfel over, dat de errie regee ringen het reeds een 3 waren gewor den over de hernieuwing, al meende men uit zijn woorden te moeten op maken, dat er mogelijk nog wel wijzi gingen in de bepalingen gemaakt kon den worden. Het Drievoudig Verbond Is echter onveranderd hernieuwd, en het zal in de toekomst zijn, wat het ook m het verleden was: een verzekering maatschappij tegen verstoringen van den vrede zooals graaf Von Bülow liet eens genoemd heeft. Evenals het in het verleden zijn ka rakter behield van zuiver diefensieven aard, zoo zal het ook in de toekomst geen 'der drie partijen beletten over eenkomsten met andere mogendhe den te sluiten. Italië en Frankrijk zijn dus vrij met elkaar te doen en te laten wat zij willen. Lastige verplich tingen drukken de drie toegeltredenen evenmin, de omvang van land- en zeefmacht wordt gehjeel 5n het mid den gelaten. De „Voss. Ztg." vindft het noodig nog eens goed te onderstreepen, dat de hernieuwing een zaak van belang is en dat bij niöt-vernieuwing de groe peering der mogendheden zeker ver anderd zoude zijn en de internatio nale toestand in Europa een ingrij pende wijziging zou hebben onder gaan. Het blad schrijft derhalve: „Gaan wij dit alles na, zoo zijn wij oprecht verheugd-, dait in onze betrekkingen naar buiten in de naaste toekomst geen verandering zal komen. „Queta non movere" dit woord heeft ook in de tegenwoordige omstandigheden böteekenis. Daar het Drievoudig Verbond sedert twintig jaar niet wei nig heeft, bijgedragen den vrede in Europa te handhaven, zoo mogen wij hopen, dat het ook in de toekomst in dezelfde richting werkzaam zal blij ven. En wanneer ook het Tweevoudig Verbond zich als tot nu toe als een vredesbond blijft gedragen, dank zij dier vredelievendheid van den Tsaar en de Fransche democratie zoo mag Europa met het stelsel der tegen wichten, dat zich bij de ontwikkeling der dingen gevormd heeft, wel tevre den zijn." De sehaarsche berichten uit Zuid- Afrika blijven denzelfden vredelieven de n geest inademen de pacificatie der beide nieuwe kolonies gaat rustig haar gans en, van hier beoordeeld, schijnt het. dat de Boerenaanvoerders den Engelschen zooveel mogelijk behulp zaam zijn, om den geregelden gans van zaken weer in te voeren. Hoe eerder dat geschiedt, hoe beter het in stoffelijken zin voor Transvaal en Oranjerivierkolonie zijn zal. Generaal Lyttelton, die Lord Kitche ner als opperbevelhebber is opgevolgd, heeft het overwonnen gebied in twaalf militaire districten verdeeld waarin vo'orloopig een bezettingsleger van 75000 man zal worden gehandhaafd. Indien de Boeren hun self-govern ment, dat hun beloofd is, zullen heb ben verkregen, zal het leger tot op 50.000 man verminderd worden, totdat alle vrees vrees voor weder oplevende agitatie voorbij zal zijn. Zoowel de Engelschen als de Boe ren hebben er nu belang bij. den ge wonen staat van zaken zoo spoedig mogelijk te zien terugkeerenvoor Engeland zijn de kosten van he: in. standhouden van een groot bezettings leger onaangenaam, omdat zij de ont zettende oorlogslasten nog hooger op drijven, en voor de Boeren is het zaak, hun landbouw- en veeteeltbe drijf zoo snel mogelijk te hervatten. In sommige districten is alles ver woest, zoodat de Boerenbevolking nog in de isteden onderhouden moet wor den tot de hoeven herbouwd zijn, dc hand aan den ploeg geslagen kan worden tii de kudden het veld weer ingedreven kunnen worden. Ook wat de beloften van herbouw van hieven en herstelling van den veestapel betreft, is het voor de En gelschen van belang hun woord na te komen, want hoe langer de bloeiende handel dezer landstreken op zich laat wachten, hoe meer het bez'it van het nieuw verworven gebied Engeland een blok aan het been zou blijken te zijn. Buitenlandsch Nieuws Uit Zuid-Afrika. Natal komt morgen in het formeele bezit van het nieuwe gebied, mgt in begrip van Vrijheid, dat haar uit den Transvaalschen buit is toegestaan. Te Beaufort-Wesit heeft zich Vrijdag overgegeven het commando van Gol- ding waarvan men nog nooit gehoord heeft. De Boeren juichten ter cere van den Koning. Onder die telegrammen met wenschen voor zijn herstel die koning Eduard dezer dagen ontvangen heeft, is er ook een van een vergadering van Trans- vaalsche Boeren, die zeggen Gode te bidden, het leven van den Koning en de Koningin lang te sparen. I>e ziekte van koning Edward. Het bulletin van Maandagavond meldt dat de Koning een vrij goeden dag had. Het ongemak, voortspruitende uit de wond is minder. Wanklanken. Een gelegenheids-berichtgever schrijft uit Pretoria onder dagteekening 7 Juni een brief aan de Times, die in overeen- stemming met de zelfvoldaanheid, om [liet zacht uit te drukken, zijner geest- verwanten over het tot stand komen van den toen pas gesloten vrede, begint met een loflied op het behaald succes en een [rooskleurig toekomstbeeld van de ver wachte samenwerking en verbroedering [tusschen Boer en Brit, I Maar, vervolgt hij dan, al is er nu nog geen wanklank vernomen, er zijn toch I teekenen, die wijzen op een kleide barst i in de luit der Zuid-Afrikaansche harmo- niet (Dit beeld blijft vor rekening van den correspondent). Eigenaardig genoeg komt dit verschijnsel van hen, die niet medevochten in den strijd, welke zij hun uiterste best gedaan hebben om aan te moedigen. Hier in de hoofdstad bv. zijn er veel goed ontwikkelde, maar verbit terde Boeren, die de Boerenafgevaardig- den de gemakkelijkheid verwijten, waar mede zij hun onafhankelijkheid hebben prijs gegeven. Diezelfde lieden spraken cbreven vóór den oorlog er zoo krachtig mogelijk voor. Toen de Engel schen te Pretoria kwamen legden zij het eerst de wapens neer en hebben sedert dien tijd feitelijk voortdurend hun eed van neutraliteit gebroken door op vol harding in het verzet aan te dringen. Het is waar, zij woonden in geriefelijke hui zen terwijl htm landgenootcn op het. kale veld vochten Zoo gaat het nog eenige regels door, totdat de briefschrijver over deze lieden aldus zijn oordeel samenvat in den laat ste n zin: „Zij zijn inderdaad weerzin wekkend in ieder opzicht, maar zij heb ben zekeren invloed en macht, die wij niet kunnen voorbijzien" Het is duidelijk, dat de man hier aan de eene of aan de andere zijde overdrijft of fantaseert. Waren deze bedillers der vredesvoorwaarden inderdaad zooals zij worden afgeschilderd, dan is het niet aan te nemen, dat zij na zulk een gedrag nu nog macht en invloed oefenen. Ver moedelijk zijn velen hunner om geldige redenen in Pretoria achtergebleven toen de Engelschen er kwamen en hebben zij er door een geregelde inlichtingendienst naar de ltommando's te velde nut genoeg gesticht om hun verblijf er te rechtvaar digen. En de beschuldiging van lafheid is de eerste waarmede de dappere Brit zijn tegenstander steeds aanrandt. Al de twintig duizend Boeren, die zich nu onderworpen hebben, waren kort geleden nog lafaards! De hoofdzaak is echter dat een man, die wel eenig gezag zal heb ben, waar hij de eer wordt waardig ge keurd, zijn gelegenheidsbrieven op een in 't oog vallende plaats in de „Times" te zien opgenomen, 7 dagen na 't slui ten van den vrede al van een „kleine barst in de luit der Zuid-Afrikaansche harmonie" gewaagt. Dat baant den weg jtot andere bekentenissen over die plot selinge, geheimzinnige verbroedering j ginds. Er is, vervolgt de briefschrijver, nog een andere oorzaak voor wanklanken. Het is de onverholen afkeer der zich on derworpen hebbende Boeren voor de Na tionale verkenners. Hoe is het mogelijk, vraagt men zich af. Dat schrijft men aan de „Times" pp 7 Juni, terwijl naast zoo veel andere verbijsterende berichten, de I telegraaf niet moede is geworden om ook te wijzen op en bijzonderheden te bren gen van de verrassende vriendschappe lijke verhoudingen tusschen de van kom- mando komende Boeren en de Nationale verkenners. Men zag ze handenschud dend en gearmd in Pretoria loopen. En nu lezen we van „onverholen afkeer". De briefschrijver acht deze omstan digheid echter voor de Engelschen een voordeel. Dat is een heel andere zaak en gelooven we graag, ofsqftoon ihet „voordeel" heel gauw ook de goe- ,de verstandhouding tusschen de Boe ren en hun nieuwe vrienden in gevaar kan brengen, gesteld dat die er wer kelijk eenigszin.s is, wat wij nog steeds betwijfelen. De Nationale verkenners moeten, meent de schrijver, natuurlijk een belooning hebben. Na'tuurlijk! Maar die kunnen wij hen niet geven uit de 3.000.000 pond. want de afge vaardigden vatten het op en staan er op, dat dit geld zal dienen om den eigendom te herstellen van hen, die het meest door den oorlog geleden hebben. Zij beroepen zich op de be taling, djie de Naftionale* verkenners genoten hebben, als een argument,dat deze niet dezelfde aanspraken kunnen 'maken als zij. die alles verloren heb ben. Dat is de tweede reden van te verwachten moeilijkheden 1 De hoofdoorzaak voor gevaar ligt echter, besluit de schrijver, in de mo gelijkheid, dat de vorming van een Boeren- e'J een Engelschen-partij een tweede Ierland zal doen ontstaan. Voort oogenblik wordt de bitterheid van den oorlog overmeesterd door de ontroering, opgewekt door het staken der vijandelijkheden. Dan zal de tijd komen, van den papieren oorlog, als de Boeren aan het schrijven gaan voor de hen bestormendie uitgevers van h u n oorlogsgeschiedenis. En ten slotte zai de tijd komen, dat de -hardnekkige Boer zal poegn door zijn stembiljet terug te winnen wat hij met de wapens verloor. Er zijn Boeren, die hun kinderen geen erfd'eel van rassenheat willen na laten en hen zullen leeren getrouw© Britsche onderdanen te worden. Maar het is ijdelo waan te denken, dat deze opvatting algemeen zal worden. Men moet daarom verdeeldheid' onder de Boeren zelf zaaien. Divide et impe- ra. Alle partijpolitiek mag slechts loo pen over plaatselijke belangen, of over onderwerpen als irrigatie, spoor wegen, fedejratie. Gelukkig waren de Boeren ook vroeger geen onver deeld volk en het |s zaak de toon aangevende Afrikaners aan de nieu we regeering te hech'ten. Voorts zal die scheiding tusschen ontwikkelde mannen als Botha, Smuts en Reitz an den langgebaarden Dopper uit Rus tenburg ook toenemen, nu een figuur als die van Kruger de verschillend» elementen niet meer bijeenhoudt. Dit is, zegt de schrijver ten slotte, een zeer oppervlakkige schets van den toestand. Er kunnen natuurlijk nog meer wanklanken komen. Ook kun nen de nu reeds bestaande misschien op gelukkige wijze weggenomen wor den Misschien! Maar de eerste kans is grooter. Een nieuwe wanklank zou bijv. kunnen ontstaan uit een ver schillende opvatting over de bestem ming der 3.000.000 pond, in verband waarmede deze merkwaardige brief ons ook eenig licht verschaft omtrent de opinie der Bóeren-afgevaardigden, die ook de Nationale verkenners als uitgesloten beschouwen. Zoude Mil- ner zich inderdaad juist hebben uit gedrukt en niët Chamberlain, waar deze het liet voorkomen alsof ook de Engelsche schadelijders er van mee moesten hebben? Algemeene Berichten. In een vechtpartij tusschen twee gondeliers te Venetië werd een der mannen in het hart gestoken. Hij werd naar het ziekenhuis gebracht, waar de doctoren de wond naaiden. De operatie duurde een uur. De pa tiënt is aan de betere hand. Drie soldaten van het kamp te Zou9 fana. in Algerië, waren Woensdag in de rivier de Oued aan het visschen. toen zij werden aangesproken door 2 gewapende Arabieren, met wie zij spoedig ui druk gesprek geraakten. He soldaten, van welke er twee gewa pend waren, hadden hunne geweren naast zich gelegd, Plotseling schoot éen der Arabieren een soldaat dood, terwijl de andere Arabier een tweeden soldaat met een dolk overhoop stak. De derde soldaat vluchtte, doch keer de later terug en vond zijn beide ka meraden dood. Uit New-York wordt aan de „Mar tin" geseind' dat de politie van Boston gewaarschuwd was voor een troep anarchisten die Vrijdag jl. verwacht werd ,ter gelegenheid van liet bezoek van president Roosevelt aan de Har- ward-universiteii. Deze anarchisten toch waren van plan oen aanslag ie doen op het leven van den president. Driehonderd agenten van politie be^ waakten den weg tusschen het station en het universiteitsgebouw. Door de Fransche regeering is een wetenschappelijke commissie gezonden naar Martinique, om onderzoek te doen naar de reden der uitbarsting van de Mount Pelée. Deze commissie is van oordeel, volgens haar telegram aan de regeerihg. dat de vernieling van Saint Pierre te wijten is aan eon uitbarsting van gassen, van zoer hooge tempera tuur, in de richting Noordl-Zuid'. Het niveau van het eiland is niet gedaald De vulkaan is thans volkomen kalm." Het totaal dor inschrijvingen te Parijs bedraagt thans ruim 3 5 millioen francs. Fenilleton. Naar het Fransch van HENRI GREVILLE. 15. O, mijn waardie meneer, volgens mij, als men van dokter verandert, doet men d'at zonder er zich over te bekommeren of die oude er tevreden over is of niet. Trouwens, wanneer u het werk niet bevalt, bent u niet ver plicht het te doen ;d'an zal een ander het wel doen. Maar mevrouw Alcott had mij gezegd ,dat u intelligent en ondernemend was. en daarom heb ik aan u de voorkeur gegeven. Integendeel, ik wil het gaarne doen, zei Horace. bemerkende dat zijn bezwaren hem iets vreemds gaven in de oogen van iemand, die je zoo wei nig begrijpt. Acht dagen lang werklte hij onver poosd. Het werk scheen het aangenaam hier; omdat het in alle opzichten loo- nend was. Niets moedigt meer aan dan de zekerheid, dat het werk, dat men doet ,tot iets dient. Hij zag zijn plafonds prachtig uitvallen. Wat zijn kleine serre betreft, dat was een ju weeltje. Toen alles op papier stond, de be stekken gereed en werkl. aangenomen waren, voelde hij dat hij recht had op wat rust. Zijn verstand en de eerbied voor de welvoegelijkheid zelden hem naar Cambridge te gaan; maar zijn hart en zijn ijdelheid voerden hem naar Beacon-street. Zijn eerste bezoek was dus voor miss Motter. Buiten was de warmte verstikkend. De zomer was op Nieuw-Engeland neergekomen met een woedende kracht; het hout barstte in de zon, de wegen vertoonden breedte scheuren, men zou denken in de tropen te zijn; maar in het goed gesloten huis, alleen 's nachts geopend voor de luchtigheid, was het frtsch. 't Was drie uur. Miss Motter was niet uitgegaan, en zij was alleen thuis. Toen zij het salon binnenkwam, al leen bestemd ter ontvangst der bezoe kers, die voor haar kwamen, werd Ho race getroffen door hare gemakkelijk heid van beweging, haar gratie. Hij kende ze wel die bekoorlijkheden van het Amerikaansche meisje, maar nooit had hij ze in die mate bij haar opge merkt. Zij droeg een eenvoudige japon van wit batist, waarin ieder ander een ar- moedigen indruk zou gemaakt hebben. Geen strikje, geen oplegsel. slechts platte zoomen; maar de snit van het corsage was zoo schoon, en deed zoo volmaakt haar heerlijke vormen uit komen. dat het oog van den artiest er verblind door werd. Tevens verlustig de het oog van den verliefde zich met vreugde in zulk een schouwspel. Katie ging op de kanapé zitten en Horace tegenover haar. terwijl hij haar be wonderend! aanzag. Nu, bent u hier gekomen om nielts te zeggen, zei miss Motter met een lief lachje, haar met zijde geschoeid voetje vooruitstekend. Horace trilde. Hoeveel dingen was hij bereid te zeggen, als men hem maar aan wilde hooren. Er is niemand meer in Boston, dan u en ik. zei ze, maar alvorens te vertrekken, heeft de Bostonsche echo mij den roep over uw succes overge bracht. Men praat alleen over u! Uw roem wordt overal verspreid, zelfs tot in New-York toe. Zoo! Daar ben ik blij om! zei Ho race, die zich de woorden uit den mond rukte zooals men zich een kies uitrukt. Geheel verblind, kon hij geen. twee gedachten aan elkander verbinden. 't. Is waar! u bent nu beroemd. Het volgende jaar zal men u evenveel huizen laten bouwen als er dagen in het jaar zijn. Zult u. nu u zoo be roemd is geworden, nog tijd genoeg vinden om mij les te geven? Papa zal nooit rijk genoeg zijn om u te betalen! Zij was één lieftalligheid, één beko ring. Katie! riep Frankley uit, zie je dan niet dat ik u liefheb? Zonder te weten hoe 't gekomen was, zat hij naast haar, zoo dicht bij haar. dat hij haar tegen zich an voelde, zon der d'at hij haar aan durfde raken. Zoo erg? zei ze. het hoofd ach- terovervverpend om hem van onder haar lange wimpers aan te zien. Hartstochtelijk! antwoordde hij. terwijl hij haar handen vatte. Zij trok ze niet, terug. Maar de han den van dat standbeeld bleven koud onder zijn brandende kussen. Horace hief het hoofd op om haar aan te zien ;hij wist niet wat hij den ken moest van haar onbewegelijkheid, van haar stilte. Het hoofd steunend op de leuning, zag zij hem nog altijd aan met haar betooverenden blik. Maar u, u hebt mij niet lief! riep hij uit. Daar weet u niets van. antwoord de zij zachtjes, zonder zich te bewe gen. Ge heel huiten zichzelf, sloot hij haar in zijn arinen. om de lipjes, die zoo gesproken hadden, te kussen. Zij maakte zich los. echter zonder ruwheid. Meneer Horace Frankley, zei ze, ik geloof dat u uw zinnen verloren hebt. Ja. riep hij uit. ik hen krankzin nig, dat is waar! Al achtt, maanden aanbid ik u! De vriendschap die ik voor John heb, legde mij het stilzwij gen op; maar nu u vrij bent, kan ik spreken! Zoolang ik nog een arme drommel was zonder fortuin, zou ik het niet hebben durven doen, u zoudt gedacht hebben dat ik het om de mil- lioenen van uw vadJer deed, nu. nu ik iemand ben, die geld verdient, kan ik zeggen: ..Ik houd van je, Katie, wil je mijn vrouw zijn?" Bent u er wel zeker van dat u mij liefhebt? vroeg zij kalm. Ik? U houdt niet van mij. Ik heb u gezegd dat u er nttets van wist. Nu vatte hij haar mooie handen die zij niet terugtrok. Zeg dan. dat u mijn vrouw wilt worden! U zult zien wat ik doen lal om u te bezitten. Kom. beste vriend, zei Katie, hem een plaats naast haar wijzend, laten wij ernstig praten. U wilt mij trou wen? Ik stem erin toe. Maar het kan zijn dat mijn vader het weigert. Uw vader? stamelde hij. 't is nieft noodig dat wij er hem over spreken, maar u gelooft'dat hij in staat is te weigeren... Wanneer ik beroemd ben, binnen een jaar denk ik, wanneer het weeshuis begonnen zal zijn, zal hij de eergte zijn. die Ja, d&n; maar wilt u mij tot dien tijd toe. hetzelfde Leven laten leiden, als dezen winter? Zij rilde met een uitdrukking van waren afkeer. Neen. Horace, ik wil een oprechte positie; je zult mijn vaders toestem ming krijgen, of Of wat? zei' Horace angscig. Of ik trouw u niet. Zij trok haar handen terug. Deze kleine beweging groef tusschen haar en Frankley een afgrond. U houdt toch een beetje van mij... zooeven hebt u niet het tegendeel ge zegd. Zij stond op en voor hem Staande, zei zij. Ik wil, dat wij gelukkig zijn, beste vriend, en we zullen het zijn. wanneer er tusschen ons geen plaats is voor een misverstand. Dat het voorbeeld

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 1