NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
FRANKLEY.
20e Jaargang
Woensdag '2 Juli 1902.
No. 5829
HEM'S DASBLAD
ABONN BMEN TSPRIJS
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.02
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37^
de omstreken en franco per post 0.45
ADVERTENTIËN
Van 1—5 regels 50 0te.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt.
Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 199.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks, "behalve op Zon- en Feestdagen
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PuUicité Etrangère G. Li DAUBE Co. JOHN F. JONES, Sued, Parijs 31H* Faubourg Monnruxrtre,
Haarlem'b Dagblüd van 2 Juli
bevat o.a.:
Over het drievoudig Verbond,
Uit Zuid-Afrika, Pensioenvereeni-
ging, Wielernieuws Pro-boer-
▼ereeniging, De uitsluiting.
Officieele Berichten.
SCHUTTERIJ.
BURGEMEESTER en WETHOU-
DERS van Haarlem,
Brengen ter kermis van belangheb
benden, dat do commissie van Onder
zoek en beslissing omtrent de reden
van vrijstelling en uitsluiting van den
schutterlijken dienst, voorgeschreven
bij art. 15 der wet van 11 April 1827
(Staatsblad no. 17), zitting zal houden
op den Doelen alhier, op Woensdag
9 Juli 1902 en op Donderdag 10 Juli
1902, telkens aanvangende des mor
gens 'te 9 uur; en dit wat betreft eerst-
genoemden dag voor de houders van
de lotingsnummers 80 tot 350, die dit
jaar voor de Schutterij zijn ingeschre
ven en vermeenen redenen van vrij
stelling te hebben, of verlangen zou
den van het voorrecht van nommerver-
wisseling gebruik te maken, en den
laatstgenoemden dag voor de houders
ider lotingsnummers 351 tot 474, als
mede voor hen die reeds bij de schut
terij zijn ingelijfd en na hunne inlij
ving redenen tot vrijstelling of ont
slag mochten hebben voor te dragen,
of alsnog verlangen van nommer te
verwisselen.
Zij, die verzuimen zich op den bo-
venbepaalden tijd voor gezegde Com
missie t© vervoegen, zullen overeen
komstig de bepalingen van art. 16 van
Z.M. besluit van 28 Juni 1828 (Staats
blad no. 42) voor den dienst worden
aangewezen, terwijl zij, die zich door
de beslissing dier commissie mochten
bezwaard achten, overeenkomstig art.
16 der genoemde wet de bevoegdheid
hebben, om daartegen bij Gedeputeer
de Staten van Noord-Holland schrif
telijk en wel op ongezegeldi papier en
zonder eenige kosten in hooger beroep
te komen.
Haarlem, 30 Juni 1902.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris.
PIJNACKER.
Politiek Overzicht.
Tot aller geruststelling, tot verras
sing van enkelen, naar verwachting
van de meesten is Zaterdag bet be
richt gekomen dat het Drievoudig
Verbond tusschen Duitschland, Italië
en Oostenrijk-Hongarij,e vernieuwd
en door Von Bülow, graaf Lanza, en
Von Szögeny, ieder voor zijn land,
onderteekend is.
De ingenomenheid, dat het reeds
twintig jaar tot genoegen der drie
aangesloten rijken bestaande verbond
aldus voortgezet wordit, is nog groo-
ter door de omstandigheid, dat het
Drievoudig Verbond1 in onverander-
den vorm is gebleven.
Men herinnert zich de pogingen van
zekere zijde, met name van Frankrijk
om Italië tot afvallige te maken, ten
minste het Drievoudig Verbond te
verzwakken. Doch daarheen heeft de
Fransche Tripoli-politiek het niet ver
mogen te leiden!
Graaf von Bülow liet in die dagen
al geen twijfel, of hij eenige wijziging
in den aard van het Verhond zou toe
laten, door te zeggen, dat de over
eenkomst, wat hem betrof, slechts
waarde bezalt, wanneer zij onveran
derd hernieuwd werd. Over het. ver
bond zelf liet hij zich den 8en Janu
ari in den Rijksdag aldus uit: „Indien
het Drievoudig Verbond ook voor ons
gefsn bepaalds noodzakelijkheid is,
zoo blijft het toch in de hoogste mate
van waarde als versterkte garantie
voor den vrede en den status quo."
Ook de uitlatingen van graaf Golu-
chowski, den 7en Mei in de Hongaar-
sche delegaties gedaan, lieten feitelijk
geen twijfel over, dat de errie regee
ringen het reeds een 3 waren gewor
den over de hernieuwing, al meende
men uit zijn woorden te moeten op
maken, dat er mogelijk nog wel wijzi
gingen in de bepalingen gemaakt kon
den worden.
Het Drievoudig Verbond Is echter
onveranderd hernieuwd, en het zal
in de toekomst zijn, wat het ook m
het verleden was: een verzekering
maatschappij tegen verstoringen van
den vrede zooals graaf Von Bülow
liet eens genoemd heeft.
Evenals het in het verleden zijn ka
rakter behield van zuiver diefensieven
aard, zoo zal het ook in de toekomst
geen 'der drie partijen beletten over
eenkomsten met andere mogendhe
den te sluiten. Italië en Frankrijk
zijn dus vrij met elkaar te doen en te
laten wat zij willen. Lastige verplich
tingen drukken de drie toegeltredenen
evenmin, de omvang van land- en
zeefmacht wordt gehjeel 5n het mid
den gelaten.
De „Voss. Ztg." vindft het noodig
nog eens goed te onderstreepen, dat de
hernieuwing een zaak van belang is
en dat bij niöt-vernieuwing de groe
peering der mogendheden zeker ver
anderd zoude zijn en de internatio
nale toestand in Europa een ingrij
pende wijziging zou hebben onder
gaan.
Het blad schrijft derhalve: „Gaan
wij dit alles na, zoo zijn wij oprecht
verheugd-, dait in onze betrekkingen
naar buiten in de naaste toekomst
geen verandering zal komen. „Queta
non movere" dit woord heeft ook
in de tegenwoordige omstandigheden
böteekenis. Daar het Drievoudig
Verbond sedert twintig jaar niet wei
nig heeft, bijgedragen den vrede in
Europa te handhaven, zoo mogen wij
hopen, dat het ook in de toekomst in
dezelfde richting werkzaam zal blij
ven. En wanneer ook het Tweevoudig
Verbond zich als tot nu toe als een
vredesbond blijft gedragen, dank zij
dier vredelievendheid van den Tsaar
en de Fransche democratie zoo
mag Europa met het stelsel der tegen
wichten, dat zich bij de ontwikkeling
der dingen gevormd heeft, wel tevre
den zijn."
De sehaarsche berichten uit Zuid-
Afrika blijven denzelfden vredelieven
de n geest inademen de pacificatie der
beide nieuwe kolonies gaat rustig haar
gans en, van hier beoordeeld, schijnt
het. dat de Boerenaanvoerders den
Engelschen zooveel mogelijk behulp
zaam zijn, om den geregelden gans
van zaken weer in te voeren. Hoe
eerder dat geschiedt, hoe beter het in
stoffelijken zin voor Transvaal en
Oranjerivierkolonie zijn zal.
Generaal Lyttelton, die Lord Kitche
ner als opperbevelhebber is opgevolgd,
heeft het overwonnen gebied in twaalf
militaire districten verdeeld waarin
vo'orloopig een bezettingsleger van
75000 man zal worden gehandhaafd.
Indien de Boeren hun self-govern
ment, dat hun beloofd is, zullen heb
ben verkregen, zal het leger tot op
50.000 man verminderd worden, totdat
alle vrees vrees voor weder oplevende
agitatie voorbij zal zijn.
Zoowel de Engelschen als de Boe
ren hebben er nu belang bij. den ge
wonen staat van zaken zoo spoedig
mogelijk te zien terugkeerenvoor
Engeland zijn de kosten van he: in.
standhouden van een groot bezettings
leger onaangenaam, omdat zij de ont
zettende oorlogslasten nog hooger op
drijven, en voor de Boeren is het
zaak, hun landbouw- en veeteeltbe
drijf zoo snel mogelijk te hervatten.
In sommige districten is alles ver
woest, zoodat de Boerenbevolking nog
in de isteden onderhouden moet wor
den tot de hoeven herbouwd zijn, dc
hand aan den ploeg geslagen kan
worden tii de kudden het veld weer
ingedreven kunnen worden.
Ook wat de beloften van herbouw
van hieven en herstelling van den
veestapel betreft, is het voor de En
gelschen van belang hun woord na te
komen, want hoe langer de bloeiende
handel dezer landstreken op zich laat
wachten, hoe meer het bez'it van het
nieuw verworven gebied Engeland een
blok aan het been zou blijken te zijn.
Buitenlandsch Nieuws
Uit Zuid-Afrika.
Natal komt morgen in het formeele
bezit van het nieuwe gebied, mgt in
begrip van Vrijheid, dat haar uit den
Transvaalschen buit is toegestaan.
Te Beaufort-Wesit heeft zich Vrijdag
overgegeven het commando van Gol-
ding waarvan men nog nooit gehoord
heeft. De Boeren juichten ter cere
van den Koning.
Onder die telegrammen met wenschen
voor zijn herstel die koning Eduard
dezer dagen ontvangen heeft, is er ook
een van een vergadering van Trans-
vaalsche Boeren, die zeggen Gode te
bidden, het leven van den Koning en
de Koningin lang te sparen.
I>e ziekte van koning Edward.
Het bulletin van Maandagavond meldt
dat de Koning een vrij goeden dag had.
Het ongemak, voortspruitende uit de
wond is minder.
Wanklanken.
Een gelegenheids-berichtgever schrijft
uit Pretoria onder dagteekening 7 Juni
een brief aan de Times, die in overeen-
stemming met de zelfvoldaanheid, om
[liet zacht uit te drukken, zijner geest-
verwanten over het tot stand komen van
den toen pas gesloten vrede, begint met
een loflied op het behaald succes en een
[rooskleurig toekomstbeeld van de ver
wachte samenwerking en verbroedering
[tusschen Boer en Brit,
I Maar, vervolgt hij dan, al is er nu nog
geen wanklank vernomen, er zijn toch
I teekenen, die wijzen op een kleide barst
i in de luit der Zuid-Afrikaansche harmo-
niet (Dit beeld blijft vor rekening van
den correspondent). Eigenaardig genoeg
komt dit verschijnsel van hen, die niet
medevochten in den strijd, welke zij hun
uiterste best gedaan hebben om aan te
moedigen. Hier in de hoofdstad bv. zijn
er veel goed ontwikkelde, maar verbit
terde Boeren, die de Boerenafgevaardig-
den de gemakkelijkheid verwijten, waar
mede zij hun onafhankelijkheid hebben
prijs gegeven. Diezelfde lieden spraken
cbreven vóór den oorlog er zoo
krachtig mogelijk voor. Toen de Engel
schen te Pretoria kwamen legden zij het
eerst de wapens neer en hebben sedert
dien tijd feitelijk voortdurend hun eed
van neutraliteit gebroken door op vol
harding in het verzet aan te dringen. Het
is waar, zij woonden in geriefelijke hui
zen terwijl htm landgenootcn op het. kale
veld vochten
Zoo gaat het nog eenige regels door,
totdat de briefschrijver over deze lieden
aldus zijn oordeel samenvat in den laat
ste n zin: „Zij zijn inderdaad weerzin
wekkend in ieder opzicht, maar zij heb
ben zekeren invloed en macht, die wij
niet kunnen voorbijzien"
Het is duidelijk, dat de man hier aan
de eene of aan de andere zijde overdrijft
of fantaseert. Waren deze bedillers der
vredesvoorwaarden inderdaad zooals zij
worden afgeschilderd, dan is het niet
aan te nemen, dat zij na zulk een gedrag
nu nog macht en invloed oefenen. Ver
moedelijk zijn velen hunner om geldige
redenen in Pretoria achtergebleven toen
de Engelschen er kwamen en hebben zij
er door een geregelde inlichtingendienst
naar de ltommando's te velde nut genoeg
gesticht om hun verblijf er te rechtvaar
digen. En de beschuldiging van lafheid
is de eerste waarmede de dappere Brit
zijn tegenstander steeds aanrandt. Al
de twintig duizend Boeren, die zich nu
onderworpen hebben, waren kort geleden
nog lafaards! De hoofdzaak is echter dat
een man, die wel eenig gezag zal heb
ben, waar hij de eer wordt waardig ge
keurd, zijn gelegenheidsbrieven op een
in 't oog vallende plaats in de „Times"
te zien opgenomen, 7 dagen na 't slui
ten van den vrede al van een „kleine
barst in de luit der Zuid-Afrikaansche
harmonie" gewaagt. Dat baant den weg
jtot andere bekentenissen over die plot
selinge, geheimzinnige verbroedering
j ginds.
Er is, vervolgt de briefschrijver, nog
een andere oorzaak voor wanklanken.
Het is de onverholen afkeer der zich on
derworpen hebbende Boeren voor de Na
tionale verkenners. Hoe is het mogelijk,
vraagt men zich af. Dat schrijft men aan
de „Times" pp 7 Juni, terwijl naast zoo
veel andere verbijsterende berichten, de
I telegraaf niet moede is geworden om ook
te wijzen op en bijzonderheden te bren
gen van de verrassende vriendschappe
lijke verhoudingen tusschen de van kom-
mando komende Boeren en de Nationale
verkenners. Men zag ze handenschud
dend en gearmd in Pretoria loopen. En
nu lezen we van „onverholen afkeer".
De briefschrijver acht deze omstan
digheid echter voor de Engelschen
een voordeel. Dat is een heel andere
zaak en gelooven we graag, ofsqftoon
ihet „voordeel" heel gauw ook de goe-
,de verstandhouding tusschen de Boe
ren en hun nieuwe vrienden in gevaar
kan brengen, gesteld dat die er wer
kelijk eenigszin.s is, wat wij nog steeds
betwijfelen. De Nationale verkenners
moeten, meent de schrijver, natuurlijk
een belooning hebben. Na'tuurlijk!
Maar die kunnen wij hen niet geven
uit de 3.000.000 pond. want de afge
vaardigden vatten het op en staan
er op, dat dit geld zal dienen om den
eigendom te herstellen van hen, die
het meest door den oorlog geleden
hebben. Zij beroepen zich op de be
taling, djie de Naftionale* verkenners
genoten hebben, als een argument,dat
deze niet dezelfde aanspraken kunnen
'maken als zij. die alles verloren heb
ben. Dat is de tweede reden van te
verwachten moeilijkheden 1
De hoofdoorzaak voor gevaar ligt
echter, besluit de schrijver, in de mo
gelijkheid, dat de vorming van een
Boeren- e'J een Engelschen-partij een
tweede Ierland zal doen ontstaan.
Voort oogenblik wordt de bitterheid
van den oorlog overmeesterd door de
ontroering, opgewekt door het staken
der vijandelijkheden. Dan zal de tijd
komen, van den papieren oorlog, als
de Boeren aan het schrijven gaan
voor de hen bestormendie uitgevers
van h u n oorlogsgeschiedenis. En
ten slotte zai de tijd komen, dat de
-hardnekkige Boer zal poegn door zijn
stembiljet terug te winnen wat hij
met de wapens verloor.
Er zijn Boeren, die hun kinderen
geen erfd'eel van rassenheat willen na
laten en hen zullen leeren getrouw©
Britsche onderdanen te worden. Maar
het is ijdelo waan te denken, dat deze
opvatting algemeen zal worden. Men
moet daarom verdeeldheid' onder de
Boeren zelf zaaien. Divide et impe-
ra. Alle partijpolitiek mag slechts loo
pen over plaatselijke belangen, of
over onderwerpen als irrigatie, spoor
wegen, fedejratie. Gelukkig waren
de Boeren ook vroeger geen onver
deeld volk en het |s zaak de toon
aangevende Afrikaners aan de nieu
we regeering te hech'ten. Voorts zal
die scheiding tusschen ontwikkelde
mannen als Botha, Smuts en Reitz an
den langgebaarden Dopper uit Rus
tenburg ook toenemen, nu een figuur
als die van Kruger de verschillend»
elementen niet meer bijeenhoudt. Dit
is, zegt de schrijver ten slotte, een
zeer oppervlakkige schets van den
toestand. Er kunnen natuurlijk nog
meer wanklanken komen. Ook kun
nen de nu reeds bestaande misschien
op gelukkige wijze weggenomen wor
den
Misschien! Maar de eerste kans is
grooter. Een nieuwe wanklank zou
bijv. kunnen ontstaan uit een ver
schillende opvatting over de bestem
ming der 3.000.000 pond, in verband
waarmede deze merkwaardige brief
ons ook eenig licht verschaft omtrent
de opinie der Bóeren-afgevaardigden,
die ook de Nationale verkenners als
uitgesloten beschouwen. Zoude Mil-
ner zich inderdaad juist hebben uit
gedrukt en niët Chamberlain, waar
deze het liet voorkomen alsof ook de
Engelsche schadelijders er van mee
moesten hebben?
Algemeene Berichten.
In een vechtpartij tusschen twee
gondeliers te Venetië werd een der
mannen in het hart gestoken. Hij
werd naar het ziekenhuis gebracht,
waar de doctoren de wond naaiden.
De operatie duurde een uur. De pa
tiënt is aan de betere hand.
Drie soldaten van het kamp te Zou9
fana. in Algerië, waren Woensdag in
de rivier de Oued aan het visschen.
toen zij werden aangesproken door
2 gewapende Arabieren, met wie zij
spoedig ui druk gesprek geraakten.
He soldaten, van welke er twee gewa
pend waren, hadden hunne geweren
naast zich gelegd, Plotseling schoot
éen der Arabieren een soldaat dood,
terwijl de andere Arabier een tweeden
soldaat met een dolk overhoop stak.
De derde soldaat vluchtte, doch keer
de later terug en vond zijn beide ka
meraden dood.
Uit New-York wordt aan de „Mar
tin" geseind' dat de politie van Boston
gewaarschuwd was voor een troep
anarchisten die Vrijdag jl. verwacht
werd ,ter gelegenheid van liet bezoek
van president Roosevelt aan de Har-
ward-universiteii. Deze anarchisten
toch waren van plan oen aanslag ie
doen op het leven van den president.
Driehonderd agenten van politie be^
waakten den weg tusschen het station
en het universiteitsgebouw.
Door de Fransche regeering is een
wetenschappelijke commissie gezonden
naar Martinique, om onderzoek te doen
naar de reden der uitbarsting van de
Mount Pelée. Deze commissie is van
oordeel, volgens haar telegram aan de
regeerihg. dat de vernieling van Saint
Pierre te wijten is aan eon uitbarsting
van gassen, van zoer hooge tempera
tuur, in de richting Noordl-Zuid'. Het
niveau van het eiland is niet gedaald
De vulkaan is thans volkomen kalm."
Het totaal dor inschrijvingen te
Parijs bedraagt thans ruim 3 5 millioen
francs.
Fenilleton.
Naar het Fransch
van
HENRI GREVILLE.
15.
O, mijn waardie meneer, volgens
mij, als men van dokter verandert,
doet men d'at zonder er zich over te
bekommeren of die oude er tevreden
over is of niet. Trouwens, wanneer u
het werk niet bevalt, bent u niet ver
plicht het te doen ;d'an zal een ander
het wel doen. Maar mevrouw Alcott
had mij gezegd ,dat u intelligent en
ondernemend was. en daarom heb ik
aan u de voorkeur gegeven.
Integendeel, ik wil het gaarne
doen, zei Horace. bemerkende dat zijn
bezwaren hem iets vreemds gaven in
de oogen van iemand, die je zoo wei
nig begrijpt.
Acht dagen lang werklte hij onver
poosd.
Het werk scheen het aangenaam
hier; omdat het in alle opzichten loo-
nend was. Niets moedigt meer aan
dan de zekerheid, dat het werk, dat
men doet ,tot iets dient. Hij zag zijn
plafonds prachtig uitvallen. Wat zijn
kleine serre betreft, dat was een ju
weeltje.
Toen alles op papier stond, de be
stekken gereed en werkl. aangenomen
waren, voelde hij dat hij recht had op
wat rust. Zijn verstand en de eerbied
voor de welvoegelijkheid zelden hem
naar Cambridge te gaan; maar zijn
hart en zijn ijdelheid voerden hem
naar Beacon-street. Zijn eerste bezoek
was dus voor miss Motter.
Buiten was de warmte verstikkend.
De zomer was op Nieuw-Engeland
neergekomen met een woedende kracht;
het hout barstte in de zon, de wegen
vertoonden breedte scheuren, men zou
denken in de tropen te zijn; maar in
het goed gesloten huis, alleen 's nachts
geopend voor de luchtigheid, was het
frtsch.
't Was drie uur. Miss Motter was
niet uitgegaan, en zij was alleen
thuis.
Toen zij het salon binnenkwam, al
leen bestemd ter ontvangst der bezoe
kers, die voor haar kwamen, werd Ho
race getroffen door hare gemakkelijk
heid van beweging, haar gratie. Hij
kende ze wel die bekoorlijkheden van
het Amerikaansche meisje, maar nooit
had hij ze in die mate bij haar opge
merkt.
Zij droeg een eenvoudige japon van
wit batist, waarin ieder ander een ar-
moedigen indruk zou gemaakt hebben.
Geen strikje, geen oplegsel. slechts
platte zoomen; maar de snit van het
corsage was zoo schoon, en deed zoo
volmaakt haar heerlijke vormen uit
komen. dat het oog van den artiest er
verblind door werd. Tevens verlustig
de het oog van den verliefde zich met
vreugde in zulk een schouwspel. Katie
ging op de kanapé zitten en Horace
tegenover haar. terwijl hij haar be
wonderend! aanzag.
Nu, bent u hier gekomen om nielts
te zeggen, zei miss Motter met een lief
lachje, haar met zijde geschoeid voetje
vooruitstekend.
Horace trilde. Hoeveel dingen was
hij bereid te zeggen, als men hem maar
aan wilde hooren.
Er is niemand meer in Boston,
dan u en ik. zei ze, maar alvorens te
vertrekken, heeft de Bostonsche echo
mij den roep over uw succes overge
bracht. Men praat alleen over u! Uw
roem wordt overal verspreid, zelfs tot
in New-York toe.
Zoo! Daar ben ik blij om! zei Ho
race, die zich de woorden uit den
mond rukte zooals men zich een kies
uitrukt.
Geheel verblind, kon hij geen. twee
gedachten aan elkander verbinden.
't. Is waar! u bent nu beroemd.
Het volgende jaar zal men u evenveel
huizen laten bouwen als er dagen in
het jaar zijn. Zult u. nu u zoo be
roemd is geworden, nog tijd genoeg
vinden om mij les te geven? Papa zal
nooit rijk genoeg zijn om u te betalen!
Zij was één lieftalligheid, één beko
ring.
Katie! riep Frankley uit, zie je
dan niet dat ik u liefheb?
Zonder te weten hoe 't gekomen was,
zat hij naast haar, zoo dicht bij haar.
dat hij haar tegen zich an voelde, zon
der d'at hij haar aan durfde raken.
Zoo erg? zei ze. het hoofd ach-
terovervverpend om hem van onder
haar lange wimpers aan te zien.
Hartstochtelijk! antwoordde hij.
terwijl hij haar handen vatte.
Zij trok ze niet, terug. Maar de han
den van dat standbeeld bleven koud
onder zijn brandende kussen.
Horace hief het hoofd op om haar
aan te zien ;hij wist niet wat hij den
ken moest van haar onbewegelijkheid,
van haar stilte. Het hoofd steunend
op de leuning, zag zij hem nog altijd
aan met haar betooverenden blik.
Maar u, u hebt mij niet lief! riep
hij uit.
Daar weet u niets van. antwoord
de zij zachtjes, zonder zich te bewe
gen.
Ge heel huiten zichzelf, sloot hij haar
in zijn arinen. om de lipjes, die zoo
gesproken hadden, te kussen.
Zij maakte zich los. echter zonder
ruwheid.
Meneer Horace Frankley, zei ze,
ik geloof dat u uw zinnen verloren
hebt.
Ja. riep hij uit. ik hen krankzin
nig, dat is waar! Al achtt, maanden
aanbid ik u! De vriendschap die ik
voor John heb, legde mij het stilzwij
gen op; maar nu u vrij bent, kan ik
spreken! Zoolang ik nog een arme
drommel was zonder fortuin, zou ik
het niet hebben durven doen, u zoudt
gedacht hebben dat ik het om de mil-
lioenen van uw vadJer deed, nu. nu ik
iemand ben, die geld verdient, kan ik
zeggen: ..Ik houd van je, Katie, wil je
mijn vrouw zijn?"
Bent u er wel zeker van dat u mij
liefhebt? vroeg zij kalm.
Ik? U houdt niet van mij.
Ik heb u gezegd dat u er nttets
van wist.
Nu vatte hij haar mooie handen die
zij niet terugtrok.
Zeg dan. dat u mijn vrouw wilt
worden! U zult zien wat ik doen lal
om u te bezitten.
Kom. beste vriend, zei Katie, hem
een plaats naast haar wijzend, laten
wij ernstig praten. U wilt mij trou
wen? Ik stem erin toe. Maar het kan
zijn dat mijn vader het weigert.
Uw vader? stamelde hij. 't is nieft
noodig dat wij er hem over spreken,
maar u gelooft'dat hij in staat is te
weigeren... Wanneer ik beroemd ben,
binnen een jaar denk ik, wanneer het
weeshuis begonnen zal zijn, zal hij
de eergte zijn. die
Ja, d&n; maar wilt u mij tot dien
tijd toe. hetzelfde Leven laten leiden,
als dezen winter? Zij rilde met een
uitdrukking van waren afkeer.
Neen. Horace, ik wil een oprechte
positie; je zult mijn vaders toestem
ming krijgen, of
Of wat? zei' Horace angscig.
Of ik trouw u niet.
Zij trok haar handen terug. Deze
kleine beweging groef tusschen haar
en Frankley een afgrond.
U houdt toch een beetje van mij...
zooeven hebt u niet het tegendeel ge
zegd.
Zij stond op en voor hem Staande,
zei zij.
Ik wil, dat wij gelukkig zijn, beste
vriend, en we zullen het zijn. wanneer
er tusschen ons geen plaats is voor
een misverstand. Dat het voorbeeld