Tweede Blad,
FRANKLEY.
be boor er de bij
„HfiÊPieRi's Oagbssd"
van
Donderdag 10 Juli 1902.
tfs. 5836
Zuiderzee-Visscherij.
Onze Zuiderzee-visseherii is in <le
laatste jaren kolossaal achteruitge
gaan voor eenige maanden geleden
meldde men, dat er van de 36 bot
ters, die Zaandam telt, nog slechts
zes in werkelijkheid ter vischvangst
uitvaren. Stelt men een onderzoek in
naar armoede, die daar geleden wordt,
dan staan de visschers in de eerste
rijen, waar ze niet een huishouding
van zes tot acht kinderen in vele ge
vallen niet meer dan f 6 gemiddeld per
week verdienen. Bij afsluiting en ge
deeltelijke drooglegging van de Zui
derzee is de visscherij geheel ten doode
gedoemd, omdat het meerendeel der
visschen die nu de Zuiderzee bevolken,
niet kan leven in het water van het
dan te vormen IJselmeer. Wat de
Zuiderzeeharing betreft, dr. Hoek
schrijft daarvan het volgende
„Nemen wij aan. dat doo,r de droog
making de meeste en beste paarplaat-
seri van de Zuiderzeeharing zullen
verloren gaan, dan moet ik verklaren,
dat ik het niet onmogelijk acht, of
schoon ik mij hier niet gaa-rne beslist
over uit zou laten, dat het ras der
Zuiderzee-haring bij de afsluiting ge
heel tot de geschiedenis zal gaan be-
hooren. Voor de Zuiderzeeharing-
vangst en voor de gewichtige nijver
heid der bokkingrookerij zou ik dus
de vrees niet durven onderdrukken,
dat uitvoering van het bedoelde plan
een zeer nadeeligen invloed uitoefe
nen zal.
De oplossing van het bezwaar, dat
de Zuiderzee-visschers hun arbeids
veld voor de ansjovis en haringvangst
zullen verliezen, moet volgens den heer
v. d. Veur gezocht worden in de be
vordering van de Noordzee-visscherij.
Volgens vrij nauwkeurige gegevens
zouden tusschen 1500 en 1600 vaartui
gen met pi. m. 3000 koppen de visch-
vangst uitsluitend op de Zuiderzee
als eigenlijk bedrijf uitoefenen. Deze
cijfers geven dus per saldo de kern
aan van de belangen der eigenlijke
Zuiderzee-visscherij.
Nu heeft de Staatscommissie van
1892 bij het opstellen van haar ver
slag het beginsel aangenomen, deze
kern der Zuiderzee visscherij schade
loos te stellen voor het bij de afslui
ting en mpoldering te lijden nadeel.
Zeer zeker mag dit beginsel als iets
zeer bij zenders aangemerkt worden,
waar de Staat der Nederlanden bij het
aanleggen van groote werken bijna
nog nooit een schadevergoeding heeft
toegekend aan degenen, die door de
tot .standkoming dier werken in hun
bedrijf zouden te lijden hebben. Het
zijn evenwel niet alleen de visschers.
die de gevolgen van de afsluiting en
bedijking zullen ondervindenbehal
ve zij is een breede schare van nijvere
vaderlanders, die niet in hun bestaans
middelen mogen worden benadeeld,
aan he: visscherii-bedrijf verbonden,
zooals de zouters, de scheepsbouwers
leveranciers van touwwerk, netten,
enz. Doch er is op gerekend, dat bij
de inpoldering mooie waterwegen
naar de voormalige kuststeden zullen
gemaakt worden, waardoor de toe
gang tot hun standplaatsen bijna even
gemakkelijk blijft en waardoor dus
deze aan de visscherij verwante be
drijven niet behoeven achteruit te gaan.
Komt de verwachting van de Staats
commissie u'it, dat de oude Zuiderzee-
visschers zullen wenschen nieuw
Noordzeemateriaal te krijgen, dan zal
voor het meerendeel dezer bedrijven
zelfs een tijcl van verlevendiging, van
ongekenden voorspoed aanbreken, zij
zullen handen te kort komen, om aan
de bestelling van al het benoodigde
nieuwe materiaal te voldoen.
Dat thans reeds zooveel werkeloos
heid in de Zuiderzeevisscherij bestaat,
moet voor een groot, deel worden toe
geschreven aan het gebrekkige mate
rieel. ook zelfs zonder afsluiting der
Zuiderzee zou het materieel noodzake
lijk moeten worden omgebouwd.
Een centrale commissie ter behar
tiging van de belangen van hen, die
bij eventueele drooglegging der Zui
derzee schade zullen lijden, heeft door
middel van plaatselijke commissies
haar gegevens verzameld. Door een
persoonlijk onderzoek ter plaatse zijn
deze gegevens in de tweede helft van
het jaar 1901 gecontroleerd, om daar
na aan de Regeering te worden over
gelegd. Op deze wijze kan men zich
verzekerd houden, dat niemand's be
langen zullen worden uit het oog ver
loren.
De Staatscommissie heeft voorge-
steld aan de Zuiderzee-visschers. een
Fenlüeton.
Naar het Fransch
van
HENRI GREVILLE.
22..
Op het oogenblik. dat zijn toestand
al te erg werd, kreeg Katie Motter een
verkoudheid, en werd genoodzaakt,
thuis te blijven.
Men kwam haar een weinig bezoe
ken, in do Week dat de dokter haar
verboden had uit te gaanhoe zou
den hare vrienden ook een oogenblik
tijd voor haai" hebben gevonden in
dat leven zoo vol van allerlei genot,
waarin nooit een vrije oogenblik tijd
voorkomt.
Horace bijna alleen kwam haar in
het schemeruurtje opzoeken. Dat was
voor hem het uur waarop hij rust kon
nemen, waarop zijn oogen behoefte
hadden aan het zachte licht van een
lamp, in een salon met gesloten gor
dijnen. waar het lekker warm was.
terwijl het buiten te koel was.
't Was vijf uur. het oogenblik. dat
schadeloosstelling te verleenen :n den'
volgenden vorm
lo. Aan bejaarde visschers, die
zich niet gemakkelijk meer kunnen
inwennen in een nieuwen, zij het ook
verwanten werkkring, een ouderdoms
pensioen te verleenen. De ouderdoms-
grens is opzettelijk zeer ruim, tot 55
jaar getrokken.
2n. De visschers. 'in de kracht van
hun leven, voor welk tijdperk ook een
zeer ruime grens van 12 tot 15 jaar
werd aangenomen, in staat te stellen,
elders hstzefde of althans een verwant
bedrijf te hervatten, de staat zou het
onbruikbare materiaal overnemen,
en daarentegen nieuwe schuiten met
volledigen inventaris verschaffen, ge
schikt om de Noordzee te bevaren. De
visschers zouden dan. zich comb'inee-
rende naar onderling goedvinden, al
naar hunne keuze kunnen, verkrijgen
óf botters a 40 ton, te bemannen met
2 tot 4 man voor de kustvisscherij, of
groote loggers, te bemannen met 13
koppen, waarmee dan echter de groote
zee kan worden opgezocht.
Wanneer dé prijs van een botter op
f 4300 en die van een logger op f 20.900
is te bepalen, de botter rnet 3 man en
de logger met 13 man wordt bemand,
dan komt men tot de volgende becij
fering Het verschaffen van voor de
kustvisscherij geschikte botters of bla
zers aan de 3000 visschers, die thans
uitsluitend of voornamelijk van de
Zuiderzeevisscherij bestaan, zal een
uitgave vorderen van 3000 3 maal
som van f4.553.000.
Eeu logger met buu, ingericht voor
de beug-vlsscherij en waarop gewoon
uk 13 man in dienst zijn, waaronder
een paar jongens, kost met ijzerbal-
last, zeilen, tuig, touwwerk, vischtulg
en uitrusting, ca. f20.900. Het ver
strekken van loggers met inventaris
zou dus komen te staan op 3000 13
maal f20.900, is f 1.807.000.
Veronderstelt men echter dat onge
veer de helft van het aantal visschers
aan botters of blazers en de andere
helft aan loggers de voorkeur geeft,
dan zijn de kosten te stellen op een
som van f4.4553.000.
Van deze som moet worden afga
trokken de waarde van 1057 botters,
die nu, uitsluitend of voornamelijk,
de Zuiderzee beVisschen stelt men de
waarde dezer vaartuigen door elkan
der genomen op f300 per stuk. dan
vervalt daardoor aan den Staat een
som van f317.000.
Om de Zuiderzeevisschers in het be
zit te stellen van geheel nieuw Noord-
zee-materiaal, moet dus een som van
f4.236.000 op het weTk worden ge
bracht.
Door een dergelijke regeling wordt
niet éen Zuiderzee-viisscher benadeeld:
integendeelvoor een vaartuig, dat
voor slechts f 300 wordt overgenomen,
ontvangt hij een geheel nieuw schip,
geheel opgetuigd, ter waarde van
f4300 terug.
En wie maar eenigszins van nabij
bekend1 is met onze kustbewoners, die
voor verx-eweg het grootste gedeelte
van de visscherij leven, weet zeer
l, dat zij het evenzoo goed aan
durven de Noordzee als de Zuiderzee
te bevaren en te bevisschen.
Van de 36 botters, die Zaandam be
zit, trekken slechts zes ter vischvangst
uit. Het is geen schaarschte, geen ge
brek aan visch in de Zuiderzee, die
hen thuis doet blijven, de reden moet
hoofdzakelijk gezocht worden in den
ouden desolaten toestand der schepen.
Zou het thans, nu de afsluiting en
droogmaking van de Zuiderzee bin
nen enkele jaren waarschijnlijk een
feit zal zijn, niet aanbeveling verdie
nen dat de alhier wonende visschers
met elkander in overleg traden en
hunne gemeenschappelijke belangen
bespraken en behartigden En zou er
ten slotte niet iets op te vinden zijn,
dat die schepen, welke thans te bouw
vallig zijn om zee te bouwen, nog
weer aan de visscherij zouden kunnen
deelnemen, om de vcordeelen, die voor
de Zuiderzeevisschers bij eventueele
droogmaking zijn weggelegd, niet te
ontgaan
Stadsnieuws.
PrOT. Stateu.
Dinsdagmiddag te 12 uur werd de
vergadering voortgezet tot het uitbren
gen dier rapporten in zake dé verschil
lende voorstellen tolt het verleenen van
subsi'die en andere.
Voorgesteld! werd de volgende sub-
sidiën te verleenen:
1. ten behoeve van de teekenschool
van de afd. Amsterdam van den R.-K.
Volksbond, groot 800 voor de jaren
1903/1905; 2. ten behoeve der dagtee-
kenschool voor meisjes der Maatschap
pij voor den Werkenden Stand te Am
sterdam, groot f 1000 voor de jaren
1902/1904; 3. ten behoeve dter Indus
trieschool in het Zeemanshuis te Am
sterdam, groot f 800 voor de jaren
1903/1905; 5. ien behoeve van het con
servatorium dier Maatschappij tot be-
vordering der Toonkunst te Anister-
het wereldsche leven in vollen gang
is, waarop de gastvrouwen met ont-
bloote schouders haar gasten ontvan
gen. En. naast Katie gezeten in het
salon, dat alleen maar door een gas
lamp was verlicht, dacht Frankley,
zonder het zich geheel te bekennen,
dat de verkoudheid' van zijn verloofde
hem de aangenaamste oogenblikken
verschafte.
Katie kon de eenzaamheid niet uit
staan en dat was het natuurlijk ge
volg van bet vrije leven, dat de jonge
meisjes reeds genieten, vanaf den tijd.
dat zij alleen naar school gaan.
Op de banken, gedurende de school
uren. in de straten bii het naar, huis
gaan. hebben zij altijd kameraden
aan hun zijde.
Men ziet ze bij troepjes loopen, bab
belend en lachend, een klein taschïe
met boeken in de hand. hun blonde of
bruine haren fladderend in den wind.
en bedekt met een roode muts van ge
breide wol, die hun doet gelijken od
wilde ondeugende jongens. Verder
zijn ze altijd bij elkaar, hetzij aan de
lunch, hetzij om te werken of om te
spelen.
En hoe kan men dan die lange een
zame dagen verdragen, als het moede
hoofd te zwak is voor den arbeid.
dam. groot 1000. voor de jaren 1903-
1905; 6. ten behoeve van de vormschool
voor onderwijzeressen te Amsterdam,
groot f 300, voor de jaren 1903/05; 7. ten
behoeve der Ambachtsschool te Haar
lem, groot f 3000, voor de jaren
1903/05; on f 1000 in eens als bijdrage
in buitengewone kosten; 8. ten behoe
ve der kweekschool voor machinisten
te Amsterdam, groot f 2000, voor de
jaren 1903/05; 9. ten behoeve der Haar-;
lamsche Huishoud- en Industrieschool,
groot f 1100, voor de jaren 1903/05; 10.
ten behoeve van de Zeevaartschool te
Terschelling, het subsidie met M00 te
verhoogen en te brengen op f 2150; 11.
ten behoeve van het schoolmuseum te
Amsterdam, groot f 300 voor de jaren;
1903/05; 12. ten behoeve van gezond
heidsmaatregelen op liet eiland' Urk,
groot f 1700; 13. ten behoeve van aan
koop van kunstvoorwerpen voor het
museum van Kunstnijverheid te Haar
lem, groot f 500; 14. in de kosten van
stichting van een bloemenkas in den
proeftuin te Aalsmeer, gróót f 2000;
15. ten behoeve van den aanleg van
proefvelden, groot f 250. voor de jaren
1903/05; 16. ten behoeve van het Oud
heidkundig Genootschap te Amster
dam, groot f 2000.
Wat bovengenoemde voorstellen
betreft, werd aldus voorgesteld' con
form de voorstellen van Gedlep. Staten
te besluiten. Rapporteurs waren de
heeren A. Harmsen Jr.. A. E. Zimmer
man, mr. H. J. C. van Tienen, A. Sas
sen. mi\ D. P. D. Fabius.
In den aanvang der zitting werd
mededeeling gedaan van een ingeko
men schrijven van het Ned. School
museum, verzoekende, onder uiteenzet
ting van redenen, het genoten subsidie
van f 500 niet te verlagen. Dat verzoek
is te laat ingekomen om nog in han
den der commissie te worden gesteld'.
Afwijkend van de voorstellen van
Ged. Staten was het rapport over het
voorstel tot afwijzing van het verzoek
om subsidie ten behoeve van de Ver-
eeniging voor spraakgebrekjiigen te
Amsterdam. De meerderheid der com
missie acht deze zaak niet van philan-
tropisch maar van algemeen belang.
Bij het spwaarzaam overleggen van
stukken vindt zij echter geen vrijheid
een van Ged. Staten afwijkend voorstel
te doen. Zij adviseert dus tot ren-
voyeering naar Ged. Staten.
Ter zake van die verpleging te Meer-
enberg sprak de commissie den wensch
uit nog in deze zitting te mogen ver
nemen welke stappen door Ged. Staten
zijn gedaan tot uitvoering van het be
sluit van 12 Juli 1.1., inzake de verple
ging.
Voorgesteld' wordt het voorstel van
Gedi. Staten tot vaststelling van een
reglement op de pensioneering van
ambtenaren en beambten van den proy
waterstaat en hunne wéezen, te ren
voy eeren. Bij het voorstel tot heffing
van opcenten, hetwelk de commissie
voorstelt goed te keuren, spreekt zij
den wensch uit, dat volgens het advies
van mr. C. G. Geetófcsema, de kassaldo's
zoo spoedig mogelijk zullen worden be
legd.
Inzake de verbetering van de Be-,
verwijker vaart oordeelt de commissie
dat deze verbetering ook van alge
meen belang is. en een subsidie van de
provincie gewettigd is. Maar waarin
zal die verbetering bestaan?
In de commissie was daarover ver
schil van meening. De meerderheid
oordeelt het aanleggen van de loskade
enkel in het belang van Beyaryvijk en
trekt dus de daarvoor benoodigde gel
den af. Het totaal van het benoodigd
bedrag voor de werken schat de com
missie op f 61,306. Het «iet berekenen
van de waardie der gronden van Be
verwijk acht de commissie echter niet
'billijk. De commissie stelt voor een
prov. subsidie te verleenen van 1/3 in
de kosten, dóch niet hooger dan
20,435 .onder voorwaarde dat de ge
meente Beverwijk de kosten van on
derhoud' op zich neme.
Hierna kwam aan de orde de ver
kiezing van een lid der Eerste Kamer,
in plaats van den heer jlir. mr. J. W
H. Rutgers v. Rozenburg, en deelde die
voorzitter mede, dat van genoemden
heer een schrijven was ingekomen, dlat
hij nielt meer in aanmerking wenschte
te komen.
De Voorzitter brengt hulde aan den
aftredendie voor de voortreffelijke wij
ze. waarop hij zijne functie steeds
heeft vervuld.
De heer J. C. DE VRIES verlangt, alvo
rens tot stemming wordt overgegaan,
eene opmerking te maken en eene vraag
te richten tot 2 leden van Ged. Staten.
De heer Westerwoudt heeft redenen van
particulieren aard, en daarom zal spr.
hierop niet verder ingaan, doch de heer
Roëll heeft bedankt zonder motieven
daarvoor op te geven. Zeer gaarne zou
spr. die vernemen, omdat z. i. sedert de
Staten besloten hem te kiezen, in die
verhoudingen geen verandering is geko
men. Te meer stelde spr. er prijs op, om
te weten, of hetgeen in de vorige verga
dering door hem is gezegd, in verband
staat met dit ontslag.
De heer ROëLL antwoordde, dat zijn
bedanken inderdaad in verband staat
met de besprekingen in de najaarsverga
dering gehouden, en dat hij gemeend
In die dagen voelde Frankley, dat
zij hem liefhad. s».
In het mystieke halfduister van het
salon, leerde hij het genot kennen
van Katie voor hem alleen te hebben.
Zij sprak wijmig, maar zij luisterde
zoo graag naar hem. terwijl hij haar
lief, moe hoofdje op rijn schouder
voelde rusten. Zij luisterde, en hij
sprak zachtjes, en vertelde haar wat
zij doen zouden, als ze voor altijd sa
men zouden zijn.
Het waren reisplannen in het land.
waar de zon altijd schijnt, ze zouden
heel rijk zijn en zouden zooveel
als ze wilden, net geld en het papier
van alle natiën kunnen uitgeven. Ho-
race was vooral benieuwd zijn "eigen
vaderland te leeren kennen. Hij dacht,
en terecht, dat niets hom zooveel ge
not kon verschaffen.
Katfie luisterde glimlachend naar al
d)ie ideale toekomstdroomeu. Soms
voegde zij er een woord bij, het juiste1
woord, dat hem bewees hoe intelligent
zij was. ondanks hare wereldsche
manieren.
O, Katie- waarom zijn we niet
altijd zoo riep Frankley eens uit.
toen hij als bedwelmd door zijn eigen
droomen. ze voor werkelijkheid hield,
i Wat is het heerlijk te leven voor den
heeft zijn mandaat ter beschikking te
moeten stellen om een uitspraak van de
Staten uit te lokken, om zoodoende te
vernemen of er eene wijziging is geko
men in het vertrouwen, dat spr. gehad
heeft. Is dit niet zoo, dan zal spr. gaar
ne die betrekking blijven vervullen.
Is het wel zoo, dan is hij ver
heugd zijn mandaat ter beschikking te
hebben gesteld, en zoodoende niet meer
2 jaar lang te rekenen op een vertrouwen
dat hij niet meer heeft.
De heer MOUTH.NAN zegt, dat het hier
geen persoonlijke, maar eene beginsel-
quaestie is. Hij doet voor niemand on
der in vereering en achting van den heer
Roëll, doch betwijfelt het, dat de betrek
kingen van lid van den Raad van Be
heer van de H. IJ. S. M. en lid van Ged.
Staten vereenigbaar zijn. Hij onder
schrijft wat het lid van Ged. Staten Ferf
eens zeide: De juiste meter voor de eigen
daad, is de eigen overtuiging en een
nauwgezet geweten. Maar hij, die met
gezag is bekleed, moet wegnemen de
schijn, moet zorgen dat derden de over
tuiging hebben, dat de beslissingen ge
nomen en inlichtingen verstrekt worden
door Geil. Staten met een juist oordeel,
onafhankelijk en zelfstandig.
En waar nu de Hollandsche Spoor is
een voornaam vervoermiddel in onze
provincie en de mogelijkheid niet is uit
gesloten, dat dit lichaam in botsing
komt met het bestuur der provincie, daar
acht spr. het zeer gewe^scht. dat beiden
niet in één hand zijn vereenigd, want
dan kan het publiek nimmer de overtui
ging hebben, dat steeds in de allereerste
plaats het belang der provincie wordt
behartigd en dat onafhankelijk wordt ge
oordeeld. Met ter zijdestelling van per
sonen, moet men over het beginsel uit
spraak doen.
De heer HEEMSKERK staat op neu
traal standpunt en zegt dat hij met
groot leedwezen den heer WesterwoucCt
ziet vertrekken, die uitstekende dien
sten aan de provincie heeft bewezen.
Ook zou door het vertrek van den heer
Roëll het college een groot verlies lij
den. Hij heeft steeds met groote eer
lijkheid de belangen van dit gewest
behartigd. Aan den heer Roëll wil hij
dan ook zijn vertrouwen niet onthou
den.
Men moet. zeide de heer
MOUTH AAN. den schijn vermijden,
maar bij het doen van eene uitspraak
moet men niet rekenen met den schijn
maar met de werkelijkheid. De cu
mulatie van betrekkingen hebben de
Staten geweten en spr. gelooft dat alle
leden wel één of meer maatschappe
lijke betrekkingen hebben. Vervolgens
releveert hij de oude zaak en zegt dat
geen der leden van Ged. Staten ooit
hebben doorgedreven de subsidie aan
de H. IJ. S. M. te geven. Aan het adres
van den heer Roëll is eene onjuiste
beschuldiging geuit. Daaraan wil spr.
niet mede doen. Met vol vertrouwen
zal hij zijn stem geven aan den heer
Roëll en hoopt dat velen zijn voorbeeld
zullen volgen. (Applaus.)
De heer WESTERWOUDT protes
teert tegen die uitlatingen van den
heer Mouthaan. De wet geeft aan
de met het lidmaatschap van Ged. Sta
ten niet vereenigbare betrekkingen,
de heer Mouthaan mag daar nog niet
wat bijvoegen. Spr. gelooft dat het
geheugen van den heer Mouthaan hem
parten speelt.
Hij herinnert aan verschillen
de aanvragen om subsidie van spoor
wegen, trams, bruggen, dioor hem ver
dedigd, terwijl zij geenszins in het
belang dér H. IJ. S. M. waren. Het is
verkeerd alleen om een vooroordeel
kundige mannen voor de provincie te
verliezen.
De heer MOUTHAAN antwoordde
dat hij bij zijn eens uitgesproken mee
ning blijft, waarop de heer WESTER
WOUDT weer repliceert, dat hij het
vreemd1, vindt, dat de heer Mouthaan
25 jaar noodi'g heeft gehad om die
I overtuiging te vestigen.
De lieer DE VRIES meent ook, d'at de
heer Mouthaan de zaak verkeerd in
ziet; z. i. zijn de betrekkingen wel ver-
60Mrbf' A. VAN HAMEL wijst er op.
dat de heeren Roell en Westerwoudt
20 en 30 jaar zitting hebben gehad. De
praktijk heeft geleerd, dat de betrek
kingen zeer goed vereenigbaar zijn.
Daarna werd tot stemming overgegaan.
Tot lid van Ged. Staten werd herbe
noemd de heer W. Baron Roëll met 49
van de 76 stemmen en gekozen de heer
Mr. H. J. C. van Tienen te Zaandam, met
39 van de 76 stemmen.
Tot buitengewoon lid van Ged. Staten
werd gekozen de heer Mr. F. Th. Wester
woudt.
De VOORZITTER wenscht den heer van
Westerwoudt geluk met zijne benoeming
en spreekt den wensch uit, dat hij nog
tal van jaren in deze betrekking zal mo
gen arbeiden, opdat de liefde, die hij
steeds voor dit gewest heeft gekoesterd,
nog meer kan blijken.
Ook de heeren Van Eeghen en Ferf
spreken daarop eenige woorden tot den
arbeid en door den arbeid. Zich al
leen te bekommeren om de toekomst
en het succefe... Jii ook. zou je een
naam kunnen maken, die in ieders
Herinnering zal blijven, langen tijd,
nadat wij tot stof zullen zijn wederge
keerd.
Dat zal ik ook doen, zei Katie
langzaam.
Zich losmakende uit de omarming
van den jongen man. ging ze aan het
andere e'inde van de canapé zitten,
en staarde strak voor zich uit.
Zal je het doen? O. mijn lieve
ling. mijn engel, je zult het doen. niet
waar? Je zult de beroemdste van alle
vrouwen worden.
Ja. zei ze..
Welke loopbaan heb je je geko
zen. zeg lieveling. Horace boog zich
tot haar over, om haar antwoord van
hare lippen op te vangen.
De medicijnen, antwoordde zii
op denzelfden ernstigen en plechtigen
toon.
Frannkley zag haar verstomd aan
De mecMcijnen. maar Katie, heb
je er ooit iets aan gedaan
Dat is niets, zeide ze. 't Is een edele
loopbaan, een vrouw kan er naam in
maken.
Zonder twijfel
heer Westerwoudt. die gedurende de vele
jaren dat hij als gewoon lid van het col
lege van Ged. Staten zitting had. zijne
beste krachten aan het gewest heeft ge
wijd.
Tot leden der Eerste Kamer worden
herkozen de heeren J. Breebaart Hz. en
M. de Jong, en in de plaats van den heer
Rutgers van Rozenburg wordt gekozen
Mr. NV. P. van Leeuwen, burgemeester
van Amsterdam.
Tot leden der commissie tot herziening
van het reglement worden gekozen de
heeren W. Roëll, Mr. H. Ph. de Kanter,
Mr. J. C. de Vries. Mr. D P. D. Fabius,
Mr. W. S. J. Waterschoot van de Gracht.
Daarna wordt de vergadering ver
daagd tot Dinsdag 15 dezer.
Koloniën.
Moord in Sawaii Loento.
Uit Sawah Loento wordt d.d. 15 Mei
1902 aan ,.De Padanger" geschreven:
Een afgrijselijke sluipmoord had alhier
plaats in den vroegen morgen van den
12en dezer. Een te goeder naam en faam
bekend staande mandailinger, wonende
met vrouw en dochter in een „ladang"
op den berg achter de nieuwe hoofdon-
derwijzerswouing, ging dien ochtend als
gewoonlijk naar den op eenigen afstand
van zijne woning aanwezigen waterput,
ten einde de door zijn godsdienst voor
geschreven reinigingen voor het "mor
gengebed te verrichten. Toen circa een
half uur later zijne vrouw met nog een
andere, zich mede naar dien put begaf,
vonden zij hem in de nabijheid daarvan
dood liggen. Zijn lichaam was op een
afschuwelijke wijze verminkt en was we
géns de tarijke wonden als gekorven.
Ook het achterhoofd vertoonde een groo
te gapende wond, terwijl de hals bijna
afgesneden was.
Uit verschillende omstandigheden wordt
afgeleid dat de misdaad door meer dan
één persoon moet zijn gepleegd. Er
wordt verondersteld dat de ongelukkige,
op het oogenblik dat hij zich voorover
bukte om water te putten, onverhoeds
aangevallen werd en dat die aanval zoo
hevig was, dat hij als 't ware zonder ge
luid te geven, dadelijk is gedood gewor
den.
Een lOtal omwonende N'iassers werden
als verdacht iets omtrent dien moord te
kunnen weten, in verzekerde bewaring
genomen.
Tot heden heeft, naar luidt, het ge
rechtelijk onderzoek geleid tot het weder
op vrije voeten stellen van vier der ver
dachten, wegens het ontbreken van
schuldbewijzen tegen hen, doch ook tct
het ontdekken van den waren dader of
van een der daders.
Een van de overige verdachten* Si Ba-
doe geheeten, van beroep „toekang soe-
rie", werd pl. door zijn jongeren broer
als de moordenaar aangegeven en het
door dien broeder aangevoerde argument
was zoo vernietigend voor den ander,
dat deze eindelijk heeft bekend de mis
daad werkelijk gepleegd te hebben, hier
aan toevoegende, dat hij zich echter in
den persoon deerlijk had vergist, daar
hij het gemunt had. niet op den ver
moorde, doch op diens zwager, den tot
het Islamisme bekeerden niasser Padoa,
voor wien hij in de ochtendschemering
de verslagene had aangezien, en op wie
hij zich had willen wreken wegens een
hem door gene aangedane beleediging
bij een twist over een vischvljver.
Het verder onderzoek is nog in vollen
gang. waarvan het eindresultaat later
ook zal worden medegedeeld.
De reis van den heer Yan Kol.
De „Java-Bodte" schrijft:
Ook te Makassar heeft diö afgevaar
digde H. van Kol van zijne belang
stelling in. Indië doen blijken,, door
eene vergadering bij te wonen van de
Kamer van Koophandel aldaar, waar
in de vertegenwoordigers van den han
del zich ontevreden toonden met de
verbeteringen, welke ten koste van 12
ton gouds aan cle liaven aldaar zullen
worden aangebracht. Men is daar van
oordeel, dat de haven ook dan nog
geen haven zal zijn maar een reede
blijven; in den West-moessoon vreest
men bij slecht weer toch niet onge-:
stoord te zullen kunnen laden en los
sen; om in dit euvel te voorzien, werd
in de vergadering het denkbeeld geop
perd om de tegenover Makassar gele
gen zandbanken door dammen met
elkander te verbinden en alzoo golf
brekers te verkrijgen. Zoete, lieve Ger-
ritje wist echter niet te vertellen, wie
dat zou moeten betalen.
Verder verluidde dat die Kamer van
Koophandel te Makassar voornemens
zou zijn zich bij verzoekschrift tot den
minister van Koloniën te wenden, om
vóór alles te bewerken, dat alsnog zal
worden afgezien van het plan. in het
gebied Celebes en onderhoorigheden
Horace, een weinig teleurgesteld
zocht naar woorden en vond ze niet.
Bevalt je dat niet? zei Katie met
dezelfde ironie, die haar verloofde
zoo vreesde.
Neen, het verrast mij maar al
leen. Dat is geen artistieke roeping.
Ik ben geen artiste, antwoordde
het jonge meisje, nog altijd even
kalm. Ik houd alleen van de kunst
als omhulsel.
Dat was waar; Horace had het dik
wijls vermoed.
Hetgeen mij belang inboezemt,
is de wetenschap, de wetenschap is
de kern van alles, de rest is slechts
versiering; de kern bevat juist 't zaad.
Zij zwegen.
Bevalt je dat niet herhaalde
Katie, terwijl ze opstond.
Hij stond snel op. gepiqueerd, zon
der te weten, waarom.
Neen. het mishaagt me nietdat
heb ik je al gezegd, maar ik ben wel
eenigszins teleurgesteld.
Dacht je somfe, dat ik zou gaan
schilderen? zei ze met geveinsde on
verschilligheid na< met John May ge
broken te hebben, kan ik toch geen
beroemdheid zoeken in die richting
Katieriep Horace uit.
Hij werd opeens meester over zich-
in- en uitvoerrechten te heffen, omdat,
naar het oordeel der Kamer. Makassar
dan gaandeweg als handelshaven zal
ondergaan. Dat zegelgeld zal wel be
spaard kunnen worden.
Eindelijk bericht de ..Makasser Ct."
nog, dat de heer Van Kol onder gelei
de van den heer Mesman Sr. de be
vloeiingswerken in het vorstendom
Goa in oogenschouw heeft genomen en
dat uit dat bezoek het plan bij den
vorst is gerijpt om. zoodra de heer Van
Kol uit de Molukken zal zijn terugge
keerd. in diens gezelschap een reisje
te ondernemen naar Bali, om ginds
het irrigatie-systeem te bestudeeren.
Gemengd Nieuws,
Margarine.
Volgens een statistiek, door den beken
den Franschen landbouwkundige Gran-
deau in de „Temps" als nauwkeurig
opgegeven, bedroeg de productie van
margarine in 1900 de volgende cijfers,
in vaten van 100 kilo, in de acht voor
naamste landen van herkomst:
Duitschland 900.800
Nederland 557.920
Vereenigde Staten485.340
Groot-Britannië 372.000
Denemarken 158.760
Noorwegen - 99.800
Zweden 90.700
Frankrijk60.000
Totaal 2,915,120
De geheele productie van natuurboter
bedraagt in Frankrijk ruim 1,320.000 va
ten, waarvan 220.000 worden uitgevoerd,
bijna alle naar Engeland, terwijl onge
veer 75.000 vaten worden Ingevoerd,waar
van de helft uit België.
De oorlog tegen de tering in
Amerika.
De strijd, dien de doktoren hebben
aangebonden tegen de tering, wordt in
de Vereenigde Staten gesteund door po
litiemaatregelen.
In de voornaamste havens der Unie
hebben de doktoren dezer dagen aan
schrijving ontvangen van overheidswege,
dat iedere passagier, die uit den vreem
de komt en aan tering lijdende blijkt, op
kosten van de betreffende stoomvaart
maatschappij onmiddellijk teruggezon
den moet worden naar de plaats van
herkomst.
Te Liberty, in het graafschap Sullivan,
zijn 20 aldaar wonende teringlijders tot
5 dollars boete veroordeeld, omdat zij
den openbaren weg hadden gespuwd.
Te Rockland wordt iederen hotel-eige
naar die een teringlijder onderkomen
verleent. 50 dollars boete opgelegd.
Deze maatregelen zijn genomen, om
beide genoemde plaatsen, die bekend
zijn om haar zacht klimaat, van tering
lijders te verlossen.
Een vreemdsoortige bestrijding der
ziekte dus!
Een dnre klap.
Te Guildford, in Engeland, heeft een
slager terechtgestaan, die een heer. die
in een automobiel hem voorbijreed, met
een stok een tand had uitgeslagen en
een kaak had verbrijzeld. De slager be
weerde, dat hij bang was. overreden te
zullen worden en dat hij daarop zijn
stok had opgeheven ter zelfverdediging.
Hij werd veroordeeld tot een maand
dwangarbeid.
Bier.
Het getal bierbrouwerijen is in het
vorige jaar zoowel in Duitschland al3
in Oostenrijk-Honglarije belangrijk
verminderd. In Duitschland van 19,281
tot 18,880, dus met ruim 2 in Oos-
tenrijk-Hongarije van 1426 tot 1388,
dus met 3 Terwijl in de twee laat
ste staten ook de bierproductie afnam
van 21,500.000 tot 21.250.000 of melt 1
ruim, steeg zij in Duitschland van
69,3 tot 70,6 millioen hectoliter, dus
met bijna 2 Beieren alleen had 5964
brouwerijen, die VI millioen meter
centenaars mout en 166.500 tolcente-
naars hop verbruikten en bijna 17
millioen hectoliter bier afleverden.
Keukondragonders.
Welke moeite practische huisvrou
wen doen. om een goede keukenmeid
machtig ie worden, blijkt uit de vol
gende advertentie in de Hamburger
Nachrichten. Daarin heet het:
„Gevraagd (tegen October in een
garnizoensstad (dragonders) in Meck
lenburg een keukenmeid. Aanbiedin
gen, enz.
Misschien neemt de dame, die deze
advertentie liet plaatsen, ten plieziere
van haar keukenmeid, nog wel een
paar dragonders in den kost!
zelfzich van zijn stuk te laten bren
gen door zoo n kleine plagerij was toch
n'iet mannelijk Zii zag hem nieuws
gierig aan, maar toen zii zag, dat hii
eensklaps gekalmeerd was. wendde
zij haar blik m hem af.
Ik kan toch ook niet aan bouw
kunde gaan doen. hernam zij, want
men zou denken, dat jij me leiddet,
en ik wil aan niemand iets verschu-
dxgd zijn.
j Je hebt gelijk, zei Frankley, in
schijn even kalm als zii.
En daarom ga ik me op de me
dicijnen toeleggen.
Wanneer denk je met je stud'ies
te beginnen?
O. nog niet zoo gauw, zei Katie,
terwijl ze in do rocking-chair bij het
vuur ging zitten. Zie je. Horace, lk
vree.s dat je mijn karakter verkeerd
begrepen hebt. Je erkent, dat ik eeni
ge capaciteiten beait. dat is heel goed.
maar je erkent toch hoop ik ook nog.
dat ik nog eenige bekoorlijkheden be
zit, nietwaar?
Horace boog. zooals hii gedaan zou
hebben in tegenwoordigheid van ge-
heel Boston.
Waarom zou ik mijn leven gaan
bederven, in plaats van de vruchten
te plukken, die mij voor de hand lig-