Tweede Blad, FRANKLEY. be boor er de bij „HfiÊPieRi's Oagbssd" van Donderdag 10 Juli 1902. tfs. 5836 Zuiderzee-Visscherij. Onze Zuiderzee-visseherii is in <le laatste jaren kolossaal achteruitge gaan voor eenige maanden geleden meldde men, dat er van de 36 bot ters, die Zaandam telt, nog slechts zes in werkelijkheid ter vischvangst uitvaren. Stelt men een onderzoek in naar armoede, die daar geleden wordt, dan staan de visschers in de eerste rijen, waar ze niet een huishouding van zes tot acht kinderen in vele ge vallen niet meer dan f 6 gemiddeld per week verdienen. Bij afsluiting en ge deeltelijke drooglegging van de Zui derzee is de visscherij geheel ten doode gedoemd, omdat het meerendeel der visschen die nu de Zuiderzee bevolken, niet kan leven in het water van het dan te vormen IJselmeer. Wat de Zuiderzeeharing betreft, dr. Hoek schrijft daarvan het volgende „Nemen wij aan. dat doo,r de droog making de meeste en beste paarplaat- seri van de Zuiderzeeharing zullen verloren gaan, dan moet ik verklaren, dat ik het niet onmogelijk acht, of schoon ik mij hier niet gaa-rne beslist over uit zou laten, dat het ras der Zuiderzee-haring bij de afsluiting ge heel tot de geschiedenis zal gaan be- hooren. Voor de Zuiderzeeharing- vangst en voor de gewichtige nijver heid der bokkingrookerij zou ik dus de vrees niet durven onderdrukken, dat uitvoering van het bedoelde plan een zeer nadeeligen invloed uitoefe nen zal. De oplossing van het bezwaar, dat de Zuiderzee-visschers hun arbeids veld voor de ansjovis en haringvangst zullen verliezen, moet volgens den heer v. d. Veur gezocht worden in de be vordering van de Noordzee-visscherij. Volgens vrij nauwkeurige gegevens zouden tusschen 1500 en 1600 vaartui gen met pi. m. 3000 koppen de visch- vangst uitsluitend op de Zuiderzee als eigenlijk bedrijf uitoefenen. Deze cijfers geven dus per saldo de kern aan van de belangen der eigenlijke Zuiderzee-visscherij. Nu heeft de Staatscommissie van 1892 bij het opstellen van haar ver slag het beginsel aangenomen, deze kern der Zuiderzee visscherij schade loos te stellen voor het bij de afslui ting en mpoldering te lijden nadeel. Zeer zeker mag dit beginsel als iets zeer bij zenders aangemerkt worden, waar de Staat der Nederlanden bij het aanleggen van groote werken bijna nog nooit een schadevergoeding heeft toegekend aan degenen, die door de tot .standkoming dier werken in hun bedrijf zouden te lijden hebben. Het zijn evenwel niet alleen de visschers. die de gevolgen van de afsluiting en bedijking zullen ondervindenbehal ve zij is een breede schare van nijvere vaderlanders, die niet in hun bestaans middelen mogen worden benadeeld, aan he: visscherii-bedrijf verbonden, zooals de zouters, de scheepsbouwers leveranciers van touwwerk, netten, enz. Doch er is op gerekend, dat bij de inpoldering mooie waterwegen naar de voormalige kuststeden zullen gemaakt worden, waardoor de toe gang tot hun standplaatsen bijna even gemakkelijk blijft en waardoor dus deze aan de visscherij verwante be drijven niet behoeven achteruit te gaan. Komt de verwachting van de Staats commissie u'it, dat de oude Zuiderzee- visschers zullen wenschen nieuw Noordzeemateriaal te krijgen, dan zal voor het meerendeel dezer bedrijven zelfs een tijcl van verlevendiging, van ongekenden voorspoed aanbreken, zij zullen handen te kort komen, om aan de bestelling van al het benoodigde nieuwe materiaal te voldoen. Dat thans reeds zooveel werkeloos heid in de Zuiderzeevisscherij bestaat, moet voor een groot, deel worden toe geschreven aan het gebrekkige mate rieel. ook zelfs zonder afsluiting der Zuiderzee zou het materieel noodzake lijk moeten worden omgebouwd. Een centrale commissie ter behar tiging van de belangen van hen, die bij eventueele drooglegging der Zui derzee schade zullen lijden, heeft door middel van plaatselijke commissies haar gegevens verzameld. Door een persoonlijk onderzoek ter plaatse zijn deze gegevens in de tweede helft van het jaar 1901 gecontroleerd, om daar na aan de Regeering te worden over gelegd. Op deze wijze kan men zich verzekerd houden, dat niemand's be langen zullen worden uit het oog ver loren. De Staatscommissie heeft voorge- steld aan de Zuiderzee-visschers. een Fenlüeton. Naar het Fransch van HENRI GREVILLE. 22.. Op het oogenblik. dat zijn toestand al te erg werd, kreeg Katie Motter een verkoudheid, en werd genoodzaakt, thuis te blijven. Men kwam haar een weinig bezoe ken, in do Week dat de dokter haar verboden had uit te gaanhoe zou den hare vrienden ook een oogenblik tijd voor haai" hebben gevonden in dat leven zoo vol van allerlei genot, waarin nooit een vrije oogenblik tijd voorkomt. Horace bijna alleen kwam haar in het schemeruurtje opzoeken. Dat was voor hem het uur waarop hij rust kon nemen, waarop zijn oogen behoefte hadden aan het zachte licht van een lamp, in een salon met gesloten gor dijnen. waar het lekker warm was. terwijl het buiten te koel was. 't Was vijf uur. het oogenblik. dat schadeloosstelling te verleenen :n den' volgenden vorm lo. Aan bejaarde visschers, die zich niet gemakkelijk meer kunnen inwennen in een nieuwen, zij het ook verwanten werkkring, een ouderdoms pensioen te verleenen. De ouderdoms- grens is opzettelijk zeer ruim, tot 55 jaar getrokken. 2n. De visschers. 'in de kracht van hun leven, voor welk tijdperk ook een zeer ruime grens van 12 tot 15 jaar werd aangenomen, in staat te stellen, elders hstzefde of althans een verwant bedrijf te hervatten, de staat zou het onbruikbare materiaal overnemen, en daarentegen nieuwe schuiten met volledigen inventaris verschaffen, ge schikt om de Noordzee te bevaren. De visschers zouden dan. zich comb'inee- rende naar onderling goedvinden, al naar hunne keuze kunnen, verkrijgen óf botters a 40 ton, te bemannen met 2 tot 4 man voor de kustvisscherij, of groote loggers, te bemannen met 13 koppen, waarmee dan echter de groote zee kan worden opgezocht. Wanneer dé prijs van een botter op f 4300 en die van een logger op f 20.900 is te bepalen, de botter rnet 3 man en de logger met 13 man wordt bemand, dan komt men tot de volgende becij fering Het verschaffen van voor de kustvisscherij geschikte botters of bla zers aan de 3000 visschers, die thans uitsluitend of voornamelijk van de Zuiderzeevisscherij bestaan, zal een uitgave vorderen van 3000 3 maal som van f4.553.000. Eeu logger met buu, ingericht voor de beug-vlsscherij en waarop gewoon uk 13 man in dienst zijn, waaronder een paar jongens, kost met ijzerbal- last, zeilen, tuig, touwwerk, vischtulg en uitrusting, ca. f20.900. Het ver strekken van loggers met inventaris zou dus komen te staan op 3000 13 maal f20.900, is f 1.807.000. Veronderstelt men echter dat onge veer de helft van het aantal visschers aan botters of blazers en de andere helft aan loggers de voorkeur geeft, dan zijn de kosten te stellen op een som van f4.4553.000. Van deze som moet worden afga trokken de waarde van 1057 botters, die nu, uitsluitend of voornamelijk, de Zuiderzee beVisschen stelt men de waarde dezer vaartuigen door elkan der genomen op f300 per stuk. dan vervalt daardoor aan den Staat een som van f317.000. Om de Zuiderzeevisschers in het be zit te stellen van geheel nieuw Noord- zee-materiaal, moet dus een som van f4.236.000 op het weTk worden ge bracht. Door een dergelijke regeling wordt niet éen Zuiderzee-viisscher benadeeld: integendeelvoor een vaartuig, dat voor slechts f 300 wordt overgenomen, ontvangt hij een geheel nieuw schip, geheel opgetuigd, ter waarde van f4300 terug. En wie maar eenigszins van nabij bekend1 is met onze kustbewoners, die voor verx-eweg het grootste gedeelte van de visscherij leven, weet zeer l, dat zij het evenzoo goed aan durven de Noordzee als de Zuiderzee te bevaren en te bevisschen. Van de 36 botters, die Zaandam be zit, trekken slechts zes ter vischvangst uit. Het is geen schaarschte, geen ge brek aan visch in de Zuiderzee, die hen thuis doet blijven, de reden moet hoofdzakelijk gezocht worden in den ouden desolaten toestand der schepen. Zou het thans, nu de afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee bin nen enkele jaren waarschijnlijk een feit zal zijn, niet aanbeveling verdie nen dat de alhier wonende visschers met elkander in overleg traden en hunne gemeenschappelijke belangen bespraken en behartigden En zou er ten slotte niet iets op te vinden zijn, dat die schepen, welke thans te bouw vallig zijn om zee te bouwen, nog weer aan de visscherij zouden kunnen deelnemen, om de vcordeelen, die voor de Zuiderzeevisschers bij eventueele droogmaking zijn weggelegd, niet te ontgaan Stadsnieuws. PrOT. Stateu. Dinsdagmiddag te 12 uur werd de vergadering voortgezet tot het uitbren gen dier rapporten in zake dé verschil lende voorstellen tolt het verleenen van subsi'die en andere. Voorgesteld! werd de volgende sub- sidiën te verleenen: 1. ten behoeve van de teekenschool van de afd. Amsterdam van den R.-K. Volksbond, groot 800 voor de jaren 1903/1905; 2. ten behoeve der dagtee- kenschool voor meisjes der Maatschap pij voor den Werkenden Stand te Am sterdam, groot f 1000 voor de jaren 1902/1904; 3. ten behoeve dter Indus trieschool in het Zeemanshuis te Am sterdam, groot f 800 voor de jaren 1903/1905; 5. ien behoeve van het con servatorium dier Maatschappij tot be- vordering der Toonkunst te Anister- het wereldsche leven in vollen gang is, waarop de gastvrouwen met ont- bloote schouders haar gasten ontvan gen. En. naast Katie gezeten in het salon, dat alleen maar door een gas lamp was verlicht, dacht Frankley, zonder het zich geheel te bekennen, dat de verkoudheid' van zijn verloofde hem de aangenaamste oogenblikken verschafte. Katie kon de eenzaamheid niet uit staan en dat was het natuurlijk ge volg van bet vrije leven, dat de jonge meisjes reeds genieten, vanaf den tijd. dat zij alleen naar school gaan. Op de banken, gedurende de school uren. in de straten bii het naar, huis gaan. hebben zij altijd kameraden aan hun zijde. Men ziet ze bij troepjes loopen, bab belend en lachend, een klein taschïe met boeken in de hand. hun blonde of bruine haren fladderend in den wind. en bedekt met een roode muts van ge breide wol, die hun doet gelijken od wilde ondeugende jongens. Verder zijn ze altijd bij elkaar, hetzij aan de lunch, hetzij om te werken of om te spelen. En hoe kan men dan die lange een zame dagen verdragen, als het moede hoofd te zwak is voor den arbeid. dam. groot 1000. voor de jaren 1903- 1905; 6. ten behoeve van de vormschool voor onderwijzeressen te Amsterdam, groot f 300, voor de jaren 1903/05; 7. ten behoeve der Ambachtsschool te Haar lem, groot f 3000, voor de jaren 1903/05; on f 1000 in eens als bijdrage in buitengewone kosten; 8. ten behoe ve der kweekschool voor machinisten te Amsterdam, groot f 2000, voor de jaren 1903/05; 9. ten behoeve der Haar-; lamsche Huishoud- en Industrieschool, groot f 1100, voor de jaren 1903/05; 10. ten behoeve van de Zeevaartschool te Terschelling, het subsidie met M00 te verhoogen en te brengen op f 2150; 11. ten behoeve van het schoolmuseum te Amsterdam, groot f 300 voor de jaren; 1903/05; 12. ten behoeve van gezond heidsmaatregelen op liet eiland' Urk, groot f 1700; 13. ten behoeve van aan koop van kunstvoorwerpen voor het museum van Kunstnijverheid te Haar lem, groot f 500; 14. in de kosten van stichting van een bloemenkas in den proeftuin te Aalsmeer, gróót f 2000; 15. ten behoeve van den aanleg van proefvelden, groot f 250. voor de jaren 1903/05; 16. ten behoeve van het Oud heidkundig Genootschap te Amster dam, groot f 2000. Wat bovengenoemde voorstellen betreft, werd aldus voorgesteld' con form de voorstellen van Gedlep. Staten te besluiten. Rapporteurs waren de heeren A. Harmsen Jr.. A. E. Zimmer man, mr. H. J. C. van Tienen, A. Sas sen. mi\ D. P. D. Fabius. In den aanvang der zitting werd mededeeling gedaan van een ingeko men schrijven van het Ned. School museum, verzoekende, onder uiteenzet ting van redenen, het genoten subsidie van f 500 niet te verlagen. Dat verzoek is te laat ingekomen om nog in han den der commissie te worden gesteld'. Afwijkend van de voorstellen van Ged. Staten was het rapport over het voorstel tot afwijzing van het verzoek om subsidie ten behoeve van de Ver- eeniging voor spraakgebrekjiigen te Amsterdam. De meerderheid der com missie acht deze zaak niet van philan- tropisch maar van algemeen belang. Bij het spwaarzaam overleggen van stukken vindt zij echter geen vrijheid een van Ged. Staten afwijkend voorstel te doen. Zij adviseert dus tot ren- voyeering naar Ged. Staten. Ter zake van die verpleging te Meer- enberg sprak de commissie den wensch uit nog in deze zitting te mogen ver nemen welke stappen door Ged. Staten zijn gedaan tot uitvoering van het be sluit van 12 Juli 1.1., inzake de verple ging. Voorgesteld' wordt het voorstel van Gedi. Staten tot vaststelling van een reglement op de pensioneering van ambtenaren en beambten van den proy waterstaat en hunne wéezen, te ren voy eeren. Bij het voorstel tot heffing van opcenten, hetwelk de commissie voorstelt goed te keuren, spreekt zij den wensch uit, dat volgens het advies van mr. C. G. Geetófcsema, de kassaldo's zoo spoedig mogelijk zullen worden be legd. Inzake de verbetering van de Be-, verwijker vaart oordeelt de commissie dat deze verbetering ook van alge meen belang is. en een subsidie van de provincie gewettigd is. Maar waarin zal die verbetering bestaan? In de commissie was daarover ver schil van meening. De meerderheid oordeelt het aanleggen van de loskade enkel in het belang van Beyaryvijk en trekt dus de daarvoor benoodigde gel den af. Het totaal van het benoodigd bedrag voor de werken schat de com missie op f 61,306. Het «iet berekenen van de waardie der gronden van Be verwijk acht de commissie echter niet 'billijk. De commissie stelt voor een prov. subsidie te verleenen van 1/3 in de kosten, dóch niet hooger dan 20,435 .onder voorwaarde dat de ge meente Beverwijk de kosten van on derhoud' op zich neme. Hierna kwam aan de orde de ver kiezing van een lid der Eerste Kamer, in plaats van den heer jlir. mr. J. W H. Rutgers v. Rozenburg, en deelde die voorzitter mede, dat van genoemden heer een schrijven was ingekomen, dlat hij nielt meer in aanmerking wenschte te komen. De Voorzitter brengt hulde aan den aftredendie voor de voortreffelijke wij ze. waarop hij zijne functie steeds heeft vervuld. De heer J. C. DE VRIES verlangt, alvo rens tot stemming wordt overgegaan, eene opmerking te maken en eene vraag te richten tot 2 leden van Ged. Staten. De heer Westerwoudt heeft redenen van particulieren aard, en daarom zal spr. hierop niet verder ingaan, doch de heer Roëll heeft bedankt zonder motieven daarvoor op te geven. Zeer gaarne zou spr. die vernemen, omdat z. i. sedert de Staten besloten hem te kiezen, in die verhoudingen geen verandering is geko men. Te meer stelde spr. er prijs op, om te weten, of hetgeen in de vorige verga dering door hem is gezegd, in verband staat met dit ontslag. De heer ROëLL antwoordde, dat zijn bedanken inderdaad in verband staat met de besprekingen in de najaarsverga dering gehouden, en dat hij gemeend In die dagen voelde Frankley, dat zij hem liefhad. s». In het mystieke halfduister van het salon, leerde hij het genot kennen van Katie voor hem alleen te hebben. Zij sprak wijmig, maar zij luisterde zoo graag naar hem. terwijl hij haar lief, moe hoofdje op rijn schouder voelde rusten. Zij luisterde, en hij sprak zachtjes, en vertelde haar wat zij doen zouden, als ze voor altijd sa men zouden zijn. Het waren reisplannen in het land. waar de zon altijd schijnt, ze zouden heel rijk zijn en zouden zooveel als ze wilden, net geld en het papier van alle natiën kunnen uitgeven. Ho- race was vooral benieuwd zijn "eigen vaderland te leeren kennen. Hij dacht, en terecht, dat niets hom zooveel ge not kon verschaffen. Katfie luisterde glimlachend naar al d)ie ideale toekomstdroomeu. Soms voegde zij er een woord bij, het juiste1 woord, dat hem bewees hoe intelligent zij was. ondanks hare wereldsche manieren. O, Katie- waarom zijn we niet altijd zoo riep Frankley eens uit. toen hij als bedwelmd door zijn eigen droomen. ze voor werkelijkheid hield, i Wat is het heerlijk te leven voor den heeft zijn mandaat ter beschikking te moeten stellen om een uitspraak van de Staten uit te lokken, om zoodoende te vernemen of er eene wijziging is geko men in het vertrouwen, dat spr. gehad heeft. Is dit niet zoo, dan zal spr. gaar ne die betrekking blijven vervullen. Is het wel zoo, dan is hij ver heugd zijn mandaat ter beschikking te hebben gesteld, en zoodoende niet meer 2 jaar lang te rekenen op een vertrouwen dat hij niet meer heeft. De heer MOUTH.NAN zegt, dat het hier geen persoonlijke, maar eene beginsel- quaestie is. Hij doet voor niemand on der in vereering en achting van den heer Roëll, doch betwijfelt het, dat de betrek kingen van lid van den Raad van Be heer van de H. IJ. S. M. en lid van Ged. Staten vereenigbaar zijn. Hij onder schrijft wat het lid van Ged. Staten Ferf eens zeide: De juiste meter voor de eigen daad, is de eigen overtuiging en een nauwgezet geweten. Maar hij, die met gezag is bekleed, moet wegnemen de schijn, moet zorgen dat derden de over tuiging hebben, dat de beslissingen ge nomen en inlichtingen verstrekt worden door Geil. Staten met een juist oordeel, onafhankelijk en zelfstandig. En waar nu de Hollandsche Spoor is een voornaam vervoermiddel in onze provincie en de mogelijkheid niet is uit gesloten, dat dit lichaam in botsing komt met het bestuur der provincie, daar acht spr. het zeer gewe^scht. dat beiden niet in één hand zijn vereenigd, want dan kan het publiek nimmer de overtui ging hebben, dat steeds in de allereerste plaats het belang der provincie wordt behartigd en dat onafhankelijk wordt ge oordeeld. Met ter zijdestelling van per sonen, moet men over het beginsel uit spraak doen. De heer HEEMSKERK staat op neu traal standpunt en zegt dat hij met groot leedwezen den heer WesterwoucCt ziet vertrekken, die uitstekende dien sten aan de provincie heeft bewezen. Ook zou door het vertrek van den heer Roëll het college een groot verlies lij den. Hij heeft steeds met groote eer lijkheid de belangen van dit gewest behartigd. Aan den heer Roëll wil hij dan ook zijn vertrouwen niet onthou den. Men moet. zeide de heer MOUTH AAN. den schijn vermijden, maar bij het doen van eene uitspraak moet men niet rekenen met den schijn maar met de werkelijkheid. De cu mulatie van betrekkingen hebben de Staten geweten en spr. gelooft dat alle leden wel één of meer maatschappe lijke betrekkingen hebben. Vervolgens releveert hij de oude zaak en zegt dat geen der leden van Ged. Staten ooit hebben doorgedreven de subsidie aan de H. IJ. S. M. te geven. Aan het adres van den heer Roëll is eene onjuiste beschuldiging geuit. Daaraan wil spr. niet mede doen. Met vol vertrouwen zal hij zijn stem geven aan den heer Roëll en hoopt dat velen zijn voorbeeld zullen volgen. (Applaus.) De heer WESTERWOUDT protes teert tegen die uitlatingen van den heer Mouthaan. De wet geeft aan de met het lidmaatschap van Ged. Sta ten niet vereenigbare betrekkingen, de heer Mouthaan mag daar nog niet wat bijvoegen. Spr. gelooft dat het geheugen van den heer Mouthaan hem parten speelt. Hij herinnert aan verschillen de aanvragen om subsidie van spoor wegen, trams, bruggen, dioor hem ver dedigd, terwijl zij geenszins in het belang dér H. IJ. S. M. waren. Het is verkeerd alleen om een vooroordeel kundige mannen voor de provincie te verliezen. De heer MOUTHAAN antwoordde dat hij bij zijn eens uitgesproken mee ning blijft, waarop de heer WESTER WOUDT weer repliceert, dat hij het vreemd1, vindt, dat de heer Mouthaan 25 jaar noodi'g heeft gehad om die I overtuiging te vestigen. De lieer DE VRIES meent ook, d'at de heer Mouthaan de zaak verkeerd in ziet; z. i. zijn de betrekkingen wel ver- 60Mrbf' A. VAN HAMEL wijst er op. dat de heeren Roell en Westerwoudt 20 en 30 jaar zitting hebben gehad. De praktijk heeft geleerd, dat de betrek kingen zeer goed vereenigbaar zijn. Daarna werd tot stemming overgegaan. Tot lid van Ged. Staten werd herbe noemd de heer W. Baron Roëll met 49 van de 76 stemmen en gekozen de heer Mr. H. J. C. van Tienen te Zaandam, met 39 van de 76 stemmen. Tot buitengewoon lid van Ged. Staten werd gekozen de heer Mr. F. Th. Wester woudt. De VOORZITTER wenscht den heer van Westerwoudt geluk met zijne benoeming en spreekt den wensch uit, dat hij nog tal van jaren in deze betrekking zal mo gen arbeiden, opdat de liefde, die hij steeds voor dit gewest heeft gekoesterd, nog meer kan blijken. Ook de heeren Van Eeghen en Ferf spreken daarop eenige woorden tot den arbeid en door den arbeid. Zich al leen te bekommeren om de toekomst en het succefe... Jii ook. zou je een naam kunnen maken, die in ieders Herinnering zal blijven, langen tijd, nadat wij tot stof zullen zijn wederge keerd. Dat zal ik ook doen, zei Katie langzaam. Zich losmakende uit de omarming van den jongen man. ging ze aan het andere e'inde van de canapé zitten, en staarde strak voor zich uit. Zal je het doen? O. mijn lieve ling. mijn engel, je zult het doen. niet waar? Je zult de beroemdste van alle vrouwen worden. Ja. zei ze.. Welke loopbaan heb je je geko zen. zeg lieveling. Horace boog zich tot haar over, om haar antwoord van hare lippen op te vangen. De medicijnen, antwoordde zii op denzelfden ernstigen en plechtigen toon. Frannkley zag haar verstomd aan De mecMcijnen. maar Katie, heb je er ooit iets aan gedaan Dat is niets, zeide ze. 't Is een edele loopbaan, een vrouw kan er naam in maken. Zonder twijfel heer Westerwoudt. die gedurende de vele jaren dat hij als gewoon lid van het col lege van Ged. Staten zitting had. zijne beste krachten aan het gewest heeft ge wijd. Tot leden der Eerste Kamer worden herkozen de heeren J. Breebaart Hz. en M. de Jong, en in de plaats van den heer Rutgers van Rozenburg wordt gekozen Mr. NV. P. van Leeuwen, burgemeester van Amsterdam. Tot leden der commissie tot herziening van het reglement worden gekozen de heeren W. Roëll, Mr. H. Ph. de Kanter, Mr. J. C. de Vries. Mr. D P. D. Fabius, Mr. W. S. J. Waterschoot van de Gracht. Daarna wordt de vergadering ver daagd tot Dinsdag 15 dezer. Koloniën. Moord in Sawaii Loento. Uit Sawah Loento wordt d.d. 15 Mei 1902 aan ,.De Padanger" geschreven: Een afgrijselijke sluipmoord had alhier plaats in den vroegen morgen van den 12en dezer. Een te goeder naam en faam bekend staande mandailinger, wonende met vrouw en dochter in een „ladang" op den berg achter de nieuwe hoofdon- derwijzerswouing, ging dien ochtend als gewoonlijk naar den op eenigen afstand van zijne woning aanwezigen waterput, ten einde de door zijn godsdienst voor geschreven reinigingen voor het "mor gengebed te verrichten. Toen circa een half uur later zijne vrouw met nog een andere, zich mede naar dien put begaf, vonden zij hem in de nabijheid daarvan dood liggen. Zijn lichaam was op een afschuwelijke wijze verminkt en was we géns de tarijke wonden als gekorven. Ook het achterhoofd vertoonde een groo te gapende wond, terwijl de hals bijna afgesneden was. Uit verschillende omstandigheden wordt afgeleid dat de misdaad door meer dan één persoon moet zijn gepleegd. Er wordt verondersteld dat de ongelukkige, op het oogenblik dat hij zich voorover bukte om water te putten, onverhoeds aangevallen werd en dat die aanval zoo hevig was, dat hij als 't ware zonder ge luid te geven, dadelijk is gedood gewor den. Een lOtal omwonende N'iassers werden als verdacht iets omtrent dien moord te kunnen weten, in verzekerde bewaring genomen. Tot heden heeft, naar luidt, het ge rechtelijk onderzoek geleid tot het weder op vrije voeten stellen van vier der ver dachten, wegens het ontbreken van schuldbewijzen tegen hen, doch ook tct het ontdekken van den waren dader of van een der daders. Een van de overige verdachten* Si Ba- doe geheeten, van beroep „toekang soe- rie", werd pl. door zijn jongeren broer als de moordenaar aangegeven en het door dien broeder aangevoerde argument was zoo vernietigend voor den ander, dat deze eindelijk heeft bekend de mis daad werkelijk gepleegd te hebben, hier aan toevoegende, dat hij zich echter in den persoon deerlijk had vergist, daar hij het gemunt had. niet op den ver moorde, doch op diens zwager, den tot het Islamisme bekeerden niasser Padoa, voor wien hij in de ochtendschemering de verslagene had aangezien, en op wie hij zich had willen wreken wegens een hem door gene aangedane beleediging bij een twist over een vischvljver. Het verder onderzoek is nog in vollen gang. waarvan het eindresultaat later ook zal worden medegedeeld. De reis van den heer Yan Kol. De „Java-Bodte" schrijft: Ook te Makassar heeft diö afgevaar digde H. van Kol van zijne belang stelling in. Indië doen blijken,, door eene vergadering bij te wonen van de Kamer van Koophandel aldaar, waar in de vertegenwoordigers van den han del zich ontevreden toonden met de verbeteringen, welke ten koste van 12 ton gouds aan cle liaven aldaar zullen worden aangebracht. Men is daar van oordeel, dat de haven ook dan nog geen haven zal zijn maar een reede blijven; in den West-moessoon vreest men bij slecht weer toch niet onge-: stoord te zullen kunnen laden en los sen; om in dit euvel te voorzien, werd in de vergadering het denkbeeld geop perd om de tegenover Makassar gele gen zandbanken door dammen met elkander te verbinden en alzoo golf brekers te verkrijgen. Zoete, lieve Ger- ritje wist echter niet te vertellen, wie dat zou moeten betalen. Verder verluidde dat die Kamer van Koophandel te Makassar voornemens zou zijn zich bij verzoekschrift tot den minister van Koloniën te wenden, om vóór alles te bewerken, dat alsnog zal worden afgezien van het plan. in het gebied Celebes en onderhoorigheden Horace, een weinig teleurgesteld zocht naar woorden en vond ze niet. Bevalt je dat niet? zei Katie met dezelfde ironie, die haar verloofde zoo vreesde. Neen, het verrast mij maar al leen. Dat is geen artistieke roeping. Ik ben geen artiste, antwoordde het jonge meisje, nog altijd even kalm. Ik houd alleen van de kunst als omhulsel. Dat was waar; Horace had het dik wijls vermoed. Hetgeen mij belang inboezemt, is de wetenschap, de wetenschap is de kern van alles, de rest is slechts versiering; de kern bevat juist 't zaad. Zij zwegen. Bevalt je dat niet herhaalde Katie, terwijl ze opstond. Hij stond snel op. gepiqueerd, zon der te weten, waarom. Neen. het mishaagt me nietdat heb ik je al gezegd, maar ik ben wel eenigszins teleurgesteld. Dacht je somfe, dat ik zou gaan schilderen? zei ze met geveinsde on verschilligheid na< met John May ge broken te hebben, kan ik toch geen beroemdheid zoeken in die richting Katieriep Horace uit. Hij werd opeens meester over zich- in- en uitvoerrechten te heffen, omdat, naar het oordeel der Kamer. Makassar dan gaandeweg als handelshaven zal ondergaan. Dat zegelgeld zal wel be spaard kunnen worden. Eindelijk bericht de ..Makasser Ct." nog, dat de heer Van Kol onder gelei de van den heer Mesman Sr. de be vloeiingswerken in het vorstendom Goa in oogenschouw heeft genomen en dat uit dat bezoek het plan bij den vorst is gerijpt om. zoodra de heer Van Kol uit de Molukken zal zijn terugge keerd. in diens gezelschap een reisje te ondernemen naar Bali, om ginds het irrigatie-systeem te bestudeeren. Gemengd Nieuws, Margarine. Volgens een statistiek, door den beken den Franschen landbouwkundige Gran- deau in de „Temps" als nauwkeurig opgegeven, bedroeg de productie van margarine in 1900 de volgende cijfers, in vaten van 100 kilo, in de acht voor naamste landen van herkomst: Duitschland 900.800 Nederland 557.920 Vereenigde Staten485.340 Groot-Britannië 372.000 Denemarken 158.760 Noorwegen - 99.800 Zweden 90.700 Frankrijk60.000 Totaal 2,915,120 De geheele productie van natuurboter bedraagt in Frankrijk ruim 1,320.000 va ten, waarvan 220.000 worden uitgevoerd, bijna alle naar Engeland, terwijl onge veer 75.000 vaten worden Ingevoerd,waar van de helft uit België. De oorlog tegen de tering in Amerika. De strijd, dien de doktoren hebben aangebonden tegen de tering, wordt in de Vereenigde Staten gesteund door po litiemaatregelen. In de voornaamste havens der Unie hebben de doktoren dezer dagen aan schrijving ontvangen van overheidswege, dat iedere passagier, die uit den vreem de komt en aan tering lijdende blijkt, op kosten van de betreffende stoomvaart maatschappij onmiddellijk teruggezon den moet worden naar de plaats van herkomst. Te Liberty, in het graafschap Sullivan, zijn 20 aldaar wonende teringlijders tot 5 dollars boete veroordeeld, omdat zij den openbaren weg hadden gespuwd. Te Rockland wordt iederen hotel-eige naar die een teringlijder onderkomen verleent. 50 dollars boete opgelegd. Deze maatregelen zijn genomen, om beide genoemde plaatsen, die bekend zijn om haar zacht klimaat, van tering lijders te verlossen. Een vreemdsoortige bestrijding der ziekte dus! Een dnre klap. Te Guildford, in Engeland, heeft een slager terechtgestaan, die een heer. die in een automobiel hem voorbijreed, met een stok een tand had uitgeslagen en een kaak had verbrijzeld. De slager be weerde, dat hij bang was. overreden te zullen worden en dat hij daarop zijn stok had opgeheven ter zelfverdediging. Hij werd veroordeeld tot een maand dwangarbeid. Bier. Het getal bierbrouwerijen is in het vorige jaar zoowel in Duitschland al3 in Oostenrijk-Honglarije belangrijk verminderd. In Duitschland van 19,281 tot 18,880, dus met ruim 2 in Oos- tenrijk-Hongarije van 1426 tot 1388, dus met 3 Terwijl in de twee laat ste staten ook de bierproductie afnam van 21,500.000 tot 21.250.000 of melt 1 ruim, steeg zij in Duitschland van 69,3 tot 70,6 millioen hectoliter, dus met bijna 2 Beieren alleen had 5964 brouwerijen, die VI millioen meter centenaars mout en 166.500 tolcente- naars hop verbruikten en bijna 17 millioen hectoliter bier afleverden. Keukondragonders. Welke moeite practische huisvrou wen doen. om een goede keukenmeid machtig ie worden, blijkt uit de vol gende advertentie in de Hamburger Nachrichten. Daarin heet het: „Gevraagd (tegen October in een garnizoensstad (dragonders) in Meck lenburg een keukenmeid. Aanbiedin gen, enz. Misschien neemt de dame, die deze advertentie liet plaatsen, ten plieziere van haar keukenmeid, nog wel een paar dragonders in den kost! zelfzich van zijn stuk te laten bren gen door zoo n kleine plagerij was toch n'iet mannelijk Zii zag hem nieuws gierig aan, maar toen zii zag, dat hii eensklaps gekalmeerd was. wendde zij haar blik m hem af. Ik kan toch ook niet aan bouw kunde gaan doen. hernam zij, want men zou denken, dat jij me leiddet, en ik wil aan niemand iets verschu- dxgd zijn. j Je hebt gelijk, zei Frankley, in schijn even kalm als zii. En daarom ga ik me op de me dicijnen toeleggen. Wanneer denk je met je stud'ies te beginnen? O. nog niet zoo gauw, zei Katie, terwijl ze in do rocking-chair bij het vuur ging zitten. Zie je. Horace, lk vree.s dat je mijn karakter verkeerd begrepen hebt. Je erkent, dat ik eeni ge capaciteiten beait. dat is heel goed. maar je erkent toch hoop ik ook nog. dat ik nog eenige bekoorlijkheden be zit, nietwaar? Horace boog. zooals hii gedaan zou hebben in tegenwoordigheid van ge- heel Boston. Waarom zou ik mijn leven gaan bederven, in plaats van de vruchten te plukken, die mij voor de hand lig-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 5