NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken. FRANKLEY. 20e Jaargang V-ijdag IN Juli 1902. No. 5843 HAAKLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: Voor Haarlem per 3 maandenL20 Van 15 regels 50 Cta.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem Voor de dorpen in den omtrek waav een Agent gevestigd is (kom der gemeente), is de prija der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15. per 3 maandenL30 Groote lettere naar plaatsruimte. Bq Abonnement aanzienlijk rabat. Franco door het geheele Rqk, per 3 maandenL65 Reclames 30 Cent per regel. Afzonderlijke nummers0.02Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Zuider BuitenSpaariie No. Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37££ Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoounnuimer der Administratie 128. de omstreken en franco per post0.45 Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiere. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Hoofdagenten voor het BuitenlandOompagme Générale de PvMicité Etrangèrt O. Ia DAUBE Co. JOHN F. JONES, Svcci, Parijs 31Mt Faubourg Monmartré. Haarlem's Dagblad van 18 Joli bevat o. Moeilijkheden in Zuid-Afrika, Beleediging van Keizer Wilhelm, Atjeh, Leerplicht, Nabetrachting ea Vervolg Gemeenteraad. NABETRACHTING van den GEMEENTERAAD. De middagzon scheen fel op de ruiten van de benauwde en bekrompen Raads zaal en de ventilatie kon de atmosfeer niet frisch houden, zoodat de gasvlam men ten slotte, allicht uit pure wanhoop, met kleine plofjes gingen flikkeren. Was het die warmte, die aanleiding gaf, dat de stemming bij de debatten gezellig en genoegelijk was en dat er zooveel werd afgedaan? 't Is zou ik haast zeggen in geen maan den gebeurd, dat we bijna dertig punten onder de knie hebben gekregen. Er is er maar een uitgesteld en dat was het abat toir-voorstel, omdat de teekeniagen niet ter visie hebben gelegen, 't Gold hier eigenlijk een quaestie van deftigheid. De heer Stolp had, zoo verklaarde hij, de ge woonte, om wanneer hij iets niet bij de stukken vond, dat hij toch zien. wou, per bode daarom te laten vragen bij den Se cretaris; de heer Roog was van oordeel, dat dit niet te pas kwam en dat, de Raadsleden die stukken compleet in de Leeskamer behoorden te vinden. Ik voor mij zou het nóg deftiger vinden, wanneer de stukken den leden die dat wenschten, per deftige equipage door een bode in sierlijk costuum werden thuisgebracht, maar dat heeft misschien om practische redenen bezwaren. De heer Roog kreeg in elk geval zijn zin en de teekeningen zullen voor den dag gehaald worden. Dit Raadslid is in den laatsten tijd zoo in 't oog loopend in de oppositie, dat er een verwonderd .,a ha!" door de vergadering ging, toen hij bij een van de voorstellen van B. en W. een betuiging van instem ming gaf. Ook de heer Beijnes, al voer de hij dan ook het woord niet, was blij kens zijn stem in de oppositie. Ik kan mij dat wel verklaren. Als je zoo lang niet in de gelegenheid bent geweest om te opponeeren, dan valt er op een gege ven oogenblik heel wat schade in te ha len. Toch was er een les van nederigheid in deze Raadszitting te halen. De heer Van Styrum, correct als altijd, wees er op, dat de Raad niet, zooals aanvankelijk gedacht en verwacht werd, invloed op de détails van de stationsplannen zou kun nen hebben. Eerst zou de Holl. Sp. ze ter goedkeuring krijgen, daarna B. en W. en ten slotte de Minister, die dus het laatste woord zal hebben. En nu zei de heer Van Styrum wel vergoelijkend, dat dit geen bezwaar zou opleveren, omdat immers de Minister niet licht wijzigin gen brengen zou in wat de Holl. Spoor en het gemeentebestuur waren overeen gekomen, de mogelijkheid is niet buiten gesloten en die had de Raad te slikken. Ik moet erkennen, dat deze den pil met gratie door het keelgat liet glijden. De tweede pil gaf de heer Hofland in. toen hij vroeg of de gemeente niet een ge deelte van haar bijdrage reserveeren kon voor 't geval, dat de Holl. Spoor haar ver plichtingen niet zou nakomen. Immers de Voorzitter kon hem geen beteren troost geven, dan deze dat de gemeente dan schadevergoeding zou kunnen ei- schen. Dus procedeeren, jawel! En de derde pil diende de heer Sneltjes. die trouwens oud-apotheker is, zijn medele den toe, toen hij er op wees, dat de Staat ingeval van naasting der Holl. Spoor wel bevoegd, maar niet verplicht is de wer ken uit te voeren en de heer Van Styrum er op wees, dat de wet het aldus voor schreef en niet anders. Maar men moest de Holl. Spoor vertrouwen, klonk het van verschillende kanten. Ik wil in de mate van te besteden vertrouwen niet onder doen, maar evenmin verbergen, dat we vrijwel met handen en voeten ge bonden aan anderen zijn overgeleverd en dat we, als alles zonder haken en oogen afloopt, het dankbaar mogen loven. Zooveel is zeker, dat de hulde, die de heer de Breuk den burgemeester toe zwaaide. geen holle phrase was. De Bur gemeester heeft de zaak met veel geduld en tact behandeld en zich daarvoor veel moeite gegeven. In elk geval stond de gedachtewisse ling over dit punt hooger, dan het iet wat klungelige debatje over den onder stand aan de weduwe de Roo. De heer Bijvoet deed een goed werk, door toen bleek dat 1 6 niet gegeven zou worden, f 4.50 voor te stellen en zoodoende al thans te beletten, dat de toelage daalde tot f 3. maar verheffend zijn deze discus sies toch niet en ze doen hartelijk ver langen naar het afkomen van de vaste regeling. Zal die er eerder wezen dan de hulp- school in 't oude Huis van Bewaring? De heer Hugenholtz zette zijn oppositie daartegen, op grond van de ongelukkige plaats, krachtig voort, maar zonder suc ces. En de wethouder van onderwijs, zich weer even handig verdedigende als altijd, zei dat de Raad gemakkelijk praten had met zijn kritiek op de voorgestelde ter reinen, de Raadsleden zelf wezen immers ook geen betere terreinen aan! Daar is nu wel wat van aan, maar het mag ook gezegd, dat B. en W. niet altijd gebruik maken van aangeboden terreinen. Zoo wees het College indertijd het aanbod van een huis in de KI. Houtstraat voor Stads apotheek af, hoewel het direct aan 't gasthuis grensde en allicht goedkooper was, da nhet later gekochte terrein aan den Kampersingel. En zoo weet ik ook. dat B. en W. onlangs nog een aanbod van een flink huis met tuin aan dienzelf den Singel afwezen, nog vóór een prijs was, dan het later gekochte terrein aan goed voor schóól had kunnen dienen. Dat het voorstel-Groot om rekening en verantwoording te vragen van de 110.000 voor het gemeentelijk Muziekkorps, val len. zou, sprak van zelf. Het was een van die voorstellen, waaraan je geen houvast hebt en toen de heer Van Styrum boven dien nog betoogde, dat het om redenen van vorm niet aannemelijk was, glipte het den voorsteller heelemaal uit de hand. Toen de openbare zitting uit was had de Raad er nóg niet genoeg van en ging nogeens wat vergaderen in comité. O, blakende ijver van geblakerde Raadsle den! Ze krijgen nu denkelijk wel de be looning voor hun vlijt in een week of wat vacantie van Raadszittingen De heer Rasch, het nieuwbenoemde lid. had die maar vast genomen, zoodat de heer Thijssen in zijn eentje geïnstalleerd werd. Politiek Overzicht. Er komen onrustwekkende berichten uit Zuid-Afrika, berichten, die niet ai- leen irx Engeland' met bezorgdheid zul len worden vernomen. Na een hardnekkigen en bewonde ring afdwingenden strijd van twee en een half jaar, zagen de Boerenleiders de ojimogelijkhend' in om voor heit oogenblik den oorlog voort te zetten. Het blokhuizenstelsel belemmerde hun ne vrijheid: van beweging; het aantal doodien, gewonden en gevangenen wer te groot; bovendien stond het gevaar voor ontvolking en voor bet uitsterven van helt ras door d'e opsluiting dei- vrouwen in concentratiekampen, te wachten. En de Boerenleiders beraad slaagden met elkander en met de En- gelsche bevelhebbers over de mogelijk, heid) om den strijd' te Staken. Dit besluit en de uitvoering hebben aanvankelijk instemming gevonden bij de Boeren in de republieken; en zelfs de- Engelsche bevelhebbers verwonder- dn zich ovr d'e volgzaamheid en ae loyauteit waarmede de Boeren d'e be palingen der acte van overgave uit voerden. Nu komt echter zooals wij gisteren meldden blijkens de berichten uit Pretoria, dereactie, na liet gevoel van opluchtin gover bet eindigen der vij andelijkheden komt nu het gevoel van spijt, dat de onafhankelijkheid der Republieken prijsgegeven is. Daarbij komt nog, dat het nationali teitsgevoel. voor een oogenblik inge sluimerd tengevolge van de omzwer vingen en ontberingen, wakker wordt nu men de gevolgen van den oorlog aan huis en hof, en wellicht ook in den huiselijken kring ontwaart. Er is bijna geen gezin in de Republieken, waarin niet hier de zoon, daar de broeder, gin. der de vader, of een ander familielid ontbreekt, gesneuveld, gestorven, weg gerukt van de zijde der zijnen. En nu de oorlog geëindigd is. en de gezinnen weder bij elkaar komen, worden die verliezen zwaarder en voelbaarder. De hand. die straks nog het onfeilbare musket voerde, dat moest worden afge geven aan den Engelsckman. balt zich in den zak; en in het hart rijst dat ge voel van rnachtelooze woede op, de eer- ste opwelling die leiden zal tot verzet... Het is niet te verwachten dat dit verzet nu reeds komen zal. Maar het is een angstig verschijnsel, wanneer de berichten den toestand juist weerge ven. dat er nu reeds sporen van merk baar worden. Wat zal Engeland daartegen doen? Zal het met wapengeweld, met machts vertoon. met harde wetten, pogen die sporen van verzet te onderdrukken? Of zal het. door kalm overleg, door ge matigd optreden, door begrip van den toestand te toonen. pogen den Boeren het zware verlies hunner vrijheid en nationaliteit te vergoeden en te doen vergeten? De eerste handelingen van de En gelsche regeering waren in dit opzicht bemoedigend. De wijze, waarop de verzorging der overwonnen geregeld werd, maakte een uitnemenden indruk; de weigering, om de constitutie in de Kaapkolonie op te heffen, toont dat. de Engelsche regeering niet arbitrair wil te werk gaan. En nu wedler toont hert. besluit, om het Wetgevend Lichaam voor Transvaal, waarin aanvankelijk uitsluitend Engelschen benoemd wer den. uit te breiden, en daarin ook Transvalere op te nemen, dat een bree. de opvatting gehuldigd wordt. Het is voor de toekomst van Zuid- Afrika te hopen dot. de opgewonden heid tot bedaren gebracht kan worden, en de rust die pas hersteld is en zoo noodig blijkt voor de ontwikkeling van het Afrikaansche land1 en volk. thans niet worde verstoord. Buitenlandsch Nieuws Uit Zuid-Afrika. In het Eng. Lagerhuis deelde de mi nister van oorlog mede, dat de gevan gen Boeren, die bereid zijn den eed van trouw af te leggen en middelen van be staan hebben, op eigen kosten naar Z.- Arrika kunnen terugkeeren, als lord Milner er niet tegen heeft. Zij mogen ook elders heengaan, maar zij verliezen dan alle aanspraak op terugkeer naar hun land op kosten der regeering. Zij zullen ook geen vergunning bekomen om naar Zuid-Afrika terug te keeren, als ze vertrekken zonder een verklaring van trouw af te leggen. In het Engelsche Lagerhuis is het ver gemakkelijken van de emigratie naar Z. Afrika ter sprake gekomen. Lord Onslow, onder-secretaris van koloniën, verzekerde dat 'de rijksregeering zoowel als de Transvaalsche regeering deze zaak van zeer groot belang achten. De regeering, die reeds groote uitgestrektheden gronds heeft aangekocht, zal aan Lord Milner allen steun verschaffen, en deze is ge neigd om een kolonisatieplan op groote schaal ten uitvoer te leggen. Er is een gemengde commissie, uit le den van de ministeriën van oorlog en van koloniën bestaande, aangewezen om de kwestie grondig te bestudeeren. De regeering wil ook de vestiging van Engelsche vrouwen in Zuid-Afrika bevor deren. Uit Johannesburg wordt gemeld, dat daar door de blanke werklieden een be weging op touw gezet wordt, met politie ke doeleinden, tegen de kapitalisten ge richt. De beweging gaat uit, zegt Ren ter's correspondent, van den onlangs op- gerichten mijnwerkersbond. Een deputatie van Kaapsche parle mentsleden heeft Dinsdag haar opwach ting gemaakt bij den gouverneur, om bij dezen aan te dringen op vervulling der bestaande vacatures. De gouverneur ant woordde dat hij de kwestie aan zijn raadslieden zou voorleggen. Beleediging van keizer Wilhelm In het officieel politieblad van Praag is een beleediging van den Duitschen Keizer afgedrukt. Het is volkomen on- begriinoiijk dat men daar aan het ver zoek. nog wel gedaan bij een geauto- grafeerde briefkaart uit een Duïtsch- Poolsche gemeente aan de Russische grens afkomstig, beeft voldaan, om in dat blaci een stuk op te nemen van den volgenden inhoud; ..Keizer Wilhelm, zoon van den te Charlottenburg bij Berlijn wonenden Keizer Friedrich, die in het gesticht van dr. von Buclow (Bülow?) te Ber lijn opgesloten was, is eenige geleden van (laar ontvlucht, en wordt sinds dien vermist. Eenige dagen geleden werd hij te Mariënberg gezien. Gelieve naar hem met ijver te zoeken en den uitslag bekend te maken". De met aangeduide woorden, welke het ..Berk T." niet durft afdruk ken. bevatten stellig uitdrukkingen diie op krankzinnigen betrekking hebben. De briefkaart was in het Duitsch ge schreven en aan het gemeentebestuur van Praag gericht, dat haar naar het hoofd der politie zond. Daar schijnt men haar zoo maar zonder ze nauw keurig te hebben gelezen, in het blad te hebben doen opnemen, zonder eenig begrip dat er een hatelijkheid op 's kei zers rode van Mariënburg in te lezen was. Den ambtenaar die met heit toe zicht op d'it blad belast, is. heeft de regeering nu voor 6 weken geschorst. De directeur' van politie heeft b" den Duitschen consul te Praag een bezoek gebracht, en hem verzekerd dat. bij den schuldigen ambtenaar geenerlei boos onzet bestaan heeft. Een koerier is met een extra-trein naar Berlijn "ezo-ndten om aan het hof inlichtingen te geven. De reis van den koning van Italië De Czaar en de koning van Italië kwa men Woensdag voormiddag om 11 uur aan onder de saluutschoten van de Rus sische en Italiaansche schepen en be zochten het pantserschip Carlo Alberto, waar Marconi den Czaar zijne toestellen verklaarde en in werking liet zien, ook eenige van Kaap Lizard overgesein de vonkentelegrammen voorlegde. Tn den salon van admiraal Mirabello toostte de Czaar op den admiraal, het prachtige pantserschip en op de geheele Italiaan sche marine. Na een bezoek aan het keizerlijke jacht, de Poolster, gingen Hunne Majes teiten terug naar Peterhof. Generaal Herzog. De correspondent van de Telegraaf te Kaapstad heeft daar een bijeen komst bijgewoond, waarin generaal Herzog sprak voor de burgers op pa rool. Hij schrijft o.m.: De heer Herzog was vergezeld van een paar Kaapsche vrienden: den heer Schultz, den bestuurder van de Ons Landsdrukkerij, den man die ge durende den oorlog al de geschenken voor de gevangenen onitving en ver zond1; den heetr Mich au, procureur die zelf eenige maanden onschuldig in de tronk zat en later menigen A- frikaander in nood trachtte te verde- digen; den heer De Villier%, redac teur van heit Advertentieblad, toen Malan in de gevangenis was, vroe ger onder- redacteur van Ons Land. Heel alleen nam de generaal op de verhevenheid! plaats aan het kleine tafeltje. Een pittige, pootige kerel, die ge- ner&al. Ik heb hem niet gekend vóór den oorlog, maar ik kan me niert; voorstellen, dat een rechter r zoo sterk en gezond kan uitzien. Alle Vrij staters zeiden dan ook, dat Her zog er nog nooit zoo frisch" uitge zien had. Zijn spieren waren sterk geoefend in den langen strijd; be slistheid teekendie den heelen per soon. De ronde kop, met rechtop ge kamde, zwarte haren, de scherpe, vaste, sprekende blik, de vierkante schouders, de beenen licht gekromd, alsof pas van paard gestegen, dat alles zochten we in verband te bren gen met zijn vele en gelukkige toch ten door de kolonie. Ja, zoo'n man was een generaal. Na eenige inlichting zei Herzog m. ..Er is iemand hier gekomen uit Zuid-Amerika met mooiel aanbiedin- dingen om u daar te gaan vestigen. Broeders, ik moet u daartegen waar schuwen. De oorlog heeft niet ge bracht wat we verwachtten, heit is he laas zoo, maar laten we als mannen dragen wat niet anders kan. De strijd in het veld is voorbij, een andere wacht ons. Het is uw eigen belang te blijven. Mannelijk hebben we ge streden, u en ik, het zou onmanne lijk zijn nu weg te loopen. We heb ben den eerbied afgedwongen van onzen sterkeren vijand en van de ge heele werld, blijft hand aan hand staan. De grenzen van Transvaal en Vrij staat zijn er niet meer; er zijn nu an dere grenzen. Een taak staat voor ons, grooter dan die in het veld. Strij den in 't veld1 is gemakkelijk, de hartstochten leiden u van zelf. Har der is de strijd, waar het geldt een vijand, die nu een vriend is, en men zorgen moet de perken der vriend schap niet te buiten te gaan. On9 volk blijve hier en moet vooruit; wij de leiders van den oorlog hebben be sloten hier te blijven en alles te doen om het land vooruit te brengen. Zuid- Afrika moet toch voor de Zuid-Afri- kaanders zijn. De vrienden in Euro pa zullen zich niet beklagen ons hun vrietndfschap geschonkrejn te hebben. En wij hebben recht op wat wij mee- nen. Lord Kitchener heeft ons te Pretoria gezegd: ,,Gij sluit een vrede met eer. Uw volk zal gerespecteerd worden." Bedenkt, dat Australië en Canada ook tot het Britsche rijk be- hooren. U staat voor een voldongeD feit. Ondierwfe(rp<t u als onderdanen van den koning, geeft hem de ver schuldigde gehoorzaamheid, en ver der blijven wij die we zijn. Naast onze nieuwe vrienden zullen we voortgaan ons zelf vooruit te bren gen. Maar gaat nu niet uit mismoe digheid het land verlaten. Er is een groott werk te voltooien. In tijden toen we het hard te verantwoorden hadden, heb ik soms aan Shakespea re gedacht: ,.To thine own self be true", wees getrouw aan uzelf; vecht om uw rechten als mannen. Feuilleton. Naar het Fransch van HENRI GREVILLE. Hij kruiste de armen en hernam: Zij heeft mij bedrogen, ik ver geef het haar. Ella beefde en voelde haar hart in een peilloozen afgrond zinken. Ik vergeef haar alles, wat ze mij gedaan heeft, vervolgde Franklev ik vergeef haar de daad. die mij bijna gedood heeft, die mij gedood zou heb ben zonder jou, lief kind. Ik vergeef haar alles - behalve het feit, dat ze mijn vriend slecht heeft gemaakt,. Ik heb gestreden en ik heb overwon nen, Ik heb geen wrok tegen haar maar zij heeft een ziel verdorven, edeler en grooter dan elke andere en dat, zie je, dat vergeef ik haar nie'. Maar. zei Ella beschroomd, als zij er eens berouw over had - Ze kent geen berouw, antwoordde Horace, ze beeft een slecht hart. Zij had veel goeds kunnen doen zij zal veel kwaads doen. Ella bleef zwijgen. Zij voelde haar hoop weer herleven. - Ik heb haar geheel begrepen en haar geoordeeld, door aan jou te den ken Ella, hernam Frankley. Jouw ne derige en geduldige toewijding, jouw geheel vergeten van jezlf hebben me geleerd wat een vrouwenhart waard is. Jij bent een vrouw, de ware vrouw, geroepen om lief te hebben, om te troosten, om te vergeven Jouw hand is vol zegeningen, je oogen vol medelijdende tranen, je hart vol edel moedige gedachtenIk ben je het leven verschuldigd. Ella. Maar je hebt meer dan mijn leven gered, ie hebt mijn ziel gered. Ooh, zwijg toch, zei Ella op bijna on verstaan baren toon. Het was buiten duister geworden, en de eerste .sterren vertoonden zich aan het zenithde tranen van het jonge meisje vielen op hare handen, zonder dat iemand het zag. Je hebt mijn ziel gered, herhaal de Horace zonder jou zou ik slecht geworden zijn. De schok was hevig, dat weet jehet is een wonder, dat ik er het verstand niet bij verloren heb. Toen ik jou zag, zoo goed, zoo een voudig, heb ik aan John gedacht, van wien ik hield eens toen ik in Parijs ziek was, heeft hij mij verpleegd met zulk een hartelijken eenvoud, dat het heel gemakkelijk scheen. Bij de her innering daaraan is de woede gewe ken ik heb toen gevoeld, dat ik weer. niet gelukkig, inaar ten minste goed kou worden. Je. zult gelukkig worden, beste Horace. zei ze: later zal je een andere vrouw liefhebben en je zult bemind worden. Ik zal niet meer liefhebben, zei Frankley ernstig. de wond is te diep om ooit geheel te genezen. Ik heb een illusie gehad; ik had de liefde op een voetstuk gezet, ik had er het be gin en het einde van alles van ge maakt. 't Was een dwaling. En nu zal ik voor iets anders gaan leven. Waarvoor dan? vroeg Ella, beide handen tegen haar brekend hart druk kend. Voor de kunst De oogen van den jongen man ves tigden zich op de sterren, die nu het uitspansel geheel bezaaiden. Ik za Ivoor de kunst leven, even als jij voor die barmhartigheid zult le ven. Maar. zei ze zacht, zonder een gezin is het leven onvolmaaktZal ie altijd zonder eigen haard, zonder kinderen leven Maar! riep Frankley uit. welke vrouw zou mij nu willen trouwenö Ik zou haar een teleurgesteld, sceptisch hart geven't Zou een misdaad! ziju. mij te laten liefhebben, nu ik zelf niet zou kunnen beminnen! Ik zou dan een egoïst zijn en God behoede de mensch- heid! voor egoïsme. Vriendschap zou voldoende zijn, zei Ella, en ie zoudt dan niet alleen zijn! Ik bezweer je. Horace. doe geen afstand van het geluk dat een gedeeld bestaan meebrengt: laat me hopen dat ie nog eens gelukkig zuDt worden ders misschien dan ie gehoopt had... maar toch gelukkig. O. ik heb zoo voor je gebeden, gedurende je ziekte! Je hebt me gezegd dat ik je ziel gered heb- laat megelooven dat ik hem geheel gered heb. Horace boog zich over haar rein voorhoofd heen en kuste het. Ik hoop dat je wensch vervuld:! wordt! zei hij Ik voor mij geloof het niet! Maar de goddelijke barmhartig heid is groot. Ella ging zóó zachtjes de kamer uit dat hij het nauwelijks bemerkte. Ge- zeten op die vensterbank, mijmerde I hii lang en zonder bitterheid: hij had het gezegd: de kunst zou voortaan de meesteres zijn die hij zou dienen. Het was een strenge meesteres, maar die hen. die haar zonder bijgedachte die nen. weet te beloonen. De Junizon brandde op zijn hevigst. Mevrouw Alcott had zich dan ook be schut door een groote witte parasol, en ook Ella droeg een zonnescherm, maar eleganter dan dat van haar vriendin. Ella zag er bleek en erg ver magerd uit. De twaalf of vijftien nachten die zij doorgebracht had met bij Frankley te waken, haddén haar in 't geheel geen goed gedaan. Sommige dames, gekleed in lichte japonnen, schenen het erg warm te hebben; de heeren, in zwarte rok, schenen meer op hun gemak te zijn. Eindelijk, nadat dé redevoeringen wa ren afgeloopen. werd de zege uitge sproken: ïedëreen wierp met de zilve ren troffel wat kalk op den nieuwen steen en nien wisselde handdrukken. Ziezoo, die is gelegd, die eerste steen! zei een vriend tot mevrouw Al cott. Deze drukte Frankley de hand met een ernstigen blik die meer zeidte dan alle woorden. De held van den dag keerde zich toen naar Ella. Zonder jou, zei hij, zouden noch het gebouw, noch de architect dezen da" beleefd hebben. Zij beantwoordde zijn handdruk met e' lief glimlachje, lief zooals altijd, maar zoo zwak en zoo treurig. Een vroege lunch werd onder een tent op- gedischt :want de hitte had de inrich ters van het feest genoodzaakt het oogenblik te kiezen waarop de zon nog niet al te warm was. De kinderen van het bestaande weeshuis defileerden op het terrein van hun toekomstig toe vluchtsoord en zongen liederen, en de aardwerk er s begonnen dadelijk met hun werk. 't Was een vroolijke bewe ging. die toch niet den indruk van nietsdoen gaf In plaats van een voor wendsel tot luiheid te zijn. toondle deze plechtigheid eerder het initiatief te zijn van den arbeid. Eenige uren daarna vertrokken de rijtuigen met de genóodigden, de nieuwsgierigen verspreidden zich en mevrouw Alcott steeg in een lan dauer waarin Ella naast haar ging zitten. Mijnheer Frankley, u gaaft toch

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 1