Tweede Blad, Ontvolking van kef platteland. beboorêndp bi] „Haarlem*' Dagblsd" \ai Maarnlai: 21 Jali 1902, Ho. 5345 Haarlemsche Handels- vereeniging. Goed gek. Lij Kon. Besluit van 12 Kot. Ko. 22, lö09. De ilaarleuxsche liandelsvereeiiiging Lier ter stede, opgericht 10 Mei 1892, heeL m den loop vaal den tijd wel haar recht van bestaan bewezen. In zeer veel gevallen, zaken van verschil lenden aard betreJfende. is zij opge treden en dikwijls niet groot succes, jammer echter, dat man algemeen niet meer blijk geelt, dit te waar- deeren door als lid der vereaniging toe te treden. Er zijn wel meer dan 6ÜÜ leden, maar dat is niet vol doende. Elk handelaar, ieder nering doende, ja zells particulieren moesten lid worden, om ten minste te laten ge voelen. dat men het werk op prijs stelt, dat de Haarlemsche Handelsver eniging steeds opneemt als doende, wat hare hand vindt om te doen. L)e voordeelen, die de Vereeniging buiten hare bemoeiingen van verschil lenden aard hare leden aanbiedt, zijn zeer velen, en zeer groot tegenover de geringe jaariijksche cotatjrlbutie van f2.50 die gevraagd wordt. De Haarlemsche Handelsvereeniging bemoei: zich in de eerste plaats er mede de belangen van hare leden te bevorderen door onwillige betalers voor hun tot betaling aan te manen, en informatiën voor hen in te winnen. Bovendien hebben de leden het recht het hun gratis te verstrekken advies van de rechtsgeleerde adviseurs der Vereeniging te vragen, die ook in pro cedures en faillisementen gratis voor hun optreden, natuurlijk alleen voor zaken betreffende den handel ol het bedrijf der leden. Rechtsgeleerde adviseurs der Ver eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de Haan Hugenholtz en H. Ph. de Kan ter, Spaarne 94 alhier. Bankiers der Vereeniging zijn de Heeren Laane en van Bemmel, Kruis straat 51. Het bureau der Vereeniging is ge vestigd Lange Begijnestraat 22. Voor incasso's door bemiddeling der Vereeniging wordt een vast recht van 2 pCt. der vordering, voor incasso's door bemiddeling der advocaten een vast recht van 5 pCt. der vordering berekend. Bovendien moot 19 c. voor porto steeds worden bijgevoegd bij in zending van vorderingen door bemid deling der advocaten te innen. De kosten van informatiën naar bul ten de stad woonachtige personen be dragen 60 ct. per informatie plus 5 ct. porto vergoeding. Informatiën naar Wnnen de stad wonende personen wor den gratis verstrekt. Pretentiën op buiten de stad wonen de personen worden niet behandeld, wanneer niet 10 ct. voor portovergoe ding is bijgevoegd. Ruim 1450 informaties en recht,skun dige adviezen werden in het afgeloo pen jaar gegeven. In de maanden Mei en Juni a. c. zijn 66 vorderingen tot een bedrag van i 2248.36 behaald, 15 vorderingen wor den afbetaald en 18 vorderingen zijn uitgesteld. Volgens art. 7 dieut het geheim der lijsten van wanbetalers ongeschonden bewaard te blijven. Alle brieven, aanvragen, reclames of wat dan ook. moeten worden ge adresseerd aan het bureau, dat ge opend is dagelijks van 'smorgens M tot 1 uur en 's namiddags van 2 tot 4 uur. waar dan ook verdere inlich tingen zijn te bekomen. Heeft ©r werkelijk een ontvolking plaats van helt platteland, met een samendringing in de steden? Ziedaar een belangrijke vraag, die herhaalde lijk gedaan, maar niet altijd even exact beantwoord wordt. De heer K. Reyne behandelt dit onderwerp in afl. 9, 1902 van Vragen des Tijdfe. waarin hij het verschijnsel tot haar juiste verhoudingen terug tracht te brengen op grond van de gegevens der statistiek. De schrijver begint melt te consta- teeren, dat helt onjuist is in algemee- nen zin te spreken van een ontvolkt platteland. Dan toch zou men daar overal moeten waarnemen een ach teruitgang van het inwonersaantal, een vermindering van het aantal personen, dat in het plalttelansdbe drijf bij uitnemendheid, dus bij de bewerking van den bodem, arbeid en levensonderhoud vindt. Zulke ver houdingen treft men aan in sommige Engelsche graafschappen, waar se dert jaren vruchtbare graafschappen tot jachtterrein verwilderden, in Ier land, waar de druk der agrarische toestanden in 25 jaren twee millioen personen (ong. 40 der bevolking) tot landverhuizing dwong. Zulke verhoudingen treft, men aan in 62 der 88 Fransche departemenlten, waar Malthus bevattelijke leerlingen vindt of waar begeerten naar de genietin gen van Parijs de bevolging te mach- itig is geworden. Maar zoo gaat het hier te lande niet; zoowel de aarde als de boerenvrouw behoudt haar vruchtbaarheid; het gebruik van ma chines in het landbouwbedrijf oefent in de kleine en middelmatige land bouwbedrijven geen gdteekenenden invloed op de bcnoodigcfe arbeids kracht. en het productievermogen van den bodem stijgt aanzienlijk,ook tengevolge van <je meer intensieve cultuurwijzen. Hier kan men niet spreken van een ontvolkt platteland, welke uitspraak wordt bevestigd door de bevolkingscijfers. In de periode van 18301899 bedroeg de (toeneming der bevolking in de vijf provinciën. waar landbouw verreweg het voor naamste bedrijf en dus de platte landsbevolking overwegend is, gem. nog ruim 72 en wel in Drente 132, Gelderland 82, Friesland 60, Zeeland 57 en Limburg 51%. In diezelfde pe riode was het gemiddeld percentage der toename voor helt geheele land 95 drie der landbouwgewesten bleven dus ver beneden de gemiddel de verhouding, terwijl één gewest, nl. Drente (door het op groote schaal ontginnen van voorheen woeste gron den), deze ver te boven ging. En om uit jonger tijd en voorbeeld te nemen zij vermeld, dat van 18891898 voor het geheele land de bevolkingstoene- niing was 12.49%. In de vermelde landbouwprovinciën bedroeg ze: voor Drente 13.11%, Limburg 11.52%, Gel derland 9.8 Zeeland 8.08 en Friesland 1.81 Overal dus een klimmend bevolkingscijfer, zij 't dan ook, behalve in Drenlte, beneden het gemiddelde. Nog zij vermeld, dat tijdelijk, nl. 189293, de bevolking van Friesland afnemende was met 0.4 en 0.3 Als provinciën met gemengd be drijf, waar een stedelijke bevolking melt een ongeveer even talrijke land bouwersstand samenwoont, zou men tejvenfe aanmerken Utrecht, Gronin gen, Overijssel en Noord-Braabnt. llier klom in de periode 183099 de bevolking, in Groningen met 90%, in Utrecht melt 89%. in Overijssel met 86 en in Noord-Brabant met 82 overal dus belangrijk boven het ge middeld percentage der eerste groep. Minder groot was het verschil in de laatste jaren (188998), toen in Utrecht de toenemng 12.41%, in Over- ijsei 11.42%, in Groningen 9.8% eo in Noord-Brabant 8.59% was. Daarerutegen werd de gemiddelde vermeerdering (gterk overschreden door de twee gewesten waar de stede lijke bevolking in NoordrHolland 134 en in Zuid-Holland 138 terwijl van de jaren 188988 de cijfers zijn 16.42 en 18.56 Groot is dus het verschil in de toe neming der bevolking, die van 1830 1899 schommelt van 51 tot 138 en van 1889—98 van 1.8 tot 18.56 Maar toch overal, behoudens tijde lijk in Friesland, houdt de toene ming der bevolking aan, ook in de landbouwprovinciën. Daarom kan men niet spreken van een ontvolking van helt platteland, maar wel van een onevenredig groeien der bevolking in stad en land. De statistische cijfers toonen ook aan, hoe innig de trek naar de ste den samenhangt melt de welvaart op het platteland. In 1830 telden Am sterdam (met N.-Amstel), Rotterdam en Den Haag 12.9 van de geheele bevolking des lands. Door de storing welke den handel ondervond als ge volg van de internationale betrekkin gen, was in 1840 dit percentage ge daald tot 12.5 Sedert steeg dat cijfer en genoemde steden hadden in 1849: 12.8 in 1859 13.11 in 1869 13.39 in 1879 14.78 in 1889 17.77 19.61 in 1895 en 20.39 in 1899. Opmerkelijk is vooral de groote verin oerdering van belt inwonerstal der drie steden van 18791895. Lang zaam klom het percentage, zoolang het buiten" voorspoedig ging, maar toen tegen het jaar 1880 de graanprij zen daalden, en iéts later ook de zui vel achteruit ging en hét. slechte tij den werden voor den boer, stroomde de bevolking van het platteland meer naar de steden. In de 15 jaren nu na 1879 steeg het percentage der in woners van de drie hoofdplaatsen ruim het dubbele van de voorgaande 50 jaren. En helt onevenredig groeien der steden werd minder, zoodra de landbouwtoestanden zich na 1895 eenigszins herstelden. Het samenpakken en ophoopen der bevolking bepaalt zich niet tolt de hoofdplaatsen, ook de verschillende provinciesteden ontvingen en ontvan gen nog haar deel, hoewel in minde re mate. De cijfers leeren dalt. De toeneming van inwoners van 18791895 bedraagt voor Amsterdam Rotterdam en den Haag 60 Utrecht Groningen, Haarlem, Arnhem en Nij megen 41.1 12 andere éteden bo ven 25.000 inw. 22.5 Overig deel des lands 11.5 het Rijk 21.1 Beter en juister is het nog, de plat telandsgemeenten. op grond van de bedrijven af te scheiden van de site- den, dan op bovengenoemde wijze geschiedt. De schrijver deed dat voor vee-teelt, zuivelbereiding en akker- terst geringe malte toenam in Noord- IIolland, terwijl bij tuinbouw- en der gelijke intensieve cultures de bevol king sterker toenam. Bevordering van intensieve cultures gaat aldus de geringere toename der bevolking van het platteland tegen. Toch waar schinvt de schrijver er tegen, hiervan alles te verwachlten. Tuinbouw en warmoezerij zullen tijdelijk in de daartoe geschikte deelen des lands werk en brood kunnen geven aan een wassend inwonerstal, maar op den duur zal de sterke groei óe platte landsbevolking dwingen (tot ophoo ping in de steden of tot emigratie, tenzij wordt hersteld het verbroken evenwicht in de toeneming van het landbouwersaantal en van den be schikbaren cultuurgrond. En dat verbroken evenwicht kon worden her steld door droogmaking der Zuider zee, de Lauwerzee, de Wadden, de Dollart, enz., door het droogmaken der plassen, die ultgeveend zijn, en waarvan do slikgelden in algemeene kassen berustten, door cultiveering van afgeveende gronden enz. Een wij ziging van het onteigeningsrecht zal hiervoor noodig zijn. Stadsnieuws. Van wege het Minister e van Waterstaat, Handel en Nijverheid werd heden aan helt gebouw van het Provinciaal Bestuur alhier aanbe steed: lo. Het verbeteren van hoofd VII vóór de Pet'temer zeewering, behoo- rendo tot de Rijks Zeewerken in de prov. Noord-Holland. Raming f 11800 Van de 6 hiervoor ingekomen in- schrijvingsbiljetiten w-as dat van J. van der Plas te Hardinxveld het laazst voor f 10.220. 2o. Het voltooien der verbetering van den weg op de kruin van den zeedijk bij het Oude Schild 00 Texel behoorende tolt <Je Rijkszeew^rken in Noord-Holland. Raming f 3550. Hiervoor kwamen 10 biljetten in en was dat van A. Bos te Helder het laast voor f 2940. Een reeds bejaarde vrouw, bijgenaamd dronken Lotje as gisteren morgen, na eerst de omtrek har er woonplaats in opschudding gebracht te hebben, voor de zooveelste maal door de politie opgepakt. Reeds meer malen heeft zij voor dronkenschap gevangenisstraf ondergaan, zoodat zij nu. walt haar beloofd was, w-el een goede straf zal krijgen. Binnenland. Onze handel met Noord-Anierifea De „Review of the World's Commer ce" is een boekje dat uitgegeven wordt vanwege de Amerikaansche regeering. waarin kort en krachtig, echt Ameri- kaansch derhalve, een overzicht wordt gegeven van de handelsbetrekkingen van de Vereenigde Staten van Noord- Amerika met de verschillende Stalen der wereld. Het is aangenaam te constateeren dat Nederland in dat werkje lang geen slecht figuur maakt. De import toch van Amerika naar Nederland bedroeg ongeveer f 95.000.000 dollar, en de ex port 25.969.200 dollar. De kleine be schouwing, die erbij gevoegd is, is zeer vleiend voor den Nederlandsehen -handel, wij geven ze hier vertaald weder De grootte van den Nederlansclien handel wordt, buiten het land zelf, niet genoeg gewaardeerd. Hare ex porten en importen bedragen jaarlijks ongeveer 1.400.000.000 dollars of drie vierde van die der Vereen. Staten, ter wijl ze zoowat gelijk zijn aan die van Frankrijk, en slechts met drie a vier honderd millioen de mindere zijn van Duitschland. In deze getallen zijn niet opgenoman de in- en exporten van Nederlandsch-Oost-Indië, welke ook voor het meerendeel over Amsterdam en Rotterdam plaats hebben. Nederland is volgens de laatste op gave der schatkist onze derde afnemer in Europa. Het neemt meer van onze koopwaren dan Frankrijk. De voor naamste invoeren zijn tarwe en tar wemeel tot een bedrag van ongeveer 12.000.000 dollar. Hiervan zijn 5.000000 voor tarwemeel, waarvan wij het laat ste jaar (1900) 1.300.000 ton naar Ne derland verscheepten. Deze groote en bloeiende handel wordt bedreigd met een tariefbelasting van 10 procent, ter wijl hij nu vrij van invoerrechten is. Een dergelijke belasting zou rampzalig zijn voor dezen handel, die met ont zaglijk veel moeite gedurende drie of vier tientallen van jaren is tot stand gekomen. Ook koper wordt bij groote hoeveelheden ingevoerd, vanwaar het verder vervoerd wordt naar Duitsch land en elders. Wij verkoopen aan Nederland meer dan tweemaal zooveel als aan al de landen ten Zuiden van de Rio Grande. Onze exporten daar heen zijn in le laatste 10 jaar gestegen van 15.000.000 op 95.000.000 dollars. Perzen te Selieveningen.' Omtrent het bezoek van de leden van bet gevolg van den Shah van Perzië aan Scheveningen, kan nog nader worden gemeld, dat het gezelschap ongeveer te half acht uur op de Pier aankwam. De Grootvizier deed aan de directie zijn verlangen te kennen geven om de elec- trische feestverlichting te mogen aan schouwen. Hoewel daartoe in de centrale veel werk werd vereischt, werd nietemin aan het verlangen voldaan. Onder geleide van den directeur van het wandelhoofd, nam het gezelschap de verlichting in oogenschouw. Nadat de Grootvizier den directeur dank had ge bracht vertrok hei gezelschap te ruim 9 uur van Scheveningen. Het was op de Pier, bij het bal, zeer druk. Er waren ongeveer 7000 personen Uit het bezoek wordt afgeleid, dat de Shah een dezer dagen te Scheveningen zal komen. In verband daarmede wordt aterdag- en Zondagavond de feestverlichting weer ontstoken, terwijl er Zaterdagavond groot bal in de Kurzaal op het terras is. Bond van Ned. Steenkolenhande laars. Op initiatief van verschillende Steen- kolenhand jlaars, groot- zoowel als de tailhandelaars uit alle oorden van ons land zal op Dinsdag 22 Juli a.s. des voor middags ten elf ure in het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te Utrecht eene vergadering worden gehouden, om te trachten te komen tot de vestiging van een Bond van Ned. Steenkolenhandelaars. De toestanden in den kolenhandel zijn vooral in den laatsten tijd zoo onhoud baar gebleken, dat men op die wijze wil trachten tot Vereeniging, tot organisatie te komen, en zoo mogelijk in één en an der verbetering te brengen. Alle kolenhandelaars in ons land wor den dringend tot bijwoning uitgenoodigd. Een oneerlijke bediende. Door een dame uit Breda was aan de firma S. in de Choorstraat te Utrecht een aangetcekende brief ver zonden met f 660. Op het bepaalde tijdstip werd de brief evenwel niet door genoemde firma ontvangen. In formaties werden gedaan, waardoor uitgemaakt werd, dat de bezorging toch wel degelijk had plaats gehad; de brief was in de bus gegooid en hét geld ten postkantore reeds geïnd. Het bewijs daarvoor werd getoond, onderteekend Van den Brink. Het leed voor de firma thans geen (twij fel of een van de leden van het per soneel had zich den brief valschelijk toegeëigend. Dat was ook hét oordeel van de recherche. Deze nam het personeel in verhoor en noodzaakte allen verschillende malen den reeds genoemden naam te schrijven. Toen viel het vermoeden op den loopknecht, J. II. genaamd. Hij werd apart in verhoor genomen, doch ontkende hardnekkig zich aan het misdrijf te hebben schuldig ge maakt. In de woning werd niets ge vonden. Voorloopig werd de verdachte daar op aan het politiebureau in arrest ge houden en na korte opsluiting is het der wakkere recherche gelukt hem de bekentenis te onitlokken. dat hij het geld achter zijn huis had begraven. Slechts f 5 ontbrak aan de som. De man is thans ter beschikking van de justiitie gesteld. Droevig: ongeval. In een woning aan den Rijswijk- schen w-eg te 'sGravenhage had gis termiddag een droevig ongeluk plaats. Een driejarig knaapje, dat liep te spelen, viel. achteruit loopen- de in een 'tobbe kokend water. Met ernstige brandwonden over dekt, werd de kleine naar het ge meente-ziekenhuis gebracht, waar het aan de gevolgen is overleden. Krijgsgevangenen terug. Hr. Ms. Friesland^ het panitserdek- schip aan boord waarvan zich tien krijgsgevangenen, uit den Z.-Afr. oor log bevinden, wordt omstreeks half Augustus hier te lande verwacht. Door de hitte. In het kanaal te Heusden deed zich Woensdag het geval voor dat de draai brug niet open kon. De hitte had de brug, die geheel van ijzer is, zóo uitge zet, dat ze klem tusschen de hoofden zat, en eerst in den avond, toen de af koeling was ingetreden, voor de scheep vaart kon geopend worden. Een krasse maatregel. Door Gedeputeerde Staten van Fries land is een krasse maatregel genomen, die ook anderen tot waarschuwing kan strekken. Hij geldt den stoombootkapi tein Pieter Bruinsma, gedomicilieerd te Leeuwarden, thans te Saxwoude, die door cjen kantonrechter te Leeuwarden was schuldig verklaard aan „het in een vaarwater, in onderhoud en beheer bij de provincie Friesland, als gezagvoerder van een vaartuig, daarmede van bene denwind of tegenstroom tegelijk met een ander vaartuig van de tegenovergestelde zijde een brug naderende, zich niet ge dragen naar de beslissing van den brug wachter, dat hij moet stoppen tot het an dere vaartuig is doorgevaren" en te dier zake was veroordeeld tot een geldboete van dertig gulden, subsidiair acht dagen hechtenis. Met het oog op het ernstig ka rakter van de omstandigheden, waaron der de overtreding heeft plaats gehad, hebben Gedep. Staten, na genoemden persoon in hun vergadering nader over de zaak te hebben gehoord, gebruik ge maakt van hun reglementaire bevoegd heid om de hem verleende vergunning, om met zijn sleepboot „Simson" van de in die vergunning genoemde vaarwaters gebruik te maken, voor den tijd van veer tien dagen te schorsen. Een vrouw verbrand. Vrijdagochtend had aan den Haarlem merdijk te Amsterdam een treurig onge val plaats. In perceel 78 wilde juffrouw E. Boerkamp een petroleumkachel gereed maken en stak de daarin geplaatste lamp aan. Deze ontvlamde en de kleederen van de vrouw raakten in vlam. zoodat zij ernstige brandwonden bekwam. Toen door buren en eenige voorbijgangers de kleederen waren gedoofd, bleek het. dat hare toestand zeer ernstig was. Door po- litie-agenten werd zij per rijtuig naar het Gasthuis gebracht. Algiers. Onze consul, de heer Van Vollenhoven, te- Algiers, schrijft in zijn jongste ver slag, opgenomen in de „Consulaire Ver slagen en Berichten". 0. m. het volgende: De vermindering van het aantal sche pen onder Engelsche vlag is opvallend en is de sprong van 21 schepen in 1900 tot 318 in 1901 wel groot. Duitschland gaat gestadig voort in ver meerdering en er gaat dan ook bijna geen dag voorbij of de Duitsehe vlag is in de haven zichtbaar. Die vlag heeft nu niet alleen het monopolie voor al de Duitsehe havens, maar al de reederijen. op één na, zijn hier door één man vertegenwoor digd. die officieus gesteund en natuur lijk Duitscher is vrachten en condi tiën regelt, zooals hem dat goeddunkt. De Duitsehe vlag dingt zelf ook ernstig mede naar het vervoer direct op de Ne- derlandsche havens in het algemeen en de Rotterdamsche in het bijzonder. Het is wel jammer dat de Nederland- sche vlag niet kan of niet wil concurree- ren. want het ontbreekt toch niet hoop ik aan ondernemende londgenooten. die in staat zijn te doen wat de Duitsehe reederijen thans doen. De nationale vlag, die over 1900 een vermindering van 22 schepen aantoonde, begint zich gelukkig te herstellen met een vermeerdering van 3 schepen, al is dan ook het getal van 29 schepen over een geheel Jaar wel gering voor een zee varende mogendheid als Nederland. In den loop van 1901 heeft de welbe kende firma Wm. H. Muller Co. van Rotterdam alhier een kantoor geopend, en meende ik daarin de voorbode te zien van uitbreiding van scheepvaartbewe ging onder Nederlandsche vlag döhr een Nederlandsche firma naar Nederland, doch tot heden is daarvan nog weinig ge bleken. Vooral voor de genoemde firma met hare uitgebreide relatiën in ertsen en daaraan verbonden eigen reederij. was het, dunkt mij. zoo eenvoudig en weinig kostbaar om mede te dingen naar het vervoer op de Nederlandsche havens, dat nu voor een groot deel in handen der Duitschers is. Laat men een begin maken met voorloopig één afvaart per maand, en dat gedurende een half of heel jaar volhouden op zoo geregeld mogelijke da tums, en dan laden hoe weinig het ook is wat gereed ligt. Vis dan de handel ziet, dat werkelijk het aangekondigde schip komt, op vaste datums, en dat het medeneemt wat er is. dan zal men overtuigd wezen van den ernst waarmede de poging is aangevat De „Deutsche Levante Linie" heeft al dus hare clientèle in hoofdzaak verkre gen. Ik zoude zelfs durven beweren, dat tot gelijke vracht een dergelijke dienst zeer zoude gesteund worden, want het thans bestaande monopolie der Duitsehe lijnen werkt verlammend op uitbreiding van handelsrelatiën met de thans heer- schende scherpe concurrentie. Over Rot terdam en Amsterdam kan men met over lading en op direct cognossement goe deren aannemen voor Engeland en de Oostzee en op die wijze even snel en goed vervoeren, omdat de Nederlandsche havens daarvoor ingericht zijn. Nu de eerste stap is gedaan en de kos ten van installatie gemaakt tot oprich ting van een Nederlandsch kantooor al hier. is. dunkt mij. de genoemde firma actief en krachtig genoeg om verder te gaan. Brutaal. Als historisch wordt aan „Het Huisge zin het volgende verhamd. Te A. woonde een meneer, die deel uit maakte van het niet eerzame, maar talrij ke gild der flesschentrekkers. Hij deed bestellingen bij de vleet, en van heinde en verre vloeiden hem aller lei artikelen toe. Op zekeren dag was weer een mooie bezending voor meneer aan het station gearriveerd. De chef die meneer puik kende en het te bar vond, dat er alweer iemand zou inloopen, leverde de bezending niet af, ook niet toen meneer kwam opspelen. Hij waarschuwde den afzender en vroeg aan de directie zijner spoorweg maatschappij om instructies wat te doen: afleveren of niet. Afleveren, antwoordde de directie; de vracht is betaald, er is dus niets aan te doen. De stationschef leverde af, het jammer vindend, dat hij meneer de bezending in handen moest spelen, waarvoor de af zender nooit een cent zou zien. De afzender bedankte den chef heu- schelijk voor diens waarschuwing, maar was bitter teleurgesteld, dat zijn goede waar toch bij meneer was beland. Hiermee is dit verhaal nog niet uit, het mooiste komt nog: finis coronat opus. Meneer diende een klacht in bij de directie der spoorweg-maatschappij over de vertraging in de aflevering en eischte t 80 schadevergoeding. Meneer heeft de f 80 gekregen. Maar de gekochte artikelen heeft me neer natuurlijk, nooit betaald. De stationschef heeft plechtig gezwo ren, dat hij, al worden alle eerlijke koop lieden van Nederland opgelicht, geen kik meer zal geven. Voor zijn goedhar tigheid heeft hij te duur leergeld betaald. Bureau voer (Handelsinlichtingen We lezen in het Algemeen Ned. Ex portblad: Destijds 1- behandeld het voorstel der Ned. Mij. iter bevordering vaD Nijverheid te Haarlem om een Bu reau voor Handelsinlichtingen te Amsterdam te stichten (directeur O. Kamerlingh Onnes}, welk Bureau te vens zoude worden het pied a Terre te Amsterdam van het Koloniaal Mu seum te Haarlem. Als noodzakelijk bewijs Nan deelneming bij de oprich ting werd een bedrag van 40Ö0 vast gesteld, (terwijl het risico (ook voor alle meerdere kosten van exploita tie) in geen geval zoude zijn voor de Maatschappij ter bev. van Nijverheid maar volgens overeenkomst van den voornoemden directeur mét het Ex portblad voor rekening werd geno men van dit blad. De inschrijvingen van leden bereikten het gestelde be drag van f 4000 niet, waarom direc teuren der Mij. ter bevordering van Nijverheid besloten ook zelve aan het te stichten bureau deel te nemen. In de toelichting wezen directeuren er op, dat het tegenover de Regeering nuttig kan zijn te toonen da: de Maat schappij ter bevordering van Nijver heid de zaak dermate belangrijk acht voor de ontwikkeling onzer welvaart dat zij aan de stichting niet alleen moreel, maar ook finantieel wenscht mede te werken. Direöteuren wen- schen aan de verleening der subsidie de voorwaarde t© verbinden, dat het gegeven wordt voor niet langer dan drie jaren en onder voorbehoud dat op 31 Deo. 1902 door particulieren mét of zonder staatshulp ten minste f 3500 aan jaariijksche bijdragen is toegezegd. Ten einde het tijdelijk karakter van het subsidie duidelijk te doen uijtkomen, wenschen direc teuren de f 500 (telken jare. zoo noo dig, uit het kapitaal der maatschap pij ter beschikking te Stellen. Na eenige discussie werd" 12 d. in de alg. verg. te Utrecht besloten de gevraag" de f 500 toe te staan voor drie jaar. telken jare te beslissen, of heet uit het kapitaal dan wel uit gewone in komsten zal worden genomen. W ijzijn derhalve nu zoover gevor derd, dat, om de proef te wagen, aan het cijfer dat wij voor den beginop- zet der_. exploitatie als minimum-ga rantie van deelneming vaststelden, nu nog slechts f 900 ontbreekt. In dien er onder onze lezers zijn. die zich nog niet hebben gedecideerd, maar die in beginsel niét afkeerig zijn om als lid het tot stand komen van het Bureau voor handelsinlich tingen op de bekende grondslagen te bevorderen, zouden wij gaarne zien, dat gegadigden zich spoedig aan meldden om de zaak in gang te bren gen, en naast de schoone stichtingen der Mij. van Nijverheid: het Koloni aal Museum en het Museum van Kunstnijverheid, beide te Haarlem, aan de als derde in deze rij bedoelde instelling, heit Bureau voor handels inlichtingen. in de hoofdstad des lands het aanzijn te geven. Behonden Van den heer J. Schild ie Pretoria, ontving zijn familie te Enkhuizen de zer dagen een brief, waarin hij meldde gezond en heelhuids te Pretoria te zijn teruggekomen, na gedurende 2 jaar en 17 dagen op het oorlogspad te zijn ge weest. Graaf vau Bylandt f Van Mr. C. Graaf van Bylandt, wiens overlijden wij reeds meldden, wordt o.a. gezegd Een mensch van beteekenis is m hem aan de maatschappij, maar voor al aan de stad zijner inwoning ont trokken. En niet alleen zijn betrek kingen worden door zijn verscheiden beproefd, ook in de woningen van ve le gezinnen brengt dit sterfgeval rouw. Algemeen bekend toch was t hoe de overledene een aanzienlijk deel van zijn groot vermogen besteedde aan weldoen. Weinig vereenigingen. of besturen op philantropisch, weten schappelijk.. kunst- of letterkundig ge bied in de residentie, die niet in graaf van Bylandt een beschermer, een me dewerker, een aanmoediger vonden, die ook in stoffelijk opzicht 'bijstond. Van Bylandt, die zich op politiek gebied bij de vrijzinnigen had aange sloten, heeft in zijn maatschappelijke loopbaan tal van betrekkingen bekleed. 1-1 ij begon als lid en secretaris van de plaatselijke schoolcommissie, had vele jaren zitting in den gemeenteraad van - Gravenhage. w.as ambtenaar bij het Kabinet der Koningin en referendaris bij het ministerie van buitenlandsche zaken, maar hij wijdde zich. nadat de kiezers voor den Haag hem in de Pro vinciale Staten van Zuidholland zit- ting hadden gegeven en zijn mandaat bij elk periodiek aftreden steeds had den vernieuwd, bij voorkeur aan hét ambt van lid van Gedeputeerde Sta^ ten. Verleden jaar bij den ommekeer in de politieke isamenstelling der Zuid- hollandsche Staten kwam er ook een einde aan zijn werkkring op het gou vernementshuis, welken hij jarenlang niet groote toewijding had vervuld, nevens het lidmaatschap van de Twee de Kamer, voor het kiesdistrict Gouda Nauwgezet deelnemer aan de werk zaamheden op het Binnenhof, heeft van Bylandt als lid der volksvertegen woordiging nooit in den eigenlijken zin deelgenomen aan de> militante po litiek. Zijn adviezen bewogen zich nieerendeels op het gebied van het universitair onderwijs, waarover het curatorschap der Leidsche' universiteit dat hij tot aan zijn dood vervulde, hem ongetwijfeld recht tot oordeelen gaf. Rechtzaken. De Kijksiialleu. Door den rechlter in het Ille kanton Amsterdam, mr. Th. I. B. Hilter mann, is vonnis gewezen in de zaak van H. O. R. H. Kohier, die terecht stond ter zake, dat hij in verschillen de nachten in de maanden Mei en Ju ni In de door hem in hét perceel 160 Warmoesstraat (de Rijkshallen) ge houden tapperij althans in het door hem in dat perceel gehouden huis, waar gelagen worden gezet eenige bezoekers heeft gehad. Zooals men zich herinnert kwam bekl.'s verweer hierop neder, dat hij liet vroeger door hem geëxploiteerde lokaal met 1 Mei had afgestaan aan de sociëteit „Ons Genoegen". De kantonrechter overwoog ten aanzien van het al of niet bestaan van de sociëteit „Ons Genoegen", dat de bestuursleden en de leden, die bij het oprichten der sociëteit toetraden, op één na (een rtudent) volgens hun eigen verklaring alle óf direct óf zij delings finantieel belang hadden bij het oprichten eener sociëteit, waar door hét gebouw der voormalige Rijkshallen weder tot exploitatie zou komen, en dat hierbij nog moet wor den in aanmerking genomen, dat twee der leden e» bestuursleden, die als getuigen werden gehoord, voor 't plegen der bij dagvaarding bedoelde feiten althans voor 1 Mei 1902 loontrekkende bedienden van den be klaagde waren, alsmede, dat he.t zoo genaamde eocidteitslokaal hétzelfde was als dat. waarin vroeger door be klaagde voorstellingen werden gege ven; dat in het licht van deze feiten beschouwd, de beweerde sociëteit Ons

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 5