Db Sier van het Zuiden
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
20e Jaargang
Vrijdag 23 Juli 1902.
No. 5849
ARLElfS DAÖBLAB
ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN
Voor Haarlem per 3 maandenƒ1.20 ffijVan 1—5 regels 50 Ote.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), is de prgs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
per 3 maanden1.30 Groote letters naar plaateruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Reclames 30 Cent per regeL
Afzonderlijke nummers0.02% Bnreanx: Gebouw Het Spaarne, Ztlider BuiteilSpaarae No. 6.
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden037}4 Telefoonnummer der Bedaotie 600. reiefnonnuinmer der Administratie 122.
de omstreken en franco per post0.45 Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid es Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bnrean A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
JDit blad. verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G, L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31K» Faubourg Monanartre.
Haarlem's Dagblad van 25 Juli
bevat o. a.:
„Ons Land" weer verschenen,
In het Engelsehe Lagerhuis, Stille
t\jden, De woningwet, Veldoefe-
ningen, Gemeenteraad van Zand-
voort
Politiek Overzicht.
„Ons Land" is weer verschenen en het
is opmerkelijk, dat het bericht van het
wederverschijnen van deze Hollandsche
courant uit Pretoria komt, dat blijkbaar
ook onder Engelsch gezag nog steeds het
politiek middenpunt van Zuid-Afrika is.
Ons Land werd, ongeveer anderhalf jaar
geleden bij den tweeden inval in de
Kaapkolonie geschorst. De zeer bekwa
me en wakkere hoofdredacteur, advocaat
Malan, kreeg kort daarna een jaar ge
vangenisstraf, evnals Cartwright van de
South African News, wegens het overne
men uit Stead's Review of reviews van
een verhaal van Engelsehe barbaarsch-
heden, gepleegd nabij Heidelberg
Transvaal.
In den tijd, dat Ons Land verbóden is
geweest door de militaire overheid, ver;
scheen in plaats ervan het welbekende
Advertentieblad, hetwelk alle politiek
angstvallig moest vermijden en enkel te
legrammen uit Engelsehe bron en alge
meen nieuws bevatte.
De wederverschijning van Ons Land
lijkt een nieuwe nederlaag voor de schor
singspartij in de Kaapkolonie en voor
alle uiterste „loyalisten", daar het blad
bij uitstek als het orgaan van den door
hen zoozeer gevreesden Afrikanerbond
wordt beschouwd.
Zooals men zich herinnert, hebben held
haftige Engelsehe krijgslieden, met name
Australiërs en Nieuw-Zeelanders, een
paar maal tijdens den oorlog een kloeken
aanval op de bureaux van Ons Land
daan en een onbetwistbare zegepraal op
de daar aanwezige, hoewel ongewapen
de, employés behaald.
In het Lagerhuis deed Trevelyan de
vraag, of de regeering in Zuid-Afrika de
„National Scouts" voor politie of andere
diensten in Transvaal en de Oranjekolo
nie gebruikte, of voornemens was, dat
te doen. Brodrick antwoordde (voor
Chamberlain) dat volgens de mededee-
lingen van Lord Milner een zeer groot
aantal burgers naar een plaats in de
South African Constabulary gedongen
hebben. Milner had een 2 of 300 man
zorgvuldig uitgezocht, dezen behoorden
voor de helft tot de National Scouts, het
waren goed bekendstaande menschen.
De overigen waren lieden die zich on
langs overgegeven hadden, en door de
Boerengeneraals aanbevolen waren.
CampbeU-Bannerman vroeg wanneer
de regeering weder mededeelingen dacht
te doen over den toestand in Zuid-Afrika,
en wanneer de censuur afgeschaft zou
worden.
Balfour vond dat deze vraag het best
beantwoord kon worden bij de beraad
slaging over de begrooting van kolo
niën en hoopte dat men daar in den
loop van de volgende week aan zou kun
nen komen.
Dillon wenschte aan het Huis medege
deeld te zien: de motie waarin de Boe-
ren-gedelegeerden te Vereeniging de
gronden uiteenzetten waarop zij de vre-
des-voorwaarden aannamen; de toe
spraak van Kitchener tot de gedelegeer
den te Vereeniging, den brief van Louis
Botha en Schalk Burger aan de burgers.
Kitchener's dankbetuiging aan de Boe
ren commandanten en de koninklijke
boodschap, voorts alle andere stukken
die licht kunnen werpen op de omstan
digheden waaronder de vrede te Veree
niging gesloten is en den daarop gevolg
den toestand. Brodrick antwoordde on
bestemd: dat de minister van koloniën
zorgvuldig zou onderzoeken wat voor
stukken openbaar gemankt behoorden te
worden.
Buitenlandsch Nieuws
De krijgswet iu Zuid-Afrika.
Koning Edward hechtte zijn goedkeu
ring aan de benoeming van een konink
lijke commissie met den lord-opperrech-
ter, lord Alverstone, rechter Bigham en
sir John Ardagh tot leden en den heer
Gilbert Melior tot secretaris, De com
missie heeft de opdracht om in Zuid-
Afrika een onderzoek in te stellen naar
de vonnissen geveld onder de krijgswet
en verslag uit te brengen omtrent de
wensc helijkhe-id om de straffen kwijt te
schelden of te verminderen.
Laster ontmaskerd.
De laatste mail brengt de tegen
spraak op nog een lasterlijke aantij
ging tegen Botha.Men herinnert zich
dat hem ook werd toegeschreven de
verklaring, dat het teekenen van d!en
vrede de gelukkigste dag zijns levens
was sedert zijn schooljaren.
Botha heelt reeds in Juni verklaard
dat hij nooit zoo iets gezegd heeft en
dat het oolc volkomen onbestaanbaar
zoude zijn met zijn gevoel als vader
lander en krijgsman.
Bijna alle Engelsehe couranten
hebben zich gehaast ook deze laffe
leugen, die den Transvaalschen ge
neraal in de oogen zijner bewondier-
aars moest bevlekken, te helpen ver
spreiden. Maar geen zal de moeite
nemen te erkennen, dat zij willens of
onwillens zich weer eens in hun jin-
goïsme aan laster hebben schuldig
gemaakt. Voor een Boer hoeft dat
zoo niet.
Stille tijdeu.
De Berliner Börsen-Zeitung meent
weer eens een ouderwetschen stillen
zomer in de politiek, een die werke
lijk in het teeken van de komkommer
staat, te kunnen voorspellen. Er is
een groote behoefte gekomen aan om
spanning na menig avontuur.
De tegenwoordige zomer is sedert
jaren de eerste die geen groot poli
tieke sensatie schijnt te zullen bren
gen. Verleden jaar hadden wij den
oorlog in Zuid-Afrika; in 1900 denzelf
den oorlog en de moeilijkheden in
China; in den zomer van 1899 de Drey-
fuszaak; in dien van 1898 den
Spaansch-Amerikaansclien oorlog; in
den zomer van 1897 den Grieksch-
Turkschen oorlog. De stille tijd was
een legende geworden, de komkom
mer een vergeten zinnebeeld' uit den
goeden ouden tijd. Maar nu zal het
vrede 'blijven.
..Het verheugt mij, u te kunnen
■verzekeren, dat wij een zeer rustigen
zomer tegemoet gaan". Zoo sprak in-
Juni 1870 graaf Bismarck tot den ge
zant van een Duitschen Bondsstaat.
Vier weken daarna trokken de Duit
sche troepen over de Fransche grens.
Zoo iets bewijst, dat men echter op
nieifcs 'kan vertrouwen, ook niet op de
voorspelling van een groot staats
man'!
Eeu berg cadeau.
Uit Konstantinopel wordt gemeld,
dat ide Sultan aan keizer Wilhelm
een heelen berg ten geschenke heeft
gegeven. Het is de berg Kalatel Sjir-
gal, die bij Mazoel op een domein:
van den Sultan ligt en waarop de
■oudheidkundigen hun hoop gebouwd
hebben, omdat men vermoedit," dat
daar vele oudheden opgegraven kun
nen worden die van belang zullen zijn
voor de kennis van de Assyrische ge
schiedenis.
Internationaal perscongres.
De:tweede werkdag van het Internatio-
naa.l Perscongres te Bern was ïn den
ochtend uitsluitend gewijd aan de be
handeling van het onderwerp door den
heer Singer in een uitgebreid rapport
toegelicht, namelijk de instelling van een
sooat van journalisten-arbitragehof, ge
schikt om de geschillen tusschen pers
organen en persvertegenwoordigers op
vredelievende wijze te beslechten.
Eenparig besloot men na lange discus
sie om de wenschelijkheid uit te spreken
van deinstelling van nationale beroeps
arbitragehoven voor elk land, dat zulks
begeert, en tevens van een internationaal
arbitrage-tribunaal voör de pers, in het
belang van de waardigheid der polemiek
in de internationale pers en van de mo-
reele en materieele behoeften van de
journalisten. Aan het CentraaJ Bestuur
is de opdracht gegeven een ontwerp-re-
geling voor een en ander te maken.
De agitatie in Frankrijk.
Al twee weken lang heerscht er in
Frankrijk ,een geduchte agitatie over
de wijze van toepassing van de wet
op de congregaties door heft nieuwe
ministerie-Combes, welke wet, zooals
men weet, een erfenis is van het vo
rig ministerie Waldeck-Rousseau.
Nadat min idler Combes honderd
vijftig scholen van congregaties,waar
elementair onderwijs wordt gegeven,
had gesloten, kondigde hij in een
der l&atëte kamerzittingen aan, dat
hij in Frankrijk tweeduizend' scholen
die niet zich wenschten te bukken
onder hel nieuwe regime, en door
geestelijken bestuurd wprdefi, zou
laten sluiten. Door geheel Frankrijk
worden nu de scholen op hoog bevel
door de politie-autoriteiten geslojten
en de deuren verzegeld. Juist in deze
maand, nu de prijsuitdeelingen plaats
hebben, op de Fransche scholen nog
altijd een publieke feestelijke plech
tigheid, worden de kinderen naar
huis gezonden eu de geestelijken,
zusters en broeders, op straat gezet.
Waar moeten al die kinderen heen?
vragen de ouders zich melt angst af.
150.000 kinderen zijn vóór de vacan-
tie naar huis gezonden en er is maar
voor een klein aantal plaats op de pu
blieke scholen. 5000 geestelijke onder
wijzers en onderwijzeressen zijn nu
werkloos.
De Katholieke partij heeft zach itot
nu toe slechts tot protesten kunnen
bepalen. Graaf de Mun en andere
voormannen der Katholfleke partij
hebben ernstige prextest-brieven gepu
bliceerd, waarin zij aanraden, vooral
geen geweld tegen geweld aan te wen
den. Mgr. Richard, aartsbisschop van
Parijs, begaf zich persoonlijk naar
minister-president Combes en protes
teerde, niet tegen de wet, maar tegen
de hatelijke uitvoering daarvan. „Ik
weet, u heeft een meerderheid! van
honderd stemmen in de Kamer", zei-
de de aartsbisschop. ,,U vergist u,
mijn meerderheid is honderdzes(tig
stemmen", antwoordde de minister
president droog, waarop de aartsbis
schop bedroefd vertrok.
Dezer dagen had te Parijs hielt eer
ste publieke protesrt plaats. Na de
uitdeeling der prijzen aan die leerlin
gen van de scholen der Saiint-Roch-
parochie, Itrokken de onderwijzeres
sen met een vierhonderdtal kinderen
voorzien van die fraaie boeken, die zij
als prijs haddien ontvangen, in op
tocht, onder leiding van mevrouw
Descheveux en mejuffrouw Labou9se
naar het Elysée. De wachten van de
poodt van 't palais, verrast door de
manifestatie, dachten er niet aan,den
kinderen het binnentredlen van 't pa
leis 'ite ontzeggen.
De kinderen bleven op de groote
binnenplaats wachten en vier afge-
vaardligden begaven zich naar de ver
trekken van madame Loubet en over
handigden aan de echtgenoot© van
den president der Fransche republiek
een brief ondierlteekend: „De huismoe
ders van het eerste arrondissement
van Parijs" waarin zij op de streng
heid en de wreede toepassing der
w.et wijzen. ..Daar heft vooral de
vrouwen zijn, dlie men op 't oogenblik
aantast, zal niemand het vreemd vin
den, wanneer een vrouw ze verde
digt", zeggen de briefschrijfsters.
Doch mevrouw Loubë: kan in dezen
niets doen. Zij is in de Fransche re
publiek zonder (invloed, niet de gade
van den president, de presidente,
maar eenvoudig de echtgenoot© van
den heer Loubet.
De kinderen riepen: „Leve onze
goede zusters", doch spoedig was de
politie gewaarschuwd, en agenten de
den den kinderen de binnenplaats
ontruimen.
Bij gelegenheid van het vertrek van
de zusters van St. Vincent werd een
betooging georganiseerd door de af
gevaardigden Pugliesi, Conti en Le-
rolle met de gemeenteraadsleden Gas
ton Mery en Jousselin. In een toe
spraak lieit de afgevaardigde Pugliesi
zich naar het oordeel van den com
missaris van politie Orsata beleedi-
gend uit over de regeering; hij werd
in hechtenis genomen en naar het
politiebureau gebrachlt. doch later
wij geilatejn. Heftige botsingen wa
ren daarvan het gevolg, vele agenten
werden gewond met boksijzers en
ploeirttendooders. Vterfechillend© per
sonen zijn in hechtenis genomn.
De eerste onlusten vloeiden voort
uit een poging van de betoogers om
die afzetting in de Rue Gouron SU Cyr
te verbreken. De agenten van politie
chargeerden, de republikeinsche
garde kwam tusschenbeiden en dreef
den optocht uilteen, de aanvoerders
omsingelend. Ten slotte liet men de
zen vrij.
De agenten van de reserve-brigaden
moesten sltormloopen op de tribune,
waar Pugliesi sprak. De betoogers
verdedigden de afgevaardigden. Er
ontstond een verwoed gevecht, eenige
personen werden geslagen en vielen
neer.
In de nabijheid van het politiebu
reau aan de Rue Rayen hadden op
nieuw beltoogingen plaats. De com
missaris van politie scheurde bij zijn
poging om Pugliesi mede te krijgen,
diens jas in tweeën.
In de Rues Saussier en Nemour, in
de Avenue Mac Mahon kwam het ook
tot betoogingen en straatgevechten.
Er werd geslagen; de politie deed in
hechtenisnemingen. De; zustefcs uit
de Rue Sit. Maur besloten den uiter
sten termijn af te wachten en weiger
den voor Vrijdag te vertrekken. De
vrouwen van St. Roch hebben haar
voornemen te kennen gegeven, om
Zondag op de Place de la Concorde
te betoogen.
De sooialistische groepen saamge-
komen om te antwoorden op de be
tooging ten gunslte van de zusters, be
gaven zich naar de Rue Danton,waar
een vergadering was belegd door de
club Le Silon. De omgeving was
bezet door een sterke macht van po
litie en republikeinsche garde; overal
waren afze/ttingen geplaatst.
En steeds blijven de meetings
betoogingen voortduren te Parijs en
blijven zij groote opgewondenheid
veroorzaken.
Te Epinal konden de gendarmen
vanwege de vijandige houding dier
bevolking de school Labresse niet
binnendringen.
Te Royan beltoogden een paar hon
derd personen.
Te St. Ambroix spanden de betoo
gers de paarden van de rijtuigen der
uitgezette zusters, die naar het sta
tion reden, en trokken de rijuigen te
rug naar het klooster. Een menigte
van meer dian 3000 personen riep:
„Weg met den tiran!" De gendar
men waren niet bij macht© de orde te
herstellen en moesten om versterkin
gen vragen. Er heerscht zeer hevige
gisting.
Een talrijke menigte vrouwen en
grondeigenaars houden de wacht
voor het huis van de witte zusters te
Landterneau. De vensters zijn geslo
ten; de vrouwen hebben plaats geno
men op de vele banken over het pen-
siormaat, in afwachting van de komst
der politie.
Algemeene Berichten.
De redactie van het Praagsche politie
blad is, om nieuwe onheilen te voorko
men, opgedragen aan een juridisch on
derlegd ambtenaar; tot nog toe had daar
een gepensioneerd sergeant het heft in
handen gehad.
De Porte heeft op Ruslands eisch tot
betaling van 930.000 Turk6Che ponden als
schadevergoeding voor de te late voldoe
ning van de oorlogsschatting, afwijzend
geantwoord.
Woensdag is een groote brand uitge
broken in de schrijnwerkersateliers van
het huis Palmer te Yarrow, die meer
dan een halve ton schade heeft aange
richt. .Alle benoodigdheden op schrijn-
werkersgebied, voor twee Engelsehe oor
logsschepen en drie Duitsche schepen
zijn vernield.
De Duitsche kranten zijn wat voorba
rig geweest met hertog Karl Eduard van
Saksen-Koburg eri Gotha meerderjarig te
verklaren. Bij het meerendeel van de re-
geerende huizen worden de leden meer
derjarig op hun achttiende jaar; maar
in Saksen-Koburg en Gotha pas. evenals
gewone burgers, op hun 21ste jaar. De
aangekondigde „schitterende feesten",
waarbij keizer Wilhelm, de groothertog
van Hessen e. a. zouden verschijnen, zijn
dus nog een paar jaar uitgesteld!
Volgens een opgaaf van het bestuur
van de zangvereeniging „Treue" werden
Dinsdagmiddag te vier uur nog 104 opva
renden van de „Primus" vermist.
Berichten uit Cap Haitien melden dat
daar de toestand ernstiger wordt. D»
overheid heeft den consulairen vertegen
woordigers doen weten dat zij met het
oog op de mogelijkheid van een aanval
te water en te land niet kan Instaan voor
de veiligheid der vreemdelingen. De con
suls hebben daarop aan hun regeeringen
om oorlogsschepen geseind.
Te Kingstown op St. Vincent is Maan
dagnacht wederom een aardbeving ge
voeld, die onder de inwoners grooten
schrik verspreidde. Er werd echter geen
schade van beteekenis aangericht.
Koning Eduard heeft een kleine wan
deling gemaakt op het dek van de „Vic-
toria and Albert". Wanneer de vooruit-
Feuilleton.
Vertaald uit het Italiaansch.
i.
En dan? vroeg don Luigi en
staarde bezorgd en angstig op 't oude
naar het hem voorkwam, half verga
ne roer.
Dan werpt die storm ons op deroft-
sen en wij worden er door de golven
aan flarden gescheurd.
Don Luigi maakte zich deerlijk
boos over de jammerlijke gesteldheid
van de boot, maar hij zag wel in, dat
het nu de tijd niet was, om Checco
daarover te onderhouden.
De storm werd steeds heviger, het
schuim der golven spatte in de boot.
We moesten liever om keeren,
adviseerde don Luigi, wien helt steeds
banger te moedë werd.
Naar Capri?
Natuurlijk.
Hoe wilt ge dan tegen djfcn storm
opwerken? Er is geen denken aan Ca
pri weer te bereiken. We moeten
koers houden naar den Positaner oe
ver. Helt gaat er op of er onder.
Dit, was het laatste wat beiden met
elkaar spraken. De storm werd zoo
hevig, dat zij zich, hoe luid zij ook
schreeuwden, niét meer verstaanbaar
konden maken, ofschoon zij hoog
stens drie schreden van elkaar ver
wijderd zajten. Checco trok met in
spanning van al zijn lg*achten het
zeil in, zoodat de boot, nog slechlts
een speelbal der golven, met rukken
en stooten naar het Zuidoosten ge
worpen werd. Gedurende ongeveer
een uur dreven zij zoo met razende
snelheid vooitt en naderden ras dien
rotsachtigen oen-er. Wanneer het nu
gelukte d© scherpe punten van de
landtong welke voor Positano in zee
vooruitspringt, voorbij te komen, dan
mochten zij hopen, in de nabijheid
van het land, waar zij minder aan
de woede van den storm waren blooSt-
gesteld dan in de open zee, een veili
ge ankerplaats te bereiken.
Maar helaas, deze hoop zou niet
verwezenlijkt worden. Na eem half
uur van angst en zorg brak het on
weer los, met een geweldige kracht,
gepaard met een slagregen, en tege
lijk liep-de wind naar het Noordwes
ten om en dreef hen regelrecht de
golf van Salerno in. Roeispanen
noch roer waren hun meer van nut.
De golven gingen veel te hoog, en
in den angst van zijn hart greep don
Luigi zelf met gehandschoende hand
naar den hoozer, om hét water, dat
zich in de boolt verzamelde, uit te
scheppen. Al waren zij de gevaar
lijkste rotspunten ook gelukkig ont
weken, zoo bedreigde hen thans het
niet minder ernstige gevaar, Posita
no voorbij gedreven en verder zuide
lijk op de kust geslingerd te worden.
Don Luigi verwenschte inwendig
de noodlottige haast, die hem in zulk
een gevaar had gebracht. Checco
daarentegen zat met kalme vastbera
denheid aan hét roer, dat hij als met
ijzeren vuist hield omklemd.
Daar kwam opeens met donderend
geraas een torenhooge golf aanstor
men, die even vlug en gemakkelijk
het roer wegrukte, alsof het een snip
per papier was geweest. Nu was het
gevreesde oogenblik gekomen, en het
gevaar, op het strand geworpen ite
worden en te verdrinken, vertoonde
zich aan hen in schrikwekkende na
bijheid,
Madonna santissima! mompelde
Checco, somber in het rond! ziende.
Zij waren bijna op de hoogte van
Amalfi, minstens een uur zuidelijk
van Positano, het doel van hun vaart
De gansche oever, zoover het oog
reikte, bood geen toevlucht aan; over
al klippen en rotsen. En de storm
woedde nog steeds voort mét onver
zwakte kracht, de donder van het on
weer vermengde zich met den donder
der branding dien zij nu reeds duide
lijk van de kust konden hooren.
Checco zag zelfs, hoe eenige man
nen aan den oever te zamen liepen
en hun doodsgevaar aanzagen. Maar
aan hulp verleenen dachten zij niet
Don Luigi lag op den bodem en rol
de hulpeloos heen en weer. Zijn ge
laat was aschkleurig en nu en dan
richtte hij vertwijfelende blikken op
zijn metgezel, als wilde hij dezen
smeeken. te helpen, waar toch niet
meer te helpen was. De „arme drom
mel", waarvoor hij nog kort te voren
Checco had aangezien, was nu zijn
eenige toeverlaat, zijn eenige hoop.
Weder kwam er een kolossale golf
aanrollen. Checco zag haar naderen,
hoog als een huis. en brekend wolken
van schuim voor zich uitwerpend.
Geef acht, geef acht! schreeuw
de Checco tegen het geloei van den
storm in om zijn métgezel op het ge
vaar opmei-kzaam te maken. Toen
voelde hij nog hoe de boot in de hoog
te geheven en met vreeselijk gekraak
op de rotsen geslingerd werd.
Met de vertwijfeling van den doods
angst sprong Checco uit de boot en
klemde zich met zijn gespierde ar
men aan een rotspunt vast. Geluk
kig kon hij hier vasten voet krijgen,
maar het warrelend schuim sloeg een
oogenblik boven hem samen, zoodat
hij zien noch hooren kon. Eerét toen
de golf weer terugvloeide, kon hij een
blik om zich heen slaan.
Toen zag hij met een huivering, die
hem door merg eri been drong, hoede
boot tusschen twee kolossale rots
blokken vastgeklemd, hoog boven het
waiter van de rotsspleet hing, waar
de kracht der branidng haar in had
geslingerd. Don Luigi lag bleek en
bewegingloos op den bodem.
Misschien is hij al dood, dacht
Checco. Van den oever hoorde hij
ook duidelijk het gejammer van men
schen.
Een ongeluk, er is een ongeluk
gebeurd! klonk het naar omlaag.
Het kwam hem voor, als ware het
de stem van Carmela geweest
Checco's toestand was verschrikke
lijk. Elk oogenblik kon de branding
terugkeeren, de boot weer losrukken
en haar opnieuw prijsgeven aan de
woede der golven. Hij zelf had zich
wel met eenige vlugge sprongen in
«veiligheid kunnen brengen, maar
ook in zijn hachelijken toestand
bleef de stem der menschelijkheid in
hem spreken, en hij dacht noch aan
zijn eigen gevaar, noch aan de hoo-
nende woorden van don Luigi, zelfs
niet aan zijn eigen liefdesgeluk, dat
deze zoo ernstig bedreigde.
Met twee goed berekende sprongen
was hij weer bij de boot. trok het li
chaam van don Luigi eruit en klau-
rterde met zijn last tegen de rotsen
op. Het was meer dan tijd. Want
juist keerden de torenhooge golven
terug, bulderend en razend drongen
zij de rotsblokken binnen, alsof zij
met duivelschen luét naar offers
zochten. Maar Checco was reeds zoo
hoog, dat alleen machtelooze schuim-
wolken hem konden bereiken.
Toen Checco zich geheel tegen de
hoogte had opgewerkt, zag hij, dat
behalve Carmela. die reeds vóör'uren