fls Sier laa liet Zuiden NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken. 20c Jaargang Woensdag 30 Juli 1902. No. 5853 DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Voor Haarlem per 3 maandenL20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 .Franco door het gebeele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.02^ Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 mannden0.37Jjj de omstreken en franco per post0.45 ADVERTENTIËN Van. 15 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prigs dear Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Gent per regel. Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Zuider Buiteuspaarae No. 6. Telefoonnummer der Redactie 600, Telefoonnummer der Administratie l£S. Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Couranbiere. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen, Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère Gr. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31W» Faubourg Monanartre. Haarlem's Dagblad ian 30 Juli bevat o. a.: ^Engeland in Zuid-Afrika, Terug gekeerde krijgsgevangenen, Nood weer in Duitscliland, De agitatie in Frankrijk, Alg Ned. Bond van Schoenfabrikanten. Polilick Overzicht. Wat generaal Botha in de Paarl ge zegd heeft, is opmerkelijk. Heel Zuid Afrika, zeide hij. is nu onder éene vlag. Dat is een feit. wat Duitsch- land en Portugal van Zuid-Afrika be zitten, wordt in den regel buiten be schouwing gelaten. Dat is het Zuid- Afrika. dat de Afrikaander weinig tot het Zuiden heeft gemaakt. Dat heeft hij niet op Kaffers en wilde dieren ver overd. Zuid-Afrika is het land van den Afrikaander, en de Engelschman heeft het hem door overmacht7 ontwel digd. Dat heele Zuid-Afrika is nu on der Engelsche vlag. Met die uitspraak stelt Botha ejenvoudig de werkelijk heid vast. Maar dan Moeten wij zeggen, dat we overwonnen zijn? Neen. Dat is een fier woord en een waar woord. Waarom de Boeren den strijd gestaakt hebbenheeft men kunnen lezen in het besluit dat hun afgevaardigden te Vereeniging genomen hebben. Maar de Engelsche wapenen hebben de Boe ren overwonnen. Generaal Botha, ge neraal de Wet, en de anderen in de republieken, de aanvoerders in de Kaapkolonie, zij zijn geen verslagen vijanden, de burgers zijn op het oor logsveld niet de minderen geweest. Wat zal men in Engeland van dat getuigenis van Botha zeggen Kort na den vrede hadden je Engelsche1 bladen en de regeeringspeTsonen geen woorden van lof genoeg voor de voor mannen der Boeren. Denk hoe Kit chener Botha en de anderen prees om hun verzoeningsgezinde taal. Men hoopte maar. dat de burgers hun raad en daad volgen zouden. Maar in de laatste dagen komt uit. dat die voor mannen. hoewel zich bij den toestand neerleggende, en met de Engelsche re geering willende samenwerken, niets toonen \an den deemoedigen geest, die men hun aanvankelijk toeschreef. En nu is het al zoover gekomen, dat Reuter Vrijdag uit Johannesburg sein de .Er is alle aanwijzing voor dat er niet te veel aandacht behoeft geschon ken te worden aan de uitlatingen van de Boerenleiders, die de menigte van het volk maar weinig raken, die me nigte bekommert zich slechts om zijn hoeve en land en vee." De uitlatin gen van de leiders der Boeren, ons eerst lang en breed als zoo merkwaar dig overgeseind, hebben nu al hun be langrijkheid verloren Het doet ook goed. generaal de la Reij de Nationale Verkenners te hoo- ren veroordeelen. Men behoeft er dan ook niet voor te vreezen, dat die scha vuiten ooit weer als broeders onder het volk opgenomen zuilen worden. Heette Hartebeestfontein. waarvan de inwoners "in den oorlog van 1880 en 1881 zich slechts onzijdig hielden, niet sedert Klein-Engeland. en werd de plek er niet om geminacht tot heden toe? De mannen, die nu de Engel sehen geholpen hebben, zullen een uit vaagsel blijven onder het Boerenvolk Aan de Times is uit Shanghai ge seind, dat de onderhandelingen over het handelsverdrag tusschen Engeland en China zoo goed als geëindigd mo gen worden beschouwd. Reeds in de vorige week had Lord Lansdowne in het Hoogerhuis eenige mededeel'ingen gedaan. die hierop neerkwamen, dat de handel in het verre Oosten zich mocht spitsen op het verkrijgen van grooter veiligheid en nieuwe uitbreiding. Blijkbaar bedoel de de leider der Engelandische buiten- landsche zaken daarmede, dat de on derhandelingen, die tusschen de En gelsche ccmmisSie, waarin Sir James Makay en de heeren Dudgeon en Cock- burn zitting hadden, en de Chineesche regeering gevoerd werden op den goe den weg waren. Een van de gewichtigste punten, waarover men het reeds eens was ge worden, was de afschaffing der Chi neeache belasting, die algemeen onder den naam l'ikin bekend is. Deze be lasting. was weinige jaren na het ver drag van Tien-Tsin door de Chinee sche autoriteiten ingevoerd toen ech ter scheen zij wel eenigszins gerecht vaardigd door de ontzettende verwar ring. die over het Keizerrijk was ge bracht door den opstand der Tai- Pings, ofschoon waarschijnlijk niet ten onrechte, als het eigenlijke doel ervan beschouwd werd. den consessies die in het tarief van 1858 aan den Europeeschen handel waren verleend, haar kracht te ontnemen. De likin bestond uit een soort van tolgeld, dat geheven werd bij het doorvoeren van koopmansgoederen in het binnenland. Er waren zooveel van die tollen, dat er bijvoorbeeld tusschen Sjanghai en Soetsjan over een afstand van 128 K. M. niet mindier dan 10 moesten wor den betaald. De hinder voor den euro peeschen handel in het binnenland laat zich hierdoor verklaren. En de af schaffing van de likin is dus een voor China zeer belangrijke schrede ge weest. waarin men ongetwijfeld den goeden wil van prins Tsjeng weer mag herkennen. Tegelijk is besloten, dat een lijst zal worden opgemaakt der andere nog be staande binnenlandsche douanen, d!ie alleen gehandhaafd zullen blijven, doch niet zullen mogen vermeerderd worden en bovendien komen te staan onder de zeerechten, die. zooals men weet. op Europeeschen voet ingericht en bestierd worden. In ruil daarvoor zou China een ver hooging mogen leggen op Europeesche artikelen, waarvan het bedrag nog niet bekend is gemaakt. Buitenlandsch Nieuws Uit Zuid-Afrika. De Wet is Maandag te Kaapstad aan gekomen. Botha, die met De la Rey een be zoek bracht aan Stellingbosch, hield daar een redevoering, waarin hij na druk legde op bef belang van de op voeding voor de Afrikaanders. De la Rey verklaarde, dat allen gelukkig konden zijn in Zuid-Afrika onder En. gelsche vlag. Koning Edward. De Standard" geeft geen al te beste berichten over den gezondheidstoestand van Koning Edward, en Reynold's News paper schijnt het dus bij het rechte eind gehad te hebben. Zou de kroning weer kans hebben te worden uitgesteld? Zaterdag is er op het koninklijke jacht, dat voor Cowes lag, een bijeenkomst van den geheimen raad geweest. Daartoe wa ren de hertog van Devonshire en Lord James van Hereford aan boord gekomen. Aangezien er voor het afdoen van zaken minstens drie leden van den raad tegen woordig moeten zijn, sloot de prins van Wales, die reeds aan boord was, zich bij hen aan Feitelijk het eenige wat er gedaan werd was het ieenenen van twee proclamaties. De eene bepaalde de krèo- ning op 9 Augustus, de andere maakte dien dag tot een beursvacantiedag. Zaterdag is Whitelaw Reid, die de Ver- eenigde Staten bij de kroning vertegen woordigen zon, naar zijn land terugge keerd. Had hij geen tijd om tot den 9en Augustus te wachten of vreest hij ook dan nog geen kroning te zullen zien? De agitatie in Frankrijk. Volgens inlichtingen van het depar tement van binnenlandsche zaken heb ben in meer dan 50 departementen alle niet geautoriseerde geestelijke instel lingen waarop de jongste circulaire van den minister-president doelde, voldaan aan wat van haar verlangd werd. Al deze instellingen hebben zich vrijwillig ontbonden, zoodat er geen aanleiding bestaat te haren opzichte bijzondere besluiten uit te vaardigen overeenkomstig dat van 25 Juli voor de geestelijke scholen in de departe menten van de Seine en de Rhone, die geweigerd hebben zich te voegen naai de ministerieele aanschrijvingen en dus ambtshalve gesloten moesten worden. Maandagavond was in de manege aan de hue d'Enghien te Parijs een vergadering georganiseerd door het ..Liberaal-republikeinsche Comit van Acte", om te protesteeren tegen ee uit zetting van de zusters. De vergadering werd druk bezocht. Er waren zeer uit gebreide ordemaatregelen genomen De vergadering nam, na tal van re devoeringen van Frangois Coppée. den afgevaardigde Lerolle. den oud-afge vaardigde Pion, waarin hoofdzakelijk werd geprotesteerd tegen de houdin;. der regeering, lof werd gebracht aan de zusters, en verzet gepredikt, een motie aan, waarin de regeering werd gelaakt, bewondering voor de zusters uitgesproken, en besloten, zonder ver wijl het verzet tegen de regeerings- maatregelen te organiseeren. De heer Coppee liet zich in ziin rede vijandig uit tegenover president I.oubet. Ver volgens werd besloten een grootsche betooging te houden. Een kleine betooging had plaats in de Rue d'Hauteville omstreeks half tien. Duizenden contra-betoogers be. gaven zich naar de Rue d'Enghien. doch werden door de politie uiteenge dreven. Om half elf kwamen de re publikeinen in de Rue d'Englïien bij een, roepende A bas la calotte. Zij werden teruggedreven naar Faubourg Saint Denis, waar zij bleven betoogen. Amerikanen in Canada. Lord Onslow, ondersecretaris van ko loniën, heeft in het Hoogerhuis op aan dringen van Lord Burghclere, die zich ongerust maakte over de toestrooming van Amerikanen in Canada, waar zij zich op groote schaal van het landbezit meester maken, dienaangaande eenige mededeelingen gedaan. De minister er kende, dat de landverhuizing van Ame rikanen naar Canada sedert 1896 gaan deweg toeneemt. In 1897 kwamen er 712, 9119 in 1898, 11,900 in 1899, 15.500 in 1900, 17,897 in 1901 en nu zijn er in dit jaar al 24.100 over de grens gekomen. De reden is voornamelijk, dat het land in de Ver- eenigde Staten ongelijk veel duurder is dan in Canada. Zoo wist lord Burghclere te vertellen van boeren uit Minnesota, die hun land tegen 8 of 10 pd. st. de acre verkochten, en in de graanstreken van Canada weer land kochten tegen 1 of 2 pd. st. de acre. De minister zeide nog vergoelijkend, dat er zich ook vele land verhuizers uit Europa, met name uit En geland zelf, in het vruchtbare westen van Canada neerzetten. Noodweer in Duitscbland. In de buurt van Keulen is Zaterdag middag tijdens een zwaar onweer een wervelstorm losgekomen, die in een wijden omtrek onbeschrijflijke verwoes ting heeft aangericht. De storm, dito een pad! van 2 K.M. breed volgde, trok van KschweüerJülich in noordooste lijke richting naar den Rijn, en over LeverkusenOpladen het land vat* Berg in. Afgeknapte en ontwortelde boomen. ingestorte gevels, omgerukte schuren, weggewaaide daken, verniel de oogstvelden en tuinen wijzen den wee aan dien de draaistomi genomen heeft. In de buurt van Keulen hebben bijzónder zwaar geleden die plaatsjes Bocklemünd, Wild'e.rsdorf, B rauw ei Ier, Sinthern, Geyen, die gehuchten Alten hof. Stöckheimer Hof. Pesch, Longe- rich. Grooss- en Klein-Lachem en het allerergst het dorpje Merkenich. In de eerstgenoemde plaatsen waren van bijna alle huizen aan den westkant, de ruiten en daken vernield door ha- gelsteenen die met kracht van grooie kiezelsteenen neerkletterden. De te velde staande vruchten van haver, tarwe en rng<re ziin platgeslagen, de aren zijn door den hagel gedorscht. kool- en beetwortel velden in een mod derpoel veranderd. Te Clessen was het dak van de kerk zoo erg beschadigd dat er Zondag geen dienst kon gehou den worden. Veel menschen en paar den, die in het vrije veld waren, zijn door de hagelsteenen deerlijk gewond. Alleen te Bocklemünd moesten drie paarden, om hun wond'en. afgemaakt worden. Langs dto heirwegen zag men tal van omgewaaidle telegraafpalen en vruchtboomen. De schade aan het gewas is niet te schatten Alle boeren zijn bang dat zij geen voer zullen heb ben voor hun vee. De storm moet, toen hij d'e spoorlijn van Keulen naar Kre- feid overtrok, met groot geweld boven de gehuchten Gross- en Klein-Lachem en het dorp Merkenich aan den Rijn huisgehouden hebben. De hoeven c-n de woonhuizen zien er uit, alsof zij lan gen tijd aan kanonvuur zijn blootge steld geweest .Te Merkenich is van ve- ,1e huizen de eevel ingewaaid. Versche-. dene schuren, waaronder een van 50 M. lengte, ziin ingestort. Er werden daar ook veel menschen gewond door dakpannen of hagelsteenen. Menschen. die het noodweer zagen aankomen en wilden vluchten, zijn een eind; weegs door de lucht gevoerd. Te Jülich zijn veel fabrLeksschoor- steenen omvergevallen en twee men schen onder het puin gedood. Te Esch- weiler ligt een heele fabriek in puin. Een aantal arbeiders die hun loon kwamen halen, konden nog bijtijds naar buiten vluchten, waar zij plat op den grond gingen liggen om niet weg te waaien. Te Aken zijn telefoonleidingen, plantsoenen enz. vernield, een hooge fabrieksschoorsteen werd er door een bliksemstraal getroffen en brak af. Ge lukkig kwam hij neer op een vrij ter rein. Oostenryk-Hongarije. De Keizer heeft een nieuwe poging in 't werk gesteld om de eindelooze onder handelingen tusschen Oostenrijk en Hongarije tot een besluit te brengen. Hij heeft daartoe von Koerber en Szell op zijn villa te Ischl ontboden, in gezelschap van Goluchowski, en de beide eerstge- noemden in de gelegenheid gesteld hem eens te vertellen hoe het nu met hun be sprekingen stond. De conferentie duurde drie uur en droeg het karakter van een echten kroonraad. Goluchowski's aanwezieheid wordt verklaard door de veronderstel ling, dat ook de kwestie der hernieuwing of opzegging van de handelsverdragen met andere staten ter sprake is gebracht. Dit is intusschen slechts een gissing, want er wordt het diepste stilzwijgen over het verhandelde op de conferentie bewaard. De indruk is evenwel, dat de onderhandelingen geen stap verder zijn gebracht, wat een groote teleurstelling voor den ouden Keizer moet zijn. Het zoude hem opnieuw de tragische vraag op de lippen brengen. „Heb ik dan vijf tig jaar vergeèfs geregeerd?" Want als hij de economische scheiding tusschen Hongarije en Oostenrijk moet beleven, dan meent de Keizer( dat zijn bewind slechts een onvruchtbaar neerschersle- ven zal geweest zijn. Aan niets hangt zijn hart zoo als aan het behoud van den band, die nu de beide deelen der monarchie nog vereenigt. Teruggekeerde krijgsgevangenen Reuter seint uit Johannesburg eeni ge bijzonderheden over den toestand van de Boeren, met name van de te- rugkeexende krijgsgevangenen. Wij ontleenen aan dat telegram het vol gende: „De gevangenen die terug zijn ge komen, zijn rustig en onderworpen, en bezitten niet denzelfden wakkeren trots op hun nationaliteit als d'e anderen. Zij verklaren verrast te zijn over den toestand waarin het land verkeert. Ve len hebben hun fortuin tengevolge van den oorlog verloren. Anderen zijn door gewetenlooze agenten die de zaken verkeerd hebben voorgesteld, bepraat om hun hoeven voor belachelijke som men te verkoopen. Dientengevolge zijn een aantal hunner terneergeslagen Zij spreken van vestiging in Argenti nië of Noord-Amerika. Het gros van de Boeren van liet platteland zijn thans echter uitstekend in staat, om Engelsch bestuur te ontvangen en te waardeeren indien dit oordeelkundig wordt inge voerd. Alle pogingen om het nationale gevoel te onderdrukken zouden nood lottig zijn, maar bij een verst a n di ge wetgeving is er veel kans dat het zijn natuurlijken dood zal sterven. „Een groot aantal bijwoners zijn op het oogenblik geheel zonder middelen. De regeering geeft het meerend'eel grootmoediglijk leeftocht en onderko men in de concentratie-kampen. Een goed aantal hebben aanstellingen ge kregen bij de spoorwegen, bij de politie en in de gevangenissen. Velen hebben werk gevraagd aan de mijnen, maar er blijven er nog een croot aantal over voor wier toekomst de regeering moet zorgen. ..Enkelen schijnen vastbesloten, zich tot het uiterste te verzetten tegen alles wat het nationale gevoel zou kunnen verminderen; dit zijn meest leeraren van d'e Hervormde kerk en de beroeps standen in de steden Beide standen hebben veel invloed over het platte land, en beide zijn blijkbaar besloten te doen als de Hollanders aan de Kaap en een sterke. Bóeren-partij te vormen. „Naar hetgeen ik heb kunnen uit- vorschen, is het zeer onwaarschijnlijk dat Botha een plaats in den Wetgeven- den Raad zou aannemen, als die hem werd aangeboden." -.Li Turksehe toestanden. Turksehe toestanden worden op een zeer eigenaardige wijze toegelicht door de ervaring welke thans is opgedaan bij de zoogenaamde Anatolische spoor wegen, de lijnen die in Klein-Azië door Europeanen zijn aangelegd en onder Europeesch beheer staan. De spoor wegdirectie heeft tot voeding harer lijnen een Turkscbe stoombootmaat schappij in de gelegenheid gesteld haar dienst te' verbeteren en daartoe het geld voorgeschoten, echter onder voor waarde van toezicht op de ontvang sten. Ofschoon de tourniquets voor 't doorlaten van i'eizigers eerst na eeni- gen tijd konden worden aangebracht, steeg de ontvangst met 35 pCt., in de eerste maand, nadat de nieuwe admi nistratie hare taak had begonnen. Even sprekend is het bericht hoe verrast de beambten waren toen zij hun salaris op den iaatsten dag der maand uitbetaald kregen, en nauwelijks de verzekering gelooven konden, dat dit geregeld elke maand zou gebeuren. Tot dusver hadden zij altijd ten min ste een half jaar op hun loon moeten wachten. AJgemeene Berichten. In Lissabon is men bevreesd voor een ministerieele crisis, ten gevolge van d'e daar thans bestaande financi. eele quaestie. De officieele lijst van de oologsche- psn. welke deel zullen nemen aan de revue, te houden ter gelegenheid van de kroning van koning Eduard is thans gepubliceerd. Deze lijst spreekt van een en twintig pantser.se hepen, vier en twintig kruisers, zestien kanon- neerbooten. twee en dertig torpedoboo ten eu tien opleidingsschepen. Er is weer eens duchtig geklopt op de Servisch-Turksche grens tusschen Servi sche grenswachters en boeren aan de eene en Albaneezen en Turksehe infan teristen aan de andere zijde. De Turken, die de aanvaller waren, brachten de Ser- WulHtleK. Vertaald uit het Italiaansch. Zoo, antwoordde Cesina kortweg. Gij zoudt het dus voor practisch hou den, wanneer ik mijn broeder in den steek liet'? —Dat heb ik nu juist niet gezegd, ik heb er u alleen op willen wijzen, dat het geen zaak 'is, hem zijn pogen om zich achter den rug van hertog Cesare geld te verschaffen, al te gemakke lijk te maken, ten einde hem niet te gewennen aan het schulden maken. He kan er gerust bijvoegen, dat de sommen, die dan misschien zouden moeten verstrekt worden, zeer aan zienlijk zouden kunnen zijn zoodat zij uwe eigen belangen zouden kunnen benadeelen. Don Luigi was op zijn manier slim. Hij dacht dat het geld. in zijn kringen de hoogste god, de spil, waar alles om draait, ook in de hertogelijke familie een factor van gelijke beteekenis was. Hij dacht, door te wijzen op de verlie zen, welke eventueel ook het erfdeel van de hertogin konden treffen, deze te bewegen, op het verzoek van haren broeder afwijzend te beantwoorden. Cecine's sclioone lippen krulden zich tot een licht, bijna miinachtend» lachje. Het is wel vriendelijk van u. mijnheer Castaldi, zeide zij met hoog hartige kalmte, dat ge u op deze wijze voor mijne belangen interesseert, al kan ik ook niet inzien, wat er u het recht toe geeft. O. ik vraag u excuus, geëerde freu le, wanneer 'ik Dat is onnoodig, waarde heer, viel zij hem in de rede. intusschen komt het mij wenschelijk voor, dit punt te laten rusten. Wat den dienst betreft, die mijn broeder van mij vraagt, zoo Zij hield op en fluisterde een oogen blik. Voor de portière klonk de haas tige krachtige tred van een man, in het volgende oogenblik trad haar va der het vertrek binnen. Hertog Cesare, het hoofd van het geslacht der Tibaldi, was een zestiger, die zich echter bijzonder goed gecon serveerd had. Het kortgeknipte haar was wel reeds sterk vergrijsd, maar de baard was nog donkerde oogen waren nog scherp en doorborend en naar deze te oordeelen begreep men gemakkelijk, waarom hertog Attilio beducht was het met zijn vader aan den stok te krijgen. De man die. zoo als don Luigi gezegd had. te trotsch was. om zijn eigen schaduw naast zich te dulden, had blijkbaar een opvlie gend karakter en was in hooge mate streng en onbuigzaam. Ah, ge zijt niet alleen, Cesina, zeide hij eenigszins verrast, ik wist 't niet en vraag u om verschooning, als ik u stoor. Gij stoort ons volstrekt niet. pa pa, zeide zijne dochter, niet zonder eenige verlegenheid. Dat is mijnheer Luigi Castaldi. wien Attilio met een dringende boodschap aan mij heeft belast. Hertog Cesare zag den jongen man. die diep en onderdanig boog, slechts vluchtig aan. Castaldi? vroeg hij na een korte pauze. Zijt gij rle zoon van den advo caat Fiet.ro Castaldi te Napels, mijn heer? Om uwe edelheid te dienen, ant woordde don Luigi met eenige be klemdheid. Het was de eerste keer. dat hij tegenover den hertog stond, cn diens indrukwekkende persoonlijk heid en 'inzonderheid zijn strenge, schrandere, vorschende oogen mistten hun uitwerking niet op hem. Mijnheer Castaldi, zeide hertog Cesare weer op zijn ëigenaardigen scherpen toon, het doet mij leed van uwe diensten op geenerlei wijze ge- bruk te mogen maken Mijnheer de hertog Geen woord meer. als ik u mag verzoeken. Ik ken uw vader zeer goed en betreur het levendig, juist daarom uwe vriendelijke bemoeiingen voor At tilio of voor iemand anders van mijn huis te moeten afwijzen. Ik geef er de voorkeur aan Attilio dadelijk naar huis te laten roepen en persoon lijk met u te spreken over de zaak. waarover hij u zond. Daarbij boog hertog Cesare beleefd, maar niet zekere ironische deftigheid voor den jongen Napolitaan. Don Luigi kon met den besten wi de beteekenis daarvan niet misver staan. Hertog Cesare achtte het niet noo- dig de vormen in acht te nemen. Het was een beleefd maar ondubbelzinnig afscheid. Men wilde niets van hem weien. Een verlegen lachje speelde om don Luigi's bieeke lippen, maar in zijn oog gloeide een doodelijke haat, heftige wTaakzucht. over een ondervon den beleediging. Dan heb ik hier niets meer te doen. zei hij langzaam, tenzij de ge- eerde freule ulit belang voor haar broeder er de voorkeur aan mocht geven „Ik zal u, als het noodie mocht zijn. schriftelijk mijn antwoord doen toe komen, haastte deze zich te antwoor den, waarop don Luigi den terug tocht aannam. Eigenlijk had hij zeer tevreden moe ten zijn. juist, cmdat zijn zending to taal mislukt was. Hij had het immers daar zelf op toegelegd, maar hij had daarbij ook nog andere bedoelingen gehad, welker schipbreuk lijden hem te zeer hinderde, dan dat hij tevre den had kunnen zijn. Hij had zich het resultaat van zijn bezoek bij her togin Cesina zoo gansch anders voor gesteld en gedroomd. Wat is er met. Attilio, vroeg hertog Cesare, nadat don Luigi zich had verwijderd Papa, antwoordde deze aazelend en verlegen. Het is ook hetzelfdehet mag wezen wat het wil. ik begrijp in geen geval, hoe Attilio zich kan inlaten met menschen. wier levensdoel slechts geld- verdienen is. Ge kunt niet gelooven. tot welk een ontzettend lagen trap de Napolitanen zinken, als zij hun leven alleen aan geldverdienen wijden. De hyena's der woestijn zijn onschuldige lammeren, vergeleken bij hen. Zij kennen geen moraal, geen menschelijk- heid. geen gerechtigheid, noch trouw noch plicht, als 't om hun voordeel gaat. Neem u voor zulke lieden toch in acht, mijn kind. Zij naderen nooit zonder leed te berokkenen, of u van illusiën in een ander opzicht te be- rooven. Maar papa, ik verzeker u. Laat maar, ik doe u immers geen verwijt. Ik wil u slechts waarschu wen. Den ouden Castaldi ken ik heel goed. Hij is een bloedzuiger, een woekeraar, een rechtsverdraaier en een bedrieger van de ergste soort, die zich met behulp van de pa- ragraphen der wet meester maakt ven de have en goed van lichtzinnige en onvoorzichtige menschen. en ze aau den bedelstaf brengt. Ik verkies niet. dat. ge mot zulke lieden op eenigerlei wijze in aanraking komt. Ik zal wel op mijn hoede zijn. papa De hertog kuste zijn dochter op het voorhoofd. Dat weet ikv dat weet ik wel. Met Attilio zal ik persoonlijk spreken. Hij heeft zeker niet geweten, r venals ik. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 1