De Sier van let Mee NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen Dagblad, in. Haarlem en Omstreken. 20e Jaargang Dinsdag 5 Augustus 1902. No. 5858 LEU'S DA6BLAD A BONN KM ENTSPRIJS Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Voor de dorpen in den uitrek waai v. Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden 1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.02}£ Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haark-iu. per o maanden0.37J£ de omstreken en franco per post0.45 ADVERTENT IËN Van 15 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prgs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bg Abonnement aanzienlijk rubat. Reclames 30 Cent per regel. Bureaux: Gebouw Het Spaarne. Znider Buiten Spa?» rue No. 6. Telefoonnummer der Redactie 600. reieinonnummer der Administratie 122. Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. DirecteurJ. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE T,A MAR Azn. te Amsterdam. JDit blad verschijnt dagelijksbehalve op Zon- en Feestdagen. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31W« Fauboura Monvmartre. Haarlem's Dagblad yau 5 Ang. bevat o. a.: Kolonisatie in Zuid-Afrika, Al fred Dreyfas, Villa „Petrouella'', De heer Steijn, Armbestuur, De courses op Oud Roosenburgh. Politiek Overzicht. Thans is in een Blauwboek verschenen het geheele plan van kolonisatie van Zuid-Afrika. door Milner uitgedacht, en waarmede reeds een begin van uitvoe ring is gemaakt. Het zal veel geld kos ten, maar geen nood, de republieken zul len er geld voor leenen. Alvast is /3600000 er voor uitgetrokken; Transvaal zal daar van 24.000.000, de Vrijstaat f 12.000.000 moeten leenen. De Boeren moeten dus geld opbrengen om Engelschen in het land te halen en er hen te onderhouden. Het beste land zal, met behulp van een onteigeningswet, voor die Engelsche ko lonisten worden uitgezocht. Schatten gelds zullen aan bevloeiings werken worden uitgegeven om 't land zoo vruchtbaarder te maken. Het is bekend, dat landbouw en .vee teelt in Zuid-Afrika over 't algemeen te weinig oplevert om aan de hooge eischen van Engelschen te voldoen. Reden waar om vroegere kolonisatie van Engelschen mislukt is. Zij hadden spoedig genoeg van het ondankbare werk en trokken naar de steden toe. En dit is 't wat Milner voorkomen wil. Er moet een talrijke En gelsche bevolking op het platteland blij ven om daar voor de rust te zorgen, en vooral het Britsche element te verster ken. Met Milner's eigen woorden zullen wij dit groote plan tot verengelsching van de republieken toelichten. Om daar te beginnen moet er een ver standige keuze worden gedaan van ge schikte Engelsche kolonisten, het* beste land worden uitgezocht en in het alge meen de best mogelijke voorwaarden worden aangeboden, opdat het goede soort landbouwers aangetrokken wordt. Zoowel kleine boeren als groote grond eigenaars moet men lokken. Voor het hooge veld, waar de veeteelt het voor- deeligst is, komen Australische ranches' 't meest in aanmerking, voor het koren land zoude flinke jonge boeren uit de Schotsche laaglanden het best zijn. Het minst bezwaar heeft het vinden van het goede slag kolonisten en in vol doend aantal. Uit de aanbiedingen en vragen om inlichtingen maakt Milner op, dat hij in 1902 heeds over 10.000 meer kolonisten voor landbouw te be schikken zal hebben. Als er maar land is. „Zooals gij weet", vervolgt Milner, „is er in Transvaal een groote hoeveelheid land, dat ons toevalt als erfgenamen van de vorige regeering, maar slechts zeer weinig daarvan is geschikt voor Euro- peesche kolonisatie. In de Oranjerivier- Kolonie is het regeeringsland veel beter; een gedeelte is uitmuntend, maar de ge heele uitgestrektheid is niet groot. Het grootste gedeelte van het land. vooral van de hetere soort, is in beide koloniën in privaat bezit. Het eerste wat wij doen moeten, als wij de kolonisatie ernstig ter hand nemen, is de hoeveelheid regee ringsland vermeerderen. Dat doel kan langs verschillende wegen bereikt wor den. Vooreerst komt er binnenkort een aanzienlijke hoeveelheid land aan de markt. Er is land met zware hypotheken: dat zal geëxecuteerd worden zoodra de burgerlijke rechtbanken weer werken. In andere gevallen zullen boeren, die meer dan een plaats bezitten maar geld te kort komen, de eene plaats verkoopen om geld te krijgen ter bebouwing van de an dere. Of de eigenaar van een enkele plaats zal een stuk vaw zijn land verkoo pen om in staat te zijn het andere van vee te voorzien". (Milner zwijgt van de onrechtmatige inbeslagneming krachtens de proclamatie van 7 Augustus 1901, of dat stuk is uit zijn brief weggelaten). Dat land kan de regeering dus koopen. „Vervolgens zijn er groote landmaat schappijen, die enorme stukken land be zitten, maar het meeste daarvan is in af gelegen of ongezonde streken. Maar er zijn uitzonderingen op dien regel. Ik denk, dat wij van die maatschappijen van een goed aantal hoeven in de ge zonde streken van Zuid- en Zuid-Mid den-Transvaal, waar er plaats is voor groote ontwikkeling van den landbouw, het recht van bebouwing kunnen verwer ven. Zij kunen dan het recht op de delf stoffen, die in den bodem mogen zitten, behouden. Vinden zij delfstoffen en gaan zij er naar graven, dan vergoeden zij de eigenaars van de oppervlakte natuurlijk de schade". De meeste Boeren, redeneert Milner verder, zijn bovendien door den oorlog hulpbehoevend geworden. Beter dan hun geld te leenen en hen dus voor onbepaal- den tijd in afhankelijke positie te hou den, zou 't zijn „hun geld te geven, of geld in den vorm van vee, zaad, werk tuigen enz., waaraan zij behoefte heb ben, en in ruil daarvoor iets te nemen van het land, dat zij te veel hebben en waaraan wij behoefte hebbenHet is onze plicht en ons belang den Boer als landbouwer te handhaven; maar het is noch onze plicht noch ons belang hem als een sloffen grooten grondeigenaar te handhaven". Dan zet Milner uiteen hoe hij, geleide lijk, Transvaal 2 pd. st. en den Vrijstaat 1 millioen pd. st. wil laten leenen. Zoo zal hij voorloopig in de eerste twee jaar een drieduizend kolonisten kunnen plaatsen; later hoopt hij dat het getal minstens drie- of viermaal grooter zal zijn, zij 't niet alleen op regeeringsland. De plaatsen moeten verschillend van grootte zijn; „kleine dicht bij de groote markten, geschikt voor vruchten- en groenteteelt; hoeven van middelgrootte, waar korenbouw of gemengd boerebe- drijf mogelijk is, en groote „droge" hoe ven voor veeteelt. Gemiddeld, denk ik, zal de staat een 1000 pd. st. in elke hoeve moeten steken, de kosten van het land en de eerste onkosten inbegrepen, boven en behalve wat de kolonisten zelf ter ver betering inrichting mogen aanbren gen." Milner wou (in Januari al) ruim geld hebben om al wat er aan geschikt land aan de markt kwam dadelijk te koopen. Verder wil hij overal ambtenaren heen zenden om goed land op te sporen. Dan wenschthij in elke kolonie minstens twee modelhoeven op te richten. Milner is er zeker van, dat als de re geering maar land heeft en het op goede voorwaarden openstelt, de liefhebbers zullen toestroomen Is eenmaal die groote beweging begonnen, dan moet zij met kracht gaande worden gehouden. Onder die voorwaarden moet echter begrepen zijn, dat de kolonist het geld terugbetaalt dat de staat voor aankoop en verbetering van het land besteed heeft, plus de rente. Was het land regeeringsland. dan geldt de marktwaarde. De terugbetaling zal waarschijnlijk geschieden over niet lan ger dan 40 jaar; maar in de eerste 30 jaar behoeft niets betaald te worden. Na drie of vier jaar mag de kolonist echter terug betalen. Is de geheele som plus rente vol daan dan is het land zijn eigendom. Voor het zijn volle eigendom is mag hij het land niet vervreemden tenzij met goed keuring van het landbouwdepartement der kolonie en dan aan iemand, dien dat departement goedkeurt; hetzelfde geldt voor hypotheken. Eens Engelsch m. a. w. blijft voorloopig Engelsch: geen land aan vijandige elementen overdoen. Buitenlandsch Nieuws Ontevredenheid aan den Rand. Er is tegen 23 dezer een vergadering bijeengeroepen om een vertegenwoordi gend lichaam in te stellen, dat bij afwe zigheid van vertegenwoordigende instel lingen in staat zal zijn met gezag te spre ken in alle zaken van publiek belang. De leiders der werklieden aan den Rand organiseeren zich om verschillende politieke en sociale hervormingen te ver krijgen. Alfred Dreyfus. De „Radical", het blad van den heer Ranc, bevat een brief van Alfred Drey fus naar aanleiding van geruchten die over hem niet schriftelijk, maar monde ling worden verspreid. Hij schrijft nl. dat nu iedereen erkent dat het „borderel" niet van hem afkomstig is, maar dat men nu beweert dat hij met Rusland in betrekkingen zou hebben gestaan en aan dit land de Fransche mobilisatieplannen hebben verstrekt, die generaal de Bois- deffre hem had toevertrouwd. Zoo heeft generaal de Gallifet voor eenige weken van Reinach gezegd: „Het borderel is van Esterhazy, die twee medeplichtigen had. Dreyfus heeft nooit in verstandhou ding gestaan met Duitschland. Maar ie mand dien ik niet mag noemen, heeft mij te Marienbad gezegd dat Dreyfus in dienst van Rusland is geweest! Reinach kwam hier tegen met stelligheid op, maar de generaal bleef bij zijn meening. Dreyfus zelf werpt deze nieuwe aantij ging ver van zich en daagt ieder uit het bewijs te leveren. Hij beroept zich op Rusland zelf en op generaal De Boisdeffre Voorts verzekert hij dat wijlen president Felix Faure aan Hugues Le Roux ge lijk deze zelf verhaalt heeft gezegd: „De revisie van het Dreuyfusproces is noodzakelijk omdat zij op de wet steunt" en Faure was beter dan iemand op de hoogte en wist dat Dreyfus geheel en al onschuldig was. „De dag zal komen", zoo eindigt de brief, „waarop een duidelijk sprekend nieuw f. it mij zal veroorloven eindelijk tot de wettelijke revisie te komen en mijn eerherstel krachtens de wet te vorderen". Algeineene Berichten. Omtrent de mijnramp in Australië zijn de berichten nog uiterst schaarsch Nader wordt slechts gemeld dat nog 40 lijken zijn gevonden, makende een totaal van 67. Omtrent liet lot der hon derd vermisten verkeerd men nog in het onzeker». De Japansche bezettingstroepen op Formosa zijn slaags geweest met op standelingen in het zuiden van het eiland. De Japanners hadden een doo- de en negen gewonden. De Victoria and Albert, het jacht waarop de herstellende koning Edward zich bevindt is thans een tochtje gaan ondernemen van uit Cowes om het eiland Wight. De koning schijnt dus de schommelingen endeinihg van een schip reeds te kunnen verdragen. Een Dalziel-telegram meldt dat kei zer Wilhelm persoonlijk lord Kitche ner geschreven heeft om hem te vra gen een bezoek te brengen aan Duitsch land. ..Ons geheele leger zou het een voorrecht achten, waarneer het zoo'n uitstekend soldaat in zijn midden kan verwelkomen." Te Los Alamos zijn wederom vier ernstige aardbevingen gevoeld, allo inwoners zijn de plaats ontvlucht Stadsnieuws. Haarlem, 4 Augustus 1902. Onze stadgenoot, de heer A. P. Vogels slaagde te Amsterdam voor de hoofdakte. Correspondentieblad. HetHaar- lemsch Arbeiders-Secretariaat heeft no. 1 van zijn Correspondentieblad in 't licht gegeven. Het vangt aan met een verslag van de daden van "t Secretariaat zelf. onder officieel gedeelte en bevat vervol gens verschillende mededeelingen uit de vereenigingen. Op dit oogenblik geeft het ons tot overneming van nadere bijzon derheden geen aanleiding: we hebben trouwens over verschillende daarin be handelde zaken al een en ander vermeld. Alleen wijzen we op een bericht, dat de Haarlemsche Katoenbewerkersveree- niging geeft en waaruit blijkt, dat de directie van de Haarlemsche Katoen maatschappij aan verschillende bezwa ren van het personeel tegemoet gekomen is en zich vóór werklieden-organisatie en arbeidscontract heeft verklaard. G r e n sr e g e 1 i n g. Heden had ten Stadhuize de candidaatstelling van 25 le den der commissie voor de grensregeling plaats Door de kiesvereenigingen „Haar lem", „R. K. kiesvereeniging", „S. D. A. P.", „Volkskiesvereeniging", „Nederland en Oranje", „Burgerplicht" en de „Prot. Kiesvereeniging," zijn gesteld de heeren: Mr. A. A. van der Mersch, L. de Fouw, Dr. J Timmer, Jhr. Mr. J W. Quintus, A. van Rossum, E. H. Krelage, J. A. G. van der Steur, J. W. A. Beijnes, N. J. L. Brantjes. A. H. Parmet en J. H. Visser, mr. P. J. Troelstra. A. Kaptein en H. Cransberg. Buurman, E. Verwaal en P. Cxama. H. Selle, G. G. van As, G. Bos, K. v. Eden, G. J. van Gasteren en H. A. van Olphen; B. T. Westerouen van Meeteren en J. B, Lasschuii. Daar geen tegencandidaten gesteld zijn, zijn allen direct gekozen. We hadden ons vernemende van het ongeluk, dat de vorige week bij ons spoorwegstation bijna had plaats gehad, er al over verbaasd, dat de Holl-. Spoor een machinist op deze zeer drukke lijn liet lijden, die de lijn en dus de signalen niet kencle. Thans vernamen we, dat dit ook het geval niet is geweest. De machi nist Tekamp rijdt a.l ongeveer 20 jaar op de lijn AmsterdamRotterdam en mocht dus geacht worden, lijn en sei nen te kennen. Het onderzoek duurt voort. Indeplaats vanden heer Dr. Dinger die de militaire dienst heeft verlaten, is alhier in garnizoen geko men. de heer Dr. v. Rijn. officier van gezondheid der 2e klasse, onlangs uit West-Indië teruggekeerd Door Gedeputeerde Staten van Noord-IIolland is de opening der jacht op hazen en fazanten bepaald op Zaterdag 27 September e. k. en die op ander klein wild op Zaterdag 30 Augustus a. s. telkens met zonsopgang. Frans Rosier. De „S.-E." houdt hare mededeeling, als zou het vermoeden bestaan, dat niet Frans Rosier, doch een ander schuldig zou zijn aan den moord op mej. v Weemen, staande. En de tijd zal wel leeren, zegt zij. wie in dezen het best was ingelicht. Nu wij willen direct neginnen te ver klaren, dat wij niet de minste zekerheid omtrent het een of ander hebben, en ook in ons nummer van Zaterdag geschre ven hebben, dat wanneer wij eens, even als de „S.-E.", wilden gaan phantasee- ren, wij op dezelfde gronden het vermoe den zouden kunnen uitspreken, dat Ro sier de dader wel was. Doch nu blijkt, dat het geen phantasie, geen onderstellingen der „S.-E." zijn, doch dat zij de mededeeling geput heeft uit een zeer beste bron, die er bepaald iets meer van moet weten. Als dit zoo is waarom, vragen wij ons af. publiceert ze dan niet alles, wat zij weet, voorzeker zal zij daarmede de justitie een grooten dienst bewijzen. Over de zaak der afdreiging vernamen wij nog. dat mej. v Dregt Rosier feite lijk reeds direct herkend had. doch uit vrees voor hem dit eerst niet durfde te bekennen. Nu zij echter van de justitie de zekerheid had, dat Rosier voorloopig niet meer op vrije voeten werd gesteld, heeft zij verklaard hem te herkennen en de toedracht der zaak uiteengezet. Art. 317 W. v. S.. waarbij voor afdrei- saus?»- - ging eene gevangenisstraf van ten hoog ste 9 jaren is aangewezen, is op hem toepasselijk, maar o. i. ook de bepalin gen van het derde lid van art. 312. waar bij de straf wordt verzwaard tot 12 jaar, wanneer de schuldige zich toegang heeft verschaft door middel van braak, van valsche sleutels, van een valse he order of een valsch costuum. ReedseenigeZaterdagavon den tracht een koopman zijn zaken te doen in de Gr. Houtstraat en Anegang waarbij in de volksoploopen en het geen hij verkoopt hem steeds op zijn hoede moet doen zijn de politie te ont wijken. wat hem ook gewoonlijk vrij wel gelukt. Doch Zaterdag werd hij hierin verhinderd door een persoon, die de politie waarschuwde. Een ander weer, die partij trok voor den koopman, raakte hierdoor in de Warmoesstraat slaags met den aan klager. wat zoo hoog liep. dat laatsge- noemde bij een bewoner aldaar werd binnengeleid. Toen kwam de politie opdagen, die later den aangevallene gedeeltelijk huiswaarts geleidde. Stukken ran den Gemeenteraad Voorstel van B. en W. om aan de hee ren Dr. H. van Erp en M. van den Ende de gewone verhooging" wegens dienstja ren toe te kennen en alzoo hunne trak tementen te brengen op f 2400 elk. Voorstel van B. en W. om toe te staan een verzoek van A, de Winter om ontslagen te worden van de huur van een gedeelte gemeentegrond aan de Leidsche vaart. Voorstel van B. en W. om aan Mej. G. van Broekhuyse en den heer J. Mooij resp. te verkoopen 5 en 6. M. grond aan de Tempelierstraat, tegen 5 per vierk. M. Voorstel van B. en W. om het per ceel Ravesteeg 14 (eigenaar A. Koen te Bloemendaal), onbewoonbaar te verkla ren omdat niet voldaan is aan een aan schrijving van B. en W. tot het doen van de noodige herstellingen. B. en W.. opnieuw de ontwerp verordening regelende de aanstelling en de bezoldiging van de ambtenaren belast met de inning van haven en kaaigeld' indienende, hebben thans het amendement van den heer Van Sty- rum op art. 6 van die verordening aan genomen en stellen d'us voor, dat art. zóó te lezen: „De belooning der noodhulpamhtena. ren bedraagt voor dienst op eiken werkdag 18 ct per uur en voor dienst op Zondag en eiken erkenden Christe- lijken feestdag 23 cent per uur, met een minimum van f 1,50 en een maxi mum van f 2.50 als daggeld voor werk dagen en een minimum van f 12 en een maximum van f 3 voor_ Zondagen en algemeen erkende Christelijke feest dagen." OnzeHout. De heer Springer komt in een schrijven aan den Raad op tegen de bedoelingen, die hem in de bekende brochure van de oppositie tegen zijne plannen worden toegedicht. Hij vestigt er de aandacht op. dat geen van de on derteekenaars bij hem om nadere toe lichting heeft gevraagd en dat blijkbaar de toon der brochure niet tegen zijn plannen, maar tegen zijn persoon is ge richt. PrnitleteBa Vertaald uit het Italiaansch. 11 Wat drommel had ge daar te deen? Weet ge niet, dat ge in den oanstaanden winter een examen moet doen Mij dunkt, het is nu een alles behalve geschikte tijd voor uitstapjes Papa het is tegenwoordig onuit staanbaar heet in Napels. Op Capri niet minder. Dat kan zijn, maar de lucht is er toch frisscher een verandering doet goed, als men zoo lang in de heete stoffige straten van Napels heeft moe ten verkeeren. En omdat professor Carmignola gisteren wegens ongeteld heid zijn colleges heeft moeten staken en ik dientengevolge slechts een wei nig belangrijk college over vergelij kend recht bij professor Cinisilli ver zuimde. dacht ik. mij een kleine ont spanning te mogen veroorlooven. Zoo. En van die kleine ontspan ning hebt ge aanstonds gebruik se- rnaaM om u en ons in allerlei onge legenheden te brengen. De stem van den hertog klonk zeer scherp en streng, zooals Attilio van hem gewoon was. Hertog Cesare zou v el weten, op welke wijze hij met zijn zoon moest omgaan. Attilio speet het nu dubbel, dat zijn moeder niet aan tafel was. Zij had anders altijd dergelijke strafpredicaties op liefde- volie moederlijke wijze getemperd. Nu moest hij aan den dreigenden storm zoo goed als bet ging, alleen het hoofd bieden. Maar papa, zeide hij door on schuldig, het was volstrekt mijn be doeling niet. ook maar iemand in on gelegenheid te brengen. Voorbedacht of niet. ge hebt het toch gedaan. Dat ontbrak er nog maar aan. dat ge zulke dingen met opzet deedt. Wat nebt ge op Capr. eigenlijk uitgevoerd? Hent ge ge speeld Wie waren er bij u Ik ben er met graar Tjzzo heen gevaren. We troffen er nog verschei dene heeren, die zich toeva :;_g daar bevonden. En gij hebt gespeeld Nu ja. papa, om kleine inzetten, alleen voor tijdverdrijf. En ge hebt verloren? O. maar een bagatel Hoeveel Dat was nu juist "het kardinale punt. De jonge Attilio zag volstrekt niet tegen een leugen op. maar hij zou het toch gaarne vermeden hebben, zijn vader direct een onwaarheid te vertellen. Och papa. spreken wij er toch niet over, antwoordde hij eenigszins aar zeiend. het is werkelijk niet de moeite v aard en als ge mij mijn wissel in plaats van over veertien dagen van daag geeft, zult u van mijne verlie zen niats merken. Attilio zette daarbij een gezicht, als of de zaak niet waard was, dat men er over sprak. Hij kreeg voor zijn verblijf te Napels maandelijks twee duizend francs en wist dus maar al ie goed, dat hij daarmede zijn speel schulden niet zou kunnen betalen. Maar bij hoopte op deze wijze zijn va der gerust te stellen. Dit gelukte hem echter niet. want hertog Cesare vervolgde ernstig Luister goed Attilio, want ik houd niet van herhalingen. Ik zal u den wissel meegeven. Ge zijt nog jontr tn daarom wil ik wel wat door de vingers zien. Maar dat gebeurt niet weer. Neem daar goed nota van. Ik heb u al eerder gezegd, dat ge niet spelen rnoogt, onverschillig om welke som. Voor een speler is zelfs de koning van Italië te arm. Maar papa Luister. Het is mij zeer goed be kend. dat uw moeder meermalen uwe schulden heeft betaald. Ze heeft mii dat zelf gezegd en tot nu toe heb ik daar nieis tegen gehad, omdat ik weet dat een jonge man op uw jaren alleen door ondervinding wijs wordt Ik heb mij zelf gezegd, het verstand komt met de jaren. Maar sedert ik weet. dat gij speelt, beschouw ik de toege vendheid. die ik tot nu toe jegens u en uw moeder heb getoond als aller verderfelijkst, en daarom wordt er van nu af geen centime meer voor u betaald. Dat ben ik aan me zelf ver plicht, dat ben ik aan uw zuster ver plicht. en voor alles aan de eer van ens huis. Wees verzekerd, veder, Genoeg. Nog iets. Ik waarschuw u. u niet door voorbijgaande kleine verlegenheden in handen van woeke raars te laten drijven, in de handen van menschen, zooals die Castaldi. Ik wil hopen, dat mijn waarschuwing in dit opzicht nog niet te laat is. Wanneer gij het wenscht papa breek ik elke betrekking met deze heeren af. Dat is niet alleen mijn wensch. het is mijn wil. Een man van fat soen houdt zich met zulke lieden niet gaarne op. Papa. mijn woord erop, het zal niet weer voorkomen. Goed. Attilio. Ge zult daarmee in uw eigen belang handelen. Mettertijd zult ge ook leeren begrijpen, dat het bezit, 't geld. 't bewaren van datgene, wat men van zijn voorvaderen erft. een muur is. die ons beschermt tegen de laagheid der wereld tegen de verlei ding. tegen misdaad en ondergang. Rukt gij dezen muur omver, dan moet gij u niet verwonderen, dat deze we reld met haar menigvuldige verleidin gen op u aan komt dringen, wanneer nood. gebrek en honger u dwingen, tot dingen, die gij verfoeit en veraf schuwt. Gij zijt een hertog dei Tibal- di en geroepen een geslacht voort te planten, dat sedert eeuwen met roem en eere bestond. Bedenk dat. Attilio. Een lichtmis, een speler en schulden- maker is daartoe ongeschikt. En ik verzeker u op mijn eerewoord, dat ik u liever verstoot, dan dat ik de opvol ging van mijn geslacht in onwaardige handen laat. Hertog Cesare had deze woorden met grooten nadruk gesproken, in die zonderlinge dramatische opwinding, waarin de Italianen zoo licht vervaL len. en nu ontstond er een klimmende, pijnlijke pauze, die des to drukkender was. dair er geen genoegzame aanlei ding voor scheen te bestaan. Cesina. inzonderheid mocht zich afvragen Waaryoor toch al die beweging I Voor een voddige twee duizend francs? Zij zHg haar broeder ter sluik aan Zijn fraaie oog«m waren op het borg gevestigd. waarop hij met mes en vrrk druk in de weer was, zonder echter te eten. Een licht schaamrood las. op zijn aangezicht. Cesina zag. dat hij verlegen was. en had oprecht met hem te doen. Zij stiet hem zacht met den arm aan en toen hij opzag, wenkte zij hem met het glas toe. als wilde zij met hem klinken. Attilio nam zijn glas en stiet met haar aan. Tusschen deze beiden was de vriend schap spoedig weder hersteld. Maar ook de hertog, wien. wat er voorviel tusschen hen, niet ontging, en die misschien van oordeel was, dat lhi wat ver was gegaan, ging op zach ter toon voort (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 1