De Sier van let Mee
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad, in. Haarlem en Omstreken.
20e Jaargang
Dinsdag 5 Augustus 1902.
No. 5858
LEU'S DA6BLAD
A BONN KM ENTSPRIJS
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in den uitrek waai v. Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden 1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.02}£
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haark-iu. per o maanden0.37J£
de omstreken en franco per post0.45
ADVERTENT IËN
Van 15 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prgs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bg Abonnement aanzienlijk rubat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bureaux: Gebouw Het Spaarne. Znider Buiten Spa?» rue No. 6.
Telefoonnummer der Redactie 600. reieinonnummer der Administratie 122.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. DirecteurJ. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE T,A MAR Azn. te Amsterdam.
JDit blad verschijnt dagelijksbehalve op Zon- en Feestdagen.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31W« Fauboura Monvmartre.
Haarlem's Dagblad yau 5 Ang.
bevat o. a.:
Kolonisatie in Zuid-Afrika, Al
fred Dreyfas, Villa „Petrouella'',
De heer Steijn, Armbestuur, De
courses op Oud Roosenburgh.
Politiek Overzicht.
Thans is in een Blauwboek verschenen
het geheele plan van kolonisatie van
Zuid-Afrika. door Milner uitgedacht, en
waarmede reeds een begin van uitvoe
ring is gemaakt. Het zal veel geld kos
ten, maar geen nood, de republieken zul
len er geld voor leenen. Alvast is /3600000
er voor uitgetrokken; Transvaal zal daar
van 24.000.000, de Vrijstaat f 12.000.000
moeten leenen. De Boeren moeten dus
geld opbrengen om Engelschen in het
land te halen en er hen te onderhouden.
Het beste land zal, met behulp van een
onteigeningswet, voor die Engelsche ko
lonisten worden uitgezocht.
Schatten gelds zullen aan bevloeiings
werken worden uitgegeven om 't land
zoo vruchtbaarder te maken.
Het is bekend, dat landbouw en .vee
teelt in Zuid-Afrika over 't algemeen te
weinig oplevert om aan de hooge eischen
van Engelschen te voldoen. Reden waar
om vroegere kolonisatie van Engelschen
mislukt is. Zij hadden spoedig genoeg
van het ondankbare werk en trokken naar
de steden toe. En dit is 't wat Milner
voorkomen wil. Er moet een talrijke En
gelsche bevolking op het platteland blij
ven om daar voor de rust te zorgen, en
vooral het Britsche element te verster
ken. Met Milner's eigen woorden zullen
wij dit groote plan tot verengelsching
van de republieken toelichten.
Om daar te beginnen moet er een ver
standige keuze worden gedaan van ge
schikte Engelsche kolonisten, het* beste
land worden uitgezocht en in het alge
meen de best mogelijke voorwaarden
worden aangeboden, opdat het goede
soort landbouwers aangetrokken wordt.
Zoowel kleine boeren als groote grond
eigenaars moet men lokken. Voor het
hooge veld, waar de veeteelt het voor-
deeligst is, komen Australische ranches'
't meest in aanmerking, voor het koren
land zoude flinke jonge boeren uit de
Schotsche laaglanden het best zijn.
Het minst bezwaar heeft het vinden
van het goede slag kolonisten en in vol
doend aantal. Uit de aanbiedingen en
vragen om inlichtingen maakt Milner
op, dat hij in 1902 heeds over 10.000
meer kolonisten voor landbouw te be
schikken zal hebben. Als er maar land is.
„Zooals gij weet", vervolgt Milner, „is
er in Transvaal een groote hoeveelheid
land, dat ons toevalt als erfgenamen van
de vorige regeering, maar slechts zeer
weinig daarvan is geschikt voor Euro-
peesche kolonisatie. In de Oranjerivier-
Kolonie is het regeeringsland veel beter;
een gedeelte is uitmuntend, maar de ge
heele uitgestrektheid is niet groot. Het
grootste gedeelte van het land. vooral van
de hetere soort, is in beide koloniën in
privaat bezit. Het eerste wat wij doen
moeten, als wij de kolonisatie ernstig ter
hand nemen, is de hoeveelheid regee
ringsland vermeerderen. Dat doel kan
langs verschillende wegen bereikt wor
den. Vooreerst komt er binnenkort een
aanzienlijke hoeveelheid land aan de
markt. Er is land met zware hypotheken:
dat zal geëxecuteerd worden zoodra de
burgerlijke rechtbanken weer werken. In
andere gevallen zullen boeren, die meer
dan een plaats bezitten maar geld te kort
komen, de eene plaats verkoopen om
geld te krijgen ter bebouwing van de an
dere. Of de eigenaar van een enkele
plaats zal een stuk vaw zijn land verkoo
pen om in staat te zijn het andere van
vee te voorzien". (Milner zwijgt van de
onrechtmatige inbeslagneming krachtens
de proclamatie van 7 Augustus 1901, of
dat stuk is uit zijn brief weggelaten).
Dat land kan de regeering dus koopen.
„Vervolgens zijn er groote landmaat
schappijen, die enorme stukken land be
zitten, maar het meeste daarvan is in af
gelegen of ongezonde streken. Maar er
zijn uitzonderingen op dien regel. Ik
denk, dat wij van die maatschappijen
van een goed aantal hoeven in de ge
zonde streken van Zuid- en Zuid-Mid
den-Transvaal, waar er plaats is voor
groote ontwikkeling van den landbouw,
het recht van bebouwing kunnen verwer
ven. Zij kunen dan het recht op de delf
stoffen, die in den bodem mogen zitten,
behouden. Vinden zij delfstoffen en gaan
zij er naar graven, dan vergoeden zij de
eigenaars van de oppervlakte natuurlijk
de schade".
De meeste Boeren, redeneert Milner
verder, zijn bovendien door den oorlog
hulpbehoevend geworden. Beter dan hun
geld te leenen en hen dus voor onbepaal-
den tijd in afhankelijke positie te hou
den, zou 't zijn „hun geld te geven, of
geld in den vorm van vee, zaad, werk
tuigen enz., waaraan zij behoefte heb
ben, en in ruil daarvoor iets te nemen
van het land, dat zij te veel hebben en
waaraan wij behoefte hebbenHet is
onze plicht en ons belang den Boer als
landbouwer te handhaven; maar het is
noch onze plicht noch ons belang hem
als een sloffen grooten grondeigenaar te
handhaven".
Dan zet Milner uiteen hoe hij, geleide
lijk, Transvaal 2 pd. st. en den Vrijstaat
1 millioen pd. st. wil laten leenen. Zoo
zal hij voorloopig in de eerste twee jaar
een drieduizend kolonisten kunnen
plaatsen; later hoopt hij dat het getal
minstens drie- of viermaal grooter zal
zijn, zij 't niet alleen op regeeringsland.
De plaatsen moeten verschillend van
grootte zijn; „kleine dicht bij de groote
markten, geschikt voor vruchten- en
groenteteelt; hoeven van middelgrootte,
waar korenbouw of gemengd boerebe-
drijf mogelijk is, en groote „droge" hoe
ven voor veeteelt. Gemiddeld, denk ik,
zal de staat een 1000 pd. st. in elke hoeve
moeten steken, de kosten van het land
en de eerste onkosten inbegrepen, boven
en behalve wat de kolonisten zelf ter ver
betering inrichting mogen aanbren
gen."
Milner wou (in Januari al) ruim geld
hebben om al wat er aan geschikt land
aan de markt kwam dadelijk te koopen.
Verder wil hij overal ambtenaren heen
zenden om goed land op te sporen. Dan
wenschthij in elke kolonie minstens twee
modelhoeven op te richten.
Milner is er zeker van, dat als de re
geering maar land heeft en het op goede
voorwaarden openstelt, de liefhebbers
zullen toestroomen Is eenmaal die groote
beweging begonnen, dan moet zij met
kracht gaande worden gehouden. Onder
die voorwaarden moet echter begrepen
zijn, dat de kolonist het geld terugbetaalt
dat de staat voor aankoop en verbetering
van het land besteed heeft, plus de rente.
Was het land regeeringsland. dan geldt
de marktwaarde. De terugbetaling zal
waarschijnlijk geschieden over niet lan
ger dan 40 jaar; maar in de eerste 30 jaar
behoeft niets betaald te worden. Na drie
of vier jaar mag de kolonist echter terug
betalen. Is de geheele som plus rente vol
daan dan is het land zijn eigendom. Voor
het zijn volle eigendom is mag hij het
land niet vervreemden tenzij met goed
keuring van het landbouwdepartement
der kolonie en dan aan iemand, dien dat
departement goedkeurt; hetzelfde geldt
voor hypotheken. Eens Engelsch m. a. w.
blijft voorloopig Engelsch: geen land aan
vijandige elementen overdoen.
Buitenlandsch Nieuws
Ontevredenheid aan den Rand.
Er is tegen 23 dezer een vergadering
bijeengeroepen om een vertegenwoordi
gend lichaam in te stellen, dat bij afwe
zigheid van vertegenwoordigende instel
lingen in staat zal zijn met gezag te spre
ken in alle zaken van publiek belang.
De leiders der werklieden aan den
Rand organiseeren zich om verschillende
politieke en sociale hervormingen te ver
krijgen.
Alfred Dreyfus.
De „Radical", het blad van den heer
Ranc, bevat een brief van Alfred Drey
fus naar aanleiding van geruchten die
over hem niet schriftelijk, maar monde
ling worden verspreid. Hij schrijft nl.
dat nu iedereen erkent dat het „borderel"
niet van hem afkomstig is, maar dat
men nu beweert dat hij met Rusland in
betrekkingen zou hebben gestaan en aan
dit land de Fransche mobilisatieplannen
hebben verstrekt, die generaal de Bois-
deffre hem had toevertrouwd. Zoo heeft
generaal de Gallifet voor eenige weken
van Reinach gezegd: „Het borderel is
van Esterhazy, die twee medeplichtigen
had. Dreyfus heeft nooit in verstandhou
ding gestaan met Duitschland. Maar ie
mand dien ik niet mag noemen, heeft
mij te Marienbad gezegd dat Dreyfus in
dienst van Rusland is geweest! Reinach
kwam hier tegen met stelligheid op,
maar de generaal bleef bij zijn meening.
Dreyfus zelf werpt deze nieuwe aantij
ging ver van zich en daagt ieder uit het
bewijs te leveren. Hij beroept zich op
Rusland zelf en op generaal De Boisdeffre
Voorts verzekert hij dat wijlen president
Felix Faure aan Hugues Le Roux ge
lijk deze zelf verhaalt heeft gezegd:
„De revisie van het Dreuyfusproces is
noodzakelijk omdat zij op de wet steunt"
en Faure was beter dan iemand op de
hoogte en wist dat Dreyfus geheel en al
onschuldig was.
„De dag zal komen", zoo eindigt de
brief, „waarop een duidelijk sprekend
nieuw f. it mij zal veroorloven eindelijk
tot de wettelijke revisie te komen en mijn
eerherstel krachtens de wet te vorderen".
Algeineene Berichten.
Omtrent de mijnramp in Australië
zijn de berichten nog uiterst schaarsch
Nader wordt slechts gemeld dat nog
40 lijken zijn gevonden, makende een
totaal van 67. Omtrent liet lot der hon
derd vermisten verkeerd men nog in
het onzeker».
De Japansche bezettingstroepen op
Formosa zijn slaags geweest met op
standelingen in het zuiden van het
eiland. De Japanners hadden een doo-
de en negen gewonden.
De Victoria and Albert, het jacht
waarop de herstellende koning Edward
zich bevindt is thans een tochtje gaan
ondernemen van uit Cowes om het
eiland Wight. De koning schijnt dus
de schommelingen endeinihg van een
schip reeds te kunnen verdragen.
Een Dalziel-telegram meldt dat kei
zer Wilhelm persoonlijk lord Kitche
ner geschreven heeft om hem te vra
gen een bezoek te brengen aan Duitsch
land. ..Ons geheele leger zou het een
voorrecht achten, waarneer het zoo'n
uitstekend soldaat in zijn midden kan
verwelkomen."
Te Los Alamos zijn wederom vier
ernstige aardbevingen gevoeld, allo
inwoners zijn de plaats ontvlucht
Stadsnieuws.
Haarlem, 4 Augustus 1902.
Onze stadgenoot, de heer
A. P. Vogels slaagde te Amsterdam
voor de hoofdakte.
Correspondentieblad. HetHaar-
lemsch Arbeiders-Secretariaat heeft no.
1 van zijn Correspondentieblad in 't licht
gegeven. Het vangt aan met een verslag
van de daden van "t Secretariaat zelf.
onder officieel gedeelte en bevat vervol
gens verschillende mededeelingen uit de
vereenigingen. Op dit oogenblik geeft het
ons tot overneming van nadere bijzon
derheden geen aanleiding: we hebben
trouwens over verschillende daarin be
handelde zaken al een en ander vermeld.
Alleen wijzen we op een bericht, dat
de Haarlemsche Katoenbewerkersveree-
niging geeft en waaruit blijkt, dat de
directie van de Haarlemsche Katoen
maatschappij aan verschillende bezwa
ren van het personeel tegemoet gekomen
is en zich vóór werklieden-organisatie
en arbeidscontract heeft verklaard.
G r e n sr e g e 1 i n g. Heden had ten
Stadhuize de candidaatstelling van 25 le
den der commissie voor de grensregeling
plaats Door de kiesvereenigingen „Haar
lem", „R. K. kiesvereeniging", „S. D. A.
P.", „Volkskiesvereeniging", „Nederland
en Oranje", „Burgerplicht" en de „Prot.
Kiesvereeniging," zijn gesteld de heeren:
Mr. A. A. van der Mersch, L. de Fouw,
Dr. J Timmer, Jhr. Mr. J W. Quintus,
A. van Rossum, E. H. Krelage, J. A. G.
van der Steur, J. W. A. Beijnes, N. J. L.
Brantjes. A. H. Parmet en J. H. Visser,
mr. P. J. Troelstra. A. Kaptein en H.
Cransberg. Buurman, E. Verwaal en P.
Cxama. H. Selle, G. G. van As, G. Bos, K.
v. Eden, G. J. van Gasteren en H. A. van
Olphen; B. T. Westerouen van Meeteren
en J. B, Lasschuii.
Daar geen tegencandidaten gesteld
zijn, zijn allen direct gekozen.
We hadden ons vernemende
van het ongeluk, dat de vorige week
bij ons spoorwegstation bijna had
plaats gehad, er al over verbaasd, dat
de Holl-. Spoor een machinist op deze
zeer drukke lijn liet lijden, die de
lijn en dus de signalen niet kencle.
Thans vernamen we, dat dit ook
het geval niet is geweest. De machi
nist Tekamp rijdt a.l ongeveer 20 jaar
op de lijn AmsterdamRotterdam en
mocht dus geacht worden, lijn en sei
nen te kennen.
Het onderzoek duurt voort.
Indeplaats vanden heer Dr.
Dinger die de militaire dienst heeft
verlaten, is alhier in garnizoen geko
men. de heer Dr. v. Rijn. officier van
gezondheid der 2e klasse, onlangs uit
West-Indië teruggekeerd
Door Gedeputeerde Staten
van Noord-IIolland is de opening der
jacht op hazen en fazanten bepaald op
Zaterdag 27 September e. k. en die
op ander klein wild op Zaterdag 30
Augustus a. s. telkens met zonsopgang.
Frans Rosier. De „S.-E." houdt
hare mededeeling, als zou het vermoeden
bestaan, dat niet Frans Rosier, doch een
ander schuldig zou zijn aan den moord
op mej. v Weemen, staande. En de tijd
zal wel leeren, zegt zij. wie in dezen het
best was ingelicht.
Nu wij willen direct neginnen te ver
klaren, dat wij niet de minste zekerheid
omtrent het een of ander hebben, en ook
in ons nummer van Zaterdag geschre
ven hebben, dat wanneer wij eens, even
als de „S.-E.", wilden gaan phantasee-
ren, wij op dezelfde gronden het vermoe
den zouden kunnen uitspreken, dat Ro
sier de dader wel was.
Doch nu blijkt, dat het geen phantasie,
geen onderstellingen der „S.-E." zijn,
doch dat zij de mededeeling geput heeft
uit een zeer beste bron, die er bepaald
iets meer van moet weten.
Als dit zoo is waarom, vragen wij ons af.
publiceert ze dan niet alles, wat zij weet,
voorzeker zal zij daarmede de justitie
een grooten dienst bewijzen.
Over de zaak der afdreiging vernamen
wij nog. dat mej. v Dregt Rosier feite
lijk reeds direct herkend had. doch uit
vrees voor hem dit eerst niet durfde te
bekennen. Nu zij echter van de justitie
de zekerheid had, dat Rosier voorloopig
niet meer op vrije voeten werd gesteld,
heeft zij verklaard hem te herkennen en
de toedracht der zaak uiteengezet.
Art. 317 W. v. S.. waarbij voor afdrei-
saus?»- -
ging eene gevangenisstraf van ten hoog
ste 9 jaren is aangewezen, is op hem
toepasselijk, maar o. i. ook de bepalin
gen van het derde lid van art. 312. waar
bij de straf wordt verzwaard tot 12 jaar,
wanneer de schuldige zich toegang heeft
verschaft door middel van braak, van
valsche sleutels, van een valse he order
of een valsch costuum.
ReedseenigeZaterdagavon
den tracht een koopman zijn zaken te
doen in de Gr. Houtstraat en Anegang
waarbij in de volksoploopen en het
geen hij verkoopt hem steeds op zijn
hoede moet doen zijn de politie te ont
wijken. wat hem ook gewoonlijk vrij
wel gelukt. Doch Zaterdag werd hij
hierin verhinderd door een persoon,
die de politie waarschuwde.
Een ander weer, die partij trok voor
den koopman, raakte hierdoor in de
Warmoesstraat slaags met den aan
klager. wat zoo hoog liep. dat laatsge-
noemde bij een bewoner aldaar werd
binnengeleid. Toen kwam de politie
opdagen, die later den aangevallene
gedeeltelijk huiswaarts geleidde.
Stukken ran den Gemeenteraad
Voorstel van B. en W. om aan de hee
ren Dr. H. van Erp en M. van den Ende
de gewone verhooging" wegens dienstja
ren toe te kennen en alzoo hunne trak
tementen te brengen op f 2400 elk.
Voorstel van B. en W. om toe te
staan een verzoek van A, de Winter om
ontslagen te worden van de huur van
een gedeelte gemeentegrond aan de
Leidsche vaart.
Voorstel van B. en W. om aan Mej.
G. van Broekhuyse en den heer J. Mooij
resp. te verkoopen 5 en 6. M. grond aan
de Tempelierstraat, tegen 5 per vierk. M.
Voorstel van B. en W. om het per
ceel Ravesteeg 14 (eigenaar A. Koen te
Bloemendaal), onbewoonbaar te verkla
ren omdat niet voldaan is aan een aan
schrijving van B. en W. tot het doen van
de noodige herstellingen.
B. en W.. opnieuw de ontwerp
verordening regelende de aanstelling
en de bezoldiging van de ambtenaren
belast met de inning van haven en
kaaigeld' indienende, hebben thans het
amendement van den heer Van Sty-
rum op art. 6 van die verordening aan
genomen en stellen d'us voor, dat art.
zóó te lezen:
„De belooning der noodhulpamhtena.
ren bedraagt voor dienst op eiken
werkdag 18 ct per uur en voor dienst
op Zondag en eiken erkenden Christe-
lijken feestdag 23 cent per uur, met
een minimum van f 1,50 en een maxi
mum van f 2.50 als daggeld voor werk
dagen en een minimum van f 12 en een
maximum van f 3 voor_ Zondagen en
algemeen erkende Christelijke feest
dagen."
OnzeHout. De heer Springer komt
in een schrijven aan den Raad op tegen
de bedoelingen, die hem in de bekende
brochure van de oppositie tegen zijne
plannen worden toegedicht. Hij vestigt
er de aandacht op. dat geen van de on
derteekenaars bij hem om nadere toe
lichting heeft gevraagd en dat blijkbaar
de toon der brochure niet tegen zijn
plannen, maar tegen zijn persoon is ge
richt.
PrnitleteBa
Vertaald uit het Italiaansch.
11
Wat drommel had ge daar te
deen? Weet ge niet, dat ge in den
oanstaanden winter een examen moet
doen Mij dunkt, het is nu een alles
behalve geschikte tijd voor uitstapjes
Papa het is tegenwoordig onuit
staanbaar heet in Napels.
Op Capri niet minder.
Dat kan zijn, maar de lucht is
er toch frisscher een verandering doet
goed, als men zoo lang in de heete
stoffige straten van Napels heeft moe
ten verkeeren. En omdat professor
Carmignola gisteren wegens ongeteld
heid zijn colleges heeft moeten staken
en ik dientengevolge slechts een wei
nig belangrijk college over vergelij
kend recht bij professor Cinisilli ver
zuimde. dacht ik. mij een kleine ont
spanning te mogen veroorlooven.
Zoo. En van die kleine ontspan
ning hebt ge aanstonds gebruik se-
rnaaM om u en ons in allerlei onge
legenheden te brengen.
De stem van den hertog klonk zeer
scherp en streng, zooals Attilio van
hem gewoon was. Hertog Cesare zou
v el weten, op welke wijze hij met
zijn zoon moest omgaan. Attilio speet
het nu dubbel, dat zijn moeder niet
aan tafel was. Zij had anders altijd
dergelijke strafpredicaties op liefde-
volie moederlijke wijze getemperd.
Nu moest hij aan den dreigenden storm
zoo goed als bet ging, alleen het
hoofd bieden.
Maar papa, zeide hij door on
schuldig, het was volstrekt mijn be
doeling niet. ook maar iemand in on
gelegenheid te brengen.
Voorbedacht of niet. ge hebt het
toch gedaan. Dat ontbrak er nog
maar aan. dat ge zulke dingen met
opzet deedt. Wat nebt ge op Capr.
eigenlijk uitgevoerd? Hent ge ge
speeld Wie waren er bij u
Ik ben er met graar Tjzzo heen
gevaren. We troffen er nog verschei
dene heeren, die zich toeva :;_g daar
bevonden.
En gij hebt gespeeld
Nu ja. papa, om kleine inzetten,
alleen voor tijdverdrijf.
En ge hebt verloren?
O. maar een bagatel
Hoeveel
Dat was nu juist "het kardinale
punt. De jonge Attilio zag volstrekt
niet tegen een leugen op. maar hij
zou het toch gaarne vermeden hebben,
zijn vader direct een onwaarheid te
vertellen.
Och papa. spreken wij er toch niet
over, antwoordde hij eenigszins aar
zeiend. het is werkelijk niet de moeite
v aard en als ge mij mijn wissel in
plaats van over veertien dagen van
daag geeft, zult u van mijne verlie
zen niats merken.
Attilio zette daarbij een gezicht, als
of de zaak niet waard was, dat men
er over sprak. Hij kreeg voor zijn
verblijf te Napels maandelijks twee
duizend francs en wist dus maar al
ie goed, dat hij daarmede zijn speel
schulden niet zou kunnen betalen.
Maar bij hoopte op deze wijze zijn va
der gerust te stellen.
Dit gelukte hem echter niet. want
hertog Cesare vervolgde ernstig
Luister goed Attilio, want ik houd
niet van herhalingen. Ik zal u den
wissel meegeven. Ge zijt nog jontr
tn daarom wil ik wel wat door de
vingers zien. Maar dat gebeurt niet
weer. Neem daar goed nota van. Ik
heb u al eerder gezegd, dat ge niet
spelen rnoogt, onverschillig om welke
som. Voor een speler is zelfs de koning
van Italië te arm.
Maar papa
Luister. Het is mij zeer goed be
kend. dat uw moeder meermalen uwe
schulden heeft betaald. Ze heeft mii
dat zelf gezegd en tot nu toe heb ik
daar nieis tegen gehad, omdat ik weet
dat een jonge man op uw jaren alleen
door ondervinding wijs wordt Ik heb
mij zelf gezegd, het verstand komt
met de jaren. Maar sedert ik weet.
dat gij speelt, beschouw ik de toege
vendheid. die ik tot nu toe jegens u
en uw moeder heb getoond als aller
verderfelijkst, en daarom wordt er
van nu af geen centime meer voor u
betaald. Dat ben ik aan me zelf ver
plicht, dat ben ik aan uw zuster ver
plicht. en voor alles aan de eer van
ens huis.
Wees verzekerd, veder,
Genoeg. Nog iets. Ik waarschuw
u. u niet door voorbijgaande kleine
verlegenheden in handen van woeke
raars te laten drijven, in de handen
van menschen, zooals die Castaldi. Ik
wil hopen, dat mijn waarschuwing in
dit opzicht nog niet te laat is.
Wanneer gij het wenscht papa
breek ik elke betrekking met deze
heeren af.
Dat is niet alleen mijn wensch.
het is mijn wil. Een man van fat
soen houdt zich met zulke lieden niet
gaarne op.
Papa. mijn woord erop, het zal
niet weer voorkomen.
Goed. Attilio. Ge zult daarmee in
uw eigen belang handelen. Mettertijd
zult ge ook leeren begrijpen, dat het
bezit, 't geld. 't bewaren van datgene,
wat men van zijn voorvaderen erft.
een muur is. die ons beschermt tegen
de laagheid der wereld tegen de verlei
ding. tegen misdaad en ondergang.
Rukt gij dezen muur omver, dan moet
gij u niet verwonderen, dat deze we
reld met haar menigvuldige verleidin
gen op u aan komt dringen, wanneer
nood. gebrek en honger u dwingen,
tot dingen, die gij verfoeit en veraf
schuwt. Gij zijt een hertog dei Tibal-
di en geroepen een geslacht voort te
planten, dat sedert eeuwen met roem
en eere bestond. Bedenk dat. Attilio.
Een lichtmis, een speler en schulden-
maker is daartoe ongeschikt. En ik
verzeker u op mijn eerewoord, dat ik
u liever verstoot, dan dat ik de opvol
ging van mijn geslacht in onwaardige
handen laat.
Hertog Cesare had deze woorden
met grooten nadruk gesproken, in die
zonderlinge dramatische opwinding,
waarin de Italianen zoo licht vervaL
len. en nu ontstond er een klimmende,
pijnlijke pauze, die des to drukkender
was. dair er geen genoegzame aanlei
ding voor scheen te bestaan. Cesina.
inzonderheid mocht zich afvragen
Waaryoor toch al die beweging I Voor
een voddige twee duizend francs?
Zij zHg haar broeder ter sluik aan
Zijn fraaie oog«m waren op het borg
gevestigd. waarop hij met mes en
vrrk druk in de weer was, zonder
echter te eten. Een licht schaamrood
las. op zijn aangezicht. Cesina zag.
dat hij verlegen was. en had oprecht
met hem te doen. Zij stiet hem zacht
met den arm aan en toen hij opzag,
wenkte zij hem met het glas toe. als
wilde zij met hem klinken. Attilio
nam zijn glas en stiet met haar aan.
Tusschen deze beiden was de vriend
schap spoedig weder hersteld.
Maar ook de hertog, wien. wat er
voorviel tusschen hen, niet ontging,
en die misschien van oordeel was, dat
lhi wat ver was gegaan, ging op zach
ter toon voort
(Wordt vervolgd).