De Sier tan let Men
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken.
20e Jaargang
Vrijdag 8 Augustus 1902,
No. 5861
BLEIFS DAGBLAD
A BONN EM ENTSPRIJS
Voor Haarlem per 3 maanden1 on
Voor de dorpen in don omtret waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden1.30
Franco door het geiieele Rijk, per 3 maandenL65
Afzonderlijke nummers0.02}4
Geïllustreerd Zondagsblad, voor üaariem. per 3 maandenu
de omstreken en franco per post0.45
ADVERTENTTËN
Van 15 regels 50 Ote.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de pqjs dar Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer l 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel
Bureaux: Gebouw Het Spaame. Zuider Buiteuspaarue No. 6.
Telefoonnummer der Redactie 600. ieieioonnumnier der Administratie 123.
Intercommunale aausluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Conrantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
JDit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L DAÜBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31b* Faubourg Moncmartra
Haarlem's Dagblad van 8 Aug.
bevat o. a,:
De keizers-ontmoeting te Beval,
Uit Zuiri-Atrika, De iNed. ambu
lance in gevangenschap, De agitatie
in FrankrijkPresident Kruger
naar 8oheveilingen, Nabetrachting
en vervolg Gemeenteraad.
OlliciL-eie Berichten.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
van Haarlem, doen te weten, dat bij hun
ne beschikking van 5 Augustus jl. aan:
lo B D de Vries, vergunning is verleend
tot oprichting van eene kalkblusscherij
in het perceel aan de Zijlvest no. 1.
2o. aan S. Zondervan, vergunning is
verleend tot oprichting van eene inrich
ting tot het maken en herstellen van in
strumenten en machinerien, waarbij als
beweegkracht een gasmotor van 4 paar
denkracht zat worden gebezigd in het
perceel aan de Generaal de Wetstraat.
Haarlem, 6 Augustus 1902.
Burg. en Weth. voornoemd,
BÖREEL.
De Secretaris,
J. W. VAN B1LDERBEEK, L. S.
NABETRACHTING
van den
GEMEEN TERAAD.
De Raad zou stellig de lange agenda
niet hebben kunnen afwerken, wanneer
niet twee voorname punten waren uitge
steld, da nieuwe credieten voor 't abat
toir en de plannen tot reorganisatie van
den Hout. Dat ook dit laatste punt is
aangehouden vind ik jammer. De zaak
stond er goed voor. Men had neuzen ge
teld en de som van dc overtuigde neu
zen vermeerderd met die van de neuzen
waarvan men hoop had ze te overtuigen,
vormde een zij het dan ook kleine meer
derheid vóór de plannen van den heer
Springer. Had de heer Springer dit ge
weten, dan zou hij misschien geen water
in den wijn hebben gedaan. En dat is nu
wel geschied. Het aanhouden van de
zaak was juist het gevolg van een nader
schrijven van den heer Springer van
Woensdagochtend, waarin hij, als ik
goed ben ingelicht, in overweging geeft
bij wijze van tegemoetkoming aan de be
zwaren, de wegen maar gedeeltelijk te
beharden, namelijk alleen in 't midden
op een breedte van 4 M. en de zijkanten
in den bestaanden toestand te laten.
Het is natuurlijk zaait, er niet verder
op in te gaan tot tijd en wijle we het
voorstel in zijn juiste omschrijving ken
nen.
Meer genoegen deed mij het aanhou
den van 't voorstel aangaande de nieuw
aangevraagde credieten voor 't gemeente
lijk slachthuis. Ik weet niet eens, of in
beginsel wanneer het op dit oogenblik
nog in stemming moest worden gebracht,
tot den bouw zou worden besloten. Er
komt een andere strooming zichtbaar, een
geest van oppositie, die zich uitte bv. in
aanneming van het voorstelRoog tot
uitstel. De heer Van den Berg sloeg den
spijker op den kop, toen hij zei, dat 't
scheen of de Raad bang was voor de ge
volgen van zijn eigen besluiten. Er is
dan ook reden om er bang van te wor
den Toen de Raad in beginsel tot de op
richting van een abattoir besloot was de
som die men dacht dat noodig wezen zou,
met half zoo groot als wat er nu ten
slotte blijkt noodig te zullen zijn
Daarvan zijn verschillende leden ge
schrikt. Zij zijn als menschen, die een
hondje hebben gekocht en dat in korten
tijd zich hebben zien ontwikkelen tot
een reusachtigen dog, wiens levenson
derhoud boven hunne krachten gaat. ,,Is
het", zoo zeggen zij, „niet mooi genoeg,
dat we in enkele jaren een eigen duin
waterleiding hebben aangelegd en nieu
we lichtfabrieken, dat we in een jaar
tijds f 17000 hebben gegeven aan verhoo
ging van de onderwijzerstraktementen
en 1 18000 aan verhooging van de arbeids.
loonen der gemeente-werklieden? Moeten
we nu nog weer tonnen gouds gaan lee-
nen ter wille van een slachthuis, waar
van we vroeger dachten dat het zichzelf
bedruipen zou, terwijl achteraf blijkt, dat
er geld bij zal moeten?"
Er zijn er die zoo spreken en 't is geen
wonder, dat zij elke reden tot uitstel gre
tig aanvatten. Met het besluit om er de
meening van den nieuwen directeur van
publieke werken over te hooren is de zaak
weer aardig op de lange baan gescho
ven. Zoo goed kan een plan niet wezen
of het kan veranderd, zoo niet verbeterd
worden en zoolang de wereld staat zijn
er nooit twee gelijkdenkende deskundi
gen geweest. De nieuwe directeur van
publieke werken zal dus stellig wijzigin
gen voorstellen, al ware het alleen, om
dat men anders meenen zou dat hij er
geen eigen meening op nahoudt. De be
spreking van die wijzigingen bij B. en
W., de Commissie en den Raad zal niet
zoo spoedig afgeloopen zijn. Vooral niet
omdat er nog niet eens een directeur is.
Na een discussie van een uur achter ge
sloten deuren is deze benoeming aange
houden, Daar deze bespreking uit den
aard van de zaak over de personen der
candidaten moet hebben geloopen, is
strikte geheimhouding aan de leden op
gelegd. Misschien heeft men ook wel de
gelegenheid gehad eens te overwegen, dat
een traktement van 4000 voor deze be
trekking veel te laag is. Het werk, de ver
antwoordelijkheid en de zorgen zijn ze
ker niet geringer, dan die van den direc
teur der lichtfabrieken, wiens honora
rium 50 procent hooger is. Maar de Raad
is altijd milder voor een tak van dienst,
die geld inbrengt, dan voor een die altijd
méér kost.
Overigens zat er weinig fut in de ver
gadering. Als staaltje van een slap debat
moge de discussie over het onbewoon
baar verklaren van het perceel Begijne
straat 24 dienen. Dat was in den dubbe
len zin een waterige gedachtenwisseling.
Gelukkig dan ook, dat de heer Van de
Kamp er nog even de vroolijkheid in
bracht, door te gewaden van den Duit-
scher, vermoedelijken inbreker, dien de
politie een nacht aan 't bureau heeft ge
houden en hem toen laten gaan. De bur
gemeester, bemerkende waar het heen
moest, viel den spreker dadelijk in de
rede, maar deze zei onvervaard: „ik
dacht wel, dat ik het niet zeggen mocht,
maar u heeft het dan toch al begrepen!"
Hij was inderdaad buiten de orde en
derhalve had de voorzitter formeel gelijk,
nog daargelaten dat deze als hoofd der
politie daarvan den Raad geen verant
woording schuldig is.
Zoo ingesloten ligt onze Raadszaal, dat
de kermisgeluiden van buiten er niet
konden doordringen. Zonderlinge ge
waarwording is het, als men daarna weer
buiten komt, midden in de drukte van
Tewe, van de oorverdoovende straator
gels en den eigenaardigen geur van pof
fertjes, stof en oliebollen
Denkelijk zal de Raad nu wéT een week
of wat vacantie nemen 't Is volop zo
mer, ten minste volgens den almanak
Er zijn er al weg en er verlangen er nog
meer naar strand en bergen.
Fuluieiv Overziclu.
Men schijnt in Engeland geen twijfel
meer te koesteren, of de kroning zal, na
de eerste bittere teleurstelling, Zaterdag
in allen luister plaats kunnen hebben.
De stad steekt zich reeds weer in het
feestgewaad, wat voor Londen ditmaal
minder omslag beteekent dan eenige we
ken geleden, omdat het grootste gedeelte
der versieringen en tribunes onveranderd
is gelaten, nadat de ongerustheid voor
onmiddellijk levensgevaar bij den Ko
ning geweken was. Ook de optocht zal
zonder al te veel verandering zich juist
zoo door de straten van Buckingham
Palace door het Westend naar de Abdij
bewegen als in het oorspronkelijk pro
gramma was vastgesteld, alleen de schit
terende stoet buitenlandsche prinsen en
buitengewone gezanten zal aanzienlijk
beperkt zijn, daar deze uitnoodigingen
niet herhaald zijn.
Volgens de laatste berichten zal de Ko
ning Zaterdag niet per draagstoel, zoo
als eerst was voorgesteld met het oog
op zijn zwakte, maar in de vergulde, door
acht rijkgetuigde paarden getrokken ga
lakoets en omgeven door een staf, waar
bij de opperbevelhebber van het Engel-
sche leger, generalen en vleugeladjudan
ten, prins Albert van Sleeswijk—Holstein
en de hertog van Albanië, langs de 25.000
man rijkstroepen en de honderdduizen
den toeschouwers gereden worden.
In de Westminster-Abdy wordt echter
de plechtigheid bekort.
Tot slot der kroningsplechtigheid weer
klinken dan nog deze kreten: „God be-
scherme koning Eduard", „Lang leve
koning Eduard" en „Moge de Koning
eeuwig leven".
Deze hartelijk gemeende wenschen
doen de vraag weer opkomen, hoe de
werkelijke gezondheidstoestand van den
Koning is? En daar de Engelsche kranten
in deze een weinig gewenscht leidsman
zijn, gaat men liever te rade met het
geen de gewoonlijk welingelichte Lon-
densche correspondent van den „Figaro"
daaromtrent meedeelt. Hij zegt zijn we
tenschap te putten uit de mededeelingen
van een der voornaamste medische spe
cialiteiten te Londen, die op de hoogte
is van het geheele ziekteverloop des ko-
nings. En volgens dezen is het zonder
twijfel, dat de koning voldoende hersteld
is om de vermoeienissen van de kroning
te doorstaan; ook hoopt de koning één
of twee feesten te kunnen bijwonen, die
in de week, volgende op de kroning, zul
len gegeven worden. Evenwel moet men
zich geen illusies maken wat de moge
lijkheid betreft van een terugkeer der
kwaal .het gevaar van een wederinstor-
ting bestaat.
Voor het tegenwoordige ziet de koning
er echter zeer goed uit en lijkt wel tien
jaar jonger; hij is zeer vermagerd door
het strenge dieet, doch dit moet hem
juist veel goed hebben gedaan.
Eenigen tijd geleden liep het gerucht,
dat de koning van Italië voornemens
was een Europeesche conferentie bijeen
te roepen, met een gelijk doel als de drie
jaar geleden te *s-Gravenhage door den
Czaar belegde conferentie. Men is op dit
gerucht niet al te zeer ingegaan. Maar
het duikt nu weer op, in verband met de
ontmoeting van de keizers van Duitsch-
land en Rusland op de reede van Reval.
Terwijl de Duitsche bladen mededee-
len, dat behalve wellicht de handelsver
dragen, geen punt van internationaal be
lang in bespreking zou komen de „Dai
ly Telegraph" weet het beter. Althans
naar uit Rome aan dat blad geseind
wordt, beweert men in hooge politieke
kringen, dat eerst het italiaansche be
zoek en nu het Duitsche, en ook het aan
staande bezoek van den koning van Italië
aan Berlijn slechts ten doel zouden heb
ben, de tweede vredesconferentie bijeen
te roepen. Op deze bijeenkomst zou de
Czaar voorstellen de bestaande legers
dusdanig te hervormen, dat zij niet lan
ger voor een Europeeschen oorlog ge
bruikt kunnen worden, doch slechts ten
dienste zullen staan voor het handha
ven der binnenlandsche orde en tot be
scherming der koloniën van over de zee,
waar de werkelijke belangen der groote
mogendheden gelegen zijn.
Hoe dwaas dit bericht ook schijne, de
meeste buitenlandsche bladen nemen het
over, om he.t evenwel met een commen
taar als geheel onwaarschijnlijk af te
maken. Het scherpst is wel de „Voss.
Ztg.", die aan den tijd herinnert, toen
de Engelsche pers als best-ingelichte en
eerlijkste ter wereld gold. Maar, zegt het
Duitsche blad, die tijd is lang voorbij!
Tegenwoordig is niets zoo dwaas of het
wordt in een der groote Londensche bla
den opgenomen.
De „Voss. Ztg". herhaalt, dat de ont
moeting der beide souvereinen te Reval
niets anders beteekent aan een beant
woording van het bezoek, dat de Czaar
het vorige jaar aan Dantzig bracht. „Na
tuurlijk wordt bij zulke gelegenheden
ook over politiek gesproken, maar dat
het fiasco, dat de Haagsche Conferentie
geleden heeft, den Czaar zou hebben
aangemoedigd' tot een voortzetting van
zijn ontwapeningsplannen, kan men
slechts aan politieke kinderen voorpra
ten".
Buitenlandsch Nieuws
Uit Zuid-Atrika.
Het manifest, door de generaals
Botha, De Wet en De la Reij vóór
hun vertrek uitgevaardigd, luidt in
zijn geheel:
„Broeders en Zusters!
Wij meenen u mee te moeten dee-
len, dat de vertegenwoordigers van
het volk te Vereeniging ons, den 31en
Mei, opgedragen hebben pogingen in
het werk bijeen te stellen om gelden
te brengen tot ondersteuning van alle
slachtoffers van den oorlog, die thans
in een behoeftigen staat verkeeren.
Ten einde deze opdracht uit te voe
ren, vertrekken wij morgen, 30 Juli,
naar Europa. Wij wenschen gaven
■te ontvangen, voornamelijk ten bate
der weduwen, weezen en gewonden
en om de weezen huisvesting en on
derwijs te kunnen geven. Eveneens
wenschen wij die families te helpen,
welke in armoede gebracht zijn.
Gij begrijpt waarom wij dit schrij
ven: om u aan te raden geduldig te
zijn. Laat u niet ontmoedigen. Weest
verdraagzaam; verlaat het land niet
en blijft bidden. Weldra hopen wij
u te kunnen helpen.
Gedurende onze afwezigheid zullen
de volgende heeren zich met de lei
ding der zaken belasten: Schalk Bur
ger, J. C. Smuts, Hertzog, Kriel, Mar-
quard, J. M. Louw, en A. J. Louw.
„Wij hopen dat gij spoedig weer zult
kunnen terugkeeren naar uwe hoe
ven, broeders en zusters."
De agitatie in Frankrijk.
Terwijl officieus uit Parijs gemeld
wordt, dat de sluiting van de scholen
der congreganisten in vele departemen
ten zonder ernstige voorvallen doorge
zet wordt, komen uit Bretagne meer ver
ontrustende tijdingen. De troepen uit
Brest zijn gewapend met scherpe patro
nen, terwijl op verzoek der overheid ver
sterking der militaire macht is bevolen.
Al'les wijst er op dat men dus zeer be
vreesd is voor bloedvergieten, wanneer
de Regeering hare scherpe voorschrif
ten ook voor Bretagne blijft handhaven.
In verschillende gemeenten is het de
laatste dagen onrustig geweest. In Solai-
ze stonden voor het schoolgebouw onge
veer 400 personen. Toen de commissaris
van politie en vijf agenten tot de slui
ting wilden overgaan, werden zij met
steenen geworpen, zoodat zij terug moes
ten trekken. In Bordeaux kwam het tot
een vechtpartij tusschen clerikalen en
republikeinen, waarbij dooden gevallen
zouden zijn.
De zusters van Lamotte-Servolex, in
Chambery weigerden de deur van haar
school te openen. De politie nam krach
tige maatregelen en liet den muur, die
om de school gebouwd was, afbreken.
Alfred Dreyfus.
Alfred Dreyfus antwoordt thans gene
raal De Gallifet in de „Journal des De-
bats". Hij verklaart nooit om gratie ge
vraagd te hebben, hij heeft haar slechts
aangenomen. Hij onderteekende alleen
een stuk waarin hij verklaarde af te zien
van een verder revisie-beroep, en dit op
aandringen van iemand, die gezonden
was door en uit naam van den minister
van oorlog De Gallifet!
De keizersontmueting te Beval.
Kort na half negen kwam de Ho-
henzo llem" met haar escorte in 't ge
zicht. Teen van het Duitsche keizer-
jacht de ..Standart" werd bemerkt, gaf
kiezer Wilhelm bevel een eere-s&lut
van 31 schoten te lossen, dat onmid-
delijk door de Standart werd beant
woord. De Duitsche schepen voerden
aan den mast de Russische vlag, de
Russische schepen hadden de Duit.
schepen in top geheschen. Ook wer
den de Russische en Duitsche volkslie
deren gespeeld. Keizer Nicolaas liet
vervolgens den Duitschen Keizer met
33 schoten begroeten, welk saluut van
de ..Hohenzollern" met evenveel scho
ten beantwoord werd. Keizer Wilhelm
ging aan boord van de „Standart"
waar hij door den Czaar aan den val
reep werd ontvangen. Beide vorsten
begroetten elkaar allerhartelijkst en
omarmden elkaar herhaaldelijk. De
„Standart", waar nu beide keizerlijke
standaardvlaggen waren geheschen.
zette daarop, gevolgd door de „Hohen
zollern," koers naar Reval. Toen de
vorstelijke personen de Russische vloot
van 14 oorlogschepen en 15 torpedo-
booten op de reede van Reval nader,
den. gaf deze een eere-saluut van 21
schoten, Keizer Wilhelm begroette elk
Ruissnch schip met een „welkom", dat
beantwoord werd door de manschap
pen. De „Standart" en de „Hoheu
zollera" gingen tusschen de Russische
vloot voor anker. Keizer Wilhelm
keerde toen naar de „Hohenzollern
terug, waar de Czaar met grootvorst
Alexis en gevolg hem bezocht.
De Duitsche Keizer droeg de Russi
sche admiraals-uniform, met het lint
van de orde van St. Andreas, de Rus
sische Keizer de Duitsche admiraals
uniform met het lint van den Zwar
ten Adelaar.
Aan boord van de „Standart" werd
hedenmorgen het ontbijt gebruikt,
waarbij de Duitsche Keizer met graaf
l.amsdorf. keizei'. Nicolaas met den
rijkskanselier Von Bulow en den op
perhofmaarschalk Eulenburg klonk.
In den namfiddag woonden do vors
telijke personen aan boord van het
vlaggaschip „Minin" de schietoefenin
gen bij.
Algeineene Berichten.
De Westminster-Abdy zal eenige da-
gen na de kroning voor het publiek, te
gen entrée, geopend worden. De vraag
naar tribune-zitplaatsen worden betaald
met 70 tot 80 gulden, zeer goede met 150
gulden. De stoelen, waarop tijdens de
kroning de pairs en hunne vrouwen
plaats nemen, zullen verkocht worden.
Alle burgemeesters in de provinciën zijn
uitgeuoodigd bij de kroning te verschij
nen. De burgemeester van Clanwich (Ier
land) heeft voor de eer bedankt.
Een onderzoek naar de huishouding
der gemeente Maria Theresiopel, in Hon
garije, heeft eenige schandelijke dingen
aan het licht gebracht. Aan het vermogen
van de stad ontbraken 1 800.000 kronen,
terwijl 6 millioen uitgegeven is zonder
machtiging. De burgemeester en secre
taris zijn geschorst. Tegen 14 ambtenaren
is proces-verbaal opgemaakt.
Het bezoek van den koning van Italië
aan den Duitschen keizer is vastgesteld
Feuilleton.
Vertaald uil het Ilaliaansch.
14)
Nu, gij zult mij later wel begrij
pen, als heit maar eerst zoover is, als
ik het hebben wil? Er zal een goede
slag zijn te slaan, doet gij er aan
mee?
Het is niet genoeg alleen voor den
dag van heden te zorgen, men moet
ook verder zien. Een goede slag en
wij zijn rijke lui.
VIII.
Reeds sedert verscheidene dagen
vertoefde don Liugi Cagtaldi weer
te Positano en vertelde aan een ieder
die het hooren v rilde, dat hij wegens
zijn verstoorde zenuwen het rumoeri
ge, onrustige Napels met het stille
Positano verwisseld had. Dat geloof
de nu natuurlijk niemand, wat echter
ook niet noodig was, want wat don
Luigi eigenlijk in Posiitano kwam uit
voeren, bleef daarom toch nog een
geheim. Hij ging veel wandelen,
doolde dikwijls in de rotesn rond en
trof daarbij eenige keeren hertog Ce-
sare aan, die een ijverig jager was,
zonder met hem te spreken. Een stil
le groet was alles, waarmee hertog
Cesare den kreupelen wandelaar ver
waardigde.
Tegelijkertijd verzuimde don Luigi
geen enkele gelegenheid, die zich
voordeed, om de schoone Carmela te
naderen.
Checco was sedert eenige dagen
uit Positano weg en volgens zijn zeg
gen naar Napels getrokken om een
rijk man te worden. Don Luigi de
buteerde daarover zijn gefetetigheid,
menigmaal scheen het wel alsof Car
mela daardoor in baar vertrouwen
begon te wankelen, doch opmerkelij-
kerwijze kwam hij met haar niets
verder.
Carmela had veel gezond verstand
en was in zekeren zin veel sluwer
dan don Luigi zelf.
Plotseling greep er eene gebeurte
nis plaats, die niet alleen de geheele
streek in rep en roer bracht, maar
die ook aan don Luigi in zoover niet
onwelkom was. dat hij er zijn voor
deel mee hoopte te kunnen doen voor
zijn verschillende plannen, als hij er
goed partij van wist te trekken.
Op het kasteel dei Tibaldi werd nl-
een groote diefstal ontdekt, die in de
laa/tste dagen moest gepleegd zijn.
Men had uit de torenkamer van her
togin Cesina sieraden gestolen, wel
ker waarde gaandeweg toenam naar
mate het gerucht zich verder ver
spreidde.
Men vermoedde dat de dief waar
schijnlijk met behulp van een touw
ladder, uit het park de torenkamer
van hertogin Cesina was binnenge
drongen.
Don Luigi was, zoodra hij van dit
voorval hoorde, er vast van over
tuigd. dat het Checco moest zijn, die
den diefstal had gepleegd. Uit liefde
voor de schoone Carmela zou de
knaap zich tot de misdaad laten ver
leiden, en hij haastte zich zijn ver
moedens aan den gendarmeriepost
van Positano mede te deelen, opdat
deze tot de arrestatie van Checco zou
overgaan. Don Luigi verzuimde na
tuurlijk niet, zijne presumptie zoo
aannemelijk mogelijk te maken.
Carmela die er bijstond, werd zoo
bleek als een doode. .Alleen haar
oogen flikkerden van heftige ontroe
ring. Was Checco de dief? Was hij
het niet? Zou men hem gevangen ne
men en opsluiten? Dait waren de vra
gen, die haar onophoudelijk voor den
geest kwamen en waarop zij geen
antwoord wist te geven. Zij gaf nauw
keurig acht op hetgeen de carabinieri
aan wie don Luigi zijn vermoedens
meedeelde, deden.
Men vroeg haar, waar Checco te
Napels woonde, en zij verklaarde het
niet te weten, ofschoon Checco haar
had gezegd dat hij te Piedigotta bij
Napels een tante had, die een vleesch-
handel dreef, en dat hij eerst naar
haar wilde toegaan. Zij verzweeg dit
echter. Voor geen millioen zou zij
het verraden hebben. Want was
Checco de dief, dan zou men hem, als
zij het kon verhinderen, niet vangen.
Was hij het niet, dan moesten zij
hem des te ee«r met rust laten. Onwil
lekeurig, volgens de inspraak van
haar gevoel, koos zij voor hem partij
het mocht dan zijn zooals het wilde.
Met de levendige verbeeldingskracht
der bewoners van het Zuiden stelde
zij zich Checco voor schuldig of on
schuldig in de kleine gevangenis van
Positano. Zij lag aan het eenigste
plein, dat de plaats bezat, waar alle
inwoners passeerden. Door een tra
lievenster kon ieder voorbijganger
met den gevangene spreken en de
kleine ruimte in haar geheel over
zien. Zij werd meestal bevolkt met
personen, die wegens achterstallige
belasting, welke de regeering op de
koraal- en zeevisscherij had gelegd,
moesten „zitten.
Met den eigenaardigen gereclitig-
heidszin van de Zuid-Itananen zag
men ook te Positano deze mesnehen
voor martelaren aan. en de gevange
nis zelve en de politie waren gehaat
als de ergste vijanden. In deze be
schouwingen opgegroeid, zag Carme
la nu ook in eene vervolging en ge
vangenneming van Checco het groot
ste ongeluk, dait zij in elk geval moest
verhoeden.
Heb ik het niet dadelijk gezegd,
dat de knaap een schavuit zou wor
den? vroeg don Luigi op triomfante
lijken toon. De begeerte Carmela te
bezitten en rijk te worden, heeft hem
tot een dief en roover gemaakt.
Carmela wenschite nu niets vuri
ger, dan in de nabijheid van het po
litiebureau te blijven, om te zien, wat
er nu zou gebeuren.. Toch durfde zij
niet te laten merken, dat zij daar
belang in stelde. Zij hield zich daar
om, alsof zij zee rboos was over de
verdachtmaking van don Liugi,
maakte hem uit voor al wat leelijk
was en ging eindelijk op een steen
zitten en weende.
Carmela, ge kunt blij zijn, zeide
don Luigi weer, dat ge nog zoo van
hem zij«t afgekomen. Heb ik geen ge
lijk, Pasquale?
De oude knikte.
Ik had het niet gedacht, ant
woordde hij. Checco was altijd een
eerlijke jongen.
Zoo, 'is hij het dus toch geweest?
vroegen eenige nieuwsgierigen.
Zonder twijfel, bevestigde don
Luigi, Carmela heeft hem het hoofd
op hol gebracht.
De menschen bleven nog een poos
over de zaak praten, tot men einde
lijk algemeen tot de overtuiging was
gekomen, dat Checco werkelijk de
dief was. Carmela zat op haar steen,
met de handen voor de oogen. snikte
en gluurde door do vingers. Na onge
veer een half uur zag zij dat twee
carabiniers het politiebureau verlie
ten, van welke de een een papier in
de hand hield, dat hij vervolgens in
zijn borstzak stak.
(Wordt vervolgd).