De Sier tan let Men NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken. 20e Jaargang Vrijdag 8 Augustus 1902, No. 5861 BLEIFS DAGBLAD A BONN EM ENTSPRIJS Voor Haarlem per 3 maanden1 on Voor de dorpen in don omtret waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geiieele Rijk, per 3 maandenL65 Afzonderlijke nummers0.02}4 Geïllustreerd Zondagsblad, voor üaariem. per 3 maandenu de omstreken en franco per post0.45 ADVERTENTTËN Van 15 regels 50 Ote.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem is de pqjs dar Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer l 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regel Bureaux: Gebouw Het Spaame. Zuider Buiteuspaarue No. 6. Telefoonnummer der Redactie 600. ieieioonnumnier der Administratie 123. Intercommunale aausluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Conrantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. JDit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L DAÜBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31b* Faubourg Moncmartra Haarlem's Dagblad van 8 Aug. bevat o. a,: De keizers-ontmoeting te Beval, Uit Zuiri-Atrika, De iNed. ambu lance in gevangenschap, De agitatie in FrankrijkPresident Kruger naar 8oheveilingen, Nabetrachting en vervolg Gemeenteraad. OlliciL-eie Berichten. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van Haarlem, doen te weten, dat bij hun ne beschikking van 5 Augustus jl. aan: lo B D de Vries, vergunning is verleend tot oprichting van eene kalkblusscherij in het perceel aan de Zijlvest no. 1. 2o. aan S. Zondervan, vergunning is verleend tot oprichting van eene inrich ting tot het maken en herstellen van in strumenten en machinerien, waarbij als beweegkracht een gasmotor van 4 paar denkracht zat worden gebezigd in het perceel aan de Generaal de Wetstraat. Haarlem, 6 Augustus 1902. Burg. en Weth. voornoemd, BÖREEL. De Secretaris, J. W. VAN B1LDERBEEK, L. S. NABETRACHTING van den GEMEEN TERAAD. De Raad zou stellig de lange agenda niet hebben kunnen afwerken, wanneer niet twee voorname punten waren uitge steld, da nieuwe credieten voor 't abat toir en de plannen tot reorganisatie van den Hout. Dat ook dit laatste punt is aangehouden vind ik jammer. De zaak stond er goed voor. Men had neuzen ge teld en de som van dc overtuigde neu zen vermeerderd met die van de neuzen waarvan men hoop had ze te overtuigen, vormde een zij het dan ook kleine meer derheid vóór de plannen van den heer Springer. Had de heer Springer dit ge weten, dan zou hij misschien geen water in den wijn hebben gedaan. En dat is nu wel geschied. Het aanhouden van de zaak was juist het gevolg van een nader schrijven van den heer Springer van Woensdagochtend, waarin hij, als ik goed ben ingelicht, in overweging geeft bij wijze van tegemoetkoming aan de be zwaren, de wegen maar gedeeltelijk te beharden, namelijk alleen in 't midden op een breedte van 4 M. en de zijkanten in den bestaanden toestand te laten. Het is natuurlijk zaait, er niet verder op in te gaan tot tijd en wijle we het voorstel in zijn juiste omschrijving ken nen. Meer genoegen deed mij het aanhou den van 't voorstel aangaande de nieuw aangevraagde credieten voor 't gemeente lijk slachthuis. Ik weet niet eens, of in beginsel wanneer het op dit oogenblik nog in stemming moest worden gebracht, tot den bouw zou worden besloten. Er komt een andere strooming zichtbaar, een geest van oppositie, die zich uitte bv. in aanneming van het voorstelRoog tot uitstel. De heer Van den Berg sloeg den spijker op den kop, toen hij zei, dat 't scheen of de Raad bang was voor de ge volgen van zijn eigen besluiten. Er is dan ook reden om er bang van te wor den Toen de Raad in beginsel tot de op richting van een abattoir besloot was de som die men dacht dat noodig wezen zou, met half zoo groot als wat er nu ten slotte blijkt noodig te zullen zijn Daarvan zijn verschillende leden ge schrikt. Zij zijn als menschen, die een hondje hebben gekocht en dat in korten tijd zich hebben zien ontwikkelen tot een reusachtigen dog, wiens levenson derhoud boven hunne krachten gaat. ,,Is het", zoo zeggen zij, „niet mooi genoeg, dat we in enkele jaren een eigen duin waterleiding hebben aangelegd en nieu we lichtfabrieken, dat we in een jaar tijds f 17000 hebben gegeven aan verhoo ging van de onderwijzerstraktementen en 1 18000 aan verhooging van de arbeids. loonen der gemeente-werklieden? Moeten we nu nog weer tonnen gouds gaan lee- nen ter wille van een slachthuis, waar van we vroeger dachten dat het zichzelf bedruipen zou, terwijl achteraf blijkt, dat er geld bij zal moeten?" Er zijn er die zoo spreken en 't is geen wonder, dat zij elke reden tot uitstel gre tig aanvatten. Met het besluit om er de meening van den nieuwen directeur van publieke werken over te hooren is de zaak weer aardig op de lange baan gescho ven. Zoo goed kan een plan niet wezen of het kan veranderd, zoo niet verbeterd worden en zoolang de wereld staat zijn er nooit twee gelijkdenkende deskundi gen geweest. De nieuwe directeur van publieke werken zal dus stellig wijzigin gen voorstellen, al ware het alleen, om dat men anders meenen zou dat hij er geen eigen meening op nahoudt. De be spreking van die wijzigingen bij B. en W., de Commissie en den Raad zal niet zoo spoedig afgeloopen zijn. Vooral niet omdat er nog niet eens een directeur is. Na een discussie van een uur achter ge sloten deuren is deze benoeming aange houden, Daar deze bespreking uit den aard van de zaak over de personen der candidaten moet hebben geloopen, is strikte geheimhouding aan de leden op gelegd. Misschien heeft men ook wel de gelegenheid gehad eens te overwegen, dat een traktement van 4000 voor deze be trekking veel te laag is. Het werk, de ver antwoordelijkheid en de zorgen zijn ze ker niet geringer, dan die van den direc teur der lichtfabrieken, wiens honora rium 50 procent hooger is. Maar de Raad is altijd milder voor een tak van dienst, die geld inbrengt, dan voor een die altijd méér kost. Overigens zat er weinig fut in de ver gadering. Als staaltje van een slap debat moge de discussie over het onbewoon baar verklaren van het perceel Begijne straat 24 dienen. Dat was in den dubbe len zin een waterige gedachtenwisseling. Gelukkig dan ook, dat de heer Van de Kamp er nog even de vroolijkheid in bracht, door te gewaden van den Duit- scher, vermoedelijken inbreker, dien de politie een nacht aan 't bureau heeft ge houden en hem toen laten gaan. De bur gemeester, bemerkende waar het heen moest, viel den spreker dadelijk in de rede, maar deze zei onvervaard: „ik dacht wel, dat ik het niet zeggen mocht, maar u heeft het dan toch al begrepen!" Hij was inderdaad buiten de orde en derhalve had de voorzitter formeel gelijk, nog daargelaten dat deze als hoofd der politie daarvan den Raad geen verant woording schuldig is. Zoo ingesloten ligt onze Raadszaal, dat de kermisgeluiden van buiten er niet konden doordringen. Zonderlinge ge waarwording is het, als men daarna weer buiten komt, midden in de drukte van Tewe, van de oorverdoovende straator gels en den eigenaardigen geur van pof fertjes, stof en oliebollen Denkelijk zal de Raad nu wéT een week of wat vacantie nemen 't Is volop zo mer, ten minste volgens den almanak Er zijn er al weg en er verlangen er nog meer naar strand en bergen. Fuluieiv Overziclu. Men schijnt in Engeland geen twijfel meer te koesteren, of de kroning zal, na de eerste bittere teleurstelling, Zaterdag in allen luister plaats kunnen hebben. De stad steekt zich reeds weer in het feestgewaad, wat voor Londen ditmaal minder omslag beteekent dan eenige we ken geleden, omdat het grootste gedeelte der versieringen en tribunes onveranderd is gelaten, nadat de ongerustheid voor onmiddellijk levensgevaar bij den Ko ning geweken was. Ook de optocht zal zonder al te veel verandering zich juist zoo door de straten van Buckingham Palace door het Westend naar de Abdij bewegen als in het oorspronkelijk pro gramma was vastgesteld, alleen de schit terende stoet buitenlandsche prinsen en buitengewone gezanten zal aanzienlijk beperkt zijn, daar deze uitnoodigingen niet herhaald zijn. Volgens de laatste berichten zal de Ko ning Zaterdag niet per draagstoel, zoo als eerst was voorgesteld met het oog op zijn zwakte, maar in de vergulde, door acht rijkgetuigde paarden getrokken ga lakoets en omgeven door een staf, waar bij de opperbevelhebber van het Engel- sche leger, generalen en vleugeladjudan ten, prins Albert van Sleeswijk—Holstein en de hertog van Albanië, langs de 25.000 man rijkstroepen en de honderdduizen den toeschouwers gereden worden. In de Westminster-Abdy wordt echter de plechtigheid bekort. Tot slot der kroningsplechtigheid weer klinken dan nog deze kreten: „God be- scherme koning Eduard", „Lang leve koning Eduard" en „Moge de Koning eeuwig leven". Deze hartelijk gemeende wenschen doen de vraag weer opkomen, hoe de werkelijke gezondheidstoestand van den Koning is? En daar de Engelsche kranten in deze een weinig gewenscht leidsman zijn, gaat men liever te rade met het geen de gewoonlijk welingelichte Lon- densche correspondent van den „Figaro" daaromtrent meedeelt. Hij zegt zijn we tenschap te putten uit de mededeelingen van een der voornaamste medische spe cialiteiten te Londen, die op de hoogte is van het geheele ziekteverloop des ko- nings. En volgens dezen is het zonder twijfel, dat de koning voldoende hersteld is om de vermoeienissen van de kroning te doorstaan; ook hoopt de koning één of twee feesten te kunnen bijwonen, die in de week, volgende op de kroning, zul len gegeven worden. Evenwel moet men zich geen illusies maken wat de moge lijkheid betreft van een terugkeer der kwaal .het gevaar van een wederinstor- ting bestaat. Voor het tegenwoordige ziet de koning er echter zeer goed uit en lijkt wel tien jaar jonger; hij is zeer vermagerd door het strenge dieet, doch dit moet hem juist veel goed hebben gedaan. Eenigen tijd geleden liep het gerucht, dat de koning van Italië voornemens was een Europeesche conferentie bijeen te roepen, met een gelijk doel als de drie jaar geleden te *s-Gravenhage door den Czaar belegde conferentie. Men is op dit gerucht niet al te zeer ingegaan. Maar het duikt nu weer op, in verband met de ontmoeting van de keizers van Duitsch- land en Rusland op de reede van Reval. Terwijl de Duitsche bladen mededee- len, dat behalve wellicht de handelsver dragen, geen punt van internationaal be lang in bespreking zou komen de „Dai ly Telegraph" weet het beter. Althans naar uit Rome aan dat blad geseind wordt, beweert men in hooge politieke kringen, dat eerst het italiaansche be zoek en nu het Duitsche, en ook het aan staande bezoek van den koning van Italië aan Berlijn slechts ten doel zouden heb ben, de tweede vredesconferentie bijeen te roepen. Op deze bijeenkomst zou de Czaar voorstellen de bestaande legers dusdanig te hervormen, dat zij niet lan ger voor een Europeeschen oorlog ge bruikt kunnen worden, doch slechts ten dienste zullen staan voor het handha ven der binnenlandsche orde en tot be scherming der koloniën van over de zee, waar de werkelijke belangen der groote mogendheden gelegen zijn. Hoe dwaas dit bericht ook schijne, de meeste buitenlandsche bladen nemen het over, om he.t evenwel met een commen taar als geheel onwaarschijnlijk af te maken. Het scherpst is wel de „Voss. Ztg.", die aan den tijd herinnert, toen de Engelsche pers als best-ingelichte en eerlijkste ter wereld gold. Maar, zegt het Duitsche blad, die tijd is lang voorbij! Tegenwoordig is niets zoo dwaas of het wordt in een der groote Londensche bla den opgenomen. De „Voss. Ztg". herhaalt, dat de ont moeting der beide souvereinen te Reval niets anders beteekent aan een beant woording van het bezoek, dat de Czaar het vorige jaar aan Dantzig bracht. „Na tuurlijk wordt bij zulke gelegenheden ook over politiek gesproken, maar dat het fiasco, dat de Haagsche Conferentie geleden heeft, den Czaar zou hebben aangemoedigd' tot een voortzetting van zijn ontwapeningsplannen, kan men slechts aan politieke kinderen voorpra ten". Buitenlandsch Nieuws Uit Zuid-Atrika. Het manifest, door de generaals Botha, De Wet en De la Reij vóór hun vertrek uitgevaardigd, luidt in zijn geheel: „Broeders en Zusters! Wij meenen u mee te moeten dee- len, dat de vertegenwoordigers van het volk te Vereeniging ons, den 31en Mei, opgedragen hebben pogingen in het werk bijeen te stellen om gelden te brengen tot ondersteuning van alle slachtoffers van den oorlog, die thans in een behoeftigen staat verkeeren. Ten einde deze opdracht uit te voe ren, vertrekken wij morgen, 30 Juli, naar Europa. Wij wenschen gaven ■te ontvangen, voornamelijk ten bate der weduwen, weezen en gewonden en om de weezen huisvesting en on derwijs te kunnen geven. Eveneens wenschen wij die families te helpen, welke in armoede gebracht zijn. Gij begrijpt waarom wij dit schrij ven: om u aan te raden geduldig te zijn. Laat u niet ontmoedigen. Weest verdraagzaam; verlaat het land niet en blijft bidden. Weldra hopen wij u te kunnen helpen. Gedurende onze afwezigheid zullen de volgende heeren zich met de lei ding der zaken belasten: Schalk Bur ger, J. C. Smuts, Hertzog, Kriel, Mar- quard, J. M. Louw, en A. J. Louw. „Wij hopen dat gij spoedig weer zult kunnen terugkeeren naar uwe hoe ven, broeders en zusters." De agitatie in Frankrijk. Terwijl officieus uit Parijs gemeld wordt, dat de sluiting van de scholen der congreganisten in vele departemen ten zonder ernstige voorvallen doorge zet wordt, komen uit Bretagne meer ver ontrustende tijdingen. De troepen uit Brest zijn gewapend met scherpe patro nen, terwijl op verzoek der overheid ver sterking der militaire macht is bevolen. Al'les wijst er op dat men dus zeer be vreesd is voor bloedvergieten, wanneer de Regeering hare scherpe voorschrif ten ook voor Bretagne blijft handhaven. In verschillende gemeenten is het de laatste dagen onrustig geweest. In Solai- ze stonden voor het schoolgebouw onge veer 400 personen. Toen de commissaris van politie en vijf agenten tot de slui ting wilden overgaan, werden zij met steenen geworpen, zoodat zij terug moes ten trekken. In Bordeaux kwam het tot een vechtpartij tusschen clerikalen en republikeinen, waarbij dooden gevallen zouden zijn. De zusters van Lamotte-Servolex, in Chambery weigerden de deur van haar school te openen. De politie nam krach tige maatregelen en liet den muur, die om de school gebouwd was, afbreken. Alfred Dreyfus. Alfred Dreyfus antwoordt thans gene raal De Gallifet in de „Journal des De- bats". Hij verklaart nooit om gratie ge vraagd te hebben, hij heeft haar slechts aangenomen. Hij onderteekende alleen een stuk waarin hij verklaarde af te zien van een verder revisie-beroep, en dit op aandringen van iemand, die gezonden was door en uit naam van den minister van oorlog De Gallifet! De keizersontmueting te Beval. Kort na half negen kwam de Ho- henzo llem" met haar escorte in 't ge zicht. Teen van het Duitsche keizer- jacht de ..Standart" werd bemerkt, gaf kiezer Wilhelm bevel een eere-s&lut van 31 schoten te lossen, dat onmid- delijk door de Standart werd beant woord. De Duitsche schepen voerden aan den mast de Russische vlag, de Russische schepen hadden de Duit. schepen in top geheschen. Ook wer den de Russische en Duitsche volkslie deren gespeeld. Keizer Nicolaas liet vervolgens den Duitschen Keizer met 33 schoten begroeten, welk saluut van de ..Hohenzollern" met evenveel scho ten beantwoord werd. Keizer Wilhelm ging aan boord van de „Standart" waar hij door den Czaar aan den val reep werd ontvangen. Beide vorsten begroetten elkaar allerhartelijkst en omarmden elkaar herhaaldelijk. De „Standart", waar nu beide keizerlijke standaardvlaggen waren geheschen. zette daarop, gevolgd door de „Hohen zollern," koers naar Reval. Toen de vorstelijke personen de Russische vloot van 14 oorlogschepen en 15 torpedo- booten op de reede van Reval nader, den. gaf deze een eere-saluut van 21 schoten, Keizer Wilhelm begroette elk Ruissnch schip met een „welkom", dat beantwoord werd door de manschap pen. De „Standart" en de „Hoheu zollera" gingen tusschen de Russische vloot voor anker. Keizer Wilhelm keerde toen naar de „Hohenzollern terug, waar de Czaar met grootvorst Alexis en gevolg hem bezocht. De Duitsche Keizer droeg de Russi sche admiraals-uniform, met het lint van de orde van St. Andreas, de Rus sische Keizer de Duitsche admiraals uniform met het lint van den Zwar ten Adelaar. Aan boord van de „Standart" werd hedenmorgen het ontbijt gebruikt, waarbij de Duitsche Keizer met graaf l.amsdorf. keizei'. Nicolaas met den rijkskanselier Von Bulow en den op perhofmaarschalk Eulenburg klonk. In den namfiddag woonden do vors telijke personen aan boord van het vlaggaschip „Minin" de schietoefenin gen bij. Algeineene Berichten. De Westminster-Abdy zal eenige da- gen na de kroning voor het publiek, te gen entrée, geopend worden. De vraag naar tribune-zitplaatsen worden betaald met 70 tot 80 gulden, zeer goede met 150 gulden. De stoelen, waarop tijdens de kroning de pairs en hunne vrouwen plaats nemen, zullen verkocht worden. Alle burgemeesters in de provinciën zijn uitgeuoodigd bij de kroning te verschij nen. De burgemeester van Clanwich (Ier land) heeft voor de eer bedankt. Een onderzoek naar de huishouding der gemeente Maria Theresiopel, in Hon garije, heeft eenige schandelijke dingen aan het licht gebracht. Aan het vermogen van de stad ontbraken 1 800.000 kronen, terwijl 6 millioen uitgegeven is zonder machtiging. De burgemeester en secre taris zijn geschorst. Tegen 14 ambtenaren is proces-verbaal opgemaakt. Het bezoek van den koning van Italië aan den Duitschen keizer is vastgesteld Feuilleton. Vertaald uil het Ilaliaansch. 14) Nu, gij zult mij later wel begrij pen, als heit maar eerst zoover is, als ik het hebben wil? Er zal een goede slag zijn te slaan, doet gij er aan mee? Het is niet genoeg alleen voor den dag van heden te zorgen, men moet ook verder zien. Een goede slag en wij zijn rijke lui. VIII. Reeds sedert verscheidene dagen vertoefde don Liugi Cagtaldi weer te Positano en vertelde aan een ieder die het hooren v rilde, dat hij wegens zijn verstoorde zenuwen het rumoeri ge, onrustige Napels met het stille Positano verwisseld had. Dat geloof de nu natuurlijk niemand, wat echter ook niet noodig was, want wat don Luigi eigenlijk in Posiitano kwam uit voeren, bleef daarom toch nog een geheim. Hij ging veel wandelen, doolde dikwijls in de rotesn rond en trof daarbij eenige keeren hertog Ce- sare aan, die een ijverig jager was, zonder met hem te spreken. Een stil le groet was alles, waarmee hertog Cesare den kreupelen wandelaar ver waardigde. Tegelijkertijd verzuimde don Luigi geen enkele gelegenheid, die zich voordeed, om de schoone Carmela te naderen. Checco was sedert eenige dagen uit Positano weg en volgens zijn zeg gen naar Napels getrokken om een rijk man te worden. Don Luigi de buteerde daarover zijn gefetetigheid, menigmaal scheen het wel alsof Car mela daardoor in baar vertrouwen begon te wankelen, doch opmerkelij- kerwijze kwam hij met haar niets verder. Carmela had veel gezond verstand en was in zekeren zin veel sluwer dan don Luigi zelf. Plotseling greep er eene gebeurte nis plaats, die niet alleen de geheele streek in rep en roer bracht, maar die ook aan don Luigi in zoover niet onwelkom was. dat hij er zijn voor deel mee hoopte te kunnen doen voor zijn verschillende plannen, als hij er goed partij van wist te trekken. Op het kasteel dei Tibaldi werd nl- een groote diefstal ontdekt, die in de laa/tste dagen moest gepleegd zijn. Men had uit de torenkamer van her togin Cesina sieraden gestolen, wel ker waarde gaandeweg toenam naar mate het gerucht zich verder ver spreidde. Men vermoedde dat de dief waar schijnlijk met behulp van een touw ladder, uit het park de torenkamer van hertogin Cesina was binnenge drongen. Don Luigi was, zoodra hij van dit voorval hoorde, er vast van over tuigd. dat het Checco moest zijn, die den diefstal had gepleegd. Uit liefde voor de schoone Carmela zou de knaap zich tot de misdaad laten ver leiden, en hij haastte zich zijn ver moedens aan den gendarmeriepost van Positano mede te deelen, opdat deze tot de arrestatie van Checco zou overgaan. Don Luigi verzuimde na tuurlijk niet, zijne presumptie zoo aannemelijk mogelijk te maken. Carmela die er bijstond, werd zoo bleek als een doode. .Alleen haar oogen flikkerden van heftige ontroe ring. Was Checco de dief? Was hij het niet? Zou men hem gevangen ne men en opsluiten? Dait waren de vra gen, die haar onophoudelijk voor den geest kwamen en waarop zij geen antwoord wist te geven. Zij gaf nauw keurig acht op hetgeen de carabinieri aan wie don Luigi zijn vermoedens meedeelde, deden. Men vroeg haar, waar Checco te Napels woonde, en zij verklaarde het niet te weten, ofschoon Checco haar had gezegd dat hij te Piedigotta bij Napels een tante had, die een vleesch- handel dreef, en dat hij eerst naar haar wilde toegaan. Zij verzweeg dit echter. Voor geen millioen zou zij het verraden hebben. Want was Checco de dief, dan zou men hem, als zij het kon verhinderen, niet vangen. Was hij het niet, dan moesten zij hem des te ee«r met rust laten. Onwil lekeurig, volgens de inspraak van haar gevoel, koos zij voor hem partij het mocht dan zijn zooals het wilde. Met de levendige verbeeldingskracht der bewoners van het Zuiden stelde zij zich Checco voor schuldig of on schuldig in de kleine gevangenis van Positano. Zij lag aan het eenigste plein, dat de plaats bezat, waar alle inwoners passeerden. Door een tra lievenster kon ieder voorbijganger met den gevangene spreken en de kleine ruimte in haar geheel over zien. Zij werd meestal bevolkt met personen, die wegens achterstallige belasting, welke de regeering op de koraal- en zeevisscherij had gelegd, moesten „zitten. Met den eigenaardigen gereclitig- heidszin van de Zuid-Itananen zag men ook te Positano deze mesnehen voor martelaren aan. en de gevange nis zelve en de politie waren gehaat als de ergste vijanden. In deze be schouwingen opgegroeid, zag Carme la nu ook in eene vervolging en ge vangenneming van Checco het groot ste ongeluk, dait zij in elk geval moest verhoeden. Heb ik het niet dadelijk gezegd, dat de knaap een schavuit zou wor den? vroeg don Luigi op triomfante lijken toon. De begeerte Carmela te bezitten en rijk te worden, heeft hem tot een dief en roover gemaakt. Carmela wenschite nu niets vuri ger, dan in de nabijheid van het po litiebureau te blijven, om te zien, wat er nu zou gebeuren.. Toch durfde zij niet te laten merken, dat zij daar belang in stelde. Zij hield zich daar om, alsof zij zee rboos was over de verdachtmaking van don Liugi, maakte hem uit voor al wat leelijk was en ging eindelijk op een steen zitten en weende. Carmela, ge kunt blij zijn, zeide don Luigi weer, dat ge nog zoo van hem zij«t afgekomen. Heb ik geen ge lijk, Pasquale? De oude knikte. Ik had het niet gedacht, ant woordde hij. Checco was altijd een eerlijke jongen. Zoo, 'is hij het dus toch geweest? vroegen eenige nieuwsgierigen. Zonder twijfel, bevestigde don Luigi, Carmela heeft hem het hoofd op hol gebracht. De menschen bleven nog een poos over de zaak praten, tot men einde lijk algemeen tot de overtuiging was gekomen, dat Checco werkelijk de dief was. Carmela zat op haar steen, met de handen voor de oogen. snikte en gluurde door do vingers. Na onge veer een half uur zag zij dat twee carabiniers het politiebureau verlie ten, van welke de een een papier in de hand hield, dat hij vervolgens in zijn borstzak stak. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 1