Prijsraadsel.
een vrouwenfiguur, die op dezelfde i
schilden] tegen een rotsblok geleund
stond.
..Zie, Irene, zei hij, dat is zij, mijn
verloren levensgeluk."
Toen begon hij, zonder dat ik hem
iets vroeg, te vertellen. Hij sprak meer
tot zichzelf, alsof hij hardop droomde,
en ik vernam zijn gansche smart.
Daarginds, aan de overzijde der zee.
had hij de dochter van een reeder lee-
ren kennen en een vurige liefde op
gevat voor het jonge meisje, dat zijner
onwaardig was. Voor hem was de
beminde alles, en zij bedroog^Jiem.
Dat vernam hij kort vóór zijn terug
keer. Zij stond tegen een rotsblok ge
leund en keek naar de zee, die zeer
onstuimig was. Iedere spier van haat-
gelaat drukte een gespannen verwach
ting uit, en haar oog hing smachtend
aan de schuimende golven. Peter had
den geheelen dag naar haar gezocht,
en haar eindelijk gevonden aan het
strand, waar hij zijn ongeluk vernam.
Toen hij haar vroeg, op wien zij
zoo opgewonden wachtte, werd; zij hef
tig en antwoordde, terwijl zij over al
haar leden beefde; Op hem.
Hij was p™ zeeofficier, wiens schip
had moeten binnenkomen, maar er
had een zware storm gewoed en er
was een gerucht vernomen, dat het
schip met man en muis vergaan was.
Toch wachtte zij op het schip zij hoop
te, hoopte en meende elk oogenblikhet
te zien. Daarbij vertelde zij mijn broe
der op b«ina, spottenden toon. dat, die
andere al sedert lang haar hart beze
ten had. Zij had zich alleen, de liefde
van Peter laten welgevallen, omd'at
haar beminde er niet was. thans, nu
zij hem verwachtte, nu hij komen
moest, wilde zij niet door een derde
gestoord zijn.
Peter had haar daarop verlaten zon
der een woord te spreken, en den
volgenden dag reisde hij naar huis.
Dien slag kom ik nooit te boven,
zeide hij en toen ik begon te schreien,
troostte hij mij met te zeggen, dat zijn
gebroken hart, toch weldra rust zou
vinden.
Van dien dag af verliet hij het ate
lier niet meer. hij schilderde onafge
broken en toen de schilderij af was,
droeg hij ons op. haar terstond naar
de tentoonstelling te zenden, zijn beste
schilderij, dat hij met zijn hartebloed
had geschilderd. Toen wij het inpak
ten lag hij reeds op sterven.
't Hoofd van 't trouwelooze meisje
had hij uitgekrabd en er het mijne
voor in, de plaats geschilderd. Op zijn
sterfbed beloofden wij hem, dat wij
die schildlerij nooit verkoopen zouden.
Wij hebben hem nog uit d'e courant
kunnen voorlezen, dat zijn schilderij
bewondterd werd als het grootste kunst
werk der geheele tentoonstelling. Toen
glimlachte' hij maar hij werd al
zwakker en Irene moest opnieuw
haar tranen drogen vier weken ge
leden hebben wij hem hegraven.
Slieuwite Rtiïschbaan,. -m*
In het Kristallen Paleis te Londen veelheid van beweging, om door een dalen, en schiet het den hoepel uit
is sedert eenige dagen een soort rutcb-1 eveneens van rails voorzienen grooten naar het eindpunt,
baan in werking, die wel tot het meest hoepel te vliegen en naar een ander In den hoepel is een inrichting aan-
sensationeele behoort, wat op d'it ge- platform terug te keeren. De geheele gebracht, die voorkomt, dat de wagen-
bied ooit is te zien geweest. af te leggen weg bedraagt ongeveer j tjes naar beneden zouden vallen als
Wagentjes, waarin plaats is voor 315 meter, en de wagentjes leggen dien j de kracht, die ze door den hoepei
of 4 personen, rijden van een platform 1 weg af in iets meer dan 1 3/5 minuut, drijft, niet voldoende mocht zijn.
dat met een hoek van 28 sraden helt, j De hoepel is bijna 13 meter in mid-Ongelukken zijn dus buitengesloten,
af, en komen dan onmiddellijk op eea i dellijn en zoodra een wagentje boven- I I-Iet eenige ongeluk, dat tot dusver op
helling, met een hoek van gemiddeld j in gekomen 'is, zitten de passagiers j deze zonderlinge rutchbaan gebeurd is.
45 graden. Tijdens het afrijden vaiL natuurlijk met het hoofd naar omlaag. is, dat de hoeden van de passagiers,
de helling krijgen de wagentjes inge-Voor zij echter den tijd hebben, zich
volge de zwaartekracht en de middel- j van dezen ongewonen stand! bewust te
puntvl'iedende kracht voldoende hoe I worden, is het wagentje weer aan het
ALLERLEI.
meestal afwaaien, als zij in den hoe
pel dalen.
Bedelaars te New-York.
De bedielplaag moet in Amerika, het
land, dter volmaaktheid', altijd volgens
de Amerikanen, een ongekende hoog
te bereikt hebben. De Amerikaansche
bedlelaar zoekt niet steeds in lompen
gehuld het medelijden der voorbijgan
gers op te wekken. Er is een soort
Heeren-be dielaars"G oed gekleed)
klopt hij iemand met een joviaal
lachje op den schouder en zegt:
Oude jongen, ik zit toevallig in ver
legenheid. help mij er uit.
Hij, diie bereid' is iets te geven,
waagt het natuurlijk niet dezen goed
gekleedien heer met een cent af te
schepen, maar geeft hem meer. Wordt
's nachts aan den goedgekleeden
schurk een drinkgeld1 geweigerd1, dan
loopt men kans bedankt te word'en
met een vuistslag. Zelfs ziet men sol
daten in uniform bedelen. Hoe voor-
deelig het beroep dikwijls is bewijst
het volgen.de. Een jongedame werd
door een ongeveer 19-jarig goedgekleed
en oogenschijnlijk fatsoenlijk meisje
aangesproken om een gift en toen deze
rustig verder ging zonder notitie van
haar te nemen werd zij achtervolgd
met scheldwoorden.
De, jongedame liet het meisje arre
steeren en voor de rchtbank vertelde
de moeder van de beklaagde, dat het
beroep dikwijls 4 a 5 dollars opleverde
Om de straf van 10 dollars te betaden
schreef d'e beklaagde gewoon... een
chèquie. hij een d;er grootste banken be
taalbaar. Intusschen was dit niet noo-
dig. want, een jongmensch. dat aan het
gerechtshof een goede betrekking be
kleedt. bood aan de boete te betalen
en de goedgekleede bedelaarster ging
haar weg.
Hoe Richard Straus werkt.
Richard Straus heeft verteld dat hij
aait een hallade voor koor. soli en or
kest. ..Tail lef er" van Uhland werkt.
Hij spreekt zijn verwondering uit, dat
het frisse lie prachtige gedicht nog
nooit gecomponeerd werd. Men
schenkt z.i. veel te weinig aandacht
aan Uhland. Ik heb nu ook aan hein
de stof ontleend' voor twee Sympho-
nische Dichtungen zegt Sirauss
doch weet nog niet welke ik gebrui
ken zal. Ik heb altijd één of twee
jaar noodag alvorens een compositie
bij mij een vasten vorm heeft aange
nomen. Mij valt iets in. en dan blijft
het maanden lang rusten, terwijl ik
mij met geheel andere zaken bezig
houd. Die ged'achte woekert, echter
toch bij mij voort. En daarin ligt d'e
kunst van den componist, precies te
weten wanneer een denkbeeld zoo rijp
is dat men het uitwerken moet.
Verder verhaalt hij vóór enkele ja
ren aan een Symphonisch Dichtung
..Der Frühling" te hebben gedacht,
doch dat er nooit iets van gekomen is.
Thans heeft een dichter hem echter
een onderwerp voor e.en opera aan die
hand gedaan, dat hem zeer aantrekt.
Ovêr den vorm en inhoud van een
goed libretto zegt de componist ver
der:
„De oude versvprm, d'e jambische
en. trochaeische rhythmen zijn voor
de muziek onbruikbaar. Want die mu
ziek heeft een geheel andere rhythmus
en moet dien versvorm noodzakelijk
te niet doen. Volgens mijn meening
i's alleen het NLbelungenvers of een
gevleugeld proza voor een compositie
het beste. En verdier:
..Waarom zou die muziek niet phi-
losophisch kunnen zijn? Metaphysika
em muziek zijn toch twee zusters. Ook
in de muziek kam men zün wereldbe
schouwing uitdrukken en. wanneer
mem die raadselen dei- wereldl wil door
gronden, kan dit misschien alleen
met behulp van die muziek
..Is d'e derde acte van „Tristan''
geen zuivere transcendentale' philo
sophies?.
Amerikaansche persoons
namen.
In Amerika moet niet alleen van
zijn vrienden de voornamen weten,
maar ook van alle bekende personen
en niet alleen den eersten voornaam,
■maar d'e geheele reeks en men moet
ze niet alleen kennen, maar voortdu
rend) gebruiken.-als men over de bezit
ters er van spreekt.
Deze geheugen-belasting wordt nog
verzwaard' omd'at- vele personen voor
hun familienaam een tweeden aanne
men. een z.g. tusschennaam, en daar
van meestal slechts d'e beginletters
gebruikt worden. Deze tusschennamen
zijn vooral in dien laatsten tijd veel in
zwang gekomen,.
Daar ieder zijn naam graag bekend
ziet, moet deze klankrijk en wellui
dend zijn; een gewone Henry Smith
zou in het leven slechts moeilijk voor
uit kunnen komen. Daarom geeft zijn
zorgvolle moeder hem een tusschen
naam, die d'e noodige welluidendheid'
heeft.
Zooiets als Henry Cashman Smith
dat klinkt reeds krachtiger, zelfbe
wuster en geeft meer zekerheid' van
het ver te zullen brengen. In dezen
tusschennaam ligt niet slechts die
w-ensch oude tradities hoog te houden
maar ook het streven zich niet door
de ..grandes" der eigennamen op zij
de te laten drukken en zoo komt het
dat men in Amerika om niet arm en
nederi'v schijnen noodzakelijk een
tusschennaam moet hebben. Deze na
men word'en echter niet slechts tot
aanvulling gebruikt maar worden
zeer dikwijls tot eigenlijke namen ver
heven.
H,et gebruik om over afwezigen spre
kende den geheelen naam voluit te
Een trottoir roulant.
Een Parijsch ingenieur, de heer Cas-
salonga, heeft het plan ontworpen
van een nieuw verkeersmiddel voor
Parijs, de toepassing van bet voortbe
wegend trottoir, waarvan 7 milli'oen
personen tijdens de laatste Parijsche j noemen, kan verklaard worden uit liet
tentoonstelling hebben gebruik ge- gebrek aan titels in Amerika, waar
maakt, Hij wil het niet boven maar
onder de straat aanbrengen dus in
een ondergrondschen tunnel, over een
lengte van 40 kilometer onder andere
Parijsche straten en pleinen dan waar
onder nu de stadsspoorweg (métropo-
litain) loopt. De hoofdlijn van tien
kilometer is ontworpen onder de groo-
te Boulevards van de Place de la Con
corde naar het Bastille-plein. Het
voortbewegend voetpad zal, niet als
op de tentoonstelling, in slechts éen
richting gaan, maar twee gedeelten
hebben, d'ïe in tegenovergestelde rich
ting naast elkaar zich voortbewegen
en aan de uiteinden door een boog
met grooten straal in verbinding ge
bracht worden. Elk voetpad krijgt
banden, die met een snelheid van
8 en 12 kilometers per uur zich voort
bewegen en den gebruiker, d'ie mee
loopt, in staat stellen 17 tot 18 K.M.
per uur af te leggen de snelheid kan
zelfs tot 22 K.M. worden verhoogd.
De toegangen langs trappen komen
op tweehonderd1 meter afstand.
De kosten der aanleg, van de hoofd
lijn zijn op 25 millioen fres. geraamd;
voor de exploitatie met rente en aflos
sing, zullen 2 millioen noodig zijn.
De ontwerper gelooft, dat het plan ren-
tegevend zal zijn, daar hij op een ver
keer van 30 millioen personen 's jaars
rekent, tegen 10 centimes. De omnibus
Madeleine-Bastille vervoert jaarlijks
15 millioen pensonen en kon nog 10
milioen meer vervoeren, als er geen
plaats te kort kwam.
voor het vol'k instinctmatig iets in die
plaats verlangd heeft. Bij de bestaan-
die gebruikelijke drie namen wordt nu
een vierde gevoegd. Was er eerst een
George Washington, toen een George
Washington Smith, de nieuwe genera
tie heeft er weer iets aan toegevoegd
en noemt zich bescheidn George Was
hington Smith Brown.
Uit de Moppentrommel
Dame Maar hoe kan B. met zoo'n
salaris rondkomen
HeerZeer eenvoudig. Hij leeft
eenvoudig, kleedt zich eenvoudig, en
betaalt eenvoudigniet.
VagebondDaar lees ik, dat een
kameel zeven dagen kan werken, zon
der te drinken. Wonderlijk het is
bij mij juist het tegenovergestelde.
Vrouw (op haar kindje wijzende, dat
twee dagen oud is) 't Schijnt, dat
hem iets scheelt.
ManLieve hemel, als het maar
geen verouderde kwaal is.
VERKLAPT.
Amalia, ik kan zonder u niet
leven
Och, probeer het maar eensik
kan zonder u toch goed leven.
Ja. maar u hebt goed praten met
uw 100.000 gulden.
A. Waarom noem je je vrouw toch
altijd ..mijn slakje"?
B. Wel, omdat ze een huis meer
ten huwelijk heeft gebracht.
NOG EEN BEETJE SUF.
Student Spons (des morgens na pro-
motiepaiiij in plaats van z'n toiletspie
gel een haarschuier ter hand nemend
Drommels, 't wordt tijd. dat ik me
weer eens laat scheren
Vindt je niet, die mijnheer Fe
permari is toch rijk aan ervaring.
Dat is waar, maar daardoor is
hij arm geworden aan geld'.
Heer (tot een heschonkene, met een
kaal hoofd). Mensch, in 's hemels
naam, sta op daar kan de grootste
aardbeving door ontstaan, wanneer
de volle maan met de aarde in bot
sing komt.
Bevredigde eerzucht.
Dronken muziekant. Grooter eer is
misschien zelfs aan Richard Wagner
nooit geschied men draagt mij op
de handen.
Laatste redmiddel.
Student A. Wat 'sdat, ouwe jongen,
ben je aan 't blokken?
Student B. Ja, man, zoo zie je waar
n mensch al niet uit verveling toe
komen kan.
Oude jongejuffrouw. Och wat
is de jeugd toch schoon!
Heer. En dan de herinnering
Uit de kazerne.
Sergeant. Peperman, je loopt als
een gans, die aan hoogmoedswaanzin
lijdt.
Er ingevlogen.
Een student schrijft zijn vader per
briefkaart Beste pa zend dadelijk
honderd gulden! Ik heb examen ge
daan
Uw Frits.
Per keerende post zendt papa het ver
langde. Daags daarop komt nog een
briefkaart waarop: „En bert gezakt!"
Uw zoon.
Man. Ik zeg je, amice, volg mijn
goeden raad en trouw niet, want
Mevrouw (juist binnenkomend) Wat
waag je daar te zeggen?
Man. Laat me toch uitspreken,
lieve Ainelie. Ik wou zeggen trouw
niet, zoo'n juweel van een vrouw als
ik heb, vindt je zoo licht niet!
Piet. Zeg'reis, Hein, je lijkt wel
niet wijs met je vraag, of we vandaag
zullen werken Domkop, die je bent!
Gisteren pas zijn we onder de werk-
loozen opgenomen, en vandaag wil
dat uilskuiken weer aan den slag
gaan Wil je dan de heele stati
stiek het onderste boven gooien, ezel?
A. Galant? Jij galant? Dan heb
je zeker vergeten, dat dezen winter
mijn verloofde vlak naast je ophetijs
vielen je geen hand hebt uitgestoken om
haar op te helpen.
B. Ik ben galant en eerlijk. Ik
laat alles liggen wat me niet toebe
hoort.
Heer Kunt u mij ook zeggen, waar
het kasSierskantóor van Warmens en
Co. is?
DienstmanLoopt u deze straat
maar door en dan rechts, dan vindt u
het van zelf.
HeerWeet je misschien ook het
nummer
DienstmanNeen, maar dat staat
boven de deur.
ReizigerKan ik de oudheden van
dit kasteel zien?
Portier Pardon mijnheer, de beide
dames zijn uitgegaan.
HOE HIJ ER ZICH UIT REDDE.
Op een groote soirée
Wie is toch die afschuwelijk lee-
lijke man. dlie dlaar bij den schoor
steenmantel staat?
Die leelijké man is mijn echtge
noot. mijnheer!
Zonderling. Die leelijkste mannen
hebben niet zeldlen de schoonste vrou
wen!
Onderwijze»-. Maar jongen, vat >e
nu niet, dlat een breuik kleiner is dan
een geheel. Als je vad'er bijvoorbeeld
een heelen meter katoen moet verkoo
pen en hij heeft maar 7/8 M.. wat doet
hij dlan?
Jongen. Dan meet hij wat krap.
GOEDE RAAD.
Ga&t (in een koffiehuis plaats ne
mend1). Kop thee, kei kier! Eu doe
dat raam alsjeblieft diicht. want diat
tocht en ik lijd1 aan rhumiatiek. Die
deur daar had! ik ook graag gesloten,
want ik heb last van koude voeten, en
houdi nu alsjeblieft ook met dat
gen op zoolang, want van di'e stof ga
ik hoesten. De thee vooral niet sterk,
want ik hen erg zenuwachtig!
Kel'lner. Zoudt u dan niet liever,
naai- het gasthuis gaan. mijnheer, in
plaats van naar het café.
AL VOORBIJ.
De schoonmoeder van mijnheer
Pepeaxnan is uit een venster van de
derde verdieping op straat gestort.
Een vriend' vraagt den onttroostba-
ren schoonzoon:
Maar ltere-l, je was 'er toch hij,
kon je niets dloen, niet helpen?
Peperman. Ach. wat! Ik heb ge
daan wat ik kon! Ik ben dadelijk naar
die tweed'e verdieping gevlogen, maar
toen ik. daar aankwam, was ze al
voorbij.
Meester (die het gehad; heeft over het
vervaardigen van porceleim en aarde
werk). Heb jului wel eens 'n kop
en schotel gezien, waar letters op zijn
aangebracht?
Toestemmend' gemompel in de klasse
Nu, Müna, wat. staat er op jou
kopje?
Mina. Voor uw verjaardag.
Meester. En op dlat van jou, Ma
rie?
Marie. Moeders lieveling.
Meester. Wel zoo, dat is aardig.
En Anna, heb jij ook een eigen kop
en schotel?
Anna. Tante heeft er voor mij een
van de reis meegebracht en daar staat
op: Stations-restauratie'.
Meeser Ei. ei'!
ALTIJD OVERDRIJVEN.
Mevrouw Pimperbol droomde 's nachts
dat baar man haar vermoordde en
den dag draaide het op een gewoon paj
slaag uit.
Ik begrijp niet, Jacob, hoe je zoo
heelen dag buitens 's huis kunt zijn.
Jacob. Maar nu vraag ik, moet ty
dan thuis van mijn vrouw en kinderen
het beetje zuurstof nog wegademen, dat
er is?
VOORGEVOEL.
A. Morgen moet ik examen doen.
B. Ben je voorbereid?
A. Niet ik alleen, maar ook mijn va
der is het.
Oude proever. N'u heb ik mijn levej
lang geestrijke dranken gebruikt, en toch
word ik er niet slimmer op.
- O mama. zetdle zij. met. een on
weea'staanbaair gevoel van kindenlijl
vertrouwen, wat zegt u er van.
neer Joch eins heeft me gister-avond
gevraagd'.
Ja. heeft hij dat eindelijk gedaan!
En wat heeft mijn lieve kind hem
antwoord/?
Och. ik gaf hem te verstaan, da'
een verloving te plechtig, te heilig is
om daartoe te besluiten zonder
ernstige en nauwgezette overweging
zoodat ik hem eerst einde dezer wed;
na mijil hart te- hebben - geraad
pleegd! mijn definitief besluit kan
meded'eelexi. En, nu mama-li.ef,
ten we ons best 'doen om uit te vos
schen, of hij werkelijk een inkom®
heeft van vlei- duizend gulden
jaar, zoo als hij zegt.
Jou klein, slim ding! riep de vei-
rukte moeder uit, het meisje aan has;
borst drukkende, en zij weende s
TEEKEN DES TIJDS.
Waarom bevalt het je niet bijji
men9Chen. Trui? Je verdiient toch ess
mooi loon.
Ja, maar je wordt hier zoo uit
hoogte behandeld haast alsof
zoo'n g-ouvemante was...!
TROEF BEKEND.
A. Je schijnt me voor erg don
aan te zien!
B. Ik ga nooit af op 't uiterliji
voorkomen.
VEROUDERD.
A. Wel huur. heb jei gisteravond
de komeet gezien?
B. Zeker, maar hij was niet zoo
mooi als in 1843,
A. Wat 'n wonder; toen was-i ook
veel jonger!
Mijn vrouw is ook reeds door d'e
fi'ets manie bevangen!
Hoe weet u dat?
Ze heeft mijn jongste zoontje een
cyclometer omgehangen, om te kun
nen zien hoever hij al kruipen kan!
Meestor.
eens wat uit het hoofd' rekenen. Neem
aan, dat ik een stuk vleesch heb en
het in zestien gelijke dieelen verdeel.
Wat zullen dat dan zijn?
Jongen. Zestiende dealen.
Meester-. Heel goed. En stel je nu
voor, dat ik al die stukjes weer in
tweeën verdeel, wat worden het dan?
Jongen. Twee-en-dërtigste deelen.
Meester. En als ik dit nu nog
tweemeel doe. wat krijg ik d'an?
Algemeien stilzwijgen. Eindelijk
roept er een:
Gehakt.
Paul Duplessis, een gezocht romac
schrijver, kwam dikwijls hulde bra
gen aan het blanke bier in de Rue d«
Martyrs. Hij had in 1887 juist onda
handen een roman, die als feuilleta
geplaatst werdl in La Patrie.
Op zekeren avond! wachtte de hes
Vernet hem met ongeduld) in 'n koffie
huis van geno-emdle straat op en klam;
te hem onmiddellijk bij zijn binnen
komen aan.
Een inlichting s.v.p.. zeide hij
Mijn oom volgt urn roman r
koortsachtige spanning. Gij hebt giste
ren d'e gravin gelaten in een aller bi
tieksten toestand; zij is in een hinde»
laag gevallen, omringd dóór hen, d!
er belang bij hebben, dat zij verdwijn!
Zeg mij nu eens: sterft zij?"
Ja, antwoordde Dupl'essie.
Vernet gaf een slag op de tafel a
zuchtte:
Is er voor haai' geen ontkome
aan?
Wat gaat u dat aan? vroeg Dt
Nu jongens, zullen we piessis
Mijn oom heeft met mij gewel
dat zij sterven zou... en ik, in de gi
daehte dat gii de gravin in. dm verdi
ren loop van uw verhaal nog noodi
hadt. ik heb gewed', dat zij niet zot
sterven.
Om hoeveel?
Om tweehonderd francs.
Te duivel! riep Duplessie uit.
En hij trok zijn horloge uit.
Negen uur; ik heb nog juist d
tijd om naar die drukkerij te gaan;
zal een fi'acre nemen en de gravi
gaan redden.
Werkelijk? riep Vernet ontroer
uit.
Duplessis drukt© hem de hand e
zeide. plechtig: Ik schenk u haa
leven.
IN DE OPEN LUCHT.
Iemand in Amsterdam heeft een
klein tuintje hij zijn huis; een tuintje
niet veel grooter dan een tafeEaken
en omringd door hooge muren. Toch
is hij niet weinig trotsch op „zijn tuin"
en hij pocht daarop tegenover zijn min
der bevoorrechte vrienden, 'dlie een
bovenhuis bewonen.
Eens bezocht zijn vriend Jasper hem
en zij gingen zitten onder het eenige
boompje, dat dit paradijsje rijk was.
Ik stik! merkte1 Jasper aan, en
met zijn zakdoek trachtte hij zich een
weinig verkoeling toe te wuiven.
Wi'l je wat gebruiken? vroeg die
gastheer, die met welbehagen de be
dompte. muffe lucht inademde.
Neen dank j e; maar zet het raam
van je kamer open d'an komt er wat
lucht in den tuin!
De heer Van P. is gerulmen tijd1
ziek geweest. De dokter, die in 't eerst
tweemaal per'dag is gekomen, heeft
uiterst langzaam zijn visiites vermin
derd. en neemt eindelijk zijn congé.
Dokter. Zie zoo, meneer Van P.
van die influenza hebben we u afge
holpen. Maar ik maak u er opmerk
zaam op, de influenza zeflye is niet zoo
heel kwaad, althans in gewone om
standigheden; het ergste zijn de gevol
gen.
Reconvalescent. O zoo, ik begrijp
u dokter. (Met een zucht.) Stuur me
maar gauw de rekening.
GERADEN.
Zeg, jij hebt zeker geen riks om mij
te leenen tot de volgende week?
Neen, dien heb ik niet. Hoe raad je
dat zoo?
HOE HIJ GEZELSCHAP HIELD.
Eerste student. Waar ben je gi
teren avond geweest?
Tweede student. Kon niet kom
moest mijne moedler en zustr wa
eens 'n avondje gezelschap houden,
Ah zoo. Zeker met de dames nas
de opera geweest?
Neen, dat ni'et. We zijn gezi
samen t'hnis gebleven
En wat heb je uitgevoerd?
De dames waren aan 'n liaffl
werkje bezig en ik zat te slapen.
De oplossing van ons vorig prijsraa
sel is:
HAARLEMMERLIEDE EN SPAARN-
WOUDE.
De prijs werd na loting toegewezen m
de jongejuffr. ANTONÏSSE, Esscïf
derstraat.
Ons nieuwe prijsraadsel luidt:
Het geheel bestaat uit 10 letters en
een insect, dat een plaag is voor i
Zaanstreek.
1, 2, 5, 6, 7 is een meisjesnaam.
5, 9,10 is een lichaamsdeel.
Een arm die 3, 4, 8 is kan men niet g
bruiken.
Als prijs loven wij uit:
EEN BOEK.