Prijsraadsel. een vrouwenfiguur, die op dezelfde i schilden] tegen een rotsblok geleund stond. ..Zie, Irene, zei hij, dat is zij, mijn verloren levensgeluk." Toen begon hij, zonder dat ik hem iets vroeg, te vertellen. Hij sprak meer tot zichzelf, alsof hij hardop droomde, en ik vernam zijn gansche smart. Daarginds, aan de overzijde der zee. had hij de dochter van een reeder lee- ren kennen en een vurige liefde op gevat voor het jonge meisje, dat zijner onwaardig was. Voor hem was de beminde alles, en zij bedroog^Jiem. Dat vernam hij kort vóór zijn terug keer. Zij stond tegen een rotsblok ge leund en keek naar de zee, die zeer onstuimig was. Iedere spier van haat- gelaat drukte een gespannen verwach ting uit, en haar oog hing smachtend aan de schuimende golven. Peter had den geheelen dag naar haar gezocht, en haar eindelijk gevonden aan het strand, waar hij zijn ongeluk vernam. Toen hij haar vroeg, op wien zij zoo opgewonden wachtte, werd; zij hef tig en antwoordde, terwijl zij over al haar leden beefde; Op hem. Hij was p™ zeeofficier, wiens schip had moeten binnenkomen, maar er had een zware storm gewoed en er was een gerucht vernomen, dat het schip met man en muis vergaan was. Toch wachtte zij op het schip zij hoop te, hoopte en meende elk oogenblikhet te zien. Daarbij vertelde zij mijn broe der op b«ina, spottenden toon. dat, die andere al sedert lang haar hart beze ten had. Zij had zich alleen, de liefde van Peter laten welgevallen, omd'at haar beminde er niet was. thans, nu zij hem verwachtte, nu hij komen moest, wilde zij niet door een derde gestoord zijn. Peter had haar daarop verlaten zon der een woord te spreken, en den volgenden dag reisde hij naar huis. Dien slag kom ik nooit te boven, zeide hij en toen ik begon te schreien, troostte hij mij met te zeggen, dat zijn gebroken hart, toch weldra rust zou vinden. Van dien dag af verliet hij het ate lier niet meer. hij schilderde onafge broken en toen de schilderij af was, droeg hij ons op. haar terstond naar de tentoonstelling te zenden, zijn beste schilderij, dat hij met zijn hartebloed had geschilderd. Toen wij het inpak ten lag hij reeds op sterven. 't Hoofd van 't trouwelooze meisje had hij uitgekrabd en er het mijne voor in, de plaats geschilderd. Op zijn sterfbed beloofden wij hem, dat wij die schildlerij nooit verkoopen zouden. Wij hebben hem nog uit d'e courant kunnen voorlezen, dat zijn schilderij bewondterd werd als het grootste kunst werk der geheele tentoonstelling. Toen glimlachte' hij maar hij werd al zwakker en Irene moest opnieuw haar tranen drogen vier weken ge leden hebben wij hem hegraven. Slieuwite Rtiïschbaan,. -m* In het Kristallen Paleis te Londen veelheid van beweging, om door een dalen, en schiet het den hoepel uit is sedert eenige dagen een soort rutcb-1 eveneens van rails voorzienen grooten naar het eindpunt, baan in werking, die wel tot het meest hoepel te vliegen en naar een ander In den hoepel is een inrichting aan- sensationeele behoort, wat op d'it ge- platform terug te keeren. De geheele gebracht, die voorkomt, dat de wagen- bied ooit is te zien geweest. af te leggen weg bedraagt ongeveer j tjes naar beneden zouden vallen als Wagentjes, waarin plaats is voor 315 meter, en de wagentjes leggen dien j de kracht, die ze door den hoepei of 4 personen, rijden van een platform 1 weg af in iets meer dan 1 3/5 minuut, drijft, niet voldoende mocht zijn. dat met een hoek van 28 sraden helt, j De hoepel is bijna 13 meter in mid-Ongelukken zijn dus buitengesloten, af, en komen dan onmiddellijk op eea i dellijn en zoodra een wagentje boven- I I-Iet eenige ongeluk, dat tot dusver op helling, met een hoek van gemiddeld j in gekomen 'is, zitten de passagiers j deze zonderlinge rutchbaan gebeurd is. 45 graden. Tijdens het afrijden vaiL natuurlijk met het hoofd naar omlaag. is, dat de hoeden van de passagiers, de helling krijgen de wagentjes inge-Voor zij echter den tijd hebben, zich volge de zwaartekracht en de middel- j van dezen ongewonen stand! bewust te puntvl'iedende kracht voldoende hoe I worden, is het wagentje weer aan het ALLERLEI. meestal afwaaien, als zij in den hoe pel dalen. Bedelaars te New-York. De bedielplaag moet in Amerika, het land, dter volmaaktheid', altijd volgens de Amerikanen, een ongekende hoog te bereikt hebben. De Amerikaansche bedlelaar zoekt niet steeds in lompen gehuld het medelijden der voorbijgan gers op te wekken. Er is een soort Heeren-be dielaars"G oed gekleed) klopt hij iemand met een joviaal lachje op den schouder en zegt: Oude jongen, ik zit toevallig in ver legenheid. help mij er uit. Hij, diie bereid' is iets te geven, waagt het natuurlijk niet dezen goed gekleedien heer met een cent af te schepen, maar geeft hem meer. Wordt 's nachts aan den goedgekleeden schurk een drinkgeld1 geweigerd1, dan loopt men kans bedankt te word'en met een vuistslag. Zelfs ziet men sol daten in uniform bedelen. Hoe voor- deelig het beroep dikwijls is bewijst het volgen.de. Een jongedame werd door een ongeveer 19-jarig goedgekleed en oogenschijnlijk fatsoenlijk meisje aangesproken om een gift en toen deze rustig verder ging zonder notitie van haar te nemen werd zij achtervolgd met scheldwoorden. De, jongedame liet het meisje arre steeren en voor de rchtbank vertelde de moeder van de beklaagde, dat het beroep dikwijls 4 a 5 dollars opleverde Om de straf van 10 dollars te betaden schreef d'e beklaagde gewoon... een chèquie. hij een d;er grootste banken be taalbaar. Intusschen was dit niet noo- dig. want, een jongmensch. dat aan het gerechtshof een goede betrekking be kleedt. bood aan de boete te betalen en de goedgekleede bedelaarster ging haar weg. Hoe Richard Straus werkt. Richard Straus heeft verteld dat hij aait een hallade voor koor. soli en or kest. ..Tail lef er" van Uhland werkt. Hij spreekt zijn verwondering uit, dat het frisse lie prachtige gedicht nog nooit gecomponeerd werd. Men schenkt z.i. veel te weinig aandacht aan Uhland. Ik heb nu ook aan hein de stof ontleend' voor twee Sympho- nische Dichtungen zegt Sirauss doch weet nog niet welke ik gebrui ken zal. Ik heb altijd één of twee jaar noodag alvorens een compositie bij mij een vasten vorm heeft aange nomen. Mij valt iets in. en dan blijft het maanden lang rusten, terwijl ik mij met geheel andere zaken bezig houd. Die ged'achte woekert, echter toch bij mij voort. En daarin ligt d'e kunst van den componist, precies te weten wanneer een denkbeeld zoo rijp is dat men het uitwerken moet. Verder verhaalt hij vóór enkele ja ren aan een Symphonisch Dichtung ..Der Frühling" te hebben gedacht, doch dat er nooit iets van gekomen is. Thans heeft een dichter hem echter een onderwerp voor e.en opera aan die hand gedaan, dat hem zeer aantrekt. Ovêr den vorm en inhoud van een goed libretto zegt de componist ver der: „De oude versvprm, d'e jambische en. trochaeische rhythmen zijn voor de muziek onbruikbaar. Want die mu ziek heeft een geheel andere rhythmus en moet dien versvorm noodzakelijk te niet doen. Volgens mijn meening i's alleen het NLbelungenvers of een gevleugeld proza voor een compositie het beste. En verdier: ..Waarom zou die muziek niet phi- losophisch kunnen zijn? Metaphysika em muziek zijn toch twee zusters. Ook in de muziek kam men zün wereldbe schouwing uitdrukken en. wanneer mem die raadselen dei- wereldl wil door gronden, kan dit misschien alleen met behulp van die muziek ..Is d'e derde acte van „Tristan'' geen zuivere transcendentale' philo sophies?. Amerikaansche persoons namen. In Amerika moet niet alleen van zijn vrienden de voornamen weten, maar ook van alle bekende personen en niet alleen den eersten voornaam, ■maar d'e geheele reeks en men moet ze niet alleen kennen, maar voortdu rend) gebruiken.-als men over de bezit ters er van spreekt. Deze geheugen-belasting wordt nog verzwaard' omd'at- vele personen voor hun familienaam een tweeden aanne men. een z.g. tusschennaam, en daar van meestal slechts d'e beginletters gebruikt worden. Deze tusschennamen zijn vooral in dien laatsten tijd veel in zwang gekomen,. Daar ieder zijn naam graag bekend ziet, moet deze klankrijk en wellui dend zijn; een gewone Henry Smith zou in het leven slechts moeilijk voor uit kunnen komen. Daarom geeft zijn zorgvolle moeder hem een tusschen naam, die d'e noodige welluidendheid' heeft. Zooiets als Henry Cashman Smith dat klinkt reeds krachtiger, zelfbe wuster en geeft meer zekerheid' van het ver te zullen brengen. In dezen tusschennaam ligt niet slechts die w-ensch oude tradities hoog te houden maar ook het streven zich niet door de ..grandes" der eigennamen op zij de te laten drukken en zoo komt het dat men in Amerika om niet arm en nederi'v schijnen noodzakelijk een tusschennaam moet hebben. Deze na men word'en echter niet slechts tot aanvulling gebruikt maar worden zeer dikwijls tot eigenlijke namen ver heven. H,et gebruik om over afwezigen spre kende den geheelen naam voluit te Een trottoir roulant. Een Parijsch ingenieur, de heer Cas- salonga, heeft het plan ontworpen van een nieuw verkeersmiddel voor Parijs, de toepassing van bet voortbe wegend trottoir, waarvan 7 milli'oen personen tijdens de laatste Parijsche j noemen, kan verklaard worden uit liet tentoonstelling hebben gebruik ge- gebrek aan titels in Amerika, waar maakt, Hij wil het niet boven maar onder de straat aanbrengen dus in een ondergrondschen tunnel, over een lengte van 40 kilometer onder andere Parijsche straten en pleinen dan waar onder nu de stadsspoorweg (métropo- litain) loopt. De hoofdlijn van tien kilometer is ontworpen onder de groo- te Boulevards van de Place de la Con corde naar het Bastille-plein. Het voortbewegend voetpad zal, niet als op de tentoonstelling, in slechts éen richting gaan, maar twee gedeelten hebben, d'ïe in tegenovergestelde rich ting naast elkaar zich voortbewegen en aan de uiteinden door een boog met grooten straal in verbinding ge bracht worden. Elk voetpad krijgt banden, die met een snelheid van 8 en 12 kilometers per uur zich voort bewegen en den gebruiker, d'ie mee loopt, in staat stellen 17 tot 18 K.M. per uur af te leggen de snelheid kan zelfs tot 22 K.M. worden verhoogd. De toegangen langs trappen komen op tweehonderd1 meter afstand. De kosten der aanleg, van de hoofd lijn zijn op 25 millioen fres. geraamd; voor de exploitatie met rente en aflos sing, zullen 2 millioen noodig zijn. De ontwerper gelooft, dat het plan ren- tegevend zal zijn, daar hij op een ver keer van 30 millioen personen 's jaars rekent, tegen 10 centimes. De omnibus Madeleine-Bastille vervoert jaarlijks 15 millioen pensonen en kon nog 10 milioen meer vervoeren, als er geen plaats te kort kwam. voor het vol'k instinctmatig iets in die plaats verlangd heeft. Bij de bestaan- die gebruikelijke drie namen wordt nu een vierde gevoegd. Was er eerst een George Washington, toen een George Washington Smith, de nieuwe genera tie heeft er weer iets aan toegevoegd en noemt zich bescheidn George Was hington Smith Brown. Uit de Moppentrommel Dame Maar hoe kan B. met zoo'n salaris rondkomen HeerZeer eenvoudig. Hij leeft eenvoudig, kleedt zich eenvoudig, en betaalt eenvoudigniet. VagebondDaar lees ik, dat een kameel zeven dagen kan werken, zon der te drinken. Wonderlijk het is bij mij juist het tegenovergestelde. Vrouw (op haar kindje wijzende, dat twee dagen oud is) 't Schijnt, dat hem iets scheelt. ManLieve hemel, als het maar geen verouderde kwaal is. VERKLAPT. Amalia, ik kan zonder u niet leven Och, probeer het maar eensik kan zonder u toch goed leven. Ja. maar u hebt goed praten met uw 100.000 gulden. A. Waarom noem je je vrouw toch altijd ..mijn slakje"? B. Wel, omdat ze een huis meer ten huwelijk heeft gebracht. NOG EEN BEETJE SUF. Student Spons (des morgens na pro- motiepaiiij in plaats van z'n toiletspie gel een haarschuier ter hand nemend Drommels, 't wordt tijd. dat ik me weer eens laat scheren Vindt je niet, die mijnheer Fe permari is toch rijk aan ervaring. Dat is waar, maar daardoor is hij arm geworden aan geld'. Heer (tot een heschonkene, met een kaal hoofd). Mensch, in 's hemels naam, sta op daar kan de grootste aardbeving door ontstaan, wanneer de volle maan met de aarde in bot sing komt. Bevredigde eerzucht. Dronken muziekant. Grooter eer is misschien zelfs aan Richard Wagner nooit geschied men draagt mij op de handen. Laatste redmiddel. Student A. Wat 'sdat, ouwe jongen, ben je aan 't blokken? Student B. Ja, man, zoo zie je waar n mensch al niet uit verveling toe komen kan. Oude jongejuffrouw. Och wat is de jeugd toch schoon! Heer. En dan de herinnering Uit de kazerne. Sergeant. Peperman, je loopt als een gans, die aan hoogmoedswaanzin lijdt. Er ingevlogen. Een student schrijft zijn vader per briefkaart Beste pa zend dadelijk honderd gulden! Ik heb examen ge daan Uw Frits. Per keerende post zendt papa het ver langde. Daags daarop komt nog een briefkaart waarop: „En bert gezakt!" Uw zoon. Man. Ik zeg je, amice, volg mijn goeden raad en trouw niet, want Mevrouw (juist binnenkomend) Wat waag je daar te zeggen? Man. Laat me toch uitspreken, lieve Ainelie. Ik wou zeggen trouw niet, zoo'n juweel van een vrouw als ik heb, vindt je zoo licht niet! Piet. Zeg'reis, Hein, je lijkt wel niet wijs met je vraag, of we vandaag zullen werken Domkop, die je bent! Gisteren pas zijn we onder de werk- loozen opgenomen, en vandaag wil dat uilskuiken weer aan den slag gaan Wil je dan de heele stati stiek het onderste boven gooien, ezel? A. Galant? Jij galant? Dan heb je zeker vergeten, dat dezen winter mijn verloofde vlak naast je ophetijs vielen je geen hand hebt uitgestoken om haar op te helpen. B. Ik ben galant en eerlijk. Ik laat alles liggen wat me niet toebe hoort. Heer Kunt u mij ook zeggen, waar het kasSierskantóor van Warmens en Co. is? DienstmanLoopt u deze straat maar door en dan rechts, dan vindt u het van zelf. HeerWeet je misschien ook het nummer DienstmanNeen, maar dat staat boven de deur. ReizigerKan ik de oudheden van dit kasteel zien? Portier Pardon mijnheer, de beide dames zijn uitgegaan. HOE HIJ ER ZICH UIT REDDE. Op een groote soirée Wie is toch die afschuwelijk lee- lijke man. dlie dlaar bij den schoor steenmantel staat? Die leelijké man is mijn echtge noot. mijnheer! Zonderling. Die leelijkste mannen hebben niet zeldlen de schoonste vrou wen! Onderwijze»-. Maar jongen, vat >e nu niet, dlat een breuik kleiner is dan een geheel. Als je vad'er bijvoorbeeld een heelen meter katoen moet verkoo pen en hij heeft maar 7/8 M.. wat doet hij dlan? Jongen. Dan meet hij wat krap. GOEDE RAAD. Ga&t (in een koffiehuis plaats ne mend1). Kop thee, kei kier! Eu doe dat raam alsjeblieft diicht. want diat tocht en ik lijd1 aan rhumiatiek. Die deur daar had! ik ook graag gesloten, want ik heb last van koude voeten, en houdi nu alsjeblieft ook met dat gen op zoolang, want van di'e stof ga ik hoesten. De thee vooral niet sterk, want ik hen erg zenuwachtig! Kel'lner. Zoudt u dan niet liever, naai- het gasthuis gaan. mijnheer, in plaats van naar het café. AL VOORBIJ. De schoonmoeder van mijnheer Pepeaxnan is uit een venster van de derde verdieping op straat gestort. Een vriend' vraagt den onttroostba- ren schoonzoon: Maar ltere-l, je was 'er toch hij, kon je niets dloen, niet helpen? Peperman. Ach. wat! Ik heb ge daan wat ik kon! Ik ben dadelijk naar die tweed'e verdieping gevlogen, maar toen ik. daar aankwam, was ze al voorbij. Meester (die het gehad; heeft over het vervaardigen van porceleim en aarde werk). Heb jului wel eens 'n kop en schotel gezien, waar letters op zijn aangebracht? Toestemmend' gemompel in de klasse Nu, Müna, wat. staat er op jou kopje? Mina. Voor uw verjaardag. Meester. En op dlat van jou, Ma rie? Marie. Moeders lieveling. Meester. Wel zoo, dat is aardig. En Anna, heb jij ook een eigen kop en schotel? Anna. Tante heeft er voor mij een van de reis meegebracht en daar staat op: Stations-restauratie'. Meeser Ei. ei'! ALTIJD OVERDRIJVEN. Mevrouw Pimperbol droomde 's nachts dat baar man haar vermoordde en den dag draaide het op een gewoon paj slaag uit. Ik begrijp niet, Jacob, hoe je zoo heelen dag buitens 's huis kunt zijn. Jacob. Maar nu vraag ik, moet ty dan thuis van mijn vrouw en kinderen het beetje zuurstof nog wegademen, dat er is? VOORGEVOEL. A. Morgen moet ik examen doen. B. Ben je voorbereid? A. Niet ik alleen, maar ook mijn va der is het. Oude proever. N'u heb ik mijn levej lang geestrijke dranken gebruikt, en toch word ik er niet slimmer op. - O mama. zetdle zij. met. een on weea'staanbaair gevoel van kindenlijl vertrouwen, wat zegt u er van. neer Joch eins heeft me gister-avond gevraagd'. Ja. heeft hij dat eindelijk gedaan! En wat heeft mijn lieve kind hem antwoord/? Och. ik gaf hem te verstaan, da' een verloving te plechtig, te heilig is om daartoe te besluiten zonder ernstige en nauwgezette overweging zoodat ik hem eerst einde dezer wed; na mijil hart te- hebben - geraad pleegd! mijn definitief besluit kan meded'eelexi. En, nu mama-li.ef, ten we ons best 'doen om uit te vos schen, of hij werkelijk een inkom® heeft van vlei- duizend gulden jaar, zoo als hij zegt. Jou klein, slim ding! riep de vei- rukte moeder uit, het meisje aan has; borst drukkende, en zij weende s TEEKEN DES TIJDS. Waarom bevalt het je niet bijji men9Chen. Trui? Je verdiient toch ess mooi loon. Ja, maar je wordt hier zoo uit hoogte behandeld haast alsof zoo'n g-ouvemante was...! TROEF BEKEND. A. Je schijnt me voor erg don aan te zien! B. Ik ga nooit af op 't uiterliji voorkomen. VEROUDERD. A. Wel huur. heb jei gisteravond de komeet gezien? B. Zeker, maar hij was niet zoo mooi als in 1843, A. Wat 'n wonder; toen was-i ook veel jonger! Mijn vrouw is ook reeds door d'e fi'ets manie bevangen! Hoe weet u dat? Ze heeft mijn jongste zoontje een cyclometer omgehangen, om te kun nen zien hoever hij al kruipen kan! Meestor. eens wat uit het hoofd' rekenen. Neem aan, dat ik een stuk vleesch heb en het in zestien gelijke dieelen verdeel. Wat zullen dat dan zijn? Jongen. Zestiende dealen. Meester-. Heel goed. En stel je nu voor, dat ik al die stukjes weer in tweeën verdeel, wat worden het dan? Jongen. Twee-en-dërtigste deelen. Meester. En als ik dit nu nog tweemeel doe. wat krijg ik d'an? Algemeien stilzwijgen. Eindelijk roept er een: Gehakt. Paul Duplessis, een gezocht romac schrijver, kwam dikwijls hulde bra gen aan het blanke bier in de Rue d« Martyrs. Hij had in 1887 juist onda handen een roman, die als feuilleta geplaatst werdl in La Patrie. Op zekeren avond! wachtte de hes Vernet hem met ongeduld) in 'n koffie huis van geno-emdle straat op en klam; te hem onmiddellijk bij zijn binnen komen aan. Een inlichting s.v.p.. zeide hij Mijn oom volgt urn roman r koortsachtige spanning. Gij hebt giste ren d'e gravin gelaten in een aller bi tieksten toestand; zij is in een hinde» laag gevallen, omringd dóór hen, d! er belang bij hebben, dat zij verdwijn! Zeg mij nu eens: sterft zij?" Ja, antwoordde Dupl'essie. Vernet gaf een slag op de tafel a zuchtte: Is er voor haai' geen ontkome aan? Wat gaat u dat aan? vroeg Dt Nu jongens, zullen we piessis Mijn oom heeft met mij gewel dat zij sterven zou... en ik, in de gi daehte dat gii de gravin in. dm verdi ren loop van uw verhaal nog noodi hadt. ik heb gewed', dat zij niet zot sterven. Om hoeveel? Om tweehonderd francs. Te duivel! riep Duplessie uit. En hij trok zijn horloge uit. Negen uur; ik heb nog juist d tijd om naar die drukkerij te gaan; zal een fi'acre nemen en de gravi gaan redden. Werkelijk? riep Vernet ontroer uit. Duplessis drukt© hem de hand e zeide. plechtig: Ik schenk u haa leven. IN DE OPEN LUCHT. Iemand in Amsterdam heeft een klein tuintje hij zijn huis; een tuintje niet veel grooter dan een tafeEaken en omringd door hooge muren. Toch is hij niet weinig trotsch op „zijn tuin" en hij pocht daarop tegenover zijn min der bevoorrechte vrienden, 'dlie een bovenhuis bewonen. Eens bezocht zijn vriend Jasper hem en zij gingen zitten onder het eenige boompje, dat dit paradijsje rijk was. Ik stik! merkte1 Jasper aan, en met zijn zakdoek trachtte hij zich een weinig verkoeling toe te wuiven. Wi'l je wat gebruiken? vroeg die gastheer, die met welbehagen de be dompte. muffe lucht inademde. Neen dank j e; maar zet het raam van je kamer open d'an komt er wat lucht in den tuin! De heer Van P. is gerulmen tijd1 ziek geweest. De dokter, die in 't eerst tweemaal per'dag is gekomen, heeft uiterst langzaam zijn visiites vermin derd. en neemt eindelijk zijn congé. Dokter. Zie zoo, meneer Van P. van die influenza hebben we u afge holpen. Maar ik maak u er opmerk zaam op, de influenza zeflye is niet zoo heel kwaad, althans in gewone om standigheden; het ergste zijn de gevol gen. Reconvalescent. O zoo, ik begrijp u dokter. (Met een zucht.) Stuur me maar gauw de rekening. GERADEN. Zeg, jij hebt zeker geen riks om mij te leenen tot de volgende week? Neen, dien heb ik niet. Hoe raad je dat zoo? HOE HIJ GEZELSCHAP HIELD. Eerste student. Waar ben je gi teren avond geweest? Tweede student. Kon niet kom moest mijne moedler en zustr wa eens 'n avondje gezelschap houden, Ah zoo. Zeker met de dames nas de opera geweest? Neen, dat ni'et. We zijn gezi samen t'hnis gebleven En wat heb je uitgevoerd? De dames waren aan 'n liaffl werkje bezig en ik zat te slapen. De oplossing van ons vorig prijsraa sel is: HAARLEMMERLIEDE EN SPAARN- WOUDE. De prijs werd na loting toegewezen m de jongejuffr. ANTONÏSSE, Esscïf derstraat. Ons nieuwe prijsraadsel luidt: Het geheel bestaat uit 10 letters en een insect, dat een plaag is voor i Zaanstreek. 1, 2, 5, 6, 7 is een meisjesnaam. 5, 9,10 is een lichaamsdeel. Een arm die 3, 4, 8 is kan men niet g bruiken. Als prijs loven wij uit: EEN BOEK.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 8