NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. II» Sier wMt Zuiden Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken. 20e Jaarjjaii!» Vrijdag 12 Sep ember 1902. Mo. Ö891 HAARLEM'S DA6BLAD A BONN KM EN TSPRIJSADVERTENTIEN Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Van 1—5 regels 50 Gfcs.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten bet Arrondissement Haarlem Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15. per 3 maanden-1.30 Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Franco door bet gebeele Rijk, per 3 maanden1.65 ^5: IReclames 30 Cent per regel. Afzonderlijke nummers0.02)4 Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Zuider Buitenspaarue No. Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37)4 Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 122. de oniBtreken en franco per post0.45 Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekbandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is het .uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan bet Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijhs, behalve op Zon- en Feestdagen Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G, L. DAUBE Co. JOHN F. JONE&, &ucc., Parijs 3P** Faubourg Monzrnartre. Haanem's Dagblad van 12 Sept. bevat o. a. CJit Zuid-AfrikaChamberlain en de Boerengeneraals, De Boe rengeneraals te Amsterdam, Hevige mishandeling, Arr. Rechtbank. Buitenlandseh Nieuws Zuid-Afrika. Sir John Gordon Sprigg hield in de Wetgevende Vergadering zijn budget- rede. Hi] zeide dat de spoorwegen ge durende de laatste tien jaren een sur plus, van meer dan 10 millioen pd. st. hadden opgeleverd. De waarde der in 1900 ingevoerde goederen bedroeg 19 millioen. in 1901 231/4 millioen. Deze cijfers toonden de gestadige toeneming van den rijkdom des lands en zijn al gemeenen voorspoed. De uitvoer van koloniale producten was grootelijks vermeerderd. De bestaande schuld i der Kolome bedroeg 38 millioen, welke gebeele som, op 6 millioen na, was besteed voor productieve werken, dio meer dan hun rente opbrachten. Het totaal tekort op 1 Juli 1902 voor de 2 vorige jaren w:a;s 2.192,000 pd. s.. de. totale uitgaven waren nl. 19.224.000 pd. st., de totale ontvangsten bedroegen, 17.030.000 pd. st. Sir John geloofde dat het krediet der Kolonie goed was de laatste lee ning was geplaatst tegen 96 3/4 pCt. Hij raamde de inkomsten voor het vol gende jaar op 10.350.000 pd. st., maar het was waarschijnlijk, dat er, ten ge volge van het terugtrekken der troe pen, in de toekomst niet zooveel geld in het and zou zijn als in het verleden. Het surplus voor het loopende jaar raamde hij op 286.227 pd. st.. ofschoon dit bedrag misschien gedeeltelijk zou geabsorbeerd worden door suppletoire begrootingen. Hij stelde voor 1.800.000 pd. st. oorlogskosten te betalen door den verkoop van obligatiën. welke dooi den gewezen Vrijstaat waren overge daan aan de Kolonie ter betaling van den aanleg van spoorwegen. De Times verneemt uit Kaapstad, dat de politieke toestand onveranderd is. Sir John Gordon Sprigs: en zijn mi nisters hebben met de progressisten ■twee bijeenkomsten gehad maar het resultaat is slechts, dat de klove nog breeder is geworden. Om de eenheid te herstellen, waren de progressisten Sprigg halverwege te gemoet gekomen, maar de minister president weigerde ook maar in het minst van zijn tegenwoordige positie af te wijken. Hij herhaalde zijn wei gering, wetsvoorstellen in te dienen te gen opruiing en tot regeling van den invoer van wapenen en ammunitie, en weigert verder eemgen maatregel te nemen tot wijziging van de indeeling der kiesdistricten, voordat de volgen, de algemeen© verkiezing voorbij is. Oncler deze omstandigheden is een verzoening inmogelijk. Engeland. Chamberlain en de Boerengeneraals Het ambtelijke verslag van de bij eenkomst, tuisschen Chamberlain on de generaals gehouden is heden ver schenen. Den 20slen Augustus vroegen de ge neraals Chamberlain om een onder houd, teneinde een zaak van het hoog ste gewicht met hem ie behandelen zij verzochten den minister een dag te bepalen. Chamberlain bewilligde in het on derhoud, maar verzocht te voren te mogen weten wat het onderwerp was. waarover de generaals wilden spreken, opdat hij zonder ukstel de zaak kon aanvatten. De generaals antwoordden, dat de voornaamste onderwerpen waren een verzoek om volledige amnestie voor al le Engelsche onderdanen, die aan den oorlog deelgenomen hebbengratie voor allen, die veroordeeld zijn we genis daden gedurende den oorlog be gaan een poging om een iaarlijksche som tot een voldoend bedrag te ver krijgen voor dan onderstand van we duwen en weezen van burgers, en van invaliede burgers. Verder bielden de voorstellen in ge lijke rechten voor het Engelsch en het Hollandsch op school en voor den rech ter .gelijke rechten, gelijk voor de Engelschen, zoo ook voor de burgers, d'ie zich aan de voorwaarden van on derwerping' honden, en dus dadelijk, terugbrengen van burgers naar hun woonplaats en vrijlating van de ge- vangenen herbenoeming of schade vergoeding voor ambtenaren van de gewezen republieken vergoeding van allé schade, door den oorlog toege brachtteruggave van in beslag geno men hoeven aan de eigenaars beta ling van de wettige verplichtingen van de republieken, ook die tijdens den oorlog aangegaan herroeping van de voorgestelde inlijving van Trans- vaalsch grondgebied bij Natalver lenging van den termijn voor het af lossen van schuld van burners aan de regeeringen der republieken waardoor zij verzekerd worden van de voordee- len van art. 10 van de voorwaarden van onderwerping. Voorts teekenen de generaals verzet aan tegen den dwang, waarmee het af leggen van den eed van trouw wordt gevorderd. Chamberlain antwoordde, dat het aantal en de aard van de voorstellen hem verrasten. I-Iij herinnerde den ge neraals, dat de voorwaarden, te Ver. eeniging verleend, m de geschiedenis zonder voorbeeld zijn Wegens hare edelmoedigheid. De voorstellen van de generaals beoogen een geheel nieu we overeenkomst en vele punten ge heel in strijd met do get eekend e over eenkomst. De minister acht het niet in overeenstemming met zijn plicht om over voorstellen van dien aard in discussie te treden. Hij voelt zich ver plicht duidelijk te zeggen, dat hij niet bevoegd is, over eenig punt. dat ge regeld is, weer te beginnen. Botha antwoordde, dat de voorwaar den van onderwerping de Boeren wa ven voorgelegd om aan te nemen of te verwerpen in hun geheel. Om verder bloedvergieten te voorkomen, hebben zij ze aangenomen, maar "zij besloten zoo spoedig Mogelijk voor goedertie renhelid te. pleiten. Zij vertrouwden op de verzekeringen van Milner en Kit chener, dat het aannemen van die voorwaarden hen niet belette om als onderdanen van den koning overwe. ging te verkrijgen van alle zaken, d'ie'l voor de onderdanen van de nieuwe kolon'iën verderfelijk zijn. Verder merkten de generaals op. dat Milner en Kitchener beloofd hadden, vertoogen te zullen indienen ten gunste van amnestie. En Botha zeide nog, dat de generaals Chamberlain niet. nar derdén om hem het recht, te vragen een nieuwe overeenkomst'in plaats van de oude te stellen, maar om als onder, dan en van den koning voor goedertie renheid en rechtvaardigheid een eer lijk gehoor te vinden. In zijn antwoord betreurt Chamber lain het, dat de géneraals niet de voorwaarde aangenomen hebben om biet op de overeenkomst van Vereeni. ging terug te liörrïen. Daarop schreef Botha, dat zij zich aan die voorwaarde onderwierpen, en het officieele onderhoud volgde. Chamberlain verwelkomde de gene raals in de» vorm. Botlia ontkende, dat er aan de zijde der generaals eenig voornemen be stond om de voorwaarden van onder werping te veranderen In zijn antwoord zeide Chamberlain 'dat de krijgsraadcommissie niet alle gevallen, waarin straffen nog niet af. geloopen waren, zou onderzoeken, maar alleen nieuwe getu'igen zou lioo. ren 'in gevallen, die revisie behoeven; in andere gevallen zou zij de vraag overwegen of een geheele of gedeelte lijke amnestie aanbevolen kon wor den. Botha zeide, dat hij teleurgesteld was over het uiiblijven van de am nestie bij gelegenheid van de kroning, aangezien Kitchener beloofd had. een dergelijke aanbeveling aan de regee ring te doen. Chamberlain zeide, dat er in de stukken, die de regeering ter hand ge komen waren, daarvan geejx gewag is gemaakt. Hij zou zich niet mengen in edelmoedige plannen van de Kaap kolonie en Natal betreffende hunne rebellen. Botha merkte op, dat zij enkel groot moedigheid verlangden om allen in staat te stellen in de toekomst 'in vrede in Zuid-Afrika te leven. Chamberlain verklaarde in zijn anwoord aan Botha, dat er geen be zwaar was tegen den terugkeer der ge vangenen, die eerlijk en rechtuit wa ren, maar ieder, d'ie mogelijk vijandig (tegen Engeland) gezind was zou nie; terug mogen keeren. H" loochende voorts de rnededeelingen in de dag bladen, dat Milner van plan was. om de hoeven der burgers te verkoopen de regeering zoude echter gerechtigd zijn land te onteigenen ten openbaren nutte tegen betal'ing van volledige schadevergoeding. Hij verwees naai de wetgeving m Engeland en Nieuw- Ze eland, waar de plaatselijke overheid tegen volledige schadeloosstelling land van een grondeigenaar kan in handen krijgen om er kleine grondbezitters on te vestigen. Chamberlain voegde eraan toe, dat elk voorstel van dien aard moet. worden bekend gemaakt en aan ieder goed bekend moet zijn, vóór het kan worden ten uitvoer gelegd. Botha gaf zijn misnoegen te kennen, dat qr Nationale Verkenners waren be noemd in de commissie die de gift van 3.0ÜU.000 pd. st. beheert. Chamberlain antwoorde dat zij niet .sterker vertegenwoordigd waren in de commissie dan anderen. De regeering moest eerlijk blijven tégenover hen die haar geholpen hadden. Hij voegde eraan toe. dat de Boeren, die in Natal bleven, niet onder den voet getreden zouden worden. De krijgswet zoude niet veel langer van kracht blijven. Met betrekking tot de weduwen en weezen had de regeering alleis gedaan wat zij kon toestaan. Ten besluite drong hij aan op een politiek van vergeven en vergeten. Nu de oorlog u'it is. zeide hii wenschen wij u te erkennen als mede-onderda nen. arbeidende voor dén voorspoed en de vrijheid van Zuid-Afrika. De dag Voor de invoering van volkomen zelf- regeering hing af van den spoed, waar mede de oude bitterheden wegstierven. De regeering wenschte hi et dat eenig deel der bevolking geheel en al onver- tegenwoordigd was, zij vroeg de nie- we onderdanen alleen haar halverwe ge te gemoet te komen. De bijeenkomst eindigde daarmede. In April heeft de Indian Famine Union, waarvan Courtney voorzitter is, eenige besluiten genomen, die aan de regeéring zijn medegedeeld. In een dier besluiten werd aangedrongen op een uitgebreid onderzoek ter plaatse ten einde maatre gelen te beramen om hongersnood in In- dië te voorkomen. De Unie heeft nu ant woord gekregen. De onderkoning van Indië in rade wijst in een uitvoerig stuk het voorstel af, omdat er van ambtswege al genoeg onderzoek gedaan is. Gewapende sloepen van het Engelsche marine vaartuig Lapwing zijn den 4en dezer in de Perzische golf met twee ,,zeei'ooversprauwen" slaags geweest. Een Engelsche matroos sneuvelde en een ander werd gewond. Verder wordt er van het geval in het officieele bericht niets gemeld, zoodat de gevolgtrekking gemaakt mag worden, dat de ,,zeeroo- vers" zoo al niet een overwinning heb ben behaald, dan toch ontkomen zijn. Vietrschi'UleïicDa bekende politieke na men moeten reeds op de ledenlijst voorkomen. De admiraal heeft ver klaard. dat zijn plan volstrekt niet was om in concurrentie te treden met de Action libérale populaire, noch om het werk van deze te belemmeren. De bond van admiraal de Cuverville be oogt: .,de eerbiediging der godsdien stige overtuigingen, van liet gemeene recht, de vrijheid voor allen en de gelijkheid voor de wet". De bond wil alle verdedigers van de vrijheid in Bretagne" vereenigen in een enkele en zelfde schare. Rusland. De „Regeeri-ngsbocle" bevat de voor- loopige bepalingen over de disciplinaire gerechtshoven aan alle hooge scholen, die onder het opzicht van het ministerie van onderwijs staan. Volgens die bepa lingen zullen die gerechtshoven worden samengesteld uit professoren. De rust- verstovingen aan de hooge scholen be gaan zullen tot de competentie dier ge rechtshoven behooren, evenals de ge- schillen tusschen studenten, professoren of ambtenaren betreffende de hoogescho- len en bepaald aangewezen vergrijpen van studenten. Frankrijk. Naar het heet-, zal er in de Kamer uit de rechterzijde een interpellatie worden gehouden om den minister van buiten- landsche zaken rekenschap te vragen vau het terugroepen van de Montebello als gezant te St. Petersburg. De inwoners van Landerneau gaan weer de wacht houden bij het pensio naat der geestelijke zusters aldaar. Maandag en gisteren zijn de Bretons verscheiden malen ge alarmeerd op het gerucht, dat hun be schermelingen verdreven; zouden wor den. Eiken keer liepen die inwoners van Landerneau voor de kostschool te hoop. en stonden dan uren te wach ten op de komst der commissarissen. De voorzitter van het hof te Quim- per heeft zich onbevoegd verklaard op een verzoek om verlof tot wegneming der zegels, die op de scholen in tien gemeenten "in het departement Fini- stère zijn gehecht. Admiraal de Cuverville, senator voor Finistère, heeft het initiatief genomen tot de stichting van een bond ter ver dediging d'er ..Bretonsche vrijheden." De zetelplaats van den bond is Rennes. Denemarken. Dei Russische keizerin-weduwe en de koning van Griekenland zijn aan boord van het jacht ..Poolster" te Klampenborg aangekomen. De Deen- sche koning, d ekroonprins en prin ses Christiaan met zijn gemalin heb ben de gasten ontvangen. Oostenrijk-Hongarije. Volgens een Tsjechische courant heeft "het mijnbestuur te Brux beslo ten de verdere ontginning van de be ruchte Jupiter-schacht. in de Bruxer- kolenmijneai voor altijd' te verbieden. De tallooze zware rampen, die in deze mijn reedis zijn voorgekomen, hebben tot dezen maatregel geleid. Italië. Over onlusten in Foggia (de vroe gere provincie Capitana van het voor- malie' koninkrijk Napels) vepneemt men, dat Maandagavond' te Candela 40U boerenarbeiders wegens loonge- scliillen het werk staakten en de uit gangen van het dorp bezetten om ande ren t.e beletten in hun plaats te gaan werken op de naburige goederen. De karabiniers poogden de stakers over te balen de vrijheid van arbeidi te eer biedigen, maar deze grepen bij wijze van antwoord den wachtmeester aan en brachten hem met stokslagen ern- stijge verwondingen toe. De daarop aanrukkende militairen werden met steenen begroet, waardoor een aantal soldaten gekwetst werden, terwijl aan dp" wachtnjeester dier karabiniers en een zijner manschappen de karabii- nen ontrukt waren. Toen gaven d!e soldaten vuur. waarbij, zooals Reuter hedennacht geseind heeft, vijf arbei ders gedood en tien gewond werden. Onmiddellijk werden nog 150 man ka. rabiuie.rs en meer troepn naar Candela gezonden. De ord'e is nu hersteld. De justitie is een onderzoek begon nen. terwijl de aanranders van dien wachtmeester in hechtenis genomen zijn. Het is nu bewezen, dat op het congres der Italiaansche socialisten te Iinola in derdaad de gematigden de meerderheid hebben: Ferris nederlaag bij de Kamer verkiezing te Bari op Zondag is gevolgd door een even verpletterende overwin ning van zijn tegenstanders in de con gresvergadering. Het is gebleken, dat Tu- ratï met zijn gematigden over 800 stem men beschikt tegen slechts 279 voor Ferri en zijn onverzoenlijken. Daarmede is de veg bepaald, dien de geheele Italiaan sche socialistische partij nu zal gaan be wandelenals er ten minste geen scheuring komt. Want al verzekeren de socialisten, dat zij één partij zullen blij ven "vormen, velen geloovcn dat de on verzoenlijken zich zullen afscheiden. Tnrkije. Do Italiaansche gezant bij den Gr o often Heer beeft, weer eens een nota ingediend en wed een protest. De aan leiding daartoe, bestond' ïn de houding van Ösman-pasja, gouverneur van Ja- nina tegenover het Italiaansche post kantoor' aldaar. De gouverneur had! liet op deze instelling om een of andere redien waarschijnlijk geen erg no bele niet begrepen en trachtte de bevolking te beletten er gebruik van te nnaken. Hij zette* twee agenten op wacht voor den ingang, die eenvoudig last ontvingen ieder aan te houden, die er wilde binnengaan. De Italiaansche regeering liet door haar gezant, zoodra hij er van hoorde haar beklag over het. opiredien van Os man-pasja indienen bij de Porte en den gouverneur, die blijkbaar al heel slecht op de hoogte was van de pas tusschen dien Sultan en admiraal Pa- lumbo gewisselde vriendelijkheden, heeft, bevel gekregen zijn houding te veranderen. Stadsnieuws. Haarlem, 11 Sept. 1902-. Naarwijvernemen isonze vroe gere stadgenoote mej. Johanna Appel boom uit een groot aantal sollicitanten aan de Muziekschool te Braunschweig benoemd geworden. Eene frappante reclame wordt deze dagen gemaakt door de Van Dijk's Beschuitfabriek. Op een speciaal voor dit doel vervaardigde wagen, staan twee reusachtige bussen, beschilderd volgens de étiquetten der werkelijke beschuit bussen. Het geheel, met de daarbij behoorem de baltk&rs, die in hunne witte pakjes de wagen vergezellen, geeft een zeer goe den indruk. De bussen vooral, welke door de emballagefabriek v.h. Dubois en Co. werden geleverd, zijn keurig be werkt. Door den Commissaris der Koningin in deze provincie zijn benoemd tot zetter van 's Rijks dir. belastingen: te Akersloot, den heer Malthijs Groot, vervanging van wijlen den heer J. Groot Meijne; te Hoorn: den heer Leenden Hooft, ter vervangin gvan wijlen den heer J. Groot Jr., en te Sijbekarspel, den heer Jan Stapel, Feniiloton. Vertaald uit het Italiaansch. 43. Op dit oogenblik kwam graaf Tozzo binnen. Ook hij zag er bleek en af gemat uit. Hij had sindis die ontvoer ring nog geen oog dicht gedaan. De hertogin trad haastig op hem toe en reikte hem dankbaar beide handen. Dus toch nog ©en vriend in dit uur van beproeving! riep zij uit. On zen besten d'.ank, graaf, voor uw moed en toewijding. Graaf Tozzo kuste haar de hand en mompelde ietts van plicht en mensche- lijkheid. V Geef hem echter geen geld mede, mevrouw, ging die heer Ghilazzi voort. Ik heb met graaf Tozzo reeds alles besproken, waarop hij bij zijne onldfeU'ha.ndeJLn'giein inzonderheid ge wicht moet leggen. Voorloopig geldt het alleen, de verblijfplaats van de roovers uit te vorschen. Graaf Tozzo moet derhalve alles beloven, wat er geëischt wordt. Hij kan heft doen, want hij is geen staatsambtenaar. Hoeveel van zijn beloften wij later zullen nakomen, diat is onze zaak. En gij maenft, mijnheer, dat do roover.s op iets diergelijks zullen in gaan? vroeg do hertogin twijfelend. Mevrouw, zeide nu graaf Tozzo, wat wij béoogen is, de roovers van het plegen van geweld tegen uw echt genoot af te houden. En ik geef u mijn woord, dat wij daarin ook zul len slagen. God zegene u graaf, en hij schenke u voorspoed op uw onderneming. Van mijn dankbaarheid kunt gij voor altijd verzekerd zijn. Nadalt die heer Ghilazzi zich nog her haaldelijk had doen beloven, hem de geringste aanwijzing over het. ver blijf van do roovers terstond naar Napels te ftelegrafeeren, nam hij af scheid', om naar de stad terug te kee ren. Den volgenden voormiddag kwam de consul de Vries met zijne nicht op het kasiteel aan. Dat was een licht punt, zoowel voor de zwaar beproefde hertogin alsook voor Cesina. Het was een bewijs, dat toch nog eenige vrien den in don nood trouw bleven. De heer De Vries, wien men melt alles op de hoogte stelde, kon de door den rechter Ghilazzi getroffen maatrege len slechts goedkeuren. Als bezadigd man en man van ervaring moest hij erkennen, a.a|t er in de gegeven om standigheden niet anders, niets be ters gedaan kon worden. En hij? vroeg Elvira zacht en beschroomd aan freule Cesina, bij wie zij zich van heft, eerste oogenblik af melt eene roerende hartelijkheid aansloot. Wie? vroeg deze. Attilio. Hoe gaat hot hem? Hij heeft nog altijd* wondkoorts. Hij herkent niemand van ons, ant woordde Cesina op droefgeestigen toon, waaruit al de Iteedorheid sprak, waarmee zij aan haar broeder hing. Mag ik hem zien? O, laat mij hem zien, al is helt maar voor een paar seconden, smeekte Elvira. Licht aangedaan en ontroerd' als Cesina was, kurte zij haar vriendin op het voorhoofd, sloeg den arm om haar middel en ging met haar naar de eerste verdieping, waar de kamers van Attilio lagen. In de voorkamer vonden zij dokter Zillani, die den zieke behandelde. Zacht schoof Cesi na de portière terug. Met luid klop pend hart trad Elvira binnen. In heft kunstmatig verdonkerde vertrek lag Afftïlio zwaar ademhalend' op het bed, nog altijd brandend heet, hoewel de kracht van de koorts scheen gebro ken. Attilio! riep Cesina zach\t. Maar Attilio gaf geen teeken van bewustzijn. Atltilio! fluisterde nu ook Elvira. I-Iaar stem beefde, maar klonk onge meen zacht en teeder. Dadelijk sloeg de zieke de oogen op en wendde d'en blik in de rich ting, waar mejuffrouw De Vries stond. Een zalig lachje gleed over zijn bleeke trekken en zijn hand strek te zich mat en onbeholpen naar haar uit. Elvira! lispelde hij zacht. Mejuffrouw De Vries trad haastig nadler en greep de gloeiende hand. Moed, hertog, moed fluisterde zij. Zij wilde nog meer zeggen, maar de stem begaf haar. Dokter Zillani trad haastig aan het ziekbed. Wij hebben het gewon nen, wij hebben het gewonnen! riep hij zachft en blij verrast over den on- verwachten omkeer. De koorts is geweken, het bewustzijn keert terug. Maar nu vooral geen schokken. Dat zou hij den toestand' van den zieke hoogst gevaarlijk zijn. Nogmaals drukte Elvira de witte, koortsig heete hand, diezelfde hand die zoo moedig was geweest bij de verdediging van zijn vader. Daarop knikte zij hem glimlachend toe. Nu willen wij gaan. Kom, Ce sina! Nu weet ik, dat hij zal herstel len. XX. De zon dook langzaam in zee onder. In d-e woeste eenzaamheid der rotsen van Agripoli heerschte de avondstil te in de naftuur. Slechts het ge schreeuw van de meeuwen, die in groote, onophoudelijk heen en weer fladderende scharen aan dien zee oever haar voedsel zochten, klonk schel en krijschend Itot op de steile rots, die op het eerste gezicht voor geen mlensclielijken voet bereikbaar scheen. Loodrecht steeg zij uit. de zee op. Naair de landzijde in het Zuiden werd de bergkegel omgeven door een breed ravijn, dalt zich in oostelijke richting, dloor het dicht naderen der bergen, zeer verengde, zoodat een vermetel mensch het wel kon wagen de rotskloof over te springen, waarbij echter een enkele misstap den dood tengevolge moert hebben. Maar zij, die zich hier ophiel den, hadden zich goed ingerichlt. Men schoof van de rots een^ ladder over de smalste plaats van de'kloof en over brugde haar op deze wijze. Trok men de ladder weer weg, dan was het hol, dat, tot woning diende, ongenaakbaar wijl men wel van de hoogte op de tegenover liggende landzijde kon springen, maar niet vandaar naar bo ven op de rots. Aan den ingang van het ver in de rots loopende hol stond' Checco, de roover ,als schildwacht. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 1