NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
II» Sier wMt Zuiden
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
20e Jaarjjaii!»
Vrijdag 12 Sep ember 1902.
Mo. Ö891
HAARLEM'S DA6BLAD
A BONN KM EN TSPRIJSADVERTENTIEN
Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Van 1—5 regels 50 Gfcs.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten bet Arrondissement Haarlem
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
per 3 maanden-1.30 Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Franco door bet gebeele Rijk, per 3 maanden1.65 ^5: IReclames 30 Cent per regel.
Afzonderlijke nummers0.02)4 Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Zuider Buitenspaarue No.
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37)4 Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 122.
de oniBtreken en franco per post0.45 Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekbandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is het .uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan bet Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijhs, behalve op Zon- en Feestdagen
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G, L. DAUBE Co. JOHN F. JONE&, &ucc., Parijs 3P** Faubourg Monzrnartre.
Haanem's Dagblad van 12 Sept.
bevat o. a.
CJit Zuid-AfrikaChamberlain
en de Boerengeneraals, De Boe
rengeneraals te Amsterdam, Hevige
mishandeling, Arr. Rechtbank.
Buitenlandseh Nieuws
Zuid-Afrika.
Sir John Gordon Sprigg hield in de
Wetgevende Vergadering zijn budget-
rede. Hi] zeide dat de spoorwegen ge
durende de laatste tien jaren een sur
plus, van meer dan 10 millioen pd. st.
hadden opgeleverd. De waarde der in
1900 ingevoerde goederen bedroeg 19
millioen. in 1901 231/4 millioen. Deze
cijfers toonden de gestadige toeneming
van den rijkdom des lands en zijn al
gemeenen voorspoed. De uitvoer van
koloniale producten was grootelijks
vermeerderd. De bestaande schuld
i der Kolome bedroeg 38 millioen, welke
gebeele som, op 6 millioen na, was
besteed voor productieve werken, dio
meer dan hun rente opbrachten. Het
totaal tekort op 1 Juli 1902 voor de 2
vorige jaren w:a;s 2.192,000 pd. s.. de.
totale uitgaven waren nl. 19.224.000 pd.
st., de totale ontvangsten bedroegen,
17.030.000 pd. st.
Sir John geloofde dat het krediet
der Kolonie goed was de laatste lee
ning was geplaatst tegen 96 3/4 pCt.
Hij raamde de inkomsten voor het vol
gende jaar op 10.350.000 pd. st., maar
het was waarschijnlijk, dat er, ten ge
volge van het terugtrekken der troe
pen, in de toekomst niet zooveel geld
in het and zou zijn als in het verleden.
Het surplus voor het loopende jaar
raamde hij op 286.227 pd. st.. ofschoon
dit bedrag misschien gedeeltelijk zou
geabsorbeerd worden door suppletoire
begrootingen. Hij stelde voor 1.800.000
pd. st. oorlogskosten te betalen door
den verkoop van obligatiën. welke dooi
den gewezen Vrijstaat waren overge
daan aan de Kolonie ter betaling van
den aanleg van spoorwegen.
De Times verneemt uit Kaapstad,
dat de politieke toestand onveranderd
is.
Sir John Gordon Sprigs: en zijn mi
nisters hebben met de progressisten
■twee bijeenkomsten gehad maar het
resultaat is slechts, dat de klove nog
breeder is geworden.
Om de eenheid te herstellen, waren
de progressisten Sprigg halverwege te
gemoet gekomen, maar de minister
president weigerde ook maar in het
minst van zijn tegenwoordige positie
af te wijken. Hij herhaalde zijn wei
gering, wetsvoorstellen in te dienen te
gen opruiing en tot regeling van den
invoer van wapenen en ammunitie, en
weigert verder eemgen maatregel te
nemen tot wijziging van de indeeling
der kiesdistricten, voordat de volgen,
de algemeen© verkiezing voorbij is.
Oncler deze omstandigheden is een
verzoening inmogelijk.
Engeland.
Chamberlain en de Boerengeneraals
Het ambtelijke verslag van de bij
eenkomst, tuisschen Chamberlain on de
generaals gehouden is heden ver
schenen.
Den 20slen Augustus vroegen de ge
neraals Chamberlain om een onder
houd, teneinde een zaak van het hoog
ste gewicht met hem ie behandelen
zij verzochten den minister een dag te
bepalen.
Chamberlain bewilligde in het on
derhoud, maar verzocht te voren te
mogen weten wat het onderwerp was.
waarover de generaals wilden spreken,
opdat hij zonder ukstel de zaak kon
aanvatten.
De generaals antwoordden, dat de
voornaamste onderwerpen waren een
verzoek om volledige amnestie voor al
le Engelsche onderdanen, die aan den
oorlog deelgenomen hebbengratie
voor allen, die veroordeeld zijn we
genis daden gedurende den oorlog be
gaan een poging om een iaarlijksche
som tot een voldoend bedrag te ver
krijgen voor dan onderstand van we
duwen en weezen van burgers, en van
invaliede burgers.
Verder bielden de voorstellen in ge
lijke rechten voor het Engelsch en het
Hollandsch op school en voor den rech
ter .gelijke rechten, gelijk voor de
Engelschen, zoo ook voor de burgers,
d'ie zich aan de voorwaarden van on
derwerping' honden, en dus dadelijk,
terugbrengen van burgers naar hun
woonplaats en vrijlating van de ge-
vangenen herbenoeming of schade
vergoeding voor ambtenaren van de
gewezen republieken vergoeding van
allé schade, door den oorlog toege
brachtteruggave van in beslag geno
men hoeven aan de eigenaars beta
ling van de wettige verplichtingen van
de republieken, ook die tijdens den
oorlog aangegaan herroeping van de
voorgestelde inlijving van Trans-
vaalsch grondgebied bij Natalver
lenging van den termijn voor het af
lossen van schuld van burners aan de
regeeringen der republieken waardoor
zij verzekerd worden van de voordee-
len van art. 10 van de voorwaarden
van onderwerping.
Voorts teekenen de generaals verzet
aan tegen den dwang, waarmee het af
leggen van den eed van trouw wordt
gevorderd.
Chamberlain antwoordde, dat het
aantal en de aard van de voorstellen
hem verrasten. I-Iij herinnerde den ge
neraals, dat de voorwaarden, te Ver.
eeniging verleend, m de geschiedenis
zonder voorbeeld zijn Wegens hare
edelmoedigheid. De voorstellen van
de generaals beoogen een geheel nieu
we overeenkomst en vele punten ge
heel in strijd met do get eekend e over
eenkomst. De minister acht het niet
in overeenstemming met zijn plicht
om over voorstellen van dien aard in
discussie te treden. Hij voelt zich ver
plicht duidelijk te zeggen, dat hij niet
bevoegd is, over eenig punt. dat ge
regeld is, weer te beginnen.
Botha antwoordde, dat de voorwaar
den van onderwerping de Boeren wa
ven voorgelegd om aan te nemen of te
verwerpen in hun geheel. Om verder
bloedvergieten te voorkomen, hebben
zij ze aangenomen, maar "zij besloten
zoo spoedig Mogelijk voor goedertie
renhelid te. pleiten. Zij vertrouwden
op de verzekeringen van Milner en Kit
chener, dat het aannemen van die
voorwaarden hen niet belette om als
onderdanen van den koning overwe.
ging te verkrijgen van alle zaken, d'ie'l
voor de onderdanen van de nieuwe
kolon'iën verderfelijk zijn.
Verder merkten de generaals op. dat
Milner en Kitchener beloofd hadden,
vertoogen te zullen indienen ten gunste
van amnestie. En Botha zeide nog,
dat de generaals Chamberlain niet. nar
derdén om hem het recht, te vragen
een nieuwe overeenkomst'in plaats van
de oude te stellen, maar om als onder,
dan en van den koning voor goedertie
renheid en rechtvaardigheid een eer
lijk gehoor te vinden.
In zijn antwoord betreurt Chamber
lain het, dat de géneraals niet de
voorwaarde aangenomen hebben om
biet op de overeenkomst van Vereeni.
ging terug te liörrïen.
Daarop schreef Botha, dat zij zich
aan die voorwaarde onderwierpen, en
het officieele onderhoud volgde.
Chamberlain verwelkomde de gene
raals in de» vorm.
Botlia ontkende, dat er aan de zijde
der generaals eenig voornemen be
stond om de voorwaarden van onder
werping te veranderen
In zijn antwoord zeide Chamberlain
'dat de krijgsraadcommissie niet alle
gevallen, waarin straffen nog niet af.
geloopen waren, zou onderzoeken,
maar alleen nieuwe getu'igen zou lioo.
ren 'in gevallen, die revisie behoeven;
in andere gevallen zou zij de vraag
overwegen of een geheele of gedeelte
lijke amnestie aanbevolen kon wor
den.
Botha zeide, dat hij teleurgesteld
was over het uiiblijven van de am
nestie bij gelegenheid van de kroning,
aangezien Kitchener beloofd had. een
dergelijke aanbeveling aan de regee
ring te doen.
Chamberlain zeide, dat er in de
stukken, die de regeering ter hand ge
komen waren, daarvan geejx gewag is
gemaakt. Hij zou zich niet mengen
in edelmoedige plannen van de Kaap
kolonie en Natal betreffende hunne
rebellen.
Botha merkte op, dat zij enkel groot
moedigheid verlangden om allen in
staat te stellen in de toekomst 'in vrede
in Zuid-Afrika te leven.
Chamberlain verklaarde in zijn
anwoord aan Botha, dat er geen be
zwaar was tegen den terugkeer der ge
vangenen, die eerlijk en rechtuit wa
ren, maar ieder, d'ie mogelijk vijandig
(tegen Engeland) gezind was zou nie;
terug mogen keeren. H" loochende
voorts de rnededeelingen in de dag
bladen, dat Milner van plan was. om
de hoeven der burgers te verkoopen
de regeering zoude echter gerechtigd
zijn land te onteigenen ten openbaren
nutte tegen betal'ing van volledige
schadevergoeding. Hij verwees naai
de wetgeving m Engeland en Nieuw-
Ze eland, waar de plaatselijke overheid
tegen volledige schadeloosstelling land
van een grondeigenaar kan in handen
krijgen om er kleine grondbezitters on
te vestigen. Chamberlain voegde eraan
toe, dat elk voorstel van dien aard
moet. worden bekend gemaakt en aan
ieder goed bekend moet zijn, vóór het
kan worden ten uitvoer gelegd.
Botha gaf zijn misnoegen te kennen,
dat qr Nationale Verkenners waren be
noemd in de commissie die de gift
van 3.0ÜU.000 pd. st. beheert.
Chamberlain antwoorde dat zij niet
.sterker vertegenwoordigd waren in de
commissie dan anderen. De regeering
moest eerlijk blijven tégenover hen
die haar geholpen hadden. Hij voegde
eraan toe. dat de Boeren, die in Natal
bleven, niet onder den voet getreden
zouden worden. De krijgswet zoude
niet veel langer van kracht blijven.
Met betrekking tot de weduwen en
weezen had de regeering alleis gedaan
wat zij kon toestaan.
Ten besluite drong hij aan op een
politiek van vergeven en vergeten. Nu
de oorlog u'it is. zeide hii wenschen
wij u te erkennen als mede-onderda
nen. arbeidende voor dén voorspoed en
de vrijheid van Zuid-Afrika. De dag
Voor de invoering van volkomen zelf-
regeering hing af van den spoed, waar
mede de oude bitterheden wegstierven.
De regeering wenschte hi et dat eenig
deel der bevolking geheel en al onver-
tegenwoordigd was, zij vroeg de nie-
we onderdanen alleen haar halverwe
ge te gemoet te komen.
De bijeenkomst eindigde daarmede.
In April heeft de Indian Famine Union,
waarvan Courtney voorzitter is, eenige
besluiten genomen, die aan de regeéring
zijn medegedeeld. In een dier besluiten
werd aangedrongen op een uitgebreid
onderzoek ter plaatse ten einde maatre
gelen te beramen om hongersnood in In-
dië te voorkomen. De Unie heeft nu ant
woord gekregen. De onderkoning van
Indië in rade wijst in een uitvoerig stuk
het voorstel af, omdat er van ambtswege
al genoeg onderzoek gedaan is.
Gewapende sloepen van het Engelsche
marine vaartuig Lapwing zijn den 4en
dezer in de Perzische golf met twee
,,zeei'ooversprauwen" slaags geweest.
Een Engelsche matroos sneuvelde en een
ander werd gewond. Verder wordt er
van het geval in het officieele bericht
niets gemeld, zoodat de gevolgtrekking
gemaakt mag worden, dat de ,,zeeroo-
vers" zoo al niet een overwinning heb
ben behaald, dan toch ontkomen zijn.
Vietrschi'UleïicDa bekende politieke na
men moeten reeds op de ledenlijst
voorkomen. De admiraal heeft ver
klaard. dat zijn plan volstrekt niet
was om in concurrentie te treden met
de Action libérale populaire, noch om
het werk van deze te belemmeren. De
bond van admiraal de Cuverville be
oogt: .,de eerbiediging der godsdien
stige overtuigingen, van liet gemeene
recht, de vrijheid voor allen en de
gelijkheid voor de wet". De bond wil
alle verdedigers van de vrijheid in
Bretagne" vereenigen in een enkele
en zelfde schare.
Rusland.
De „Regeeri-ngsbocle" bevat de voor-
loopige bepalingen over de disciplinaire
gerechtshoven aan alle hooge scholen,
die onder het opzicht van het ministerie
van onderwijs staan. Volgens die bepa
lingen zullen die gerechtshoven worden
samengesteld uit professoren. De rust-
verstovingen aan de hooge scholen be
gaan zullen tot de competentie dier ge
rechtshoven behooren, evenals de ge-
schillen tusschen studenten, professoren
of ambtenaren betreffende de hoogescho-
len en bepaald aangewezen vergrijpen
van studenten.
Frankrijk.
Naar het heet-, zal er in de Kamer uit
de rechterzijde een interpellatie worden
gehouden om den minister van buiten-
landsche zaken rekenschap te vragen vau
het terugroepen van de Montebello als
gezant te St. Petersburg.
De inwoners van Landerneau gaan
weer de wacht houden bij het pensio
naat der geestelijke zusters aldaar.
Maandag en gisteren zijn de
Bretons verscheiden malen ge
alarmeerd op het gerucht, dat hun be
schermelingen verdreven; zouden wor
den. Eiken keer liepen die inwoners
van Landerneau voor de kostschool te
hoop. en stonden dan uren te wach
ten op de komst der commissarissen.
De voorzitter van het hof te Quim-
per heeft zich onbevoegd verklaard op
een verzoek om verlof tot wegneming
der zegels, die op de scholen in tien
gemeenten "in het departement Fini-
stère zijn gehecht.
Admiraal de Cuverville, senator voor
Finistère, heeft het initiatief genomen
tot de stichting van een bond ter ver
dediging d'er ..Bretonsche vrijheden."
De zetelplaats van den bond is Rennes.
Denemarken.
Dei Russische keizerin-weduwe en
de koning van Griekenland zijn aan
boord van het jacht ..Poolster" te
Klampenborg aangekomen. De Deen-
sche koning, d ekroonprins en prin
ses Christiaan met zijn gemalin heb
ben de gasten ontvangen.
Oostenrijk-Hongarije.
Volgens een Tsjechische courant
heeft "het mijnbestuur te Brux beslo
ten de verdere ontginning van de be
ruchte Jupiter-schacht. in de Bruxer-
kolenmijneai voor altijd' te verbieden.
De tallooze zware rampen, die in deze
mijn reedis zijn voorgekomen, hebben
tot dezen maatregel geleid.
Italië.
Over onlusten in Foggia (de vroe
gere provincie Capitana van het voor-
malie' koninkrijk Napels) vepneemt
men, dat Maandagavond' te Candela
40U boerenarbeiders wegens loonge-
scliillen het werk staakten en de uit
gangen van het dorp bezetten om ande
ren t.e beletten in hun plaats te gaan
werken op de naburige goederen. De
karabiniers poogden de stakers over
te balen de vrijheid van arbeidi te eer
biedigen, maar deze grepen bij wijze
van antwoord den wachtmeester aan
en brachten hem met stokslagen ern-
stijge verwondingen toe. De daarop
aanrukkende militairen werden met
steenen begroet, waardoor een aantal
soldaten gekwetst werden, terwijl aan
dp" wachtnjeester dier karabiniers en
een zijner manschappen de karabii-
nen ontrukt waren. Toen gaven d!e
soldaten vuur. waarbij, zooals Reuter
hedennacht geseind heeft, vijf arbei
ders gedood en tien gewond werden.
Onmiddellijk werden nog 150 man ka.
rabiuie.rs en meer troepn naar Candela
gezonden. De ord'e is nu hersteld.
De justitie is een onderzoek begon
nen. terwijl de aanranders van dien
wachtmeester in hechtenis genomen
zijn.
Het is nu bewezen, dat op het congres
der Italiaansche socialisten te Iinola in
derdaad de gematigden de meerderheid
hebben: Ferris nederlaag bij de Kamer
verkiezing te Bari op Zondag is gevolgd
door een even verpletterende overwin
ning van zijn tegenstanders in de con
gresvergadering. Het is gebleken, dat Tu-
ratï met zijn gematigden over 800 stem
men beschikt tegen slechts 279 voor Ferri
en zijn onverzoenlijken. Daarmede is de
veg bepaald, dien de geheele Italiaan
sche socialistische partij nu zal gaan be
wandelenals er ten minste geen
scheuring komt. Want al verzekeren de
socialisten, dat zij één partij zullen blij
ven "vormen, velen geloovcn dat de on
verzoenlijken zich zullen afscheiden.
Tnrkije.
Do Italiaansche gezant bij den
Gr o often Heer beeft, weer eens een nota
ingediend en wed een protest. De aan
leiding daartoe, bestond' ïn de houding
van Ösman-pasja, gouverneur van Ja-
nina tegenover het Italiaansche post
kantoor' aldaar. De gouverneur had!
liet op deze instelling om een of andere
redien waarschijnlijk geen erg no
bele niet begrepen en trachtte de
bevolking te beletten er gebruik van te
nnaken. Hij zette* twee agenten op
wacht voor den ingang, die eenvoudig
last ontvingen ieder aan te houden,
die er wilde binnengaan.
De Italiaansche regeering liet door
haar gezant, zoodra hij er van hoorde
haar beklag over het. opiredien van Os
man-pasja indienen bij de Porte en den
gouverneur, die blijkbaar al heel
slecht op de hoogte was van de pas
tusschen dien Sultan en admiraal Pa-
lumbo gewisselde vriendelijkheden,
heeft, bevel gekregen zijn houding te
veranderen.
Stadsnieuws.
Haarlem, 11 Sept. 1902-.
Naarwijvernemen isonze vroe
gere stadgenoote mej. Johanna Appel
boom uit een groot aantal sollicitanten
aan de Muziekschool te Braunschweig
benoemd geworden.
Eene frappante reclame wordt
deze dagen gemaakt door de Van Dijk's
Beschuitfabriek. Op een speciaal voor dit
doel vervaardigde wagen, staan twee
reusachtige bussen, beschilderd volgens
de étiquetten der werkelijke beschuit
bussen.
Het geheel, met de daarbij behoorem
de baltk&rs, die in hunne witte pakjes de
wagen vergezellen, geeft een zeer goe
den indruk. De bussen vooral, welke
door de emballagefabriek v.h. Dubois en
Co. werden geleverd, zijn keurig be
werkt.
Door den Commissaris der
Koningin in deze provincie zijn benoemd
tot zetter van 's Rijks dir. belastingen:
te Akersloot, den heer Malthijs Groot,
vervanging van wijlen den heer J. Groot
Meijne;
te Hoorn: den heer Leenden Hooft, ter
vervangin gvan wijlen den heer J. Groot
Jr., en
te Sijbekarspel, den heer Jan Stapel,
Feniiloton.
Vertaald uit het Italiaansch.
43.
Op dit oogenblik kwam graaf Tozzo
binnen. Ook hij zag er bleek en af
gemat uit. Hij had sindis die ontvoer
ring nog geen oog dicht gedaan. De
hertogin trad haastig op hem toe en
reikte hem dankbaar beide handen.
Dus toch nog ©en vriend in dit
uur van beproeving! riep zij uit. On
zen besten d'.ank, graaf, voor uw moed
en toewijding.
Graaf Tozzo kuste haar de hand en
mompelde ietts van plicht en mensche-
lijkheid. V
Geef hem echter geen geld mede,
mevrouw, ging die heer Ghilazzi
voort. Ik heb met graaf Tozzo reeds
alles besproken, waarop hij bij zijne
onldfeU'ha.ndeJLn'giein inzonderheid ge
wicht moet leggen. Voorloopig geldt
het alleen, de verblijfplaats van de
roovers uit te vorschen. Graaf Tozzo
moet derhalve alles beloven, wat er
geëischt wordt. Hij kan heft doen,
want hij is geen staatsambtenaar.
Hoeveel van zijn beloften wij later
zullen nakomen, diat is onze zaak.
En gij maenft, mijnheer, dat do
roover.s op iets diergelijks zullen in
gaan? vroeg do hertogin twijfelend.
Mevrouw, zeide nu graaf Tozzo,
wat wij béoogen is, de roovers van
het plegen van geweld tegen uw echt
genoot af te houden. En ik geef u
mijn woord, dat wij daarin ook zul
len slagen.
God zegene u graaf, en hij schenke
u voorspoed op uw onderneming.
Van mijn dankbaarheid kunt gij voor
altijd verzekerd zijn.
Nadalt die heer Ghilazzi zich nog her
haaldelijk had doen beloven, hem de
geringste aanwijzing over het. ver
blijf van do roovers terstond naar
Napels te ftelegrafeeren, nam hij af
scheid', om naar de stad terug te kee
ren.
Den volgenden voormiddag kwam
de consul de Vries met zijne nicht op
het kasiteel aan. Dat was een licht
punt, zoowel voor de zwaar beproefde
hertogin alsook voor Cesina. Het was
een bewijs, dat toch nog eenige vrien
den in don nood trouw bleven. De
heer De Vries, wien men melt alles op
de hoogte stelde, kon de door den
rechter Ghilazzi getroffen maatrege
len slechts goedkeuren. Als bezadigd
man en man van ervaring moest hij
erkennen, a.a|t er in de gegeven om
standigheden niet anders, niets be
ters gedaan kon worden.
En hij? vroeg Elvira zacht en
beschroomd aan freule Cesina, bij
wie zij zich van heft, eerste oogenblik
af melt eene roerende hartelijkheid
aansloot.
Wie? vroeg deze.
Attilio. Hoe gaat hot hem?
Hij heeft nog altijd* wondkoorts.
Hij herkent niemand van ons, ant
woordde Cesina op droefgeestigen
toon, waaruit al de Iteedorheid sprak,
waarmee zij aan haar broeder hing.
Mag ik hem zien? O, laat mij
hem zien, al is helt maar voor een
paar seconden, smeekte Elvira.
Licht aangedaan en ontroerd' als
Cesina was, kurte zij haar vriendin
op het voorhoofd, sloeg den arm om
haar middel en ging met haar naar
de eerste verdieping, waar de kamers
van Attilio lagen. In de voorkamer
vonden zij dokter Zillani, die den
zieke behandelde. Zacht schoof Cesi
na de portière terug. Met luid klop
pend hart trad Elvira binnen. In heft
kunstmatig verdonkerde vertrek lag
Afftïlio zwaar ademhalend' op het bed,
nog altijd brandend heet, hoewel de
kracht van de koorts scheen gebro
ken.
Attilio! riep Cesina zach\t.
Maar Attilio gaf geen teeken van
bewustzijn.
Atltilio! fluisterde nu ook Elvira.
I-Iaar stem beefde, maar klonk onge
meen zacht en teeder.
Dadelijk sloeg de zieke de oogen
op en wendde d'en blik in de rich
ting, waar mejuffrouw De Vries
stond. Een zalig lachje gleed over
zijn bleeke trekken en zijn hand strek
te zich mat en onbeholpen naar haar
uit.
Elvira! lispelde hij zacht.
Mejuffrouw De Vries trad haastig
nadler en greep de gloeiende hand.
Moed, hertog, moed fluisterde
zij. Zij wilde nog meer zeggen, maar
de stem begaf haar.
Dokter Zillani trad haastig aan het
ziekbed. Wij hebben het gewon
nen, wij hebben het gewonnen! riep
hij zachft en blij verrast over den on-
verwachten omkeer. De koorts is
geweken, het bewustzijn keert terug.
Maar nu vooral geen schokken. Dat
zou hij den toestand' van den zieke
hoogst gevaarlijk zijn.
Nogmaals drukte Elvira de witte,
koortsig heete hand, diezelfde hand
die zoo moedig was geweest bij de
verdediging van zijn vader.
Daarop knikte zij hem glimlachend
toe. Nu willen wij gaan. Kom, Ce
sina! Nu weet ik, dat hij zal herstel
len.
XX.
De zon dook langzaam in zee onder.
In d-e woeste eenzaamheid der rotsen
van Agripoli heerschte de avondstil
te in de naftuur. Slechts het ge
schreeuw van de meeuwen, die in
groote, onophoudelijk heen en weer
fladderende scharen aan dien zee
oever haar voedsel zochten, klonk
schel en krijschend Itot op de steile
rots, die op het eerste gezicht voor
geen mlensclielijken voet bereikbaar
scheen. Loodrecht steeg zij uit. de
zee op.
Naair de landzijde in het Zuiden
werd de bergkegel omgeven door een
breed ravijn, dalt zich in oostelijke
richting, dloor het dicht naderen der
bergen, zeer verengde, zoodat een
vermetel mensch het wel kon wagen
de rotskloof over te springen, waarbij
echter een enkele misstap den dood
tengevolge moert hebben.
Maar zij, die zich hier ophiel
den, hadden zich goed ingerichlt. Men
schoof van de rots een^ ladder over de
smalste plaats van de'kloof en over
brugde haar op deze wijze. Trok men
de ladder weer weg, dan was het hol,
dat, tot woning diende, ongenaakbaar
wijl men wel van de hoogte op de
tegenover liggende landzijde kon
springen, maar niet vandaar naar bo
ven op de rots.
Aan den ingang van het ver in de
rots loopende hol stond' Checco, de
roover ,als schildwacht.
(Wordt vervolgd).